't Vliegend Blaadje. KLEINE COURANT o. 2171. Woensdag 6 December 1893. •dm 21ste Jaargang. L-__- Abonnement binnen de gemeente 50 Ct., met Zondagsbl. 80 Ct. _jranco per poet 75 idem f 1.12* Kb oor het Buitenland f 1.25, VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG. Uitgevers: BERKHOUT ft Co., te Helder. B'jrMUX SPOORSTRAAT M ZUIDSTRAAT. AdvertenttSn van 1 tot 5 regels25 Cent. Elke regel meer5 Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. NIEUWSTIJDINGEN. HELDER, 5 Dec. 1898. Voor de af deeling Helder van den Nederlandachen Vrouwenbond tot verhoo ging van het zedelijk bewustzijn trad Vrijdagavond in Tivoli als spreekster op, mevr. douairière Klerck—van Hogendorp, presidente van den bond. Als onderwerp had spreekster gekozen Gevaren langs den weg'Door haar werd hulde gebracht aau ons gemeentebestuur, voor 't afschaffen van de reglementeering der ontucht en 't verbod om alhier bor- deelen te houden. Die reglementeering, door den eersten Napoleon ingevoerd ten nutte zjjner soldaten en in onderscheidene ge meenten van ons vaderland gevolgd, werd door haar een schandelijk onrecht tegen over 't vrouwelijk geslacht genoemd en heeft haar doel gemist, daar zjj geen waar borg tegen besmetting aanbiedt. Spreek ster wilde dit nog eens herhalen en dui delijk voorstellen, al had de Bond, onder steund door de vereeniging voor de Middernachtszending, hier ter plaatse haar doel bereikt. Voor dertig jaren reeds gingen er stem men op, die zich tegen de regleraenteering verhieven, waarbjj mevr. Buttler, nit En geland zich als een der heftigste kampi oenen deed kennen, en op een vergadering te Genève werd een Internationale Bond gesticht, die weldra overal afdeelingen kreeg, ook in Nederland. De laatste telde reeds 4000 leden, maar dat getal moest klimmen tot 40000, waartoe ieder der leden moet medewerken, 't Doel moet zgn zoo wel den man als de vrouw te verheffen en aan diepgevallenen den terugkeerin de maatschappij mogelijk te maken. Op 't voorbeeld van mevrouw Buttler, moesten achtenswaardige vrouwen hare zonen bjj de opvoeding eerbied voor de vrouw weten in te boezemen. Ijverig werden de aanwezige vrouwen aangespoord als lid toe te treden, daar verbetering van den toestand juist van de vrouw moet uitgaan. Ten slotte werd lig by acclamatie aange nomen de volgende motieHet afdeelings- bestuur van den Ned. Bond en de Midder nachtszending te dezer plaatse betuigen haar dank aan bet gemeentebestuur voor bet genomen besluit, inzake de afschaffing der reglementeering van de prostitotie en het verbod van de huizen van ontoeht en wen- ichen verder mede te werken, zooveel moge lijk tot bevordering der zedelijkheid. De beer J. Nomes leidde de vergadering in en opende haar met gebed. Zondagavond werd door 'tNederl. Tooneelgezelschap onder directie van den heer W. Hart, in Tivoli opgevoerd 't drama >De Brandstichter, of drie tjjdperken uit het leven van een mensch, gevolgd door 'tblgspel >Heb landhuis aan den Heeren- weg«. Door 't vrg goed opgekomen publiek werd 'tipel met de grootste aandacht gevolgd en meermalen weerklonk een ap- plaus, waarvan den directeur W. Hart voorzeker niet 't minste deel toekwam. 't Nastukje gaf algemeen stof tot lachen. De hr. Hart dankte 't publiek voor zjjne opkomst en gaf te kennen dat hg gedurende den winter meermalen alhier hoopt op te treden. Bjj het korps mariniers is de zil veren medaille toegekend aan den korporaal J. Koster en de mariniers le kl. H. Ren- aea, W. F. van Djjk, G. Bedorf en J. B. Bongaardt. Door de Garnizoens-Voeding-Com missie alhier werd Vrijdag jl. herbesteed: de levering van Steenkolen, Cokes, en harde en lange Turf, ten behoeve der troepen van het Garnizoen, gedurende 1894. Ingekomen 2 inschrijvings-biljetten, als van de heeren J. Kikkert, voor cokes ad f 1.5Sïen steenkolen f 1.70 per 100 K.G. en P. Bandsma, voor coces f 1.53, steen kolen fl.65 per 100 K.G., lange tnrff 0.50 en korte turf f0.70 per 100 stnks. Schipper Lap, van den Texelschen loodsschoener No. 5, Zaterdag van Dunge- ness alhier aanhekomen, rapporteert Vrij dag in de Noordzee, dwars van IJmuiden zwaar stormweer te hebben doorgestaan, waardoor de zeilen scheurden, de breefok werd weggenomen en de breefokkera brak. De schoener passeerde langs de kust veel klein wrakhout en netwerk. De Thomson's prjjs van Vjjf-en- twintig gulden is op Zaterdag 2 De cember '93 ten deel gevallen aan den heer Rjjswjjk, von Zeeenstr. 1 D, te Amsterdam; de premie aan den winkelier, den hr. Car- dozo, von Zesenstr., aldaar. Uit onderscheidene plaatsen in ons vaderland komen berichten, dat de storm Vrijdagmiddag heel wat onheil heeft aan gericht. Hier en daar is een massa sneeuw gevallen. Aan de Waal op Texel zijn gekozen bg de Herv. Gem. als onderling, de hr. P. D. Kooiman, en als diaken de hr. G. Geus Hz. Te de Cocksdorp als notabelen de hh.. H. Rikkenberg en J. Kortenhoeve. Tot kerkvoogd aan den Hoorn, de hr. A. Az. Lap. Tot notabelen te Oosterend de hh. Daal der en B. v. d. Vis. Terschelling 1 Dec. Nog zjjn hier aangespoeld een 30-tal delen, gemerkt W. M. W. terwijl de schro ten merk C. N. dragen. Een NO. storm met vreeselgke sneeuwbuien heeft hier gis teren buitengewoon veel schade veroorzaakt, waarvan de bijzonderheden nog lang niet alle bekend zjjn. Met 1 J&D. 1893 sullen nieuwe «alge- meene voorwaarden voor de levering van goe deren en materialen ten behoeve van 's Rijks werven in werking treden. Naar het »Vad." verneemt, zullen weldra 2 onderofficieren en 3 mindere militairen nit de Oranjekazerne te 's Gra- venhage zich voor den krijgsraad hebben te verantwoorden wegens ergerljjke onzede lijkheid (»crimen nefandum"). Verschil lende anderen zijn van 't zelfde misdrijf verdacht, dat in vereeniging met leden der burgermaatschappij werd gepleegd. De auditeur-militair moet zich met de burgerljjke justitie hebben verstaan, om deze zich meer en meer uitbreidende schandelijkheden zooveel mogeljjk te ver volgen. De vermoedelijke dader van den moord op J. Beckers te Keulen, de met selaar J. H. Hoeck, die ook door de Ne- derlandsche justitie jjverig gezocht werd, is te Duisburg gevat. In het bureau der gemeente te Rot terdam is tijdens bet sluitingsuur, de les senaar van een der beambten opengebro ken en daaruit f400 ontvreemd. De ver moedelijke dader, een klerk ter secretarie, is reeds in arrest. Het gerechtshof te 's Gravenhage beeft een dienstbode en een koetsier, door de rechtbank aldaar veroordeeld tot twee jaar gevangenisstraf, wegens diefstal met geweld en bedreiging, gepleegd op een kunstschilder, door de eerste bekl. in hun woning gelokt, veroordeeld de dienstbode tot twee jaar en zes maanden, de koetsier tot vjjt jaar gevangenisstraf. Sterke drank. Het hoofdbestuur van de Ned. Vereeni ging tot afschaffing van sterken drank heeft zich tot H. M. de Koningin-Regentes ge wend met een adres, waarin het, onder herinnering aan de reeds vroeger inge diende adressen, thans, onder den indruk van het in de maand Augustus jl. onder de hooge bescherming van Hare Majesteit te *8 Gravenhage gehouden internationaal congres contre 1' abus des boissons alcoöli- ques," vrgheid zegt te vinden de Regee ring opnieuw te verzoeken de vraag om een subsidie, mocht zjj uit den boezem der Tweede Kamer worden aanbevolen, harerzjjds in gnnstigen zin te beantwoor den, of wèl zelve alsnog tot dat einde het initiatief te nemen. Door een schip van Ostende is, bljj- kens telegrafisch bericht, een groot ge deelte van de haringvleet van de bomschuit Sch. 247, reeder A. de Mos, uitzeeopge- vischt en te Ostende aangebracht. Bedoeld bomschip, eerst kort geleden uitgezeild, is tot heden niet aan den wal, zoodat men nog niet weet wat de oorzaak is van het kwjjtraken der vleet. Beide zaken zullen gesteld worden in handen van den Waterschout te Scheve- ningen Alkmaar krijgt van de vereeniging »Het Witte Krnis" een ontsmettingsoven, waartoe aan het hoofdbestuur een crediet van f 5000 is verleend. De gemeente geeft den grond cadeaa. Een goed plan. Het voornemen bestaat de postbeambten niet alleen van jassen, maar ook van schoeisel te voorzien. Schipper W. Overdujjn, van den Scheveningschen logger Jacob Johannes," heeft in zee ontmoet een ten onderste boven liggende bomschuit, waarvan hg geen naam of kenteekens kon zien. Speerrepen lagen over den bodem, en een 6-talbreels met den mast dreven langs zjjde der bom schuit. Atjeh. Batavia, 3 November. Omtrent de gevechten tot herstel der ge meenschap met Kroong Kali, wordt aan het Bat. Hbl." geschreven: Reeds was de tegenstand heviger dun immer, en het optreden van den vjjand werd steeds krachtiger. Den 15 October werden de troepen van Toekoe Nja Banta op Tjot Praboe terug geworpen, hjj «elf werd verwond en kreeg verscheidene gekwesten bjj zjjnen troep. Tusschen Tongkoep en Kroeng Kali wierp do vijand verscheidene versterkingen op, zoo dat een transport, dat den 20 October naar Kroeng Kali vertrok, den weg afgesloten vond. De toestand was hachelijk, want de bezetting van Kroeng Kali was mot de verbreking der communioatie niet bekend en 's midd. te 2 uur zon van daar een transport naar Toengkoep afmarcheeren. De communicatie moest dos ten koste van alles worden hersteld. In allerjjl vertrok per extra trein naar Lamjong V/3 compagnie infanterio onder ka pitein Picard met do luitenants Glaser, Ter- stcege, Swaab, Weijerman en MüUer, eene sectie artillerie en genietroepen. In vereeniging met troepen uit de linie werd nu opgerukt, en tegen 8 unr 's middags werden de vijandelijke sterkten bereikt. De tegenstand was allerhevigstde talrjjke benden openden een moorddadig vnur op de troepen, zoodat onmiddellijk werden gewond de kapitein Roersch door een schot in de knit en do laitenaDt Swaab door een schot in den rechterarm ter hoogte van den elleboog. Tegelijkertijd werd de 1ste luitenant der infanterie J. J. P. Wejjorman doodelyk getrof fen. Belast met de dekking der artillerie, die ook in de voorste linie was, kreeg hij een kogel in bet hart en was onmiddellijk daarop dood. Het gevecht werd met de meeste verwoed heid van beide zijden voortgezet. Kapitein Picard drong met zijnon hoop steeds moeren meer voorwaarts, tot hjj eindoljjk bemerkte te ver te zyn geavanceerd en moest terugtrekken om het verband met de overige troepen niet te verliezen. In carré vorm, do dooden en ge wonden meesleepende, werd geretireerdom strijd roemen de officieren de bedaardheid in het vnur van genoemden commandant. Door de invallende duisternis en doordat bjj de Atjehers dezelfde signalen werden ge blazen als bij ons, geraakte echter de troep eenigszins nit zjjn verband het is anders niet mogeljjk te verklaren, dat wjj een gewonde kregon, die door een scherf van een onzer gra naten werden getroffen. Veel waren wjj nog niet gevorderd en het hoofdpunt was nog in 'svyands handen. Door een gelukkig toeval trok bjj af. De luitenant Holten, belast met het aanvoe ren van vivres, was door de duisternis misleid, in de meoning dat de becting door ons bezet was. Wtl hoorde hjj het vuren, doch ver onderstelde, dat het van onzo troepen uit de benting was. Lustig marcheerde hjj dus met zjjn eetke teltjes door tot bij door een allermoorddadigst vuur de werkelijkheid gewaar word. Te mid den van de paniek wierpon do manschappen al wat ketels en Terdere bagage was weg. doch luitenant Holten liet onmiddellijk attaqaeeren en drong in zyn vaart de benting voorby. De vjjand, denkende dat wjj een omtrekkende beweging voor hadden, ontruimde de benting, die daarop den volgenden dag door ons word bezet. Hadden wjj aie gedachte sterkte door stormen moeten namen, dan had den wjj zeker zeer veel verliezen geleden. De duisternis maakte voor dien dag een einde aan het gevecht en de troepen bleven in hunne stellingen. De nren, daar doorgebracht, zullen niet ver geten worden sedert den morgen was niets genuttigd en een njjpend gebrek aan drink water dood zich gevoelen. Omringd van vu rende vyanden, ieder oogenblik een klewang- aanval verwachtende, was de toestand aller- hacholijkst. Zware slagregens en onweder brachten het honne er toe bjj de ellende te vermeerderen. Ware de vjjand op dat oogenblik toteenen klewang-aanval overgegaan, den had bet er treurig met ons uitgezien. De Sprokkelaars. Zjj hadden hont gesprokkeld In 'twoud, en zwaar belhan, Zag men naast de oude grootmoe Het vlugge knaapje gaan. ■Grootmoeder", sprak de jongen 't Is Sint-Niklaas vandaag Zou ik ook lekkers krjjgen En speelgoed, als ik 'tvraag? Zou Sint-Niklaas niet luisi'ren Als 'k warme kleertjes vraag En wantjes voor mjjn handen 'tls weer zoo koud, vandaag 1' «Och, jongen", zeide 't oudje, Hoop niet op Sinterklaas; Hjj zal bjj ons niet komen, Wjj zijn te arm, helaas1" Het knaapje zuchtte en zweeg nu Maar verder onder 't gaan, Doch wiet niet hoe twee dames Bet paartje bad verstaan. Zjj Hopen zachtjes wand'lend, Niet ver van de oude en 't kind, Die niets van baar bespeurden, Door 't loeien van den wind. Maar 's avonds was 'tnanw duister In 'tdorp, of aan de kluis Van grootmoe werd geklopt, en.... Een tweetal trad in hnis. 'tWas Sint-Niklaas, en naast hem Zjjn trouwe zwarte knecht De knaap, wiens hart luid klopte, Verheugde zich oprecht. ■Wij komen, beste jongen 1" Zoo klonk een zachte stem •Thans nwen wensch verhooren 't Geschiedt nit naam van hem 1" De Sint heeft ons gezonden Mei kleed'ren, lekkerny En nog veel meer. Voor grootmoe Is er ook wel iets bjj. De kleine jongen danste Van pret, maar aangedaan, Zei grootmoe: »God vorgeldo 't Wat ge aan ons hebt gedaan En haastig trok de Sint weer Met zjjnen knecht van daar. 't Was buiten koud, maar warm sloeg Het hart vai 40) DRIE-EN-TWINTIGSTE HOOFDSTUK. Greta was teNeurode. Onder de troostende, milde woorden van haar moeder was in haar gemoed de kalmte wedergekeerdzjj vljjdo haar hoofd aan de borst van de trouwe leids vrouw van haar jengd, en weende zacht; die tranen schonken haar verlichting. Moeder, sprak ze, laat mjj by u blijven, dan word ik spoedig weer uw vrooljjke Greta van vroeger. Laat het verledon rosten, Greta. Ik ben nu tevreden wat hebben we meernoodig? Meer werd tusschen moeder en dochter niet gesproken over de gebeurtenissen van den laatsten tijd. Zjj verstonden elkaar ook zonder veel woorden, zjj waren gelukkig, dat zjj weer bjj elkaar waren. Greta was ernstiger gewor denhet vaste besluit om baar liefde te on derdrukken, had haar karakter gerijpt; de rustige omgeving verzachtte het smarteljjke aandenken aan de teleurstelling van haar minnend hart. Volgons zijn belofte aan Hanry Von Al tenbrak, had Eduard geswegen over zjjn plan nen, betreffende de opheldering van het fami liegeheim. Zjjn moeder geloofde daarom, dat die zaak zou bljjven rusten en was daarmee tevreden; zij streefde niet naar goud en eer. Slil en rustig lag de villa daar in dien hel deren zomernacht; stil en rustig was het ook in het dorpje Nenrode, en slechts nit enkele schoorsteenpijpen steeg rook op. Plotseling hoorde men een kreet door ds stille straten weerklinken, die de inwoners verschrikt nit hun slaap deed opspringen. Dof klonk de horen van den nachtwacht en daar tusschen hoorde men het akelig kleppen van de dorpsklok. Brandbrand I riepen de menschen. Ook Ednard hoorde het. Hjj sprong uit zjjn bed, kleedde zich haastig en ging den straat weg op. In de fabriek kon de brand niet zjjn, die stond daar uog onaangetast. Maar waar zou de brand dan zjjn? Hjj liep een eind verder den weg op. Nu kon hjj het schijnsel van het vunr tegen den oosteljjken hemel zien het leek de roode gloed der opgaande zon wel. In het dorp kon de brand niet zjjn, daar voor was het scbjjnsel der vlammen tover af. Daar in het oosten straalde eon lichtglans als van een prachtig Noorderlicht, som schoten enkele vlammen zeer hoog op en dan volgde een prachtige vonkenregen. Het moest een geweldige brand zjjn, die daar woedde. Plotseling voer Eduard een hevige schrik door de leden. Lag het slot Altenbrak niet in die richting? Ja, ja daar moest de brand zjjn I Daarom kon men het schijnsel der vlammen op zoo'n grooten afstand zien, want het slot lag op een hoogte van welker top men een geheelen omtrek kon overzien. Waar is de brand vroeg Eduaid aan een voorbijsnellenden fabrieksarbeider. Het slot Altenbrak staat in brand, mjjn- heerlnidde het antwoord. Als de werksta kers van Nenenbrak bot maar niet aangesto ken hebben. Dat zou verschrikkelijk zjjn 1 Maar wjj kunnen hier niet werkeloos toezien. Ga da- deljjk naar de fabriek en roep onze brand weer op. Binnen vjjf minuten ben ik aan de fabriek 1 Goed, mjjnheer, antwoordde de man en snelde weg. Eduard keerde in buis terug, waar hjj :«jjn moeder en zuster in de woonkamer aantrof. Vol angst vroegen de vrouwen, waar de brand was. Op het slot Altenbrak, antwoordde Eda- ard. Ik laat de brandweer van de fabriek oproepen en rjjd moe naar ginds. Gauw mjjn hoed en mantel. Greta haalde het verlangde, terwjjl mevrouw Montelli medelijdend zei: Die arme Gerdal Kon ik haar nu tor zjjde staan. Misschien zjjn het alleen de bijgebou wen die branden, mon weet hot nog niet, untwoordde Eduard, terwjjl bjj den mantel over zjjn schouders wierp. In ieder geval ga ik er heen vaarwel I De brandweer van de Nenroderfabriek stond reeds met twee spuiten gereed, toen Eduard aan de fabriek kwam. Snel sprong Ednard op den eersten wagen, on gaf het teeken tot vertrek. Snuivend stormden de -paarden in gestrekten galop de dorpsstraat door naar het tooneel van den brand. Ednard staarde naar den bloedrooden gloed, die met het oogenblik scheen toe te nemeD. Was daar dan geen menschelyke "hulp, dat de vlammen zoo ongehinderd hun va; ■nietigings- werk kenden voortzetten Het scheen wel of men de vlammen roslig liet begaan, anders hadden die onmogeljjk in zoo'n 'korten tjjd znlk een grooten omvang kunnen kidjgen. Op den straatweg haalde mon enkele ti-oepjes ar beiders in, andere bloven rustig staan om naar het scboone, vreeselijke schouwspel te zien. Men riep hun toe medo to rjjden, doch zjj lachten honend en riepenHet is igoed, dat die oude kast afbrandt. De barones heeft bet wel aan ons verdiend. Eduard herkende in die lieden de werk- atakende arbeiders van Nenenbrak. Hjj wist dat het vergeefsche moeite zon zjjn als hij hen aanspoorde om to heipon reddenzjj wa ren te zeer verbitterd. Hjj dreef de paarden nog meer aan. De gedachte aan alles wat zjjn familie tegen de familie van don baron Von Altenbrak kon aanvoeren, was geheel vergeten. Hjj dacht er alleen aan zoo spoedig mogeljjk hulp te verleenen. Hjj bad Gerda's beeld voor oogenhjj zag baar bleek gelaat, haar smeekenden blik, hjj hoorde weer haar laatste vaarwel, waarmee i schreiend afscheid van hem had genomen. De paarden liepen hem nog niet snel ge noeg. Voort, voort 1 rijdt nog snellerriep hy den voerlieden toe. De zweepen kwamen sui zend op de raggen der paarden neer, die ver schrikt steigerden en in razende vaart de hoogte opgingen, waar het brandende slot stond. Na waren ze in den tuin. Het slot zelf brandde en de felle oostenwimd blies de vlam men krachtig aan. Krakend stortte het dak in, het binnenste van het slot was een en al vnur, een ware vuurzee! Wee dengene, dia zich nu nog daarin bevond 1 Bliksemsnel overzag Eduard den toestand. Buiten de muron van den slottuin stond een groote menigte menschen, maar niemand scheen last te hebben, om de helpende hand te reiken. De haat, door Rogalla Von Alten brak gezaaid, toonde bier zjjn vrachtenmet spottende voldoening zag do menigto het slat in een puinhoop veranderen. Alleen de knechts en bedienden van het slot hielpen bjj het redden van do kostbare meubelen. Ah, mjjnheer Montelli, wat een geluk dat u met uw brandweer komt, riep de oude inspecteur Feldner, Eduard toe. Nu kannen wjj misschien den eenen vleugel nog redden, waarin do vertrekken van mevrouw de baro- s zyn. Eduard gaf zjjn bevelen on na weinige oo- genblikken spoten de waterstralen der beide brandspuiten met kracht in de vlammen. De wind drijft de vlammen hier heen, wjj moeten aan de zjjde van het park aan pakken, zei Ednard. Daar heb ik onze spnit opgesteld, maar bet zou good zjjn, als een van nw spuiten daar ook werd geplaatst. Zjjn al de bewoners van het slot in veiligheid Do baron is met zjjn familie in bet ambts huis, voor zoover ik woct. Eduard liet een spuit in het park plaatsen. Daar trof bjj de arbeiders van Feldner aan, dio daar de spnit van het slot bedienden. Een jonkman, die hier bet blusschingswerk scheen te leiden, kwam hem tegemoet. Het was Harry Von Altenbrak. Getroffen keken beide jonge mannen elkaar een oogenblik aan. Toon reikte Harry Edn ard de hand en zeide ernstig, met een lichte beving in do stem: Ik dank n, neef, dat gij gekomen -zjjt. Maar het slot van onze voor vaderen redden wjj niet meer. Met een sterigen druk groep Ednard de aangeboden hand. Toon ging by aan het werk. Daar zag hjj opeens bjj bet scbjjnsel der vlammen, Gerda Von Altenbrak naast baar broeder staan. Zjj wrong do banden en Edu ard hoorde dat zij uitriep: Harry vader ie niet in het ambtshuis. Wjj dachten, dat hjj hier bjj je was. Maar de angst liet mjj geen rost, ik moest naar hier. Als hem maar geen ongeluk is overkomen. Waar is hjj Niemand heeft hem gezien. Met vertwijfeling keek Harry naar het ge deelte van het slot, waar do kamers van zjjn vader waren. Daar was do brand nitgebroken, de vleugel dreigde elk oogenblik in te storten, aan redding van iemand, die in dat deel van het slot was, viel niet te denken. De beide jonge mannen stonden verstomd, geen van beiden kon een woord uitbrengen. Mijn vader, mjjn armo vader! barstte Gerda in tranen uit. Doodsbleek keerde Eduard zich om. Wjj moeten hem redden, mompelde bjj tusschen de tanden. Maar in het volgende oogonblik gebeurde, wat men verwacht had. De vlammen stsgen tot geweldige hoogto op on loeiden als de stormwind. Een luid geschreeuw klonk door het park. Krakend, donderend, brallend, en knetterend stortte de vleugel van het slot in en veranderde in een gloeieoden blakerenden puinhoop I VIER-EN-TWINTIGSTE HOOFDSTUK. Twee weken waren verloopen sedert den brand van het slot. In rouwgewaad stond barones Rogalla aan het Tonster van de een voudige kamer, die zjj na de ramp in hot ambtshnis bewoonde on staarde somber voor zich been. Toen keerde sjj zich naar baar zoon, dio bjj de tafel midden in de kamer stond en het testament zjjns vaders in de hand hield. Daarin had zjjn vader neergeschreven, wat twintig jaar geleden was gebeurd; hij erkende het huweljjk van zjjn broeder Edu ard als wettig en verzweeg alleen, dat hij do bewjjzon daarvan op aanstoken van zjjn vrouw had verduisterd. Ik bcgrjjp dio Bentimontoele dwaashe den niet, klonk het nu hard van de lippen der baronos. Ik heb mjjn leven lang gestre den voor mjjn recht, want het zou een on recht geweest zjjn, het erf van je voorvade ren over te leveren aau de kinderen van Ednard Von Altenbrak! Val mjj niet in de rede! Ik weet wat ge zeggen wilt Het formeelo recht mag aan de zjjde van die men schen zjjn, bet natuurlijke recht is aan onzen kant. Wie weet hoe het gerecht, hoe de ko ning zou beslist hebben Waarschjjnljjk ten gunste van onBl Het kan zjjn, antwoordde Harry somber. Dat huweljjk werd niet gesloten tusschen lie den van geljjken stand. Maar toch hebt ge eerloos gehandeld, en de cor van mjjn go- geslacltt moet rein en onbevlekt zyn. Zelfs gij, moeder, hebt geen recht die to bezoedelen. Rogalla bjjgde naar adem. Zjj gloeide van toorn, haar oogen schoten vunr, zjj balde de vuisten ob, dat zjj daar zoo in mach te- iooze woede tegenover haar eigen zoon moest staan. In haar oogen weerspiegelde zich haar duivelachtige inborst haat, verachting 1 alle bartstochton van het inwendige leven zjj dreigden haar te verstikken. Doe dan, wat ge niet laten kont, dwaze knaap riep zjj nit. Maar ik wil niets met je te doen hebben I Hoor rojja laatste woord Wanneer je naar verzoening met dio menschen tracht, dan zie je me hier voor het laatst 1 Moedor, bedenk, wat go doet! Verscheur den laatsten band niet tnsaohon u en uw kin deren 1 Eon oogenblik scheen Rogalla te wankolen, toen richtte zjj haar hoofd trotsch op en zeide Ge hebt mjjn besluit gehoord. Ik zal afwach ten wat ge doet en daarnaar zal ik mjjn han delingen richten. Met deze woorden verliet zjj in trotsohe houding de kamer. Er zjjn twee jaren verloopen eedert dien verschrikkeljjken nacht van den brand. De sporen der verwoesting door het verterende element zjjn reeds lang verdwenen. Ter plaate van hot oudo slot staat een vrooljjk nieuwer- wetsch gebouw met fraaie kroonlijsten, toren tjes en vriendelijke veranda's. Alleen deonde toren staat nog in het park, omgeven door dicht struikgewas en eeuwenoude boomen als een herinnering aan den ouden tjjd. Maar het nionwe slot heeft het sombere karakter van don ouden tjjd afgelegd, hot toont een kind van den nieuweren tyd to zjjn. En mot den nieuwen tjjd zjjn ook P;~'

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1893 | | pagina 1