't Vliegend Blaadje. KLEINE COURANT VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL. Ko. 2112. Zaterdag 10 Mei 1893 21ste^ Jaargang. KALENDER DEK WEEK. NIEUWSTIJDINGEN. „DE ERFGENAME VAN WINDECK." Bureau; Zuidstraat. Telefoonn0. 42. Bureau: Spoorstraat. Telefoonn0. 36. Abonnement p. 3 maanden binn. de gem. 50 Cent, met Zondagsblad 80 Cent. p. 3 maanden franco p. post 75 met Zondagsblad f 1,12®. Afzonderlijke nummers2 Cent. VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG. Uitgevers: BEBKHOUT Co., te Helder. Butmux: SPOORSTRAAT «n ZUIDSTRAAT. AdvortentlSn Elke regel meer5 Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Ad verten tiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn. Opkomst der Zon 4 u. 7 m. Onderg. 7 u. 46 m. MEI, (Bloeimaand, 31 dagen.) Zondag 14 Maandag 15 Nieuwe Maan. Dinsdag 16 Woensdag 17 Donderdag 18 Vrijdag 19 Zaterdag 20 HELDER, 12 Mei 1893. Onder directie van den hr. L. A. Schouten gaf Helder's Mannenkoor* Dins dagavond een concert in Tivoli. De liede ren werden flink gezongen, ondanks de afwezigheid van enkele leden van 't koor. Door ongesteldheid van den heer H. konden de solo's voor bariton niet worden voorgedragen. Men is derhalve dank ver plicht aan den heer F. de Haas, die be reidwillig optrad met de liederen Gloeiend gesmeed" en Bekeerd", van Heye, muziek Dr. Pyzel en daarop na een krachtig ap plaus liet volgen Matrozenlied". Jammer dat we door afwezigheid van den heer H. de liederen moesten missen, door den jeugdigen componist S. Vlessing op muziek gezet. Eenigermate werd dit vergoed door de voordracht van een paar zijner compoaitiën voor piano, die inder daad van goeden aanleg getuigden. De opkomst van het publiek was niet groot. Door den kapitein eerstaanwezend inge nieur der Genie alhier, is op Woensdag 10 dezer in het openbaar bij enkele inschrijving herbesteed het éénjarig onderhoud der werken en kazerne-gebouwen, enz. te Helder en op Texel (raming f8140). Ingekomen is 1 inschryvingsbiljet van den heer W. de Jong alhier, voor f 8945. Een banketbakker in Den Haag kreeg dezer dagen personen in zijnen win kel, die voor eenen rijksdaalder a contant iets kochten en daarna twee taarten be stelden mooie natuurlijk. De winkelier kreeg om naam en woonplaats, welke op gegeven werden, achterdocht, informeerde bij de politie en vernam daar, dat het in derdaad niet te vertrouwen was. Hij zond evenwel tóch zijn knecht naar het aange duide adres met groote doozen, bezwaard met steenen. De knecht schelde en terstond werd de bestelling in ontvangst genomen. Toen hij echter om betaling vroeg, werd hem vrij onvriendelijk de deur ge wezen. Dat de »flesschentrekkers" op hun neus gekeken hebben, laat zich begrijpen. Doch z$j hielden zich goed, want toen den vol genden dag de knecht de leege doozen terugvroeg, kreeg hjj ze alsof er niets ge beurd was. D. In het populair tijdschrift «Vragen van den Dag" komt een hoogst belangrijk artikel voor van dr. H. M. Duparc, onder den titel: rDe Mozaïsche wet en de besmettelijkheid der tuberculose (longtering.)" In den aanvang herinnert de schrijver aan zijn vóór 5 jaren in het licht gegeven brochure, getiteld«Be- smettelijkheid, voorkoming en geneeslijkheid der longtering," waarin hy bewezen heeft, dat de longtering besmettelijk is eD niet erfelyk, gelijk het algemeen heerschende gevoelen was. Verder herinnert hy aan de uitspraak in deze van het Genees- en Veeartskundig Congres te Parijs in 1888, waarin door meer dan 800 geleerden de overtuiging werd uitgesproken, dut de longtering bepaald besmettelijk is en dat dagelyksche waarnemingen hebben aan getoond, door het gebruik van het vleesch en de melk van parelzieke koeien by den mensch te worden voortgebracht. Het Congres open baarde, naar aanleiding daarvan, den wensch, dat een nauwlettend toezicht op den verkoop van vleesch en melk en verplichte kennisge ving der bij runderen voorkomende tuberculose algemeen mocht ingevoerd worden. Aan de invoering daarvan zou dan wel toegevoegd wordenbehandeling der zieke dieren en ont smetting der stallen. Als een bewys, dat de longtering grootendeels door het gebruik van besmet vleesch ontstaat, wyst de schrijver in 't vervolg van zyn artikel op het merkwaardig feit, dat deze ziokte sleehts zelden voorkomt onder de belijders van den Israëlitischen gods dienst, omdat deze alleen vleesch eten, dat zorgvuldig gekeurd en //Koscher" (geoorloofd) verklaard ismet andere woorden, omdat het vleesch ritueel geslacht en onderzocht wordt. Eveneens mag vleesch, van gestorven dieren afkomstig, door de Joden niet gegeten worden. Op grond van een veeljarige ervaring, zegt de schrijver, dat het hem is gebleken, dat het Joodsche slachtwezen de Israëlitische bevolking meer dan anderen vrijwaart tegen longtering, alsook tegen vele andere ziekten. Om de tubercoleuse infectie door het gebruik van het vleesch van parelzuchtig vee te voor komen, heeft de Talmud geboden, de tong vau ieder geslacht beest op te blazen, ten einde tuberculose te constateeren. Dat de Joden in het algemeen zelden of nooit door longtering worden aangetast, is door gezaghebbende geleerden in alle landen een stemmig beveetigd. Te Londen b. v. waar ge- heele wijken alleen door arme Israëlieten wor den bewoond, komt zy, blijkens de jaarversla gen der geneeskundige ambtenaren, onder de bevolking daarvan zelden voor. Zoo heeft dr. Loane verzekerd, dat de longtering onder de joden die in Whitechapel wonen, bijna nooit heerscht. En dr. Behrend heeft nog kort ge leden in een Engelsch tydschrift medegedeeld, dat hij gedurende eene 30jarige practijk, bijna uitsluitend onder de Joodsche bevolking te Londen, niet een enkel geval van longtering had te behandelen. Een ander geneeskundige, dr. Roesmes, verzekert, dat de Joden, blijkeus de statistieken, ten allen tyde niet alleen min der van groote epidemiën dan belyders van andere godsdiensten hadden te verduren, maar ook over het algemeen een hoogeren ouderdom dan deze bereiken, waartoe vooral ook hunne reinigings-voorschriften in groote mate bij dragen. Dit is van zóó algemeene bekendheid, dat zij bij sommige levensverzekering-maat schappijen een mindere premie hebben te be talen. •Geloofd zy God, die ons door Zijne gebo den geheiligd en ons bevolen heeft de handen te wasschen. »Deze woorden, die de aan de wet getrouwe Jood uitspreekt als hij, voor het aan tafel gaan zijne handen wascht, kunnen in tijden van heerschende besmettelijke ziek ten niet genoeg behartigd worden, zegt de schrijver. En hy voegt daaraan toe: »Wij vosren alle schadelijke stoffen, die aan onze handen kleven, tegelijk met de spijzen naar den mond en aldus natuurlijk naar en in ons lichaam. Zoo als algemeen bekend is, kan, b. v. bij cholera, die ziekte ontstaan, wanneer de kiem door spyzen en dranken in 't lichaam wordt overgebracht.* Het bovenstaande achten wij bclangryk ge noeg, om het onder de aandacht onzer leze ressen en lezers te brengen. Het artikel in zyn geheel is, om't gewicht van 't onderwerp, de lezing overwaardig. De Majoor—Majoor. Als een bijzonderheid meldt men, dat te 's Hertogenbosch garnizoen houden een korporaal Majoor, een sergeant Majoor, een sergeant-majoor Majoor en een tamboer Majoor hetgeen natuurlijk tot eigen aardige vergissingen aanleiding geeft. Op 1 Januari 1891 waren in de verschillende krankzinnigengestichten hier te lande aanwezig 6219 krankzinnigen, waarvan 3022 mannen en 3197 vrouwen. In het jaar 1890 bedroeg dat aantal 6054, namelijk 2953 mannen en 3101 vrouwen. Ten huize van deh heer J. P. Longay- roux, te Rotterdam, kwam men Dinsdagoch tend tot de ontdekking van een ontzettende ramp. Toen men te 6£ uur de 24-jarige dienst bode, genaamd Kramer, wilde wekken, be merkte men dat zy bewusteloos op haar bed lag, hetgeen eveneens het geval was met twee knapen van 16 en 8 jaar, zoons van den bewoner, die met haar op hetzelfde vertrek, op de 4e verdieping gelegen, sliepen. Men dacht aanvankelyk met drie lijken te doen te hebben. In het slaapvertrek nam men een sterke gaslucht waar. Onmiddellijk werd ge neeskundige hulp ingeroepen, en twee doktoren hielden zich geruimen tijd met de bewuste- loozen bezig, zonder merkbaar te vorderen. Op hun raad paste men voortdurend de bekende voorschriften tot hulpverlecning bij plotselinge ongevallen toe, ten einde zoo mo gelijk het leven op te wekken. Deze pogin gen werden in zooverre bekroond, dat tegen den middag de jongste zoon het bewustzijn herkreeg. Hoewel uiterst zwak, bestaat er voor hem geen oogenblikkelyk levensgevaar. Erger is het evenwel gesteld met den oudsten zoon, die hoewel teekenen van leven gevende, te 3 uren Woensmiddag nog niet tot bewust zijn was gekomen en nog ernstiger is het met de dienstbode gesteld, zoodat voor haar het gevaar, dat zy er het leven niet zal af brengen, niet gering te achten is. De ramp wordt aan gasontsnapping toegeachreven. Te 10 ure 's avonds was nog weinig ver andering in den toestand gekomen. Op dat tijdstip was ook de 16-jarige zoon van dien heer even tot bewustzijn geko men de dienstbode was nog steeds bewus teloos. Ook de 8-jarige zoon heeft hevige koortsen gekregen, zoodat van allen de toe stand hopeloos geacht moet worden. Het is thans haast zeker gebleken, 'dat de ramp het gevolg is geweest, Diet van een lekkage, maar van het opendraaien van een gaskraan, door de bewustelooze dienstbode, die zulks gedaan moet hebben in de meening, dat die kraan openstond, omdat zij juist in tegenovergestelde richting sluit als men aan gaskranen gewoon is. Holland in A merika. De bekende Holland Society" te New- York heeft den 29en April in het Hotel Waldorf een feestmaaltijd aangeboden aan het etat-raajor van Hr. Ms. Van Speykc, die onder bevel van den overste W. A. Arriëns, de Nederlandsche marine verte genwoordigde bij de tentoonstelllingsfees- telijkheden te New-York. Een strikje met de nationale kleuren versierde elke spijskaart, waarboven een portretlijst zonder portret was aangebracht met den naam Yan Speyk. En onder de lijst stond Note. As there was not enough of the hero Van Speyk left to paint, after he blew up his ship, his portrait here is lacking but his memory remains intact. [Daar er nadat hij in de lucht gevlogen was niet genoeg was overgebleven van den held Van Speyk om een afbeeldsel van hem te maken, ontbreekt zijn portret hier, maar zyn nagedachtenis blijft leven.] De spijskaart was op oranjepapier ge drukt en versierd met de beeltenissen van De Ruyter, Tromp en Piet Hein. Zondag is uit de Maas te Asselt, onder Swalmen, opgehaald het lijk van Daniël Smeets, den moordenaar van het meisje te Echt. Aan het hoofd van het lijk waren twee wonden. In een der zakken vond men een mes, waarmede naar alle waarschijnlijkheid de moord gepleegd is. Men zal zich herinneren het op 8 Oct jl. te Hilversum plaats gehad hebbende ongeluk, waarbij A. Tilburgs in een put van 40 voet diep bedolven werd door in storting, en daaruit met eigen levensgevaar gered werd door C. van Reenen. Deze hel dendaad werd door de hooge regeering be loond met het schenken aan C. van Ree nen van de zilveren reddingsmedaille. Thans heeft zich naar het >U. D.« meldt te Arnhem een comité uit ver schillende werkieden-vereenigingen ge vormd met het doel, pogingen in het werk te stellen om aan deze daad van moed en zelfopoffering eene blijvende herinnering te verbinden, en van de hooge regeering alsnog te verkrijgen dat C. van Reenen benoemd worde tot Broeder van de Neder landsche Leeuw. Tevens doet het comité een beroep op alle werklieden in Nederland om stoffelijken en zedelijken steun, ten einde dezen held van de symphatie der Neder landsche werklieden een tastbaar blijk te geven. Zij wil trachten deze daad te ver eeuwigen, b.v. door het doen vervaardigen van een portret in olieverf en dit aan het Rijksmuseum ten geschenke aan te bieden, of wel zoodanig stoffelijk blijk aan Yan Reenen zelf te schenken. In een adres aan de Koningin-Regentes wordt voor Van Reenen de benoeming tot broeder van den Ned. Leeuw gevraagd en in een adres aan de Tweede Kamer de toe kenning van »een nationaal stoffelijk hul deblijk. c Men meldt uit Enkhuizen aan »De Standaard Ter laatste instantie is thans uitspraak gedaan in zake de erflating Snouck van Loosen, die over ettelijke millioenen loopt, ten gunste van de heeren Lakenman en Wendelaar. De aanzienlijke Snouck van Loosen-stich- ting hier ter stede, deftig en prachtvol ingericht, blijft dus, en zal binnenkort door de rechthebbenden betrokken worden. Een groot deel van 't kapitaal blijft hier naar men verzekert, zal ook een gedeelte wor den besteed voor den aanbouw van 50 werk manswoningen. Vele familieleden, die zich in deze quaestie arm hebben gepleit, ont vingen niets. Tachtig inillloen galden wordt er jaarlijks in Nederland uitgegeven voor sterken drank. Tachtig procent der gevangenen is middellijk of onmiddellijk ten gevolge van drankmisbruik gekerkerd. De krankzinnigengestichten en de gast huizen, de toevluchtsoorden voor dakloozen en andere philantropische inrichtingen zyn meerendeels met slachtoffers van den drank gevuld, c Aldus luidt de aanhef eener beknopte circulaire, welke een commissie uit het be stuur van de Amst. afdeeling der Ned. ver- eeniging tot afschaffing van sterken drank thans verspreidt. Een paar weken geleden heeft die af deeling haar vyftig-jarig bestaan herdacht. By die gelegenheid is de klacht geuit, dat zij de noodige middelen mist om het drank misbruik zoo krachtig te bestryden als de zustervereenigingenin Engeland en Amerika het kunnen doen, dank zij de aanzienlijke kapitalen waarover deze beschikken. Daar om wendt de commissie zich tot allen die zoijder als leden te willen toetreden haar streven willen steunen en vraagt bij dragen tot het bijeenbrengen van eenig kapitaal, dat haar in staat stelt krachtiger dan tot nu toe te handelen. De circulaire is mede onderteekend door een dertigtal bekende ingezetenen, die schoon geen leden der Vereeniging, zich met haar streven ten hoogste ingenomen ver klaren. Gaarne bevelen wy het goede werk in de welwillendheid onzer lezers aan. Zonder zelf afschaffer* te zyn, kan men door geldelijke hulp een der gevaarlijkste vijan den van de volkswelvaart mede trachten te verdry ven. (»Hbld.«) Te Vlierlingsbeek is een dienstmeisje sedert drie dagen en nachten slapende. Geen middel is tot nog toe in staat geweest haar te wekken. Een zonderlinge liefhebberij. Dezer dagen werd de politie te Enschede des avonds gewaarschuwd, dat een net ge kleed Duitseher F. S., instrumentmaker te Rotterdam, verschillende personen lastig viel, door zich schuldig te maken aan be delarij. S. werd in verzekerde bewaring genomen, nadat de politie zich had over tuigd, dat hij ruim f *130 by zich had en op reis was naar Leipzig, waar zijne moe der woonde. Den volgenden morgen by het openma ken der cel bleek het, dat S. des nachts niet lui was geweest. Zijne dekens en la kens had hy in kleine stukjes getrokken en op elkaar gelegd en eveneens alles wat in de cel aan houtwerk was in kleine stuk jes gemaakt. Op de vraag, waarom hij dit gedaan had, kreeg men alleen ten antwoord, dat hy werk wilde hebben. Het bleek dan ook spoedig by dit onderzoek, dat S. aan verstandsverbijstering BEWERKT DOOR AM O. (21 Onhoorbaar sloop Karei Nisser verder de trap op naar de deur van mijnheer Knablein's kamertje, waar hy het oor tegen het sleutelgat legde. •Wil mynheer de baron plaats nemen vroeg de schryver. Ik kom thans niet als baron ik ben op het oogenblik uw oude bekende, mynheer Vogel, begrepen *Ga zitten mijnheer Yogel 1" sprak de schrij ver. //Ik heb echter liever met den baron te doen dan met mynheer Vogel.* •Dat begrijp ik zeer goedde baron drukte u gisteren vijfduizend gulden in de hand.« Vyfduizend gulden 1 De luisteraar aan de deur hoorde die woorden met verbazing aan. Wat voor een zaak zou dat geweet zijn, waar bij mynheer Knablein zoo'n groote som geld verdiend had En dan voer de schryver beschroomd en bjjna stotterend voort, u weet de za ken, die wy samen gedaan hebben voor geen geld zou ik weer zoo iets «Heb daar geen zorg voor,* viel mynheer Vogel in. Ik kom nu niet voor zoo'n zaak. Gisteren heb ik u reeds gezegd, dat die soort van zaken afgeloopen zijn. Doe met uw geld wat ge wilt, en leef zoo gelukkig als maar mogelijk is, ik zal u niet hinderen. Maar ge kunt my een dienst bewyzen, waarvoor ik u ryk zal beloonen.* «Welken dienst verlangt u van mij, baron Mijnheer Vogel scheen niet op te merken, dat hy tegen zyn uitdrukkelijk verlangen als //baron* werd aangesproken, en antwoordde: Ja, laat ik u dat eens vertellen 1 Maar vooraf een goeden raad mynheer Knablein I Bemoei u nooit met de vrouwenHet zou kunnen ge beuren, dat ge by een schoone jonge vrouw punch drinkt en dat ge plotseling wordt over vallen door een gevoel van vermoeidheid, zoo dat ge uw oogen niet kunt open houdenge valt in slaap." «Juist, als men te vael gedronken heeft." •Neen, neen, mynheer Knablein Maar die schoone jonge vrouw heeft een kamenier, die de kunBt verstaat een slaapdrank gereed te maken. Op een wenk van haar meesteres mengt zij daarvan iets in de punch* Kortom, ge valt in slaap en eenige uren later ontwaakt ge in een donker vertrekje, dat u geheel vreemd voorkomt en ge kunt u niets herinneren van hetgeen kort voor uw inslapen is gebeurd. En als ge dan in uw borstzak grijpt, bemerkt ge dat een document verdwenen is, dat voor u bijna even groote waarde heeft als voor den persoon, die het u in den slaap ontstolen heeft •En is u dat overkomen, mynheer mynheer Vogel?* vroeg de schryver. •Zoo iets van dien aard, ja 1 O, die vrou wen Het papier, dat men u ontstolen heeft, was zeker het valsche testament, niet waar •Neen, veel erger! Het echte testament is mij ontstolen Het testament van Graaf Czerny?" «Spreek niet zoo luid, mijn waarde. De muren hebben ooren. Woont ge hier alleen op deze verdieping?' Geheel alleen! Links en rechts zijn leege kamers.* De luisteraar aan de deur hield den adem in. Het gesprek boezemde al meer en meer belangstelling in, hij twijfelde niet langer: het toeval had hem op het spoor van een misdaad gebracht. Byna fluisterend zeide mynheer Vogel»Ik had het echte testament zelf gehouden Welke waarde had het voor u viel Knab lein in. Wel, de persoon, die uit het valsche testa ment voordeel moest trekken De gravin vroeg de schryver. Die persoon was in mijn macht, want ik had het valsche testament op één dag vroeger gedateerd. Dit valsche stuk was niets waard, als een ander document bestond van lateren datum «Aha, ik begryp u." «Ge hebt mezelf op dien gelukkigen inval gebracht, mijn waarde. Ook bekwame mannen hebben soms een zwak oogenblik en in een zwak oogenblik enfin, ik bezit het kost bare bewijsstuk niet meer. Het is mij ontsto len en waarschijnlijk op dit oogenblik reeds vernietigd." •Hm, hm, wat kan ik daar aan veranderen, baron, mynheer Vogel, wilde ik zeggen •Zeer veel, mijn waarde," sprak de baron. •De vrouwen zijn listig, en het kan licht ge beuren, dat zij ons een poets leveren. Maar zij zijn gewoonlyk toch bang van aard en men kan ze licht vrees aanjagen. Ik spreek open hartig met u, mijnheer Knableinik zal u vertellen wat ik van plan ben te doen om dien diefstal krachteloos te maken en ons voor deel te doenik zegons voordeel, want mijn voordeel is ook het uwe, dat zult ge wel be- grypen. De zaak is zoo gelegenOp grond van het valsche testament dat gij geleverd hebt, zal de gravin aauspraak maken op de erfenis van vyf millioen, en ik twijfel niet, of die aanspraak zal geldig gemaakt worden. Zij zal zich gelukkig en veilig gevoelen, want zij zal niet denken dat wy haar geheim zullen verradenimmers daardoor zouden wij ons zeiven aan het gerecht overlevoren. Zoo gerust als de dame op dit oogenblik misschien is, zoo bang zal zy zijn, als ik op zekeren dag voor haar sta en zeg Mevrouw de gravin, ge vergist u, als ge denkt, dat ge uw buitin veiligheid hebt gebracht en dat niemand u in het bezit zal durven storen. Waarschijnlijk hebt ge het echte testament verbrand, maar er bestaat een afschrift van, met precies de zelfde woorden in hetzelfde handschrift en van denzelfden datum, geschreven door denzelfden bekwamen man, die u het valsche testament geleverd heeft. Niemand kan dit afschrift on derscheiden van het oorspronkelijke stuk, en ook het gerecht zal dit stuk aannemen even goed als het valsche testament, dat door u word overlegd." «En wat wilt ge daarmee bereiken •Laat dat maar aan my over myn waarde. Het is my voorloopig slechts te doen om haar vrees aan te jagen." Maar hoe wilt ge een afschrift krygen?" «Zeer eenvoudig. Daar moet gy me aan hel pen, myn waarde. Vroeger hebt ge my ver zekerd, dat ge wel twintigmaal een geschrift naschrijft, totdat de trekken der letters vast in uw geheugen geprent zijndan kunt ge ze zelfs na weken nog zeer juist namaken. Ik heb het testament herhaalde malen gelezen, zoodat ik me den inhoud en den vorm nog precies weet te herinnerenik zal u nauwkeurig op geven, wat ge te schrijven hebt. Als ge in staat zyt Dat alles zal niet noodig zyn,« zeide de schrijver nu. •Hoe bedoelt ge dat?" fHet geschrift, dat ik u teruggaf als het echte testament van Graaf Czerny •Nu Dat was het echte stuk niet!* Hoe moet ik dat begrypen?* «U ontving een couvert met het zegel van den graaf, maar in dat couvert had ik een af schrift gedaan van het echte testament. Het was zoo goed nagemaakt, dat ik u er ook mee beetnam.* •Wat zegt geGe zyt een verduiveld knappe kerel, mynheer Knablein Maar welk oogmerk hadt ge daar bij (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1893 | | pagina 1