131
't Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL.
No. 2003
Woensdag 27 April 1892.
Twintigste Jaargang.
NIEUWSTIJDINGEN.
„ONTERFD".
Bureau: Zuidstraat.
Telefoonn". 42.
Bureau: Spoorstraat.
Telefoonn0. 36.
Atoozmement
p. 3 maanden binn. de gem. 50 Cent, met ZonTagsblad 80 Cent.
p. 3 maanden franco p. post 75 met Zondagsblad fl,12'.
Afzonderlijke nnmmers2 Cent.
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BEBKHOUT Co., te Helder.
Bureaux: SPOORSTRAAT en ZUID8TRAAT.
Advortentlön
Groote lettera worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk
des
DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
HELDER, 26 April 1892.
Texel, 25 April. Met algemeene stem
men heeft de kiesvereeniging «Nieuw Le
ven", den heer Dikkers, alhier, op nieuw
candidaat gesteld voor de Prov. Staten.
Men een stem meerderheid werd de heer
Beukenkamp, te Helder, als tweede can
didaat geproclameerd.
De vrijzinnige kiesvereeniging aan den
Burg alhier, heeft de aftredende leden, de
heeren Buchner en Dikkers, aanbevolen.
De Rijkscommissie tot examineeren
van stuurlieden ter koopvaardij hield te
Amsterdam zitting 12, 18, 14, 19, 20,21
en 22 April. 31 Oandidaten hadden zich
aangemeld en wel voor de groote zeevaart
A, drie voor eerste stuurman, vijf voor
tweede stuurman, vijftien voor derde stuur
man. Voor de groote stoomvaart A, één
voor eerste stuurman, een voor tweede
stuurman, zes voor derde stuurman, Ein
delijk nog voor een aanvullings-examen
groote stoomvaart A, éen voor den rang
van eerste stuurman, een voor dien van
tweede, elf voor dien van derde stuurman.
De volgende diploma's werden uitge
reikt voor de groote zeilvaart A. als
eerste stuurman aan J. Wiersma (met aan
vulling stoomvaart). G. Konter en C. H.
Sehraderals tweede stuurman aan D.
Hoek en H. Datemaals derde stuurman
aan H. E. Eefting, B. H. van der Hei, J.
Goedhuis (met aanvulling stoomvaart), J.
van der Luide, G. Sterkefeld, R. Schaap.
Voor de groote stoomvaart A als 2de
stuurman aan W. J. Boonals 3de stuur
man aan G. C. Bremer, A. Bomert, J.
Veenhoven, V. K. van Palteren en L. C.
Lagaay.
Twee candidaten werden niet tot het
examen toegelaten wegens onvoldoende ge
zichtsscherpte Ckleurenblindheid) en een we
gens onvoldoende dienstbewijzen, terwijl
twee candidaten niet waren opgekomen.
Volgens de opgaven van het bureau
«Veritas", zijn gedurende de maand Febru
ari 82 zeilschepen verloren gegaan, namelijk
4 Duitsche, 12 Amerikaansche, 38 Engel-
sche, 1 Oostenrijksch, 2 Spaansche, 5 Fran-
sche, 4 Nederlandsche, 4 Italiaansche, 11
Noorweegsche en 1 Zweedsch. Onder deze
zijn 4 schepen welke men als vermoedelijk
vergaan beschouwt, omdat men er geen
berichten van ontving. Voorts 18 stoom
schepen (waarvan 3 vermoedelijk vergaan)
1 Duitsch, 2 Amerikaansche, 9 Engelsche,
1 Braziliaansch, 1 Spaansch, 3 Fransche,
1 Grieksch.
Van de zeilschepen zijn 43 gestrand, 6
aangevaren, 2 verbrand, 5 omgeslagen, 13
verlaten en 9 afgekeurd. Van de stoom
schepen zijn 9 gestrand, 2 aangevaren, 1
verbrand, en 3 omgeslagen,
Op de werf van den bekenden scheeps
timmerman E. Holtrop v. d. Zee te Joure
ligt een sierlijk scheepje gereed, dat H.M.
de Koningin bij haar bezoek aan Leeu
warden zal worden aangeboden.
Het scheepje is van het fijnste hout
vervaardigd, de randen zijn met gepolijst
koper omslagen, terwijl de boorden zijn
afgezet met goud en wit op donkerblau-
wen grond. Op de booglijst van den
voorsteven prijkt het wapen van Leeuwar
den, op het roer de koninklijke leeuw en
op den achtersteven den naam der Konin
gin in gouden letters op helder witten
grond.
Vrouw v. d. Laan, te 's-Hage, die
eenige dagen geleden door Knudde verwond
werd, heeft zoo goed als hersteld het gast
huis verlaten.
De «walvisch* welke thans te Sche-
veningen in aanbouw is, heeft een lengte
van 40 Meter of 21/3 maal de lengte van
het exemplaar, dat alhier te zien was. Het
hoogste punt van den rug is lO'/s M. van
den grond. In den bek kunnen zich ge
makkelijk 100 personen bewegen en in het
overige gedeelte van het dier 300 personen
op comfortable wijze een plaats vinden.
Zoowel het inwendige van den walvisch
als het omringende terrein, tot tuin inge
richt, zal electrisch verlicht worden.
Naast den walvisch is een belvédère ge
bouwd, waarvan men een schoon zeege
zicht te genieten heeft.
Het «Utr. Dagbl." meldt:
„Vrijdag en Zaterdag werden telkens,
onder behoorlijk toezicht en onder geleide
van een commies le klasse van het de
partement van financiën, uit de Neder
landsche Bank te Amsterdam, per schuit
naar Utrecht overgebracht voor een mil-
lioen gulden aan rijksdaalders. Zij waren
verpakt in kleine zakken en deze vervol
gens in groote kisten. Deze kostbare in
houd van twee millioen werd, eveneens
onder toezicht en controle van verschil
lende ambtenaren, gelost en in een der
in de nabijheid van 's Rijks munt gelegen
keldergewelven geborgen om eerlang te
worden versmolten en er alsdan guldens
van te slaan met de beeltenis van onze
jeugdige Koningin."
Naar wij vernemen moet het bedrag,
waarvoor tot dusver in het geheele land
bij verschillende comité's voor het hulde
blijk aan H. K. H. de groothertogin van
Saksen, prinses Sophie der Nederlanden
aan te bieden bij haar gouden huwelijks
feest, is ingeschreven, f 35 000 beloopen,
waaronder de residentie met 4000 hand-
teekeningen voor f4500 voorkomt.
In aanmerking genomen, dat deze heug
lijke gebeurtenis eerst in October aanbreekt
en het tijdstip dus nog ver verwijderd is
van de sluiting der inschrijving, zal dit
reeds niet onaanzienlijk bedrag ongetwij
feld nog hooger worden.
(»D. v. Z.-H. en 's-Gr.")
Een groote ommekeer staat op het
punt zich te verwezenlijken in de teelt der
komkommers. In het nabij Roermond ge
legen Wegberg, even over de Pruisische
grenzen, is men thans bezig met het plan
ten van zaden eener uit Japan ingevoerde
komkommersoort, die, niet als hare in-
heemsche zuster zich over den grond ver
spreidt, doch in de hoogte groeit, niet on
gelijk aan staakboonen. Deze plant wordt
eveens door stekken gesteund en bereikt
dan een hoogte van drie meter. De vruch
ten zijn langwerpig en bereiken een lengte
van 30 centimeter iedere plant brengt 80
tot 100 zulke vrucht eD voort.
Behalve deze weelderige groeikracht en
dit groote voortbrengingsvermogen, ligt
het groote voordeel daarin, dat de planten
lang niet zooveel lijden van regen of natte
zomers, daar zij, zooals gemeld, in de
hoogte groeien.
Geef niet aan bedelaars
In de Keizersstraat te Amsterdam werd
dezer dagen een vrouw, die met bedelen
den kost verdiende en veel misbruik maakte
van sterken drank, dood op hare kamer
gevonden, gestikt in den jenever.
Te Utrecht is Donderdagnacht, om
streeks éen uur, een hevige brand uitge
broken in de Stichtsche délicatessenwinkel
van den heer Andreoli, gelegen aan den
Pausdam, Trans en Domtrans. De vlammen
sloegen van alle kanten der drie boven
verdiepingen uit, zoodat de omgeving een
vuurzee geleek en de Domtoren daardoor
verlicht werd. Drie der bewoners konden
het kolossale pand, waarvan het geheele
bovendeel vernield is, langs ladder of trap
verlaten. De huisbewaarder redde zich over
het dak en klom op een nevengelegen per
ceel, doch zijne vrouw, die uit de tweede
verdieping op straat sprong, werd in be-
wusteloozen toestand en met zware inwen
dige kneuzingen bij een der buren, Doctor
Gruben, ingedragen, waarvan de ongeluk
kige per brancard ter verpleging naar het
ziekenhuis werd overgebracht. Door mid
del van de waterleiding heeft de brandweer
het vuur gebluscht. Alles was verzekerd.
De oorzaak van den brand is onbekend.
Donderdag stond voor de arr.-recht-
bank te Breda terecht J. B. Totenberg, 28
jaren, rietdekker, wonende te Enschot, gem.
Berkel bij Tilburg, ter zake van moord,
althans zware mishandeling, den dood ten
gevolge gehad hebbende, gepleegd met
voorbedachten rade door in den avond van
29 Febr, jl. te Enschot aan Johannes Brands,
met het oogmerk om hem te dooden, een
steek in de borst te hebben toegebracht,
ten gevolge waarvan genoemde Brands den
volgenden morgen overleed.
Het O. M. eischte tien jaren gevange
nisstraf.
Een ernstige verwonding had Vrijdag
avond te Rotterdam plaats. Sedert ongeveer
14 maanden woonde vrouw Soeters gescheiden
van haren man, met hare vijf kinderen van
4 tot 11 jaren, in den Groenendaal no. 23,
le verdieping, bij zekeren Johannes Wilhel
mus Theodorus Schoucaart, geboortig uit Nij
megen, een gegageerd O.-I. soldaat. Gisteren
avond ontmoette vrouw Soeters haren wettigen
man, met wien zy, ondanks de betrekking tot
Schoucaart, steeds op een vriendschappelijken
voet stond, en begaf zich met hem naar den
Groenendaal. Daar gekomen werd aan Schou-
caart, die gisteren naar den Haag geweest
was om herkeuring te vragen, ten einde weder
in militairen dienst te treden, medegedeeld
dat Soeters met zyn wettige vrouw, als S.
naar de Oost ging, geen middel van bestaan
meer had. Schoucaart, hierover gebelgd, gaf
Soeters te kennen dat hij onmiddellijk zijne
woning had te verlaten, en toen daaraan geen
gevolg werd gegeven, ontstond er eene vecht
partij, die echter door tusschenkom3t der vrouw
een einde nam, waarna Soeters vertrok, zijne
vrouw achterlatende.
Hierop begaf Soeters zich naar de woning
zijner moeder aan de Lange Pannekoekstraat
no. 8, bij wie hij inwoont, vertelde daar zijn
wedervaren en keerde vergezeld van zijne
moeder en nog een paar anderen naar de Groe
nendaal terug,. Daar gekomen in de woning
van Schoucaart (het was toen omstreeks 8£
uur,) riep Schoucaart op het zien van deze
lieden, «moeten jelui me allemaal hebben, dan
vooruit maar!» tegelijkertijd aanvallender wyze
te werk gaande. Eene onderlinge vechtpartij
was hiervan het gevolg, waarby Schoucaart
door vyf messteken, twee in de rechterzijde,
twee in den rechterarm en eene in den schou
der, gevaarlijk gewond werd.
Soeters met de zijnen namen hierna de vlucht
den verwonde met Soeters vrouw achterlatende.
Op het hulpgeroep dezer vrouw werd de ver
wonde binnen zyne kamer gedragen, (hy
was de anderen nageloopen, doch op de
trap ineengezakt en in het portaal blyven
liggen), en daar door een geneesheer voor-
loopig verbonden, om vervolgens onder toezicht
der politie naar het Ziekenhuis te worden
overgebracht. De man verkeert nog altijd in
een gevaarlijken toestand.
De dader, genaamd Hendrik Elias Soeters,
oud 38 jaar, schoenmaker en sjouwer van
beroep, was inmiddels door de politie in de
woning zijner moeder gearresteerd en werd
naar het bnreau aan de Kaasmarkt over
gebracht, om na opgemaakt proces-verbaal
aan de justitie te worden overgeleverd. In
de w ning waar de worsteling plaats vond,
en waar thans nog op den steenen vloer vele
bloedsporen zichtbaar zyn, werden door de
politie de overjas^ en onderkleeding, die de
verwonde aan had, in beslag genomen, in
welke kleedingstukken verscheidene messteken
zichtbaar zyn.
Een groot voorstander van de echt
scheiding is de Amerikaansche predikant
J. N. Dollins. Hij is in drie jaren van vijf
wettige echtgenooten gescheiden. Thans is
hij voor de zesde maal getrouwd met een
vrouw, die al vooraf heeft verklaard, dat
zij den onstandvastigen man zal belteeren
tot een getrouwen echtgenoot.
De doodenverbranding wint in Frank-
ijk steeds meer voorstanders. Verleden
jaar werden daar te lande 3741 dooden
verbrand en de tweede verbrandingsoven
op het Parjjsche kerkhof Père Lachaise
moest vergroot worden.
In Italië zijn 22 verbrandingsovens. In
Duitschland werden in 1891 drie nieuwe
crematoria geopend. Ook in andere landen
nemen de voorstanders van de doodenver
branding toe.
De „Vossische Zeitung" bespreekt
den treurigen geldelijken toestand van den
Noord-Duitschen Lloyd. Het verlies over
verleden jaar bedraagt 2,106,000 Mark,
tegen 2,76 i,040 Mark in 1890 maar de
vooruitzichten zijn treurig. Het totaal ver
lies tot op heden bedraagt 9,317,435 Mark,
en zonder de Rijks-subsidiën zouden de
zaken nog veel slechter staan.
Telt men de genoten Regeeringsbijdragen
24,200,000 Mark bij de verliezen,
dan verkrijgt men een som van 331/» mil-
lioen Mark. Als dat zoo voortgaat, zal
men bij het afloopen van het vijftienjarig
contract 100 millioen Mark Duitsch geld
in het water geworpen hebben.
De «Vossische Zeitung" ontkent niet de
indirecte voordeelen welke het land geniet
door de subsidie aan den Lloyd, maar het
blad meent, dat het geld toch beter be
steed kon worden.
De eerste kassier van den bankier
Rothschildt te Frankfort a/M. Jaeger ge
naamd, is voortvluchtig, een tekort in de
kas van 1,700,000 Mark achterlatende.
Naar hij zelf aan zyn chef geschreven
heeft, heeft hij dat bedrag bij beursspecu-
latiën verloren. Vrijdag is hij verdwenen,
en uit Darmstadt heeft hij geschreven, te
vens meldende dat hij een einde aan zijn
leven zou maken. Hieraan wordt echter
getwijfeld, omdat hij, vóór zyn vertrek,
zich van een valschen baard voorzien heeft.
Zyn salaris zou slechts 5000 Mark heb
ben bedragen.
Burgerlijke Stand, gem. Helder,
Van ai 21 tot en met 23 April.
ONDERTROUWDB. C. de Jong, stoker
en A. Zeeuw. F. J. Bruin, timmerman en J.
Spruit. S. Gysberts, onderwyzer en A. W.
Koster. J. Reuvers, logementhouder en D. van
Berlo. C. J. Brouwer, stoker en T. Reuvers.
GETROUWD: J. Prins en J. M. van der
Laaken. W. G. Landman en A. M. Hooger-
werf. J. F. Franchimont en J. Kryos. Dr. J.
E. van PersijD en C. H. M. Hattinga Raven.
BEVALLENT. Klik, geb. de Haas, z.
G. Jonkman, geb. Minnes, z. M. la Roij, geb.
de Gelder, d. T. Kater, geb. Smit, z. G. M.
van Heraert, geb. Huizinga, d. W. Berkeveld,
geb. Kohier, z. C. D. P. Clots, geb. Haaken-
hout, d.
OVERLEDENP. Stins, 17 maanden. J.
Noot, 5 maanden. M. C. W. H. Telkamp,
Janssen, 29 jaren. P. Brizee, 65 jaren.
Marine en Leger.
Bij koninklijk besluit is de machinist le kl. v.
k. J. M. Sporry, met 1 Mei a.s. benoemd tot
officier-machinist 2e kl. bij 's Rijks stoomvaart
dienst.
Ingevolge machtiging bij koninklijk beslnit van
21 dezer, is de tijdelijke waarneming der betrek
kingen van baas der smeden en van meesterknecht
bij 's Rijks werf te Amsterdam, door den minis
ter van Marine onderscheidenlijk opgedragen aan
den machinist P. Huisken en den commandeur
der scheepmakers, ijzeren bonw, H. J. van den
Berg, bij genoemde werf.
Blijkens bij het dep. van marine ontvangen
bericht is Hr. Ms. schroefstoomschip 4e kl. „Lom
bok," onder bevel van den luit. ter zee le kl.
M. F. Tydeman, den 22en dezer te Djeddah aan
gekomen. Aan boord was alles wel.
Blijkens een bij het departement van marine
Nagelaten roman van
EWALD AUGUST KöNIG.
31.)
«Ik hoop toch van wel
«O, maar dan zal de gravin al lang barones
Von Eichenfels zyn
»Dat moeten we nog eens afwachten, Resi,"
zeide Jochem op een toon van vertrouwen.
,En is het werkelyk te laat, heeft het huwelyk
al plaats gevonden, nu, dan treft ons geen
schuld, waarschuwen kunnen en mogen we
niet, wil graaf Waldringen met eigen oogen
niet zien, dan is dat natuurlijk zijn zaak."
Zij waren blyven stilstaan, ze waren het
park thans binnengetreden, de schemering viel
reeds.
«Hier moeten wy scheiden," zeide zy, met
een angstigen blik in de verte kijkende. «Ga
dezen weg terug en sla in het bosch rechts om,
dan kom je weder op den grooten weg."
«Ik moet nog naar den opperhoutvester Von
Winterfeld, myn meester wacht mij daar."
«Ga er dan langs den grooten weg heen."
»0, ik zal den weg wel vinden. Dus tot
morgeu, myn liefste
«Wanneer my vóór dien tyd maar geen on
geluk overkomt," zuchtte zij.
«Aan welk ongeluk denk je?«
«Ze kunnen mij opsluiten.*
»Dat moesten ze eens wagen stoof Jochem
op. .Wanneer ik je hier niet vind, dan ga ik
naar het kasteel om je te zoeken, ik ruk hun
het dak boven hun hoofd weg."
Jy alleen kunt niets uitrichten
.Heb maar geen angst of zorg, je bent mijn
bruid en de bruid van een soldaat mag geen
vrees koesteren."
Hij hield haar geruimen tyd omstrengeld en
kuste haar, totdat de blijde glimlach des ge-
luks de donkere schaduwen weder van haar
voorhoofd had verjaagd, en daarop aanvaardde
hij met vlugge schreden den terugweg.
«Dat was een gewichtige dag," zuchte hij,
toen hij den grooten weg had bereikt. «De
ritmeester zal tevreden over my zyn, en ik ben
het ookJa, een schranderen kop moet men
hebben, daarmede komt men de geheele wereld
door. En nn maar flink er op los. Wellicht
was die verloving eigenlijk gezegd een domme
streek, want ik ben toch maar een arme dnivel.
Loopt de zaak faliekant, dan blyf ik denkelyk
nog een heel tydje zoo arm als een kerkmuis,
en we kunnen beiden voor den trouwdag grijze
haren hebben. Maar komaan, moed moet men
hebben, en op onzen Lieven Heer dient men
ook te vertrouwen, alles zal nog wel in orde
komen."
Hy had eindelyk het huis van den opper
houtvester bereikt, de honden sloegen aan,
Egon stond in de kamerdeur om zijn oppasser
te ontvangen, dien hij met zichtbaar ongeduld
verwacht had.
De opperhoutvester en Rosa bevonden zich
in de kamer, allen verwachtten met spanning
het bericht van Jochem, en dit nog te meer,
wyl de schitterende oogen van den huzaar
verkondigden, dat hij heuglijk nieuws bracht.
Jochem dronk het groote, met bier gevolde
glas, dat zijn meester hem aanbood, in een
enkele teug uit en begon toen zyne mededee-
lingen.
Hij verhaalde van zijne navorschingen bij
den hoogen eik en legde mes en kogel op tafel,
vervolgens berichtte hij zijn ontmoeting met
den houtvester, zyn verloving met Resi en de
mededeelingen, die deze hem omtrent Holter
had gedaan.
Zijn eigen vermoedens wist hy behendig tus-
schon zijn berichten in te vlechten, en het schonk
hem een bijzondere voldoening, toen hy be
merkte dat niet alleen zijn heer maar ook de
opperhoutvester door een hoofdknikken de juist
heid zijner vermoedens erkende.
«Dat heb je eens knapjes gedaanzeide
Egon, toen Jochem zyne mededeelingen geëin
digd had. «Je ontdekkingen zijn van groote
waarde, zy zullen veel bijdragen tot de oplos
sing van het raadsel, al weet ik voor het
oogenblik ook nog niet, op welke wijze er ge
bruik van gemaakt zal worden. Gelukt het
mij den baron zyn roof te ontrukken, dan zal
ik voor je toekomst zorgen en je trouw be-
loonen, gelijk je het verdient. En je zult dan
ook op je trouwdag niet lang behoeven te
wachten, dat beloof ik je. Het was heel ver
standig van je, dat je je ontdekkingen voor je
bruid verzwegen hieldt, een ondoordacht woord
kan alles bederven. En ga nn naar de keuken
by de meid, ik blyf nog een uurtje."
.Wat nu?" vroeg Rosa Marie, toen de op
passer de kamer uit was. «Volgens mijn mee
ning zijn de gevonden bewyzen overtuigend
«Daar vergis je je in, kindlief,» onderbrak
Egon haar met ernstige kalmte voor ons mo
gen die bewijzen overtuigend zijn, doch zij
werpen nog altijd geen schold op Werner.
Gelijk Jochem zeer terecht opmerkte, zal Holter
doodeenvoudig loochenen, dat het mes zijn
eigendom is, de kogel kan nit een andere buks
gekomen zijn, er loopt hier gespuis genoeg
rond. En zelfs al mocht bewezen worden, dat
Holter de poging tot moord deed, dan kan in
geen geval mijn neef daar aansprakelijk voor
gesteld worden."
«Maar wy weten nu ten minste ook al weer,
dat die Holter reeds vroeger in dienst bij je
neef was," bracht de opperhoutvester in het
midden, die nit zyn pyp dikke rookwolken
voor zich uitblies.
.Ook dat bewijst nieta,* ging Egon voort,
«het is zelfs natuurlyk dat Werner zijn vroe-
geren bediende weder opgenomen en hem de
vacante bosch wachtersplaats gegeven heeft.
Wie kan daarin iets bevreemdends vinden
.En toch zei je zoo even zelf, dat de ont
dekkingen van Jochem van groote waarde
waren," antwoordde Rosa eenigszins ontstemd.
«Dat zijn zij ook, maar voorshands nog
alleen voor ons,» hernam Egon, »wy kunnen
er echter onze gevolgtrekkingen uit maken, die
ongetwijfeld juist zullen blijken te zyn. Die
Holter was das reeds vroeger de bediende en
zeer zeker ook wel de vertrouwde van Werner
hy moest mij te velde volgen om de opdracht
van zyn meester te kunnen volvoeren. Gelyk
Jochem beweert, moet deze kerel alles geweest
zijn behalve soldaat, hy meent hem als mar
ketenter en als spion gezien te hebben, hij
vermoedt verder dat Holter ook tot de hyena's
van het slagveld behoord heeft. Dat zulk een
sujet alles onderneemt en voor geen misdaad
terugdeinst, dit lijdt geen twijfel, hij is het
geweest, die den vervalschten brief aan myn
vader heeft afgezonden.*
«Mogelyk heeft hij de vervalsching zelve
ook wel gepleegd," zeide de oude heer.
.Dan zou hy in dit vak oen groote bedre
venheid moeten bezitten, en dat geloof ik nu
juist niet, doch ook aangaande dat punt zullen
wy wel iets naders te weten komen."
«Wy moesten ons zijn handschrift zien te
verschaffen,» raadde Rosa aan, terwijl zij de
leege glazen uit de groote bierkrnik weder
vnlde, «wellicht is het precies hetzelfde als
dat van het regimentsschrijven."
«Je hebt gelijk," knikte de opperhoutvester,
«in dit geval zou hij gesnapt kunnen worden.*
«Wie echter zal dit handschrift van hem
vragen zeide hy op een toon, die geen bij
zonder groote hoop verried.
.Laat dat maar aan mij over,* antwoordde
de oude heer. «Als vorstelyk houtvester vind
ik wellicht eeji aanleiding tot deze vraag, ik
zal daarover later eens nadenken.*
«Vangen wy hem in dezen strik, dan hebben
wij voldoende bewijzen,* zeide Egon, «doch ik
vrees, dat wy te groote hoop koesteren, de
vervalscher moet slimmer zyn dan een lakei,
die wellicht ternauwernood zyn naam kan
schryven." (Wordt vervolgd.)