't Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT
o. 2171.
Woensdag 6 December 1893.
•dm
21ste Jaargang.
L-__-
Abonnement
binnen de gemeente 50 Ct., met Zondagsbl. 80 Ct.
_jranco per poet 75 idem f 1.12*
Kb
oor het Buitenland f 1.25,
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BERKHOUT ft Co., te Helder.
B'jrMUX SPOORSTRAAT M ZUIDSTRAAT.
AdvertenttSn
van 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer5
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
NIEUWSTIJDINGEN.
HELDER, 5 Dec. 1898.
Voor de af deeling Helder van den
Nederlandachen Vrouwenbond tot verhoo
ging van het zedelijk bewustzijn trad
Vrijdagavond in Tivoli als spreekster op,
mevr. douairière Klerck—van Hogendorp,
presidente van den bond.
Als onderwerp had spreekster gekozen
Gevaren langs den weg'Door haar werd
hulde gebracht aau ons gemeentebestuur,
voor 't afschaffen van de reglementeering
der ontucht en 't verbod om alhier bor-
deelen te houden. Die reglementeering, door
den eersten Napoleon ingevoerd ten nutte
zjjner soldaten en in onderscheidene ge
meenten van ons vaderland gevolgd, werd
door haar een schandelijk onrecht tegen
over 't vrouwelijk geslacht genoemd en
heeft haar doel gemist, daar zjj geen waar
borg tegen besmetting aanbiedt. Spreek
ster wilde dit nog eens herhalen en dui
delijk voorstellen, al had de Bond, onder
steund door de vereeniging voor de
Middernachtszending, hier ter plaatse
haar doel bereikt.
Voor dertig jaren reeds gingen er stem
men op, die zich tegen de regleraenteering
verhieven, waarbjj mevr. Buttler, nit En
geland zich als een der heftigste kampi
oenen deed kennen, en op een vergadering
te Genève werd een Internationale Bond
gesticht, die weldra overal afdeelingen
kreeg, ook in Nederland. De laatste telde
reeds 4000 leden, maar dat getal moest
klimmen tot 40000, waartoe ieder der leden
moet medewerken, 't Doel moet zgn zoo
wel den man als de vrouw te verheffen
en aan diepgevallenen den terugkeerin de
maatschappij mogelijk te maken.
Op 't voorbeeld van mevrouw Buttler,
moesten achtenswaardige vrouwen hare
zonen bjj de opvoeding eerbied voor de
vrouw weten in te boezemen.
Ijverig werden de aanwezige vrouwen
aangespoord als lid toe te treden, daar
verbetering van den toestand juist van de
vrouw moet uitgaan.
Ten slotte werd lig by acclamatie aange
nomen de volgende motieHet afdeelings-
bestuur van den Ned. Bond en de Midder
nachtszending te dezer plaatse betuigen haar
dank aan bet gemeentebestuur voor bet
genomen besluit, inzake de afschaffing der
reglementeering van de prostitotie en het
verbod van de huizen van ontoeht en wen-
ichen verder mede te werken, zooveel moge
lijk tot bevordering der zedelijkheid.
De beer J. Nomes leidde de vergadering
in en opende haar met gebed.
Zondagavond werd door 'tNederl.
Tooneelgezelschap onder directie van den
heer W. Hart, in Tivoli opgevoerd 't drama
>De Brandstichter, of drie tjjdperken uit
het leven van een mensch, gevolgd door
'tblgspel >Heb landhuis aan den Heeren-
weg«.
Door 't vrg goed opgekomen publiek
werd 'tipel met de grootste aandacht
gevolgd en meermalen weerklonk een ap-
plaus, waarvan den directeur W. Hart
voorzeker niet 't minste deel toekwam.
't Nastukje gaf algemeen stof tot lachen.
De hr. Hart dankte 't publiek voor zjjne
opkomst en gaf te kennen dat hg gedurende
den winter meermalen alhier hoopt op te
treden.
Bjj het korps mariniers is de zil
veren medaille toegekend aan den korporaal
J. Koster en de mariniers le kl. H. Ren-
aea, W. F. van Djjk, G. Bedorf en J. B.
Bongaardt.
Door de Garnizoens-Voeding-Com
missie alhier werd Vrijdag jl. herbesteed:
de levering van Steenkolen, Cokes, en harde
en lange Turf, ten behoeve der troepen
van het Garnizoen, gedurende 1894.
Ingekomen 2 inschrijvings-biljetten, als
van de heeren J. Kikkert, voor cokes
ad f 1.5Sïen steenkolen f 1.70 per 100 K.G.
en P. Bandsma, voor coces f 1.53, steen
kolen fl.65 per 100 K.G., lange tnrff 0.50
en korte turf f0.70 per 100 stnks.
Schipper Lap, van den Texelschen
loodsschoener No. 5, Zaterdag van Dunge-
ness alhier aanhekomen, rapporteert Vrij
dag in de Noordzee, dwars van IJmuiden
zwaar stormweer te hebben doorgestaan,
waardoor de zeilen scheurden, de breefok
werd weggenomen en de breefokkera brak.
De schoener passeerde langs de kust veel
klein wrakhout en netwerk.
De Thomson's prjjs van Vjjf-en-
twintig gulden is op Zaterdag 2 De
cember '93 ten deel gevallen aan den heer
Rjjswjjk, von Zeeenstr. 1 D, te Amsterdam;
de premie aan den winkelier, den hr. Car-
dozo, von Zesenstr., aldaar.
Uit onderscheidene plaatsen in ons
vaderland komen berichten, dat de storm
Vrijdagmiddag heel wat onheil heeft aan
gericht. Hier en daar is een massa sneeuw
gevallen.
Aan de Waal op Texel zijn gekozen
bg de Herv. Gem. als onderling, de hr.
P. D. Kooiman, en als diaken de hr. G.
Geus Hz.
Te de Cocksdorp als notabelen de hh..
H. Rikkenberg en J. Kortenhoeve.
Tot kerkvoogd aan den Hoorn, de hr.
A. Az. Lap.
Tot notabelen te Oosterend de hh. Daal
der en B. v. d. Vis.
Terschelling 1 Dec.
Nog zjjn hier aangespoeld een 30-tal
delen, gemerkt W. M. W. terwijl de schro
ten merk C. N. dragen. Een NO. storm
met vreeselgke sneeuwbuien heeft hier gis
teren buitengewoon veel schade veroorzaakt,
waarvan de bijzonderheden nog lang niet
alle bekend zjjn.
Met 1 J&D. 1893 sullen nieuwe «alge-
meene voorwaarden voor de levering van goe
deren en materialen ten behoeve van 's Rijks
werven in werking treden.
Naar het »Vad." verneemt, zullen
weldra 2 onderofficieren en 3 mindere
militairen nit de Oranjekazerne te 's Gra-
venhage zich voor den krijgsraad hebben te
verantwoorden wegens ergerljjke onzede
lijkheid (»crimen nefandum"). Verschil
lende anderen zijn van 't zelfde misdrijf
verdacht, dat in vereeniging met leden
der burgermaatschappij werd gepleegd.
De auditeur-militair moet zich met de
burgerljjke justitie hebben verstaan, om
deze zich meer en meer uitbreidende
schandelijkheden zooveel mogeljjk te ver
volgen.
De vermoedelijke dader van den
moord op J. Beckers te Keulen, de met
selaar J. H. Hoeck, die ook door de Ne-
derlandsche justitie jjverig gezocht werd,
is te Duisburg gevat.
In het bureau der gemeente te Rot
terdam is tijdens bet sluitingsuur, de les
senaar van een der beambten opengebro
ken en daaruit f400 ontvreemd. De ver
moedelijke dader, een klerk ter secretarie,
is reeds in arrest.
Het gerechtshof te 's Gravenhage
beeft een dienstbode en een koetsier, door
de rechtbank aldaar veroordeeld tot twee
jaar gevangenisstraf, wegens diefstal met
geweld en bedreiging, gepleegd op een
kunstschilder, door de eerste bekl. in hun
woning gelokt, veroordeeld de dienstbode
tot twee jaar en zes maanden, de koetsier
tot vjjt jaar gevangenisstraf.
Sterke drank.
Het hoofdbestuur van de Ned. Vereeni
ging tot afschaffing van sterken drank heeft
zich tot H. M. de Koningin-Regentes ge
wend met een adres, waarin het, onder
herinnering aan de reeds vroeger inge
diende adressen, thans, onder den indruk
van het in de maand Augustus jl. onder
de hooge bescherming van Hare Majesteit
te *8 Gravenhage gehouden internationaal
congres contre 1' abus des boissons alcoöli-
ques," vrgheid zegt te vinden de Regee
ring opnieuw te verzoeken de vraag om
een subsidie, mocht zjj uit den boezem
der Tweede Kamer worden aanbevolen,
harerzjjds in gnnstigen zin te beantwoor
den, of wèl zelve alsnog tot dat einde het
initiatief te nemen.
Door een schip van Ostende is, bljj-
kens telegrafisch bericht, een groot ge
deelte van de haringvleet van de bomschuit
Sch. 247, reeder A. de Mos, uitzeeopge-
vischt en te Ostende aangebracht.
Bedoeld bomschip, eerst kort geleden
uitgezeild, is tot heden niet aan den wal,
zoodat men nog niet weet wat de oorzaak
is van het kwjjtraken der vleet.
Beide zaken zullen gesteld worden in
handen van den Waterschout te Scheve-
ningen
Alkmaar krijgt van de vereeniging
»Het Witte Krnis" een ontsmettingsoven,
waartoe aan het hoofdbestuur een crediet
van f 5000 is verleend. De gemeente geeft
den grond cadeaa.
Een goed plan.
Het voornemen bestaat de postbeambten
niet alleen van jassen, maar ook van
schoeisel te voorzien.
Schipper W. Overdujjn, van den
Scheveningschen logger Jacob Johannes,"
heeft in zee ontmoet een ten onderste
boven liggende bomschuit, waarvan hg geen
naam of kenteekens kon zien. Speerrepen
lagen over den bodem, en een 6-talbreels
met den mast dreven langs zjjde der bom
schuit.
Atjeh.
Batavia, 3 November.
Omtrent de gevechten tot herstel der ge
meenschap met Kroong Kali, wordt aan het
Bat. Hbl." geschreven:
Reeds was de tegenstand heviger dun immer,
en het optreden van den vjjand werd steeds
krachtiger. Den 15 October werden de troepen
van Toekoe Nja Banta op Tjot Praboe terug
geworpen, hjj «elf werd verwond en kreeg
verscheidene gekwesten bjj zjjnen troep.
Tusschen Tongkoep en Kroeng Kali wierp
do vijand verscheidene versterkingen op, zoo
dat een transport, dat den 20 October naar
Kroeng Kali vertrok, den weg afgesloten vond.
De toestand was hachelijk, want de bezetting
van Kroeng Kali was mot de verbreking der
communioatie niet bekend en 's midd. te 2 uur
zon van daar een transport naar Toengkoep
afmarcheeren. De communicatie moest dos ten
koste van alles worden hersteld.
In allerjjl vertrok per extra trein naar
Lamjong V/3 compagnie infanterio onder ka
pitein Picard met do luitenants Glaser, Ter-
stcege, Swaab, Weijerman en MüUer, eene
sectie artillerie en genietroepen.
In vereeniging met troepen uit de linie werd
nu opgerukt, en tegen 8 unr 's middags werden
de vijandelijke sterkten bereikt.
De tegenstand was allerhevigstde talrjjke
benden openden een moorddadig vnur op de
troepen, zoodat onmiddellijk werden gewond de
kapitein Roersch door een schot in de knit en
do laitenaDt Swaab door een schot in den
rechterarm ter hoogte van den elleboog.
Tegelijkertijd werd de 1ste luitenant der
infanterie J. J. P. Wejjorman doodelyk getrof
fen.
Belast met de dekking der artillerie, die ook
in de voorste linie was, kreeg hij een kogel
in bet hart en was onmiddellijk daarop dood.
Het gevecht werd met de meeste verwoed
heid van beide zijden voortgezet. Kapitein
Picard drong met zijnon hoop steeds moeren
meer voorwaarts, tot hjj eindoljjk bemerkte te
ver te zyn geavanceerd en moest terugtrekken
om het verband met de overige troepen niet
te verliezen. In carré vorm, do dooden en ge
wonden meesleepende, werd geretireerdom
strijd roemen de officieren de bedaardheid in
het vnur van genoemden commandant.
Door de invallende duisternis en doordat
bjj de Atjehers dezelfde signalen werden ge
blazen als bij ons, geraakte echter de troep
eenigszins nit zjjn verband het is anders niet
mogeljjk te verklaren, dat wjj een gewonde
kregon, die door een scherf van een onzer gra
naten werden getroffen.
Veel waren wjj nog niet gevorderd en het
hoofdpunt was nog in 'svyands handen. Door
een gelukkig toeval trok bjj af.
De luitenant Holten, belast met het aanvoe
ren van vivres, was door de duisternis misleid,
in de meoning dat de becting door ons bezet
was. Wtl hoorde hjj het vuren, doch ver
onderstelde, dat het van onzo troepen uit de
benting was.
Lustig marcheerde hjj dus met zjjn eetke
teltjes door tot bij door een allermoorddadigst
vuur de werkelijkheid gewaar word. Te mid
den van de paniek wierpon do manschappen
al wat ketels en Terdere bagage was weg.
doch luitenant Holten liet onmiddellijk
attaqaeeren en drong in zyn vaart de benting
voorby. De vjjand, denkende dat wjj een
omtrekkende beweging voor hadden, ontruimde
de benting, die daarop den volgenden dag
door ons word bezet. Hadden wjj aie gedachte
sterkte door stormen moeten namen, dan had
den wjj zeker zeer veel verliezen geleden.
De duisternis maakte voor dien dag een
einde aan het gevecht en de troepen bleven
in hunne stellingen.
De nren, daar doorgebracht, zullen niet ver
geten worden sedert den morgen was niets
genuttigd en een njjpend gebrek aan drink
water dood zich gevoelen. Omringd van vu
rende vyanden, ieder oogenblik een klewang-
aanval verwachtende, was de toestand aller-
hacholijkst. Zware slagregens en onweder
brachten het honne er toe bjj de ellende te
vermeerderen.
Ware de vjjand op dat oogenblik toteenen
klewang-aanval overgegaan, den had bet er
treurig met ons uitgezien.
De Sprokkelaars.
Zjj hadden hont gesprokkeld
In 'twoud, en zwaar belhan,
Zag men naast de oude grootmoe
Het vlugge knaapje gaan.
■Grootmoeder", sprak de jongen
't Is Sint-Niklaas vandaag
Zou ik ook lekkers krjjgen
En speelgoed, als ik 'tvraag?
Zou Sint-Niklaas niet luisi'ren
Als 'k warme kleertjes vraag
En wantjes voor mjjn handen
'tls weer zoo koud, vandaag 1'
«Och, jongen", zeide 't oudje,
Hoop niet op Sinterklaas;
Hjj zal bjj ons niet komen,
Wjj zijn te arm, helaas1"
Het knaapje zuchtte en zweeg nu
Maar verder onder 't gaan,
Doch wiet niet hoe twee dames
Bet paartje bad verstaan.
Zjj Hopen zachtjes wand'lend,
Niet ver van de oude en 't kind,
Die niets van baar bespeurden,
Door 't loeien van den wind.
Maar 's avonds was 'tnanw duister
In 'tdorp, of aan de kluis
Van grootmoe werd geklopt, en....
Een tweetal trad in hnis.
'tWas Sint-Niklaas, en naast hem
Zjjn trouwe zwarte knecht
De knaap, wiens hart luid klopte,
Verheugde zich oprecht.
■Wij komen, beste jongen 1"
Zoo klonk een zachte stem
•Thans nwen wensch verhooren
't Geschiedt nit naam van hem 1"
De Sint heeft ons gezonden
Mei kleed'ren, lekkerny
En nog veel meer. Voor grootmoe
Is er ook wel iets bjj.
De kleine jongen danste
Van pret, maar aangedaan,
Zei grootmoe: »God vorgeldo 't
Wat ge aan ons hebt gedaan
En haastig trok de Sint weer
Met zjjnen knecht van daar.
't Was buiten koud, maar warm sloeg
Het hart vai
40)
DRIE-EN-TWINTIGSTE HOOFDSTUK.
Greta was teNeurode. Onder de troostende,
milde woorden van haar moeder was in haar
gemoed de kalmte wedergekeerdzjj vljjdo
haar hoofd aan de borst van de trouwe leids
vrouw van haar jengd, en weende zacht; die
tranen schonken haar verlichting.
Moeder, sprak ze, laat mjj by u blijven,
dan word ik spoedig weer uw vrooljjke Greta
van vroeger.
Laat het verledon rosten, Greta. Ik ben
nu tevreden wat hebben we meernoodig?
Meer werd tusschen moeder en dochter niet
gesproken over de gebeurtenissen van den
laatsten tijd. Zjj verstonden elkaar ook zonder
veel woorden, zjj waren gelukkig, dat zjj weer
bjj elkaar waren. Greta was ernstiger gewor
denhet vaste besluit om baar liefde te on
derdrukken, had haar karakter gerijpt; de
rustige omgeving verzachtte het smarteljjke
aandenken aan de teleurstelling van haar
minnend hart.
Volgons zijn belofte aan Hanry Von Al
tenbrak, had Eduard geswegen over zjjn plan
nen, betreffende de opheldering van het fami
liegeheim. Zjjn moeder geloofde daarom, dat
die zaak zou bljjven rusten en was daarmee
tevreden; zij streefde niet naar goud en eer.
Slil en rustig lag de villa daar in dien hel
deren zomernacht; stil en rustig was het ook
in het dorpje Nenrode, en slechts nit enkele
schoorsteenpijpen steeg rook op. Plotseling
hoorde men een kreet door ds stille straten
weerklinken, die de inwoners verschrikt nit
hun slaap deed opspringen. Dof klonk de horen
van den nachtwacht en daar tusschen hoorde
men het akelig kleppen van de dorpsklok.
Brandbrand I riepen de menschen.
Ook Ednard hoorde het. Hjj sprong uit zjjn
bed, kleedde zich haastig en ging den straat
weg op. In de fabriek kon de brand niet zjjn,
die stond daar uog onaangetast. Maar waar
zou de brand dan zjjn? Hjj liep een eind
verder den weg op. Nu kon hjj het schijnsel
van het vunr tegen den oosteljjken hemel zien
het leek de roode gloed der opgaande zon
wel. In het dorp kon de brand niet zjjn, daar
voor was het scbjjnsel der vlammen tover af.
Daar in het oosten straalde eon lichtglans als
van een prachtig Noorderlicht, som schoten
enkele vlammen zeer hoog op en dan volgde
een prachtige vonkenregen. Het moest een
geweldige brand zjjn, die daar woedde.
Plotseling voer Eduard een hevige schrik
door de leden. Lag het slot Altenbrak niet in
die richting? Ja, ja daar moest de brand
zjjn I Daarom kon men het schijnsel der
vlammen op zoo'n grooten afstand zien, want
het slot lag op een hoogte van welker top
men een geheelen omtrek kon overzien.
Waar is de brand vroeg Eduaid aan
een voorbijsnellenden fabrieksarbeider.
Het slot Altenbrak staat in brand, mjjn-
heerlnidde het antwoord. Als de werksta
kers van Nenenbrak bot maar niet aangesto
ken hebben.
Dat zou verschrikkelijk zjjn 1 Maar wjj
kunnen hier niet werkeloos toezien. Ga da-
deljjk naar de fabriek en roep onze brand
weer op. Binnen vjjf minuten ben ik aan de
fabriek 1
Goed, mjjnheer, antwoordde de man en
snelde weg.
Eduard keerde in buis terug, waar hjj :«jjn
moeder en zuster in de woonkamer aantrof.
Vol angst vroegen de vrouwen, waar de brand
was.
Op het slot Altenbrak, antwoordde Eda-
ard. Ik laat de brandweer van de fabriek
oproepen en rjjd moe naar ginds. Gauw mjjn
hoed en mantel.
Greta haalde het verlangde, terwjjl mevrouw
Montelli medelijdend zei: Die arme Gerdal
Kon ik haar nu tor zjjde staan.
Misschien zjjn het alleen de bijgebou
wen die branden, mon weet hot nog niet,
untwoordde Eduard, terwjjl bjj den mantel
over zjjn schouders wierp. In ieder geval ga
ik er heen vaarwel I
De brandweer van de Nenroderfabriek stond
reeds met twee spuiten gereed, toen Eduard
aan de fabriek kwam. Snel sprong Ednard op
den eersten wagen, on gaf het teeken tot
vertrek. Snuivend stormden de -paarden in
gestrekten galop de dorpsstraat door naar het
tooneel van den brand.
Ednard staarde naar den bloedrooden gloed,
die met het oogenblik scheen toe te nemeD.
Was daar dan geen menschelyke "hulp, dat de
vlammen zoo ongehinderd hun va; ■nietigings-
werk kenden voortzetten Het scheen wel of
men de vlammen roslig liet begaan, anders
hadden die onmogeljjk in zoo'n 'korten tjjd
znlk een grooten omvang kunnen kidjgen. Op
den straatweg haalde mon enkele ti-oepjes ar
beiders in, andere bloven rustig staan om naar
het scboone, vreeselijke schouwspel te zien.
Men riep hun toe medo to rjjden, doch zjj
lachten honend en riepenHet is igoed, dat
die oude kast afbrandt. De barones heeft bet
wel aan ons verdiend.
Eduard herkende in die lieden de werk-
atakende arbeiders van Nenenbrak. Hjj wist
dat het vergeefsche moeite zon zjjn als hij
hen aanspoorde om to heipon reddenzjj wa
ren te zeer verbitterd. Hjj dreef de paarden
nog meer aan. De gedachte aan alles wat zjjn
familie tegen de familie van don baron Von
Altenbrak kon aanvoeren, was geheel vergeten.
Hjj dacht er alleen aan zoo spoedig mogeljjk
hulp te verleenen.
Hjj bad Gerda's beeld voor oogenhjj zag
baar bleek gelaat, haar smeekenden blik, hjj
hoorde weer haar laatste vaarwel, waarmee
i schreiend afscheid van hem had genomen.
De paarden liepen hem nog niet snel ge
noeg.
Voort, voort 1 rijdt nog snellerriep hy
den voerlieden toe. De zweepen kwamen sui
zend op de raggen der paarden neer, die ver
schrikt steigerden en in razende vaart de
hoogte opgingen, waar het brandende slot stond.
Na waren ze in den tuin. Het slot zelf
brandde en de felle oostenwimd blies de vlam
men krachtig aan. Krakend stortte het dak
in, het binnenste van het slot was een en al
vnur, een ware vuurzee! Wee dengene, dia
zich nu nog daarin bevond 1
Bliksemsnel overzag Eduard den toestand.
Buiten de muron van den slottuin stond een
groote menigte menschen, maar niemand
scheen last te hebben, om de helpende hand
te reiken. De haat, door Rogalla Von Alten
brak gezaaid, toonde bier zjjn vrachtenmet
spottende voldoening zag do menigto het slat
in een puinhoop veranderen. Alleen de knechts
en bedienden van het slot hielpen bjj het
redden van do kostbare meubelen.
Ah, mjjnheer Montelli, wat een geluk
dat u met uw brandweer komt, riep de oude
inspecteur Feldner, Eduard toe. Nu kannen
wjj misschien den eenen vleugel nog redden,
waarin do vertrekken van mevrouw de baro-
s zyn.
Eduard gaf zjjn bevelen on na weinige oo-
genblikken spoten de waterstralen der beide
brandspuiten met kracht in de vlammen.
De wind drijft de vlammen hier heen,
wjj moeten aan de zjjde van het park aan
pakken, zei Ednard.
Daar heb ik onze spnit opgesteld, maar
bet zou good zjjn, als een van nw spuiten
daar ook werd geplaatst.
Zjjn al de bewoners van het slot in
veiligheid
Do baron is met zjjn familie in bet ambts
huis, voor zoover ik woct.
Eduard liet een spuit in het park plaatsen.
Daar trof bjj de arbeiders van Feldner aan,
dio daar de spnit van het slot bedienden. Een
jonkman, die hier bet blusschingswerk scheen
te leiden, kwam hem tegemoet. Het was Harry
Von Altenbrak.
Getroffen keken beide jonge mannen elkaar
een oogenblik aan. Toon reikte Harry Edn
ard de hand en zeide ernstig, met een lichte
beving in do stem: Ik dank n, neef, dat gij
gekomen -zjjt. Maar het slot van onze voor
vaderen redden wjj niet meer.
Met een sterigen druk groep Ednard de
aangeboden hand. Toon ging by aan het werk.
Daar zag hjj opeens bjj bet scbjjnsel der
vlammen, Gerda Von Altenbrak naast baar
broeder staan. Zjj wrong do banden en Edu
ard hoorde dat zij uitriep: Harry vader ie
niet in het ambtshuis. Wjj dachten, dat hjj
hier bjj je was. Maar de angst liet mjj geen
rost, ik moest naar hier. Als hem maar geen
ongeluk is overkomen. Waar is hjj Niemand
heeft hem gezien.
Met vertwijfeling keek Harry naar het ge
deelte van het slot, waar do kamers van zjjn
vader waren. Daar was do brand nitgebroken,
de vleugel dreigde elk oogenblik in te storten,
aan redding van iemand, die in dat deel van
het slot was, viel niet te denken.
De beide jonge mannen stonden verstomd,
geen van beiden kon een woord uitbrengen.
Mijn vader, mjjn armo vader! barstte
Gerda in tranen uit.
Doodsbleek keerde Eduard zich om. Wjj
moeten hem redden, mompelde bjj tusschen
de tanden.
Maar in het volgende oogonblik gebeurde,
wat men verwacht had. De vlammen stsgen
tot geweldige hoogto op on loeiden als de
stormwind. Een luid geschreeuw klonk door
het park. Krakend, donderend, brallend, en
knetterend stortte de vleugel van het slot in
en veranderde in een gloeieoden blakerenden
puinhoop I
VIER-EN-TWINTIGSTE HOOFDSTUK.
Twee weken waren verloopen sedert den
brand van het slot. In rouwgewaad stond
barones Rogalla aan het Tonster van de een
voudige kamer, die zjj na de ramp in hot
ambtshnis bewoonde on staarde somber voor
zich been. Toen keerde sjj zich naar baar
zoon, dio bjj de tafel midden in de kamer
stond en het testament zjjns vaders in de hand
hield. Daarin had zjjn vader neergeschreven,
wat twintig jaar geleden was gebeurd; hij
erkende het huweljjk van zjjn broeder Edu
ard als wettig en verzweeg alleen, dat hij do
bewjjzon daarvan op aanstoken van zjjn vrouw
had verduisterd.
Ik bcgrjjp dio Bentimontoele dwaashe
den niet, klonk het nu hard van de lippen
der baronos. Ik heb mjjn leven lang gestre
den voor mjjn recht, want het zou een on
recht geweest zjjn, het erf van je voorvade
ren over te leveren aau de kinderen van
Ednard Von Altenbrak! Val mjj niet in
de rede! Ik weet wat ge zeggen wilt Het
formeelo recht mag aan de zjjde van die men
schen zjjn, bet natuurlijke recht is aan onzen
kant. Wie weet hoe het gerecht, hoe de ko
ning zou beslist hebben Waarschjjnljjk ten
gunste van onBl
Het kan zjjn, antwoordde Harry somber.
Dat huweljjk werd niet gesloten tusschen lie
den van geljjken stand. Maar toch hebt ge
eerloos gehandeld, en de cor van mjjn go-
geslacltt moet rein en onbevlekt zyn. Zelfs
gij, moeder, hebt geen recht die to bezoedelen.
Rogalla bjjgde naar adem. Zjj gloeide van
toorn, haar oogen schoten vunr, zjj balde de
vuisten ob, dat zjj daar zoo in mach te-
iooze woede tegenover haar eigen zoon moest
staan. In haar oogen weerspiegelde zich haar
duivelachtige inborst haat, verachting 1 alle
bartstochton van het inwendige leven zjj
dreigden haar te verstikken.
Doe dan, wat ge niet laten kont, dwaze
knaap riep zjj nit. Maar ik wil niets met je
te doen hebben I
Hoor rojja laatste woord Wanneer je
naar verzoening met dio menschen tracht, dan
zie je me hier voor het laatst 1
Moedor, bedenk, wat go doet! Verscheur
den laatsten band niet tnsaohon u en uw kin
deren 1
Eon oogenblik scheen Rogalla te wankolen,
toen richtte zjj haar hoofd trotsch op en zeide
Ge hebt mjjn besluit gehoord. Ik zal afwach
ten wat ge doet en daarnaar zal ik mjjn han
delingen richten.
Met deze woorden verliet zjj in trotsohe
houding de kamer.
Er zjjn twee jaren verloopen eedert dien
verschrikkeljjken nacht van den brand. De
sporen der verwoesting door het verterende
element zjjn reeds lang verdwenen. Ter plaate
van hot oudo slot staat een vrooljjk nieuwer-
wetsch gebouw met fraaie kroonlijsten, toren
tjes en vriendelijke veranda's. Alleen deonde
toren staat nog in het park, omgeven door
dicht struikgewas en eeuwenoude boomen als
een herinnering aan den ouden tjjd. Maar
het nionwe slot heeft het sombere karakter
van don ouden tjjd afgelegd, hot toont een
kind van den nieuweren tyd to zjjn.
En mot den nieuwen tjjd zjjn ook P;~'