't Vliegend Blaadje. KLEINE COURANT VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXE1 O m m 9o. 2154. Zaterdag 7 October 1893 21ste Jaargang. KALENDEB DEK WEES. l§ 'mk lUt i Bureau: Zuidstraat. Telefoonn0. 42. Bureau: Spoorstraat. Telefoonn. 36. Opkomst der Zon 6 u. 15 m. Önderg. f, 5 u. 19 ra. OCTOBER (Wijnmaand, 31 dagen). Zondag 8 Nieuwe Maan. Maandag 9 Dinsdag 10 Woensdag 11 Donderdag 12 V rijdag 13 Zaterdag 14 NÏEÜWSTÏJDIEGEN. BELDEK, 6 Oct. 1893. Dinsdagavond werd in Tivoli door 't Ge zelschap der Ned. Tooneelvereeniging, ondor directie van don heer L. H. Chrispijn, opge voerd Muliatuli's Vorstenschool. De opkomst van 't publiek was bevredigend. Met genoegen Lebben we kenDis gemaakt met bovengenoemde Tooneelvereeniging, die op zeer goede krach ten mag roemen. Koning en Koningin, voor gesteld door den hr. en mevr. Schwab, speelden uitmuntend. Wist de edele koningin Louise in 't eerste bedrijf aller sympathie te verwerven door hare plannen tot verbetering van don toestand des volk8, koning George maakte in 't volgend bedrijf den lachlust gaande door zijne beuzelachtigheid. De hh. van Westerho- ven en Chrispijn, de- eerste als ven Sehukeu- acheuer en de laatste als prins Spiridio, wisten wat levendigheid in 't spel te brengen, dat in 't begin wel r.oodig was. 't Spel van mej. van der Lucht, in de rol van Anua, was uiterst boeiend, zoodat 't slotbedrijf goed tot zijn recht kwam. De overige spelers droegen bet hunne by tot een goed geheel. Aan 't einde van 't spel werden de intriguanten ontmaskerd en gestraft, terwijl 't der koningin mocht ge- lukkeu, den koning uit zijne onbeduidendheid op te hellen. Herhaaldelijk klonk een welgemeend applaus door de zaal en bij velen ontstond de wensch, dat we den heer Chrispyn en zijne toonoel- listea rueornwlen hier mogen zien optreden. Voor 't decoratief hebben we gaarne een woord van lof over, daar men met de voor handen beperkte hulpmiddelen 't tooneel steeds een 1'risch en naar omstandigheden passend aanzien wist te geven. Wegens verhinderende omstandighe den, zal de eerste der alhier te houden Volksbij eenkomsten niet op 17, maar op Maandag 16 dezer plaats hebben. Het eerste winter-concert, door het Stafmuziekkorps der Marine, onder directie van den heer J. Koning in het lokaal Tivoli alhier te geven, zal plaats hebben op Dinsdag 17 dezer. In een manufacturen-winkel in de Schagenstraat No. 21, ontstond jl. Woens dagmorgen te 9 uren door een onbekende oorzaak brand. Gelukkig werd het gevaar spoedig ontdekt en waren een aantal mannen gereed om te blusschen, waartoe de buurvrouwen de benoodigde hoeveelheid water aanbrachten. De inspecteur .van politie was met eenige agenten aanwezig en zonder schade voor de huiskamer ach ter den winkel liep het onheil af. De winkel met den aanwezigen voorraad manu facturen heeft echter groote schade gele den. De winkelgoederen waren tegen brandschade verzekerd. De schietoefeningen der artillerie met hét vesting-gsschut op een beweeg baar doel alhier zijn dezer dagen geëindigd. We vestigen de aandacht onzer lezers op de a.s. Maandag in Tivoli alhier te houden lezing over het Prostitutie-vraag- stuk door den heer H. Pierson. Hoe men ook over de al of niet-reglementeering j der prostitutie moge denken 't is on getwijfeld van belang deD man te hooren, die, zoowel in het buitenland als in ons vaderland, algemeen bekend is als den bestrijder van de reglementeering en van het geneeskundig onderzoek. We bevelen daarom onzen lezers aan, den geaehten spreker te gaan hooren. Tot vorming van een zelfstandig oordeel in deze is het zeker gewenscht, den woordvoerder zeiven het veelbesproken onderwerp te hooren be handelen. De heer J. van de Ven, commies bij de directie der marine te Amsterdam, herdacht den 2 dezer, onder vele blijken van belangstelling, zijne 25-jarige ambts vervuiling. Het grootste gedeelte van zijn diensttijd was de geachte jubilaris aan '8 Rijks werf te Willemsoord werkzaam. Aan den eervol ontslagen militie commissaris in het 3e district van Noord holland, den luit.-kol. C. T. Hackstroh, is verleend een jjpenaioen van f 275, met instandhouding van zijn militair pensioen ad f1750. In den nacht van Dinsdag is de toren van de Herv. Kerk te den Hoorn op Texel door den bliksem getroffen en veroorzaakte ook een oogenblik brand, welke echter door het flink optreden dei- dorpelingen geen verder gevolg had, dan dat eenig hekwerk om den toren ver brand is. De geheimzinnige verdwijning. De 20-jarige broeder der verdwenen juffrouw Juett is naar Holland overgekomen om, zoo mogelijk, nadere bijzonderheden te vernemen omtrent het onderzoek in zake De JoDg en desnoods nadere inlichtingen te geven. Een verslaggever van het ^Handelsblad" ontmoette den heer Juett te Arnhem en is met hem naar Amsterdam gereisd. Onderweg voerden beide heeren een druk gesprek, waaraan wij volgende bijzonderheden ontleenen Leende De Jong dikwijls geld van uw vader vroeg de verslaggever. Volstrekt nietdat wordt wel beweerd, doch is onwaar. Ook is onwaar dat hij telkens vertelde zijn portemounaie verloren te hebben. Slechts éénmaal beweerde hij zijn beurs te hebben verloren, waarin, naar zijn voorgeven, ongeveer elf pond zathij gaf het aan bij de politie en loofde twee pond voor den vinder uit, doch die beurs is hij bepaald nooit kwyt geweest. Maar leende uw vader hem dan geen 20 pond op den huwlijksdag? Jawel, doch dat had zijn reden. Hy zou zijn huwelijksreis maken naar Holland. Nu kou hij, zeide hij, zijn geld wel in Londen losma ken, doch dan verloor hij er veel opvader vond het zelf beter, dat hy het in Holland deed en gaf hem toen twintig pond. De Jong drong er vóór het huwelijk meermalen bij vader op aan, dat deze met hem naar Hol land zou gaan om het hótel, dat hij gekocht had, eens te zien. Vader beloofde eindelijk mede te zullen gaan, doch op den bepaalden dag werd hij geroepen om met de ingenieurs van een spoorwegmaatschappij over een werk te spreken. Hij trachtte dat nog uitgesteld te krijgen, doch dat was onmogelijk, en zoo is er nooit iets van zijn reis naar Holland ge komen. De dag van de voltrekking des huwe lijks was bovendien met den geestelijke der parochie reeds bepaald. De Jong had ons beloofd, dat hy in Holland gekomen, met mijne zuster nog eecs zou overtrouwen, volgens de Hollandsche wetten. Schreef uw zuster in haar brieven veel over haar raan Geen woord. In geen.enkele harer brieven meldde zy iets omtrent de zaken van haar echtgenoot, met niet één woord doelde zij op hem. Wij vonden dat wel dwaas, omdat onze zuster altijd zoo openhartig jegens ons was, doch die brieven waren ovorigous voor ons geen reden om eenige verdenking te koesteren. Thans zijn wy overtuigd, dat De Jong eiken brief las, dien zij schreef, en er alles liet uithalen wat hem niet aanstoud, zoodat de brieven vrij onbeteekenend werden. Dat haar brieven uit verschilleude plaatsen (Arnhem, Antwerpen, Nijmegen) kwamen, verwonderde ons niet, daar hy gezegd had met zijn jonge vrouw verschillende plaatsen te zullen bezoeken, alvorens zich te vestigen in zijn hêtel. Wij van onzen kant adresseerden al onze brieven naar het Hötel-Sluis te Arnhem. Na den 15n Juli hebben wij van mijn zuster niets meer gehoord, tot op 16 Aug. De Jong op eens bij ons verscheen. Hij vertelde ons onder bittere tranen, dat hij met zijn vrouw te Wiesbaden had gelogeerd iu het Baa-Hötel, dat ons later gebleken is in 't geheel niet te bestaan. Ge durende hun verblijf aldaar hadden De Jong en mijne zuster veel uitstapjes per boot gedaan, dik wij Is in gezelschap van een Amerikaan, die ook in genoemd hótel logeerde. De Ame rikaan had mijn zuster het hof gemaakt. Zij had gaarne met hem omgegaan, omdat die man zooveel beter Engelsch sprak dan De Jong en op een goeden morgen, vertelde hij, was zij, toen hij wakker werd, verdwenen, meênemeude een hem toebehoorend bedrag van f 1000. Een dienstbode in het hótel had hem verteld, dat de dame mot den Amurikaan was heengegaan. De Jong was, zooais ik zeide, zielsbedroefd, zeide dat hij naar het vasteland terugkeerde om dien Amerikaan te zoeken en mijn zuster dan nog bij zich teiug te willen nemen. Hy bracht tevens alle brieven mede, die wij naar het Hotel Sluis hadden gestuurd, alsmede het portret van onze over leden moeder wy hebben thans oen stief moeder dat mijn zuster steeds bij zich had en de getuigschriften, die zij in het gasthuis te Middiesbrough had gekregen. Hij bleef toen slechts een paar uien by ons. Later is ons gebleken, dat hy dien dag, dat hij by ons was, uit Londen was gekomen, waar hij in hetzelfde hócel waar hij terstond na zijn huwelijk met mijn zuster was geweest, thans logeerde met een andere vrouw, dat zeker die miss Schrailz. is gewsest. Geloofdet gy zijn verhaal Neen, wij gingen nu verdenking koesteren, omdat wij, het karakter mijner zuster kennende, overtuigd waren, dat zy niet van haar man zou wegloopeu zonder het ons te melden en dan in elk geval tot ons zou gokomen zijn, en vader deed nu nwsporiugen by den Engolschen cousul te Amsterdam. Toen kwam al spoedig aan den dag, welk een man wij ons vertrouwen hadden geschonken. Is uw meeniug dat uw zuster vermoord is Als zij niet door hem in een huis is opge sloten waar zij odb niets van zich kau laten hooren, dan moet zy vermoord zyn, anders ik ben er zeker van was zij tot ons terug gekeerd. Om welke reden denkt u, dat hy uw zuster huwde Waarom weet ik niet, om het geld zeker niet. Ik herhaal, dat hij wist dat wij niet rijk zyn. Wij gelooven met iemand te doen te hebben, die als 't ware een manie heeft vrou wen ongelukkig te maken of uit den weg te ruimen. Een soort van Jack the Ripper dus Iets vau dien aard. Uit Reukum meldt men van 2 dezer Op aanwyzing van den landbouwer v. d. B. alhier, 'die vóór geruimen tyd bij het vervoe ren van varkeus per as naar Arnhem, om streeks 4 uur des ochtends, den straatweg bij de Kievitsdel onder Dorenwerd passeerde, en uit de daar aanwezige bosschen een heer zag komen, gedekt met een hoogen hoed, die zich snel verwijderde, en in wien hy nu meent De Jong te herkennen, is Dinsdag door een 10-tal personen, waaronder do veldwachters uit deze gemeeyte on Dorenwerd en den Rijksveldwach ter-jachtopziener, gestationneerd op het konin klijk landgoed //Oranje Naa8au-oord,« een on derzoek in do bosschen aldaar en te Heelsura ingesteld. Ofschoon een zeer uitgestrekt terrein met de meeste nauwkeurigheid is onderzocht, hoeft dit onderzoek nog geen resultaat opge leverd. Aangezien men blijft vermoeden, dat het lyk vaa Sara Juett tusschen Heelsura en Oosterbeek zal begraven zyn, zal het onder zoek worden voortgezet. De heer Juett, de broeder van de vermiste Engelsche dame, heeft, naar we vernemen. Dinsdag jl. een langdurig onderhoud gehad met den rechter-commissaris te Amsterdam en ia met De Jong geconfronteerd. Zijne ver klaringen moeten vooralsnog geheim blijven. Uit Londen wordt aan het //VI. BI. v. Amst.' o. a. geschreven Het is niet zoo geheel onmogelijk, dat De Jong en Jack the Ripper een en dezelfde persoon zijn. Ik heb vau middag met eender meest bekwame detectives een onderhoud ge had, waaruit blijkt, dat De Jong te Londen uitstekend bekend is en dat men hem in de dokbuurc Silverfcown in Oostelijk Londen kent, waur hij geruimen tijd in een slaapsteê woonde. Een oogenblik van drift bracht een 19-jarig jongmensch, kettingmaker op de Koninklijke Grofsmederij te Leiden, op het bankje van de beklaagden van de arrond.- rechtbauk te 's Gravenhage. Gelijk het meer gaat in werkplaatsen, stoeiden de jougens wel eens onder elkaar. Zoo ook op 5 Augustus jl., toen naar be klaagde met een stuk cokes geworpen werd. De jongen, werd hierover driftig, greep een hamer, welke voor hem op het aanbeeld lag, en wilde den plaaggeest treffen. Het zware voorwerp miste zijn doel en trof een 17-jarigen knaap in den nek, die binnen eenige oogenblikken bezweek. Uit het zeer uitvoerig Visum repertum* bleek dat de dood door het treffen niet den hamer was veroorzaakt. De beklaagde, die diep berouw toonde, bekende, zich door drift te hebben laten verleiden. Natuurlijk was het volstrekt zijne bedoeling niet geweest den knaap te treffen, die hem niets misdaan had. Het O. M., den treurigen samenloop van omstandigheden in aanmerking nemende, vorderde beklaagdes veroordeeling tot 7 maanden. Uitspraak Donderdag a. s. over 8 dagen. Op het Noordzeekanaal is het schip »De Jonge Arie,« schipper H. de Boer, geladen met steenkolen, door een praam- schuit aangevaren. Het eerstgenoemde vaar tuig is onmiddellijk gezonken. De opva renden konden zich ternauwernood redden. Te Utrecht zijn naar het U. D. c meldt tien personen, die op eene brui loftspartij van eene roomtaart hadden ge geten, daarna zóó ongesteld geworden, dat voor de meesten hunner de hulp van een geneeskundige moest worden ingeroepen. Gelukkig wareu bijna allen den volgenden ochtend weder beterende, zoodat geen vrees voor ernstige gevolgen schijnt te bestaan Intusschen is toch aan de politie het ge beurde medegedeeld, wijl er grond is om te vermoeden, dat eenig vergif in de taart is geweest Of dit vermoeden juist is, zal uit het onderzoek moeten blijken. Bij een ontwerp tot wijziging der wet van 15 April 1891, houdende uitvoe ring der internationale overeenkomst tot het tegengaan van drankverkoop op de Noordzee, zijn in die uitvoeringswet eenige veranderingen aangebracht in verband met het feit, dat Frankrijk, 't welk aan de over eenkomst had deelgenomen deze niet mede heeft' geratificeerd. Uit 's Hertogenbosch meldt men, dat van de vijf personen, indertijd gevangen genomen als verdacht van den moord op den wachtmeester der maréchaussee Hoek man, te Osch op 26 Maart jl., vier naar de openbare terechtzitting zyn verwezen, zoodat na eenige weken de behandeling van die zaak kan worden tegemoet gezien. Uit Oostburg meldt men aan de ^Middelb. Ct.*\ dat, volgens een daar loo pend gerucht, de justitie nog tevergeefs zoekt naar de wettelijke bewijzen der schuld van Lampier, den verdachte van den drie- voudigen moord te Marolleput. Zelfs beweert men, dat er alle reden zou bestaan, om weldra zijne invrijheidstelling te ver wachten. DAMPROBLEEM NO.~6T" Ingezonden door den Heer E. G. Dettmeijer te Amersfoort. abcdefghi wit. Wit speelt en wint in 4 zetten. Oplossingen worden ingewacht tot Maandag 16 October a.s. Oplossing van Probleem No. 5. Wit Zwart le zet e 5 b 6 gedwongen. 2e e 3 f4 3e»cl f4 4e g 1 h 2 5e d i 5 e 9. slaat 2 6e k 4 - b 8 8 7e a 1 f2 5 en wint. Wy ontvingen slechts één goede oplossing, zynde die van den jongeheer J. van Roon, te Helderdeze alleen heeft zich flink gehou den en daarom ligt eon prijsje voor hem ter afhaling aan 't Bureau Spoorstraat. Nog andere proeven"van oplossingen kwamen by ons in, die wel getuigden van goeden wil, maar die geen goed resultaat hadden. Wij herinneren nog eens, dat zwart steeds tot den zet gedwongen moet worden en ook dat damslag niet vóór gaatals het aantal stukken gelijk staat, dan is het vrij gelaten te doen wat men wil. Burgerlijke Stand, gem. Helder. Van 2 tot en met 4 Oct. 1893. ONDERTROUWD: Geene. GETROUWDC. Vlaming en A. Bot. BEVALLENG. LastdragerBlikkenhorst, d. S. C. BoeklagenSpil, z. C. Pfenninger Schoenmaker, z. W. DoorgeestKoopman, d. M. A. KeijzerAggenbach, z. 23) Daarom sprak zij op zekeren dag tot haar man Beste Willy, gy hebt me dikwyls beschuldigd, dat ik te veel geld noodig had. Ik zie in, dat onze levenswyze veel geld vor dert, maar als wij daar verandering in brach ten, zouden wij ons niet meer op ons gemak gevoelen. Wij moeten dus uitzien naar nieuwe hulpbronnen, en ik geloof, dat ik die gevonden heb. Verrast keek Willy zyn vrouw aan. De tijd, dien wij beleven, wordt beheerscht door de nijverheid, vervolgde Rogalla. Wij moeten ons ook meer op dc ny verheid toe leggen. Ik zie bij voorbeeld welke groote win sten de beetwortelsuikerfabrieken afwerpen. Waarom richt ge ook niet zoo'n fabriek op, even als andere groote landheeren Dat plan beviel Willyhij zou er Feldner over raadplegen. De oude inspector verklaarde echter brommend, dat hy van suikerfabrieken geen vorstand hadals men zoo'n fabriek wilde oprichten, moest men naar een geschikt per soon omzien. En zoo gebeurde het. Rogalla hield voet by stuk, totdat op Neuenbrak een groote beet wortelsuikerfabriek stond, die van de nieuwste machines was voorzien. Een directeur werd benoemd, en deze man wist in de eerste jaren de grootst mogelyke voordeelen te behalen. Langzamerhand werd echter de concurrentie te groot en de fabriek te Neuenbrak kon slechts met moeite blijven bestaan, daar het geld ontbrak om mot andere fabrieken gelijken tred te houden in het aanschaffen van nieuwe en betere machines. Nu moest op andere wyzo bezuinigd worden de loonen van het werk volk werden aanmerkelijk verlaagd en daar de arme werklieden meest allen op de uitge strekte bezittingen van het slot Altenbrak woonden, schikten zy zich in dezen maatregel, waarvan zij de onrechtvaardigheid echter zeer goed gevoelden. Reeds meermalen waren on- eenigheden en werkstakingen op kleine schaal voorgekomen en zoo veroorzaakte Neuenbrak met zyn fabriek ten laatste den baron de zwaarste zorgen. Rogalla hoopte echter nog steeds op groote winsten van de fabriek, die zij onder haar bijzondere hoede genomen had. Heden heerschte aan den maaltijd een on tevreden zwijgen. Daar er geen gasten waren, bestond het gezelschap aan tafel alleen uit den baron en zyn echtgenoote, verder barones Gerda, de juffrouw van gezelschap, juffrouw Harder en den ouden inspector. De directeur der fabriek op Neuenbrak, mijnheer Guttmann, was dien morgen wel op het slot geweest om verslag te geven, doch hij had niet kunnen blijven, wegens dringende zaken in de fabriek. Zijn verslag was zeker niet gunstig geweest aan het ernstige, bezorgde gelaat van den baron kon men wel zien, dat hij geen goede berichten had gekregen. Dat stilzwijgen drukte loodzwaar op alle aanwezigen, zelfs de vroolijk geluimde barones Gerda kon dat drukkende gevoel niet af schud den. Eindelijk kon de jonge dame 'c stil zwijgen niet langer verdragen, met een vrien- delijken glimlach op het gelaat zei ze Weet u reeds, vader, dat ik dezen morgen met iemand heb kennis gemaakt en dat die kennismaking me vooral om u belangstelling heeft ingeboezemd 'i Het was den baron zeer welkom, dat hij met zijn dochter een onschuldig gesprek kon voeren, en daarom antwoordde hij met een verlicht hart: Hoe zou ik dat weten, kind Was het een heer of een dame Een heer, en nog wel een knappe, flinke jonkman. Maar Gerdasprak haar moeder vermanend. Nu, wees maar niet boos, er is volstrekt geen gevaar by, zei het meisje lachend. Op mijn morgenrit trof ik den heer aan, terwijl hy aan den zoom van het Neuroder bosch uitrustte. Hy moest naar Neurode, het was de nieuwbenoemde ingenieur van de fabriek aldaar. Ah zoodus daar bogint men nu met het opstellen der nieuwste machiues, antwoordde de baron met een zucht. Ja, myn waarde Feldner, ons zal ook wel niels anders over blijven dan zoo spoedig mogelijk de fabriek van nieuwe machines te voorzien. Mijnheer de baron kent mijn gedachten omtrent de fabriek, antwoordde de inspector, tamelyk knorrig. Wij hadden daar nooit aan moeten beginnen, zonder dat zou het ook wel gegaan zyn. Dat is zoo, mijn waarde, maar de fabriek staat er nu eenmaal, wy hebben geen keus meer. Stel u voor, vader, vervolgde Gerda na een poosje, die jonge ingenieur is een buiten lander, hy draagt tenminste een vreemden naam. Is die kennismaking reeds zoo ver, dat hij zijn naam heeft genoemd Nu jain den loop van het gesprek vertelde ik hem, dat ik uw dochter ben en het was opmerkelijk, hoeveel indruk die mede- deeling op hem maakte. Hij werd bepaald onbeleefd is dat niet komiek De baron haalde de schouders op. Hoe beet die jonkman dan Hy heet Eduard Montelli. De baron verbleekte en spande zich blijk baar in om zich te beheerschen. Hij keek schuw naar zyn vrouw, die daar trotsch en stijf neerzat en zeide met moeiteGe neemt me niet kwalijk, Rogalla, als ik me verwij der. Ik gevoel me een beetje onwel. Iu mijn kamer is het koeler dan hier, daar zal het wel spoedig weer beter zijn. Wil ik méégaan vader, vroeg Gerda bezorgd. Neen, kind, blijf maar bij je moeder. Ik kom alleen wel terecht. Met de hand streek hy over de bruine lok ken van zijn dochter en verliet de zaal. Gerda keek hem medelijdend na. Wat scheelde haar vader Zoo vervallen, zoo gebrekkig als heden had zij hem nog nooit te voren gezien. Rogalla stond van tafel op en zeiGerda kom eens meê in den tuin, ik moet eens met je spreken. Juffrouw Harder, wees zoo goed de koffie op de veranda te laten brengen. Zeer goed, mevrouw. Iu zijn kamer gekomen, zonk Willy Von Alteubrak in den armstoel voor zijn schryf- tafel neer, en verborg het gelaat in zijn ver magerde handen. Langen tijd zat hij zoo, zon der zich te verroeren. Nu en dan beefde hy over het geheele lichaam en liet hij een ker mend geluid hooren, alsof hij door diepe smart gekweld werd. In dezen vervallen man, had zeker geen van zijn vroegere vrienden den vroolijken officier van weleer herkend, tien jaren geleden nog de trots van het garde-regiment huzaren. Vijftig jaar oud, was Willy Von Altenbrak een grijsaard met versleten lichaam en door angst gekwelde ziel. Niet zonder inspanning stond hy van zyn zetel op, richtte de oogen angstig naar het portret zijner moeder aan den muur boven de schryftafel en fluisterdeDe schaduwen van het verleden treden op als levende wezens. Te laat te laat het kan niet moer goed gemaakt worden, wat ik misdaan heb te laat Hij zonk weer op zyn stoel neer en bedekte het gelaat met de handen. Plotseling schrikte hy ophij voelde een hand op ziju schouder leggen. Zijn vrouw stond vóór hem. Schuw, byna bevreesd blikte hy in haar groote, som ber op hem neerziende oogen. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1893 | | pagina 1