!t Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER NIEUWEDIEP EN TEXEL "ïïlTr
Ho. 2203.
Woensdag 28 Staart 1894.
22ste Jaargang.
Bureau: Zuidatraat.
Telefoonn0. 42.
Abonnement
p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., met Zondagsbl. 80 Ct.
id. franco per post 75 idem fl.12'
id. voor het Buitenland f 1.25, idem f 2.00
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BEBKHOUT Sc Co., te Helder.
Buruux SPOORSTRAAT n ZUIOSTRAAT.
Advertentien
ran 1 tot 5 regels25 Cent,
Elke regel meer5
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
Aan onze abonné's buiten de
gemeente wordt beleefd ver
zocht 't verschuldigde abonne
mentsgeld Vliegend Rlnudjc en Zondags
blad, le kwartaal 1894, te willen over
maken per Postwissel of in postzegels
vóór I April, zullende anders daar
over met 5 cents verhooging per post
worden beschikt.
Postwissels voor dat doel behoeven
slechts met een zegel van 21/, Ct. beplakt
te worden.
NIEUWSTIJDINGEN.
HELDER, 27 Maart 1894.
Diakenen der Ned. Herv. Gem. al
hier ontvingen dezer dagen het voor hen
verblijdende bericht, dat door wijlen Mej.
T. Rujjgh, den 9en November '93 te Am
sterdam overleden, wed. van wijlen den
Heer Haaber, aan hunne Diaconie, vrij
van successierechten enz., werd gelega
teerd.
lo. Een huis aan de Koopvaardersbin
nenhaven, alhier.
2o. Een som van f 1000, bezwaard met
vruchtgebruik.
In het zoo even verschenen volks-
geschrift over >Onze Kleeding" door Dr.
B. van der Meulen, uitgave van M. E. de
Grauw, lezen wjj o. a. het volgende dat
wjj ons haasten ter kennis onzer lezers
te brengen.
Het betreft het koopen van oude en
halfsleten kleeren in verkoophuizen of uit
dragerswinkels en bet dragen daarvan.
Zooals de toestand thans is, koopt men
die kleeren zonder eenig teeken van her
komst, zonder eeaigen waarborg van be
hoorlijke reiniging of ontsmetting. De mo
gelijkheid bestaat en de waarschijnlijkheid
niet minder, dat in die halfsleten kleeren
de kiem verborgen ligt van die gevreesde
ziekte, die langzaam moordt, maar zeker.
Gjj begrgpt, welke ziekte ik hier bedoel;
het is de tering.
Waarover de geneeskundigen nog mo
gen twgfelen, zij zgn het hierover wel
allen eensdat tering zeer besmettelijk is:
dat vooral in het speeksel of in het
sljjrn, dat door de arme lijders opgegeven
wordt, het grootste gevaar schuilt voor
besmetting; en:
dat dit speeksel of sljjm, wanneer het
op de kleeren komt, de smetstof daarin
achterlaat als stofjes, die straks onzicht
baar voor ons oog, hnn aanval zullen wa
gen op ieder, die zich daaraan roekeloos
prijs geeft.
Dat alles staat vast en gjj kont ervan
verzekerd zgn, dat men zich aan dat ge
vaar van heimelijke besmetting het eerst
en het meest bloot geeft door het dragen
van halfsleten kleeren uit die welbekende
verkoop- of uitdragerswinkels. Niet
enkel nog waar het die wreedaardige
tering betreft, maar ook waar het geldt
die hoogst besmettelijke huidziekten als:
mazelen, roodvonk en pokken,
die door de kleeren het meest verbreid en
overgeplant worden vnn den eenen op den
anderen raensch. En omdat dit alles
vaststaat op gronden van de ervaring en
der wetenschap, daarom schijnt het rag
vreemd en i'b het te betreuren, dat nog
zoo weinig, ja dat niets gedaan is om
dien verkoop van onde en gedragen klee
ren aan toezicht te onderwerpen.
Waarin dat toezicht moest bestaan?
M. i. hierin, dat geen stuk gedragen klee
ren of gebruikt beddegoed te koop mocht
worden aangeboden, zonder van een loodje
voorzien te zgn met liet merk ontsmet"
naar de voorschriften van de wet. Naar
deze wet zou ieder oude-kleerenkooper
verplicht moeten worden, alle opgekochte
kleeren op te zenden naar een ontsmet
tingsoven, die daartoe van regeeringswege
kon worden aangewezen.
Waar een keur is ingesteld op goud
en zilverwerken, op voorwerpen van weel
de dus, en een merk gestempeld wordt
op maten en gewichten, alles met de goede
bedoeling om ons van het juiste gehalte
van goud en zilver te verzekeren, of van
het juiste gewicht der waren, die wij koo
pen, daar is het zeker de moeite waard,
een keur in te stellen ook op den verkoop
vun oude kleeren en bovendien van bed
den, dekens en kussens, van oud beddegoed
in het algemeen. 't Is meer dan wen-
scheljjk, dat aan den roekeloozen handel
in deze artikelen, zooals deze thaDS ge
dreven wordt, een einde komt. Ja, zelfs
noem ik dit punt voor onze volksgezond
heid Tan zoo overwegend belang, dat ik
daarvan bescheiden, een voorstel maak
bg onze regeering.
Dij liep er leelijk ia.
Eenige dagen geleden trad een buitenman,
vergezeld van een vriend een café alhier bio-
nen. Na 'teen en ander gebruikt to hebben
en met de aanwezigen vrooljjk to hebben go-
praat, verscheen er een nieuwe bezoeker die
oogenschjjnlijk van de «Vergunning" een ta-
meljjk ruim gebruik had gemaakt. Ook hjj
mengde zich in 't gesprek, en had 'c op 't laatst
met den buitenman vrjj druk. Eensklaps be
ginnen diens guitigen oogen te fonkelen en
kwam hjj met 't voorstel voor den dag, dat ze
zouden spelen om een diner, biefstuk, aard
appelen en groenten, dat voor hnn drieën zoo
wat een rijksdaalder zou kosten. De laatst
binnengekomen wilde eerst niet toehappen,
maar ons boertje kon praten als wjjlen Brug
man en wist zgn voorstel ten slotte door to
drgvon. Er werd een greep in den pot mot
lucifers gedaan en do buitenman was 't
van zgn tegenpartij, bg telling viel dezen de
aatslo lucifer ten dccl.
Nu kwam 't op betalen aan, maar daarin
bad do verliezer geen zin en maakte ullerloi
tegonstribbeliDgen. Ons boortje was echter niet
van gisteren. Hij pakte den verliezer vast en
wist hem ten laatste zoover te brengen, dat
hg erkende de partjj verloren te hebben. Nu
was de uitvlucht, dat hg zooveel geld niet bg
zich hadmaar ook deze werd hem afgesneden,
daar de buitenman aanbood hem een rijks
daalder te leeneD. Dit werd dan, hoewel schoor
voetend aangenomen en 't diner besteld.
Eenigszins in 't bewustzgn, dat hij er in-
geloopen was, verliet de verliezer pruttelend
't café, om huiswaarts te gaan. Na zgn vertrek
begon onze buitenman op 't denkbeeld te komen,
dat 't terugbetalen van den rijksdaalder mis
schien niet zoo vlot zou gaan en dat 't spreek
woord hier woleons tepas zou kuunen komen
«Wie 't laatst lacht, lacht 't best."
Terwgl bij met zgn vriend daarover van
gedachten wisselde, viel hom een liminous
redmiddel in. De verliezer had zgn hondje
in 'tcafé achtergelaten. Fluks werd een
briefje geschreven met de bedreiging, dat
't beest zon meegenomen worden met den
spoortrein, als de rijksdaalder niet voor don
tjjd van vertrek was terugbetaald. Dat mid
del bleek probatum, want kort daarop kwamen
do baas, vergezeld van de vrouw, om hun
dierbaren lieveling in to lessen, dien ze in
hunne verbeelding reeds een slachtoffer van
't noodlot zagen worden.
Na veel praten eu weer praten werd als
losprgs voor den geliefden viervoeter eon
achterwiel betaald, en omdat de verliezer zich
daarbij eenige minder vleiende uitdrukkingen
liet ontvallen, werd hg door 't hand vaste boertje
daarbij per slot van rekening nog op krachtige
wjjze tot reden gebracht. Wat de ongelukkige
verliezer daarna nog van moeder do vronw
moest hooren over zjjne buitensporigheid
hierover zwijgt do geschiedenis.
Moraal.
Wanneer iemand in hoogst opgowekton toe
stand in een café weddenschappen of iets der
gelijks wil aangaan, moet hij zgn hondje
thuis laten.
Dat ook de lenteboden uit zee niet
fe laat komen, blijkt hieruit, dat reeds na
rog door de zeegaten van Texel naar
binnen komt zweiamen. De visschers heb
ben dan ook reeds hier en daar de netten
uitgezet.
De rog wordt nu ook weer naar België
verzondendoor sommigen werd met deze
visscherij reeds f 35 besomd.
De zooveel gerucht gemaakt hebbende
rechtszaak tegen Lampier, den verdachte
van den drievoudigen moord te Marolleput,
zal Vrjjdag 6 April voor de arrondisse-
ments-reebtbank te Middelburg behandeld
worden.
Uit Kotta-Radja wordt i. d. 24 Febr.
aan de >Deli-Ct«. geseind
Toekoe Djohan opereert nu in de 5 Moe-
kims Montassikdoor onze troepen werd
Pajaoe bezet.
Het blad teekent hierbij aan
«In Atjeh worden blijkens dit telegram
de operatiën hoe langer hoe verder uitge
strekt. Op Pajaoe zul Senelop moeten vol
gen en voor de aanwezige troepenmacht
wordt de taak zoodoende hoe langer hoe
zwaarder.
Het komt ons voor dat men op Atjeh
een gevaarlijk spel begint te spelen, door
zonder flinke vermeerdering van troepen
zoover buiten de linie te opereeren en zoo
veel posten te bezetten, daar het pas ver
overde grondgebied, blijkens een bericht in
de »Java-Bode< over het verbreken van de
gemeenschap met Atjeh, nog lang niet ge
pacificeerd is. Qui trop embrusse mal étreint
zegt het spreekwoord
Den 15den Febr. seinde men uit Kotta
Radje aan de «Sum. Cte.:
Iman Ateuh, vergezeld van zga volge
lingen is met medeneming van 100 gewe
ren en ammunitie, waaronder 30 achter
laders, naar den vijand overgeloopen, bij
welke gelegenheid twee soldaten van Tjot-
Rang werden gewond. Een kolonne bestaan
de uit twee compagniën artillerie en ambu
lance is onmiddellijk uitgerukt om den vjjand
die zich in den omtrek van Tjot-Rang ge
nesteld had, van daar te verjagen.
Een militaire patrouille werd nabij Kota-
Pasir, bg Melaboch, door een Atjehsche
bende met de klewang uit een hinderlaag
besprongen, waarbjj de luit. van der Moo-
len vijf wonden opliep (reeds vroeger ge
meld) en twee minderen meer of minder
ernstig werden gewond. De patrouille hielp
echtjr dapper stand en greep den vijand
met de bajonet aan, zoodat de Atjehers op
de vlocht sloegen, hun dooden en gewon
den meenemende, doch in de overhaast 7
dooden, 5 gewonden en vele wapens achter
latende.
De Pofferbakker van Volcntlain.
Door de nasporingen van don burgemeester
van Edam, kwam dezer dagen het volgende
feit aan het licht:
Te Volendatn binnen die gemeento
woont zekere C. K., beter bekend onder den
naam van den poffer-bakker. Gclgk meest alle
Volendammers heeft hg een bjjnaam, on daar
hg onder dien naam beter bekend is, zullen
wg maar voortgaan hem daarmede aan te duiden.
De «pofferbakker" dan zat (voor eenigen
tjjd) ia geldeljjke verlegenheid. Hoe nu aan
contanten to komen? Hg bedacht 'tvolgende:
Zjjno dochter stuurde hg naar den vracht-
echipper van Volendam op Edam, en vortolde
dezen hoogst oonvoudigon man, dat de heer
pastoor gezegd had, dat hg f 150 moest heb
ben. Kwam dat geld niet, dan zou de moeder
van don vrachlschipper sterven; zij vertelde
er zelfs ook bg, dat hg er volstrekt niet met
den beer pastoor over spreken mocht, want
zcido zjj «dan wordt jou het hoofd
afgeslagen"
Onze vrachtschipper wist in Edam geld fe
leenenhij bracht het bg don «polferbakker",
die het binricupalmde.
Een poosje later stnurt de polferbakker"
zijne dochter weder naar donzelfden vracht
schipper, met de boodschap: «dat de heer
pastoor te Volendam nu f200 moest bobben;
komt het geld niet, zoo sprak zg dan
moot mjjn broer eon visschersknccht in
zee van boord vallen on verdrinken. Maar
komen do f200 wèl, dan zal do heer pastoor
missen lezen, on behoeft Dirk niet to verdrinken".
En weder wist onze eenvoudige man f200
machtig te worden (nu van een fabrikant uit
Deventer, waar hg heen reisde), en weder borg
onze «pofferbakkerde gelden in eigen buidel.
Van een ander te Volendam wist hg later
f40 los to krggen on misschien zon er nog
meer in zgn bezit gekomon zgn, wanneer de
zaak ten laatato niet aan do politie was ter
oore gekomon.
De pofferbakker liep eindelgk in de val.
Aan zijn zwager (alias do bollenprikker) ver
telde hij, dat zijne vrouw (dio reeds lang dood
was) hem gedurig in baar doodhemd verscheen,
on dat zij niot kon «rusten" of er moest f200
worden botaald bg don hoor pastoor. De zwager
moest bg mej. do wed. W. te llpendam (in
welk dorp hg bjjna dagelgks mot visch vent)
om f200 vragen voor den pastoor van Volon-
dam. Do zwagor (even onnoozel als do Volcn-
damraer-vracbtschipper) gelooft uun de praatjes,
en komt om f200 vragen bg mej. W. Deze
heeft wel f 100 maar niet f 200; zg zendt Jaap,
den vischventer, dus naar den heer pastoor Ce
llpendam, om de andero f 100. De heer pastoor
to llpendam begreep natuorlgk, dat er bedrog
in bet spel was; vermocdelgk zal bg zjjnen
collega te Volendam wel een wenk hebben
gegeven, en allicht is dit misschien do oorzaak
geweeBt, dat er oen einde kwam aan het spel
van logen on bedrog.
De «polferbakker" zal nu andere «pofferB"
moeten gaan bakkon, want do burgemeester
van Edam (tot welke gemeente Volendam be
hoort) heeft hom gevangen genomoD, en ge
steld ter beschikking van den hoer officier van
justitie bg do arrondissementsrechtbank to
Haarlom.
Een vermakolgke geschiedenis schreven wij
aan hot hoofd van dit opstelmaar eigenelijk
is het toch diep tragisch, dat in onze dagen,
nog zóóveel grovo onwetendheid voorzit 1
De «pofferbakker" heeft daar misbruik van
gemankt, en zgn zwager de «bollenprikker"
werd onwetend zgn handlanger!
(N. Rott. Ct.)
De anarchisten,
Weder is een dynarniet-aanslag gepleegd
in een kerk, te Jallieu, in de nabijheid
van Grenoble. Tgdens de predikatie van
een pater-zendeling werd een helsche ma-
machine in het voorportaal der kerk ge
plaatst. Toen de bezoekers den rook van
de lont zagen, ontstond er een ware pa
niek, ieder zocht een goed heenkomen, en
in liet gedrang werden een twintigtal
personen niiu of meer ernstig gewond. De
bom sprong toen allen het kerkgebouw
hadden verlaten. Naar den dader van dezen
aaDslag wordt ijverig gezocht.
De Londensche politie deed dezer dagen
huiszoeking bjj" den Uollandschen anarchist
Swageman en legde beslag op exemplaren
van »De Roode Duivel" en andere anar
chistische papieren.
De ontploffing te Santander.
Voor eenige dagen werd medegedeeld,
hoe groot in Santander de vrees was voor
een nieuwe ontploffing van dynamiet, dat
in het wrak van do »Cabo Marchichaco"
was achtergebleven, en dat de regeering
in overleg met het plaatselgk bestuur
maatregelen genomen had, om een ont
ploffing te doen veroorzaken, wanneer de
stad vooraf gedeeltelijk ontruimd zou zgu.
Met de voorbereidende werkzaamheden
daartoe was reeds een begin gemaakt.
Terwgl de duikers beneden in het wrak
bezig waren, had onverhoeds de zelf-out-
ploffiug plaats, die in ons vorig no, werd
gemeld. Hoe het gekomen is zal wel nooit
opgehelderd worden, daar de duikers bg
de ramp zgn omgekomen. Het aantal dooden
is nog niet bekend, omdat verscheidene
personen vermist worden; dat der gewon
den bedraagt 27. Aan gebouwen werd geen
schade toegebracht.
In de stad hecrschte natuurlijk groote
ontsteltenis: het volk was zoo verontwaar
digd op de autoriteiten, aan wier onacht
zaamheid het deze nieuwe ramp weet, dat
de gewapende macht noodig was om de
ordo te handhaven. De gouverneur snelde
dadelijk naar de haven om de leiding van
het reddingswerk op zich te nemen; uit de
omliggende plaatsen werd de hulp van de
militairen ontboden.
Men hoopt, dat thans al de nitroglyce
rine is ontploft, zoodat verder geen gevaar
te vreezen is.
Twee Sigaren.
Toon onlangs de vlongel-adjudant Von
Moltko Bisraarck op dions landgoed Friedc-
richsruh, den vermaardon grjjzen mantel, bot
geschenk des keizors, bracht, vertelde do vroe
gere rijkskanselier, dio erg in zgn dingen was,
zgu gast een herinnering uit zijn leven, waarin
de oom van dien gast, do vermaarde maarschalk
Moltke, een rol (peelde.
Het was 3 Juli 1866 on de slag van Kü-
ninggrata woedde sedert den vroegen morgen.
Het was een er op of er onder. Werd de slag
door de Pruisen verloren, dan zou een deel
van den reuzenarbeid van Bistnarck ongedaan
zgn geweest en PruisenB's groothoid en Duitsch-
lands eenheid waren voor langen tgd vernie
tigd. De kroonprins had gezegd, dat bg zou
komen. Op zeker oogenblik zag Bismarck
dat Moltke, die geheel leidde, een eindje sigaar
wegwierp, zjjn sigarenkoker uithaalde, dien ledig
vond en de echoudors ophalende, weder in zjju
zak stuk. «Die man moet vandaag aan 't ron
ken kunnen bljjven,» dacht Bismarck, «anders
zgn wij allen verlorene.
lig ging op hem too en bood hem zjjn siga
renkoker aan, waarin zich nog twee sigaren
bevonden, een goede en een middelmatig.
Moltke koos dadelijk de beste, stak dio aan,
en rookte hooi vergenoegd verder. Op het zelfde
oogenblik dondurdo do kanonnen in de richting
ran Cblum. De kroonprins was met zgn dapper
leger aangekomen. Nog een korte en verwoede
strijd en do Pruisen luidden gczegenpraald
Later ging Bismarck er op uit om te zien
hoo hg 's nachts onder dak zou kunnen komen.
Hg had nog dio oeno middelmatige sigaar bij
zich, en verheugde zich in het vooruitzicht dio
kulm op te rooken. Eensklaps hoorde hg oon
klagend geroep. Hg stuptu van zgn paard,
stelde een onderzoek in on vond een doodelgk
gewond Pruisisch dragonder, die naar een ver
kwikking smachtte. Bismarck had zolf niet
andera dan zgno sigaar. Hg stak dio aan en
gaf haar aan den stervende in den mond. Do
man stierf dankbaar lachend, eenige minuten
later, met de sigaar tusscben do lippen.
«Weet ge welko sigaren me in mjjn leven
bet beste gesmaakt bobben?* besloot do grjjzo
Bismarck zgn verhaal. «Het waren de tweo
sigaren die ik niet heb gerooktde eeoe die
ik aaa jo beroemdun oom gaf en die andere,
wolke ik den stervenden dragonder lusscbon do
lippen stak.»
SJ)
«Hg wil geheel alleen zgn," zei Wallox
kortaf en hard, maar niet onvriendelijk. «Daar
om heb ik hem deze plaats aangewezen. Aan
kamers ontbreekt het hier overigens niet en do
eene is nog slechter dan de andere. Hier, neem
do lantaarn, ik ga niet mee naar binnen Het
is bg hem niet geheel in ordo in de boven
kamer. Roep mg, als ge bang zjjt om alleen
bg hem te big ven."
XXI.
Do •kamer" welke Else nu binnentrad,
was een huiveringwekkende kelder, die vroe
ger zeker als een gevangenis had gediend.
Zonderling, wanden en vloer waren nat, hier
en daar stonden vrjj groote plassen van do
laatste regenbuien, daar zich van boven een
gat bevond, waardoor wel twee mannen tege-
ljjk konden kruipen.
De kille nachtwind drong er door naar bin
nen, zoo heftig en onstuimig, dat het licht der
lantaarn bjjra dreigde uit to waaien. Else
hield er daarom haren mantel voor, en zocht
daarop met haar blikken, terwjjl een bit
tere droefheid haar aangreep, naar Gustanf.
Hg lag in een der verste boeken van den
kelder op een hoop slroo, slechts gebrekkig
tegen do koude beschermd door een paarde-
deken. Toen ze op hem toetrad, sprong bg
op, als duchtte bg gevaar. Zgn gelaat wus
bleek en ingevallen, do baren hingen hem wild
om het hoofd. Hg staarde Else aan als een
afgemat man, die plotseling uit deD slaap ge
wekt i». Zg bield do lantaarn omhoog en bjj
Let Hebt er van herkende bg baar.
Zfyi gebcele gelaat veranderde. »Jjj?" riep
Ijj. Wjj bad niet bier moeten komen."
Dio woorden troffen baar als zoovele dolk-
Steken. Zjj had ten atdere begroeting ver
wacht.
«Je moet spoedig van hier, Gustaaf," zei
zo op droevigon toon, maar vast en kalm. »Go
zjjt hier uw leven niet meer zeker. Vlucht en
red je 1"
«Waartoe
«De soldaten vervolgen je misschien zjjn
ze reeds op weg naar hier."
Hg maakte een minachtend gebaar.
«Je zult niet gestraft wordeD, omdat je ge
deserteerd bent; indien ze je vangen, dan zul
cr meer aan het licht komen, daarom, red je,
Gustaaf, red je 1"
Hg zag haar aan, als zouden hem de oogen
uit het hoofd springen. Wat zal er aan het
licht komen stamelde hij, over het gansche
lichaam bevend,
«Dat weet jo zoo goed, als ik. O, Gustaaf,
tracht toch niets voor mg to verbergen, ik
weet alles I Ik beklaag on beween je, en ik
bezweer je, bg alles wat je heilig is, ont
vlucht het vaderlandnog is er gelegenheid
voor."
Hg zweeg, maar hg scheen zgn blikken
niet van haar af te kunnen wenden. Daarna
herhaalde hg langzaam haar woorden als in
een droom.
•Zg weet alleszeide hg zacht.
«Ja, Gustaaf en daarom ben ik hier, om u
te smeeken u van den dood en eenwige
schande to redden, ter wille van uwe moeder
en allen, die je vroeger genegen wareD."
Als ontwaakte hg uit een droom, streek hg
zich over het gezicht cn mompelde toon:
«Kan ik mjjn geweten ontloopen
Neen, maar go kunt het noodlot ontwjj-
keD, dat u zeker treft, als men je hier ge
vangen neemt."
Hjj deed eenige passen in do richting van
de' deur, zwaaide echter als een beschonkcne
en was genoodzaakt met den rog tegen den
munr to lenceD.
«Het is te vergeefs," kreunde hjj. «Tever
geefs. Ik kan niet vluchten."
Elee legde hem do hand op den schouder
cn keek hem met betraande oogen aan.
Houdt moed, Gustaaf 1 «of beproef betten
minste. Nog i3 't tjjd 1"
Met zjjn bollo oogen keek bjj baar aan.
«Ge verafschuwt mg dus niet, hoewel gij
weef, wat ik ben?"
«Hoe zou ik jo kunnen verachten Voor mg
zijt ge dezelfde, boe groot uw schuld ook moge
zjjn. Ik ben overtuigd, dat gij het niet met
voorbedachten rade deedt en ik weef, dat je
geweten je zwaarder straft, dan de wet bet
ooit zon kunnen doen."
«O, zwjjg toch, Else," riep hjj, zjjn gelaat
in de handen verbergend. «Gjj laat mo zien,
boe zwart mgn ziel is, ik verdien het ergste,
wart ik heb jou gesmaad en beschuldigd 1"
rMjj?;*
Ja, jon. Do boozo geest, dien ik in den
lautsten tijd ia den boezem ronddraag, heeft
mjj je doen verwonscbeD, jou on den dag,
waarop ik je vóór de eerste maal zag
Dat verdien ik niet, Gustaaf," zei zo zuch
tend en ter sluiks do oogen afdroogond.
«Neen, Else, neen, ik weet bet en jnist
daarom bon ik nog zooveel to slechter omdat
ik een deel van de misdaad aan jou wilde
'jjten, welke ik geheel alleen in mjjn laagheid
beging. En toch was 't oen misdaad
Heb ik werkcljjk dat inwendigo vnnr, dat mij
verteert, dit hol, waarin jo rajj hier ziet, die
jjzingwekkende droomen, die mjj den slaap
als do grootste marteling doen vreezen heb
ik dit alles verdiend? Hjj kwam mjj in
den weg ik zocht hem nietHjj greep mij
en hield mjj vast zjjn aanraking deod mjj
het bloed naar het hoofd sljjgon. Wjj waren
op de brng ondor ons het water ik
gaf hem een stoot dat was alles. Zoo waar
er een God is, dat was alles I «Het was een
kort, kort oogenblik eon eeuwigheid van
vertwijfeling is er uit geboren.
Tranen van dank vlceiden uit Else'a oogor..
«Ik ben bljj, dat alles uit jo eigen mond
gehoiTd te bobben," zeide zjj, zjjn hand grjj-
pe Ld en liefdevol streelend. «Al houdt de
heelo wereld jo voor schuldig, in mjjn oogen
zal je vlekkeloos zjjn. Nu vraag ik je ook niet
meer, te vluchten. Lever tl over aan de rëch-
tors en vertel hen, wat go mjj hebt medoge-
doeld."
Gustaaf stiet een wilden lach uit. «Meen je
dan, dat anderen mij geloovcn zullen, terwjjl
mjjn eigen moeder mjj vervloekt? Ik heb geen
bewijzen, geen getuigen, alles wjjst er op, dat
ik Zaruba met opzet uit den weg geruimd
heb. Neen, voor mg is er geen hoop meer."
Else zag in, dat bjj gcljjk had. «Welnu,
vlucht danriep ze angstig en dringend.
Dan was het ook een krankzinnige daad bier
lorng to komen 1 Waarom heb je niot getracht
over zee te ontkomen T'
«Daartoe ontbraken me allo middelen. Maar
dat niet alleen. Een onweerstaanbare macht
trok mo terug naar de plaats, waar Zaruba
moest liggen. Ik wilde zgn ljjk zooken, bet op
een verborgen plaats begraven of me er naast
doodea, om aldus do misdaad met mgn lovon
to booten. Daartoe kon ik echter niet be
sluiten, ik heb rondgedwaald als een vlieg
om 't licht, en nu zal mjj do wrekende
gerechtigheid achterhalen."
Die zal jo niet achtcrhulen, indien jc da
delijk opstaat en vlucht!" riep Else ongeduldig.
«Denk toch aan je moeder 1 Denk toch om
mjj 1"
Hjj stond op, alsof hjj droomde. ,Je hebt
gelijk," zeide hjj dof. «Vaarwel, Else."
Zjj greep zjjn hand. «Ik zal jo een eind
weegs vorgezellcD. Het is me niet mogoljjk
naar huis te gaan, voor ik weet, dat ge u in
veiligheid bevindt."
«Ik moet nog even mot Wallux spreken,
hij moot me een mantel geven, die de uniform
verbergen kan."
«Goed, kom dan."
Zjj gingen den kelder uit en de gang in.
Plotseling boorden zjj een luid geroep. Ilot
scheen uit het vertrek to komen waar do
smokkelaars aan den arbeid waren.
Gustaaf sprong vooruit, om de corzaak van
dat geraas te vernemen. Het duurde niet lang
of aan den ingang der verlichto ruimte kwam
Doodshoofd bom to gemoet.
Duizend bommen en granaten 1" riop do
oude soldaat.
«Nog hier?" Hg kon niot verder spreken,
daar hem een hoestbui overviel on hem het
zweet van zjjn gezicht droop, 't Is to laat man,
nou ben je overgolevcrd en kan je niet meer
ontsnappen."
«Komen de soldaten
«Zeker, ze kunnen elk oogenblik hier zjjn.
«Ik heb beproefd, zo op oen dwaalspoor to
brengen, doch toon wjj hierheen kwamen, zjjn
wjj gezien door een cllendigcn kerel, die do
«landrotten" rcrteldo, hoe za door mjj op den
verkeerden weg werden geleid. Toen ze dit
bemerkten, werden ze woedend en weinig had
hot gescheeld, of ze haddon mjj aan hun ba
jonet geregen."
«En waar zgn zo nu
»Zo volgen mjj op den eersten voet on kun
nen elk oogenblik hier zjjn. Zo worden boven-
dion geleid door twee grensbeambten, dioden
omtrek van don toren reeds sedert weken
bespied hebben. Hot zaldos een mooie geschie
denis worden!"
Godurendo deze korte samenspraak hadden
de smokkelaars hot brandewijntoestel onder
een hoop balken verborgen, die men daartoe
alijjd gebruikte. Daarna goten zc eenige em
mers water op het vuur, dat sissend cn dam
pend uitgiDg.
Else wa» Gustaaf, toon deze naar voren
snelde, op den voet gevolgd en bad de mcclo-
dcelingon van Doodshoofd ook gehoord. Zjj
deed baar mantel af ou wierp dien Gustaaf
over do schouders.
«Dat verbergt do uniform," zeide zo snol.
«En nu, vooruit Gustaaf, misschien kan jo
nog ontkomonl"
En jjj? Wat zal or van jou worden t"
vroeg hij, den mauU-l omslaande.
«Ik plaats mo onder de hoede van Wallux.
Voort, voort 1"
«Vooruit dan tochl riop Doodshoofd.
Hjj greep de band van den deserteur en
trok hem naar den uitgang.
Hjj zocht en tastte daar echter tevergeefs