't Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT
TEXEL.
Tweede Blad.
Ho. 2127.
Woensdag 5 Juli 1898.
21ste Jaargang.
NIEUWSTIJDINGEN.
,DE ERFGENAME VAN
WINDECK."
Bureau: Zuidstraat.
Telefoonn0. 42.
Atooimemeiit
p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., met Zondagsbl. 80 Ct.
id. franco per post 75 idem fl.12'
id. voor het Buitenland f 1.25, idem f2.00
YER.SCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder.
Sureaux: SPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT.
Advertentlën
van 1 tot 5 regel» 25 Cent.
Elke regel meer5
Groote lettere worden naar plaatBruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
HELDER, i Juli 1893.
Tot recht verstand van de belangrijke
beslissing, die jl. Dinsdag in de zitting van
den Gemeenteraad is genomen, diene het vol-
In de zitting van den Raad, gehouden den
2 December 11. is, by meerderheid van stem
men, het navolgende artikel in de Algem. Po
litie-Verordening opgenomen „Het uitsluitend
recht tot het afslaan van visch in of langs de
haven «Het Nieuwediep" of op andere plaatsen
in de gemeente berust bü het Gemeentebestuur,
door daartoe door den Raad benoemde, aan
gestelde en beëedigde personen. Het alslaan
van visch door een ander persoon of door an
dere personen is verboden. Ieder, die zich aan
dat verbod schuldig maakt, wordt gestraft met
geldboete van f 10 tot ff 50 of hechtenis, van
ten hoogste zes dagen.* Deze bepaling met
één enkele stem meerderheid genomen, lokte
eene heftige bestrijding uit en toen later Ge-
dep. Staten aandrongen, om het bedrag der
boete in overeenstemming te brengen met het
voorschrift der gemeentewet, die in zulk een
geval geene hoogere boete dan van hoogstens
f 25 toelaat, weigerde de meerderheid om daar
aan te voldoen. Thans heeft de Raad ook een
gelijkluidend verzoek van den minister van
Binnenl. Zaken afgewezen en het is te ver
wachten, dat nu eeo Koninklijk Besluit tot
vernietiging van 't Raadsbesluit van 2 Dec. 11.
zal volgen.
Gedeputeerde Staten van Noord-
Holland hebben bepaald, dat de jacht op
waterwild in dat gewest zal worden ge
opend in den kring, begrepen binnen den
Westfrieschen Om ringdijk, in Petten, in
Callantsoog, alsmede in het gedeelte van
den polder >het Koegras" onder Helder,
op Zaterdag 15 Juli met zonsopgang op
Texel (met uitzondering van den polder
Eierland) op Vrijdag 1 September met
zonsopgangen in de overige deelen
der provincie (dus ook in den polder Eier
land) op Dinsdag 1 Augustus met zons
opgang.
Uitbetaling in herbergen
Door de regeering is bij de Tweede Ka
mer ingediend een voorstel van wet, tot
wjjziging der drankwet. Daarin is ook op
genomen een bepaling, waarbjj verboden
wordt het loon der werklieden uit te be
talen in localiteiten, waaraan vergunning
is verbonden.
Indien in strijd met deze bepaling wordt
gehandeld, dan zal de eigenaar van het lo
kaal, die de uitbetaling in zyn lokaal toe
laat, gestraft worden met intrekking der
vergunning, zonder restitutie van het reeds
betaalde vergunningsrecht, terwyl boven
dien degene, die de uitbetaling doet, straf
rechterlek zal worden vervolgd.
Attestatiëu de vita
Door den minister van Binnenl. Zaken
is de volgende missive gezonden aan de
commissarissen der Koningin in de pro
vinciën
Door den minister van justitie is mijn
aandacht gevestigd op bedriegerijen, door
Oost-Indische gegageerden veelvuldig ge
pleegd met behulp van hun attestatiën de
vita. Zy weten dikwijls voorschotten te
verkrijgen tegen afgifte der door hen ge-
quiteerde attestatiëu. Deze verliest echter
hare waarde voor den geldschieter indien
de gegageerde een verhuisbiljet neemt, nog
vóór den betaaldag in zijne nieuwe woon
plaats weder een attestatie aanvraagt en
hiermede gewapend, betaling van het ga-
gement erlangt.
»Ten einde bedoelde misbruiken te voor
komen, acht ik het in overleg met de mi
nisters van financiën en van koloniën wen-
schelijk, dat voortaan, te beginnen met
September e. k., de attestatiën eerst den
14den of 15den van de eerste maand van
elk kwartaal, derhalve zoo kort mogelijk
vóór den betaaldag, worden afgegeven.*
De gemeente-veldwachter Du Pau,
te Alkemade, heeft het in de laatste maan
den bijzonder druk gehad. Bjjna eiken
nacht werd er gestolen dan kippen, dan
eenden, dan meel, dan mais of iets anders,
en hoe streng hij ook surveilleerde, het
mocht hem niet gelukken de daders te
betrappen.
Eindelijk in den nacht van 2 op 3
Juni jl. weder op surveillance zijnde,
en gaande langs de Wetering, zag hij aan
de overzijde een schuitje, waarin zich een
persoon bevond. Hij ontkleedde zich, nam
de revolver tusschen de tanden en zwom
de 300 M. breede Wetering over.
Aan de overzijde gekomen, stond hij
daar plotseling tegenover zes personen, die
hem aangrepen en sloegen, zoodat hij ter
zelfverdediging een schot loste, dat blijk
baar een der zes heeft getroffen, daar een
van hen uitriepo, God mijn been
Het zestal maakte zich uit de voeten, doch
Du Pau en C. Kos legden toch nog de hand
op H. G. en F. W. Starrenburg, waarvan
de een werd bevonden in het bezit van
een aantal kippen en een haan, terwijl de
andere F. W. in het schuitje had gezeten.
Voor de arrondissements-rechtbank te
Haarlem bekende Starrenburg volmondig,
doch hij wist zijn broeder uit den strik te
redden door te beweren, dat deze niet zijn
medeplichtige was, doch alleen was mede-
gegaan om te visschen. De broeder hield
dit ook vol, en de officier van Justitie, die
geen bewijs tegen hem kon leveren, vroeg
zijn onmiddellijke invrijheidstelling, hetgeen
de rechtbank toestond.
Tegen H. G. Starrenburg eisebte de of
ficier twee jaar gevangenisstraf. De recht
bank deed denzelfden middag uitspraak en
veroordeelde hem tot die straf, na aftrek
van de preventieve hechtenis.
Te Emmerik werd deze week het
lijk eener vrouw op den weg gevonden.
Na onderzoek is gebleken, dat het van een
meisje uit Herwen was, dat te Emmerik
diende. Naar men meldt, moet zij door drie
personen, twee Nederlanders en een Duit-
scher, vermoord zijn.
Zijn familie op een dwaalspoor geleid
Voor ongeveer vijf jaar was een land
bouwer uit oostelijk Drente, die hier te
lande niet wilde deugen, naar Amerika
getrokken. Langen tjjd hoorden zijn bloed
verwanten niets van hem, tot er eindelyk
voor ruim een half jaar berichten van hem
kwamen, zoo gunstig, als zat hij daar mid
den in een goudland. Verder ontbrak het
in dien brief niet aan aansporingen, om
ook over te komen. De familie, aangemoe
digd door zijn gunstig schrijven, bericht
te hem, dat zij na rijp beraad hadden
besloten, naar Amerika te trekken en men
gaf tegelijker tjjd aan, omstreeks welken
tijd men ongeveer dacht te vertrekken. In
alleryl werd door de uienschen have en
goed te gelde gemaakt, grootendeels voor
een kleinigheid, soms ver beneden de waar
de. Dat gaat bij vertrek wel meer zoo
Wie schetst de woede der op vertrek staan-
den, toen vier dagen voor dat de reis aan
vaard zou worden, van dien verren bloed
verwant een brief kwam, waarin hij meldde,
dat al het goede, door hem omtrent Ame
rika opgehangen, te sterk gekleurd, ja zelfs
gelogen was. Hij meldde dit, om hun te
leurstelling te besparen. De belanghebbën-
den vonden 't al heel leelyk. Men besloot
onmiddelljjk om in Holland te blijven.
Men had echter vrij wat schade beloopen,
want de luidjes konden niet weder inkoo-
pen tegen den prys, waarvoor alles was
afgestaan.
Te Amstelveen werd dezer dagen
een woedend gevecht geleverd tusschen een
paar ouderzwanen en eenige koeien. De
koeien maakten daarbij znlk een geweld,
dat de eigenaar, niet wetende wat er aan
de hand was, zich er heen begaf en zoo
de oorzaak te weten kwam. Beide par
tyen waren echter zoo verwoed, dat de
man het niet geraden achtte zich met den
twist te bemoeien. Het spreekt vanzelf,
dat onze fiere langhalzen het niet tegen
hunne gehoornde vijanden konden uithou
den, hoewel ze het niet zoo spoedig op
gaven, daar zij verbitterd waren over den
dood van een paar hunner lievelingen.
De koeien waren door deze geschiedenis
zoo van streek, dat ze dien avond minder
melk gaven.
Duur hooi
Als een bewijs welke ongehoorde prijzen
voor het hooiland besteed worden, kan
dienen dat bij een verhuring van 150
H.A. grasland in den Horstersmeerpolder
gelegen, de totale opbrengst bijna f 5000
bedroeg, tegen f 1800 in net vorige jaar.
Een der groote merkwaardigheden
van de aanstaande tentoonstelling te Ant
werpen zal, volgens een berichtgever van
>1'Iudependance", een bestuurbare lucht
ballon zijn, waarmee gezelschappen (tot
van 20 personen toe) tochtjes door het
luchtruim boven de Scheldestad kunnen
doen.
Die ballon, bestuurd door den welbe
kenden luchtreiziger Thiel, wordt gemaakt
volgens het systeem van een Belgischen
officier, die na langdurige studie eindelijk
het groote vraagstuk van het besturen van
luchtballons opglost moet hebben.
De ramp der „Victoria."
Zooals wy in ons vorig no. mededeel
den, verhaalde de „New-York World" dat
het scheepsvolk der „Victoria" in zee met
messen vocht. De „World" erkent zeer ten
genoegen der Engelschen, dat zy zich ver
gist heeft, het oorspronkelijke telegram
sprak van de bladen der schroeven en niet
van messen. Hierdoor is de eenige smet,
die zou kunnen kleven op de tucht onder
de manschappen der „Victoria" en op hun
gedrag uitgewischt.
Kapitein Bourke, de oudste officier der
„Victoria", die in leven is gebleven, zal
op Malta voor een buitengewone rechtbank
verhoord worden.
Het plan bestaat in Engeland een in
schrijving te openen om een gedenktee-
ken op te richten in de St. Paul's kerk
voor de officieren en manschappen, die bij
de ramp het leven hebben gelaten. Ook
werd op een vergadering van officieren van
leger en vloot besloten een fonds byeen
te brengen tot ondersteuning der nagelaten
betrekkingen. De benoodigde som werd op
50,000 of 60,000 p. st. geschat.
Den 25en Juni 1.1. werd de 27-jarige
Protestantsche geestelijke George Griffiths
uit Kiflyn. graafschap Kerry, in de wacht
kamer van het station te Killarney aan
gehouden, onder verdenking zijn moeder
daags te voren vermoord te hebben. Voor
den rechter van instructie verklaarde het
dienstmeisje, Ellen Russel, dat moeder en
zoon in de beste verstandhouding leefden.
Vrijdag te voren zond de zoon haar voor
zijn moeder om een dokter, doch toen het
meisje terugkwam, was mevrouw Griffiths
reeds dood. De verklaring van den arts
luidde, dat de overledene drie kogelwonden
aan het hoofd had, waarvan er een doode-
lijk was geweest. Het dienstmeisje heeft
echter niet hooren schieten en de deur
der woonkamer, waarin het lyk gevonden
werd, was gesloten. Met belangstelling ziet
men den afloop van het onderzoek tegemoet.
Een proces om 5 centen.
Een vonnis van een Engelschen rechter
wordt tegenwoordig in Londen druk be
sproken.
Een kleine hoedenmaakster maakte eiken
dag gebruik van een bepaalde lyn der
groote paardentram in Zuid-Londen. Een
kaartje kostte 10 cents, maar werd in Sep
tember verhoogd tot vijftien cents. Den
23sten September klom de hoedenmaakster
in de tram, zonder van die prysverhooging
iets te weten, betaalde 10 cents en ontving
een biljet, waarop evenwel de lyn, voor
welke dit geldig was, niet was aangegeven.
Na eenigen tijd verscheen een contro
leur, verlangde haar biljet en verklaarde
dat zy tien cents moest bijbetalen. Het
meisje weigerde, maar bood, toen zy van
de prysverhooging hoorde, aan om de ont
brekende vyf centen te betalen. Eindelijk
werd haar naam opgeschrevenzy verliet
den wagen zonder te betalen, maar werd
eenige weken later voor de rechtbank ge
daagd de tramwegmaatschappy had haar
aangeklaagd. De rechtbank sprak haar
echter vrij. Maar de hoedenmaakster was
daarmede niet terreden. Zy klaagde op haar
beurt de maatschappij aan wegens boos
aardige vervolging" en vorderde een scha
deloosstelling van f3000, die haar dezer
dagen werd toegewezen.
Marine en Leger.
De minister van marine heeft de officieren-ma
chinist 8de kl. P. van Wingaarde en A. de
Leeaw, onderscheidenlijk met 16 en 6 Juli as.
gedetacheerdeerstgenoemde bij de fabriek van
de Koninklijke Maatschappij „De Sohelde" te
Ylissingen, en laatstgenoemde bij de Ned. Stoom
bootmaatschappij te Rotterdam.
Detelfde minister brengt ter kennis van belang
hebbenden, dat een plaats als adspirant-ingenienr
der marine op een jaarwedde van f1800 wordt
opengesteld.
BEWEBKT DOO& AM O.
(35
sNeen, nooit een enkel woordIk begrijp
niet wat al die vragen te beduiden hebben.
«Zeg mij dan eens: Wanneer is Eefje bij
ons in huis opgenomen
Juffrouw Nisser weifelde een oogenblik, of
zij zou antwoorden. Toen ging zy naar de
linnenkast en keerde terug met een kerkboek,
waarin op de voorste bladzjjden eenige datums
waren geschreven.
«Daar leeszeide ze.
«18 Januari 1847. Wat beduidt dat?*
«Toen zyn we getrouwd.»
•Hm Verder19 Maart 1850. Wat toen?'
«Toen werd ons een meisje geboren. Het
kind is juist een half jaar oud geworden. Daar
staat het19 September 1850.»
Verder. 3 September 1851. Toen werd ik
geboren. 2 Juli 1861. Toen is vader gestor
ven. Maar hier: 12 Juli 1859 wat is
dat
•Toen was het.»
«Dat Eefje by ons kwam?»
•Ja
•En wie bracht u het kind?»
•Dat kan ik niet zeggen
•Best! Wil u het liever aan den rechter
zeggen
•Om Gods wilspreek me niet van den
rechter.'
•Weina, vertel het dan aan my.»
•Ik weet niet, hoe die menschen heetten
•Die het kind brachten?»
•Ja, die.»
»Maar hoe kwamen ze er dan toe het kind
by u te brengen
•Ik kende de min, die hen hier bracht. Zij
had mij bij die menschen aanbevolen.»
•Er waren dus meer personen by
Ja, twee. Een voorname dame, die een
dichten sluier droeg, en eon heer."
«Hoo zag die heer er uit?
«Tamelijk groot, kort rossig haar en blonden
baard.
•Hoe was hy gekleed
,Dat herinner ik me niet meer. Het was
zeker ook wel een voorname heer.'
•En wat zei die dame
•Die zei niets. Zij bleef gesluierd en sprak
geen woord. Ik dacht, dat die dame de moeder
van het kind was. Door den sluier heen be
merkte ik, dat zy er bleek en ziekeiyk uitzag,
ook leunde zy op den heer by het op- en af-
loopen van de trap.»
Dus die heer heeft het kind aan u over
gegeven
«Jahy ging met je vader in de voorkamer
om met hem ouder vier oogen te spreken en
toen zij bij ons terugkeerden, was de zaak in
orde. Ik vertrouwde het eigenlyk niet, maar
och wy waren arm cn je vader hield
een oogje dicht om de tienduizend gulden, die
in de Rijksbank vastgezet werden en waar
van wy de rente zouden genieten, totdat het
kind trouwde of meerderjarig werd. Wij na
men dus het kind aan als een vondeling, die
men by ons had gebracht, en lieten het op
onzen naam inschrijven in het doopboek. En
je weet wel, dat ik nooit onderscheid tusschen
jelui heb gemaakt.»
«Ja, dat weet ik. Zie zoo 1 Nu is er veel op
gehelderd,» zei Karei, die nu opstond en hoed
en overjas nam.
•Waar ga je heen vsoeg zyn moeder.
•Naar het politie-bureau.
«Ach God, dan wordt alles bekend en dan
komen ze, om my het kind en het geld af te
nemen.»
«Stel je gerust, moeder. Ik moet rapport
brengen over andere zaken. Wat u me ver
teld heeft blijft onder ons totdat ik het geheim
van Eefje's afkomst geheel doorgronden kan.
Als my dat gelukt, breken er andere tyden
voor ons aan moeder; dan zal u zien, waar
een politie-spion soms goed voor is.»
Met deze woorden ging hy heen.
EEN-EN-TWINTIGSTE HOOFDSTUK.
Een half later stond Kurel Nisser voorden
chef der geheime politie, don keizerlijken
raadsheer Staling.
■Ik wcnsch u geluk met den goeden uit
slag van uwe uasporiugen, mynheer Nisser.»
sprak de raadsheer, terwyl hij Karei een stoel
aanbood. »Ik heb heden middag het rapport
gelezeu, dat ge met Wagner vooruitgezonden
hebt. Ge hebt u verdienstelijk gemaakt door
de ontdekking van eon monsterachtige verval-
sching, waarvan de rechtbank zeker ook het
slachtoffer zou geworden zyn. Wy zyn daarby
eon familiegeheim op het spoor gekomen, dat
wy zonder dralen verder moeten onderzoeken.
Wy moeten do geheimzinnige persoon zoeken,
die volgens het testament de universeele erf
gename van den graaf' is.»
«Die persoon is reeds gevonden,' zei Karei.
Wat? Is zy gevonden?»
•Ja, mynheer.*
«Nu, wie is de erfgename
•Mijn zuster, mijnheer.»
«Uw zuster?» klonk het van de lippen van
den verbaasden raadsheer.
Karei verhaalde nu bedaard en duidelyk
zijn gesprek met den gewezen kamerdienaar
Hablatschek en vervolgens deelde hy nog mede,
wat hy zooeven van zijn moeder vernomen had.
•Hm,* zei de raadsheer, toen Karei uitge
praat was, «dat is een hoogst merkwaardige
geschiedenis. Maar ge zegt, dat die Ha-
blatschek ziek is zou hij nog in staat zijn
om een kleine reis te doen
•Dat geloof ik wel.»
•Goed Wij zullen hem oproepen. Een ver
hoor, waarby hij en uw moeder tegenwoordig
zyn, kan veel ophelderen, wat thans nog duis
ter is. Wat wij op dit oogenblik weten, berust
slechtB op vermoedens, maar wy moeten zeker
heid hebben, voordat wy de aanspraken van
de erfgename mogen erkennen, Als die erkend
worden, hebt ge tevens aanspraak op de twin
tigduizend galden, die de graaf uitgeloofd heeft
aan dengene, die zijn kind ontdekt.»
«Vergeet u niet een zeer gewichtig punt?»
«Wat dan
«Wij hebben het echte testament niet.«
Denkt ge dat? Nu is het uw beurt om
verbaasd te staan, waarde Nisseri»
De raadsheer greep in een vakje van zyn
schryftafol en reikte den commissaris een cou
vert toe, waarin een verfrommeld papier ge
borgen was.
«Lees dat eens 1» zeide hy, terwijl hij weer
ging zitten.
Karei wierp oen blik op het documentzyn
geluat toonde do grootste verbazing, terwyl hij
half binnensmonds las: »Dit is myn laatste
wil. Op het oogenblik, dat ik my voorbe
reid op den dood, denk ik met smart aan
mijnkind, waarnaar ik
«Het testament van den graaf,riep hy nit.
•Is het een afschrift of
«Geen afschrift en geen valsch stuk ook,»
viel de raadsheer in. «Gravin Minona heeft
het vahche testament, enfin, na de gebeur
tenissen der laatste dagen, zal zij niet beproe
ven het nog voor het echte uittegeven. Het
afschrift, dat Knablein aan den baron d' Hoff-
man leverde, is door Minona verbranddat
weet ge, want ge hebt dat vernomen, toen ge
het gesprek tusschen Knablein en den baron
afluisterdet. Wat wy hier voor ons hebben is
bet echte oorspronkelijke testament van graaf
Czerny.»
«Maar hoe komt u in het bezit van
dit kostbare document
«Ik heb het ontvaugon van den markios do
Servillliers.»
«Markies de Sorvilliers
«Hoort ge dien naam voor de eerste maal
Denk toch eens na!»
«Neen, u heeft gelyk, mynheer. De naam
komt mij bekend voor. Ah, juist 1 Den vorigen
winter werd een speelbank in de Leopoldstad
opgeheven. De bankhouder ontanapte, hy
heette
Markies de Servilliers. Wy hebben hem
een tydlang uit het oog verloren, maar gis
teren werd hy aan het spoorwegstation te
Brühn herkend en gevangen genomen. Dezen
middag heb ik hem twee uren in verhoor ge
had en toen is my gebleken, dat de Fransehe
markies de Servilliers dezelfde persoon is, dien
wy reeds kennen onder een anderen naam.»
•Ah, als baron d' Hoffmann.»
«Als den Belgischen baron d' Hoffmann,»
vulde de raadsheer aan.
.Die onder den naam Vogel in verbinding
stond met den schrijver Knablein.»
En die weinige weken geleden onder den
naam William Chester te Triëst een grooten
zwendel op touw zette, die echter mislukte.»
«Dat heer is een veelzijdige persoonlijkheid,*
merkte Karei spottend op. »Ik zon hem byna
niet herkend hebben, toen ik hem op het kas
teel Windeck aan een werk bezig vond, dat
al mijn aandacht op hem vestigde.»
Het is een zwendelaar van de ergste soort
wy hebbon lang genoeg naar hem gezocht
gelukkig dat we hem nu in handen hebben.»
«Hoe laat was 't toen hij gevat.werd?»
«Omstreeks twaalf nor 's nachtshy wilde
juist plaats nemen in den sneltrein naar Praag.
Eerst by het verhoor hier ter plaatse, bleek
my, dat de markies de Servillers dezelfde
persoon is als de baron, dien gy zoo toevallig
hebt leeren kennen.»
«Maar het testament beeft hy dit vrij
willig overgegeven?»
«Denkt ge dat Omdat het toch geen waarde
meer voor hem had? Dan vergist ge u. Mis
schien was het dien listigen schurk toch nog
gelukt er eenig voordeel van te trekkon. Neen
hij moest in mijn tegenwoordigheid zyn klee-
ren verwisselen on toen deden wo een ge
wichtige ontdekking. In de voering van zyn
jas vonden wy een document ingenaaid, en by
nader onderzoek bleek dit het kostbare testa
ment van graaf Czerny te zyn.«
(Wordt vervolgd.)