't Vliegend Blaadje. KLEINE COURANT OOR HELDER NIEUWEDIEP EN TEXEL Zaterdag 1 October 1892. Twintig»!» Jaargang. KALENDEB DEB WEEK. NIEUWSTIJDINGEN, mXm k k BLANCA's GEHEIM. Bureau: Zuidstraat. Telefoonn0.42. Bureau: Spoorstraat. Telefoonn0.86; Aan onze abonné's buiten de gemeente wordt beleefd ver zocht 't verschuldigde abonne mentsgeld Vliegend Blaadje en Zondags blad, 3e kwartaal 1892 te willen over maken per Postwissel of in postzegels, vóór 6 October 1892, zullende an ders daarover met 5 Cts. verhooging per post worden beschikt. Postwissels voor dat doel behoeven slechts met een zegel van 21/# Ct. beplakt te worden. Aan onze geabonneerden in Amerika wordt beleejd verzoekt 'f verschuldigde te willen overmaken. DE UITGEVERS. Opkomst der Zon 6 u. 5 m. Onderg. 5 u. 33m. OCTOBER, Wijnmaand, 31 dagen. Zondag 2 Maandag 3 Dinsdag 4 Woensdag 5 Donderdag 6 - - V. M. - Isr. Loofhuttenfeest. Vrijdag 7 - Isr. Loofhuttenfeest. Zaterdag 8 HELDER, 30 Sept 1892. Dinsdagavond hield de Scherm- en Gym- nastiek-Vereeniging „Oefening kweekt Kunst", hare halfjaarlijksche alg. verg. op de bovenzaal van Grand Café Central. Uit de verslagen bleek dat 't ledental bestond uit 29 werkende en 60 kunstl. ledenverder dat de adspiran- tenklasso 62, de voorbereidingsklasse 17 en de meisjes-afdeeling 12 leerlingen telt. De staat van ontvangst was 467,56 de uitga ven f461,625 zoodat een batig saldo van 5,935 overblijft. In herinnering werd gebracht de schenking van de banier op 't tienjarig feest der Ver- eeniging, de turnmarsch naar Alkmaar en de feesten op 31 Aug. Tot commissieleden voor de herziening van 't reglement werden gekozen de h.h. C. S. Jaring, A. KorlF, H. Zegel, N. vaa. M nu D. Grunwald. Tot afgevaar digde plaatsvervanger naar de geweste lijke en algemeene vergadering van 't N. G. V. werden gekozen de h.h. Jaring en Grun wald. De eerstvolgende uitvoering zal Zater dag 29 Oct. plaats hebben. Door de gezamenlijke kanonniers, al hier in garnizoen, is in 't begin dezer maand een vereeniging opgericht, die den naam draagt van Rederijkerskamer Wilhelmina." De naam duidt reeds aan, dat de jeugdige vereeniging de letterkunde denkt te be oefenen, hetgeen we een nuttig besteden van den tijd achten, dat alleszins aanmoe diging verdient. Baren" aan het Instituut te Wil lemsoord. X. zendt over dit onderwerp een stuk aan het Nieuws v. d. Dag.". Hij beweert: dat het baren" aan het Instituut, hoewel het van hooger hand beslist verboden is, nog altijd geschiedt en de nieuwelingen aan allerlei laffe en ver nederende plagerjjen worden blootgesteld. Hij acht het tijd, dat hieraan een eind worde gemaakt op gelijke wijze als zulks bg de cadetten der Koninklijke Militaire Akademie reeds sedert twee jaren het geval is. Woensdagavond trad 't Rotterdamsch tooneelgezelschap onder directie van de heeren De Vos en van Korlaar in Tivoli op met 't drama »Eerloo3," van Nouhuis. De zaal was vrij wel bezet. Dank zij de voortreffelijke opvoering, bleef de aandacht voortdurend ge spannen. De drie hoofdpersonen, de hh. De Vos, Rooyaards en mevr. v. Westerhoven hielden 't karakter hunner rollen tot 't einde toe vol. De eerste was de man die de eer boven alles stelde en toen hij zyn eer opge offerd had om die van zijn zoon te red den, aan zyn leven een einde maakte. Mevr. v. Westerhoven, de moeder, werd door de liefde tot haar zoon overgehaald, de kas van haar man te bestelen, om den jonk man uit geldelijken verlegenheid te redden. Roerend was 't te zien, hoe in den strijd tus- schen moederliefde en plichtgevoel, de èarste de overwinning bebhalde. De hr. Rooyaards, trad op in de plaats van den hr. Van Biene, die ongesteld was gewor den, als de zoon van 't echtpaar, en, wanneer we hiermede rekening houden, gaf zyn optre den reden tot buitengewone tevredenheid. De indruk was zoodanig, dat van meer dan eene zijde de wensch werd gehoord, dit ge zelschap hier meermalen te zien optreden. In de vorige week overleed een onzer oudste plaatsgenooten. De man was weduw naar en had een huishoudster, die mede- gerekend de jaren die zij als gewone dienst bode in 't gezin had doorgebracht, ruim een halve eeuw in dezelfde betrekking is werkzaam geweest. In tegenstelling van het besluit, door den Raad der naburige gemeente Callants- oog, die afwijzend beschikte op de uitnoo- diging van Schagen's Gemeenteraad tot het inzenden van adhaesie-adressen in zake de bevordering van een scheepvaart-kanaal Stolpen—Schagen, heeft de Raad der ge meente Petten besloten aan 't bedoelde ver zoek gevolg te geven. Nu het van zuiver wijze, door bevoegde mannen is aangetoond, wordt de aandacht van menigeen meer dan vroeger op dit belangrijk onderwerp gevestigd. Naar wij vernemen, is ook het Gemeentebestuur er op bedacht om de ge legenheid tot het verkrijgen van zuiver water te vermeerderen en alzoo het ge bruik van minder goed water tegen te gaan. Niet als een voorbeeld ter navolging, vermelden wij het feit, dat dezer dagen aan boord van een vaartuig in 't Helder- sche kanaal visch, tot spijs bestemd, met water uit die smerige gracht werd afge- wasschen. Smakelijk eten De aardappelen zijn zoo goedkoop, dat vele boeren in de omstreken van Breda besluiten ze niet te verkoopen, maar ze aan het vee op te voeren. Het bericht, dat de tegenwoordige blokkade van de Atjesche kust vervangen zal worden door een scheepvaartregeling, heeft den oud-vice-admiraal P. ten Bosch de pen doen opnemen en in een vlugschrift waarschuwt hg tegen de gevolgen van een dergelyken maatregel. Helder en beknopt zet de schrijver uiteen welke z. i. de na- deelen van een scheepvaartregeling zullen zijn en weerlegt hij de bezwaren tegen het volhouden der blokkade aangevoerd. Als een bijzonderheid kan worden medegedeeld, dat door de bomschuitEli- sabeth" van den reeder M. de Niet Az., te Scheveningen, in een enkele reis de buitengewone vangst is aangebracht van :t groote gewicht van 't gebruik drinkwater op overtuigende 493 kantjes pekelharing, 14 kantjes steur- haring en 9000 stuks steurharing. Door een bomschuit werd dergelijke hoeveelheid nooit aangebracht en door een logger zeer zelden. Men schrijft ons van Terschelling Ongelooflijk maar toch waar. De „Heroules," vertrok dezer dagen van Nieuwe- diep naar Terschelling voor zaken, aan boord hebbende een kooi met een leeuwerik er in, welke bestemd was voor Terschelling. De „Adsistent" vertrok van Terschelling de Hercules te gomoet, en daaraan werd genoemde kooi met vogel overgegeven, doch zonder adres. Alzoo geen rechtmatige eige naar bezittende, werd goedgevonden, dat de stoker het beestje zoolang zou voeden totdat de recht matige eigenaar er om sou komen. De stoker komt sijn broeder tegen en deze zegt, wat heb jij (b»arP Een leeuwerik zonder eigenaar,antwoordde de stoker. Zijn broeder antwoordde ik zal hem wel zoolang houden. Zoo gezegd zoo gedaan. Toe vallig staat er iemand bij, die het beestje beziet, en dacht, ik wilde dat 't mijne was. Des anderen daags wilde de bezitter den vogel nog wat drinken geven, en o schrik, de vogel ontsnapt. Goede raad was duur. Er werd door béiden overeengekomen d. w. z. man en vrouw, om te zeggen dat het beestje dood was. (Een leugentje oiE bestwil zon digt niet.) Den avond van dien dag kwam er bericht van den afzender of de vogel goed was overgekomen. De rechtmatige eigenaar lachte hai - telijk, daar den morgen van dien dag een leeu werik bij hem in huis kwam vliegen, en daar dit dezelfde man was die er den vorigen avond bij had gestaan dacht hij, dit is mijn vogel en ging nu om de kooi, de vogel had hij al. Man en vrouw zeiden uit een mond, „de kooi hebben wij nogdooh de vogel is dood." Neen zeide de eigenaar de vogel is present. Wie beschrijft de verwonde ring der beide huisgenooten, dat de vogel toevallig bij den rechten eigenaar was komen invliegen. Zij stonden ten volle verslagen, doch de leugen werd achterhaald door de waarheid. Het is met recht ongeioofbaar, maar toch een ware gebeurtenis. Een familie te Zutfen had besloten eens een pleiziertocht per boot naar Am sterdam te ondernemen. Het geld was er voor disponibel,* om met Janus Tulp te spreken en reeds dagen te voren verheugde men zich in het vooruitzicht van het genot, dat men in de drukke stad aan het IJ zou smaken. De gewichtige dag kwam. Zaterdagavond ging men tijdig slapen, want de >Jhr. Coenen* zou dezen ochtend om 5 uur vertrekken. Men moest dus vroeg uit de veeren en het was nog donker, toen de familie, welke uit vijf personen bestond, zich op weg begaf naar den IJsel. Ginds lag de boot van De Gruyter, welke de pleizierreizigers naar Amsterdam zou brengen. Men betrad de loopplank.... een vijfmaal herhaalde doffe slag volgde, gegil en men zag niets meer. Door de duisternis misleid was de geheele familie te water geraakt. Door spoedige hulp slaagde men er in de drenkelingen op het droge te brengen, die echter thans in plaats van naar Am sterdam, naar huis en naar bed gingen. Het pleizierreisje, waarop men zoo lang gewacht had en waarvan men zooveel ver wacht had, was in het water gevalien. Hoe men er ongelukkig kan inloopen De heer D. uit 's B., was Dinsdag jl. bui ten weten van vrouwlief naar Rotterdam ge feest, waar hy genoegelyk vergaderde en lekker dineerde. Met den trein van 7.4 via Utrecht naar de plaats zyner inwoning terug- keerende, dérailleert hij en moet door nieuwe verzinsels zijn te laat komen rechtvaardigen. Maar ramp boven ramp, hij is nog geen half uur thuis of vindt zijne echtgenoote in druk gesprek met den redacteur van de D'sche cou rant, aan wien D. op straat met enkele woor den het spoorweg-ongeluk had medegedeeld en die nu in het belang zijner courant nog eens kwam aanwippen en mevrouw blykbaar niet alleen had geféliciteerd met den goeden afloop der zaak, maar haar ook volkomen licht had verschaft. Mevrouw wist althans zooveel dat mijnheer niet naar Heusden was geweest voor zaken, maar wel naar Rotterdam en 't jekste van het geval is, dat zy nu aan tal van „ophelderingen" vroeger wel eens ontvan- gen^geen de minste waarde meer hecht. De vermoedelijke dader "der vergifti ging eener jonge actrice in het Londensche district Brompton, dr. Heron, is gevonden maar dood. Hg had zelf vergif genomen. Papieren, die zijn schuld schijnen te be tvijzen, ontdekte men op zgn lijk, dat in een hotel gevonden werd. Te Hamburg woedde Zondagavond een hevige brand in de Geibelstraat. Toen het vuur gebluscht was, vond men in den puinhoop de verkoolde lijken van 3 kinde ren van 6, 4 en 3 jaren. De wraak van een boef. Tien jaren geleden werd te Marseille een belangrijke diefstal gepleegd, waaraan twee Italianen, Freri en Angeli geheeten, zich schuldig maakten. De laatstgenoemde werd tot vgf jaar gevangenisstraf veroordeeld, terwijl zgn medeplichtige in vrijheid bleef en van het gestolen geld mooi wet" r speeldehij vergat zgn kameraad geheel en keek, zoo lang die in ae gevangenis was, niet naar hem om. Angeli zwoer dat hg zich zou wreken en zgn eerste werk was, toen hg uit de gevangenis ontslagen werd, dan ook zgn vroegeren vriend op ie zoeken. Hij ont moette Freri Vrijdagavond in een kroeg, stak hem de hand toe en deed alsof hij hem wilde omhelzen, maar maakte van de gelegenheid gebruik, om hem een dolk in den rug te steken. Toen hij de misdaad gepleegd had, ging Angeli op de vlucht; zgn slachtoffer werd naar een hospitaal overgebracht en stierf reeds den volgenden nacht. Uit Odessa wordt aan de Daily News* gemeld dat er blijkens de oflficieele opgaven sedert het uitbreken der cholera 174.000 dooden zijn, maar het werkelijke cijfer der overledenen overschrijdt 200.000. De cholera neemt toe aan den Wolga en te Nicolajeff. De Amerikaan sche journalist Stanhope bedryft in het ziekenhuis te Hamburg, w hy als verpleger dienst doet, allerlei roekeloos heden, om zyne onaantastbaarheid als ingeënte op de proef te stellen. Hij versmaadt niet alleen, in weerwil van de dokters, alle voorzorgsmaatregelen, maar hy bracht den eersten nacht door in een bed, waarop 's middags een choleralijder gestorven was. Hij drinkt uit dezelfde kruik als de zieken en zoekt daarby de plek, waar zij die aan den mond zetten, hij sloeg ook al verscheidene glazen Elbewater naar binnen een paar, zoo versch uit de rivier geschept. Hij had den tweeden dag een hevige hoofd pijn, welke echter weer overging. In een zijner berichten aan de iNew-York Herald* meldde hij, dat een der dokters, na een onderzoek van zijn lichaamstemperatuur, het niet onmogelijk achtte, dat hij den volgen den dag de cholera zou krijgen. Hij is echter niet door de gevreesde ziekte aangetast. Wel heeft hij Zaterdag last gekre gen van brakingen en koorts, maar niet zoo erg, dat hy zijn werk moest laten varen. Herr Doctor Herald, zooals de Duitschers in zijn omgeving hem noemen, zal nog vier dagen te Hamburg blyven, waarvan hy er een of twee zal doorbrengen onder geneeskundige observatie in een barak bij het hospitaal. De orkaan, die tusschen 1 en 6 Juni 11. in den Indischen Oceaan, heeft gewoed blijkt van bijzondere hevigheid te zgn ge weest. Behalve het groot aantal schepen, die met masten overboord de naastbij zijnde havens zijn binnengeloopen, moet men thans aannemen dat daarin verloren zijn gegaan de navolgende schepen het nieuwe stalen viermastschip »Ashbank,« kapt. Oats, 1 Mei van Algoabaai naar Australië vertrokkenhet Duitsche barkschip An na*, kapt. Lahmeyer, 31 Maart van Li- verpool naar Batavia vertrokken en 5 April gepraaid op 49° N.Br. 12° W.L., en het nieuwe stalen Nederl. barkschip »Sem- per Spera, kapt. Diepenbroek, 24 Maart van New-York naar Anjer vertrokken. Gemeenteraad van Wieringen. Vergadering van 27 September 1898. Voorzitter de Burgemeester. De Voorzitter opent de vergadering. De notulen worden voorgelezen en vastgesteld. De gemeente-begrooting over 1893 wordt aan den Raad aangeboden, sluitende in ontvangst en uitgaaf met f 15473.641. Tot onderwijzeres op Hypolitushoef wordt be noemd mejuffrouw D. Maats, te Wieringen. De Voorzitter deelt mede dat bij de kasopne- ming, onlangB ten kantore van den gemeente ontvanger gedaan, overeenkomstig de boekhouding in kas is bevonden f 267.72^. De Raad besluit om f1000.beschikbaar te stellen voor maatregelen, wegenB de cholera, ten einde van die gelden, zooveel noodig, gebruik te maken. Waarna de openbare vergadering door den Voor zitter wordt gesloten. Burgerlijke Stand, gem. Helder. Van af 26 tot en met 28 September. ONDERTROUWD: Geene. GETROUWDJ. J. de Jong en W. Tienstra. BEVALLEN: M. C. BootPeters, d. C. J. LippeVerberne, d. J. P. de Zeeuw-— van Dierendonck, d. A. ValkenburgBakker, z. G. Dirks—Abbo, d. W. de Wilde—Felder, d. A. E. G. HollaarHartsinck, z. M. Ruste- meijerSlijkermru, d. T. de BoerRonner, d. A. Maalsteedvan der Hulst, d. OVERLEDENP. C. van der Sande, 49 jaren. De Schaakvereeniging H. S. alhier heeft de Arnhemsche Schyakvereeniging uitgenoodigd tot een Correspondentieparty. Ter wille van de leden der Heldersche clufc. en van belangstellenden in dit edele spel, zulle.n wij in ons blad geregeld den stand dezer partij ver melden. Stand der partij na den vierden zet van zwart. Helder. I A -ilA. <g|s> Hf 2: M f lil iif i tlt i li* li ÉIÉ1 Ui §gj A i® JJH ÉP w JU 41 in m Hf k fSf §i 11 mm 1 s b c d e f g h Arnhem. bb w br kt door AM O. 25.) In dien nacht verlichtten twee raadselach tige sterren (Bertha's oogen) den slaap van graaf Victor Norton, terwijl allerlei droom beelden de sluimering van het meisje stoorden. Zy zag zich bevend voor bet trouwaltaar staan in eene prachtige scharlakenroode japon met een langen sleep, en graaf Victor stond naast haar. En terwyl Charles als priester de plechtige huwelijksvoltrekking zou beginnen, stortte de vermoorde gravinmoeder zich als een Bpook tusschen bruid en bruidegom en joeg hen uit elkaar.' XVH. De laatste dag in New-York was aange broken. De ankers werden gelicht, de stoom boot stak in zee. Bertha leunde tegen de ver schansing en richtte het vochtige oog naar het verdwynende land. „Vaarwel,* sprak zij, onder haar tranen glimlachend. „Vaarwel, mijn vaderlandWie weet, of ik je ooit weer zie." Er werd gelnid voor het ontbijtalles stroomde naar den salon, waar twee lange tafels gedekt stonden. Na afloop daarvan ging Charles op het dek en koos een zonnig plekje om er zyn leden nit te strekken. Beatrice paradeerde aan den arm van graaf Norton. Mevrouw Stuart trok zich met lady Carley in eenedameshnt terug. Bertha nam een vouwstoel en ging achter de raderkast zitten om wat te lezen. Het boek scheen haar echter niet te boeien, wat telkens dwaalde haar oog naar den wijden oceaan, waarvan de golven den zonneschijn zoo helder weerkaatsten, als waren ze van plan nooit weer hun wreed spel met de zeelieden te spelen. Het liep naar den avond, de zon neigde ten ondergang en de wind stak een weinig op. Daar viel plotseling Beatrice, terwyl zij i den arm van graaf Victor wandelde. On middellijk kwam Bertha toeschieten en bracht hare nicht dadelyk naar het tusschendek, waar Beatrice vijf volle dagen aan aller oog bleef onttrokken. Het weer bleef mooi, maar de zee ging nog al hoog. Bertha bracht een groot deel van haar tyd by haar nicht door om haar allerlei diens ten te bewijzen, zooals een zeereis die vordert. De tyd, die haar overbleef Misschien was het oprecht medelijden, dat zij met Beatrice hadzy sprak met haar geen woord over de lange morgen-, middag- en avond uren, die zy in gezelschap van graaf Victor doorbracht. Charles alleen zag het en hy besloot zyn gedachten daarover met de woorden •Gods wil geschiedeWat geschreven staat, dat staat geschreven Op zekeren middag viel Bertha in een die pen slaap in de hut naast die, waar Beatrice lag. Zij versliep het diner en ontwaakte reeds, toen de lantaarns werden geheschen. „Ik denk, dat je nu wel uitgerust bent,' zeide Beatrice. »Wat ben je toch een lang- slaapsterIk heb nog geen minnut geslapen, zoolang ik hier aan boord ben. Wat ga je nn doen „Ik ga zien, dat ik nog wat te eten kryg," •Voor de table d'hóte kom ik zeker te laat.» Zij ging dus heen en troostte zich met een kop thee en eenige Engelsche biscuits, sloeg vervolgens een warmen doek om de schouders en ging toen op het dek. Daar waren weinig dames. »Des te beter,* dacht ze. De heeren waren nog in den rook- salon. De maan scheen helder. Bertha nam een vouwstoel en ging op haar lievelingsplekje achter de raderkast zitten. Hoe schoon was die avond op zee. Onder den indruk daarvan ver gat zij een oogenblik den kleingeestigen stryd om eer en macht, waarmee de mensch zijn leven van veel genot berooft. Zachtkens neu riede zij een ballade, doch weldra verstomde haar geluid, toen zij voetstappen achter zich hoorde. Graaf NortonMet een verheugd ge laat heette zy hem welkom. •Ik hoorde een zacht gezang, dat mij hier heen lokte,* zei hy. „Maar miss Darrell, vreest u niet, dat de nachtlucht te koud is •Kond" staat niet in mijn woordenboek. Maar hoe komt n zoo hier Hebben de heeren reeds den rooksalon verlaten fWeet u dan niet, dat het bijna midder nacht is? Alle lichten zyn reeds uit.* Goede Hemelriep Bertha verschrikt, terwijl zy opsprong. „Bijna middernachtWat zal Beatrice wel zeggen? Wat kunnen zulke bespiegelingen in den maneschyn veel tyd kostenIk dacht, dat het nog geen tien nar was De graaf hield haar terug met de woorden „Blijft u nog een oogenblik, miss Darrell! Ik wilde u gaarne iets zeggen, dat ik in stilte reeds lang gewenscht heb, u mede te deelen." Bertha's hart klopte met dubbele slagen. Wat zou hij met die inleiding anders bedoelen dan datgene, waarvan al haar droomen ver vuld waren Graaf Norton ging echter voort en het volgende oogenblik was haar zoete be goocheling in rook verdwenen. rHet betreft de treurige gebeurtenissen, waarvan de »Chesholmer Courant* melding maakte,' begon hij. Zonder zelf te weten, wat ze zei, gaf Bertha hem met schynbare kalmte eenig antwoord. •Het is voor my natuurlijk een pynlijk on derwerp," vervolgde hij. *Er zijn sedert dat voorval reeds twintig jaar verloopen, maar voor mij is het nog even pynlijk, alsof het gisteren was gebeurd. Als ik er over spreek, wordt ik telkens weder door waanzinnige smart aangegrepen." •Waarom wil n er dan van spreken vroeg Bertha nog al snedig. „Ik heb zeker geen recht om daar meer van te weten." •Neen,' antwoordde graaf Victor, die plot seling kleurde, zoodat Bertha het zelfs in den maneschyn bemerkte, «misschien niet, maar ik gevoel aandrang, om tegenover u daar wel van te spreken. Ik weet zelf niet, hoe dat komt, maar het schenkt me verlichting, als ik met n spreek. Wie weet, of tusschen ons geen verwantschap der zielen bestaat Misschien „MisschienWeer klopte Bertha's hart sneller. ,/Het was een vreeselijk oogenblik, toen ik de waarheid vernam," vervolgde hy dof. „Tot heden is al het duistere nog niet opgehelderd. Niemand kan begrypen, hoe een menschelijk wezen de hand tegen zoo'n onschuldige engel kon opheffen.' „Ja, het moet vreeslyk geweest zyn,« ant woordde zy. „En toch behoeft men slechts een courant in handen te nemen om te zien, dat alle dagen zulke dingen gebeuren. Het leven is nu eenmaal niet arm aan droevige gebeurtenissen. U zeide, dat die zaak nog in een onverklaar bare duisternis was gehuld, maar het schijnt dat de „Chesholmer Courant* volstrekt niet meer in onzekerheid verkeerde omtrent den dader.» „Bedoelt u daarmee Blanca Norton Zij was onschuldig." „Inderdaad •Zij was het, daar zyn goede gronden voor aan te voeren, al kende zy den schnldige, wiens naam zy verzweeg!' (Wordt vervolgd.) Boek-, Courant- en Handels-drukkerij van C. DE BOER Jr., Helder.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1892 | | pagina 1