't Vliegend Blaadje
KLEINE COURANT
VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL.
Ho. 2044.
Zaterdag 17 September 1892.
Twintigste Jaargang.
KALENDER DER WEEK.
NIEUWSTIJDINGEN.
ProEramma van Iet 151e Zomer-Concert,
BLANCA's GEHEIM.
Bureau: Zuidstraat.
Telefoonn0. 42.
Bureau: Spoorstraat.
Telefoonn0. 36:
Opkomst der Zon 5 u. 41 m.
Onderg. 6 n. 6 m.
SEPTEMBER, Herfstmaand, 30 dagen.
Zondag 18
Maandag 19
Dinsdag 20
Woensdag 21 Quat. N. M.
Donderdag 22 Israël. Nieuwjaar.
Vrijdag 23 id. id. id
Zaterdag 24 id.
HELDER, 16 Sept. 1892.
Onze vroegere plaatsgenoot, de heer
A. R. Hofsteede, destijds alhier godsdienst
leeraar bij de Israëlitische gemeente, zal
eerstdaags in 't licht geven »Wilhelmina
Zakkalender" voor 't Israël, jaar 5653
(189293). Voor Israëlieten bevat 't boekje
behalven een nauwkeurige kalender, ook
opgave van Kerk- en Armbestuur, 't Men
gelwerk, gevloeid uit de pen van bekwame
Israëlitische letterkundigen, zal zonder
twijfel gaarne gelezen worden. Daar de
prijs slechts 25 cents is, zullen velen, die
den hr. Hofsteede van vroeger gekend heb
ben, geneigd gevonden worden hunne namen
te plaatsen op de inteekenlijst, voorhanden
bij de hh. Berkhout en Co.
Niet op Maandag 19, zooals in ons
vorig nommer is vermeld, maar op Dinsdag
20 Sept. zal de plechtige opening der
Staten-Generaal plaats hebben.
De maand Augustus heeft, blijkens
den staat der rijksmiddelen, voor de schat
kist f 10,627,000 opgeleverd. In het ge
heel heeft de schatkist gedurende de 8
maanden f 75,146,000 ontvangen, of
f 4,148,000 meer dan in hetzelfde tijdvak
van 1891.
Te Angerlo, bij Doesburg, had Zater
dagavond een treurig ongeval plaats. Me
vrouw A., uit Dordrecht, met haar echt
genoot bjj haar schoonbroeder gelogeerd,
ging beide heeren, die op de jacht waren,
een eind te gemoet. Door de vroeg inval
lende schemering schjjnt zij in een sloot
te zijn gevallen, waarin nauwelijks twee
voet water was. Toen de heeren terug
gekeerd waren en vernamen dat mevrouw
A. hen te gemoet was gegaan, gingen zij
terug en vonden de ongelukkige voorover
liggen, in de modder gestikt.
Dinsdagavond is een 22jarige machi
nist van de Westlandsche stoomtram, ter
wijl hij tusschen Monster en Poeldijk te
ver buiten de machine boog, met het hoofd
tegen een boom geslagen. Hij tuimelde
achterover en tusschen zijn machine, waar
hem, vermoedelijk door de zuigerstangen,
een arm en een hand verbrijzeld werden.
De conducteur van de tram, het ongeval
bemerkende, stapte op de machine over en
sloot den stoom af. In deerniswaardigen
toestand werd de jonge man per tram in
Den Haag aangebracht en naar het zie
kenhuis vervoerd.
Dinsdagavond heeft aan den Schen-
deldijk ('s-Gravendeel) de arbeider W. in
't Veld zijn schoonvader J. Monster in drift
1 zoodanig met een mes gestoken, dat de
man nog steeds bewusteloos is en vermoe
delijk stervende.
Naar men zegt had in 't V. oneenigheid
met zijn vrouw, hetgeen nogal eens meer
gebeurde, én moet op het hulpgeschrei de
vader zijn toegeschoten, om zijne dochter
te bevrjjden.
De rechter-commissaris, vergezeld van
den substituut-officier van justitie en den
waarnemenden griffier bij de arrondisse-
ments-rechtbank te Dordrecht, hebben zich
naar die plaats begeven, teneinde een on
derzoek in te stellen. (»D. C.")
Te Amsterdam bestormen honderden
personen het Duitsche consulaat-Generaal,
om zich als ziekenoppassers voor Hamburg
aan te melden. Bij hunne aanmelding bij
het consulaat-generaal moesten zij afge
wezen worden, daar geen Nederlandsche
verplegers voor Hamburg gevraagd zijn of
gebruikt kunnen worden.
Een gezelschap muzikanten uit Gro
ningen zou te Loppersum een uitvoering
geven en kwam daar ter plaatse aan. Yoor
de trein geheel stilstond, sprong een van
't gezelschap, de jeugdige De Vries, van
den waggon. Hij had het ongeluk te vallen
en onder den trein te geraken, wat hem
het leven kostte.
Een milicien van het 6de reg. inf.
te Breda, die op den avond van de verja
ring der Koningin bij een gevecht aan
een agent van politie een verwonding toe
bracht en dientengevolge in voor-arrest
zat, wist Vrijdagavond van het oogenblik,
waarop de deur van de provoost voor een
dienstzaak moest geopend worden, gebruik
te maken om te ontsnappen en zich in de
Singelgracht achter het exercitieveld te
werpen, waaruit hij later levenloos werd
opgehaald.
Een jonge Hollandsche arts, dr. J.,
heeft in een hotel te Berlijn getracht door
het gebruik van belladona zich van het
leven te berooven. Men vond hem reeds
bewusteloos. Uit een brief bleek dat le
vensmoeheid de oorzaak van zijn poging
tot zelfmoord is. Veel kans op het behoud
van zijn leven bestaat niet.
Onze boertjes zijn zoo dom niet!
Een oude Flakkeesche boer had water
voor zijn vee noodig en begon een welput
te graven. Het was een zwaar werk.
Langzamerhand naderde het werk zijn vol
tooiing en het succes scheen volkomen te
zullen zijn. Maar, helaas, op een goeden
dag, toen hij er de laatste hand aan gelegd
had, stortte de put in en de arbeid van
een heele week was verloren.
Een oogenblik trok ons boertje zich
van wanhoop de haren uit het hoofdtoen
kreeg lip een ingeving. Hij trok zijn jas uit,
nam zijn pet af en legde die zorgvuldig
aan den rand van den ingestorten put.
Toen kroop hij zelf onder een nabijgelegen
hooischelf en wachtte af de dingen die
komen zouden.
Het duurde niet lang of er liep een
buurman voorbij, die eens naar den put
ging kijken. Hij zag hoe treurig het ermee
stond en toen hij de pet en de jas van den
eigenaar erbij zag liggen, meende hij na
tuurlijk, dat de ongelukkige man bg de
instorting was meegesleept en nu op den
bodem van zijn put onder het puin bedol
ven lag. 't Spreekt vanzelf, dat hjj, door
menschlievendheid gedreven, dadelijk alarm
maakte en na korten tyd waren een groote
menigte boeren om de plek verzameld.
Met schoppen en spaden groeven ze tot
zij den put geheel hadden leeg gehaald.
Het was een zwaar en vermoeiend werk,
maar de genegenheid voor het ongelukkige
slachtoffer en het ernstige verlangen om
hem te redden, schonk den arbeiders
krachten.
Eindelijk was de taak volbracht en de
put tot den bodem leeggedolven doch van
den ouden boer was geen spoor te ont
dekken. Nadat ze hem vergeefs gezocht
hadden, togen ze vermoeid huiswaarts.
Toen kwam de boer uit zjjn schuilplaats
te voorschijn en dankbaarheid vervulde
zijn hart, dat de naastenliefde toch nog
niet geheel uit dit tranendal verdwenen
18
Uit Berlijn worden door particulieren
gedurig blikken met eetwaren naar Ham
burg verzonden. Dit geschiedt gewoonlijk
op verzoek van familieleden uit Hamburg.
Onlangs schreef een dame aan hare moeder
te BerlijnLieve moeder, erbarm u over
ons en zend ons dagelijks iets te eten, an
ders verhongeren wij. Wij zijn te angstig om
hier iets te koopen. Nu eens is een familie
lid van een bakker of kruidenier aan de
cholera overleden, dan Weer zijn er andere
personen in dat huis gestorven. Er wordt
altijd gevreesd, dat het eten der waren ge
vaarlijk zal wezen en dan is men ook nog
bang in dergelijke huizen zich tot het doen
van inkoopen te begeven."
Het aantal Hamburgers, die vertrok
ken sedert het uitbreken der cholera-epide-
mie, wordt reeds op 28,000 geschat.
Hamburg, de zoo zeer geteisterde stad,
mag als een der schoonste steden van Europa
genoemd worden. Ze had met alle steden van
vroegeren oorsprong dat gelijk, dat ze in een
gedrongen stand gebouwd was. Het begin der
uitbreiding vond plaats na de ontmanteling
der vesting, met welke in 1819 begonnen was,
maar ook sedert een grooten brand, die in 1842
in de stad woedde werd de herbouw van het
verwoeste gedeelte met ruimer en fraaier in
deeling ondernomen. De stad ligt aan den rech
ter oever van de Elbe pl. m. 20 uren van
hare monding en brengt even als de Alster,
eene kleinere rivier, het water door verschil
lende kanalen in de stad. Groote zeeschepen
kunnen met den vloed, die zich tot 5 k 6 ure
boven de stad uitstrekt, Hamburg naderen,
waar twee havens, de Bovenhaven en Beneden-
haven, de rivier- en zeeschepen opnemen. Het
drinkwater, zoo nauw in verband met de volks
gezondheid, moet deels door waterleidingen van
het aangrenzende Altona, deels door pomp en
andere hevel werk tuigen, uit den Alster en Elbe
aangevoerd worden.
Behalve de «oude stad* hebben zich reeds
oost- en westwaarts voorsteden gevormd, de St.
George voorstad en de St. Pauli voorstad. Het
getal inwoners bedraagt 640.000. De handels-
omzet dezer groote Elbestad is meer dan die
van Nederland en wordt van alle groote koop
steden op de aarde slechts door drie plaatsen
overtroffen, zynde Londen, Liverpool en New-
York. Onder de trans-Atlantische stoomvaart
lijnen, die in de laatste jaren het verkeer met
de nieuwe wereld bevorderen en onderhouden,
moet allereerst genoemd worden de «Nord Deut
sche Lloyd«maar ook andere groote zee
vaartmaatschappijen, daar gevestigd, getuigen
van haar grootheid in handel.
Voor de rechtbank te Weenen is thans
een schandaal-proces aanhanging, dat veel sen
satie maakt.
De voornaamste beschuldigden zijn Johan
Trzieniecki, hofraad en directeur van finan
ciën in Bukowina, de «ridder" Von Kobierski,
de inspecteur van financiën Spendling, de hoofd
ambtenaar der in- en uitgaande rechten te
Bajachestie, Banczeskul.
De bedriegerijen werden gedreven op groote
schaal en in verschillende takken. De Staat
werd benadeeld door omkooperij, oplichterij,
smokkelarij, enz. enz. Zij die eenig ambt bij
de in- en uitgaande rechten wilden bekleeden,
hadden aan de bende een zekere som te be
talen. Wilde men tot een hooger ambt worden
bevorderd, dan was eene nieuwe storting nood
zakelijk.
Te Bajaschestie wordt de Rumeensche mais
binnengevoerd. Die invoer was in handen van
drie kooplieden, welke met Banczeskul gemeene
zaak maakten. Men berekent dat slochts van
het tiende gedeelte der ingevoerde maisrech-
ten werden betaald. De directeur en de inspec
teur der financiën exploiteerden te zamen een
naphtabron zonder ooit eenig recht aan den
Staat te betalen.
Alle mogelijke middelen werden aangewend,
om een eerlijk ambtenaar, welke soms door de
regeering gestuurd werd, het verblijf onmogelijk
te maken. Voor eene bevordering betaalde men
600 en 1000 gulden aan de bende, maar deze
sommen waren gering by de voordeelen, welke
men van zulk eene bevordering trok. Alle deel-
genooten leefden op hoogen voet, hielden kost
bare paarden en rijtuigen.
Hoe diep het bederf was doorgedrongen,
blykt uit de verklaring van Banczeskul, een
der voornaamste schuldigen, die zoodra hjj
van een renbode vernam, dat zjjn medeplich
tigen in hechtenis waren genomen, zich voor
het hoofd schoot. Een paar dagen geleden ver
klaarde hij«Niemand in Bukowina is oerlyk.
Iedereen behoorde ontslagen te worden, als
men rechtvaardig wilde handelen. Men moet
echter bij de hoogste rangen aanvangen. De
onderste lagen zijn alleen gedwongen mede te
doen."
Men schijnt in Weenen besloten te hebben,
dezen Augiasstal flinkte reinigen en te handelen
zonder onderscheid des persoons. De minister
van financiën, de heer Steinbach, zal niet rusten
voordat deze zaak voldoende opgehelderd is en
de schuldigen streng gestraft zjjn.
De Keizerin van Duitschland heeft
haar eerste dochter gekregen. Keizerin en
Prinsesje zijn welvarend en de zes broertjes
moeten zeer in hun schik zijn met hun
zusje.
De Amerikaansche journalist Stanho-
pe van »New-York Herald" heeft zich met
veel moed en geestkracht ónderworpen aan
een zeer gevaarlijke proefneming, namelijk
het inenten tegen de cholera volgens het
systeem van Dr. Haffkins, goedgekeurd
door den heer Pasteur.
Maandagochtend werd hij in het Pa
steursgesticht voor het eerst ingespoten en
hg ga f den lezers van de New-York He
rald" nauwkeurig verslag van zijn allesbe
halve aangename gewaarwordingen, »met
honderden, duizenden cholera microben in
een gedeelte van zijn lichaam.
Dinsdag werd hij met krachtige smet
stof ingespoten.
Hg gevoelt zich ziek, maar zijn toestand
is over het algemeen bevredigend.
De kloeke journalist, die bij het heer-
schen van de cholera in Spanje in 1885,
ook al eens een proef nam met de inen
tingsmethode van Dr. Ferran, hoopt zoo
spoedig mogelijk naar Hamburg te gaan,
om daar te beproeven of hij door de in
spuitingen van Dr. Haffkins bestand is
tegen de gevreesde ziekte.
Geruststellend teeken. Het is bg
al de misseres in deze dagen nog gerust
stellend, dat de volken met elkaar in vrede
leven en ook niet voornemens zijn, ten
minste in Europa, elkaar lastig te vallen.
Die vredesadem is thans zelfs over de
diplomaten neergestreken met name schij
nen de Duitsche en Spaansche gezant
schappen volslagen gebrek aan werk te
hebben.
Woensdag meldde men uit Den Haag aan
het Handelsblad,dat aldaar Dinsdag
avond twee heeren geduelleerd hebben, nl.
baron Gartner von Grickenow en markies
De Valladares, respectievelijk legatie-secre
tarissen van Duitschland en Spanje. Laatst
genoemde zou aan het been gewond zijn.
Natuurlijk is het voor markies De Val
ladares en ook voor baron Gartner von
Grickenow te hopen, dat het niet erg is
en de wonde gauw zal genezen. Voor het
been vinden wij het gebeurde niettemin
jammer en wij verheugen ons alleen over
het geval, omdat er uit mag worden op
gemaakt, dat de heeren diplomaten tegen
woordig niets ergers te doen hebben.
Negentien matrozen te Falmouth,
die weigerden op last hunner reeders met
hun schip mee te gaan naar Hamburg,
zijn door de rechtbank aldaar in het gelijk
gesteld. De reeders komen in hooger beroep.
Burgerlijke Stand, gem. Helder.
Van af 12 tot en met 14 September.
ONDERTROUW D:( G
GETROUWDUeene'
BEVALLENM. RemmersVan Waar
denburg, d. C. JongkeesBiezeveld, z. H.
AgemaBastiaanse, d. D. PetersBeen, d.
S. DiesbergenVisser, d. C. HolderikxSpil,
d. A. DuinkerVerberne, z. H. Dellerop
Doting, d. N. J. DonkerKraan. z. A. van
LooSchouten, z. A. WoldringhKoch, z.
OVERLEDEN J. van der Kooi, 6 weken.
W. M. van Meegenburg, 57 jaren. M. de
Graaff, 2 maanden. H. F. de Lie, 84 jaren.
1 levenloos aangegeven.
Burgerlijke stand, gemeente Texel.
van 7 13 Sept.
ONDERTROUWDC. Vlaming en T. G.
C. Janzen. J. Zoetelief en E. M. A. Ebbing.
J. Kalf Az. en A. Bruin. S. Swart en C.
Gomes.
GETROUWD: Geene.
GEBORENGeertruidr, d. v. K. Bakker
en M. v. Hert. Jacob, z. v. D. Koorn en C.
Bakker. Maria, d. v. H. van Heerwaarde en
M. Barhorst.
OVERLEDEN; M. Koorn, 76 jaren, wed.
van C. Maas. S. P. Keesoom, 2 maanden,
zoon van H. W. Keesom en N. Dijt.
op ZONDAG 18 SEPT. 1892,
's middags 21/* uur.
1. «Magyar Kiralij Indulo," (Hongaarsche
Koningsmarsch), Karolij Huber. 2. Ouverture
zu Göthe'8, Tranerspiel: «Egmont," L. von
Beethoven. 3. «La Kamarinskaja,« Fantaisie
über zwei Russische Volkslieder, M. J. Glinka.
4. Groote Fantaisie over motiven uit Richard,
Wagner's Opéra«Tannhauser," N. A. Bouw
man. PAUZE. 5. Feest-Ouverture (Es Ma
jeur), C. van der Linden. 6. Fantaisie uit
het Zangspel«Marijke, het Visschersmeisje
van Scheveningen,« C. A. Coldewey. 7. »Auf
Glückes Wogen," Walzer Emil Waldteufel.
Marine en Leger.
Bij kon. besluit is pensioen verleend aan den
majoor-magazijnmeester der artillerie alhier H. N.
Boerrigter, ten bedrage van f1531 'sjaars.
BEWERKT DO OR
AM O.
21.)
«Of je me toen werkelijk een dienst bewezen
hebt?" zei Charles peinzend, «Wie weet of ik
je daar ooit voor danken zal 1 Ik vrees dat
het uur zal komen dat myne liefde versmaad
wordt, en mijn gevoel stap voor stap van de
innigste liefde tot den diepsten haat zal over
gaan. Ik gevoel dat nu reeds, ik zie het reeds
voor mij, Bertha, en byna treur ik om het
leven, dat je my gered hebt."
«Werkelijk vroeg zy spottend. «Nu,
je voorspelling verrast mij niet, het is myn lot
gehaat te worden."
Met deze woorden brak zij hef gesprek af,
dat eene ernstige richting dreigde te nemen.
Zy richtte haar blikken naar den zilveren sik
kel der opgekomen maan en mompelde iets.
«Welk gebed bid je daar, Bertha?" vroeg
CharleB.
»Het was een wensch. Als ik de nieuwe
maan zie, wensch ik my altijd iets.'
«Een ryke echtgenoot, niet waar, Bertha?
By voorbeeld die jonge Engelsche graaf! Die
is der moeite nog eens waard om er naar te
hengelen
«HengelenWat eene uitdrukking, Charles
Neen, dien graaf laat ik aan Beatrice over.
Heb je nu genoeg van den maneschijn Ik
begin lust te krygen in een avondboterham."
Arm in arm beklommen zij den kleinen
heuvel, waarop het huis van de familie Darrell
stond. Voor de deur bleven zij nog eens staan.
XIV.
De eerste trein van Sandypoint naar Boston
voerde Bertha Darrell weg uit hare geboorte
plaats. Mejuffrouw Slopp, de modiste van San
dypoint, moest juist naar New-York om in
koopen te doen en nam het jonge meisje onder
haar beschermende vleugelen. Den volgenden
morgen kwam men ter bestemder plaatse aan,
juist op Beatrice's verjaardag, die met de voor
genomen schitterende soirée zou eindigen. By
het afscheid schudde mejuffrouw Slopp hare be
schermeling de hand. Charles nam een rijtuig,
hielp zijne nicht instappen en in vliegende
vaart reden zij naar het paleis, dat de familie
Stuart bewoonde. Het drukke verkeer in de
straten, het gewoel van die bonte menschen-
massa en het gedruisch daaraan verbonden,
brachten Bertha in verwarringdie menigte
groote, hooge huizen deden bij haar een ge
voel van gedruktheid ontstaan. Zij keerde haar
bleek gelaat naar haar neef, wiens hand zy
krampachtig vasthield en zeide
«Het is me als ga ik verloren in die reus
achtige massa menschen en gebouwen. Alles
is me hier zoo vreemd, alles is zoo groot, dat
men er zyne bezinning door zou verliezen."
Hij had nog juist den tijd om haar een paar
geruststellende woorden toe te fluisteren, en
toen hield het rijtuig stil. Charles sprong er
uit en hielp haar uitstappen. Hy schelde aan
en een kamermeisje geleidde hen naar eene
prachtige kamer, waar drie personen zaten te
ontbijten.
Een oogenblik stond zy by haar binnentre
den als verblind, misschien door het heldere
zonnelicht, dat weerkaatst werd door zooveel
zilveren en kristallen voorwerpen. Langzamer
hand gewenden haar oogen zich aan het licht.
De drie waren opgestaaneen bejaard heer
met goed voorkomen, wiens hoofd reeds vry
kaal was, een zwak uitziende dame met een
wit kanten fichu en een slank meisje, met
haar en oogen van dezelfde kleur als die van
Charles. De kaalhoofdige heer heette haar
hartelyk welkom, de vrouw des huizes en de
zeer modern gekleede jonge dame omhelsden
haar en fluisterden haar een niet minder har
telijk welkom toe.
Bertha voelde zich daar in die prachtige
omgeving door een droom bevangen. Als in
een droom werd zy door Beatrice naar hare
kamer gebracht.
«Ik wilde jo zelf boven brengen het is hier
alles naar mijn smaak voor je ingericht. O,
beste vriendin," riep Beatrice uit en bleef een
oogenblik in de gang staan om Bertha een
kus op de wangen te drukken, «als je eens
wist, hoe ik me vooruit al verheugd heb over
je komst. En wat het mooist is, je komt juist
nog op tyd om aan de soirée deel te nemen 1"
Zij lachte hartelijk en omhelsde haar. «Wat
ben je knapDat had ik waarlijk niet ver
wacht Ik had wel aan Charles kunnen vra
gen, maar dan wordt men toch niet wijzer.
Hier is je kamerBen je tevreden
Of zy tevreden was? In Bertha's oog was
die kamer allerprachtigst. Brusselsche tapyten,
bevallige gedamasseerde portières, spiegels,
verguld behangsel, het was alles ryk en fraai.
«Je bent tevreden, dat zie ik aan je gezicht,
het doet me veel genoegen. Hiernaast zyn mijn
kamers. Stel nu gauw een beetje orde op je
goed en kom dan beneden
Bertha gehoorzaamde als in een droom.
Hare bleeke kleur en de grijze reiskleeding
deden hare schoonheid minder voordeelig uit
komen. Beatrice was wel ongerust geweest
over die nicht uit Amerika, die misschien hare
mededingster kon worden, maar Bertha's een
voudige persoonlijkheid deed alle vrees ver
dwijnen. Nadat Bertha ontbeten had, liet Bea
trice haar de verschillende ontvangzalen zien
ze waren alle in overvloedige weelde gestof
feerd, doch bij het zien van al dat fraais bleef
Bertha stil en ernstig, zoodat Beatrice zich
reeds afvroeg, of hare nicht wel een goed ont
wikkeld verstand bezat. Eindelyk kwamen ze
in het heiligdom van Beatrice, waar Bertha
het nieuwe balkleed van hare nicht moest be
wonderen. Beatrice wist tot in kleinigheden
al het fraais er van met zooveel vakkennis
aan te toonen, dat de arme Bertha er bijna
het hoofd bij verloor.
«Kijk eens," riep Beatrice triomfeerend. «Zou
ik daarmee geen graaf kunnen veroveren En
dan die paarlen Kijk hier zijn ze, prachtig
niet waar? Het is waar, paarlen worden al
leen by huwelijksplechtigheden gedragen, maar
hoe kon mijn goede papa dat weten Zijn ze
niet mooi
In een doosje, dat met blauw atlas gevoerd
was, lagen drie snoeren volmaakt schoone
paarlen, verder oorbellen en armringen.
«Hoe mooi!* herhaalde Bertha. «Werkelijk
fraaiWat ben je toch gelukkig, Beatrice
«Waarom? Om die paarlen? Wel,lieve
Hemel, later heb je zelf ook diamanten en
sieraden in overvloed. Hoe ben je vanavond
gekleed
Bertha moest onwillekeurig lachen.
«Ik heb bijna niets. Myn voorraad bestaat
uit eene enkele eenvoudige japon van wit mous
seline, en dat zal in die zee van licht, tus
schen al die nieuwe baltoiletten, zeker heel
nietig schijnen."
iGekheid! Mousseline past juist voor jonge
meisjes van achttien jaar. Ik droeg het ook
den eersten avond, dat ik op eene party kwam.
Vanavond eindigt mijn een-en-twintigste jaar
is het niet verschrikkelijk Ik moet zorgen,
dat ik voor het eind van het jaar een passende
partij gevonden heb. O ja, ik heb nog een
toilet van granaatkleurige zijde het paste niet
goed bij myn teint, daarom heb ik het slechts
eenmaal gedragen. Dat zal je bepaald prachtig
kleeden en de kamenier kan er wel aan ver
anderen, wat je Maar Bertha, jo bent
toch niet boos?" vroeg zij, toen zy bemerkte
hoe hare nicht kleurde.
(Wordt vervolgd.)