>'t Vliegend Blaadje. KLEINE COURANT VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL. No. 2095. Woensdag 15 Maart 1893. 21ate<rJaargang. NIEUWSTIJDINGEN. ,DE ERFGENAME VAN WINDECK." Bureau: Zuidstraat. Telefoonn0. 42. Bureau: Spoorstraat. Telefoonn0. 36: HELDER, 14 Maart 1893. Naar aanleiding der in dit nummer voorkomende annonce, vestigen we de aan dacht van tooneelliefhebbers op de voor stelling, Donderdag te geven door 't Holl. Tooneelgezelschap, dir. A. van Lier, in den Stads-schouwburg. Opgevoerd zal worden 't bekende drama van Rosier Faassen, ge titeld: Zwarte Griet." Ingevolge machtiging van H. M. de Koningin-Regentes, is door den minister van Marine aan de pantserschepen, waar van de bouw is opgedragen aan de Ko ninklijke Maatschappij »De Schelde,* te Vlissingen, de Nederlandsche Stoomboot maatschappij, te Rotterdam en aan 's Rijks werf te Amsterdam, onderscheidenlijk de naam gegeven van »Evertsen,« «Piet Hein* en «Kortenaer,* en is de naam van het tegenwoordige fregat Evertsen veranderd in «Neptunus.* De Staatscourant* van 12/13 dezer bevat een staat van militaire nalatenschap-- pen, afkomstig van onderofficieren en ver dere manschappen der landmacht in Ne- derlandsch-Indië, onder het beheer der weeskamers daar te lande gekomen, welke zuiver na aftrek van kosten en loonen f 250 en minder bedragen, en opgevraagd en ontvangen kunnen worden bij het mi nisterie van koloniën in Nederland. De uitkeering van een nalatenschap en van de daartoe behoorende familiepapieren zal, wanneer sedert het openvallen geen drie jaren zijn verloopen, niet eerder kunnen geschieden dan nadat van het Indisch be stuur bericht is ontvangen, dat zich verder geen schuldeisêhers bij de betrokken wees kamers hebben aangemeld en het departe ment van koloniën tot de uitbetaling van het saldo kan overgaan. Met April worden op 's Rijkswerf te Amsterdam 40 werklieden bedankt. De matroos 2e kl. Kroon, aan boord van Hr. Ms. stoorakanonneerboot »Lynx", is in het IJ uit de sloep geslagen en ver dronken. Men meldt van Texel van 11 dezer: Een rosse gloed in het oosten van dit eiland deed Vrijdagavond zien, dat ergens brand was uitgebroken. Twee brandspuiten rukten uit, nl. die van Oosterend en van Oude Schild. De woning en de schuur van den vee houder H. Bremer, aan het gehucht Nieuwe Schild woonachtig, waren in brand ge raakt. Een kat, die op den zolder vreeselijk te keer ging, maakte de bewoners op het dreigend gevaar opmerkzaam. Ijlings wer den de kinderen gered, en toen moest men met moeite een bejaarde weduwe, die het voorste deel van het huis bewoonde, in veiligheid brengen. Er kwamen een koe en een kalf door de vlammen om, doch het overige vee werd gered. Voorts werd er nagenoeg niets behouden. De brandweer moest zich bepalen tot het uiteentrekken van het hooi en het be waren der belendende perceelen. Een en ander was tegen brandschade verzekerd. Van goed onderrichte zyde uit 's Gra- venhage verneemt men, dat de memorie van antwoord van den min. van financiën betreffende de bedrijfs- eü beroepsbelasting, ting, benevens het gewijzigd ontwerp bij de Kamer zijn ingekomen. De justitie van Breda heeft zich naar het naburige Zundert begevén tot onderzoek van een moord, door een man op zijn schoonzoon aldaar bij een twist gepleegd. De heer W. M. Oppedyk, anti-re volutionair, lid der Tweede Kamer, zitting hebbende voor Harlingen, is overleden. Een zekere Anton Stieltjes, sjouwer van beroep, kreeg, terwijl hij zich Don derdag bij zijne moeder in de Czaarpeterstr. te Amsterdam bevond om daar te middagma len, twist met zijnen jongeren broeder, Hen drik. Het krakeel liep zoo hoog, dat Hen drik zijn broeder een hevigen trap tegen den buik gaf. Te 5 uur op dienzelfden dag overleed de getroffene, zoodat Hendrik in hechtenis genomen werd, onder beschul diging manslag te hebben gepleegd. Daar de geneesheeren echter verklaar den, dat Anton'B dood het gevolg was van eene slymberoerte, gepaard met algemeene lichaamszwakte, werd Hendrik Stieltjes weder op vrije voeten gesteld. De arrondissements-rechtbank te Am sterdam, uitspraak doende in de zaak van den student A. J. Driessen, die in den avond van 30 Nov. 1892 in den Circus Carré een stalmeester met een bierglas aan het hoofd verwondde, veroordeelde beklaagde tot ge vangenisstraf voor den tijd van acht dagen met de kosten van het geding. De eisch was een maand gevangenisstraf en de kosten van het geding. Dr. Hasebroek (Jonathan) dichtte voor de »Haarl. Ct.« den volgenden Jubelgroet aan de heeren Joh. Enschedé Zonen op hun feest op 9 Maart »Do dag, die 't rond volmaakt der lionderdvyftig zonnen, Waarin door de Enschedé'» in 't perk van de eêlste kunst Een gulden eerkroon werd voor Haarlem's per9 ge wonnen. Ryst glorievol, bekroond door Gods en Dat Kosteri» stad, maar ook heel 't land dien jubel viere. En hulde brenge aan kunst, talent en schoonheid»zin, En met de spreuk in 't goud het schild der firma siere ,In weeripraak met zichzelf bracht druk hier zegen in."" Vrijdagavond omstreeks half negen ontstond er te Amsterdam brand op de vierde verdieping van een pakhuis in de Haarlemmer Houttuinen No. 157 bij de Dommerstraat. Het groote, diep inloopende perceel was voor het grootste gedeelte met hout gevuld, terwijl op de beide bovenste der vijf verdiepingen een kistenmakerij was en het sousterrein diende voor het rooken en bergen van spek. In zeer korten tijd stond het geheele pakhuis in een vuurgloed. De brandweer rukte met een stoomspuit en eenige hand spuiten aan, terwijl alle nabijzijnde brand- kranen in werking werden gesteld. Behalve het sousterrein, dat men wist te behouden, brandde het geheele perceel uit. Het gebouw was voor f 10,000, de houtvoorraad voor f 5000 verzekerd. Te Harlingen zijn tegen den socialist Stienstra, kastelein in het volksgebouw aldaar, vier processen-verbaal beteekend twee wegens stukken in het door hem ge redigeerde weekblad Morgenrood" (welke beleedigende uitdrukkingen geacht worden te bevatten tegen de burgemeesters van Harlingen en Barradeel), één wegens een hoogst minachtende uitdrukking tegen een autoriteitspersoon, en één wegens het geven van onderricht in het heimelyk om het leven brengen van tegenstanders. Door het O. M. bij de rechtbank te Winschoten is tegen den schipper Klaas Muller en den fabrieksarbeider Harm Thoma te Sappemeer wegens geweldpleging en poging tot moord op den huzaar Bergsma in den morgen van den 2n Januari, bij de papierfabriek der firma W. A. Scholten, te Sappemeer geëischt tegen den eersten beklaagde drie jaren, tegen den tweeden één jaar. Thans is bij de Kamer ingekomen een wetsontwerp tot goedkeuring van het op 14 Febr, jl. te 's Gravenhage ondertee kend protocol betreffende de uitvoering van de intern, overeenkomst van 1887 tot het tegengaan der misbruiken, voortvloeiende uit den verkoop van sterken drank onder de visschers op de Noordzee. In hare toelichting wijst de Regeering er op, dat die overeenkomst tot dusver niet is kunnen worden uitgevoerd, omdat de Fransche regeering steeds niet bij machte is tot de bekrachtiging mede te werken. De overige mogendheden hebben nu bij protocol vastgesteld de conventie, ook zonder medewerking van Frankrjjk, ten uitvoering te leggen. In het protocol is de bevoegdheid der Fransche regeering geconstateerd, om, indien zij dat later ver langen mocht, alsnog tot de overeenkomst toe te treden. Voorts is nu de opzegging der over eenkomst vergemakkelijkt door verkorting van den duur van 5 tot 1 jaar, met ver lenging telkens van 1 jaar, indien zij niet 3 maanden te voren is opgezegd. Dit is geschied met het oog op de mogelykheid dat tengevolge der onthouding van Frankryk de handel in spiritualiën op de Noordzee mocht toenemen, en het doel der overeen komst daarmede dreigen mocht verijdeld te worden. De besteller G., verdacht van dief stal in het postkantoor te Winschoten, heeft zieh in het huis van bewaring aldaar van het leven beroofd. De toestand van vrouw Halekor, de vrouw die bij' den brand op de Geldersche kade zoo deerlijk is gekwetst, is eenigs- zins vooruitgaande. Nog altijd ligt zij te bed, het geheele lichaam behalve het hoofd in doeken gewikkeld. Haar man en haar ouders komen de arme vrouw dikwijls be zoeken. Steeds is haar, op last van de doctoren, niets verteld omtrent den vree- selyken dood van haar drie kinderen. Het volgend jaar zal het honderd jaar geleden zijn, dat de eerste parapluies in gebruik kwamen. Aanvankelijk liep men de menschen na, die ze droegen en lachte hen uit. Lang zamerhand gewende men er zich aan en, zoo ver bekend is, zijn er nooit gemoeds bezwaren tegen dit voorbehoedmiddel ge rezen. Wanneer de eerste parapluie bij vergis sing werd medegenomen, is niet bekend. Maar deze gewoonte is zoo in de volks zeden ingeslopen, dat het niet te verwon deren zou zijn, zoo dit lot ook ten deel viel aan de laatste der parapluies, wanneer deze door een nieuwe uitvinding der nij verheid. in onbruik waren geraakt. Te Petersburg wordt beweerd, dat generaal graaf Wladimir Sheremetieff, com mandant der lijfwacht van den czaar, niet aan een hartkwaal gestorven is, doch ge vallen als slachtoffer van een nihilistisch complot. De graaf was door de nihilisten ter dood verklaardeen hunner verwisselde zijne handschoenen, die hij een oogenblik had neergelegd, met een paar vergiftigde. De graaf trok deze handschoenen aan en dit had zijn dood tengevolge. Een mechanische zangeres zal ook al behooren tot de merkwaardigheden van de wereldtentoonstelling te Chicago. Eet is een wassen pop, die door een vernuftig samenstel van machineriën verschillende aria's kan zingen. De uitvinder is een Amerikaan. Een Chinees is nooit eerlijk vóór zyn dood, heeft men herhaaldelijk gezegd en de factorij van de Ned. Handel-My. heeft de waarheid daarvan ervaren met haren hoofdkassier. Tan Ma Tjiauw, die, hoewel reeds 20 jaren in dienst van dat handels lichaam, er gisteren van door ging met een bedrag van ruim een halve ton, dat hij voor zaken van den dag had ontvangen. By de scherpe controle, welke bij de factorij op het kassierspersoneel wordt ge houden, moet de man wel sluw te werk gegaan zijn, om zijn plan tot een begin van uitvoering te brengen. Dank zij de krachtige en doeltreffende maatregelen door de directie genomen, is het echter gelukt den ontrouwen dienaar te Buitenzorg aan te houden. Hij was in het bezit van ruim f 8000, terwijl het ove rige, hier of daar neergelegd, bijna zeker zal worden teruggevonden. («Bat. H.") Verscheidenheid van gebied. De Ko ningin van Engeland heeft tegenwoordig te regeeren over één vasteland-, honderd schiereilanden, vijf honderd kapen, duizend meren en tienduizend eilanden. Uit Pittsburg wordt gemeld, dat de rechtbank uitspraak heeft gedaan in de ergiftigingszaak te Homestead. Twee be schuldigden, Dempsey en Beatty zijn ver oordeeld tot 7, Gallagher tot 5 en Davidson tot 3 jaren gevangenisstraf. Op de vraag wat wel de ontdekking van Amerika gekost heeft, wordt steeds geantwoord: 1,140,000 inaravedis. Wat ech ter de waarde is van een maravedi, wist men tot nog toe niet. Een Duitsch profes sor, J. Riege, heeft nu uit eenige nage laten beschikkingen van Ferdinand en Isa- bella afgeleid, dat een inaravidi 2 56 pfennig waard geweest moet zijn, zoodat de ont dekking van Amerika der Spaansche vor stin nog geen 30,000 mark gekost heeft. Hierbij moet in aanmerking worden ge nomen, dat de waarde van het geld des tijds veel grooter was. IckeSteehouwer, d. K. Duinkerde Graaff, z. N. PrinsSchol, z. C. SteemanSchoenma ker, d. A. M. v. RijswijkStrikker, d. J. v. MarleGoos, d. OVERLEDENA. Snel, 75 jaren. K. Krijgs man, echtgenoote van J. Akkerman, 52 jaren. Tijdstippen van verzending der Brievenmalen Naar Ooat-lndië: Datum der ter Tüdat. d.laat. Verzending»weg. poBt-ber.org. bu.l.ahPoitk 2-tMrt. 17 an 31 21 17 en 81 24 10 Apr. p. zeepost rift Amsterdam. p. zeepoat via Rotterdam p. Hollandschc mail via Genua p. Holl. mail via Marseille p. Fransche mail via Marseille p. Engelachc mail via Brindisi p. Dnitsche mail via Brindisi Naar Guyana (Suriname): p. zeepost via Amsterdam115 en 29 Mrt.1 p. mail over Engeland27 w p. mail via St. Nazaire. 7 April.J Naar Cura9ao, Bonaire en Aruba, St. Euatatiu8 en Saba p. zeepost viu Amsterdam. I 15Mrt. p. maiil via Queen8town. 17 Naar Hr. Ma. «Van Speyk" te Ireland-ltland Bermuda)via Queenatown, 24 Maart 12.30 's namiddags (aankomst der mail te Ireland- Island (Bermuda) 10 April). 7.16 'aav. 7.15'aav. 12.80nam. 12.30nam. 7.15 'b av. 8.45 'smor. 8.45 's mor. 7.15'«av. 7.16 7.15 'aav. St. Martin, 7.16's av. 12.80 'b nam. Burgerlijke Stand, gein. Helder. Van 9 tot en met 12 Maart 1893. ONDERTROUWD: F. R. Schwarz, pro voost bij de Marine en M. A. Veen. W. van Gyn, timmerman en A. J. H. La Maire. GETROUWDP. Schuurman en E. Sluiter. J. Kwinkelenberg en J. v. d. Veen. J. J. Sturk en M. Jonker. A. Smit en M. Darphorn. E. Flens en J. E. Goos. BEVALLENE. Strooker—ter Beek, d. W. C. RademakerKruk, d. F. Reedijk van Mullera, z. M. C. PhilipsHin, z. E. S. Heldersche Moppen. Oude heer (tot een bedelaar, dien hij in een gulle bui een dubbeltje heeft gegeven 1En wat denk je er nou mee te doen, man Bedelaar't Slaat nog niet bij mij vast, mijnheer, of ik er een levensverzekering voor zal koopon of het in staatspapieren zal beleg gen. Wat zou u mij raden In zeker blad kon men onlangs de volgende advertentie lezen «Te koop een prachtige bedelaarshoek in een zeer milddadige buurt, inkomsten gemid deld zes gulden per week. Borgstelling ver- eischte." Professor«Wat zoudt u doen als u bij 't begin van een lijk-opening bespeurde, dat de persoon nog teekenen van leven g«f?" Student«Dan zou ik hem vragen of hij er ook iets tegen had dat ik er mee voortging Marine en Leger. De minister van Marine brengt ter kennis van belanghebbenden, dat in Mei a. a. bij de directie der Marine te Hellevoetsluis een vergelijkend examen zal plaats hebben van jongelingen, die als mach. leerl. 2de kl. wenscben te worden aan genomen. Het getal der als zoodanig te plaatsen jonge lingen zal zich tot vijftien bepalen. Ingevolge kon. besluit van 10 dezer, No. 22, wordt met 1 April a. s. Hr. Ms. rammonitor 2de kl. „Panter," te Hellevoetsluis uit dieust gesteld en Hr. Ms. rammonitor late kl. „Matador" in dienst gesteld. Het bevel over laatstgenoemden bodem wordt opgedragen aan den kapt.-luit. ter zee Z J. Cam- bier, onder eervolle ontheffing van het door hem over eerstgenoemden monitor gevoerde bevel. De off. van gez. Ie kl. bij de zeemacht C. J. P. Verhoeff, is heden geplaatst aan boord van Hr. Ma. wachtschip alhier. De kapt.-luit. ter zee G. A. van der Mieden, thans op non-act., wordt te rekenen op 16 Maart a. s. in den aotieven dienst hersteld, geplaatst in de rol van het wachtschip alhier en belast met het bevel over den stoomschoener „Dolfijn," be stemd tot uitoefening van politie-toezicht op de visscherij in de Noordzee. De luit. ter zee lste kl. F. C. E. Koster van Hr. Ms. „Bonaire," wordt 16 Maart a. s. als lste olf. geplaatst aan boord Hr. Ms. „Zeehond."' BEWERKT DOOR A MO. 5) «Niet mogelijk, Minona Hoe is dat kunnen gebenren Daar heb je me geon woord van geschreven." «Omdat ik je alles mondeling wilde mede- deelen. Daarom verzocht ik je zoo spoedig mogelijk van Triest naar hier te komen. Ik heb je hulp noodig, baron, want ik kan nog niet aannemen, dat alles verloren is.« «Maar verklaar my toch «Luister Ik moet van vroegere tijden spre ken om je goed duidelyk te maken, wat eerst zoo vriendelijk en later zoo treurig in myn levenslot heeft ingegrepen. Misschien stel je er belang in, als je bij deze gelegenheid de geschiedonis van myn leven verneemt.» Twijfel daar niet aan, Minona!" Zij reikte hem de handhy drukte daar een kus op en toen begon zij «In het jaar 1859 stierf de luitenant-kolonel von Bjela op het slagveld by Solferino. De eenige, die zich in zyn stervensuur in zijn na- byheid bevond, was generaal graaf Michaël Czerny en aan dezen vertelde hy het geheim, dat hem zoo zwaar drukte. Dinsdag voor den afmarsch der troepen uit Milaan, was hy met zyn geliefde, een zangeres van het Scala-the- ator, Minona Ferrari genaamd, in het huwelyk getreden om aan het kind, datzy verwachtte, een eerlijken naam na te laten. Hy gaf zijn vriend het adres van zijn vrouw, verzocht hem zijn laatste groeten aan haar over te brengen en stierf gerustgesteld door de verzekering van den graaf, dat hij voor de weduwe zou zorgen, voor zoover zyn krachten toelieten en zij hulp mocht noodig hebben. Zoodra de vrede gesloten was, snelde de graaf naar Milaan, doch vond de vrouw niet meer, voor wie hy zich heilig voorgenomen had te zorgen. Het bericht van den dood haars echtgenoots had de geboorte bespoedigd van een kind, dat haar het leven kostte. De graaf vond een klein hul peloos wezen, verpleegd door de vrouw, by wie de moeder gewoond had, en gevoed door een min, die men had aangeschaft van het geld, dat in de nalatenschap was gevonden. Dat sehepseltje beschouwde de graaf als een erfenis van zyn vriend en diens ongelukkige vrouw. Dat kind, in zulke treurige en veel bewogen omstandigheden geboren, was ik.« «Dus de man, die later je echtgenoot is geworden, nam dit kind als vader tot zich? vroeg de baron. «Hy nam my mee naar zyn kasteel in Mo- ravië. Spoedig daarna verliet hy den krijgs dienst, en daar hy veel van de eenzaamheid hield, kon hy daar nu aan toegeven en zich geheel aan de opvoeding van het kind wijden. Tien jaar geleden had hij zijn eerste vrouw verloren, zijn zoon had by de wedrennen den dood gevonden en kort na afloop van den veld tocht in 1859 was ook zyn tweede vrouw ge storven en zyn huis opnieuw ledig. Zoo scheen ik door het toeval bestemd om in het stille huis nieuw leven te breugen. Maar vreemd genoeg ik ben eigenlyk nog noooit recht kind geweestik heb mij nooit in onschuldig spel kunnen vermaken en zelden of nooit heeft men my vroolyk hooren lachen. De zware moeielyke tyd, waarin ik geboren werd, had een stempel in myn karakter gedrukt. Echter hing de graaf met teedere liefde aan my hy liet my een zorgvuldige opvoeding geven en toen ik zestien jaar oud was, deed hy me een voorstel, dat me bijna met ontzetting vervolde. Hy had geen andere bloedverwanten dan een lichtzin nigen neef, aan wien het stamgoed moest vervallen reeds lang had by alle verkeer met dien neef afgebroken en om hem nu alle aan spraken op het overige vermogen te ontnemen, stelde de graaf my een huwelyk voor. Hij verzekerde my, dat hy als echtgenoot slechts myn vader zou blyven, zyn jaren maakten deze verzekering nog geloofwaardiger, en ik had daarom geen reden dit aanzoek af te wij zen, waardoor my het vooruitzicht op grooten rykdom geopend werd. Onmiddellijk na het huwelyk maakte de graaf het testament op, waarby ik erfgename werd van het geheele vermogen, met uitzondering van het stamgoed en eenige legaten voor de bedienden. DERDE HOOFDSTUK. Welnu, het testament?» vroeg de baron, nadat de gravin haar verhaal geëindigd had. «Dat testament bestaat niet meer,' antwoord de zij op kalmen toon. «Dat is niet mogelykl» «Luister slechts verder. De gebeurtenissen van den laatsten tijd herinnerden me leven dig aan een der eerste dagen van ons huwelyk, als ik het leven naast elkander zoo noemen mag. Wij hadden zijn zeventigsten veijaardag gevierd en toen wij 's avonds op het terras van het kasteel zaten, verviel de graaf in een weekelyke stemming. Hij trok mij naast zich en terwijl een traan in zyn oog glinsterde, zeide hy«MinonaGod is myn getuige, dat ik geen anderen wensch koester, dan je gelukkig te maken. Ik voel, dat ik niet lang meer leven zal en zoo lang zal ik nog voor je geluk kun nen waken. Als ik dood ben, mag je vry ge hoor geven aan de stem van je hart om ge lukkig te zyn met den man van je keuze. Maar zoo lang ik leel, zorg aan je hart het zwijgen op te leggen en waak voor je eigen eer en de myne.» Ter herinnering aan dat uur stak hij me dezen kostbaren ring aan den vinger, dien ik nog draag en ik legde een belofte af, die ik gehouden heb totdat ik kennis met u maakte. «Minona,» sprak de baron met een licht zinnig lachje," het spyt me werkelijk, dat die aanklacht tegen je zeiven zoo weinig gerecht vaardigd is." Een niet minder lichtzinnig lachje beant woordde het zyne, terwyl de jonge vrouw ver volgde .Wees maar wat ernstiger, myn waarde; je zal zoo dadelyk vernemen welke ernstige dingen hier in het spel zijn. Misschien her innor je je nog dien dag wel, dat je afscheid van ons nam. Ik trof je 's avonds by de kleine poort van het park aan. Wij wandelden onder de schaduw der boomen verder en als ik t$en getrouw was gebleven aan mijn belofte, had ik niet geluisterd naar je bekentenissen. Wat toen in het prieel volgde «Dat was het gelukkigste oogenblik mijns levens, dierbare Minona." «En misschien de grootste domheid van mijn leven." «Minona!1 »Mon heeft ons bespied «Wie «Niemand anders dan de graaf.» «Dat is niet mogelijk." «Ik weet het zeker. «Hoe dan ?a «Uit hetgeen hij den volgenden nacht in ijlende koorts sprak. Toon ik op het kasteel terugkeerde, vernam ik, dat de graaf onge steld was. Hij was in zijn kamer gegaan en had bevolen niemand by hem toe te laten, ook mij niet. Tegelijkertijd had hij een dokter ont boden. Ik maakte my ongerust, want by lich tere ongesteldheid riep do graaf nooit genees kundige hulp in. Nog altijd vermoedde ik niet, wat den ouden man zoo geschokt had, maar ik kreeg daar konnis van, toen ik omstreeks middernacht aan zyn bed sloop. In ylende koorts lag hij onrustig te woelen, op eens richtte by zich op, noemdo je naam en stak dreigend de vuist optoen zonk hij kermend op zijn bed neer. Bij het schemerende nacht licht had hij me niet gezien en de moed ont brak me om hem uit zijn ylen te wekken. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1893 | | pagina 1