't Vliegend Blaadje. KLEINE COURANT VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL. No. 2047. Woensdag 28 September 1892. Twintigste Jaargang. NIEUWSTIJDINGEN. BLANCA's GEHEIM. Bureau: Zuidstraat. Telefoonn". 42. Bureau: Spoorstraat. Telefoonn0.36. Aan onze abonné's buiten de gemeente "wordt beleefd ver zocht 't verschuldigde abonne mentsgeld Vliegend Blaadje en Zondags blad, 3e kwartaal 1892 te willen over maken per Postwissel of in postzegels, vóór 5 October I892y zullende an ders daarover met 5 Cts. verhooging per post worden beschikt. Postwissels voor dat doel behoeven slechts met een zegel van 21/a Ct. beplakt te worden. Aan onze geabonneerden in Amerika wordt beleejd verzocht 't verschuldigde te willen overmaken. DE UITGEVERS. HELDER, 27 Sept. 1892. In verband met de in dit nummer voorkomende annonce vestigen we de aan dacht onzer lezers op de tooneelvoorstel- ling, morgenavond in Tivoli te geven door 't Rotterdamsch gezelschap, onder directie van de heeren De Vos en Van Korlaar. De opvoering van 't drama Eerloos," van Nouhuis, is in onderscheidene bladen zeer gunstig beoordeeld, zoodat we met recht een avond van kunstgenot mogen verwach ten. Daar we in lang niet iets op tooneel- gebied hebben genoten, kunnen we een ruime opkomst van 't publiek tegemoet zien. 't Gaf Zondagmiddag in 't anders zoo stille Schagen groote levendigheid, daar de spoortreinen zoowel van Noord als Zuid, tal- rgke reizigers aanbrachten. Aller loop richt te zich naar 't ruime kerkgebouw der Herv. Gemeente, om de uitvoering van 't Koor a Capella, onder leiding van den hr. Daniël de Lange, bij te wonen. Naar gissing waren er ruim 1000 belangstellenden opgekomen, aangelokt door den goeden naam, dien deze vereeniging zich wist te verwerven, 't Ei genaardige van 't programma was, dat hier compositiën werden ten gehoore gebracht van Nederlandsche meesters uit vroegeren tijd, wier werken niet zoo algemeen bekend zijn. Onder ademlooze stilte hoorden de aanwezigen toe en de uitvoering bewees dat de heer de Lange ook hier wederom een triumf had behaald. Onder al 't schoone dat ten gehoore werd gebracht, maakte »Agnus Dei", van Jac. Obrecht, wel den meesten indruk, a Capella heeft 't bewgs geleverd, dat de Nederlanders op muzikaal gebied niet bij andere volkeren behoeven achter te staan. Twee der medewerkende leden, de dames Nanny de Roever en Z. Bakker, waren vroeger woonachtig in de gemeente Helder en dus onze gewezen plaatsgenooten. Te Rotterdam is Donderdagnacht in gebroken bij den heer L. P. de Lange, wonende aan den Boezemsingel aldaar. Een aanzienlijke hoeveelheid zilveren en andere voorwerpen alsmede een aantal kleederen werden gestolen. Overal waar de dieven geweest waren, hadden zij de grootste wanorde achtergelatenin alle kamers, waar zij iets van hunne gading dachten te vinden, hadden zij het gaslicht aange stoken. Het gezin van den heer De Lange, be staande uit tien personen, sliep op de eerste en tweede verdieping, doch niemand heeft iets van onraad gemerkt, zoodat de diefstal eerst ontdekt werd, toen de dienstboden des ochtends beneden kwamen. Een matroos, groot en sterk van persoon, laveerde te Rotterdam in tamelijk beschonken toestand naar huis en vond het noodig zijn tocht op den laten avond met een vervaarlijk gezang en geschreeuw te doen vergezeld te gaan. Een politie agent, toevallig een van de kleinste, vatte dit op als burengerucht en verbood den levenmaker het zingen. Als eenig antwoord sloeg Janmaat zijn arm om den diender en droeg hem mee. De agent vloekte, trapte en sloeg van zich af, maar de stevige ar men, die hem omkneld hadden, Heten hem niet los. Eindelijk riep de politiedienaar, tot groot vermaak der omstanders »Als je me niet dadeljjk neerzet, pak ik je op (»Echo.") Op de Maandag te Utrecht gehou-, den paardenmarkt, mocht het aan een te Bunschoten wonenden landbouwer, na daar toe reeds vele vergeefsche pogingen te hebben gedaan, eindelijk gelukken zijn paard, dat niet jong meer was, voor een goeden prijs aan een paardenkoopman van de hand te doen. Nadat de koop gesloten was, begaf men zich naar een tapperij in de Willemstraat om afterekenen, terwijl de knecht van den paardenkooper inmiddels het paard naar den stal zou brengen en daarna eenig pa pieren geld zou verzilveren. Toen de knecht echter wat lang wegbleef, toonde diens meester zich eenigszins onge rust, vooral omdat de jongen den weg niet goed kende en dus allicht kon verdwaald zijn en besloot ten slotte hem te gaan opzoeken. Hoewel het boertje aanvankelijk geen kwaad vermoeden had, ging hij, toen de paardenkooper wat lang wegbleef, toch eens naar den stal. welHcht om het dier, dat hem zooveel jaren had gediend, nog eens te zien, eer het voor goed in andere handen overging. Van het paard was echter geen spoor meer te vinden, terwijl ook de paarden kooper en zijn knecht waren verdwenen, zoodat den man, die blijkbaar met een paar slimme oplichters te doen had, niet anders overbleef dan zich zonder paard en geld weder huiswaarts te begeven. Dat de schapen in Friesland tegen woordig goedkoop zijn, is bekend, maar dat een lam in een boelgoed niet meer dan een dubbeltje kon opbrengen, is zeker wel een zeldzaam geval van goekkoopte. Het geval kwam te Gorredijk voor. Met zijn negentienen in één bed In een der woningen te Groningen, die van gemeentewege gereinigd werden, kwam men tot de ontdekking, dat de daarin wo nende vrouw met niet minder dan 18 hon den haar bed 's nachts deelde. Het bedde- goed is onteigend en de honden zijn allen verdronken. Een 32-jarige barbiersvrouw te 's Gra vendeel is aan cholera notras overleden. In dat gezin dronk men steeds onge kookt waterhet te koken alvorens te drinken, vond de barbier wel een beetje belachelijk. De schrijver der Brieven uit de Hofstad" in de »Arnh. Ct." verhaalt van een verpleegde in het Heiligen-geest-hofji te 's-Hage, in wier huisje na haren dood een aardig kapitaaltje gevonden werd. Ge- erfd vermogen was het niet, want de ka- pitaHste was een vondelinge uit Delft, die, naar de straat waar zij gevonden was, Doortje (meen ik) Voorstraat heette. Men vond in haar boeltje een duizend gulden of negen aan klinkende munt, door de stakker met werken, waarschijnlijk ook met- bedelen want dat word in de hofstad op een kolossale schaal gedaan gedu rende haar lang leven bijeengebracht. 3000 gulden aan gouden tientjes vond men o.a. verstopt in een Scheveningsche pop, die ze zelf aangekleeden onder een stolp in haar kamertje geplaatst had. Maar het aardige van het geval was, dat zij een soort van testament had nagelaten, waarbij een groot gedeelte van het geld was vermaakt aan hare mede-gealimenteerden en aan het hofje zelf, ten einde uit de rente daarvan nog verdere uitkeeringen en uitdeelingen te doen. Aan het overzicht van den Ja va- Bodeis het volgende ontleend: De laatste berichten van Atjeh geven den indruk dat de vijand het beleg heeft geslagen voor onze stellingen, waaruit nu en dan een uitval wordt gewaagd, zonder dat van onze zijde echter verder wordt ge gaan dan tot de vernieHng van enkele belegeringswerken, die wat al te lastig worden. Voortdurend werden sommige van onze posten en de trambaan beschoten en van een neerleggen der wapenen door den vijand hoort men evenmin als van een plan onzerzjjds om hem daartoe met geweld te dwingen. Roovers hebben een trein doen ont sporen bij Osage City, in Kansas, door de rails te vernielen. Er zijn 5 personen ge dood en velen gewond. De som van 1,000,000 ds. die meegevoerd werd, is ge stolen. Het geld behoorde aan een spoor wegmaatschappij in Mexico en deze heeft 1000 ds. belooning gesteld op de inhech tenisneming van elk der dieven. Men heeft opgemerkt, zegt >le Fi garo," dat de geneesheeren en het personeel der ziekenhuizen niet de cholera krggen, hoewel zij midden in het gevaar van be smetting leven. Het geheim, waardoor zij vrij blijven, is zeer eenvoudig. Zij dragen een grooten kiel van ondoordringbare stof, eng sluitend aan hals en polsen, en zij wasschen zich handen en aangezicht met een oplossing van sublimaat. Als de op passers van besmettelijke zieken spijzen gaan halen voor zich of de patiënten, was schen zij zich en trekken zij hun kiel uit. Voorzichtigheidshalve laat men hen niet in de keuken komende spijzen worden hun door een venster toegereikt. Er is nu bepaald, dat zij niet alleen hun kiel moeten uittrekken, maar ook andere schoenen moe ten aandoen. Het Hof van Cassatie van Finland heeft het wreede doodvonnis van Mevr. Sainio, de jonge hoogleeraarsvrouw, die valschheid in geschrifte pleegde en haren man vermoordde, niet alleen bekrachtigd, maar nog verscherpt. Het Hof heeft be- bepaald, dat haar vóór het onthoofden de rechterhand zal worden afgehakt, en dat na voltrekking van het vonnis haar lijk aan een schandpaal verbrand zal worden. Het Hooggerechtshof van Finland heeft dat barbaarsche vonnis ongewijzigd goed gekeurd. De eenige hoop der veroordeelde is nu, dat de Czar haar gratie zal ver- leenen. In het Royal Aquarium te Londen hebben zich 32 pianisten tegelijk op 16 groote Era'rds doen hooren! Een hevige brand heeft te Sundsvall, in Zweden, 25 huizen vernield en 200 men- schen van have en goed beroofd. De schade wordt op 240,000 gld. geraamd. De 400e jaardag van de ontdekking van Amerika zal op 12 October a.s. te New-York worden gevierd. Op het programma der feestelijkheden komt o.a. voor een groote optocht, waarin tal van allegorische wagens zullen voorbijtrekken. Zoo b. v. de »Faam«, waarop de wereld- deelen zijn voorgesteld; »Mexico«, waarop een zonnetempel prijkt, omstuwd doorln- diaansche stammen, de Santa Mariadoor Spaansche matrozen gedragen en gevolgd door Ferdinand en Isabella, »Columbus« zelf, gekroond door de Geschiedenis, voor afgegaan door Amerika, Spanje en ItaHë. Voorts zijn er groepen van verschillende ontdekkingsreizigersAmerico, Yespucci, Pizarro, Cortez, enz. en van de eerste Hollandsche en Engelsche kolonisten. On der de wagens verdienen nog genoemd te worden, die van de Vrijheid® van het »Kapitool« te Washington en van de »Electriciteit«, op welken laatsten Edison voorkomt, die de electriciteit overmeestert. In den optocht zullen 5000 wielrijders meerijden en duizenden Indianen worden er in voorgesteld. De datum is bepaald op 12 October, maar bij slecht weer wordt de plechtigheid uitgesteld tot 14 Oct. Braspartijen, die aan de ergste dagen van het tweede keizerrijk herinneren, schij nen te Parijs thans weer aan de orde te komen. Een lid der Parijsche aristocratie had met een kennis een weddenschap aange gaan, zeggende dat hij meer dan 200 vrou wen uit publieke danshuizen te Parijs aan een banket zou weten te vereenigen. Hij won zijne weddenschaper waren 250 dames® aanwezig. In 't begin ging alles vrij ordelijk toe, maar nadat de wijn de tongen losgemaakt had, begon de toon der gesprekken ook losser te worden. Ten slotte ontstonden er woordenwisselingen, men vloog elkaar in 't haar en eindelijk werd de apotheose gevormd doordien al de HeftalHge priesteressen van Terpsichore onder een oorverdoovend geschreeuw elkaar met flesschen, glazen en al wat in haar bereik kwam, te lijf gingen. De bedienden moesten met geweld het lokaal ontruimen, en toen dit geschied was, bemerkte de ei- genaar nog, dat hem voor 700 frs. aan zilverwerk was ontstolen. Om beveiligd te zijn tegen inbrekers, had zekere heer G., te Parijs, aan de deur zijner woning een toestel laten maken met een geladen revolver, waardoor ieder in dringer, die de deur openbrak, neergescho ten zou worden. Hijzelf kende het geheim van de sluiting, waardoor hij veilig kon binnenkomen. Maar Zaterdagavond, van een vroolijk feest thuiskomende, dacht hij niet aan het gevaarlijke toestel en het ge heim. Hij sloot de deur gewoon open het schot ging af en de arme man viel vrij ernstig gewond neder, als slachtoffer van zgn voorzichtigheid of zijne onvoor zichtigheid, naar men het nemen wil. Een botsing heeft in de Oostzee, bij Sassintz, plaats gehad tusschen twee Duit- sche pantserschepen, de »Friedrich Karlc en de »Würtemberg«. De beide vaartuigen zijn naar Kiel teruggestoomd. Een wreede moord, die aan de mis daad van Tropmann herinnert, is dezer dagen gepleegd in den omtrek van Besan- 9on. Daar is een pachter met zgn vrouw en twee kinderen omgebracht. Eerst een week na de misdaad ontdekte men de slachtoffers. Een der kinderen, een zeven jarig meisje, leefde nog. Men begrgpt niet, hoe zij het zoolang heeft uitgehouden, zoo zwaar gewond, zonder eenig voedsel. Vermoedelijk is diefstal het doel van de misdaad geweestmaar de moordenaar is dan in zgn verwachting bedrogen, want Jouffroy was geen welgesteld man. Ingezondon. gezom dan e Mijnheer de Redacteur! Ik verroek u beleefd mij eenige plaatsruimte in uw veelgelezen blad toe te staan. Mijn on derwerp betreft het reeds gedane voorstel, den te maken duiker aan bet Westplein, gaande door den Zeedijk, ten einde zoodoende frisch water in noemd kanaal te krijgen. Wat het doel in dezen betreft, ten opzichte der mdheid in 't algemeen, kan het niet anders een ieders goedkeuring daartoe te moeten ontvangen, en is het zeer gewenscht dat zulks tot stand mag komen, muar de wijze van aanleg zoo als door den voorsteller wordt aangegeven, be twijfelt schrijver dezes of dit dan ooit tot stand zal komen, omreden men zeer veel kans loopt, daarvoor van de daartoe bevoegde macht de noo- dige toestemming niet te verkrijgen. Hy gelooft dit niet, vooral als men rekening gaat houden met de zoo mogelijk groote gevaren, die daarmede gepaard gaan. Ten eerste de gevaren voor de plaats zelve en omstreken en ten 2e de enor me uitgaven die dat werk zouden eisschen. Om u een voorbeeld te noemen, wat aangaat het gevaar, kan ik U nog zeggen, dat schrijver zich nog herinnert hoe voor eenige jaren terug, naar ik meen was het in den herfst, er een soor- tigen doorbraak zich beeft voorgedaan en wel in den soheidingsdijk tusschen de Buiten- en Binnen haven, welks oorzaak te vinden was, in eene ouden bestaanden duiker in genoemden dijk aanwe - zig, die door aanhoudende ondermijning van het buitenwater het zoover had gebracht, dat men op eens de algemeene mare hoorde, dat er een door braak had plaats gehad. Bij onderzoek bleek het dat 't gevaar in deze nu niet zoo was, of dit was spoedig te verhelpen, echter toch niet anderB dan door groote krachtsinspanning, waarbij kwam een tamelijk groote hoeveelheid materiaal van alle mogelijke soort, derhalve eene groote onver mijdelijke onkosten veroorzakende. Wanneer we nu eens bedenken dat op bovengenoemde plaats ten eenen of anderen tijd bij vliegenden storm of buitengewoon hoogen waterstand, zich een derge lijk geval voordoet, dan zal daar althans voor hands weinig te redden zijn en zou de schade, daardoor veroorzaakt, niet te heelen zijn. Met het oog zoo op een en ander acht schrijver zich verplicht in het belang zijner medeburgers er op te moeten wijzen. Neen, wil men in deze behoef te voorzien, dan noodigt Bchrijver belanghebben den uit, daartoe vooraf eerst eens rijpelijk te overdenken en meent voor genoemd werk een andere en z. i. beteren plaats gevonden te heb ben en wel deze ik plaatste mij bij de Windsteeg nam daar een goed overzicht en kwam tot de conclusie, dat het hier het beste en gewenschte punt was een afvoerpijp of duiker, op solide wijze gemaakt, te plaatsen en met medewerking der Kon. Ned. Marine, eene directe verbinding daar te stellen van het Held. Kanaal en Werfkanaal, waartoe de tegenwoordig bestaande Spuisluis der Marine, hare groote diensten zal kunnen bewijzen, om ten allen tijde, wanneer gespuid wordt, ook BEWERKT DOOR AM O. 24.) 'Dat is werkelijk al heel treurig,* zei ze. „Maar hoe weet je dat zoo, Beatrice »Wel, Hampton, de vader van vrouw Mar tin, is uit Cheshire afkomstig en kende de papa van dezen graaf. Hij bleef jarenlang door Engelsche couranten op de hoogte van hetgeen in Engeland voorviel en hg stelde veel belang in dit treurige voorval in eene familie, die hij kende." „En die couranten „Die heb ikMet je permissie, een oogen- blik, ik zal ze halen voor je." Weinige oogenblikken later keerde zy terug met een pak oude couranten. »Hier zgn ze,/' sprak Beatrice. »Het geheele drama van het slot NorthminsterHier heb je het begin! Ik ben al aan nommer vier. Het borduurwerk werd neergelegd en de beide meisjes verdiepten zich in het verslag van de «Chesholmer Courant." die drie-en- twintig jaar oud was. Het was eenige minuten doodstil. Beiden gingen geheel op in de lectuur met koortsachtige belangstelling waren haar oogen gericht op het door ouderdom geel ge worden papier, toen eensklaps graaf Victor onmiddellyk na het aankloppen binnentrad. Beide meisjes sprongen op en kleurden vreeselgk, als waren zg op eene misdaad betrapt. In voorname houding trad de graaf glim lachend nader en richtte zich allereerst tot Beatrice. In hare verwarring hield zij nog al tijd de courant vast, waarop zgn oog met ver bazing rustte. Met dikke letters stond daar Chesholmer Courant," en verder «Het drama van het slot Northminster." De glimlach be stierf op zgn lippen en hg verbleekte. Lang zaam sloeg hij het oog op en liet zijn blik op Beatrice rusten. fMag ik vragen, hoe deze courant in uw handen komt?" vroeg hg ernstig. „Ach, het doet mij veel leed, waarde graaf, dat u juist die courant in myn handen moest zien, stnmelde Beatrice. „Dat geloof ik wel," zeide hij zacht. „Dat kan mg niet anders dan smartelijk aandoen. Mag ik u nogmaals vragen, hoe u daaraan komt „Ach men heeft ze ons geleendik zou mijn halve leven willen geven om dit onge daan te maken »Het is niet noodig u te verontschuldigen, miss Stuart. Niemand kan u daarvan een ver wijt maken. Ik hoop, dat de dames hersteld zijn van de vermoeienissen van gisteren. We zenlek, het was 't schoonste feest van het sei zoen. Dat wordt algemeen erkend." Hg nam plaats op een tabouret en allengs verdween de bleeke kleur van zijn gelaat. Terwyl hij sprak, ontmoette zgn blik dien van Bertha, maar deze zeide geen woord. Zij had de couranten uit de oogen gebracht, zonder daarover te spreken. Beatrice doed pogingen om een luchthartig salongesprek op gang te brengen, maar die mislukten alle door die on gelukkige „Chesholmer Courant," die op allen drukkend werkte. Ieder ademde weer vryer, toen de graaf zich schikte om heen te gaan. „De vriendelijke groeten van mijne tante aan de dames. Zij houdt nu reeds veel van u, miss Darrell. Hebben wij misschien vanavond het genoegen u in de opera te zien Je gaat natuurlijk mee, antwoordde Beatrice. „Bertha heeft mevrouw Nilsson nog niet ge hoord. Onze beleefde groeten aan lady Carley Tot ziens De beide meisjes waren weer alleen en Beatrice keek hare nicht aan als ware zg vernietigd. fNu is het uitl Geen hoop meer!® jam merde zg. „Ach, waarom moest ik ook die afschuwelijke couranten voor den dag halen en in hevige gemoedsbeweging liep zij in het vertrek heen en weer. Bertha wachtte, totzy wat kalmer was geworden en zeide toen „Je moet je daardoor niet zoo laten terneer slaan. Het is zeker fataal maar een moord is toch geen zaak, die men vsrborgen kan houden. De herinnering daaraan smart hem zeker nog ik heb medeHjden met hem." «Heb zooveel medelijden met hem als je wilt, als je maar geen andere gevoelens jegens hem gaat koesteren. Als medeminnares pasje volstrekt niet voor me, behalve dat ik andere plannen met je heb." „Zoo Misschien het postje van vertrouwde gezellin der doorluchtige gravin Norton?" „Och, veel beter, Bertha, als mijne ver trouwde en mgn schoonzusterJe behoeft niet te kleuren, ik heb ook oogen in mijn hoofd. En Charles is een ferme jongen Ach, daar wordt weer gescheld Wie zal dat nu weer zijn Een huisknecht bracht twee cartonnen doo- zen binnen en zeide „Miss BeatriceIemand heeft deze doozen afgegeven met de complimenten van graaf Norton." p iedere doos stond een adres. Beatrice opende de hare met zenuwachtige haast. Er was een ruiker van witte rozen en jasmijnen in. Bertha opende de doos, die aan haar ge dresseerd was. Deze bevatte esn ruiker van witte en roode camelia's. »Voor de opera I' riep Beatrice wier oogen schitterden. »Hoe goed, hoe lief van hem na mijne onbezonnenheid van daar straks!" r Smelt nu maar niet van aandoening in tranen weg,* zeide Bertha, „anders wordt het vervelend. Waarom koos hij alleen wit voor je Zeker als zinnebeeld der onschuld En ik ben ik dan zoo'n model voor eene »dame aux camélias Ik geloof toch, Beatrice, dat je kansen zoo slecht niet staan, ten minste te oordeelen naar de bloemenspraak Drie uren later vulde zich de loge der familie Stuart, volgens voornaam gebruik, op een oogenblik, dat het publiek reeds de aangevan gen voorstelling volgde. Met het oog op een gezellig sameDzgn na afloop der voorstelling had Beatrice een zijden toilet aangetrokken en diamanten aangelegd. Bertha droeg het eenvoudige mousselinen japonnetje, dat zij op het bal gedragen had. De heer en mevrouw Stuart kwamen naast haar zitten. Charles zat achteraan, schijnbaar in niets belang stellende. De voorstelling was schitterend. Bertha's oogen hingen aan de lippen der zangeresaan haar voorover gebogen houding zag men met hoeveel belangstelling zg luisterde. Een dozijn lorgnet ten waren oogenblikkelyk op haar gericht. Iedereen kende Beatrice Stuart van uiterlijk, maar wie mocht dat meisje met die donkere oogen zijn Nog luisterde zij, terwijl haar geest in het ryk der tonen toefde, toen het scherm viel. „Oh!" klonk een zucht, die uit het diepst van Bertha's hart kwam. Vermoeid leunde zg met haar rug tegen de fauteuil en haar oog opslaande, ontmoette haar blik dien van den graaf. »U vermoedde zeker niet, dat ik hier was en ik wilde u niet storen in het reine genot. Ah, het scherm gaat weer op. Het publiek kan nog niet van zyne lieveling scheiden Weer klonk de zilveren stem der zangeres door de zaal en alles was stil. Bertha trilde van verrukking. Toen de zangeres zweeg, keerde zij zich naar den graaf, en deze, geheel betooverd door haar schoone, donkere oogen, lispelde woorden in haar oor, waarvan hg de volle beteekenis zelf nauwelijks bewust was. Achter in de loge stond Charles hem ont ging niets van hetgeen de graaf zoi of deed. Toen de voorstelling was afgeloopen geleidde Charles zijn mamaeen oud vereerder bood Beatrice den arm en Berthg, met haar schoo- nen ruiker van camelia'fy ging aan den arm van den graaf. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1892 | | pagina 1