't Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL.
Adeltrots en Misdaad.
Mo. 2185.
Woensdag 2 Augustus 1868.
21ste Jaargang.
Bureau: Zuidstraat.
Telefoonn0. 42.
Bureau: Spoorstraat.
Telefoonn. 36;
Abonnement
p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., met Zondagsbl. 80 Ct.
id. franco per poet 75 idem fl.12'
id. voor het Buitenland f 1.25, idemf2.00
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder.
Bureaux: 8POOR8TRAAT en ZUIDSTRAAT.
Advortentlön
van 1 tot 5 regels.25 Cent.
Elke regel meer5
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
NIEUWSTIJDINGEN.
HELDER, 1 Aug. 1893.
De loodsschipper Jn. Kuiper, alhier,
is tot landkenner benoemd bij de Stoom
vaart-Maatschappij Nederland", en zal
den loodsdienst met pensioen verlaten.
Mej. A. C. Klots, alhier, is te 's Gra-
venhage geslaagd voor het examen in de
Engelsche taal L. O.
Naar Leiden, Den Haag, Schiedam
en Rotterdam zal op 8 Augustus a.s. een
goedkoope volkstrein van hier vertrekken.
(Zie annonce in dit blad).
Vrijdagmiddag verzeilde de botter
H. D. 3, schipper Mastemaker, en eigendom
der visscherij-maatschappij Helder alhier,
in de Noordergronden op 't daar gezonken
wrak van de stoombootGolf of Panama."
't Vaartuig kreeg een lek en sloeg om.
Met veel moeite werden de drie opva
renden, benevens een knaap die toevallig
aan boord was, gered door den Texelschen
blazer T. X. 105 en alhier aan wal ge
bracht.
Pogingen om het vaartuig af te brengen
zijn mislukt Er is van het vaartuig niets
meer te vinden.
De Algemeene vergadering, Vrijdagavond
door de afd. Willemsoord van 't Marinefoods
in de Marine-Cantine gehouden, was nietdruk
bezocht.
Na opening door den president, den heer
P. J. Kloppers, en de voorlezing der no
tulen door den secr. P. M. v. d. Veer, werd
't verslag over 't vijfde vereenigingsjaar uitge
bracht. We ontleenen daaraan 't volgende
De vereeniging telde 30 Nov. jl. 83 be
schermers, 357 donateurs, 140 begunstigers en
meer dan 1300 leden. In dat boekjaar bedroeg
de ontvangst f 7739,075 en de uitgauf f4996,996,
zoodat 't batig slot was f 2742,08. Hierbij
dient nog vermeld te worden, dat 't reserve
kapitaal, gedeponeerd by de Ned. Bank, f8400
bedraagt.
Onder de ontvangen giften verdient vooreerst
vermeld te worden de som van f 1000, als
geschenk van de Koningin en de Koningin-
Aan in nood verkeerende leden en weduwen
werd de som van f 2419 uitgekeerd, waarvan
hier ter plaatse f 1100. 't Doel der vereeniging
is onderstand te verleenen aan leden, die den
dienst zonder of met een klein pensioen heb
ben moeten verlaten en aan de hulpbehoevende
weduwen en weezen door gestorven leden
achtergelaten.
't Bestuur der vereeniging bestaat uit de
hh. J. C. Jeekel en C. F. A. Gregory, luit.
ter zee le kl., als eere-commissarissen verder
P. J. Kloppers, pres.P. M. v. d. Veer, secr.
J. C. Abraham, penningm.J. Annes en E.
Slok. De heer P. Deuling had 't jaarverslag
meer gedetailleerd gewenscht en drong er in
't belang der zaak op aan, hier ook eens een
algemeene vergadering te houden. De hr.
J. B. Verhey, kapt. der mariniers, meende dat
de opkomst grooter zou zijn wanneer die
plaats had in een der lokalen, in 't midden der
gemeente gelegeD, voor 1 wanneer die over
dag en niet des avonds werd gebonden.
Na rondvraag werd de vergadering op de
gebruikelijke wyze gesloten.
Door werklieden van 's Rijkswerf
alhier worden dezer dagen werkzaamhe
den verricht op het strand van het eiland
Texel, nabg de Hors. Er worden pantser
platen van verschillend fabrikaat opgesteld,
met het doel, om bij de in den loop van
dezen zomer te houden schietoefeningen
aldaar het meerdere of mindere weerstands
vermogen te beproeven.
Zaterdagavond vergaderde de Timmer
lieden-Vereeniging »Door Eendracht Wel
vaart,' in vt Casinogebouw. De opkomst was
zeer gering. Als spreker trad op de gezel Ver
dorst, uit Amsterdam, en wel met 't onderwerp
•Werkeloosheid
Als oorzaak der werkeloosheid noemde spre
ker in de eerste plaats 't aantal machines, dat
vooral in de laatste 20 jaar sterk was toege
nomen, zoodat er handen te veel waren en
men dus, om evenwicht te maken, genoodzaakt
zou zijn den arbeidsdag in te krimpeD, tevens
met bepaling van het mininum loon.
Daar men, met 't oog op bovenstaande, niet
tijdig de bakens heeft verzet, zou men, zoo
noodig tot paardenmiddelen zijne toevlucht
moeten nemen. Patroons, benevens besturen
van land en stad moesten hierin verandering
ten goede brengen. In de prov. Zeeland heeft
men dit reeds beproefd.
Spreker wees op de groote vergadering, op
1 Augustus te honden door Vakvereenigingen,
waarop middelen zullen besproken worden om
dat doel te bereiken.
In 't buitenland, Frankryk en Engeland,
heeft men alreeds proeven genomen, hier met
gunstigen en daar met minder gunstigen uit
slag.
«Dat men in Nederland nog achterstaat,
werd door spreker geweten aan den hier
heerschenden Jansaliegeest. Men moet zyn
voordeel doen met de spreuk onzer vaderen
Eendracht maakt Macht* en vast aaneenge
sloten staan, wil men 't lot van den werkman
verbeteren, 't Algemeen Kies- en Stemrecht,
waarover thans door de regeering wordt be
raadslaagd, zal, wanneer dat ontwerp er door
komt, 't middel zyn om den toestand van den
werkman te verbeteren, en daarom behoort
men dit uit alle macht voor te staan.
Na afloop vraagde 't lid Reyers, wat spreker
dacht over «Stukwerk," waarop 't antwoord
volgde, dat dit stelsel was af te keuren en
werken volgens tarief, door patroons en ge
zellen vastgesteld, te verkiezen is. Een der
aanwezigen brak een lans voor de patroons,
door aan te merken dat niet alle patroons
vijandig tegenover den werkman staan.
Na dankzegging aan spreker en hoorders,
sloot 't bestuurslid Roggeveen de vergadering.
Meermalen is in de plaatselyke nieuws
bladen de aandacht gevestigd op de openbare
wegen in de kom der gemeente, als ze in
slechten toestand verkeerden en verbetering er
van wenschelijk en noodig was. Doch ook
buiten den bebouwden kring liggen wegen,
wier toestand weieens onder de algemeene aan
dacht mag worden gebracht. De bewoners van
den polder »Het Koegras» vinden, voor zoover
zij in de nabijheid van het Noordhollandsch
kanaal wonen, een zeer goeden weg in den
grooten Rijksweg langs genoemd kanaal, om
zich van hunne landhoeven naar de kom der
gemeente te begeven. Geheel anders is dat
echter voor de bewoners van het westelyk
deel van »Het Koegras,» en die dus van den
ouden Alkmaarachen weg, ook wel «Strooweg*
genaamd, moeten gebruik maken. Deze weg
verkeert in een toestand, die noodwendig ver-
botering eischt. We kunnen echter belangheb
benden in deze niet verwyzen naar het Ge
meentebestuur van den Helder of naar het
Bestunr van den polder «Het Koegras,* omdat
d« weg Rijks-eigendom is, zich aansluitende
bij den zoogenaamden Zanddijk, die tot in de
gemeente Callantsoog voortloopt. Toch zou er
wellicht iets aan te doen zijn, als genoemde
Colleges hun invloed wilden aanwenden, om
de Regeering te bewegen, de verbetering van
dien verkeersweg ter hand te nemen. Er is
zoo dikwyls gesproken over de verdediging des
lands en over het gevaar, dat eene landing
des vijands op de kust van Noordholland zou
teweeg breDgen. Uit de Stelling van den
Helder zouden de verdedigers met hun krijgs-
materiëel langs den «Strooweg» zuidwaarts
moeten trekken doch dan is het noodig:, drin
gend noodig, dat de weg bijtijds in bruikbaren
toestand wordt gebracht, 't Is wellicht genoeg
zaam, dat de aandacht van den Minister van
Oorlog hierop gevestigd wordt. En wordt hier
aan toegevoegd de overweging, dat bij het
algemeene streven Daar verbetering der ge-
meenschapswogen, ook deze weg in groote
mate behoefte heeft aan verbetering, in 'c
belang der bewoners van den polder, dan lijdt
het o. i. geen twijfel, of de aloude Alkraaar-
sche weg zal, tengevolge der door ons beoogde
bemoeiingen, weldra in een brnikbaren ge-
meensehapsweg worden herschapen.
Vóór het aanleggen van het Noordhollandsch
kanaal met den daaraan gelegen Rijksweg
van hier naar Alkmaar, was de éénige ver
keersweg tusschen deze gemeente en zuidely-
ker gelegen plaatsen de oude Alkmaarsche
weg. Men verliet in die dagen de gemeente
uitsluitend aan het Logement de Roode Leeuw,
in de Artilleriestraat, tegenover den weg naar
't fort »Erfprios." Men ging dan langs een
deel van den Huisdniner weg, en vervolgens
langs den Polderweg, waarop men thans het
z. g. schutbok vindt geplaatst. Vandaar uit liep
de weg rechtuit, verderop onder den naam
van Strooweg, tot bij den Zanddyk aan het
duin in 't Koegras." Later heeft men dien
weg doorsneden by den aanleg der Bedekte
Gemeenschapslinie. Als men boven die linie
een kijkje neemt, ziet men nog duidelijk, dat
de weg daarbinnen en daarbuiten precies op
elkander aanloopen. Het deel van dien weg,
buiten de linie gelegen, was in vroeger dagen
de rijweg naar de algemeene begraafplaats,
en bij oudere personen bekend door de moei
lijke tochten laDgs dat baast onbegaanbare
pad. Die weg is er sedert niet veel beter op
geworden, en als de bevoegde autoriteit zich
eens bemoeide met de zoozeer gewenschte ver
betering ook van dien rijweg zij zou we
zenlijk een goed en nuttig werk verrichten.
De rijtuigen (melkwagens) uit het westelijk
deel vau »Het Koegras," moeten dagelyks
dezen hollen, bollen weg passeeren, en de be
woners des polders zullen voorzeker met het
door ons uitgedrukt verlangen naar wegver-
betering algemeen instemmen.
Vrijdag is te 's Gravenhage, in den
ouderdom van 70 jaar, overleden de ge-
pensionneerde kapt.-luit. ter zee A. L. Palm
Ter vervanging van den heer L. F.
H. Tuckermann, is tijdelijk benoemd tot
directeur der werkplaatsen van en maga
zijnmeester bij '8 Rijks algemeen beton
nings-magazyn te Enkhuizen de heer W.
G. Venuekool, tijdel. gepens. 1ste luit. der
mariniers.
Het lijk van Amerijntje, de oude vrouw
te Schiermonnikoog, van wier verdwijning
wij melding hebben gemaakt, is ver om
den oost in den balg gevonden, waar het
bij laag water was aangespoeld.
De justitie te Maastricht heeft zich
Woensdag naar Gulpen begeven, teneinde
aldaar plaats-opneming te doen in zake
J. H. S., gegageerd O.-I. militair, die be
schuldigd wordt van poging tot moord op
den kapelaan De Wever.
Als deskundigen over het wapen waren
benoemd de heeren Dr. Janssen, off. van
gezen Louwerse, wachtmeester der ma
rechaussees, alsmede de heer J. E. Houben,
provinciaal opzichter, om een plan op te
maken van de plaats, waar het misdrijf
gepleegd werd.
Ook de beklaagde S. werd door de
marechaussee naar Gulpen overgebracht,
om aldaar met een aantal getuigen te wor
den geconfronteerd.
Het Leger des Heils te Sneek heeft
wegens gebrek aan belangstelling zijn bij
eenkomsten gestaakt. Het gebouw doet
thans dienst als bierhuis.
Waar te Amsterdam de Zwartehand-
steeg en het Blaeuerf in elkander loopen,
bevindt zich een huisje waarin sinds een
paar maanden een Munchener Export Bier-
halle is gevestigd en nog iets meer.
Een aardappelkoopman, die aldaar zyn
waar aanbood, werd door een der bewoon
sters binnengeroepen om aardappelen te
leveren Toen hij ze binnenbracht, werd
hem een glas bier aangeboden, dat hij leeg
dronk en zag hij een paar mannen zitten
kaart te spelen het bekende spel met
drie kaarten. Gevraagd om mee te doen,
waagde hij een gulden, dien hij wonon
derwijl maakte zich dronkenschap van hem
meester. Op de vraag van een der spelers
of h\j vijf-en-twintig gulden wilde zetten,
waagde hij nogmaals de kans en verloor.
Toen begrijpende, dat hij beet was geno
men, vloog hij de deur uit en sloeg in
zyn woede een der ruiten in. Hjj begaf
zich met een agent naar het politiebureau.
Natuurlijk kwam er een oploop voor de
deurvele liefelijke benamingen klonken
uit de menigte, die weldra gevolgd werden
door eenige projectielen, welke de overige
glasruiten verbrijzelden. De man is echter
zyn geld kwijt.
Te Vrouwenbuurt (gemeente Het
Bilt) wordt jaarlijks op den eersten Zondag
na de kermis een zilveren bal verkaatst.
Dezen bal noemt men de »oude griep»,
omdat er een man met een griep op is
gegraveerd. Die »oude griep* heeft een
aardige geschiedenis, welke in hoofdzaak
op het volgende neerkomt.
In 1794 werd te Beetgum genoemde
bal voor te houden kaatsparty uitgeloofd
De mededinging was vry. Na vinnigen
strijd traden toen de vrouwenbuurters als
overwinnaars op, zeer tot spijt van de
Beetgumers. Bij de prysuitdeeling in de
herberg kwam het tot handtastelijkheden.
De houder van de »oude griep" sprong
uit het venster en zette het op een loopen,
gevolgd en zoo noodig beschermd door zyn
mede-Vrouwenbuurters. Zij slaagden er in
den bal thuis te brengen. Als een reliquie
wordt de oude griep daar bewaard en elk
jaar als le prijs tusschen de eigen dorps-
genooten verkaatst.
In de eerste jaren werd de bal by het
feest, in een netje aan een stok bevestigd,
uit het raam van de herberg opgehangen
en goed bewaakt. Natuurlyk is dit nu niet
meer noodig. Ondertusschen geldt het nog
steeds voor een groote eer, winnaar van
de »oude griep* te zyn geweest.
In dit jaar zal de bal voor de honderd
ste maal worden verkaatst.
Een wielrijder, die in de Sarphati-
straat te Amsterdam reed, moest voor de
tram uitwijken. Op hetzelfde oogenblik
kwam er een rytuig aan in volle vaart
de wielrijder werd omvergereden en de
wielen van het rijtuig gingen den jongen
man over de borst. In zorgwekkenden
toestand bracht men hem naar het naast
bij zijnd Kinderziekenhuis.
Het rijwiel was geheel vernield.
Iemand te Maassluis, die zijne be
lastingpenningen nog niet betaald scheen
te hebben, kreeg een soldaat by zich te
gast. Over vriendelijk en gul onthaal kon
deze echter niet roemen. Voedsel moest
hem gebracht worden. Den eersten nacht
kon hij op den vloer doorbrengen. Den
tweeden dag kwam de heer des huizes
des avonds met een allesbehalve vriende-
lyk gezicht op den gedwongen gast af,
zoodat deze het op een loopen zette. Zyne
wapens enz. werden hem daarna achterna
geworpen. Door de zorgen der politie werd
hij natuurlyk weder spoedig in huis te
ruggebracht. Van een en ander werd, naar
men verneemt, proces-verbaal opgemaakt.
Burgerlijke Stand, gem. Helder.
Van 27 tot en met 29 Juli 1893.
ONDERTROUWDA. J. Advocaat, 2e
schrijver b. d. marine en C. W. Post. S.
Mars. 2e schryver b. d. marine en E. Post.
P. Munier, zeeman en M. Keet. J. F. Klop
penburg, koffiehuishouder en G. J. Snip.
BEVALLENJ. FenengaJongstra, d.
A. W. H. C. BakkorOp 'tLand, d. A. de
KoningBlokhof, d. N. RykeboerRoos, z.
C. M. van DijkSchellingerhout, z. J. C.
BunjeHartering, z.
OVERLEDENJ. M. Faber, 60 jaar. T.
J. Köhnke, 11 weken.
Marine en Leger.
De hoofd-inspecteur van administratie bij de
zeemacht, de Heer Q. H. C. van Nnijs, is belast
met de administratie van het fonds voor dek- e n
onderofficieren.
Hr. Ms. fregat „Tromp", onder bevel van den
kapitein ter zee H. Q. Hildebrandt, is den 26en
dezer van Bahia vertrokken ter voortzetting van
de reis naar Oost-Indië.
6)
Wy droegen hem op zijn bedonmid
dellijk werd de dokter gehaald en deze con
stateerde een beroerte. Dokter Brinkman gaf
al dadelyk weinig hoop, daarom telegrafeerde
ik je. Vader is niet meer tot bewustzijn ge
komen, den geheelen tyd heeft hy niets ge
daan dan reutelend ademhalen en nu en dan
een sncht loozen. De dokter dacht, dat het
gisterenavond reeds afgeloopen zou zijn.
Eduard boog zich over den zieke, die juist
vreeselyk benauwd reutelde en kermde.
Zelfs in de aangrenzende kamer hoorde men
dit, de dokter kwam vlug en zonder gedruisch
aan het bed van den zieke. Onmiddellyk zag
zyn ervaren oog, dat het beslissende oogenblik
gekomen was. Geruststellend legde hy zyn hand
op de schouders van Eduard, die zeer aange
daan was.
Blyf bedaard, heer ritmeester, zeide hy
zacht, binDen weinige minuten is alles afge
loopen.
Ach, mocht ik hem nog slechts een en
kele maal in de oogen zien en zyn stem hooren 1
De stervende schoof zijn bevende handen
heen en weer, en trachtte zich op te richten.
Eduard snelde toe om hem te helpen. Benauwd
zuchtend leunde de oude baron zyn grys hoofd
tegen den schouder van zyn zoon, wiens sterke
armen hem rechtop hielden. De stervende
kreeg een hevige aanval van kramp, en een
paar bloeddruppels werden op zijn lippen
zichtbaar; toen vloog hy op; hij streed hevig
tegen den overmachtigen engel des doods.
Toen werd hy stil, zyn grys hoofd hing
slap terzijde. Reeds meenden de omstanders,
dat het laatste oogenblik daar was, doch Dog
eenmaal haalde de stervende diep adem. Hy
sloeg de half verglaasde oogen op, en zyn
oudsten zoon herkennende, vloog een tevreden
glimlach over zyn bleek gelaat.
Eduard, sprak de oude met moeite, jy,
myn zoon, myn erfgenaam, ik leg
het lot van ons geslacht in je handen. Denk
aan onze voorvaderen myn zoon.
In zacht gefluister stierven de laatste woor
den weg, terwijl hy in de kussens terugzonk.
Nog een zucht een zacht beven de
oogen werden strakker het hoofd zonk op
de borst. Nog een krampachtig beven een
laatste zucht en de oude baron Von Al
tenbrak was heengegaan naar het land, van
waar niemand wederkeert.
Op dat oogenblik steeg de zon boven de
hoornen van het park en wierp haar eerste
gouden stralen in het vertrek, waar de baron
gestorven was. Zacht drukte de dokter de oogen
van den ontslapene dicht.
Van verre klonk de klok van de dorpskerk,
welke het graf der familie Von Altenbrak
bevatte.
In de aangrenzende kamer werden de kin
deren wakker en schreiden. De beide zonen
van den overledene stonden op en daarbij
ontmoetten hunne blikken elkander onwille
keurig. Eduard reikte zyn broeder de hand
en zeide bewogen Ouzo vader was een
liefdevol beschermer voor je kinderen. Vol
gens de wetten van ons geslacht ben ik thans
heer van Altenbrak, ik beloof je hier aan het
sterfbed van onzeB dierbaren vader plechtig,
dat ik voor je kinderen zal zorgen alsof ze
de myne waren.
- Heb dank, Eduard, antwoordde Willy,
wiens stem bijna verstikte in zyn tranen.
- Wy zullen vereenigd blijven, Willy,
vervolgde Eduard, wij zullen vrienden en
broeders blyven, zooals in onze jeugd, al ben
ik hier nu heer en meester.
Een vluchtig rood vloog over Willy's bleek
gelaat bij deze woorden.^Hij antwoordde niets,
doch drukte zyn broeder warm de hand.
VIERDE HOOFDSTUK.
De plechtige begrafenis van den overleden
majoraatsheer was voorby. Zij, die in den stoet
het lijk gevolgd waren, hadden zich weer in
alle richtingen verstrooid, ook de bloedver
wanten, die van verre en nabij ter begrafenis
gekomen waren, hadden allen het slot weer
verlaten.
Eduard Von Altenbrak was in die eerste
dagen nauwelijks tot zich zelf gekomen. Te
veel indrukken had hij gekregen, te veel ge
dachten hadden hem bezig gehouden, zyn nieuwe
plichten als hoofd van een uitgebreid ge
slacht hadden te veel zijn aandacht gevorderd
om aan nog iets anders te denken. Hy had
nauwelijks den tyd gevonden om een korten
brief aan Margherita te schrijven, waarin hy
der jonge vrouw den dood zijns vaders meldde.
Hy had niet v^n zich kunnen verkrijgen om
in dezen brief reeds te spreken over de rege
ling van hare verhouding, waarin nn niets
meer in den weg scheen te staan. Dat kwam
hem voor als eene ontwijding van zijns vaders
nagedachtenis. Als zijn veertien dagen verlof
voorby waren, was er immers altijd nog tijd
genoeg voor de openbaarmaking en de beslis
sende regeling. En nu lag de weg, dien hy
moest bewandelen, immers klaar en duidelijk
voor hem. En nu toefde zijn jongere broeder
met vrouw en kinderen op het slot, dat
hield hem terug van bijna elke ernstige behan
deling van zyn aangelegenheden.
Willy's vrouw Rogaila Vod Altenbrak ge
boren gravin Von WaldburgHochstetten, had
een voornaam, aristocratisch voorkomen. Zy
was niet bepaald schoon te noemen, maar haar
bleek gelaat kon een lieven innemenden glim
lach toonen, en haar lange slanke gestalte
toonde zoowel de trotsche houding als de be
vallige vrijheid van beweging, die men alleen
aantreft bij dame9, voornaam door geboorte en
opvoeding. Onder de aangename vormen eener
dame uit de groote wereld verborg Barones
Rogaila echtereen koel berekenend hart en een
heerschzuchtig karakter, dat voor niets terug
deinsde.
Op een schoonen zomeravond waren de be
woners van het slot onder de veranda bij het
park vereenigd. Het avondmaal was afgeloo-
pen, de beide heeren zaten in hun luierstoelen
te rookeu, terwyl mevrouw Rogaila op de ba
lustrade leunde en naar haar kinderen keek,
die op een grasperk buitelden en sprongen.
Eduards blik viel op haar slanke, voorname
gestalte en gleed toen over de spelende kin
deren onwillekeurig moest hij nu aan zijn
eigen vrouw en kinderen denken. Er kwam
bij hem een hevig verlangen naar hen op
hy had er nu spijt van, dat hij geen flink
beslait genomen had en vrouw en kinderen
nog niet naar het slot Altenbrak had ontbo
den. Dan zou alles meteen tot klaarheid zijn
gekomen. Deze gedachte greep hem sterk aan,
hij stond op en liep eenige malen met snelle
schreden de veranda heen en weer. Hij be
merkte daarbij niet, hoe Rogaila haar man
een teeken gaf, en daarop naar haar spelende
kinderen ging.
Willy stond nu ook op en trad op zyn broe
der toe. Deze bloef daarom stilstaan, waarop
Willy zeideNeem me niet kwalijk, Eduard,
dat ik je stoor in je overpeinzingen.
Volstrekt nietHet paste eigenlyk wel
voor my, dat ik verschooning vroeg, daar ik
je zo onachtzaam behandel. Waar is je vrouw?
Rogaila is naar de kinderen in het park
gaan zien. Laat haar maar blyven, het is my
aangenaam eens ongestoord met je te kunnen
praten. Ik heb een ernstige aangelegenheid te
bespreken.
Eduard keek hem verwonderd aan. Betreft
die aangelegenheid mij vroeg hij.
Al naar men het neemt, antwoordde de
jongere broeder. Zonder n is die aangelegen
heid tenminste niet te regelen.
(Wordt vervolgd.)