't Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL.
1^0# Jeffy
1894.
„Veel hefl en zeien in 'Utara jaar!"
Ho 2179.
Maandag 1 Januari 1894
22ste Jaargang.
Bureau: Zuidstraat.
Telefoonn". 42.
ADoniiemont
p. 8 maanden binnen de gemeente 50 Ct., met Zondagebl. 80 Ct.
id. franco per post 75
id. toot het Buitenland f 1.25,
idem
idem
f 1.12*
f2.00 j
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
UitgeversBERKHOUT ft Co., te Helder.
Bureeux 8POOR8TRAAT wi ZUID8THAAT.
Bureau: Spoorstraat.
Telefoonn. 86.
Advertentiën moeten uiterlijk dei DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10
A.avortentlCn
IS 1 5 regel'
Kik» Tegel meer
uroote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Aan onre abonné's buiten de
gemeente "wordt beleefd ver
zocht 't verschuldigde abonne
mentsgeld Vliegend Blaadje ea Zondags
blad, 4e kwartaal 1893, te willen over
maken per Postwissel of in postzegels,
vóór 5 Januari 1894zullende
anders daarover met 5 Cts. verhooging per
post worden beschikt.
Postwissels voor dat doel behoeven
slechts met een zegel ran 21/» Ct. beplakt
te worden.
Een woord aan onze lezers.
Waarde lezers en leaeressen, er is weder
een jaar voorbijgesneld en we zijn een
nieuw ingetreden. Schreven we gisteren
nog 1893, thans is dit cjjfer met één
vermeerderdZoo zien we
«De tjjd snelt voort op aad'laar» vleng'len,
Geen onxer kan sjjn T**rt beteug'len,
Hij werpt wat ond is lustloos neer
En brengt iets nieuws «ns telkens weer."
Naarmate we meermalen 't wisselen van
den jaarkring hebben beleefd, zullen we
de waarheid van de aangehaalde dichtre
gelen gevoelen. Wat heeft de tijd al niet
veranderd, wanneer ws een veertig of
vijftig jaren kunnen terigzien, en wat zal
hg wel te zien geven aan 't geslacht, dat
nog een veertig of vijftig jaren voor de
borst heeft
Wat heeft hij ons gtbracht in 't afge-
loopen jaar en wat zal hij geven in 1894
Deze vraag rijst ongetwijfeld bjj menigeen
op. De beantwoording van 't eerste deel
is niet moeielgk, die van 't laatste ligt
buiten ons bereik en cat 't ons niet ver
gund is den sluier da: toekomst op te
lichten, mogen we als een zegen beschou
wen, want 't goede dsfc ons te wachten
staat, zou een deel van zijne bekoorlijkheid
verliezen en 't kwade zoi ons dubbel smar
telijk vallen. De Voorzienigheid houdt
dus wijselijk de toekonst voor ons ver
borgen, opdat we 't goede verrassender
zouden vinden en 't kvmdc ons niet zwaar
der zou vallen dan nooizakelijk is.
'tZou ons goluk wis net vergrooton,
Werd ons do toekomst eens ontsloten,
En nad'rend onheil, tegenspoed,
Ontnam ons seker kraot en moed
We willen daarnaar lan ook niet ver-;
Bjj 't rusten kunen wij hen, die niet
langer met ons gai, een traan, een zucht,
een waardeerend word wijden, in onder
werping aan het 'erlies, dat ons heeft
getroffen en in brille vertrouwen, dat
men 'tons eenmai ook zal doen, wanneer
wij gemist wordi in den steeds voort-
trekkenden optocj en alzoo de liefde en
vereering, die wohans aan onze voorgan
gers bewijzen, aarns zal vergolden worden.
Maar er hebb zich ook vele nieuwe
reizigers bij onsongesloten, en anderen,
die we reeds geruien tijd als tochtgenooten
beschouwen, hefcn zich krachtig ontwik
keld en zijn berin staat de vermoeienissen
te verdragen. Jk hen kunnen we onze
opmerkzaamheidijden, nu weeenoogen-
blik rust neme en ze zijn 't waard, want
eenmaal zulletfü 't z?jn, die op ons terug
zien en ons, we hopen, in memoriam
houden.
Moog' ook 4jjd bier rustloos mssion,
Met milde id weet hjj te saaien.
En 't saad 'n rijpen dag en nacht,
Totdat het"*®'* in volle pracht.
De zeis d doods heeft ook den levens
draad van 93 afgesneden en 't is zjjn
opvolger, met jeugdigen moed en
frissche kr* begaafd, ons toewenkt ver
der te gaa
Maar n 1 eerst onze schatting ge
bracht aahem, die ons 365 dagen ge
leidde, dPns veel goeds gaf, dat we
niet met'Verschilligheid voorbjj mogen
zien. 18 8chonk ons, wat een reeks
zijner vangers vergat, namelijk een
echte Ier geen lente volgens den alma
nak, m#611 uaar de natuur. Hoe dik-
wjjls kc6^ we de verzuchting, dat men
niet miwist wat lente was. Nu hebben
we er1 gehad, liefelijk en goed, en
daarna1 °og8t, die ruim mag genoemd
worde^danks t gemis van den noodigen
regen.°dat 1893 voor de wijncultuur
zelfs la onovertroffen mag genoemd
wordi
iad men in dis lentedagen
na en dsn wat regenvlagen
lehad, gelooft dan allen maar,
looit kende men soo'n vruchtbaar jaar.
die groote overvloed niet aan den
j>ot des aardrijke onttrokken, toch heb-
we reden tot dankbaarheid in 't al
leen, ofschoon we moeten erkennen dat
veehouders minder grond hebben 't
jaar te roemen.
meer en meer dringt bij den vierden stand
't denkbeeld door, dat zjj achteruitgezet
andeld wordt. Van-
laDgen, maar vertrouwewvoorwaarts treden T an laateten zeilen er velen zijn die
op ons levenspad, bestsald door de steCeer tan balans op Oudejaarsavond
der hoop, die ons reee zoo nienigmaa;b.be° een minder opgeruimd
verfroostend en opbeured in 't oog^heef'icbt ?"tten en met zerder
geblonken, in geloof at we vanW™8Pad.l!noete,\ 'red™-
tot den volgenden mglpaaevenzeer bloemt We 7?"™ ol!l''erJ We-, dat men op
je. lang, onzen weg allen vinden oudrjeersaW de trennge gedachten
vroeger''t geval was, en medig de stormf"™1 »anr den aebtergrond
en regenvlagen verdnre, die zicb uP»** gangen, om de feeeteljjke stem-
van tjfd tot tijd zullen een gevoelen. ™iig met te verdrgven en dat rustpunt
Bjj 't voortaan op de Wensreis ontm<>" 't leven met te bestoden tot t aanheffen
men rustpunten, die w, niet met orlVB"klaagliederen.
haasting moeten voorbijgnn om toch m. Want, wanneer men daarmee begon,
spoediger 't einde teberehm. Integend«zefen velen er mede kunnen nstemmen.
we muiten eens tot adetntanen en nieup<* a" koopman en de fabrikant hebben
krachten trachten te vewnelen, terv wensch gehad, en als men
we onzen reisgenooten toeropen .hoib™ b<*>rt "P"1™' er g® SeM meet
even stil en zie met ons nog eos achter u <?a<" a« menneten en wordt de concurren-
Als we dan in 't rond zie, missen gestadig scherper De werkeloozen,
zoo velen, die bij een vorigrustpunt jannen die werken willen en geen arbeid
vol kracht en moed vergezelen, die, vr tannen krijgen, zijn er in 1893 ook met
- beter op geworden. En ofschoon rede
naars van alle mogelijke politieke en gods
dienstige kleur die toestanden voor volle
of ledige zalen hebben besproken, er zjjn
totnogtoe geen afdoende middelen tot
verbetering in 't werk gesteld.
Men kan die saak wel mooi bepraten,
Maar 't sal den werkman luttel baten.
Geeft werk aan allon, groot en klein,
Dat is do ware medicijn.
Die vergaderingen hebben gewoonlijk de
nst, dat de ontevredenheid stijgt; en
ljjk en opgeruimd, nog langin ons ge;
schap meenden te blgven. »Waar
ze?" vragen we weemoedig— en 'ta
woord is: 'onbarmhartig azemaaid d
den trouwsten dienaar van len tijd,
dood 1«
Ja, de onvermoeide maaie; die den
op zjjne schreden volgt,
Snijdt nutloos af, 'tsjj jonpf ond
Hat dorre en 't groene hout.
H\j zwaait sjjn seis, en keeiop keer
Velt hg sgn offers blind'ling neer.
uitkomst,
en stiefmoederlijk beb.
daar in onderscheidene landen vereenigin-
gen van sociaal-democraten, anarchisten en
nihilisten.
De beide laatsten zouden 't staatsge
bouw wel met dynamiet in de lucht willen
laten vliegen, waartoe hier en daar alreeds
pogingen zijn in 't werk gesteld, met
meer of minder droevig gevolg we her
inneren in 't kort aan den aanslag op de
leden der Volksvertegenwoordiging i
Frankrijk, in de vorige maand gepleegd.
Wat cr op de puinhoopen van 't inge
storte gezag zou moeten verrijzen, is echter
nog niet duideljjk aangetoond. In ons
dierbaar vaderland hebben die stemmen
uit den vreemde weerklank gevonden ook
hier tracht men zooveel mogelijk roeraten
te winnen voor den aanstaanden wereld-
strijd, welke volgens 't beweren van de
redenaars dier partij niet kan uitblijven.
Gelukkig is 't hier te laude nog niet zoo
erg als elders, en onze woonplaats kan in
't bijzonder worden beschouwd als een
veilig plekje, waar de noordwestenwind de
revolutionaire stormen weet te verdrijven.
Veel draagt er voorzeker toe bjj, dat de
toestand van den werkman hier in 't alge
meen beter mag genoemd worden dan op
onderscheidene andere plaatsen 't geval is.
De eerste stap, die men rekent dat tot i
irbetering kan leiden, is 't verkrijgen van j
algemeen kies- en stemrecht.
't Grondidee van de ontevredenheid kan
men vinden in de volgende regelen
De stryd is geen nieuwe, oneen, 't is een ouwe.
Do lui, die wat hebben, se willen 't graag
[honfio.
Zjj die niets bezitten, se willen 't verkriifon,
Nu weet men 't, en ik sal das verder
[maar «wijgen.
Nu, waarde lezers en lezeressen, moesten
weden stryd maar laten rusten, en liever
erkennen, dat we 't hier, aan Hollands
noordpunt, nog zoo slecht niet hebben.
Elk jaar wordt de plaats onzer inwoning
verbouwing verfraai»! Ir.
Gesondheid, kracht en moed en opgeruimde
zinnen,
Zjj sterken u bjj 't werk, dat ge eiken dag
[verricht,
En steunen ieder bjj 't volbrengen vaa sjjn
[plicht.
Voorspoedig ga 't dit jaar het menschdom
[allerwegen,
En Neêrland deele ruim in de afgebeden zege
Geev' vierennegentig aan ieder ruim-
[schoots brood,
Aan vreemdeling soowel, als land- en plaat
[genoot.
De strijd, die overal wordt om 't bestas
[gestreden,
Hjj worde opgelost in broedermin en vrede,
Zoodat in plaats van twist, die 'l harte vaak
[verstaalt,
Het hoil en zegen op ons allen nederdaalt.
Aan ieder, dio dit leest, daa nogmaals heil
[e» «eg",
Roept «'t V1 i g e n d Blaadje" u doos'
[dag welmeenend tegen,
Geniet die ongestoord in vreugde met elkaar,
Dan is dit nieuwe ons een recht gelukkig
[jaar.
de Bureaux bezorgd zyn.
veri™«i<l en in 't klein
tracht men hier en d»- -o
van groote steden na té volgenwe heb
ben reeds een melksalon en zullen in 't
volgend jaar een proeflokaal van wjjn-
soorten krijgen. Gaan we langzaam, we
gaan toch vooruit en de huizen van een
verdieping verkrijgen meer en meer de
dubbele hoogte.
Dat we nog steeds roem kunnen dragen
op onze wakkere varensgasten, heeft 't af-
geloopen jaar bjj vernieuwing bewezen.
In den stormachtigen herfst hebben ze
meermalen getoond, dat ze, onder leiding
van hun stuurman Rijkers, geen gevaren
ontzien, wanneer 't geldt meoschenlevens
te redden.
Om niet te veel van uw attentie te
vergen, hebben we ditmaal zoo hier en daar
een greep gedaan en willen thans niet ver
der uitweiden. Liever denken we nogeens
met n terug aan den laatsteu avond des
jaars, en wel aan 'toogenblik, toen de
torenklokken
«Iu 't middernscht'ljjk uur soo forsch en
[statig klonken,
En meldden dat een jaar weer was in 't
[niet gesonken,
Ea dat het nienwe jaar, als pasgeboren wicht
Op 't selfde oogenblik zag 't eerste levenslicht.
Toen werden handen gedrukt en klonk
de heilwensch uit millioenen monden
Wjj roepen 'tu heden toe. »'t Vliegend
Blaadje" dat een geheel jaar als welkowen
vriend toegang had tot nwe woningen, her
haalt dien wenseh, nu 't voor de eerste
maal in 1894 bjj u binnenkomt.
Heil trede 'l nieuwe jaar ol vroeg uw woning
[binnen,
NIEUWSTIJDINGEN.
HELDER, 1 Jan. 1894.
Ramp te Wierum.
de Commissie tot ondersteuning
der nagelaten betrekkingen van de ver
ongelukte visschers te Wierum, is een
g'ft ingekomen van f 500, van de Zuid-
ollandsche Maatschappij tot redding van
schipbreukelingen, te Rotterdam.
Onder de werkloozen te Amsterdam
bevond sich volgens het »D. t. N." een
man, die voor eenige maanden f 17,000
heeft geërfd en dat kapitaaltje veilig heeft
belegd.
dronken metselaar te Amsterdam
kwam in een tapperjj in de Groote Kat
tenburgerstraat binnen. Hst heerschap
was nogal lastig, en het duarde dan ook
niet lang of hjj kreeg het met den kaste-
'r.. Bmrta
lein aan dej stok.
duarbjj zijn tegenstander duehtig in den
duim.
Zeer voldaan over dit heldenfeit, zwaaide
de dronkaard onder een luidruchtig gezang
naar zjjn kosthuis en stommelde met veel
moeite de trap op. Driehoog op sgn
kamer aangeland, kreeg hg door een vreem
den loop van gedaehten het romantisch,
maar hoogst gevaarljjk idee om zjjn woning
te 'ontvluchten" en met de halsstarrigheid,
aan dronkaards eigen, begon hjj dit plan
uit te voeren.
Bjj stak al het geld dat hjj bezat
dertig gulden ongeveer bjj zich, knoopte
twee lakens en een deken aan elkaar en
liet zich aan de achterzjjde van het huis
uit een raam zakken.
Hg hield zich echter niet stevig genoeg
vast, zoodat hjj halverwege viel. Inwendig
gekneusd, werd hg opgenomen en naar het
Binnen-Gasthuia vervoerd, waar men hem
verbond en vanwaar men hem ten slotte
weer naar zjjn kamer terugbracht.
De heer van 't Lindsnhout, te Neer
bosch, ontving voor den Kerstboom in de
Weeeinrichting zeer vele geschenken, o. a.
van X. uit H.. een vet varkeu van 135
KG.; van de familie B. uit Njjtnegen,
1400 sinaasappelen, 21/, baal hazelnoten,
een baal olienootjes, acht banden stokvisch
en 8 matten vjjgenvan de familie J. uit
Neerbosch, 1000 broodjes; van P. 1000
broodjesvan de N jjmeegsche Broodfabriek
2000 broodjes. Anoniem een kist met 2000
broodjes. Van D., uit Njjmegen, 100 met
worsten, en van de firma D. een baal
bruine boonen, 2 matten vjjgen en 410
R. uit Njjmegen een kist met suikergoed.
Van Br. B. uit Njjehaske, een vat met
koek en suikergoed.
Van de Martha-vereeniging te Rotter*
dam een groote zending goederen, bene*
vens 126 molton dekens. Uit Schiedam,
Delft 's Gravenkage, Amsterdam (van de
Psrsis-vereeniging) Wolvega, Zwolle wer
den groote pakken kleedingstukken ont*
vangen. Uit Zutfen, van het Kousen-Ver
bond, 219 paar kousen. Van Enschedé,
Almeloo, verschillende plaateen in Friee-
land, Njjmegen, Haarlem, Heemstede, wer
den grootere en kleinere zendingen klee
deren ontvangen.
Neerbosch.
De heer en mevr. Van 't Lindenhout en
en dr. J. J. de Bleconrt te Neerbosch zjjn
gedagvaard, om te verschjjnen voor den
rechter van instructie te Arnhem.
Naar aanleiding van het bericht, als
zou in den boeiem der Neerboich-com-
lissie verschil van mesning naar aan
leiding van het nit ts brengen versla*
gerezen zjjn, deelt men san de Telegraaf"
van geachte zjjde mede, dat zulks moeHjjk
het geval kan zgn, daar de commissie nog
niet in pleno ie vergaderd geweest en
evenmin daartoe totnogtoe is opgeroepen.
De mist.
Omtrent de gevolgen van den mist op
Donderdag jl. te Amsterdam, meldt men
nog het volgende:
Een aantal gezinnen zgn in rouw ge
dompeld. Langzamerhand bljjkt, dat mser
menschen verdronken zgn dan aanvankelijk
werd gedacht.
Het was een trenrig gezicht Donderdag
middag op verschillende uren brancards en
karren naar de politiebureaux te zien trek
ken, waarheen men weer ljjken vervoerde
welke pas waren opgevisebt. De meeeten
werden tot duiver opgehaald uit het water
bjj de nieuwe Groentenmarkt, waar de
haventjesvelen het leven kostte.
De mist van DniuI«»J—-=*- -
hg volgende donkere avonden de noodige
voorzichtigheid in achtte nemen. Het juiste
cjjfer kent men nog niet, maar wjj zullen
niet veel mistasten, wanneer wg seggen,
dat ongeveer honderd mannen vrouwen en
kinderen te water zgn geraakt, waarvan er
15 omkwamen.
Een zware slag trof de Vereen, tot'Op
beuring van boetvaardige gevallene Trou
wens. De adjunct-directrice Mej. d. Tak
is met een drietal meisjes naar een kerst
viering gegaan en door den mist te water
geraakt in de Baangracht bjj de Passeer-
dergracht.
Slechts een meisje L. S. is levsnd opge
haald een ander A. R. levenloos. Naar de
verpleegde G. D. en Mej. t. d. Tak wordt
nog gezocht.
Aan de Nasaaukade geraakte een echtpaar
te water; beiden verdronken.
Londen zal weldra het grootste spoor
weg-station ter wereld bezitten. De ver
bouwing van het Liverpool-street station
nadert nare voltooiing. Het zal een opper
vlakte van 15 acree beslaan. De werken
hebben twee jaren geduurd. Bjjna 100,000
Ms. grond moesten uitgegraven worden.
Acht nieuwe ljjnen en acht nieuwe perrons,
waarvan 4 een lengte van 500 Eng. voet,
en een vjjfde een van 700 Eng. voet heeft
zgn aangelegd en zgn onder één kap ver»
eenigd, met een rangeer-terrein van 90 bf
210 Eng. voet. Voor die kap zjjn 15,000
tens jjzer gebruikt. Het station zal door
booglampen, de kantoren sullen door gloei
lampen verlicht wordende krachtige
stroom, hiervoor noodig, zal tevjsns de be
waskaarsjes. Van B. en zjjne vrienden, nit weegkraeht voor kranen en dergeljjke v
Helder, 140 halve kilo's honigkoek. Van tnigen leveren.
Hg fronste de wenkbrauwenriet v»ui-
delijk, dat hjj zjjn geduld beg< te T'*en
u nijdig dronk hjj sjjn glas le.
«Gjj zult toch een anderen twejxxteo
soeken, baron," antwoordde Gtaar/Qaar
wat er ook gebeure, in elk go! s go dit
plan moeten laten varen. Mivr beeft
mjj een middel achtergelaten, trdo ik u,
als het ajjn moet, daartoe dwin&n."
Zarnba's gelaat werd donkeen woest
dreigend ilikkerdon sjjn swaron. Hij
schonk sjjn glas weder vol on o het in
één teug. Daarop viel hjj aohr in sjjn
stoel en wierp een been over dlonniDg.
»Gjj wilt dns op ow achterspen gaaD
staan, vriend Horen, bromde biel ja, ga
je gang maar! Ik noem hot mek betaal
u het geld, en dan kunt gjj «jjn part
naar den duivel loopen I"
Gaataaf was op de denr toden. Hjj
bleef halverwege staan en wetich nog
maals om.
'Bedenk goed met wien g*en hebt,
baron Van Zarubo," zeide bjj.-t ik
loren bsb, kan ik weer temen, a
wat go mjj oatnomon wilt, da> ik g
afstand van, zonder er tot berste i
te strjjden. En indien het n dat mgn
vader mjj achtergelaten hecfkzaam is,
dan sult gjj niet de overwimjjn in
aanstaanden strjjd."
Zaruba was in een oogwenle beo
dén sprong stond bjj vlak voor Gustaaf
dien hjj hjj den arm greep. Zjjn groote
gestalte scheen nog grooter te worden, toen
hjj driftig werd.
De beide mannen hekeu elkander ais vjjna
den aan en schenen hunne krachten te meten.
Zaruba was verreweg de grootste, maar op
Gustaafs bleek gelaat lag sooveel vastbera-
dendheid en sjja gestalte was soo krachtig on
l, dat hjj, wanneer 'l noodig was ge-
seker niet aan het kortste einde sou
getrokken hebben.
*Je vader was een braaf man," riep de
baron met sjjn buldorende stem. »Hij beeft mjj
gered, toen ik op den rand van den afgrond
stond. Ik heb 'tniet gewild, dat bjj en de
zjjnon daardoor in ongolegenheid en nood sou-
len komen en bjj beeft ook niet gowild, dat
de oude geschiedenis weder opgerakeld en mjj
in het gelaat zou geslingerd worden. Helaas,
't in anders geloopeu, dan wjj konden vermoe
den. Uw moeder en gjj zjjn er door in de
klem geraakt en mjj is de oude schuld wedor
verweten. Weet gjj soms, waaria die bestaan
beeft?"
tNeen, nog weet ik 't niet, maar ik kan 't
elk oogenblik vernemen. Ik heb do bewjjsen
in banden, en zal, als 't wesen moet, daarvan
gebruik maken."
«Doe wat ge wilL Tegenover u sal ik mjj
van mjjo schuld kwjjten, sooals ik uw vader
beloofd heb. Overigens moet ik nog seggen,
dat ik mjj door geeu sterveling laat dwingen,
ook door jou niet vriendje. Doo wat je niet
laten kunt. Den voet, dion ik eenmaal ia
den beugel heb, trek Ik niet terug."
Gustaaf vorliet het vertrek, sonder verder
oen enkel woord te spreken. Thans speet bet
hem, dat hjj sich de bedreiging had laten ont
vallen; nu echter was het te laat.
Zaruba's toorn verdween, soodra hjj weder
alleen was.
Hjj nam weder plaats ea sehonk sjja glas
▼ol. Toen bjj 't uitgedronken had, verzonk bjj
,Zo7Üik"lhel meisje laten loopen
Ach, wat oen dwaasheid 1 Hjj krjjgt haar
toch niet, dat staat als een paal boven water.
Neem ik haar eohter dun is 't zoowel voor
sjja bestwil als voor het mjjne. D«t de gek
't zoo niet wil insien, is beroerd I Neen,
de ge logenheidis te schoon en hjj mag praten
en doen wat hjj wil,)mjj laat 'tkoud."
Hjj goot de rest uit de fleach in het glos
on hield het tegen 'tlieht.
■Op je welzjjn, kleine Else 1"
IV.
De herfstson lag over woud en veld en
speelde orer bet water van het beekje, dat
langs do schoone boerderjj van Krussof vloeide.
Zjj scheen ook naar binnen door het ven
ster der kamer, waar Else'e vader voor de
neergelaten klep van de oude eohrjjftafel sat.
In godachten verdiept lag hg achterover in
sjjn stoel, terwjjl hjj met de hand langs het
gladgeschoren gelaat streek.
In de aangrenxendo kamer hoorde hjj een
kast dichtslaan.
Else', riep do dikke boer.
•Ja, liovo vader,- antwoordde de stem van
het meisje, en zjj verscheen dadeljjk op den
drempel der kamer.
•Kom hier, kind;' hjj stak haar do ruwe
hand toe. »Jo moet niet soo bedroefd in hois
rondloopen, lieve meid," zeide bjj, haar naar
sich toetrekkend. «Er is werkeljjk niets ge
beurd om over to treuren. Wees weder
mjjn oude, vrooljjke Else en vergeet die ge
schiedenis. Geloof je dan, dat ik iets van je
sou verlangen, wat niet voor je bestwil was 7'
Else stond voor hem met gebogen hoofd
on antwoordde naaweljjks hoorbaar: sNeen,
lieve vader."
■Komaan, soo is 'tgoed, kjjk maar vrooljjk.
Wat je voor een paar dagen des avonds bjj
de Horens gezegd bobt, sal vergeten sjjo. Ik
hoop eohter, dat je nooit weer op die wijze
tegen mjj sult optredao. Neem een voorbeeld
je zuster Bert ha. Die huwde een man,
haar uiet kon onderhouden, en nu is se
»r ton mjjnen laste gekomen. Eu dergeljjke
gevallen komen voel voor, sooals je ook secr
goud weet."
■Gustaaf kon er niets aan doen, dat ajjn
vader hem in sulk een treurigen toostand
achterliet", antwoordde het meisje bedeesd.
•Ik seg ook niets ten sjjnen nadeele. Ik
wil echter, dat je niet meor over hem spreekt
en ook niet meer aan hem denkt. Den man,
dien je hebben moet, kies ik je self voor hom
uit. Je opvoeding heeft mjj veel geld gekost,
je hebt moor geleerd dan je saster en nu
je ook een dame worden, waarvan ik
ule beleef. Dat is mjjn vaste wil en je
kent"me. Zoo, dat was 't wat ik je te seggen
had.
Hjj stond op, streek haar liefdorijk over het
haar en verliet daarop hot vertrek.
Else sloeg de handen langzaam ineei
keok met betraande oogen naar het aoonigo
landschap. Van kindsbeen wist zjj dat vaders
betelen even onwankelbaar waren als de
geboden Gods. Zjj moest gehoorsamen, dat
wist xjj, maar aan den anderen kant dorst sjj
het oenmaal gegeven woord tegenover Gustaaf,
ook niet te breken.
Buiten op den landweg weerklonk de hoef
slag van een paard, dat nader ea nader kwam.
Het hield stil voor de deur harer woning.
Else boog sich eenigsains voorover ea sageit
het tonster, dat baron Zarnba uit den oodel
sprong. Krussof trad hem tegemoet ea wees
lachend ia de richting van het hais.
Else trad terag en legde onwillekeurig da
hand op het sich krampachtig samentrekkend
hart. Plotseling ontwaakte een vreeaeljjk
voorgevoel in baar en verward snelde sjj door
•on achterdeur naar dea tuin.
Haar vader bad fluisterend «enig*
met den baron gewisseld. Daarop was
binnengereden en had ia cenige kamen
geglaard. Toen hjj m allen ledig vond, giag
hjj naar den tuin. Hjj waa iele minder slor
dig gekleod dan gewoonljjk en hjj sloeg al
voortloopend met de rjj>woeP naar hoornen
en bloemen.
Else stond bjj de schuur en voederde de
kippen. Toen sjj den baros in den tain oog
komen, schrikte sjj, sloop sael van den troep
weg ea verborg sich in de bjjenMhaar. Zjj
wilde hom bepaald oetloopen, went sjj voelde
een nooit te veren bemerkten tegeasin. Zjj
kon er sioh geen rekenschap van geven, maar
dat gevoel beheerachto haar geheel. Daarbjj ver
moedde sjj flauw, dot hjj slechts ter wille
van haar gekomen was en thans haar spoor
volgde in het sooeven opgeharkt® zand.
Na enkele oogeblikken stond hjj voor haar
in het kleine geheel met korven nvuMe
huisje. Met sjjo lichaam volde bjj den ge-
heelen ingang. Hjj groette baar vriendeljjk
en gemeenzaam, terwjjl sjj hem
angstig en afwerend aanstaarde.
(Wordt t