131 't Vliegend Blaadje. KLEINE COURANT VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL. No. 2003 Woensdag 27 April 1892. Twintigste Jaargang. NIEUWSTIJDINGEN. „ONTERFD". Bureau: Zuidstraat. Telefoonn". 42. Bureau: Spoorstraat. Telefoonn0. 36. Atoozmement p. 3 maanden binn. de gem. 50 Cent, met ZonTagsblad 80 Cent. p. 3 maanden franco p. post 75 met Zondagsblad fl,12'. Afzonderlijke nnmmers2 Cent. VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG. Uitgevers: BEBKHOUT Co., te Helder. Bureaux: SPOORSTRAAT en ZUID8TRAAT. Advortentlön Groote lettera worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn. HELDER, 26 April 1892. Texel, 25 April. Met algemeene stem men heeft de kiesvereeniging «Nieuw Le ven", den heer Dikkers, alhier, op nieuw candidaat gesteld voor de Prov. Staten. Men een stem meerderheid werd de heer Beukenkamp, te Helder, als tweede can didaat geproclameerd. De vrijzinnige kiesvereeniging aan den Burg alhier, heeft de aftredende leden, de heeren Buchner en Dikkers, aanbevolen. De Rijkscommissie tot examineeren van stuurlieden ter koopvaardij hield te Amsterdam zitting 12, 18, 14, 19, 20,21 en 22 April. 31 Oandidaten hadden zich aangemeld en wel voor de groote zeevaart A, drie voor eerste stuurman, vijf voor tweede stuurman, vijftien voor derde stuur man. Voor de groote stoomvaart A, één voor eerste stuurman, een voor tweede stuurman, zes voor derde stuurman, Ein delijk nog voor een aanvullings-examen groote stoomvaart A, éen voor den rang van eerste stuurman, een voor dien van tweede, elf voor dien van derde stuurman. De volgende diploma's werden uitge reikt voor de groote zeilvaart A. als eerste stuurman aan J. Wiersma (met aan vulling stoomvaart). G. Konter en C. H. Sehraderals tweede stuurman aan D. Hoek en H. Datemaals derde stuurman aan H. E. Eefting, B. H. van der Hei, J. Goedhuis (met aanvulling stoomvaart), J. van der Luide, G. Sterkefeld, R. Schaap. Voor de groote stoomvaart A als 2de stuurman aan W. J. Boonals 3de stuur man aan G. C. Bremer, A. Bomert, J. Veenhoven, V. K. van Palteren en L. C. Lagaay. Twee candidaten werden niet tot het examen toegelaten wegens onvoldoende ge zichtsscherpte Ckleurenblindheid) en een we gens onvoldoende dienstbewijzen, terwijl twee candidaten niet waren opgekomen. Volgens de opgaven van het bureau «Veritas", zijn gedurende de maand Febru ari 82 zeilschepen verloren gegaan, namelijk 4 Duitsche, 12 Amerikaansche, 38 Engel- sche, 1 Oostenrijksch, 2 Spaansche, 5 Fran- sche, 4 Nederlandsche, 4 Italiaansche, 11 Noorweegsche en 1 Zweedsch. Onder deze zijn 4 schepen welke men als vermoedelijk vergaan beschouwt, omdat men er geen berichten van ontving. Voorts 18 stoom schepen (waarvan 3 vermoedelijk vergaan) 1 Duitsch, 2 Amerikaansche, 9 Engelsche, 1 Braziliaansch, 1 Spaansch, 3 Fransche, 1 Grieksch. Van de zeilschepen zijn 43 gestrand, 6 aangevaren, 2 verbrand, 5 omgeslagen, 13 verlaten en 9 afgekeurd. Van de stoom schepen zijn 9 gestrand, 2 aangevaren, 1 verbrand, en 3 omgeslagen, Op de werf van den bekenden scheeps timmerman E. Holtrop v. d. Zee te Joure ligt een sierlijk scheepje gereed, dat H.M. de Koningin bij haar bezoek aan Leeu warden zal worden aangeboden. Het scheepje is van het fijnste hout vervaardigd, de randen zijn met gepolijst koper omslagen, terwijl de boorden zijn afgezet met goud en wit op donkerblau- wen grond. Op de booglijst van den voorsteven prijkt het wapen van Leeuwar den, op het roer de koninklijke leeuw en op den achtersteven den naam der Konin gin in gouden letters op helder witten grond. Vrouw v. d. Laan, te 's-Hage, die eenige dagen geleden door Knudde verwond werd, heeft zoo goed als hersteld het gast huis verlaten. De «walvisch* welke thans te Sche- veningen in aanbouw is, heeft een lengte van 40 Meter of 21/3 maal de lengte van het exemplaar, dat alhier te zien was. Het hoogste punt van den rug is lO'/s M. van den grond. In den bek kunnen zich ge makkelijk 100 personen bewegen en in het overige gedeelte van het dier 300 personen op comfortable wijze een plaats vinden. Zoowel het inwendige van den walvisch als het omringende terrein, tot tuin inge richt, zal electrisch verlicht worden. Naast den walvisch is een belvédère ge bouwd, waarvan men een schoon zeege zicht te genieten heeft. Het «Utr. Dagbl." meldt: „Vrijdag en Zaterdag werden telkens, onder behoorlijk toezicht en onder geleide van een commies le klasse van het de partement van financiën, uit de Neder landsche Bank te Amsterdam, per schuit naar Utrecht overgebracht voor een mil- lioen gulden aan rijksdaalders. Zij waren verpakt in kleine zakken en deze vervol gens in groote kisten. Deze kostbare in houd van twee millioen werd, eveneens onder toezicht en controle van verschil lende ambtenaren, gelost en in een der in de nabijheid van 's Rijks munt gelegen keldergewelven geborgen om eerlang te worden versmolten en er alsdan guldens van te slaan met de beeltenis van onze jeugdige Koningin." Naar wij vernemen moet het bedrag, waarvoor tot dusver in het geheele land bij verschillende comité's voor het hulde blijk aan H. K. H. de groothertogin van Saksen, prinses Sophie der Nederlanden aan te bieden bij haar gouden huwelijks feest, is ingeschreven, f 35 000 beloopen, waaronder de residentie met 4000 hand- teekeningen voor f4500 voorkomt. In aanmerking genomen, dat deze heug lijke gebeurtenis eerst in October aanbreekt en het tijdstip dus nog ver verwijderd is van de sluiting der inschrijving, zal dit reeds niet onaanzienlijk bedrag ongetwij feld nog hooger worden. (»D. v. Z.-H. en 's-Gr.") Een groote ommekeer staat op het punt zich te verwezenlijken in de teelt der komkommers. In het nabij Roermond ge legen Wegberg, even over de Pruisische grenzen, is men thans bezig met het plan ten van zaden eener uit Japan ingevoerde komkommersoort, die, niet als hare in- heemsche zuster zich over den grond ver spreidt, doch in de hoogte groeit, niet on gelijk aan staakboonen. Deze plant wordt eveens door stekken gesteund en bereikt dan een hoogte van drie meter. De vruch ten zijn langwerpig en bereiken een lengte van 30 centimeter iedere plant brengt 80 tot 100 zulke vrucht eD voort. Behalve deze weelderige groeikracht en dit groote voortbrengingsvermogen, ligt het groote voordeel daarin, dat de planten lang niet zooveel lijden van regen of natte zomers, daar zij, zooals gemeld, in de hoogte groeien. Geef niet aan bedelaars In de Keizersstraat te Amsterdam werd dezer dagen een vrouw, die met bedelen den kost verdiende en veel misbruik maakte van sterken drank, dood op hare kamer gevonden, gestikt in den jenever. Te Utrecht is Donderdagnacht, om streeks éen uur, een hevige brand uitge broken in de Stichtsche délicatessenwinkel van den heer Andreoli, gelegen aan den Pausdam, Trans en Domtrans. De vlammen sloegen van alle kanten der drie boven verdiepingen uit, zoodat de omgeving een vuurzee geleek en de Domtoren daardoor verlicht werd. Drie der bewoners konden het kolossale pand, waarvan het geheele bovendeel vernield is, langs ladder of trap verlaten. De huisbewaarder redde zich over het dak en klom op een nevengelegen per ceel, doch zijne vrouw, die uit de tweede verdieping op straat sprong, werd in be- wusteloozen toestand en met zware inwen dige kneuzingen bij een der buren, Doctor Gruben, ingedragen, waarvan de ongeluk kige per brancard ter verpleging naar het ziekenhuis werd overgebracht. Door mid del van de waterleiding heeft de brandweer het vuur gebluscht. Alles was verzekerd. De oorzaak van den brand is onbekend. Donderdag stond voor de arr.-recht- bank te Breda terecht J. B. Totenberg, 28 jaren, rietdekker, wonende te Enschot, gem. Berkel bij Tilburg, ter zake van moord, althans zware mishandeling, den dood ten gevolge gehad hebbende, gepleegd met voorbedachten rade door in den avond van 29 Febr, jl. te Enschot aan Johannes Brands, met het oogmerk om hem te dooden, een steek in de borst te hebben toegebracht, ten gevolge waarvan genoemde Brands den volgenden morgen overleed. Het O. M. eischte tien jaren gevange nisstraf. Een ernstige verwonding had Vrijdag avond te Rotterdam plaats. Sedert ongeveer 14 maanden woonde vrouw Soeters gescheiden van haren man, met hare vijf kinderen van 4 tot 11 jaren, in den Groenendaal no. 23, le verdieping, bij zekeren Johannes Wilhel mus Theodorus Schoucaart, geboortig uit Nij megen, een gegageerd O.-I. soldaat. Gisteren avond ontmoette vrouw Soeters haren wettigen man, met wien zy, ondanks de betrekking tot Schoucaart, steeds op een vriendschappelijken voet stond, en begaf zich met hem naar den Groenendaal. Daar gekomen werd aan Schou- caart, die gisteren naar den Haag geweest was om herkeuring te vragen, ten einde weder in militairen dienst te treden, medegedeeld dat Soeters met zyn wettige vrouw, als S. naar de Oost ging, geen middel van bestaan meer had. Schoucaart, hierover gebelgd, gaf Soeters te kennen dat hij onmiddellijk zijne woning had te verlaten, en toen daaraan geen gevolg werd gegeven, ontstond er eene vecht partij, die echter door tusschenkom3t der vrouw een einde nam, waarna Soeters vertrok, zijne vrouw achterlatende. Hierop begaf Soeters zich naar de woning zijner moeder aan de Lange Pannekoekstraat no. 8, bij wie hij inwoont, vertelde daar zijn wedervaren en keerde vergezeld van zijne moeder en nog een paar anderen naar de Groe nendaal terug,. Daar gekomen in de woning van Schoucaart (het was toen omstreeks 8£ uur,) riep Schoucaart op het zien van deze lieden, «moeten jelui me allemaal hebben, dan vooruit maar!» tegelijkertijd aanvallender wyze te werk gaande. Eene onderlinge vechtpartij was hiervan het gevolg, waarby Schoucaart door vyf messteken, twee in de rechterzijde, twee in den rechterarm en eene in den schou der, gevaarlijk gewond werd. Soeters met de zijnen namen hierna de vlucht den verwonde met Soeters vrouw achterlatende. Op het hulpgeroep dezer vrouw werd de ver wonde binnen zyne kamer gedragen, (hy was de anderen nageloopen, doch op de trap ineengezakt en in het portaal blyven liggen), en daar door een geneesheer voor- loopig verbonden, om vervolgens onder toezicht der politie naar het Ziekenhuis te worden overgebracht. De man verkeert nog altijd in een gevaarlijken toestand. De dader, genaamd Hendrik Elias Soeters, oud 38 jaar, schoenmaker en sjouwer van beroep, was inmiddels door de politie in de woning zijner moeder gearresteerd en werd naar het bnreau aan de Kaasmarkt over gebracht, om na opgemaakt proces-verbaal aan de justitie te worden overgeleverd. In de w ning waar de worsteling plaats vond, en waar thans nog op den steenen vloer vele bloedsporen zichtbaar zyn, werden door de politie de overjas^ en onderkleeding, die de verwonde aan had, in beslag genomen, in welke kleedingstukken verscheidene messteken zichtbaar zyn. Een groot voorstander van de echt scheiding is de Amerikaansche predikant J. N. Dollins. Hij is in drie jaren van vijf wettige echtgenooten gescheiden. Thans is hij voor de zesde maal getrouwd met een vrouw, die al vooraf heeft verklaard, dat zij den onstandvastigen man zal belteeren tot een getrouwen echtgenoot. De doodenverbranding wint in Frank- ijk steeds meer voorstanders. Verleden jaar werden daar te lande 3741 dooden verbrand en de tweede verbrandingsoven op het Parjjsche kerkhof Père Lachaise moest vergroot worden. In Italië zijn 22 verbrandingsovens. In Duitschland werden in 1891 drie nieuwe crematoria geopend. Ook in andere landen nemen de voorstanders van de doodenver branding toe. De „Vossische Zeitung" bespreekt den treurigen geldelijken toestand van den Noord-Duitschen Lloyd. Het verlies over verleden jaar bedraagt 2,106,000 Mark, tegen 2,76 i,040 Mark in 1890 maar de vooruitzichten zijn treurig. Het totaal ver lies tot op heden bedraagt 9,317,435 Mark, en zonder de Rijks-subsidiën zouden de zaken nog veel slechter staan. Telt men de genoten Regeeringsbijdragen 24,200,000 Mark bij de verliezen, dan verkrijgt men een som van 331/» mil- lioen Mark. Als dat zoo voortgaat, zal men bij het afloopen van het vijftienjarig contract 100 millioen Mark Duitsch geld in het water geworpen hebben. De «Vossische Zeitung" ontkent niet de indirecte voordeelen welke het land geniet door de subsidie aan den Lloyd, maar het blad meent, dat het geld toch beter be steed kon worden. De eerste kassier van den bankier Rothschildt te Frankfort a/M. Jaeger ge naamd, is voortvluchtig, een tekort in de kas van 1,700,000 Mark achterlatende. Naar hij zelf aan zyn chef geschreven heeft, heeft hij dat bedrag bij beursspecu- latiën verloren. Vrijdag is hij verdwenen, en uit Darmstadt heeft hij geschreven, te vens meldende dat hij een einde aan zijn leven zou maken. Hieraan wordt echter getwijfeld, omdat hij, vóór zyn vertrek, zich van een valschen baard voorzien heeft. Zyn salaris zou slechts 5000 Mark heb ben bedragen. Burgerlijke Stand, gem. Helder, Van ai 21 tot en met 23 April. ONDERTROUWDB. C. de Jong, stoker en A. Zeeuw. F. J. Bruin, timmerman en J. Spruit. S. Gysberts, onderwyzer en A. W. Koster. J. Reuvers, logementhouder en D. van Berlo. C. J. Brouwer, stoker en T. Reuvers. GETROUWD: J. Prins en J. M. van der Laaken. W. G. Landman en A. M. Hooger- werf. J. F. Franchimont en J. Kryos. Dr. J. E. van PersijD en C. H. M. Hattinga Raven. BEVALLENT. Klik, geb. de Haas, z. G. Jonkman, geb. Minnes, z. M. la Roij, geb. de Gelder, d. T. Kater, geb. Smit, z. G. M. van Heraert, geb. Huizinga, d. W. Berkeveld, geb. Kohier, z. C. D. P. Clots, geb. Haaken- hout, d. OVERLEDENP. Stins, 17 maanden. J. Noot, 5 maanden. M. C. W. H. Telkamp, Janssen, 29 jaren. P. Brizee, 65 jaren. Marine en Leger. Bij koninklijk besluit is de machinist le kl. v. k. J. M. Sporry, met 1 Mei a.s. benoemd tot officier-machinist 2e kl. bij 's Rijks stoomvaart dienst. Ingevolge machtiging bij koninklijk beslnit van 21 dezer, is de tijdelijke waarneming der betrek kingen van baas der smeden en van meesterknecht bij 's Rijks werf te Amsterdam, door den minis ter van Marine onderscheidenlijk opgedragen aan den machinist P. Huisken en den commandeur der scheepmakers, ijzeren bonw, H. J. van den Berg, bij genoemde werf. Blijkens bij het dep. van marine ontvangen bericht is Hr. Ms. schroefstoomschip 4e kl. „Lom bok," onder bevel van den luit. ter zee le kl. M. F. Tydeman, den 22en dezer te Djeddah aan gekomen. Aan boord was alles wel. Blijkens een bij het departement van marine Nagelaten roman van EWALD AUGUST KöNIG. 31.) «Ik hoop toch van wel «O, maar dan zal de gravin al lang barones Von Eichenfels zyn »Dat moeten we nog eens afwachten, Resi," zeide Jochem op een toon van vertrouwen. ,En is het werkelyk te laat, heeft het huwelyk al plaats gevonden, nu, dan treft ons geen schuld, waarschuwen kunnen en mogen we niet, wil graaf Waldringen met eigen oogen niet zien, dan is dat natuurlijk zijn zaak." Zij waren blyven stilstaan, ze waren het park thans binnengetreden, de schemering viel reeds. «Hier moeten wy scheiden," zeide zy, met een angstigen blik in de verte kijkende. «Ga dezen weg terug en sla in het bosch rechts om, dan kom je weder op den grooten weg." «Ik moet nog naar den opperhoutvester Von Winterfeld, myn meester wacht mij daar." «Ga er dan langs den grooten weg heen." »0, ik zal den weg wel vinden. Dus tot morgeu, myn liefste «Wanneer my vóór dien tyd maar geen on geluk overkomt," zuchtte zij. «Aan welk ongeluk denk je?« «Ze kunnen mij opsluiten.* »Dat moesten ze eens wagen stoof Jochem op. .Wanneer ik je hier niet vind, dan ga ik naar het kasteel om je te zoeken, ik ruk hun het dak boven hun hoofd weg." Jy alleen kunt niets uitrichten .Heb maar geen angst of zorg, je bent mijn bruid en de bruid van een soldaat mag geen vrees koesteren." Hij hield haar geruimen tyd omstrengeld en kuste haar, totdat de blijde glimlach des ge- luks de donkere schaduwen weder van haar voorhoofd had verjaagd, en daarop aanvaardde hij met vlugge schreden den terugweg. «Dat was een gewichtige dag," zuchte hij, toen hij den grooten weg had bereikt. «De ritmeester zal tevreden over my zyn, en ik ben het ookJa, een schranderen kop moet men hebben, daarmede komt men de geheele wereld door. En nn maar flink er op los. Wellicht was die verloving eigenlijk gezegd een domme streek, want ik ben toch maar een arme dnivel. Loopt de zaak faliekant, dan blyf ik denkelyk nog een heel tydje zoo arm als een kerkmuis, en we kunnen beiden voor den trouwdag grijze haren hebben. Maar komaan, moed moet men hebben, en op onzen Lieven Heer dient men ook te vertrouwen, alles zal nog wel in orde komen." Hy had eindelyk het huis van den opper houtvester bereikt, de honden sloegen aan, Egon stond in de kamerdeur om zijn oppasser te ontvangen, dien hij met zichtbaar ongeduld verwacht had. De opperhoutvester en Rosa bevonden zich in de kamer, allen verwachtten met spanning het bericht van Jochem, en dit nog te meer, wyl de schitterende oogen van den huzaar verkondigden, dat hij heuglijk nieuws bracht. Jochem dronk het groote, met bier gevolde glas, dat zijn meester hem aanbood, in een enkele teug uit en begon toen zyne mededee- lingen. Hij verhaalde van zijne navorschingen bij den hoogen eik en legde mes en kogel op tafel, vervolgens berichtte hij zijn ontmoeting met den houtvester, zyn verloving met Resi en de mededeelingen, die deze hem omtrent Holter had gedaan. Zijn eigen vermoedens wist hy behendig tus- schon zijn berichten in te vlechten, en het schonk hem een bijzondere voldoening, toen hy be merkte dat niet alleen zijn heer maar ook de opperhoutvester door een hoofdknikken de juist heid zijner vermoedens erkende. «Dat heb je eens knapjes gedaanzeide Egon, toen Jochem zyne mededeelingen geëin digd had. «Je ontdekkingen zijn van groote waarde, zy zullen veel bijdragen tot de oplos sing van het raadsel, al weet ik voor het oogenblik ook nog niet, op welke wijze er ge bruik van gemaakt zal worden. Gelukt het mij den baron zyn roof te ontrukken, dan zal ik voor je toekomst zorgen en je trouw be- loonen, gelijk je het verdient. En je zult dan ook op je trouwdag niet lang behoeven te wachten, dat beloof ik je. Het was heel ver standig van je, dat je je ontdekkingen voor je bruid verzwegen hieldt, een ondoordacht woord kan alles bederven. En ga nn naar de keuken by de meid, ik blyf nog een uurtje." .Wat nu?" vroeg Rosa Marie, toen de op passer de kamer uit was. «Volgens mijn mee ning zijn de gevonden bewyzen overtuigend «Daar vergis je je in, kindlief,» onderbrak Egon haar met ernstige kalmte voor ons mo gen die bewijzen overtuigend zijn, doch zij werpen nog altijd geen schold op Werner. Gelijk Jochem zeer terecht opmerkte, zal Holter doodeenvoudig loochenen, dat het mes zijn eigendom is, de kogel kan nit een andere buks gekomen zijn, er loopt hier gespuis genoeg rond. En zelfs al mocht bewezen worden, dat Holter de poging tot moord deed, dan kan in geen geval mijn neef daar aansprakelijk voor gesteld worden." «Maar wy weten nu ten minste ook al weer, dat die Holter reeds vroeger in dienst bij je neef was," bracht de opperhoutvester in het midden, die nit zyn pyp dikke rookwolken voor zich uitblies. .Ook dat bewijst nieta,* ging Egon voort, «het is zelfs natuurlyk dat Werner zijn vroe- geren bediende weder opgenomen en hem de vacante bosch wachtersplaats gegeven heeft. Wie kan daarin iets bevreemdends vinden .En toch zei je zoo even zelf, dat de ont dekkingen van Jochem van groote waarde waren," antwoordde Rosa eenigszins ontstemd. «Dat zijn zij ook, maar voorshands nog alleen voor ons,» hernam Egon, »wy kunnen er echter onze gevolgtrekkingen uit maken, die ongetwijfeld juist zullen blijken te zyn. Die Holter was das reeds vroeger de bediende en zeer zeker ook wel de vertrouwde van Werner hy moest mij te velde volgen om de opdracht van zyn meester te kunnen volvoeren. Gelyk Jochem beweert, moet deze kerel alles geweest zijn behalve soldaat, hy meent hem als mar ketenter en als spion gezien te hebben, hij vermoedt verder dat Holter ook tot de hyena's van het slagveld behoord heeft. Dat zulk een sujet alles onderneemt en voor geen misdaad terugdeinst, dit lijdt geen twijfel, hij is het geweest, die den vervalschten brief aan myn vader heeft afgezonden.* «Mogelyk heeft hij de vervalsching zelve ook wel gepleegd," zeide de oude heer. .Dan zou hy in dit vak oen groote bedre venheid moeten bezitten, en dat geloof ik nu juist niet, doch ook aangaande dat punt zullen wy wel iets naders te weten komen." «Wy moesten ons zijn handschrift zien te verschaffen,» raadde Rosa aan, terwijl zij de leege glazen uit de groote bierkrnik weder vnlde, «wellicht is het precies hetzelfde als dat van het regimentsschrijven." «Je hebt gelijk," knikte de opperhoutvester, «in dit geval zou hij gesnapt kunnen worden.* «Wie echter zal dit handschrift van hem vragen zeide hy op een toon, die geen bij zonder groote hoop verried. .Laat dat maar aan mij over,* antwoordde de oude heer. «Als vorstelyk houtvester vind ik wellicht eeji aanleiding tot deze vraag, ik zal daarover later eens nadenken.* «Vangen wy hem in dezen strik, dan hebben wij voldoende bewijzen,* zeide Egon, «doch ik vrees, dat wy te groote hoop koesteren, de vervalscher moet slimmer zyn dan een lakei, die wellicht ternauwernood zyn naam kan schryven." (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1892 | | pagina 1