't Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL.
No. 2047.
Woensdag 28 September 1892.
Twintigste Jaargang.
NIEUWSTIJDINGEN.
BLANCA's GEHEIM.
Bureau: Zuidstraat.
Telefoonn". 42.
Bureau: Spoorstraat.
Telefoonn0.36.
Aan onze abonné's buiten de
gemeente "wordt beleefd ver
zocht 't verschuldigde abonne
mentsgeld Vliegend Blaadje en Zondags
blad, 3e kwartaal 1892 te willen over
maken per Postwissel of in postzegels,
vóór 5 October I892y zullende an
ders daarover met 5 Cts. verhooging per
post worden beschikt.
Postwissels voor dat doel behoeven
slechts met een zegel van 21/a Ct. beplakt
te worden.
Aan onze geabonneerden in Amerika
wordt beleejd verzocht 't verschuldigde te
willen overmaken.
DE UITGEVERS.
HELDER, 27 Sept. 1892.
In verband met de in dit nummer
voorkomende annonce vestigen we de aan
dacht onzer lezers op de tooneelvoorstel-
ling, morgenavond in Tivoli te geven door
't Rotterdamsch gezelschap, onder directie
van de heeren De Vos en Van Korlaar. De
opvoering van 't drama Eerloos," van
Nouhuis, is in onderscheidene bladen zeer
gunstig beoordeeld, zoodat we met recht
een avond van kunstgenot mogen verwach
ten. Daar we in lang niet iets op tooneel-
gebied hebben genoten, kunnen we een
ruime opkomst van 't publiek tegemoet zien.
't Gaf Zondagmiddag in 't anders zoo
stille Schagen groote levendigheid, daar de
spoortreinen zoowel van Noord als Zuid, tal-
rgke reizigers aanbrachten. Aller loop richt
te zich naar 't ruime kerkgebouw der Herv.
Gemeente, om de uitvoering van 't Koor a
Capella, onder leiding van den hr. Daniël
de Lange, bij te wonen. Naar gissing waren
er ruim 1000 belangstellenden opgekomen,
aangelokt door den goeden naam, dien deze
vereeniging zich wist te verwerven, 't Ei
genaardige van 't programma was, dat hier
compositiën werden ten gehoore gebracht
van Nederlandsche meesters uit vroegeren
tijd, wier werken niet zoo algemeen bekend
zijn. Onder ademlooze stilte hoorden de
aanwezigen toe en de uitvoering bewees
dat de heer de Lange ook hier wederom
een triumf had behaald. Onder al 't schoone
dat ten gehoore werd gebracht, maakte
»Agnus Dei", van Jac. Obrecht, wel den
meesten indruk, a Capella heeft 't bewgs
geleverd, dat de Nederlanders op muzikaal
gebied niet bij andere volkeren behoeven
achter te staan.
Twee der medewerkende leden, de dames
Nanny de Roever en Z. Bakker, waren
vroeger woonachtig in de gemeente Helder
en dus onze gewezen plaatsgenooten.
Te Rotterdam is Donderdagnacht in
gebroken bij den heer L. P. de Lange,
wonende aan den Boezemsingel aldaar.
Een aanzienlijke hoeveelheid zilveren en
andere voorwerpen alsmede een aantal
kleederen werden gestolen. Overal waar de
dieven geweest waren, hadden zij de grootste
wanorde achtergelatenin alle kamers,
waar zij iets van hunne gading dachten
te vinden, hadden zij het gaslicht aange
stoken.
Het gezin van den heer De Lange, be
staande uit tien personen, sliep op de eerste
en tweede verdieping, doch niemand heeft
iets van onraad gemerkt, zoodat de diefstal
eerst ontdekt werd, toen de dienstboden
des ochtends beneden kwamen.
Een matroos, groot en sterk van
persoon, laveerde te Rotterdam in tamelijk
beschonken toestand naar huis en vond
het noodig zijn tocht op den laten avond
met een vervaarlijk gezang en geschreeuw
te doen vergezeld te gaan. Een politie
agent, toevallig een van de kleinste, vatte
dit op als burengerucht en verbood den
levenmaker het zingen. Als eenig antwoord
sloeg Janmaat zijn arm om den diender
en droeg hem mee. De agent vloekte, trapte
en sloeg van zich af, maar de stevige ar
men, die hem omkneld hadden, Heten hem
niet los. Eindelijk riep de politiedienaar,
tot groot vermaak der omstanders
»Als je me niet dadeljjk neerzet, pak
ik je op (»Echo.")
Op de Maandag te Utrecht gehou-,
den paardenmarkt, mocht het aan een te
Bunschoten wonenden landbouwer, na daar
toe reeds vele vergeefsche pogingen te
hebben gedaan, eindelijk gelukken zijn
paard, dat niet jong meer was, voor een
goeden prijs aan een paardenkoopman van
de hand te doen.
Nadat de koop gesloten was, begaf men
zich naar een tapperij in de Willemstraat
om afterekenen, terwijl de knecht van den
paardenkooper inmiddels het paard naar
den stal zou brengen en daarna eenig pa
pieren geld zou verzilveren.
Toen de knecht echter wat lang wegbleef,
toonde diens meester zich eenigszins onge
rust, vooral omdat de jongen den weg niet
goed kende en dus allicht kon verdwaald
zijn en besloot ten slotte hem te gaan
opzoeken.
Hoewel het boertje aanvankelijk geen
kwaad vermoeden had, ging hij, toen de
paardenkooper wat lang wegbleef, toch
eens naar den stal. welHcht om het dier,
dat hem zooveel jaren had gediend, nog
eens te zien, eer het voor goed in andere
handen overging.
Van het paard was echter geen spoor
meer te vinden, terwijl ook de paarden
kooper en zijn knecht waren verdwenen,
zoodat den man, die blijkbaar met een
paar slimme oplichters te doen had, niet
anders overbleef dan zich zonder paard en
geld weder huiswaarts te begeven.
Dat de schapen in Friesland tegen
woordig goedkoop zijn, is bekend, maar dat
een lam in een boelgoed niet meer dan
een dubbeltje kon opbrengen, is zeker wel
een zeldzaam geval van goekkoopte.
Het geval kwam te Gorredijk voor.
Met zijn negentienen in één bed
In een der woningen te Groningen, die
van gemeentewege gereinigd werden, kwam
men tot de ontdekking, dat de daarin wo
nende vrouw met niet minder dan 18 hon
den haar bed 's nachts deelde. Het bedde-
goed is onteigend en de honden zijn allen
verdronken.
Een 32-jarige barbiersvrouw te 's Gra
vendeel is aan cholera notras overleden.
In dat gezin dronk men steeds onge
kookt waterhet te koken alvorens te
drinken, vond de barbier wel een beetje
belachelijk.
De schrijver der Brieven uit de
Hofstad" in de »Arnh. Ct." verhaalt van
een verpleegde in het Heiligen-geest-hofji
te 's-Hage, in wier huisje na haren dood
een aardig kapitaaltje gevonden werd. Ge-
erfd vermogen was het niet, want de ka-
pitaHste was een vondelinge uit Delft,
die, naar de straat waar zij gevonden was,
Doortje (meen ik) Voorstraat heette. Men
vond in haar boeltje een duizend gulden
of negen aan klinkende munt, door de
stakker met werken, waarschijnlijk ook met-
bedelen want dat word in de hofstad
op een kolossale schaal gedaan gedu
rende haar lang leven bijeengebracht.
3000 gulden aan gouden tientjes vond men
o.a. verstopt in een Scheveningsche pop, die
ze zelf aangekleeden onder een stolp in haar
kamertje geplaatst had. Maar het aardige
van het geval was, dat zij een soort van
testament had nagelaten, waarbij een groot
gedeelte van het geld was vermaakt aan
hare mede-gealimenteerden en aan het hofje
zelf, ten einde uit de rente daarvan nog
verdere uitkeeringen en uitdeelingen te
doen.
Aan het overzicht van den Ja va-
Bodeis het volgende ontleend:
De laatste berichten van Atjeh geven
den indruk dat de vijand het beleg heeft
geslagen voor onze stellingen, waaruit nu
en dan een uitval wordt gewaagd, zonder
dat van onze zijde echter verder wordt ge
gaan dan tot de vernieHng van enkele
belegeringswerken, die wat al te lastig
worden. Voortdurend werden sommige van
onze posten en de trambaan beschoten en
van een neerleggen der wapenen door den
vijand hoort men evenmin als van een plan
onzerzjjds om hem daartoe met geweld te
dwingen.
Roovers hebben een trein doen ont
sporen bij Osage City, in Kansas, door de
rails te vernielen. Er zijn 5 personen ge
dood en velen gewond. De som van
1,000,000 ds. die meegevoerd werd, is ge
stolen. Het geld behoorde aan een spoor
wegmaatschappij in Mexico en deze heeft
1000 ds. belooning gesteld op de inhech
tenisneming van elk der dieven.
Men heeft opgemerkt, zegt >le Fi
garo," dat de geneesheeren en het personeel
der ziekenhuizen niet de cholera krggen,
hoewel zij midden in het gevaar van be
smetting leven. Het geheim, waardoor zij
vrij blijven, is zeer eenvoudig. Zij dragen
een grooten kiel van ondoordringbare stof,
eng sluitend aan hals en polsen, en zij
wasschen zich handen en aangezicht met
een oplossing van sublimaat. Als de op
passers van besmettelijke zieken spijzen
gaan halen voor zich of de patiënten, was
schen zij zich en trekken zij hun kiel uit.
Voorzichtigheidshalve laat men hen niet
in de keuken komende spijzen worden
hun door een venster toegereikt. Er is nu
bepaald, dat zij niet alleen hun kiel moeten
uittrekken, maar ook andere schoenen moe
ten aandoen.
Het Hof van Cassatie van Finland
heeft het wreede doodvonnis van Mevr.
Sainio, de jonge hoogleeraarsvrouw, die
valschheid in geschrifte pleegde en haren
man vermoordde, niet alleen bekrachtigd,
maar nog verscherpt. Het Hof heeft be-
bepaald, dat haar vóór het onthoofden de
rechterhand zal worden afgehakt, en dat
na voltrekking van het vonnis haar lijk
aan een schandpaal verbrand zal worden.
Het Hooggerechtshof van Finland heeft
dat barbaarsche vonnis ongewijzigd goed
gekeurd. De eenige hoop der veroordeelde
is nu, dat de Czar haar gratie zal ver-
leenen.
In het Royal Aquarium te Londen
hebben zich 32 pianisten tegelijk op 16
groote Era'rds doen hooren!
Een hevige brand heeft te Sundsvall,
in Zweden, 25 huizen vernield en 200 men-
schen van have en goed beroofd. De schade
wordt op 240,000 gld. geraamd.
De 400e jaardag van de ontdekking
van Amerika zal op 12 October a.s.
te New-York worden gevierd. Op het
programma der feestelijkheden komt o.a.
voor een groote optocht, waarin tal van
allegorische wagens zullen voorbijtrekken.
Zoo b. v. de »Faam«, waarop de wereld-
deelen zijn voorgesteld; »Mexico«, waarop
een zonnetempel prijkt, omstuwd doorln-
diaansche stammen, de Santa Mariadoor
Spaansche matrozen gedragen en gevolgd
door Ferdinand en Isabella, »Columbus«
zelf, gekroond door de Geschiedenis, voor
afgegaan door Amerika, Spanje en ItaHë.
Voorts zijn er groepen van verschillende
ontdekkingsreizigersAmerico, Yespucci,
Pizarro, Cortez, enz. en van de eerste
Hollandsche en Engelsche kolonisten. On
der de wagens verdienen nog genoemd te
worden, die van de Vrijheid® van het
»Kapitool« te Washington en van de
»Electriciteit«, op welken laatsten Edison
voorkomt, die de electriciteit overmeestert.
In den optocht zullen 5000 wielrijders
meerijden en duizenden Indianen worden
er in voorgesteld. De datum is bepaald
op 12 October, maar bij slecht weer wordt
de plechtigheid uitgesteld tot 14 Oct.
Braspartijen, die aan de ergste dagen
van het tweede keizerrijk herinneren, schij
nen te Parijs thans weer aan de orde te
komen.
Een lid der Parijsche aristocratie had
met een kennis een weddenschap aange
gaan, zeggende dat hij meer dan 200 vrou
wen uit publieke danshuizen te Parijs aan
een banket zou weten te vereenigen. Hij
won zijne weddenschaper waren 250
dames® aanwezig. In 't begin ging alles
vrij ordelijk toe, maar nadat de wijn de
tongen losgemaakt had, begon de toon der
gesprekken ook losser te worden. Ten
slotte ontstonden er woordenwisselingen,
men vloog elkaar in 't haar en eindelijk
werd de apotheose gevormd doordien al de
HeftalHge priesteressen van Terpsichore
onder een oorverdoovend geschreeuw elkaar
met flesschen, glazen en al wat in haar
bereik kwam, te lijf gingen. De bedienden
moesten met geweld het lokaal ontruimen,
en toen dit geschied was, bemerkte de ei-
genaar nog, dat hem voor 700 frs. aan
zilverwerk was ontstolen.
Om beveiligd te zijn tegen inbrekers,
had zekere heer G., te Parijs, aan de deur
zijner woning een toestel laten maken met
een geladen revolver, waardoor ieder in
dringer, die de deur openbrak, neergescho
ten zou worden. Hijzelf kende het geheim
van de sluiting, waardoor hij veilig kon
binnenkomen. Maar Zaterdagavond, van
een vroolijk feest thuiskomende, dacht hij
niet aan het gevaarlijke toestel en het ge
heim. Hij sloot de deur gewoon open
het schot ging af en de arme man viel
vrij ernstig gewond neder, als slachtoffer
van zgn voorzichtigheid of zijne onvoor
zichtigheid, naar men het nemen wil.
Een botsing heeft in de Oostzee, bij
Sassintz, plaats gehad tusschen twee Duit-
sche pantserschepen, de »Friedrich Karlc
en de »Würtemberg«. De beide vaartuigen
zijn naar Kiel teruggestoomd.
Een wreede moord, die aan de mis
daad van Tropmann herinnert, is dezer
dagen gepleegd in den omtrek van Besan-
9on. Daar is een pachter met zgn vrouw
en twee kinderen omgebracht. Eerst een
week na de misdaad ontdekte men de
slachtoffers. Een der kinderen, een zeven
jarig meisje, leefde nog. Men begrgpt niet,
hoe zij het zoolang heeft uitgehouden,
zoo zwaar gewond, zonder eenig voedsel.
Vermoedelijk is diefstal het doel van
de misdaad geweestmaar de moordenaar
is dan in zgn verwachting bedrogen, want
Jouffroy was geen welgesteld man.
Ingezondon.
gezom
dan e
Mijnheer de Redacteur!
Ik verroek u beleefd mij eenige plaatsruimte
in uw veelgelezen blad toe te staan. Mijn on
derwerp betreft het reeds gedane voorstel, den te
maken duiker aan bet Westplein, gaande door
den Zeedijk, ten einde zoodoende frisch water in
noemd kanaal te krijgen.
Wat het doel in dezen betreft, ten opzichte der
mdheid in 't algemeen, kan het niet anders
een ieders goedkeuring daartoe te moeten
ontvangen, en is het zeer gewenscht dat zulks tot
stand mag komen, muar de wijze van aanleg zoo
als door den voorsteller wordt aangegeven, be
twijfelt schrijver dezes of dit dan ooit tot stand
zal komen, omreden men zeer veel kans loopt,
daarvoor van de daartoe bevoegde macht de noo-
dige toestemming niet te verkrijgen. Hy gelooft dit
niet, vooral als men rekening gaat houden met
de zoo mogelijk groote gevaren, die daarmede
gepaard gaan. Ten eerste de gevaren voor de
plaats zelve en omstreken en ten 2e de enor
me uitgaven die dat werk zouden eisschen.
Om u een voorbeeld te noemen, wat aangaat
het gevaar, kan ik U nog zeggen, dat schrijver
zich nog herinnert hoe voor eenige jaren terug,
naar ik meen was het in den herfst, er een soor-
tigen doorbraak zich beeft voorgedaan en wel in
den soheidingsdijk tusschen de Buiten- en Binnen
haven, welks oorzaak te vinden was, in eene
ouden bestaanden duiker in genoemden dijk aanwe -
zig, die door aanhoudende ondermijning van het
buitenwater het zoover had gebracht, dat men op
eens de algemeene mare hoorde, dat er een door
braak had plaats gehad. Bij onderzoek bleek
het dat 't gevaar in deze nu niet zoo was, of dit
was spoedig te verhelpen, echter toch niet anderB
dan door groote krachtsinspanning, waarbij kwam
een tamelijk groote hoeveelheid materiaal van
alle mogelijke soort, derhalve eene groote onver
mijdelijke onkosten veroorzakende. Wanneer we nu
eens bedenken dat op bovengenoemde plaats ten
eenen of anderen tijd bij vliegenden storm of
buitengewoon hoogen waterstand, zich een derge
lijk geval voordoet, dan zal daar althans voor
hands weinig te redden zijn en zou de schade,
daardoor veroorzaakt, niet te heelen zijn. Met
het oog zoo op een en ander acht schrijver zich
verplicht in het belang zijner medeburgers er op
te moeten wijzen. Neen, wil men in deze behoef
te voorzien, dan noodigt Bchrijver belanghebben
den uit, daartoe vooraf eerst eens rijpelijk te
overdenken en meent voor genoemd werk een
andere en z. i. beteren plaats gevonden te heb
ben en wel deze ik plaatste mij bij de Windsteeg
nam daar een goed overzicht en kwam tot de
conclusie, dat het hier het beste en gewenschte
punt was een afvoerpijp of duiker, op solide wijze
gemaakt, te plaatsen en met medewerking der
Kon. Ned. Marine, eene directe verbinding daar
te stellen van het Held. Kanaal en Werfkanaal,
waartoe de tegenwoordig bestaande Spuisluis der
Marine, hare groote diensten zal kunnen bewijzen,
om ten allen tijde, wanneer gespuid wordt, ook
BEWERKT DOOR
AM O.
24.)
'Dat is werkelijk al heel treurig,* zei ze.
„Maar hoe weet je dat zoo, Beatrice
»Wel, Hampton, de vader van vrouw Mar
tin, is uit Cheshire afkomstig en kende de
papa van dezen graaf. Hij bleef jarenlang door
Engelsche couranten op de hoogte van hetgeen
in Engeland voorviel en hg stelde veel belang
in dit treurige voorval in eene familie, die hij
kende."
„En die couranten
„Die heb ikMet je permissie, een oogen-
blik, ik zal ze halen voor je."
Weinige oogenblikken later keerde zy terug
met een pak oude couranten.
»Hier zgn ze,/' sprak Beatrice. »Het geheele
drama van het slot NorthminsterHier heb
je het begin! Ik ben al aan nommer vier.
Het borduurwerk werd neergelegd en de
beide meisjes verdiepten zich in het verslag
van de «Chesholmer Courant." die drie-en-
twintig jaar oud was. Het was eenige minuten
doodstil. Beiden gingen geheel op in de lectuur
met koortsachtige belangstelling waren haar
oogen gericht op het door ouderdom geel ge
worden papier, toen eensklaps graaf Victor
onmiddellyk na het aankloppen binnentrad.
Beide meisjes sprongen op en kleurden
vreeselgk, als waren zg op eene misdaad betrapt.
In voorname houding trad de graaf glim
lachend nader en richtte zich allereerst tot
Beatrice. In hare verwarring hield zij nog al
tijd de courant vast, waarop zgn oog met ver
bazing rustte. Met dikke letters stond daar
Chesholmer Courant," en verder «Het drama
van het slot Northminster." De glimlach be
stierf op zgn lippen en hg verbleekte. Lang
zaam sloeg hij het oog op en liet zijn blik
op Beatrice rusten.
fMag ik vragen, hoe deze courant in uw
handen komt?" vroeg hg ernstig.
„Ach, het doet mij veel leed, waarde graaf,
dat u juist die courant in myn handen moest
zien, stnmelde Beatrice.
„Dat geloof ik wel," zeide hij zacht. „Dat
kan mg niet anders dan smartelijk aandoen.
Mag ik u nogmaals vragen, hoe u daaraan
komt
„Ach men heeft ze ons geleendik zou
mijn halve leven willen geven om dit onge
daan te maken
»Het is niet noodig u te verontschuldigen,
miss Stuart. Niemand kan u daarvan een ver
wijt maken. Ik hoop, dat de dames hersteld
zijn van de vermoeienissen van gisteren. We
zenlek, het was 't schoonste feest van het sei
zoen. Dat wordt algemeen erkend."
Hg nam plaats op een tabouret en allengs
verdween de bleeke kleur van zijn gelaat.
Terwyl hij sprak, ontmoette zgn blik dien van
Bertha, maar deze zeide geen woord. Zij had
de couranten uit de oogen gebracht, zonder
daarover te spreken. Beatrice doed pogingen
om een luchthartig salongesprek op gang te
brengen, maar die mislukten alle door die on
gelukkige „Chesholmer Courant," die op allen
drukkend werkte. Ieder ademde weer vryer,
toen de graaf zich schikte om heen te gaan.
„De vriendelijke groeten van mijne tante
aan de dames. Zij houdt nu reeds veel van u,
miss Darrell. Hebben wij misschien vanavond
het genoegen u in de opera te zien
Je gaat natuurlijk mee, antwoordde Beatrice.
„Bertha heeft mevrouw Nilsson nog niet ge
hoord. Onze beleefde groeten aan lady Carley
Tot ziens
De beide meisjes waren weer alleen en
Beatrice keek hare nicht aan als ware zg
vernietigd.
fNu is het uitl Geen hoop meer!® jam
merde zg. „Ach, waarom moest ik ook die
afschuwelijke couranten voor den dag halen
en in hevige gemoedsbeweging liep zij in het
vertrek heen en weer. Bertha wachtte, totzy
wat kalmer was geworden en zeide toen
„Je moet je daardoor niet zoo laten terneer
slaan. Het is zeker fataal maar een moord
is toch geen zaak, die men vsrborgen kan
houden. De herinnering daaraan smart hem
zeker nog ik heb medeHjden met hem."
«Heb zooveel medelijden met hem als je
wilt, als je maar geen andere gevoelens jegens
hem gaat koesteren. Als medeminnares pasje
volstrekt niet voor me, behalve dat ik andere
plannen met je heb."
„Zoo Misschien het postje van vertrouwde
gezellin der doorluchtige gravin Norton?"
„Och, veel beter, Bertha, als mijne ver
trouwde en mgn schoonzusterJe behoeft niet
te kleuren, ik heb ook oogen in mijn hoofd.
En Charles is een ferme jongen Ach,
daar wordt weer gescheld Wie zal dat nu
weer zijn
Een huisknecht bracht twee cartonnen doo-
zen binnen en zeide
„Miss BeatriceIemand heeft deze doozen
afgegeven met de complimenten van graaf
Norton."
p iedere doos stond een adres. Beatrice
opende de hare met zenuwachtige haast. Er
was een ruiker van witte rozen en jasmijnen
in. Bertha opende de doos, die aan haar ge
dresseerd was. Deze bevatte esn ruiker van
witte en roode camelia's.
»Voor de opera I' riep Beatrice wier oogen
schitterden. »Hoe goed, hoe lief van hem
na mijne onbezonnenheid van daar straks!"
r Smelt nu maar niet van aandoening in
tranen weg,* zeide Bertha, „anders wordt het
vervelend. Waarom koos hij alleen wit voor
je Zeker als zinnebeeld der onschuld En ik
ben ik dan zoo'n model voor eene »dame
aux camélias Ik geloof toch, Beatrice, dat
je kansen zoo slecht niet staan, ten minste te
oordeelen naar de bloemenspraak
Drie uren later vulde zich de loge der familie
Stuart, volgens voornaam gebruik, op een
oogenblik, dat het publiek reeds de aangevan
gen voorstelling volgde. Met het oog op een
gezellig sameDzgn na afloop der voorstelling
had Beatrice een zijden toilet aangetrokken
en diamanten aangelegd. Bertha droeg het
eenvoudige mousselinen japonnetje, dat zij op
het bal gedragen had. De heer en mevrouw
Stuart kwamen naast haar zitten. Charles zat
achteraan, schijnbaar in niets belang stellende.
De voorstelling was schitterend. Bertha's oogen
hingen aan de lippen der zangeresaan haar
voorover gebogen houding zag men met hoeveel
belangstelling zg luisterde. Een dozijn lorgnet
ten waren oogenblikkelyk op haar gericht.
Iedereen kende Beatrice Stuart van uiterlijk,
maar wie mocht dat meisje met die donkere
oogen zijn Nog luisterde zij, terwijl haar geest
in het ryk der tonen toefde, toen het scherm
viel.
„Oh!" klonk een zucht, die uit het diepst
van Bertha's hart kwam. Vermoeid leunde zg
met haar rug tegen de fauteuil en haar oog
opslaande, ontmoette haar blik dien van den
graaf.
»U vermoedde zeker niet, dat ik hier was
en ik wilde u niet storen in het reine genot.
Ah, het scherm gaat weer op. Het publiek
kan nog niet van zyne lieveling scheiden
Weer klonk de zilveren stem der zangeres
door de zaal en alles was stil. Bertha trilde
van verrukking. Toen de zangeres zweeg,
keerde zij zich naar den graaf, en deze, geheel
betooverd door haar schoone, donkere oogen,
lispelde woorden in haar oor, waarvan hg de
volle beteekenis zelf nauwelijks bewust was.
Achter in de loge stond Charles hem ont
ging niets van hetgeen de graaf zoi of deed.
Toen de voorstelling was afgeloopen geleidde
Charles zijn mamaeen oud vereerder bood
Beatrice den arm en Berthg, met haar schoo-
nen ruiker van camelia'fy ging aan den arm
van den graaf.
(Wordt vervolgd.)