't Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER. NIEUWEDIEP EN TEXEL. tLlTT
No. 2012
Zaterdag 28 Mei 1892.
Twintigste Jaargang.
KALENDER DER WEEK.
Gemeenteraad van Helder.
NIEUWSTIJDINGEN.
„ONTÈRFD".
Bureau: Zuidstraat
Telefoonn". 42.
Opkomst der Zon 3 u. 48 m.
Onderg. 8 u. 7 m.
MEI, Bloeimaand, 31 dagen.
Zondag 29
Maandag 30
Dinsdag 31
JUNI, Zomermaand, 30 dagen.
Woensdag 1 Israël. Pinkster.
Donderdag 2 id. E. K.
Vrijdag 3
Zaterdag 4
Buitengewone Zitting op Woensdag
35 Mei 1893, 's voormiddags 10 uren.
Voorzitter de heer C. A. Beukenkamp.
Tegenwoordig 14 leden afwezig de heeren
Hoogenbosch, Govers, Verfaille, Hordijk, Spruit.
Na de opening der zitting geschiedt voor
lezing van eene missive van HH. Gedep. Sta
ten, waarin wordt herinnerd, dat de termijn
verloopen is, waarvoor is toegestaan de hef
fing van rechten voor 't gebruik van gemeente
gronden enz. en dat het dus noodig is de be
staande Verordening te vernieuwen. B. en W.
zijn, zoo verzekert de Voorzitter, gezind daar
toe over te gaan, doch met een wijziging, die
zij bij de vaststelling der nieuwe Verordening
aan 't oordeel van den Raad wenschen te
onderwerpen. Deze wijziging betreft de opne
ming der bepaling, dat voor het gebruik van
terreinen aan de bermen van het Heldersche
Kanaal tot opslag van goederen, enz. alleen
en uitsluitend gebruik kan worden gemaakt
van het gedeelte gelegen tusschen den mond
van het Kanaal en de Telegraaf steeg. Her
haaldelijk wordt de Concept-Verordening voor
gelezen en telkens- wordt eenig bezwaar tegen
den inhoud daarvan aangevoerd. Dat bezwaar
betreft eensdeels de door eenige leden geop
perde wenschelijkheid, om ook ten dienste van
ingezetenen, die verder op langs het kanaal
hunne erven hebben, dezelfde bepalingen als
voor de Achter-Binnenhaven vast te stellen.
Nog wordt bezwaar gemaakt tegen de op te
nemen bepalingen, omdat meu in 't algemeen
het in gebruik afstaan van gemeente-gronden
wil overgelaten hebben aan het Dag. Best.
Deze bezwaren worden door den Voorzit
ter wederlegd door de opmerking, dat het
voor de nijverheid, b.v. voor 't sloopen van
schepen, wenschelijk is dicht bij den mond
van 't Kanaal do beschikking over uabylig-
gende gronden te hebben. Daar kan hot wor
den toegestaan, doch verderop, b.v. tusschen
de Postbrug en het Westplein, zou het niet
mogelijk zijn. Dit verhindert niet, dat de
heer Oortgysen de opmerking maakt, dat de
aanwezigheid van sloophout voor aan den weg
loopende kinderen zeer gevaarlijk is. Na
dat de heer Korver nog eens er op heeft aan
gedrongen, om de beslissing over 't gebruik
van gronden aan B. en W. over te laten,
komt' de heer over de Linden met nog een
ander bezwaar te berde, 't Bleek hem, dat de
Verordening niet duidelijk genoeg laat uitko
men, dat het langdurig gebruik van gemeente
gronden uitsluitend wordt toegestaan aan de
Achter-Binnenhaven tusschen den mond van
het Heldersche Kanaal ,en de Telegraafsteeg,
en dat het tijdelijk gebruik, b.v. bij verbou
wing van perceelen, kan worden toegestaan
over al de gronden langs de bermen van het
geheele Kanaal.
Na langdurige bespreking wordt zulks ter
verduidelijking in de verordening opgenomen,
nadat 't voorstel van B. en W. is aangenomen,
om 't meer langdurig gebruik van grondnn alléén
voor het meergenoemde deel der Achterbinnen-
haven toe te staan. Het besluit hiertoe wordt ge
nomen met 12 tegen 2 stemmen. Tegen stem
den de heeren Korver en Oortgijsen.
De uit drie artikelen bestaande verordening
wordt ten slotte in stemming gebracht, en met
12 tegen 2 stemmen aangenomen. Tegen
stemden de heeren Oortgijsen en Oudenhoven.
In deze Verordening wordt bepaald, dat
vergunning kan worden verleend tot het ge
bruik van gemeentegronden op bovengenoemd
deel van de Achterbinnenhaven, tegen 25 ets.
per 3 maanden voor eiken strekkenden meter
langs de bermen van het geheele kanaal in
zooverre de gronden beschikbaar zijn, 40 ets.
per maand of korter per M2voor het plaat
sen van steigerpalen 15 ets. per paal, per
maand of kortervoor 'fc gebruik van pleinen
tot het houden van verkoopiugen f 2,50 per
dagvoor het gebruik van de kraan op het
Molenplein, voor 4 uur of minder f 1, en per
jaar, om tweemalen per week te gebruiken
f 25,—.
Eindelijk wordt bepaald, dat voor de in
vordering der rechten, die volgens deze Ver
ordening zullen worden geheven, de sedert
1885 bestaande Verordening zal blyven ge
handhaafd.
De zitting wordt hierop gesloten.
HELDER, 27 Mei 1892.
De Rijkscommissie voor de examens
ter verkrijging van een diploma als stuur
man aan boord van koopvaardijschepen
zal, aanvangende 14 Juni, te 91/3 uur,
zitting houden te Amsterdam, in het
Raadhuis aldaar.
Tot behoorlijke inrichting vau het
lager onderwijs zijn, met het oog op art.
45 der wet op het lager onderwijs, van
Rijkswege subsidiën toegekend, o. a. aan
de gemeenten Anna Paulowna, Petten en
Vlieland, respectievelijk ten bedrage van
f 2000, f 2425 en f 2950.
Op de jaarvergadering van het waar
borgfonds van het Nederlandsche Werk
liedenfonds te Amsterdam, werd medege
deeld, dat de toestand der financiën bevre-
gend was. Het balanscijfer bedroeg
f 86.913 56.
Tot lid van het dagelijksch bestuur werd
gekozen de heer mr. H. Zillesen, secretaris
der Werklieden-pensioenvereeniging.
In de plaats van jhr. mr. Van Humalda
van Eysinga, die als voorzitter bedankt,
werd benoemd baron Micbiels Van Ver
duinen, die als secretaris-penningmeester
vervangen werd door jhr. G. Van Tets.
Op ultimo December jl. waren 2678 polis
sen afgegeven tegen 2309 in 1890.
Een bankbiljet van f 1000 werd
dezer dagen op het kantoor van een graan-
factorsfirma te Amsterdam o p in plaats
van i n de brandkast gelegd. Ongelukkig
kwam, vermoedelijk door den tocht, het
wichtig papiertje in de naast de brandkast
staande snippermand terecht en toen men
het bankbiljet miste, was de papiermand
reeds geledigd in den vuilnisbak van de
stadsreiniging.
Onmiddellijk werd nu alles in het werk
gesteld om de banknoot weer op het spoor
te komen.
Men loofde 100 gulden uit.
En waarlijk, men was zoo gelukkig bet
kleinood ongeschonden, maar erg bezoedeld
in een schuit te vinden, waarin de straat-
mest reeds was overgestort. De vinder
kreeg f 50 en de personen, die hadden
helpen zoeken, mochten de andere f 50
onder elkander verdeelen.
In straatvuil wordt veel gevonden, maar
een bunkbiljet van f 1000 zal toch wel
tot de groote zeldzaamheden behooren!
De zoekers hadden een goeden dag
Sensatie in Winschoten,
Pas is Winschoten ontwaakt en schuiven de
burgers de venstergordijnen ter zijde of ziet,
officier van justitie, griffier, rechters, marechaus
sees, rijks- en gemeentepolitie spoeden zich van
en naar hot govangenisgebouw. Is er iets bij
zonders voorgevallen Wilhelm Schröder is
uitgebroken en ontvluchtSchröder is uitge
broken en de burgers sliepen dien nacht ge
rust. De beruchte Schröder, die in een nacht
ruim 20 inbraken deed, ware 't ook niet altyd
om te stelen, daar hij steeds inbrak, waar hy
meende de slaapstede der vrouwelijke dienst
boden te vinden.
Schröder, die bij zijne veroordeeling zijne
vrouw, op deu weg naar de gevangenis ont
moetende, toevoegde: Wees maar gerust,
gauw ben ik weer bij je.« Eu die na een
mislukte poging tot ontvluchting bij een
tweede toonde, wat een man kan, die spier
kracht en vaardigheid bezit.
Toen hij jl. Vrijdag zijn vonnis hoorde,
keek hij, gedurende het oplezen van het lange
relaas zijner misdaden, lachende het publiek
aan.
En toen het eindvonnis, 9 jaren gevange
nisstraf kwam, barstte zijn toorn los en be
schuldigde hy rechters en officier van justitie
van allerlei gemeenheden en noemde hen kort
weg schobbejakken. En in zijn cel terugge
bracht, raasde bij voort, ut hij eindelijk uit
geput was.
's Morgens was de cel leeg cn de vogel ge
vlogen De potkast was voor de celdeur weg
gebroken, de ketting en het groote, massieve
slot als een pijpesteel afgebroken do gas pijp
zijner cel had als breekijzer gediend en de
deur had had hij zoover naar binnen doorge
bogen, dat hij zich uit de cel kon wringen.
Daarna was hij door een venster in de ge
vangenis naar builen gekomen, nadat hy eerst
nog een gegoten ijzeren staaf van 1^ cM. in
doorsnede had afgebroken als een wortel. Strop
das, deken, etc. dienden toen als touw, om zich
te laten afzakken.
Verwonderlijk is het, hoe een man, tenger
van lichaamsbouw als hy, mGt handjes als die
eener dame, zulk een spierkracht kan bezitten
en dan, hoe iemand zich wringen kan door een
vesteropening van misschien 2 decimeter breedte.
ZijDe geheele ontvluchting is een werk, een
Jack Sheppard waard. Ook met dezen heeft
hy gemeen, dat hy, gekleed in een kostuum a
la mode, een volmaakt gentleman zou zijn, in
staat menige dame't hoofd op hol te brengen, aan
getrokken als ze zullen worden door zijn Laai
gelaat, netten ringbaard en schitterende oogen.
Voor zijne gevangenisneming is er maanden
lang op hem jacht gemaakt, en niettegenstaande
deze meer dan dubbele waakzaamheid, werd
er nog steeds ingebroken en werden nog steeds
kerkebussen geledigd.
Eindelijk werd zyn toevluchtsoord, een hol
met een onderaardschen uitgang, door toeval
ontdekt. Dit hol was in het uitgebreide Sloch-
terbosch, niet ver van zijne woning, die ook
al een dergelijken onderaardschen uitgang had.
Nadat in den nacht van Maandag op Dins
dag nogmaals te Korengarst en Veendijk in
braak is gepleegd, waarby brood en varkens-
vleesch werd ontvreemd, is het Dinsdag gelukt
den beruchten Schröder weder te vatten. Door
een knecht van den landbouwer Holtkamp te
Noordbroek8lerhamrik werd opgemerkt dat er
iemand in het roggeveld verscholen lagdade
lijk haalde hij met een boerenwagen de beide
gemeenteveldwachters en een rijksveldwachter
van Winschoten, die er tijdelijk was't stuk
land werd omsingeld en weldra was de vluch
teling gevangen. Stevig geboeid werd hij op
een wagen naar Winschoten overgebracht, waar
men wel zorgen zal, dat hij niet voor de
tweede maal ontsnapt Verschillende voorwer
pen, die in de beide laatste nachten ontvreemd
zijn, werden nog bij hem gevonden hij moet
dan ook bekend hebben, dat die inbraken door
hem gepleegd zijn.
Rio Janeiro, 24 Mei. De geredden
van de »Solimos" verklaren dat het schip
op blinde klippen stootte. Terwijl men om
hulp naar den wal zond, had een hevige
ontploffing plaats, waardoor het schip in
de diepte verdween, zonder eenig spoor
achter te laten.
Deeming, de moordenaar, wiens be
langwekkende persoonlijkheid aan de En-
gelsche bladen sinds maanden stof leverde
tot ontelbare kolommen druks, stierf Maan
dag in de gevangenis te Melbourne aan
de galg. Hij onderging de doodstraf voor
slechts éénen moord, zijnen laatsten, van
welken de jongste zijner vele vrouwen,
Emily Mather, op Kerstmis van het vorige
jaar het slachtoffer werd. Wegens zijne
talrijke andere gruweldaden o. a. het
slachten van een vrouw en vier kinderen
te Rainhill in Engeland stond hy niet eens
terecht. Er zyn er die het betreuren, dat
het monster slechts éénmaal kon worden
opgeknoopt.
Het bericht omtrent eene, luidens nadere
mededeeling vruchtelooze poging om een adres
beweging ten gunste van de wederinvoering
der doodstraf uit te lokken, heeft do ,Arasterd.
Crt." op het denkbeeld gebracht, om «aan
onze meest bekende juristen en doktoren«
hunne meening te vragen omtrent de «wen
schelijkheid en noodzakelijkheid dier weder
invoering, zoowol van een rechtskundig als
van een menschkundig standpunt.»
Met den minister van Justitie, mr. H. J.
Sraidt, meenen de heeren prof. mr. S. Pols te
Utrecht, mr. S. Van Houten te's Gravenhage,
mr. L. A. Levy, mr. A. Greebe en mr. D.
Simons te Amsterdam, dat dezelfde argumen
ten, die tot de afschaffing hebben geleid, nog
volkomen geldig zijn en »dat een wederinvoe
ring,® om de woorden van den Minister te
bezigen, «niet noodzakelijk, evenmin wensche-
lyk als gerechtvaardigd kan zijn."
Het argument der mogelijkheid van eene
rechterlijke dwaling was voor den heer mr.
A. Kerdijk «zéé afdoende, dat het aanvoeren
van andere overbodig heeten mag."
Vele juristen meenen, dat de statistiek hier
heeft te beslissen en te bewijzen, dat het aan
tal misdaden door de afschaffing zou vermeer
derd zijn. Prof. v. d. Vlugt te Leiden
houdt zich het beantwoorden dezer vraag voor,
zoolang «het niet-bestaan van een correcte
recividisten-statistiek ons er slechts een slag
in doet slaan."
Wat echter een statistiek van regeerings-
wege niet kan, zegt de »A. Crt.," doen o. i.
de couranten. En dan zal het voor een cou
rantenlezer wel geen betoog behoeven, dat de
meeste moorden voorkomen in landen als
Amerika, Frankrijk en Engeland, waar de
doodstraf nog wordt toegepast.
Onze juristen zijn dus eenparig van oordeel,
dat de doodstraf afgeschaft moet blyven.
Dr. Eshuijs, politie-arts te Rotterdam, meen
de daarentegen, dat «het afschaffen van de
doodstraf de moordzucht ook als psychopathie
heeft in de hand gewerkt, al geeft de statis
tiek hieromtrent niet het voor die overtuiging
noodige licht." De doodstraf moet z. i. «op
ruime schaal en zonder de minste kwelling
van het slachtoffer worden ingevoerd en toe
gepast."
Over het geheel, deelt de «Amst. Ct.« mede,
verklaarden de mannen, aan wie wij hunne
meening vroegen omtrent deze zaak, zich tegen
weder-invoerïng; over het geheel ook op gelijk
luidende argumenten.
«Al de moorden van de laatste weken,®
schrijft een der rechters in de arrondissements
rechtbank te Amsterdam, «zijn op zich zelf
staande gevallen, voortvloeiende uit hebzucht,
jalouzie, onbeschaafdheid in één woord uit
zekere persoonlijke omstandigheden of raen-
schelyke hartstochten, die bij elk volk nu en
dan voorkomen en wel nooit zullen zyn uit
te roeien. De statistiek van Quetelet had reeds
bewezen, dat bij elk volk een zeker getal ge
pleegde misdrijven van dezelfde soort als nor
maal moet worden aangenomen, dat in de
onderscheidene jaren met geringe afwijking
voorkomt.
Wat de vraag betreft, of bedreiging der
doodstraf zelve reeds voldoende is, antwoordt
deze laatste «deskundigeKortzichtigheid
en niets andersLeert dan de ondervinding
niet, dat in de meeste gevallen van moord de
misdadiger niet denkt aan de daarop bedreigde
doodstraf, terwijl in andere gevallen deze
bedreiging geheel en al hare kracht verliest,
vermits de misdadiger slechts geleid wordt
door de gedachte hoe hij het behoedzaam
moet aanleggen, om niet ontdekt te worden.
«Indien de wetgever te onzent voors
hands maak ik me volstrekt niet ongerust
het besluit mocht nemen om bedoelde straf
weder in het wetboek op te nemen, ik betwij
fel zeer of ze zou worden toegepast.
Ingezondon.
Opmerkingen van een kiener.
't Is toch een vreemd district, het kiesdis
trict Helder 't Bestaat uit zeer uiteenloopende
bestanddeelen. En voor de verkiezing van een
lid der Tweede Kamer, èn voor de keuze van
leden der Provinciale Staten is het samenge
steld uit zeer uiteenloopende bestanddeelen. In
verschillende districten mogen er al zijn stad-
en landbewoners, ze behooren toch eeniger
mate bij elkaar. Steden, te midden van eene
landbouwende bevolking hebben in vele op
zichten dezelfde belangen als de bewoners van
het platte land. Hier, in het dietriet Helder,
loopen de belangen al heel erg uiteen. Voor
de keuze van leden der Provinciale Staten is
het district samengesteld uit de gemeenten
Helder, Texel, Vlieland en Terschelling voor
de verkiezing van een lid der Tweede Kamer,
behalve uit de genGemde, uit de gemeenten
Zijpe, Anna Paulowna, Petten, Callantsoog en
Wieringen. De combinatie ieder zal het
moeten toestemmen is al heel vreemd. Het
kiezersvolk in dit district bestaat uit zeer on
gelijksoortige grootheden. Bestaat er in andere
districten onderlinge bekendheid van personen
hier is dat door do ligging en door ver
schil van belangen haast niet denkbaar. En
let daarbij op de verbazende uitgestrektheid
van het district, dat Terschelling en Potten
tot eindpunten heeftHoe zeldzaam komen de
bewoners der eilanden met die van de zuidelijk
van den Helder gelegen gemeenten in aanra
king Hoe weinig komen de belangen van
den Helder, waar land- en zeemacht de hoofd
elementen uitmaken, met die der landbouwende
bevolking van 't overig deel van 't district over
een. Doch er is niets aan te veranderen. De
kieswet voegt de nabijgelegen deelen van 't
land tot een kiesdistrict bijeen, zonder te vra
gen of zulk een district, wat de belangen der
bevolking betreft, een samenhangend geheel
vormt. Zou die samenvoeging door den tyd
tot eenige meerdere toenadering der bewoners
van hot district aanleiding kunnen geven
Misschien
Met dank voor de plaatsing.
I Holder, 23 Mei 1892. Uw teer,
Nagelaten roman van
EWALD AUGUST KöNIG.
39.)
»En toch is die beschuldiging gelogen,» zeide
Holter op brutalen toon «dat ik op de slag
velden geweest ben, dit geef ik toe, hoe zou
ik mij anders het regimontszegel hebben moeten
verschaffen Tegen zulke beschuldigingen
mocht ik toch zeker bij u wel bescherming
verwachten, baron, gy, weet, wat ik voor u
gedaan heb.»
«Waarom my daaraan herinnerd?" viel de
baron hem andermaal barsch in de rede. «Het
was maar half werk en ik heb werkelyk geen
reden, om my over het gebeurde te verheugen
En wat hier voor eenige dagen gebeurd is,
dat kan mij in plaats van vreugde slechts ver
driet bezorgen. Als je van je zaak niet vol
komen zeker waart, dan hadt je op een betere
gelegenheid moeten wachten, en 't verwondert
me zelfs, dat die geschiedenis nog geen ge
volgen gehad heeft."
«Wanneer zij gelukt ware, dan zou de ge
nadige heer wel anders sproken,» antwoordde
Holter spottend. «Welke gevolgen zou zij dan
gehad hebben Niemaud buiteu ons beiden
weet, wie het schot gelost heeft, en wij zullen
dat toch zeker wel niet erkenneü. Mi; n schuld
was het niet, dat er op het laatste oogenblik
nog een vlieg op mijn neus kwam zitten, w
door het doel gemist werd.»
„Er is daar reeds genoeg over gesproken
geworden,» ging de baron voort, wiens oogen
van toorn fonkelden, «had ik je slecht ver
leden gekend, dan zou ik je hier niet opge
nomen hebben."
«Ik laat u immers volkomen de vrijheid my
op eenige andere wijze schadeloos te stellen,"
zeide de houtvester schouderophalend. «Geeft
ge me het geld, dat ik gevraagd heb, dan mar
cheer ik vandaag nog op.'
«Dat kan ik niet.»
«Welnu, dan zal de baron mij hier moeten
dnlden, totdat ge het kunt."
«Je wordt onbeschaamd."
«Ik vorder slechts myn welverdiend loon. Ik
begrijp me waarlijk niet, waarover ge u zoo
opwindt, baron. Welk gewicht valt er te hechten
aan de beweriQg van een wildvreemden heer
Bewijzen kan hy mij niets, en aan uw getui
genis moet hij geloof slaan, het zou u to^h
luttel weinig moeite kosten, om hem te over
tuigen, dat hij zich vergist moet hebben. Ik
vermoed dat deze heer alleen hier gekomen
is, om te spionneeren, en alsdan zoudt ge wer
kelijk wel reden hebben, om u voor hem in
acht te nemen en hem de deur te wyzen.»
«Te spionneeren vroeg de baron, die aan
dit vermoeden nog niet had gedacht. «Welk
doel zou hij daarbij hebben
«Kan hy niet met baron Egon bevriend
zijn? Wanneer hij den oorlog tegen Frankryk
medegemaakt heeft, dan is dat zeer waarschijn
lijk, nu komt hij hier om het een of ander
bewijs tegen ons te zoeken en het eerste wat
hy doet, is dat hij mij in verdenking brengt.
Ge moet hem nu den schyn geven, alsof ge
hem tot dank verplicht waart, moet hem
uitnoodigen u een bezoek te brengen, hy luis
tert naar elk woord, dat ge spreekt, spion-
neert ook by de bedienden in het kasteel en
heeft hy maar eerst uw vertrouwen gewonnen,
dan kan een ondoordacht woord u ten val
brengen."
«Onmogelijk is dat alles niet," zeide baron
Werner peinzend, «het kwam mij al vreemd
voor, dat hy hier een goed wil koopen, of
schoon hij niet eens weet, of er een te koop
is. Hy logeert in de herberg, mijn neef be
weert hij slechts vluchtig gezien te hebben, en
hoelang hy blijft, dat weet hij niet."
«Dat zijn genoeg redenen tot verdenking,
antwoordde Holter triumfeerend«voor het
overige zal ik er wel spoedig achter komen,
waarom die heer hier is. Hij zal mij niet voor
niemendal in verdenking gebracht hebben.
Onder uw dienstpersoneel zijn er ook nog
eenigen, op wier trouw niet te bouwen valt,
baron, luister naar mijn waarschuwing."
«Wie beschuldig je dan
«Resi."
«Zij heeft zich over jou beklaagd.»
«Omdat ik haar een liefdesverklaring gedaan
heb spotte de houtvester. «Dat moet een
meisje zich wel laten welgevallen, wanneer ik
haar alleen in het bosch ontmoet. Zij zou er
dan ook zooveel niet tegen gehad hebben,
wanneer zij niet hare oogen op den oppasser
van baron Egon had geworpen, met wien zij
nu heimelyke byeenkomsten heeft."
«Wat zeg je daar?«
«De waarheid. Gisterenavond nog zag ik
beiden in het park achter het kasteel. Toen
zij mijn voetstappen hoorden, stoven zy uit
elkaar, ik heb scherpe oogen en heb hen heel
goed bemerkt. Waarom die oppasser het hof
maakt aan Resi, daar zullen wij wel niet lang
naar behoeven te vragen.»
«Gekheid, het meisje weet niets, bijgevolg
kan zij ook niets verraden."
«Zeg dat niet baron, stel u zelvon daar niet
mede gerust, ge kent de sluwheid niet van
een aan alle deuren luisterend en spionneerend
kamerkatje. Het meisje moet onschadelijk ge
maakt worden en dit kan het best daardoor
geschieden, dat zy mijn vrouw wordt. Beveel
haar dat zij mijn vrouw worde, en wil zij aan
dat bevel niet gehoorzamen, dan moet zij er
toe gedwongen worden."
Waardoor
.Laat mij maar begaan, ik zal dat katje wel
tam maken. Ik zeg u in de herberg De Ster"
wordt een komplot tegen u gesmeed, dat voor
u zeer gevaarlijk kan worden, alles komt er
dus slechts op aan, om de verbondenen uit
een te jagen. Ik vrees geen enkelen van hen,
maar gy moet dan ook alles aan mij overla
ten, mij in bescherming nemen, wanneer ik
beschuldigd word, en in alles wat ik onder
neem mij ondersteunen. Wilt ge dat, dan zult
ge weldra van uwe vijanden verlost zijn.»
De trots van don baron verzette zich met
alle kracht tegen de gedachte, zich aan den
wil van dezen mensch te moeten onderwerpen,
dien hij verachtte, niettegenstaande hy hem
als werktuig gebruikt had.
«Ik vrees deze vijanden niet," zeide hy ruw,
«zij met hun allen kunnen mij niets maken.
Wij moeten scheiden, Jozef, ik kan Resi niet
dwingen, om je vrouw te worden, wil zij ech
ter dien ander niet laten loopen, dan jaag ik
haar doodeenvoudig weg. Ga naar Berlijn, ik
kom daar later ook heen en wil dan zien, wat
ik voor je doen kan, voor het oogenblik zit ik
zelf in geldverlegenheid."
«Hoor eens, baron, dat gaat niet aan," her
nam Holter spottend. «Met mooie beloften
laat ik my niet paaien, want ik weet hoe weinig
waarde er aan gehecht moet worden. Wilt ge
me niet zooveel betalen, dat ik in de residentie
een zaak kan opzetten, dan blijf ik hier, het
moge u aangenaam zyn of niet. Wegjagen
kunt ge me niet, want ge waart verloren,
wanneer ik uw neef alles zeide, wat ik weet."
«En jij waart in dit geval zeker van het
luchthuis."
(Wordt vervolgd.)