't Vliegend Blaadje. KLEINE COURANT VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL. Adeltrots en Misdaad. Mo. 2185. Woensdag 2 Augustus 1868. 21ste Jaargang. Bureau: Zuidstraat. Telefoonn0. 42. Bureau: Spoorstraat. Telefoonn. 36; Abonnement p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., met Zondagsbl. 80 Ct. id. franco per poet 75 idem fl.12' id. voor het Buitenland f 1.25, idemf2.00 VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG. Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder. Bureaux: 8POOR8TRAAT en ZUIDSTRAAT. Advortentlön van 1 tot 5 regels.25 Cent. Elke regel meer5 Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn. NIEUWSTIJDINGEN. HELDER, 1 Aug. 1893. De loodsschipper Jn. Kuiper, alhier, is tot landkenner benoemd bij de Stoom vaart-Maatschappij Nederland", en zal den loodsdienst met pensioen verlaten. Mej. A. C. Klots, alhier, is te 's Gra- venhage geslaagd voor het examen in de Engelsche taal L. O. Naar Leiden, Den Haag, Schiedam en Rotterdam zal op 8 Augustus a.s. een goedkoope volkstrein van hier vertrekken. (Zie annonce in dit blad). Vrijdagmiddag verzeilde de botter H. D. 3, schipper Mastemaker, en eigendom der visscherij-maatschappij Helder alhier, in de Noordergronden op 't daar gezonken wrak van de stoombootGolf of Panama." 't Vaartuig kreeg een lek en sloeg om. Met veel moeite werden de drie opva renden, benevens een knaap die toevallig aan boord was, gered door den Texelschen blazer T. X. 105 en alhier aan wal ge bracht. Pogingen om het vaartuig af te brengen zijn mislukt Er is van het vaartuig niets meer te vinden. De Algemeene vergadering, Vrijdagavond door de afd. Willemsoord van 't Marinefoods in de Marine-Cantine gehouden, was nietdruk bezocht. Na opening door den president, den heer P. J. Kloppers, en de voorlezing der no tulen door den secr. P. M. v. d. Veer, werd 't verslag over 't vijfde vereenigingsjaar uitge bracht. We ontleenen daaraan 't volgende De vereeniging telde 30 Nov. jl. 83 be schermers, 357 donateurs, 140 begunstigers en meer dan 1300 leden. In dat boekjaar bedroeg de ontvangst f 7739,075 en de uitgauf f4996,996, zoodat 't batig slot was f 2742,08. Hierbij dient nog vermeld te worden, dat 't reserve kapitaal, gedeponeerd by de Ned. Bank, f8400 bedraagt. Onder de ontvangen giften verdient vooreerst vermeld te worden de som van f 1000, als geschenk van de Koningin en de Koningin- Aan in nood verkeerende leden en weduwen werd de som van f 2419 uitgekeerd, waarvan hier ter plaatse f 1100. 't Doel der vereeniging is onderstand te verleenen aan leden, die den dienst zonder of met een klein pensioen heb ben moeten verlaten en aan de hulpbehoevende weduwen en weezen door gestorven leden achtergelaten. 't Bestuur der vereeniging bestaat uit de hh. J. C. Jeekel en C. F. A. Gregory, luit. ter zee le kl., als eere-commissarissen verder P. J. Kloppers, pres.P. M. v. d. Veer, secr. J. C. Abraham, penningm.J. Annes en E. Slok. De heer P. Deuling had 't jaarverslag meer gedetailleerd gewenscht en drong er in 't belang der zaak op aan, hier ook eens een algemeene vergadering te houden. De hr. J. B. Verhey, kapt. der mariniers, meende dat de opkomst grooter zou zijn wanneer die plaats had in een der lokalen, in 't midden der gemeente gelegeD, voor 1 wanneer die over dag en niet des avonds werd gebonden. Na rondvraag werd de vergadering op de gebruikelijke wyze gesloten. Door werklieden van 's Rijkswerf alhier worden dezer dagen werkzaamhe den verricht op het strand van het eiland Texel, nabg de Hors. Er worden pantser platen van verschillend fabrikaat opgesteld, met het doel, om bij de in den loop van dezen zomer te houden schietoefeningen aldaar het meerdere of mindere weerstands vermogen te beproeven. Zaterdagavond vergaderde de Timmer lieden-Vereeniging »Door Eendracht Wel vaart,' in vt Casinogebouw. De opkomst was zeer gering. Als spreker trad op de gezel Ver dorst, uit Amsterdam, en wel met 't onderwerp •Werkeloosheid Als oorzaak der werkeloosheid noemde spre ker in de eerste plaats 't aantal machines, dat vooral in de laatste 20 jaar sterk was toege nomen, zoodat er handen te veel waren en men dus, om evenwicht te maken, genoodzaakt zou zijn den arbeidsdag in te krimpeD, tevens met bepaling van het mininum loon. Daar men, met 't oog op bovenstaande, niet tijdig de bakens heeft verzet, zou men, zoo noodig tot paardenmiddelen zijne toevlucht moeten nemen. Patroons, benevens besturen van land en stad moesten hierin verandering ten goede brengen. In de prov. Zeeland heeft men dit reeds beproefd. Spreker wees op de groote vergadering, op 1 Augustus te honden door Vakvereenigingen, waarop middelen zullen besproken worden om dat doel te bereiken. In 't buitenland, Frankryk en Engeland, heeft men alreeds proeven genomen, hier met gunstigen en daar met minder gunstigen uit slag. «Dat men in Nederland nog achterstaat, werd door spreker geweten aan den hier heerschenden Jansaliegeest. Men moet zyn voordeel doen met de spreuk onzer vaderen Eendracht maakt Macht* en vast aaneenge sloten staan, wil men 't lot van den werkman verbeteren, 't Algemeen Kies- en Stemrecht, waarover thans door de regeering wordt be raadslaagd, zal, wanneer dat ontwerp er door komt, 't middel zyn om den toestand van den werkman te verbeteren, en daarom behoort men dit uit alle macht voor te staan. Na afloop vraagde 't lid Reyers, wat spreker dacht over «Stukwerk," waarop 't antwoord volgde, dat dit stelsel was af te keuren en werken volgens tarief, door patroons en ge zellen vastgesteld, te verkiezen is. Een der aanwezigen brak een lans voor de patroons, door aan te merken dat niet alle patroons vijandig tegenover den werkman staan. Na dankzegging aan spreker en hoorders, sloot 't bestuurslid Roggeveen de vergadering. Meermalen is in de plaatselyke nieuws bladen de aandacht gevestigd op de openbare wegen in de kom der gemeente, als ze in slechten toestand verkeerden en verbetering er van wenschelijk en noodig was. Doch ook buiten den bebouwden kring liggen wegen, wier toestand weieens onder de algemeene aan dacht mag worden gebracht. De bewoners van den polder »Het Koegras» vinden, voor zoover zij in de nabijheid van het Noordhollandsch kanaal wonen, een zeer goeden weg in den grooten Rijksweg langs genoemd kanaal, om zich van hunne landhoeven naar de kom der gemeente te begeven. Geheel anders is dat echter voor de bewoners van het westelyk deel van »Het Koegras,» en die dus van den ouden Alkmaarachen weg, ook wel «Strooweg* genaamd, moeten gebruik maken. Deze weg verkeert in een toestand, die noodwendig ver- botering eischt. We kunnen echter belangheb benden in deze niet verwyzen naar het Ge meentebestuur van den Helder of naar het Bestunr van den polder «Het Koegras,* omdat d« weg Rijks-eigendom is, zich aansluitende bij den zoogenaamden Zanddijk, die tot in de gemeente Callantsoog voortloopt. Toch zou er wellicht iets aan te doen zijn, als genoemde Colleges hun invloed wilden aanwenden, om de Regeering te bewegen, de verbetering van dien verkeersweg ter hand te nemen. Er is zoo dikwyls gesproken over de verdediging des lands en over het gevaar, dat eene landing des vijands op de kust van Noordholland zou teweeg breDgen. Uit de Stelling van den Helder zouden de verdedigers met hun krijgs- materiëel langs den «Strooweg» zuidwaarts moeten trekken doch dan is het noodig:, drin gend noodig, dat de weg bijtijds in bruikbaren toestand wordt gebracht, 't Is wellicht genoeg zaam, dat de aandacht van den Minister van Oorlog hierop gevestigd wordt. En wordt hier aan toegevoegd de overweging, dat bij het algemeene streven Daar verbetering der ge- meenschapswogen, ook deze weg in groote mate behoefte heeft aan verbetering, in 'c belang der bewoners van den polder, dan lijdt het o. i. geen twijfel, of de aloude Alkraaar- sche weg zal, tengevolge der door ons beoogde bemoeiingen, weldra in een brnikbaren ge- meensehapsweg worden herschapen. Vóór het aanleggen van het Noordhollandsch kanaal met den daaraan gelegen Rijksweg van hier naar Alkmaar, was de éénige ver keersweg tusschen deze gemeente en zuidely- ker gelegen plaatsen de oude Alkmaarsche weg. Men verliet in die dagen de gemeente uitsluitend aan het Logement de Roode Leeuw, in de Artilleriestraat, tegenover den weg naar 't fort »Erfprios." Men ging dan langs een deel van den Huisdniner weg, en vervolgens langs den Polderweg, waarop men thans het z. g. schutbok vindt geplaatst. Vandaar uit liep de weg rechtuit, verderop onder den naam van Strooweg, tot bij den Zanddyk aan het duin in 't Koegras." Later heeft men dien weg doorsneden by den aanleg der Bedekte Gemeenschapslinie. Als men boven die linie een kijkje neemt, ziet men nog duidelijk, dat de weg daarbinnen en daarbuiten precies op elkander aanloopen. Het deel van dien weg, buiten de linie gelegen, was in vroeger dagen de rijweg naar de algemeene begraafplaats, en bij oudere personen bekend door de moei lijke tochten laDgs dat baast onbegaanbare pad. Die weg is er sedert niet veel beter op geworden, en als de bevoegde autoriteit zich eens bemoeide met de zoozeer gewenschte ver betering ook van dien rijweg zij zou we zenlijk een goed en nuttig werk verrichten. De rijtuigen (melkwagens) uit het westelijk deel vau »Het Koegras," moeten dagelyks dezen hollen, bollen weg passeeren, en de be woners des polders zullen voorzeker met het door ons uitgedrukt verlangen naar wegver- betering algemeen instemmen. Vrijdag is te 's Gravenhage, in den ouderdom van 70 jaar, overleden de ge- pensionneerde kapt.-luit. ter zee A. L. Palm Ter vervanging van den heer L. F. H. Tuckermann, is tijdelijk benoemd tot directeur der werkplaatsen van en maga zijnmeester bij '8 Rijks algemeen beton nings-magazyn te Enkhuizen de heer W. G. Venuekool, tijdel. gepens. 1ste luit. der mariniers. Het lijk van Amerijntje, de oude vrouw te Schiermonnikoog, van wier verdwijning wij melding hebben gemaakt, is ver om den oost in den balg gevonden, waar het bij laag water was aangespoeld. De justitie te Maastricht heeft zich Woensdag naar Gulpen begeven, teneinde aldaar plaats-opneming te doen in zake J. H. S., gegageerd O.-I. militair, die be schuldigd wordt van poging tot moord op den kapelaan De Wever. Als deskundigen over het wapen waren benoemd de heeren Dr. Janssen, off. van gezen Louwerse, wachtmeester der ma rechaussees, alsmede de heer J. E. Houben, provinciaal opzichter, om een plan op te maken van de plaats, waar het misdrijf gepleegd werd. Ook de beklaagde S. werd door de marechaussee naar Gulpen overgebracht, om aldaar met een aantal getuigen te wor den geconfronteerd. Het Leger des Heils te Sneek heeft wegens gebrek aan belangstelling zijn bij eenkomsten gestaakt. Het gebouw doet thans dienst als bierhuis. Waar te Amsterdam de Zwartehand- steeg en het Blaeuerf in elkander loopen, bevindt zich een huisje waarin sinds een paar maanden een Munchener Export Bier- halle is gevestigd en nog iets meer. Een aardappelkoopman, die aldaar zyn waar aanbood, werd door een der bewoon sters binnengeroepen om aardappelen te leveren Toen hij ze binnenbracht, werd hem een glas bier aangeboden, dat hij leeg dronk en zag hij een paar mannen zitten kaart te spelen het bekende spel met drie kaarten. Gevraagd om mee te doen, waagde hij een gulden, dien hij wonon derwijl maakte zich dronkenschap van hem meester. Op de vraag van een der spelers of h\j vijf-en-twintig gulden wilde zetten, waagde hij nogmaals de kans en verloor. Toen begrijpende, dat hij beet was geno men, vloog hij de deur uit en sloeg in zyn woede een der ruiten in. Hjj begaf zich met een agent naar het politiebureau. Natuurlijk kwam er een oploop voor de deurvele liefelijke benamingen klonken uit de menigte, die weldra gevolgd werden door eenige projectielen, welke de overige glasruiten verbrijzelden. De man is echter zyn geld kwijt. Te Vrouwenbuurt (gemeente Het Bilt) wordt jaarlijks op den eersten Zondag na de kermis een zilveren bal verkaatst. Dezen bal noemt men de »oude griep», omdat er een man met een griep op is gegraveerd. Die »oude griep* heeft een aardige geschiedenis, welke in hoofdzaak op het volgende neerkomt. In 1794 werd te Beetgum genoemde bal voor te houden kaatsparty uitgeloofd De mededinging was vry. Na vinnigen strijd traden toen de vrouwenbuurters als overwinnaars op, zeer tot spijt van de Beetgumers. Bij de prysuitdeeling in de herberg kwam het tot handtastelijkheden. De houder van de »oude griep" sprong uit het venster en zette het op een loopen, gevolgd en zoo noodig beschermd door zyn mede-Vrouwenbuurters. Zij slaagden er in den bal thuis te brengen. Als een reliquie wordt de oude griep daar bewaard en elk jaar als le prijs tusschen de eigen dorps- genooten verkaatst. In de eerste jaren werd de bal by het feest, in een netje aan een stok bevestigd, uit het raam van de herberg opgehangen en goed bewaakt. Natuurlyk is dit nu niet meer noodig. Ondertusschen geldt het nog steeds voor een groote eer, winnaar van de »oude griep* te zyn geweest. In dit jaar zal de bal voor de honderd ste maal worden verkaatst. Een wielrijder, die in de Sarphati- straat te Amsterdam reed, moest voor de tram uitwijken. Op hetzelfde oogenblik kwam er een rytuig aan in volle vaart de wielrijder werd omvergereden en de wielen van het rijtuig gingen den jongen man over de borst. In zorgwekkenden toestand bracht men hem naar het naast bij zijnd Kinderziekenhuis. Het rijwiel was geheel vernield. Iemand te Maassluis, die zijne be lastingpenningen nog niet betaald scheen te hebben, kreeg een soldaat by zich te gast. Over vriendelijk en gul onthaal kon deze echter niet roemen. Voedsel moest hem gebracht worden. Den eersten nacht kon hij op den vloer doorbrengen. Den tweeden dag kwam de heer des huizes des avonds met een allesbehalve vriende- lyk gezicht op den gedwongen gast af, zoodat deze het op een loopen zette. Zyne wapens enz. werden hem daarna achterna geworpen. Door de zorgen der politie werd hij natuurlyk weder spoedig in huis te ruggebracht. Van een en ander werd, naar men verneemt, proces-verbaal opgemaakt. Burgerlijke Stand, gem. Helder. Van 27 tot en met 29 Juli 1893. ONDERTROUWDA. J. Advocaat, 2e schrijver b. d. marine en C. W. Post. S. Mars. 2e schryver b. d. marine en E. Post. P. Munier, zeeman en M. Keet. J. F. Klop penburg, koffiehuishouder en G. J. Snip. BEVALLENJ. FenengaJongstra, d. A. W. H. C. BakkorOp 'tLand, d. A. de KoningBlokhof, d. N. RykeboerRoos, z. C. M. van DijkSchellingerhout, z. J. C. BunjeHartering, z. OVERLEDENJ. M. Faber, 60 jaar. T. J. Köhnke, 11 weken. Marine en Leger. De hoofd-inspecteur van administratie bij de zeemacht, de Heer Q. H. C. van Nnijs, is belast met de administratie van het fonds voor dek- e n onderofficieren. Hr. Ms. fregat „Tromp", onder bevel van den kapitein ter zee H. Q. Hildebrandt, is den 26en dezer van Bahia vertrokken ter voortzetting van de reis naar Oost-Indië. 6) Wy droegen hem op zijn bedonmid dellijk werd de dokter gehaald en deze con stateerde een beroerte. Dokter Brinkman gaf al dadelyk weinig hoop, daarom telegrafeerde ik je. Vader is niet meer tot bewustzijn ge komen, den geheelen tyd heeft hy niets ge daan dan reutelend ademhalen en nu en dan een sncht loozen. De dokter dacht, dat het gisterenavond reeds afgeloopen zou zijn. Eduard boog zich over den zieke, die juist vreeselyk benauwd reutelde en kermde. Zelfs in de aangrenzende kamer hoorde men dit, de dokter kwam vlug en zonder gedruisch aan het bed van den zieke. Onmiddellyk zag zyn ervaren oog, dat het beslissende oogenblik gekomen was. Geruststellend legde hy zyn hand op de schouders van Eduard, die zeer aange daan was. Blyf bedaard, heer ritmeester, zeide hy zacht, binDen weinige minuten is alles afge loopen. Ach, mocht ik hem nog slechts een en kele maal in de oogen zien en zyn stem hooren 1 De stervende schoof zijn bevende handen heen en weer, en trachtte zich op te richten. Eduard snelde toe om hem te helpen. Benauwd zuchtend leunde de oude baron zyn grys hoofd tegen den schouder van zyn zoon, wiens sterke armen hem rechtop hielden. De stervende kreeg een hevige aanval van kramp, en een paar bloeddruppels werden op zijn lippen zichtbaar; toen vloog hy op; hij streed hevig tegen den overmachtigen engel des doods. Toen werd hy stil, zyn grys hoofd hing slap terzijde. Reeds meenden de omstanders, dat het laatste oogenblik daar was, doch Dog eenmaal haalde de stervende diep adem. Hy sloeg de half verglaasde oogen op, en zyn oudsten zoon herkennende, vloog een tevreden glimlach over zyn bleek gelaat. Eduard, sprak de oude met moeite, jy, myn zoon, myn erfgenaam, ik leg het lot van ons geslacht in je handen. Denk aan onze voorvaderen myn zoon. In zacht gefluister stierven de laatste woor den weg, terwijl hy in de kussens terugzonk. Nog een zucht een zacht beven de oogen werden strakker het hoofd zonk op de borst. Nog een krampachtig beven een laatste zucht en de oude baron Von Al tenbrak was heengegaan naar het land, van waar niemand wederkeert. Op dat oogenblik steeg de zon boven de hoornen van het park en wierp haar eerste gouden stralen in het vertrek, waar de baron gestorven was. Zacht drukte de dokter de oogen van den ontslapene dicht. Van verre klonk de klok van de dorpskerk, welke het graf der familie Von Altenbrak bevatte. In de aangrenzende kamer werden de kin deren wakker en schreiden. De beide zonen van den overledene stonden op en daarbij ontmoetten hunne blikken elkander onwille keurig. Eduard reikte zyn broeder de hand en zeide bewogen Ouzo vader was een liefdevol beschermer voor je kinderen. Vol gens de wetten van ons geslacht ben ik thans heer van Altenbrak, ik beloof je hier aan het sterfbed van onzeB dierbaren vader plechtig, dat ik voor je kinderen zal zorgen alsof ze de myne waren. - Heb dank, Eduard, antwoordde Willy, wiens stem bijna verstikte in zyn tranen. - Wy zullen vereenigd blijven, Willy, vervolgde Eduard, wij zullen vrienden en broeders blyven, zooals in onze jeugd, al ben ik hier nu heer en meester. Een vluchtig rood vloog over Willy's bleek gelaat bij deze woorden.^Hij antwoordde niets, doch drukte zyn broeder warm de hand. VIERDE HOOFDSTUK. De plechtige begrafenis van den overleden majoraatsheer was voorby. Zij, die in den stoet het lijk gevolgd waren, hadden zich weer in alle richtingen verstrooid, ook de bloedver wanten, die van verre en nabij ter begrafenis gekomen waren, hadden allen het slot weer verlaten. Eduard Von Altenbrak was in die eerste dagen nauwelijks tot zich zelf gekomen. Te veel indrukken had hij gekregen, te veel ge dachten hadden hem bezig gehouden, zyn nieuwe plichten als hoofd van een uitgebreid ge slacht hadden te veel zijn aandacht gevorderd om aan nog iets anders te denken. Hy had nauwelijks den tyd gevonden om een korten brief aan Margherita te schrijven, waarin hy der jonge vrouw den dood zijns vaders meldde. Hy had niet v^n zich kunnen verkrijgen om in dezen brief reeds te spreken over de rege ling van hare verhouding, waarin nn niets meer in den weg scheen te staan. Dat kwam hem voor als eene ontwijding van zijns vaders nagedachtenis. Als zijn veertien dagen verlof voorby waren, was er immers altijd nog tijd genoeg voor de openbaarmaking en de beslis sende regeling. En nu lag de weg, dien hy moest bewandelen, immers klaar en duidelijk voor hem. En nu toefde zijn jongere broeder met vrouw en kinderen op het slot, dat hield hem terug van bijna elke ernstige behan deling van zyn aangelegenheden. Willy's vrouw Rogaila Vod Altenbrak ge boren gravin Von WaldburgHochstetten, had een voornaam, aristocratisch voorkomen. Zy was niet bepaald schoon te noemen, maar haar bleek gelaat kon een lieven innemenden glim lach toonen, en haar lange slanke gestalte toonde zoowel de trotsche houding als de be vallige vrijheid van beweging, die men alleen aantreft bij dame9, voornaam door geboorte en opvoeding. Onder de aangename vormen eener dame uit de groote wereld verborg Barones Rogaila echtereen koel berekenend hart en een heerschzuchtig karakter, dat voor niets terug deinsde. Op een schoonen zomeravond waren de be woners van het slot onder de veranda bij het park vereenigd. Het avondmaal was afgeloo- pen, de beide heeren zaten in hun luierstoelen te rookeu, terwyl mevrouw Rogaila op de ba lustrade leunde en naar haar kinderen keek, die op een grasperk buitelden en sprongen. Eduards blik viel op haar slanke, voorname gestalte en gleed toen over de spelende kin deren onwillekeurig moest hij nu aan zijn eigen vrouw en kinderen denken. Er kwam bij hem een hevig verlangen naar hen op hy had er nu spijt van, dat hij geen flink beslait genomen had en vrouw en kinderen nog niet naar het slot Altenbrak had ontbo den. Dan zou alles meteen tot klaarheid zijn gekomen. Deze gedachte greep hem sterk aan, hij stond op en liep eenige malen met snelle schreden de veranda heen en weer. Hij be merkte daarbij niet, hoe Rogaila haar man een teeken gaf, en daarop naar haar spelende kinderen ging. Willy stond nu ook op en trad op zyn broe der toe. Deze bloef daarom stilstaan, waarop Willy zeideNeem me niet kwalijk, Eduard, dat ik je stoor in je overpeinzingen. Volstrekt nietHet paste eigenlyk wel voor my, dat ik verschooning vroeg, daar ik je zo onachtzaam behandel. Waar is je vrouw? Rogaila is naar de kinderen in het park gaan zien. Laat haar maar blyven, het is my aangenaam eens ongestoord met je te kunnen praten. Ik heb een ernstige aangelegenheid te bespreken. Eduard keek hem verwonderd aan. Betreft die aangelegenheid mij vroeg hij. Al naar men het neemt, antwoordde de jongere broeder. Zonder n is die aangelegen heid tenminste niet te regelen. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1893 | | pagina 1