't Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL
in
r.
i
ste
EN,
811
ts en
Mo. 2166.
Woensdag 11 October 1898.
21ste Jaargang.
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BEEKHOUT Co., te Helder.
in.
>T,
R.
Bureau: Zuidstraat.
Telefoonn0. 42.
Bureau: Spoorstraat.
Telefoonn. 86:
ATDormement
p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., met Zondagsbl. 80 Ct.
id. franco per post 75 idem fl.12'
id. voor het Buitenland f 1.25, idem f 2.00
Bureaux: SPOOR8TRAAT en ZUIDSTRAAT,
Adivortontlön
van 1 tot 5 regels25 Cent,
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
i
itie-
t van
m.
gelijks
venge-
[47.
BAffi
ieek
'1000,
hare
8
1
0.34.
EN
K,
in.
lt.
iring
NIEUWSTIJDINGEN.
HELDER, 10 Oct. 1893.
In de Wilhelmina-straat alhier is
dezer dagen voltooid het gebouw, bestemd
voor Stoomwasscherij van deDheer van
Leuven, met de woning van den directeur
er naast. In het gebouw vindt men beneden
de stoommachine en in dat lokaal zullen
de goederen gewasschen worden. Boven
bevinden zich de ruime droogkamers, die
door het aanbrengen van verwarming ze
ker vlug en goed het doel zullen bevor
deren. Er bleven dan nog over vertrekken,
bestemd voor het strijken en de verdere
werkzaamheden, die in zulk een inrich
ting te pas komen. Door den heer H. Wjj-
ker, aannemer alhier, werd de bouw van
wasscherij en woonhuis uitgevoerd, naar
de plannen en onder het toezicht van den
architect, den heer R. Kastelen, alhier.
Door den inspecteur over het Loods
wezen in het 3de district, heeft een onder
zoek plaats gehad naar den kerktoren van
Den Hoorn op Texel.
Deze toren toch is een belangrijk ver
ken-merk voor de scheepvaart. Evenals de
kerktoren te Oosterend, wordt ook die van
Den Hoorn door de marine onderhouden.
In den loop van dit jaar werden honderden
guldens besteed tot vernieuwing van den
nu door den bliksem gehavenden toren.
Het herstellingswerk, ofschoon niet di
rect noodig, zal het Rijk weer een belang
rijke som koróen.
Op de Vendu in Den Haag werd
een nieuw gouden tientje, met de beelte
nis van de Koningin er op, publiek ver
kocht voor f 27, buiten het opgeld.
Vrijdag is doorgebroken de dijk te
Beetskoog tusschen Oosthuizen en Hoorn.
Een deel van den polder (circa 100 hectaren)
is overstroomd. De spoorbaan (lijn Zaan
damEnkhuizen) is bij het dorp Schar-
woude weggeslagen. Treinen kunnen daar
niet doorrijden.
De dijk was in onderhoud bij het col
lege der Zes öteden, en zeer licht, bij den
reenachtigen bodem.
De langdurige droogte in dit jaar deed
den dijk (die hoofdzakelijk uit veengrond
is samengesteld) belangrijk inkrimpen en
daardoor veel van zijn weerstandsvermogen
verliezen. Toen nu na de vele regens, de
verschillende polders met stoomgemalen
en molens op Schermerboezem begonnen
nit te slaan, rees het peil daarin tot bjj
A. P- Tegen dien drang was Vrijdag och
tend dit door de zes steden" niet krachtig
genoeg onderhouden dijkje niet bestand
en ging (zooals men het noemt) »over
den kop."
Door goed beleid is de eigenlijke polder
Beetskoog (groot 600 H.A.) voor overstroo
ming gevrijwaardhet kleiuere gedeelte
(de Schardammerkoog) staat geheel blank
en levert met de daarin drijvende voor
werpen een zeer treurig schouwspel op.
Vele woningen zullen waterschade hebben
Persoonlijke ongelukken zijn niet voor
gevallen en het vee is tjjdig naar veiliger
plaats overgebracht.
Toen de doorbraak plaats had, is Scher
merboezem dadelijk gedaald, en het col
lege der uitwaterende sluizen in Kenne-
merland en Westfriesland gaf het sein
dat alle gemalen moesten stoppen, opdat
het boezemwater niet zou rijzen. Vele
hooggeplaatste personen bezochten Vrijdag
en Zaterdag de plaats des onheils.
Omstreeks half zes Zaterdag namid
dag waren te Amsterdam in het koffiehuis
»Van ouds de Adelaar", hoek Nieuwmarkt
en Keizerstraat, eenige personen, die, na
een en ander gebruikt te hebben, geschil
kregen over het betalen van een rondje,
hetwelk zij wilden op dringenaan zekeren
Jacques v. Cleef. Deze koos de verstan
digste party en ging heen. Twee andere
personen echter achterhaalden hem en
mishandelden hem zoodanig, dat hij er
onder bezweek. De beide daders werden
achterhaald in de Ridderstraat en aan de
politie overgeleverd.
De vermoorde laat een vrouw met 6
kinderen na.
De geheimzinnige verdwijning.
Naar ons ter oore kwam, heeft het
verhoor van den vader van miss Juett door
den rechter-commissaris geduurd van één
tot zeven uur. De Jong werd in tegen
woordigheid van den heer Juett gebracht,
wat voor den ouden man een hoogst pijn
lijk oogenblik was. De Jong betoonde ge
durende het verhoor de meest mogelijke
onverschilligheid, had op elke vraag een
antwoord gereed en heette de tegen hem
ingebrachte beschuldigingen steeds liegen.
De verdere bijzonderheden omtrent het ver
hoor moeten vooralsnog geheim gehouden
worden.
De heer Juett is naar Londen terugge
keerd. Hij heeft verklaard dat hij van de
Hollanders een gunstigen indruk medeneemt
en was er over uit, zoo gastvrij en wel
willend men hem hier had ontvaDgen. Meer
malen waren hem de tranen in de oogen
geschoten als hij, voorbij winkels gaande,
het portret zag van zyn zoogeliefde dochter.
—O— H b 1.
De Jong is, schryft de »Echo," bij de
verschillende verhooren, die hij van tijd
tot tijd bij den rechter-commissaris on
dergaat, vermakelijk brutaal en onbe
schaamd.
Men liet hem een mantel en nog een
paar kleedingstukken zien, die hij ver
kocht had.
Herkent gij die werd hem gevraagd.
'k Heb zoo'n mantel ten minste wel
eens meer gezien," luidde zijn antwoord.
»Hebt ge dien aan dezen persoon ver
kocht
»Als die man zegt, dat hij hem van my
gekocht heeft, dan zal het wel zoo wezen.
Waarom zou hij liegen?"
>En kent gij den man?"
»'k Moet hem wel eens meer gezien
hebben."
Waarom hebt gij den man gezegd, dat
die kleedingstukken van een overleden
zuster van u waren
»Een mensch zegt zoo veel. U moet
niet alles gelooven, wat men u vertelt.
Maar wat doet er dat nu toe? Wat heb
ik met dat gezeur te maken
Tot den officier van justitie, mr. Orth,
zeide hij >Ik maak een pari met u dat
ik over veertien dagen weer vrij ben."
De weddenschap werd natuurlijk niet
aangegaan, ofschoon de officier van justitie
het best had kunnen winnenwant van
invrijheidsstelling komt stellig niets, ook
al blijven de bewijzen voor moord nog zoo
vaag. De Jong zit op 't oogenblik in hech
tenis, niet wegens verdenking van moord,
maar beschuldigd van verduistering van goe
deren van juffrouw Schmitz en haar zuster.
En daarvoor heeft men voldoende be-
wyzen om hem in hechtenis te houden.
Te 's Gravenhage heeft de kanton
rechter een vonnis gewezen, waarbij be
slist is, dat het plaatselijk gebruik aldaar
medebrengt, dat men by weekhuur twee
volle weken van te voren moet opzeggen,
om den huurtijd te doen eindigen.
De gemachtigde van den eischer betoogde,
dat acht dagen huuropzegging voldoende
waren, terwijl voor den gedaagde de deur
waarder A. K. J. Grutterswyk concludeerde,
dat men by weekhuur een termijn van
veertien dagen voor opzegging in acht
moest nemen. De uitspraak luidde dus in
zin.
Te Zaandam is voor eenige maanden
op het terrein van de Zaanlandsche stoom-
wasch- en bleekinrichting en machinale
tapytreiniging van de heeren Lateustein
en Van de Stadt, op een groote diepte
een staalbron ontdekt.
Het matig en geregeld gebruik van
appelen voor of na het eten heeft een
goeden invloed op de spijsvertering. Het
gebruik van ooft werkt tevens versterkend
op de zenuwen.
Viscliarmoede der Noordzee.
Jarenlang werd door visschers op de Noord
zee geklaagd over slechte vangsten van schol,
talbot, tongen, enz., alzoo de vischsoorten,
welke met schrob- of tr&wlnettén bemachtigd
worden. Die vangsten zijn in zoodanige mate
verminderd, dat men reeds gewoon is te spre
ken over de vischarmoede van de Noordzee.
De uitkomsten der schrobnet- en trawlvis-
schery zijn van dien aard, dat de reeders bijna
zonder uitzondering elk jaar voor dezen tak
een nadeelig saldo te boeken hebben.
Dat de reeders, niettegenstaande deze om
standigheid, toch voortgaan met het uitoefenen
van deze visschery, is eensdeels hieraan toe
te schrijven, dat de reeders moeielyk aan de
visschers de verdiensten, waaraan zy gewoon
zyn, en die zy, om te blyven bestaan, niet
kunnen missen, kunnen ontnemen. Maar toch
is het eigenbelang der reeders hierby ook in
het spelwant door [in het begin des jaars
hunne schepen te bestemmen voor de schrob
net- of trawlvisschery, hebben zij eene ruime
keuze van scheepsvolk. En flink, deugdelijk
scheepsvolk hebben zy noodig voor de haring-
visscherij, waarmede in den zomer aangevan
gen wordt.
Wat is de oorzaak van de mindere vangst
Heeft de visch de plaatsen, waar zij voorheen
in massa's te vinden was, verlaten en andere,
diepere, althans onbekendejijstreken der zee op
gezocht
Of schuilt de fout bij de visschers, die voor
de visschery mazen met kleinere afmetingen
zijn gaan gebruiken en te veel jonge visch
soms te klein voor de consumptie hebben
weggevangen? Men gelooft, dat dit laatste de
oorzaak is.
De zaak zelve is reeds sedert lang bij het
college voor zeevisscherijen aan de orde ge
steld.
In de zomervergadering van 1892 van dat
college werd aan zijn lid Dr. Hoek, een spe
cialiteit voor visscherijzaken, opgedragen eene
schetB van nadere plannen te ontwerpen, be
treffende hetgeen hij voor een voorgenomen
en noodzakelijk onderzoek zou behoeven.
In zijn rapport wijst dr. Hoek er op, hoe
noodzakelijk 't mag genoemd worden dat niet
langer worde gedraald met het verzamelen van
de gegevens, welke in staat zullen stellen met
overtuiging partij te kiezen in het internatio
naal getwist, waartoe de Noordzee-visscherij
vootdurend aanleiding geeft.
Dr. Hoek wenscht voor dat onderzoek een
geschikt vaartuig, waarmede hij de plaatsen
kan bezoeken, waar de visscherij wordt uit
geoefend.
Na rijp onderzoek is Dr. Hoek tot de slot
som gekomen, dat, wijl de voor dat doel be
staande en bruikbare vaartuigen moeilyk te
verkrijgen zyn, 't wenschelijk zou zijn, dat de
Regeeriug zelve voor dat onderzoek een stoom-
vaartuig liet bouwen.
De hh. D. Goedkoop Jz., te Amsterdam, en
B. Wilton, te Rotterdam, hebben den heer
Hoek het ontwerp voor een zoodanig vaartuig
verstrekt.
De heer Wilton gebruikte voor het ontwer
pen van het stoomscheepje de teokening van
een der laatst gebouwde Grimsby stoomtraw
lers. Zoowel de heer Wilton als de heer Goed
koop gebruiken compound-machines. Het vaar
tuig vau den heer Wilton is, op de waterlijn
gemeten 33 M. en voert een machine van pl.
ra. 300 Indic. p. k., dat van den heer Goed
koop is 30 M. lang over de stevens en is
voorzien van een machine van 275 Indic. p.
k. Een dergelyk vaartuig wordt, den volledi-
gen inventaris daaronder begrepen, begroot op
f 45,000. Voor het gebruik van het vaartuig
gedurende pl. m. 100 dagen zal een uitgave
van f 3600 aan steenkolen vereischt worden.
Het zal niet noodig zijn, de gebeele equi
page vast aan het vaartuig te verbinden voor
elke reis zou een deel van de bemanning ge-
recruteerd kunnen worden uit het personeel,
aan 's Rijkswerf werkzaam. Op die wijze zou
voor de bemanning, bestaande uit een schipper,
een machinist, een stuurman, een stoker, een
tweeden stoker, een tremmer, twee matrozen
en een visscherman, tevens licht-matroos, jaar
lijks een uitgave van f 4130 gevorderd worden.
Het collega heeft, na kennisneming van de
denkbeelden van Dr. Hoek, in zyn laatstge
houden winter-vergadering besloten, den aan
bouw van een stoomvaartuig, uit het oogpunt
der daarbij betrokken visscher-belangen, aan
den Minister van Waterstaat, Handel en Nij
verheid aan te bevelen.
De koetsier J. Baars, die na het
ongeluk met zyn rijtuig in de Schie te
Rotterdam, Zondagavond 10ct.,onmiddellijk
naar het Ziekenhuis moest worden ver
voerd, is ten gevolge van den onderganen
schrik overleden. Hij was 43 jaar oud en
dertig jaren in dienst bij zijnen baas en
was de broodwinner voor zijne zuster, met
wie hij woonde.
Visschery
In het jongste verslag der Schotsche
commissie voor zeevisscherijen wordt gewag
gemaakt van de toeneming van het aantal
loggers en sloepen voor de vischvangst
in Nederland. In 1859 waren er 79, die
voor f 564,500 haring vingen, benevens
178 kleine kustvaartuigen die voor f444,288
vingen. In 1867 waren 85 hoekers en
sloepen en 4 loggers en kotters, in 1891
7 hoekers en 199 loggers. Het aantal
haringschepen was in 1891 23 meer dan
in 1890 en 46 meer dan in 1889.
»Deze feiten", zegt de commissie, vor
men een scherpe tegenstelling met de
toestanden van den laatsten tijd in Schot
land en toonen aan met hoe goed gevolg
de Nederlanders trachten hun oude positie
als leveranciers van pekelharing van het
geheele vasteland van Europa te herwinnen.
Stoomschepen worden als Jagers gebruikt,
om de vroeg gekaakte visch snel naar de
markt te brengende eerste kwam den
22n Juni te Vlaardingen met 101 vaten
volle en 3078/4 maatjesharing, en de prijs
dien men verkreeg, was f 79 tot f 189 voor
de volle en 17 tot 67 voor de maatjes.
Deze feiten behoort men in het oog te
houden by de behandeling van de vraag
omtrent een gesloten tyd voor haring op
de oostkust van Schotland.
Bnrrtle Stand peente Wier*
gedurende de maand September.
GEBORENGeertje, d. v. Jan Wiegman
en Aaltje Breet. Trijntje, d. v. Pieter de
Graaf en Klaartje Schager. Jan, z. v. Jacob
Smit en Maria Visser. Christina, d. v. Pieter
Kooij en Alida van der Giezen. Cornelis, z.
v. Dirk Kunt en Breektjo Breet.
ONDERTROUWDJan Tijsen en Antje
Lont.
GEHUWDJan de Haan en Dirkje Poel.
Cornelis Wagemaker en Pietertje Koster. Jan
Tijsen en Antje Lont.
OVERLEDENJacobus Verham, 60 jaar.
eebtg. van Hendrina Maria van der Werff,
Hielkje Keulen, 3 jaren. Jacob Gorter, 7 jaren.
Jan Bais, 17 maanden. Tryntje Smit, 3 jaren.
Burgerlijke Stand, gem. Helder.
Van 6 tot en met 8 Oct. 1893.
ONDERTROUWDJ. Lemmens, zeeman
en G. Diepenbroek. M. P. Verbeet, timmer
man cn N. Krijnen. D. Geerliet, ketelmaker
en A. do Wit. R. do Graaf, fourier der infan
terie en A. J. Roakens. G. Bakker, stoker en
W. Bosch. J. L. van Wolforen, stoker en N.
Kersloot.
GETROUWD: Geone.
BEVALLENC. KwastBakker d. en z.
J. PaschodagBlokhoff, d. P. Schuijtemaker
Kleyn, d. G. Smeding v. d. Berg, z. J. Bot
terPruimeboom, d. H. J. de LangeVink,
z. M. F. de JagerBergmann, d. en z.
OVERLEDEN: C. Pronk, 86 jaar. J. Hoe-
delmans, 76 jaar.
24)
Wat wil je, Rogalla
Ik wil je waarschuwen, antwoordde zy
scherp. Ge geeft je te veel over aan de in
drukken van het oogenblik, ge kunt je niet
meer beheerschen. Waarom deed de naam
van dien man je zoo ontstellen Wat nadeel
kan het verledene je nog doen Hebt ge me
niet gezegd, dat de papieren, die ge van je
broer ontvingt, vernietigd zyn Of is dat niet
waar? bestaan die nog?
Willy Von Altenbrak beefde onder den
•omber dreigenden blik van zyn vrouw. Hij
maakte een afwerend gebaar met zyn hand.
Neen, neen, die zyn reeds lang verbrand.
Wees dan geen lafaard en beheersch je.
Met trotsch opgericht hoofd verliet de barones
de kamer, terwyl Willy in snikken uitbarstte.
Hij had gelogen. De papieren, hem door zijn
broeder overhandigd,en 't boek, dat Tirschner
van den gewetenloozen ambtenaar te Frati
had gekocht, waren niet vernietigd. Om het
bezit van die bewijzen had hij zijn eer en
de rust van het geweten opgeofferd, en toch
ontbrak hem de kracht om zijn misdaad te
voltooien door het vernietigen der bewijzen.
Hy dacht, dat zyn euveldaad misschien nog
kon goed gemaakt worden in een niet ver
meer ver wy derden tijd, als hy niet meer in
het land der levenden zon zyn. Aan deze ge
dachte klemde hij zich in zijn gewetensangst
vast; deze gedachte hield hem staande in zijn
stryd tegen den boozen geest der wanhoop.
Hij was zwak van karakter, hij was lafhar
tig dat wist hij zelf zeer goed maar hy
was geen gevoellooze schurk, hij kon dien
laatsten stap niet doen, hy hoopte nogaltyd,
dat het toeval hem te hulp zou komen om
het gepleegde onrecht te knnnen herstellen.
VEERTIENDE HOOFDSTUK.
Eduard Montelli was spoedig op zyn ge
mak in zijn nieuwe betrekking. De eigenaar
der fabriek was zeer tevreden over den jonk
man en had daarom met Eduard een over
eenkomst voor langeren tijd gesloten. Deze
had een kleine villa met schaduwrijken tuin
niet ver van de fabriek gehuurd en verwachtte
binnen korten tijd zyn moeder en zijn zuster
bij zich. Hy schreef:
ffHet huis, dat ik gebuurd heb, zal u aau
ons verblyf in Friedrichshagen herinneren,
waar ik myn jeugd heb doorgebracht, en waar
van u zooveel hield. Toen wy in Berlyn in
het huis vann oom Tiedemann, drie trappen
koog woonden, omringd door al die hooge
huizen, hebt u er ons tenminste dikwijls aan
herinnerd, Oom Tiedemann had het beneden
in zyn slagerswinkel nog slechter, dat is waar,
doch hy is een geboren Berlyner, het stof en
de hitte in de straten hinderen hem niet. Het
was myn grootste wensch n en Margaretha
buiten de stad een vriendelyke woning te
kunnen verschaffen, waar men zich aan do
vrye natuur verkwikken kan. De fabriek staat
nog geen tien minuten van onze woning ver
wijderd, in den tuin kan men het gedruisch
der machines hoorenmaar welk hoekje der
aarde is daar tegenwoordig vrij van Dat ge
druisch hindert my volstrekt niet. Het her
innert mij, dat ik aanhoudend moet voorwaarts
streven en dat ik nog een groote schuld aan
u heb af te doen, omdat u mij zorgvuldig hebt
opgevoed en tot een degelijk mensch gevormd.
Nu kan ik u een weinige uwe zorgen en
moeiten vergelden. Ik kan u een vreedzaam
tehuis en een onbezorgd leven verschaffen.
Pak daarom maar spoedig uw koffers, lieve
moeder, en kom by uw zoon. Da' het slot
Altenbrak op een uur afstands ligt, zal u niet
weerhouden te komen. Dikwijls genoeg hebt
u my verzekerd, dat u de menschen vergiffe
nis hebt geschonken, dat u de hoop van vroe
ger tyd hebt laten varen. Maar, lieve moeder,
mij is de nabyheid van Altenbrak juist naar
den zin, want (ik wil het eerlijk bekennen)
ik heb de hoop op het ontdekken der waar
heid nog niet opgegeven.
In Palermo en in Frati heb ik eenige spo
ren gevonden, die maar ik wil u niet op
droevige gedachten brengen.
Geloof echter niet, dat ik uit hebzucht, uit
begeerte naar eer en rykdom blijf streven
naar de onthulling van dat geheim. Neen
ik doe dit alleen om de nagedachtenis myns
vaders van een afschuwélijke verdenking te
zuiveren. En nu niets meer over die oude
halfversleten zaak, waarvan u, oom Tiedemann
en ik alleen kennis dragen. Groet oom en
Greta hartelyk van mij en kom spoedig hier."
Toen Margliorita dezen brief van haar zoon
had gelezen, bleef zij een gernimen poos in
gedachten verzonken zitten. De laatste stralen
van de ondergaande zon vielen over de hooge
daken in de kamer van de eenzame vrouw en
verguldden heur zwart, eenvoudig opgemaakt
haar, dat hier en daar reeds een enkelen zil
veren draad vertoonde.
Margherita's gelaat had die stille, zachte
uitdrukking gekregen, die de onderwerping aan
het lot kenmerkt. Haar wangen waren bleek
en ingezonken, haar lippen konden zich echter
weer tot een lach zetten en haar blik was
zacht en vriendelijk. De rouwkleeding, die zij
nog altijd droeg, deed haar langer en slanker
schijnen, dan zy werkelijk was, doch menig
jong meisje zou haar nog om haar schoone
gestalte benyd kunnen hebben.
Daar hoorde men een meisjesstem in de
gang. Dank n, August, en zeg aan oom
Hendrik, dat hy spoedig komt om zijn avond
maal te gebroikenik heb wat moois voor
hem meegebracht.
Ik zal het hem zeggen, antwoordde de
stem van een jonkman. Toen werd de deur
van de gang dicht gedaan en lichte voet
stappen naderden de deur der kamer, waar
Margherita zat. Zij verborg den brief van
haar zoou in den zak van haar japon en toen
de jonge maagd de kamer binnentrad, lachte
zy haar vriendelyk tegen.
Mama, u moet niet boos zijn, dat ik wat
later kom, sprak Greta Montelli, ontlastte
haar arm van de mand, die zy droeg en snelde
naar baar moeder om haar te omhelzen en te
kussen.
Alles, wat u me belast hebt, heb ik ge
daan, zei Greta toen verder. De mand was
zoo zwaar geworden, dat ik er de trap bijna
niet mee kon opkomen. Toen heeft de knecht
van oom Tiedeman mijgeholpen.
Dat dacht ik wel, toen ik je daar in
de gang hoorde spreken, antwoordde haar
moeder. Maar ge hebt het warm, doe je
hoed en mantel ai ik heb je wat nieuws
te vertellen.
Spoedig legde Greta hoed en mantel af en
nam plaats op een voetenbankje aan moeders
schootnieuwsgierig keek zy naar haar moe
der op.
Nu, mama?
Ik heb een brief van Eduard.
Van Eduard Bevalt hem die betrekking
Die bevalt hem besthy wil, dat wy
by hem komen wonen. Hy heeft een kleine
villa gehuurd, dicht by den oever van de
Elbe en omgeven door een schaduwrijken tuin.
Hij stelt het huis met zijn omgeving zoo mooi
voor, dat men zou gaan verlangen naar dat
rustige buitenleven.
(Wordt vervolgd.)