't Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL
9000.
Zaterdag 25 Februari 1893.
21ste Jaargang.
KALENDER DER WEEK.
NIEUWSTIJDINGEN,
BLANCA's GEHEIM.
DE ERFGENAME VAN WINDECK,
Bureau: Zuidstraat.
Telefoonn0. 42.
Bureau: Spoorstraat.
Telefoonn0.36;
Opkomst der Zon 6 u. 55 m.
Onderg. 5 u. 82 m.
FEBRUARI, (Sprokkelmaand, 28 dagen.)
Zondag 26
Maandag 27
Dinsdag 28
MAART, (Lentemaand, 31 dagen.)
Woensdag 1
Donderdag 2 Isr. Purimfeest. - V. M.
Vry dag 8
Zaterdag 4
HELDER, 24 Febr. 1893.
De heer S. J. de Jong alhier heeft
in deze week te Amsterdam met goed ge-
▼olg examen gedaan voor derde stuurman
by de groote Zeil- en Stoomvaart met aan-
teekening voor de Fr. en Eng. taal.
Texel, 20 Febr. Dag aan dag zeilt
de garnalenvloot uit en keert nagenoeg tel
kens zonder vangst van beteekenis naar
de haven terug. Intusschen gaat een groot
deel van den gunstigen tjjd voorbij en de
visschers verdienen niets. Dat zulk een
toestand op den duur niet houdbaar is,
ligt voor de hand.
Indien niet spoedig betere vangsten wor
den verkregen, ziet het er voor vele vis
schers inderdaad slecht uit.
De commies der posterijen 4e kl. J.
G. van Bruggen, is bevorderd tot de 3e
.klasse.
Een noodlottige brand te Amsterdam.
Dinsdagavond te ruim 6 uur was de don
kere regenlucht boven het oostelyk deel der
stad vuurrood gekleurd. Dadelyk kon men
aan het sterker en zwakker worden van den
gloed zien, dat hy de weerspiegeling was van
een feilen brand.
Uit alle buurten snelden de menschen toe,
overal zoekend, overal vragend maar slechts
weinigen vonden den brand, die dicht bij het
centrum der stad zoo hevig, zoo noodlottig
woedde.
Zelfs de buren van b«t brandende gebouw,
de bewoners der Gelderschekade, waren zich
langen tijd niet bewust van het onheil, dat in
hun naaste omgeving plaats had.
Een ooggetuige, de flinke schoenmaker L. J.
A. Kienhuis, wonende naast perceel 70, waar
het vuur zooveel vernielde, een man, die hielp
waar hij kOD, deelde ons het volgende mede
«Ik zat rustig in mijn werkplaats de courant
te lezen, toen ik 't zal tien minuten over
zessen zyn geweest werd opgeschrikt door
myn buurvrouw, die opgewonden uit haar bak
kerswinkel kwam, schreeuwendO God, wat
gebeurt hier boven
Dadelijk snelde ik naar buiten en toen zag
ik, dat de tweede en derde verdieping van
het aangrenzende huis in volle vlam stond.
•Myn dochter, die ray was nageloopen, herin
nerde my, dat op de tweede verdieping een
vrouw met twee kinderen en op de derde een
vrouw met vier kinderen alleen thuis waren.
alk wilde terstond de trap opgaan, maar de
vlammen dreven my terug, «'t Is niet noodig!"
riep een man, die buiten stond onder de talrijke
menigte, my toe, tallen zyn gered 1" Helaas,
hy had verkeerd gezien.
Omstreeks half zeven kwam de brandweer op
het terrein, gevolgd door den commandant en
den onder-commandant, 't Blusschingswerk ging
met groote moeielijkheden gepaard, want de
kranige wachten konden niet langs de trappen
naar boven.
«Toch werden zy hierdoor niet afgeschrikt
een paar gasten klauterden door een ruitje in
myn binnenkamer naar het plat der eerste
verdieping. Een oogenblik daarna kwam een
hunner terug met een kind, een meisje van
anderhalt jaar, dat zij half gestikt, een brand
wonde aan het hoofd, met doornatte geschroeide
kleertjes hadden gevonden in de goot.
•Met een vriend van my verleende ik het
wichtje de eerste hulp.
Intusschen hadden andere brandweermannen
de deur ingetrapt van de aangrenzende boven
huizen, waarvan geen der bewoners aanwezig
was. Met levensgevaar bereikten zy de bran
dende verdiepingen. Twee hoog was alles
vernield, alles verkoold, maar op het bovenste
bovenhuis was de verwoesting bijna nog groo-
ter. De beide kamers waren door de vlammen
geheel verteerdde tusschenschotten verdwe
nen, de inboedel lag als éen gloeiende massa
op den rookenden grond.
•Alleen een paar bedden en een groote hoe
veelheid kapok, smeulden nog. En toen de
brandweermannen, voortdurend van buiten
bespoten, zochten nog iets te redden, vonden
zy voor de ramen aan de straat drie lykjes
van jonge kinderen met brandwonden bedekt,
de armpjes gestrekt, de handjes toegeknepen,
doch met ongedeerde kleertjes. De ongelukkige
schepseltjes de middelste had haar rokjes
over het hoofd geslagen, zyn waarschynljjk
gestikt in den rook.
•Stijf, bruin, als ledepoppen, werden de lyk
jes van broertje en zusjes, in de inmiddels
aangebrachte gasthuismanden gelegd en daarna
vervoerd naar 't Binnengasthuis.
Met 't vierde kindje, dat by my was bin
nengebracht. reed ik eveneens naar 't gasthuis,
doch de doktoren vonden haar toestand niet
ernstig genoeg om haar op te nemen. Ik nam
't lieve meisje weer mee naar huis en legde
het in 't bedje van myn jongste. Nu slaapt 't
rustig, 't ongelukkige weesjeja mynheer,
want haar moeder zal ook wei gauw sterven.
//Luistert u verder.
In 't benedenhuis woonde een gezin, waar
van 't hoofd een bakkerswinkel dryft. De win
kel kwam met wat waterschade vry.
«Op de eerste verdieping woonde een juf
frouw, getrouwd met den Chinees Aki, die ter
zee vaart. Zy was uit, en toen zy op de droeve
lyding terug kwam, vond zy haar woning on
gedeerd, slechts hier en daar den inboedel door
het water aangetast.
«De tweede verdieping werd bewoond door
den koopman in brandstoffen Van der Heul
zyn vtouw was met haar twee kinderen alleen
thuis. Te zes unr stootte zy de petroleumlamp
om, en toen daarop de vlammen hoog opkro
pen tegen het behaugsel en de gordynen,
vluchtte zij terstond met haar kroost, door den
schrik vergetende de bovenburen te waar
schuwen.
•Juffrouw Van der Heul werd opgenomen
by haar overburen.
fIntusschen was het vuur ontzettend toege
nomen. De vlammen zochten een uitweg langs
de trap en belette daardoor haar, die boven
waren, te ontkomon.
»'t Was de vrouw van den smidsknecht
Alikot met haar vier kinderen drie meisjes
en een jongen, van 6, 5, 3 en 14 jaar.
•In haar wanhoop, geheel ingesloten door
het vuur, vluchtte de moeder, waarschynlyk
met haar jongste kind, door een der vensters.
Buiten gekomen op het dak, redde zy haar
lieveling door een toeval, door haar te laten
vallen in de goot.
«De arme vrouw sohynt te zyn gestruikeld.
Zy viel tenminste door een lantaarn op de
binnenplaats by de achterburen aan den Zee
dijk No. 69.
«Zeer ernstig gekneusd werd zij opgenomen
en naar den apotheker den heer W. H. van
der Meulen gebracht, die de gewonde als altijd
zeer menschlievend hulp verleende. De rugge
streng van de vrouw bleek gebroken, zy was
bewusteloos en bloedend uit neus en mond
werd zy naar het gasthuis gebracht, waar
hoogst zorgelyk aankwam.
«Inmiddels was de man en vader, die reeds
12 jaar lang zeer oppassend werkzaam is by
den heer Aling, smid op den korten Nieuwen-
dyk, door een vriend voorzichtig in kennis
gesteld van de ramp, die hem had getroffen.
•Wezenloos, geheel versuft, ging Alikot eerst
naar zijn huis en daarna naar het gasthuis,
waar hy schrikbarend kalm zyn stervende
vrouw vond en de lyken van drie zijner vier
kinderen.
De rampzalige vader zou juist de volgende
week gaan verhuizen."
In een half uur tijds was een gelukkig gezin
geheel verwoest. «Vreeselijk," zoo riep een
vrouw uit, «die drie kindertjes in hun angst
te zien opspringen tegen de vensters 1
Yoor de rechtbank te Arnhem heeft
terecht gestaan, de man, die 19 Januari
jl. onder Lunteren een alleenwonende we
duwe in hare woning zoo geschopt en op
het hoofd geslagen had, dat zij bewusteloos
werd. Daarna stal hij, die als brillenkoop-
man kwam om negotie te doen, en die nogal
den eenvoudigen pot met de vrouw had
gedeeld, zes rijksdaalders. De vrouw kwam
bij en kon den dader, zekeren F. K. uit
Zutfen, voldoende omschrijven, om de politie
op de hoogte te brengen. De man werd
den volgenden dag in een slaapstede ge
arresteerd. Hy was nog in het bezit van
drie rijksdaalders, die de vrouw, een nog
kras mensch van 69 jaren, nu terugkreeg.
Tegen den dader werd 6 jaren gevan
genisstraf geëischt.
Een koopman te Amsterdam heeft
by de politie aldaar aangifte gedaan, dat
in een café in de Warmoesstraat, waar hij
een kegel-wedstrijd bijwoonde en zyn jas
had uitgetrokken, uit dit kleedingstuk is
ontvreemd een portefeuille, waarin een
partytje diamant ter waarde van f 1600
tot f 1800.
Te veel zegen op eens
De echtgeuoote van een zekeren De W.
te Wormerveer schonk Dinsdag het leven
aan 3 zoons, een weldaad, waarvoor de
noodige dankbaarheid wel zal ontbroken
hebben, daar dit gezin, in behoeftige om
standigheden verkeerende, reeds met een
4-tal dochters gezegend was.
Erfenis-Brandt
Zaterdag werd in zyn woning op het
Haarlemmerplein No. 12 te Amsterdam
gearresteerd een ruim 73-jarig grijsaard,
genaamd G. H. De Mettin, wiens uitleve
ring door de Pruisische regeering was aan
gevraagd.
Deze arrestatie staat in verband met de
reeds herhaalde malen besproken erfenis
van den Amsterdamschen reeder Brandt,
die in 1789 aldaar overleed en eenige mil-
lioenen naliet. De helft van dezen schat
kwam aan de Amsterdamsche familie Van
Meurs, de andere helft behoorde aan Duit-
sche erfgenamen.
Deze Duitsche verwanten lieten echter
niets van zich hooren, zoodat, volgens den
toenmaligen rechtsregel, hun recht op het
geld na 30 jaren verjaard was. Van de
omstandigheid nu dat nog nimmer Duit
sche gerechtigden waren opgekomen, heeft
De Mettin (van afkomst een Duitscher)
gedurende dertig jaren een handig gebruik
gemaakt.
Hy riep, by advertentie, in Duitsche
bladen voortdurend lieden op, wier naam
eenige overeenkomst had, (daarby een kwis
tig gebruik makende van vervalschte of
twijfelachtige documenten) en trachtte de
goede lieden te overtuigen, dat er voor hen
schatten te bemachtigen vielen. Dit alles
deed hy natuurlijk niet pro Deo men zegt
zelfs, dat hy zich op die wijze een aardig
kapitaaltje verworven heeft.
Dit alles ging ten koste van veel slacht
offers, zooals wij zeiden, ongeveer dertig
jaren goed, totdat dezer dagen een Ham-
burgsche dame, die er voor f 15,000 mark
ingeloopen was, de zaak by de Duitsche
justitie aangaf. Het gevolg is de reeds
gemelde inhechtenisneming geweest.
Te Bovenkarspel (N.-H.) heeft men
bij het afgraven van een stuk bouwland
dertien geraamten gevonden, waarvan een
in staande houding.
Te Blokzijl is aangebracht het lijk
van een 10 a 12jarigen jongen, dat door
visschers op het ijs in zee nabij die ge
meente werd gevonden. De gevondene is
een van de beide Vollenhoofsche jongens,
die waren uitgegaan om spiering te vis-
schen, doch die men sedert tevergeefs te
rugverwachtte.
Ook het lijk van de audere knaap is bij
Blokzijl op strand gevonden.
Getrakteerd
Een timmerman die verjaarde, wilde zyn
werkvolk trakteeren. Op goed geluk nam
hij een flesch uit de kast, meenende dat
zy brandewijn bevatte, 't Was echter ter
pentijn, door zijne vrouw een oogenblik
te voren in de kast gezet. Hij schonk een
glas vol in, reikte het den oudsten knecht
over en deze hapte 't aangebodene in éen
slok naar binnen. Nu was 't kermen en
kreunen. De baas zat er erg mee in, om
dat de knecht weldra op den grond lag
te kruipen van pijn. Gelukkig werd 's mans
toestand langzamerhand beter.
Zyn maats plagen hem nu en vragen
dan of hy nog niet eens wil getrakteerd zyn.
A. W. Ockeloen, gewezen horloge
maker, berucht geworden wegens den door
hem gepleegden moord op den politieagent
Van den Berg, te Rotterdam, is door de
Rijkspolitie zwaargeboeid overgebracht van
Den Haag naar Groningen, waar hy tien
jaren zal gevangen zitten, overeenkomstig
zijne veroordeeling.
Een vijfmaster verdwenen.
Op den 14en Juli 1892 verliet het vijf-
mastbarksehip Maria Rickmers«, de stad
Saigon (in Achter-Indië) geladen met rijst
met bestemming naar Bremen den 24en
Juli passeerde het Anjer, op de kust van
Bantam, (eiland Java), daarna is er niets
meer van gehoord of gezien.
Nauw een jaar geleden, werd het schip
op een der werven van Glasgow te water
gelaten een prachtig schip van 3822 tons,
de grootste zeiler der wereld, 375 voet
lang, met dubbelen bodem vóór en achter
en in 't middenschip een kolossaal reser
voir voor waterballast. 57,000 vierkante
voeten zeildoek bespanden de 5 masten,
een krachtige machine, die het schip 7
knoopen in 't uur kon doen loopen, zou het
door windstilte en tegenwind brengen, met
een dubbelbladige schroef, die zóó was ge
steld, dat zy de kracht van het roer niet
verzwakte.
Al deze heerlijkheid ligt nu in de diepte
van den grooten Indischen Oceaan, de
breede rustige deining gaat er over heen,
onbewogen en niets verraadt de plaats
waar de trotsche »Marie Rickmers* met
haar kloeke bemanning, na wie weet hoe
wanhopigen strijd is gezonken.
De waarde van schip en lading was
100,000 pond sterling (f 1.200.000).
p. zeepost ris Amsterdam,
p. zeepost via Rotterdam
p. Hollandache mail via Genna
p. Holl. mail via Marseille
p. Fransche mail via Marseille
p. Engelache mail via Brindisi
p. Duitsche mail via Brindiai
Naar Guyana (Suriname):
p. zeepost via AmsterdamI 15 Mrt.l
p. mail over Engeland27 heb.
p. mail via St. Nazaire. 7 Mrt.|
Naar CuraQao, Bonaire en Aruba,
St. Eustatius en Saba
p. zeepost via Arasterdam,
p. mail via Sonthampton
LEVENSDOEL.
't Doel des levens wordt miskend
Door hen, die er slechts naar streven
Om op andren af te geven.
Houdt men 't oog alleen gewend
Naar het kwade, dat men ziet,
Waarlijk, 'tis het rechte niet.
Ziet ge iets goeds op uwe schreên,
Merk het op en wil het loven
Dit staat zeker verre boven
't Schandelijk smalen op elkeen
Wie meest 't kwaad van andren ziet
Deugt zelf in den regel niet.
Schimp en smaad en spot en hoon,
Zullen geen verbetring geven
Wel verbittren zy het leven.
Och zoo snijdend klinkt de toon
Als men kwaad van andren spreekt,
Of zich door te lastrec wreekt.
't Leven heeft een edel doel.
Wie daar vroom en vroed wil heeten,
Dient dit nimmer te vergeten,
En zy voor de stem niet koel,
Die daar fluistert in 't gemoed
«Wees voor andren zacht en goed 1"
Oordeel streng slechts 't eigen ik,
Maar tracht andren te vergeven.
Wie tot 's naasten heil wil leven,
Toon dit ieder oogenblik
't Streelt het innigst, reinst gevoel,
Zij 'tdan aller levensdoel.
Tijdstippen van verzending der
Brievenmalen
Naar Oost-lndië:
Verzending» weg.
Datum der ter Tijdat. d.Uat
post-bezorg. busLah Poatk
24 Feb.
3Mrt.
7
28 Feb.
3Mrt.
10
18
lSMril
28 Feb.
7.15av.
7.15'atv.
12.80'anam.
12.30 'a nam.
7.15 'a tv.
8.45 mor.
8.45 'amor.
7.15'atv.
7.16 'a tv.
7.15 'atv.
St. Martin,
7.15 'a tv.
12.30'antm.
Naar Hr. Ms. „Van Speyk" te Ireland-lsland
Bermuda): via Queenttown, 24 Maart 12.30
's namiddags (aankomst der mail te Ireland
Island (Bermuda) 10 April).
Burgerlijke Stand, gem. Helder.
Van af 20 tot en met 22 Feb. 1893.
ONDERTROUWD:/
GETROUWD:
BEVALLEN: T. Kok—Blom, Z- A. v. d
VeenBoschoorn, d. L. C. ServaasSpil, z.
C. Jansen—de JoDg, d. C. E. Bouwhuis—de
Roos, d. B. Bakker—Spruit, d. R. Jacobs—
Corper, z. J. de Waard—v. d. Wiele, z. J.
W. Edelenbos—Krijgsman, z. M. T. C. No
belsVisker, z. M. J. KorverR*n, z. A.
KaczorVisman, z. A. C. van OsElekint, z.
A. E. Gerritsenv. d. Wal, d.
OVERLEDENM. A. Murks, 20 maanden.
P. B. Oost Lievense, 4 maanden. J. van Ha
len, 77 jaar. J. H. Hessing, 52 jaar.
Burgerlijke stand, gemeente Texel.
van 15 21 Februari.
ONDERTROUWDG
GETROUWD: j
GEBOREN: Pieter Cornelis, zoon van Pie-
ter Witte en Pietertje Veeger. Marretje. doch
ter van Cornelis Kuiter en Antje Eelman.
OVERLEDENPetronella Martinusse, 75
jaren, geh. met Machiel de Graaf. Cornelia
63.)
BITBR KT 9 0 OK
AM O.
XLII.
Er vloog een zonnestraal der vreugde over
haar gelaat en zy greep zyn handen met den
uitroep
«Charles
«Is het voorby stamelde hy.
»Ja,« antwoordde zy met aandoening, »bet
is gedaan met alle zorg en angst! De dokter
geeft nieuwe hoop op haar herstel
Charles had zich op het ergste voorbereid
dit nieuws greep hem byna even geweldig aan
hy tuimelde bewusteloos tegen den grond.
Tegen het aanbreken van den dag was Bertha
uit haar sluimering ontwaakt, die haar meer
had verkwikt dan sedert weken het geval was
geweest. Zy keek op en herkende Beatrice
dadelyk. Zy lachte haar toe, sloot de oogen en
sluimerde opnieuw in. De crisis was voorby
tegen alle veawachting in was de ziekte ten
goede gekeerd. Bertha zou niet sterven 1
Wel verliep nog ruim een week in bange
zorg, maar eindelyk kwam de dag, dat Bertha
met volle bewustsyn de oogen opende en zich
herinnerde wat met haar gebeurd was. Meer
malen bemerkte Beatrice, dat haar nicht in
diepe gedachten verzonken lag en dat sy haar
iets wilde vragen, en toch niet durfde.
•Waar denk je toch zoo over, Bertha?*
vroeg ze eindelyk op zekeren dag. «Ik zie, dat
je me wat vragen wilt
Bertha keek haar droomerig aan.
»Ja,« antwoordde ze. «Hoe lang ben ik ziek
geweest
Byna vyf weken, lieveWat hebben we al
zorgen en angst doorstaanBen ik niet erg
mager geworden? Wat zal Hammond wel
zeggen
Bertha lachte er om, maar haar gedachten
schenen zich met iets anders bezig te honden.
•Zeg, Beatrice,begon ie weer te vragen,
«heb ik veel gepraat, terwyl ik buiten kennis
lag
«Toen je buiten kennis lag? Ja, toen werd
je voortdurend door allerlei akelige droom
beelden gekweld, maar daar moet je niet
meer aan denken, dat is gelukkig voorbij 1*
«Ja, het is voorby zuchtte Bertha. »Ik
wist het wel I Het is zeker nietB dan ver
beelding 1
Angstig keek Beatrice haar i
•Wat bedoel je i
daarmee vroeg ze.
Och, Beatrioe, lach er maar om. Ik droomde,
dat Charles hier geweest is I"
«Ed waarom zou hy hier niet geweest zyn
Hy is nog hier!"
Er ging een schok door Bertha's leden. Op
haar bevende lippen scheen een nieuwe vraag
te branden.
«En je wilt nog meer weten, niet waar,
Bertha Spreek vry uit, je behoeft niet te
vreezen, dat ik er om zal lachen L
Met neergeslagen oogen stamelde Bertha
toen
«Ditmaal zal je me zeker uitlachen, Beatrice
ik weet wel, dat het slechts eon droom geweest
kan zijn. Ik droomde, dat Charles
«Ga voort, ga voort," drong Beatrice. «Je
droomde, dat Charles
•Met me getronwd was,« bracht de zieke
met moeite uit. «O, zeg hem er niets van 1
Dat staat me zoo duidelyk voor den geest, dat
ik het onwillekeurig moest zeggen.'
Een glimlach verried wat in Beatrice om
ging, toen ze zich over haar heenboog en haar
kuste.
«Ja, lieve, beste zuster, je bent wel dege-
lyk getrouwd, al veertien dagen, en daardoor
is mijn schoonste hoop vervuld. Je bent myn
lieve zuster, je bent Charles' vrouw!»
Een kreet van vreugde ontsnapte Bertha's
lippen.
«Geen droom geen droom l« riep ze be
vend uit, het is werkelykheiden ze bedekte
haar gelaat met beide handen en bleef stil
liggen.
«Ja, je bent Charles' vrouw,vervolgde
Beatriee, «en hy wacht slechts op een woord
van je om je in zyn armen te mogen sluiten 1
Mag hy binnenkomen
Zy wachtte het antwoord niet af, opende
de denr van de kamer, en Charles knielde aan
bet bed en bedekte haar handen met vurige
kussen.
•Bertha, myn Bertha," riep hij tusschen
lachen en schreien. «Heb je my werkelyk lief
Wil je me niet meer uitje byzyn wegzenden
Zy stak de handen naar hem uit en trok
hem aan haar hart.
•Wegzenden O, neen, zeg dat nooit
weer. Je bent rayu één en alles. Je bent de
eenige, dien ik van stonden aan heb liefge
had, en ik zal je liefhebben zoolang ik leef!»
En buiten stond Beatrice tegen de deurpost
geleund en stortte vreugdetranen. Zoo was het
geluk dan eindelyk gekomen I
Weldra kon Bertha het bed verlaten en, op
den arm van haar echtgenoot steunende, kleine
wandelingen maken, waarbij het lied der liefde
hen aanhoudend in de ooren klonk. Daarop
volgden nog schooner dagen. Bertha was ein
delyk geheel genezen en toen sloeg het uur,
dat ze afscheid zouden nemen. Met het vooijaar
trok het jonge paar naar Engeland.
Voor hun vertrek vereenigde de priester nog
twee harten door den huwelijksband. Kapitein
Hammond voerde Beatrice naar het echt-altaar.
De twee paren staken met dezelfde mailboot
den oceaan over. Stella Seton bleef by de oude
mevrouw Stuart, wier levensavond zy door
kinderlyk toewijdende liefde wist te veraan
genamen.
Op Engelschon bodem aangekomen, trokken
Charles en Bertha naar Cheshire. Het was
een fraaie, zonnige middag, toen zy in de oude
Gothische kerk binnentraden, waar sedert
eeuwen de leden van het geslacht der Nortons
een laatste rustplaats hadden gekregen.
In stille aandacht stonden beiden voor den
grafsteen, die daar het laatst gelegd was.
Bertha's oogen vulden zich met tranen dat
was de eerste maal sedert zy met Charles ge
trouwd was.
Een eenvoudig monument van wit marmer
vertoonde op het voetstok een gebroken rail
en daaronder de inscriptie
«Hier rast
Graaf Victor Norton tot Northminster,
overleden den 8®n October 1867,
slechts 24 jaren oud.
De boom verdorde in den bloeityd.«
Het was doodstil in de kerk, maar daar
buiten scheen de zon en kwinkeleerdende vo
ls in de takken der boomen.
Zachtkens sloot Charles zyn vrouw in zyn
armen en vleide haar aan zijn borst.
«Schrei niet myn lieveling,fluisterde hy
haar toe. »Je hebt geen schuld aan zyn dood.
Er rn8tte een vloek op het geslacht der Nor
tons, die moest vervuld worden en hy is ver
vuld
Einde.
In ons volgend No.
zullen we aanvan-
gen met een prach
tig Feuilleton, getiteld:
bewerkt door A M O.