't Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT
TEXEL
Mo. 2120.
Saterdag 10 Juni 1808.
21ste
KALENDEB DEB WEEK.
NIEUWSTIJDINGEJT.
Programma m bet 51e Zomer-Concert,
„DE ERFGENAME VAN
WINDECK."
KT9
Bureau: Zuidstraat.
Telefoonn0. 42.
Opkomst der Zon 8 u. 89 m.
Onderg. u 8 u. 20 m.
JUNI (Zomermaand, 80 dagen.)
Zondag 11
Maandag 12
Dinsdag 13
Woensdag 14 Nieuwe Maan.
Donderdag 15
Vrijdag 16
Zaterdag 17
HELDER, 9 Juni 1893.
Tot onderwijzeres aan de school met
den Bjjbel alhier is benoemd mej. J. E.
Schrieke, te Zetten.
Bij koninklijk besluit van 2 dezer is
bepaald dat bjj afzonderlijke dagorders zoo
in Indië als in Nederland eervol zal worden
vermeld de luit. ter zee 2de kl. Jhr. E.
G. Wichers, en zulks ter zake van zijn
loffelijk gedrag in een gevecht ter West
kust van Atjeh, in Januari 1893 bjj ge
legenheid van het vermeesteren^ van eene
Ï>rauw, toebehoorende aan een het Neder-
andsch gezag vjjandig gezind Atjehhoofd.
Ten gerieve van zeelieden en visschers
is een vaarwater van de Boschplaat tot
Terschelling geheel van drijf bakens voor
zien, zoodat de tocht naar Ameland veel
gemakkelijker is gemaakt. Deze voorzie
ning is geschied door het loodswezen te
Terschelling.
Door den officier van justitie bij de
rechtbank te Alkmaar, bijgestaan door
twee doctoren, is een onderzoek ingesteld
naar den toestand der ljjken van J. de V.
en J. H. P.. die beiden den 26 Mei jl.
in de nabijheid van Urk zjjn verdronken.
Naar men zegt, valt echter aan misdaad
niet te denken.
Uit goede bron verneemt »Het Va
derland," dat uit Indië een telegram is
ontvangen, behelzende het bericht, dat de
schjjfschieters van het stoomschip »Lom-
bok" bij Segli (Atjeh) door den vijand
overvallen zijn, bij welke gelegenheid de
stuurman Prins is omgekomen en de luit.
ter zee C. Fock en twee minderen licht
zjjn gewond.
Nadere bijzonderheden ontbreken.
Een Reuter-telegram meldt, dat in
Londen een bericht is ontvangen uit Soe-
rabaya luidende aldus
»Te Koetei (O.-kust van Borneo)iaeen
ontploffing ontstaan aan boord van het
HoUandsche ss. >Houthandel« van de firma
Buwalda.
Vijf personen werden gedood en verschil
lenden gewond. Het vaartuig dreef af naar
den benedenwal. De kapitein is te Soera-
baya aangekomen.
Nader verneemt men, dat de >Houthan-
delc van de firma P. Buwalda Co. (Am
sterdam en Samarang), tijdelijk in dienst
was van de Indische Pakketvaart-Maat-
schappjj, en daarbjj steenkolen vervoerde
van Koeti naar de havens op Java. Het
ligt voor de hand, dat de ontploffing wordt
toegeschreven aan het ontbranden van ko-
lengassen.
Uit Harlingen wordt gemeld
De bemanning van het in de Oostzee
door een Engelsche stoomboot overzeilde
schip >Nicolaas" is hier aangekomen, zon
der iets van kleeding of andere bezittin
gen te hebben gered. Van Kopenhagen,
waar zjj aangebracht waren, hadden zij
een reiskaart van den consul op Lubeck
door toedoen van den consul aldaar werden
ze tot Hamburg vervoerd en van Hamburg
tot Nieuweschans. Hier, op Nederlandschen
bodem, werden ze als landloopers behan
deld. De burgemeester van Nieuweschans
zond ze naar zijn collega te Winschoten,
deze zou ze zeker op die van Groningen
hebben geëndosseerd, enz. enz., indien ze
te Winschoten niet gelukkig hunnen ka
pitein hadden gevonden, die vooruit was
gereisd. Deze nu had nog geld genoeg, om
zijne makkers in het ongelnk naar hier
te doen transporteeren.
Te Zuidlaren is Maandag de kerk
toren, waarnaast de openbare school staat,
door een zwaar onweder getroffen. De in
de school aanwezige kinderen, ongeveer
200 in getal, ontvluchtten zeer ontsteld
het gebouw, terwijl de bliksem zich een
weg baande langs den toren, door een turf
hok der school en een muur naar buiten,
zonder brand te veroorzaken.
De uurwijzerplaat van den toren was
geheel vernield, benevens vele pannen, lat
ten en plinten. Een koe in de nabjjheid
werd gedood.
Te Leeuwarden kwamen Zaterdag
28 Duitsche grasmaaiers aan. Na eenige
plaatsen der provincie bezocht en daar
hunne diensten aangeboden te hebben, zjjn
Maandag 20 hunner onverrichter zake naar
hun land teruggekeerd, omdat, tengevolge
van de langdurige droogte, nog geen vol
doende hoeveelheid hooigras op de weilan
den aanwezig is.
Ook vele arbeiders uit het Oldampt kre
gen uit Friesland bericht, dat men hen daar
in den hooitijd niet noodig heeft. De te
leurstelling is groot en werkeloosheid kan
niet uitbljjven.
Op het bij Gorinchem gelegen fort
Vuren bevindt zich tegenwoordig een ma
chinist en slotenmaker van beroep, die
naar de »N. Gor. Ct." mededeelt door
zjjn gedrag telkens aanleiding geeft tot
straf en afzondering, doch dan ook met
elke sluiting spot. Reeds 17 sloten van
verschillende samenstelling, tot handboeien
toe, heeft hjj achtereenvolgens verbroken,
zonder dat men ontdekken kan, waarmede
of hoe hij het kunststuk verricht.
Te Wester-Blokker (N.-H.) is bij
het afbreken van een oud huis, op het erf
van den heer J. Wagenaar, Zaterdagna
middag, diep onder den voormaligen vuur
haard, door de werklieden een verteerd
zakje gevonden met dertig zilveren munten,
zoo groot als een gulden, maar half zoo
zwaar, sommige aan de eene egde met een
dubbelen arend en het jaartal 1686, andere
met een leeuw en in het Latjjn de opschrif
ten Deventer munt", en: Eendracht
maakt macht." De keerzjjde toont bjj som
mige een geharnasten, bij de andere een
gewonen ruiter, terwjjl alle als muntwaarde
6 S. (6 stuiver) melden.
In vroegere jaren was op ditzelfde erf
een dergelijke vondst gedaan, en daarom
had de eigenaar nu met de bouwlieden
vooraf de noodige afspraak gemaakt.
Het publiek profiteert er bij
Uit overdreven concurrentie biedt de ka
pitein der stoomboot >Eendracht" aan,
om de passagiers van Oosterzee naar Hee
renveen gratis te vervoeren. (St.)
Amsterdam's roofhol
Nog steeds duren de aanrandingen en
diefstallen in de O. Z. Armsteeg te Am
sterdam voort. Thans weder zjjn twee
mannen bestolende een miste f 45, de
andere een portemonnaie, waarin f 2.
Een agent had beiden gewaarschuwd geen
huis in die steeg binnen te gaan, maar
het hielp niet.
Wie niet hooren wil, moet dan maar
voelen
Een-Oudstrijder van honderd jaar.
In den Kolderveensche Bovenboer, in de
nabjjheid van Steenwijk, woont de oud-
strijder Hendrik Wolters Snijder, geboren
16 Juni 1793 en dus binnen enkele dagen
honderd jaar oud.
Hjj is een der laatst overgeblevenen van
Ren, die den slag van Waterloo meege
maakt en met de legers der verbonden
mogendheden onder de muren van Parijs
vertoefd hebben. Vjjf jaar lang heeft hjj
de zware vermoeienissen van het krijgs
mansleven in die dagen uitgestaan en daar
voor later de zilveren Waterloo-medaille
ontvangen.
Tot vóór korten tjjd verrichtte de krasse
grijsaard, die niet groot, doch zwaar eu
sterk gebouwd is, nog zjjne dageljjksche
bezighedenmaar nadat hij verleden jaar
door de inflaenza werd aangetast, moest hjj
meer rust nemen. Zjjne zintuigen zijn nog
;oed, zjjne geestvermogens tameljjk helder.
Ijj loopt nog rechtop.
Het zal den dapperen oud-strjjder op
zijn aanstaanden honderdsten verjaardag
zeker niet aan bewjjzen van belangstelling
ontbreken.
Een nationale boom
Men heeft in Centraal-Amerika een
boom ontdekt, welks bladeren deze kleuren
rertoonen 's morgens zjjn ze wit, 's mid
dags rood en 's avonds blauw.
Als we dien nu eens tot onzen nationalen
boom maakten, roept de Arnh. Crt." uit.
Uit Arnhem wordt gemeld
De heer P. en zijne echtgenoote werden
Dinsdag in hunne woning in de Hofiaan
doodgeschoten gevonden. De vrouw is ver
moedelijk eerst door den man vermoord.
De waarschijnlijke beweegreden tot de
daad was geldelijke moeilijkheid, tengevolge
van ongelukkige speculatie.
In dan nacht van 22 op 23 April
jl. had voor een herberg op het Zieken te
's Gravenhage een vechtpartjj plaats, waarbjj
zekere J. A. v. L., uit Amsterdam, oud
28 jaren, korist van beroep, die tijdelijk
bjj zjjne schoonouders met zjjne vrouw
logeerde, een paar slagen met een man
gelrol kreeg, tengevolge waarvan hjj nog
in dienzelfden nacht in het ziekenhuis
overleed.
De jenever scheen ook hier weer een
hoofdrol gespeeld te hebben. G. T., steen
drager, en J. N. v. d. V., beiden te 's Hage
woonachtig, hadden 's avonds in een her
berg gezeten en verlieten die 's nachts om
12 uur. Komende langs de kroeg van
Jansen, op het Zieken, zou G. T. van v.
L. den verslagene zonder eenige
aanleiding een klap in het gelaat gekregen
hebben, waarop een kloppartij volgde,
waarbjj het, daar er een borreltje in zat,
nogal raak toeging. Anderen hadden zich
met het standje bemoeidonder anderen
zou er gebruik zjjn gemaakt van messen
en een mangelrol, en v. d. V., die zelf al
een paar klappen met dat stuk hout had
gekregen, ontrukte dat aan zjjn tegenstan
der, snelde zjjn kameraad T. te hulp en
sloeg, naar hjj zegt in den blinde, naar
v. L. met het reeds medegedeelde gevolg.
Het geneeskundig onderzoek heeft aan
het licht gebracht, dat schedelbreuk en
hersenverscheuring de oorzaken van den
dood waren.
Het openbaar ministerie vorderde voor
den toebreDger van den doodeljjken slag
2 jaar en 6 maanden gevangenisstraf, en
voor den persoon die met den verslagene
geworsteld heeft, vrjjspraak.
Te Hamburg is, bjj het opstijgen
van een ballon, het schuitje losgeraakt.
De luchtschipper, de heer Behrends, greep
een touw van den ballon en verdween in
een oogwenk met den grooten bol uit het
gezicht. Het is hem evenwel gelukt, het
touw van de veutilatieklep te bereiken en
zoodoende kon hjj ongedeerd weer de aarde
naderen.
Een der correspondenten te Hamburg
van het >Hbld.« schrijft van 6 dezer: De
meest zorgvuldige voorzorgsmaatregelen
worden hier genomen om een cholera-
epidemie te voorkomen. Niet alleen wordt
nagenoeg al het water, zoowel waach- als
drinkwater, in de huizen gekookt, maar
ook in de straten vindt men overal houten
gebouwtjes waar gratis gekookt water
wordt uitgereikt. In de havens varen stoom
bootjes rond, voorzien van groote borden
met het opschrift: >gekookt water,* ten
einde dit aan de schepen uit te deelen.
Na het reeds vermelde geval heeft zich
geen tweede meer voorgedaan trouwens,
elke zieke die maar eenigszins verdachte
verschjjnselen vertoont, wordt aanstonds
naar het ziekenhuis gebracht en zeer streng
afgezonderd.
Het Elbe-water voor de waterleiding
wordt thans niet dan gefiltreerd gebruikt
en het verbod om tuinen en straten te
besproeieD is daarom uitgevaardigd, omdat
het gefiltreerde water niet in zoo groote
hoeveelheid voorhanden is en men dus
allicht ongefiitreerd water voor besproeiing
zou bezigen.
In den laatsten tjjd is herhaaldeljjk
voorgekomen, dat vreemde zeelieden, door
zich te verstoppen in het volkslogies op
de petroleumbooten te Charlois, kosteloos
overtocht naar Amerika zoeken te ver-
krjjgen. Zoo ook weer dezen Zondag, toen
door de politie twee van die lieden gevon
den en van het terrein verwjjderd werden.
Voortaan zal bjj het vertrek vooraf door
de officieren der equipage een nauwkeurig
onderzoek worden ingesteld.
In China oefenen sommige vrouwen
een eigenaardig beroep uit. Gewoonljjk
zjjn het oudere dames, die zich daarmede
bezig houden. Zij gaan van huis tot huis,
waarin gefortuneerde familiën wonen, hare
komst door het slaan op trommels aan
kondigende. Zij wenden zich tot de vrouw
des huizes of deze ook door haar wenscht
geamuseerd" te worden. Indien het aanbod
aangenomen wordt, dan zet zjj zich bij de
dame om haar de laatste schandalen, de
nieuwtjes en de »on dits" te vertellen. Zjj
ontvangen f 2 honorarium per uur en soms
nog meer, als zij iets bjjzonder belangrjjks
weten mede te deelen. Aldus verhaalt de
»Amst. Ct."
Ook hier te lande bestaat iets dergeljjks
merkt de Arnh. Ct." op maar het
geschiedt zonder honorarium.
Tijdstippen van verzending der
Brievenmalen.
Naar Oost-Indii:
Dmtumderter
po»t-bezorg.
p. zeepost ria Amsterdam. 16 eu 80 Juni
p. zeepost via Botterdam 9 cn 23
p. Hollandaehe mail via Genua J 8 en 27
p. Holl. mail via Marseille 20
p. Fruniche mail via Marseille 9 eu 23
p. Engeleohe mail via Brindisi 16 en 80
p. Duitsche mail via Napels 3 Juli
Naar Guyana (Suriname):
p. zeepoet via AmsterdamI 28 Jnni.
p. mail over Engeland. 19
p. mail via St. Nazaire. 7 Juli.
Naar Curagao, Bonaire en Aruba,
St. Euatatiua en Seba
p. zeepoet via Amaterdam. .i 26 Juni
eiken Dinedag.
p. mail via Southampton Donderdag
I en Zaterdag.
Naar Hr. Me. .Tromp" te Bahia:
ampton, 13 Juni, 12.80 's nam.
der mail te Bahia 2 Juli).
Tijdet.d.laat.
buiLabPoetk
op ZONDAG 11 JUNI 1893,
's middags 21/* uur.
1. „Souvenir du Pays natal," Marche mili
taire, E. Degrez. 2. Onverture zu dem Melo
drama «Yelva», C. G. Reissiger. 3. *L' Etoile
d' Angleterre," Solo pour Cornet 4 pistons,
Ch. Lamotte. Voor te dragen door den solist
W. B. Helmann. 4. Fantaisie sur 1' opéra
„Roland k Roncevanx,* M. de Mermet.
PAUZE. 5. Feest-Ouverture, C. van der
Linden. 6. Fantaisie de 1' opéra-comique
i Mascotte", Edmund Andran. 7. #An der
schonen blauen Donau, Walzer", Johann
Strauss Sr.
Nos. 1 en 4 eerste uitvoering.
No. 8 op verzoek.
7.16 W
7.16'«»v.
12,80'* nam.
12.80'*mam.
7.16'» av.
8.46mor
8.4ó'i mor.
7.16'aav.
7.16'»av.
7.16 'aav.
tt. Martin
via South-
Aankomst
Marine en Leger.
De machinist le kl. J. J. Jöbsii, chef van
het machinekamer personeel aan boord van Hr.
Ms. „Merva", wordt overgeplaatst als chef op
het lichtschip „Terschellingerbank."
Het machinekamer-personeel van de „Cerberaa"
.1 bestaan uit den maoh. le kl. J. C. A. Gijzen,
dien der Se kl. H. C. Blano en die der 3e kl.
M. Staalman en H. J. P. ten Brugge Cate.
Hr. Ma. „Borneo", onlangs te Amsterdam uit
Glasgow gearriveerd, wordt il dezer in dienst
gesteld. De bemanning zal bestaan uit 1 luit.
ter zee le kl., 3 luits. ter zee Se kl., 1 off. van
gez., 1 off. van adm. en 72 onder-off. en mindere
schepelingen.
De mach. 2e kl. H. van 8nilekom wordt ge
plaatst bij de oonservatie op 's Rijks werf te
Amsterdam.
De dirigeerende off. v. gez. 2e kl. bij de zee
macht W. Schoondermark, geplaatst bij het hos
pitaal der marine te Willemsoord, wordt op non-
aotiviteit gesteld en vervangen door den off. v.
gez. lste kL bij de zeemacht dr. T. 8wart Abra-
De état-majoor van Hr. M.'s. oorlogskorvet
„Van Galen," Dinsdag van Batavia alhier aan
gekomen, bestaat uitden kapt. ter zee. W. J.
Blaauw, commandantluit. ter zee le kl. W. P.
Coolhaas id. 2de kl. P. W. Planten, H. v. Praag,
jhr. H. L. Qnarles van Ufford, P. te Veltrup,
J. H. Ketjen, W. F. van Erp Taalman Kip en
H. J. Boldinghadelborsten le kl. jhr. H. H.
Roëll, A. C. van Braam Hoockgeest, W. C. Lou-
don, F. van Manen, W. F. van der Hegge Spies,
C. N. Brugman, H. W. Verkerk, J. P. Muller,
W. L. Pilaar, N. Maats en A. C. Matthijaen
officieren van gezondheid le kl. W. Blaakhert en
D. de Bois Jr.off. adm. 2e kl. J. M. Tromp
en adjunct-admin. T. Akkerman.
BBWBBKT DOOS AM O.
(29
•Mjjnheer d' Hoffmann riep de commis
saris, »in naam der wet, gij zijtmjjn gevan
gene.»
Het volgende oogenblik vertoonde zich
achter den commissaris het hoofd van den
heer Wagner, die op het gefluit was toege
schoten.
Verschrikt door de komst van dezen indrin
ger, was de gravin op een stoel neergezonken.
De baron verbleektede hand, waarin hjj
het couvert hield, beefde zichtbaar. Het vol
gende oogenblik echter hield hjj het couvert
in de vlam der kaars en wierp het brandende
papier in een hoek, waar het de gordjjnen
in brand stak.
De commissaris haastte zich het kostbare
document te redden, terwijl mijnheer Wagner
de brandende gordjjnen afdrukte. Intusschen
maakte de baron van de gelegenheid gebruik
en vluchtte.
Zoodra de commissaris van het documont
gered had, wat er nog van te redden viel,
begon hjj met den heer Wagner den vluch
teling te vervolgen. De openstaande deur, die
van den salon toegang naar het park verleende,
verried welken weg de baron genomen had.
Alle bedienden werden met brandende flam
boawen en lantaarns het park ingezonden,
maar nergens was een spoor van den vluch
teling te vinden.
ZEVENTIENDE HOOFDSTUK.
In een toestand, die het midden hield tus-
schen de hoogste spanning en zekere mate
van teleurstelling, liep Karei Nisser nog laat
in den avond heen en weer in de kleine ka
mer van het logement, waar hij den nacht
zou doorbrengen.
Bjjna had hjj den eigenljjken vervalscher van
het testament in handen gekregen, en toch
was de schurk ontsnapt. In alle richtingen
had men den omtrek van het kasteel door
zocht, ook de bewoners van het dorp hadden
daarbjj geholpen maar alles tevergeefs.
Onder voorwendsel, dat ze zich onwel ge
voelde, had de gravin zich onmiddelljjk in
haar vertrekken teraggetrokken. De commis
saris, die haar wenschte te spreken, kreeg tot
antwoord, dat zjj te bed lag en eerst den
volgenden morgen te spreken was.
Daar liep hjj nu laat in deD nacht in zjjn
kamertje heen en weer; mjjn heer Wagner lag
in de aangrenzende kamer te snorken en nu
was de tjjd gekomen, dat Karei Nisser nauw
keurig kon onderzoeken, wat hem in de handen
was gevallen. HLij ging aan tafel zitten bjj de
kaars en liet zjjn blikken rasten op het por
tret, dat hij had opgeraapt. D«ar las hjj op
de achterzijde«Louise Koch, de moeder van
mjjn kind, overleden bjj haar bevalling den
6en Juli 1859.
Het verbleekte portret vertoonde een gelaat
met schoone regelmatige trekken, lange ge
krulde lokken en groote oogen, met een uit
drukking van kinderljjk vertrouwen. Een glim
lach speelde om haar fijn besneden mond en
toch lag over het geheel een waas van treurig
heid, als had zjj een voorgevoel van haar
treurig lot.
Het portret had voor Karei eene aantrek
kelijkheid, waarvan hij zich geen rekenschap
kon geven. Het kwam hem voor, of hjj dat
gelaat van vroeger kende het was, of hij die
groote zachte oogen, die lange lokken, dien
vriendelijk weemoedigen glimlach meer had ge
zien. En toch dacht hij daarbjj niet aan iemand
uit zjjn naaste omgeving, waaraan ieder ander
dadelijk zou gedacht hebben.
Nadat hjj een geruimen tjjd het portret be
schouwd had, stak hjj het in zjjn portefeuille
en begon nu zjjn onderzoek van hetgeen nog
overgebleven was van de aanteekeningen van
den graaf. Hjj legde de bladen voor zich op
de tafel en ondekte, dat hier en daar op het
papier nog eenige woorden leesbaar waren.
De laatste bladen waren nog ongeschonden,
de middelste ontbraken geheel, de voorste
bladen waren voor de helft verbrand.
Hjj begon onmiddelljjk zjjn rapport op te
stellen aan den chef der politie. Daarbjj wilde
hjj de half verbrande aanteekeningen van den
graaf overleggen, doch hjj maakte toch een
afschrift daarvan, dat hjj handig wist aan te
vullen, waar iets ontbrak aan een volzin
Zij noemde mjj haar naam en
deelde mjj ook het een en ander mede van
den toestand, waarin zjj den laatsten tjjd had
verkeerd. Zij heette Louise Koch, was ge
boortig uit Westfalen en had een betrekking
als kinderjuffrouw bij een bankier te Weenen.
Zjj had die betrekking echter verlaten, om
dat de heer de9 huizes haar met onzuivere
bedoelingen vervolgde. Uit de manier, waarop
zjj aanduidde wat zjj liever niet uitsprak,
maakte ik op, dat ik een fateoenljjk onbedor
ven meisje voor mij zagdit verhoogde haar
bekoorlijkheid in mijne oogen niet weinig.
Spoedig genoeg kon zjj bemerken, dat ze mjj
niet onverschillig was, maar zjj deed niets om
mijn genegenheid aan te wakkeren. Het zou
niets meer dan natuurlijk geweest zjjn, als zjj
getracht had te behagen aan den persoon, die
haar uit een neteligon toestand gered en haar
altjjd met fijn gevoel behandeld had. Maar zjj
was geheel onbekend met de kunsten van be
haagzucht, waarmee de vrouwen de harten
der mannen zoeken te winnen. Haar liefde
kwam voort uit haar dankbaarheidwellicht
ook had zjj reeds ondervinding opgedaan, waar
door zjj meer vertrouwen stelde in oudere dan
in jongere mannen. Zoolang ik haar gekend
heb, was zij altijd en in alles dezelfdealtjjd
zonder hevigen hartstocht en toch vol gevoel,
zonder berekening en zonder behaagzucht, zich
geheel overgevende aan den man, dien zjj lief
had en
Hier kon Karei niet verder lezen. Het blad
was voor het overige deel verbrand, evenals
het volgende. Voordat hjj verder ging, over
dacht hjj hetgeen hij tot daar gelezen had.
Hjj bracht dit in verband met hetgeen de
kamenier hem had medegedeeld. Nu was het
hem duideljjk, dat graaf Czerny gedurende
zjjn tweede huweljjk in den winter van 1858
op 1859 te Weenen toevallig kennis had ge
maakt met zekere juffrouw Louise Koeb, die
hij een grooten dienst bewees. Welke dienst
dit geweest was, had de graaf in de eerste
bladen van zjjn handschrift vermeld, doch die
waren bijna geheel vernietigd. Uit enkele
woorden die op sommige stukjes van het ver
koolde papier nog leesbaar waren, maakte hjj
op, dat de graaf haar van een wanhopige daad
had teruggehouden en haar gered had niteen
toestand van ellende, waarin zij geraakt was,
omdat zjj een braaf eerbaar meisje wilde bljjven.
Karei nam daarop het volgende blad in
handen en las
Nu leerde ik de liefde in haaron-
baatzuchtigsten en reinsten vorm kennen, zoo
als nooit te vorenhet was voor mjj een
schoone lente, die aan den winter mjjns levens
voorafging. Zonder eenige genegenheid was ik
voor de tweede maal in het huweljjk getreden
de teederheid, die mjjn ziekeljjke vrouw mjj
betoonde, was dikwjjls zoo ongewoon en over
spannen, dat ze mjj soms angstig maakte. Ik
erken dat ik de plichten tegenover mjjn vrouw
niet vervolde, maar ik werd meegesleept door
een zoeten aandrang, dien ik niet kon weer
staan. En ook zij zwichtte voor de macht der
liefdemet de grootste teederheid gaf ze zich
aan mjj overze offerde aan mjj haar eer op,
die zjj tegen een ander zoo dapper verdedigd
had. Ik
(Wordt vervolgd.)