!t Vliegend Blaadje. KLEINE COURANT VOOR HELDER NIEUWEDIEP EN TEXEL "ïïlTr Ho. 2203. Woensdag 28 Staart 1894. 22ste Jaargang. Bureau: Zuidatraat. Telefoonn0. 42. Abonnement p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., met Zondagsbl. 80 Ct. id. franco per post 75 idem fl.12' id. voor het Buitenland f 1.25, idem f 2.00 VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG. Uitgevers: BEBKHOUT Sc Co., te Helder. Buruux SPOORSTRAAT n ZUIOSTRAAT. Advertentien ran 1 tot 5 regels25 Cent, Elke regel meer5 Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn. Aan onze abonné's buiten de gemeente wordt beleefd ver zocht 't verschuldigde abonne mentsgeld Vliegend Rlnudjc en Zondags blad, le kwartaal 1894, te willen over maken per Postwissel of in postzegels vóór I April, zullende anders daar over met 5 cents verhooging per post worden beschikt. Postwissels voor dat doel behoeven slechts met een zegel van 21/, Ct. beplakt te worden. NIEUWSTIJDINGEN. HELDER, 27 Maart 1894. Diakenen der Ned. Herv. Gem. al hier ontvingen dezer dagen het voor hen verblijdende bericht, dat door wijlen Mej. T. Rujjgh, den 9en November '93 te Am sterdam overleden, wed. van wijlen den Heer Haaber, aan hunne Diaconie, vrij van successierechten enz., werd gelega teerd. lo. Een huis aan de Koopvaardersbin nenhaven, alhier. 2o. Een som van f 1000, bezwaard met vruchtgebruik. In het zoo even verschenen volks- geschrift over >Onze Kleeding" door Dr. B. van der Meulen, uitgave van M. E. de Grauw, lezen wjj o. a. het volgende dat wjj ons haasten ter kennis onzer lezers te brengen. Het betreft het koopen van oude en halfsleten kleeren in verkoophuizen of uit dragerswinkels en bet dragen daarvan. Zooals de toestand thans is, koopt men die kleeren zonder eenig teeken van her komst, zonder eeaigen waarborg van be hoorlijke reiniging of ontsmetting. De mo gelijkheid bestaat en de waarschijnlijkheid niet minder, dat in die halfsleten kleeren de kiem verborgen ligt van die gevreesde ziekte, die langzaam moordt, maar zeker. Gjj begrgpt, welke ziekte ik hier bedoel; het is de tering. Waarover de geneeskundigen nog mo gen twgfelen, zij zgn het hierover wel allen eensdat tering zeer besmettelijk is: dat vooral in het speeksel of in het sljjrn, dat door de arme lijders opgegeven wordt, het grootste gevaar schuilt voor besmetting; en: dat dit speeksel of sljjm, wanneer het op de kleeren komt, de smetstof daarin achterlaat als stofjes, die straks onzicht baar voor ons oog, hnn aanval zullen wa gen op ieder, die zich daaraan roekeloos prijs geeft. Dat alles staat vast en gjj kont ervan verzekerd zgn, dat men zich aan dat ge vaar van heimelijke besmetting het eerst en het meest bloot geeft door het dragen van halfsleten kleeren uit die welbekende verkoop- of uitdragerswinkels. Niet enkel nog waar het die wreedaardige tering betreft, maar ook waar het geldt die hoogst besmettelijke huidziekten als: mazelen, roodvonk en pokken, die door de kleeren het meest verbreid en overgeplant worden vnn den eenen op den anderen raensch. En omdat dit alles vaststaat op gronden van de ervaring en der wetenschap, daarom schijnt het rag vreemd en i'b het te betreuren, dat nog zoo weinig, ja dat niets gedaan is om dien verkoop van onde en gedragen klee ren aan toezicht te onderwerpen. Waarin dat toezicht moest bestaan? M. i. hierin, dat geen stuk gedragen klee ren of gebruikt beddegoed te koop mocht worden aangeboden, zonder van een loodje voorzien te zgn met liet merk ontsmet" naar de voorschriften van de wet. Naar deze wet zou ieder oude-kleerenkooper verplicht moeten worden, alle opgekochte kleeren op te zenden naar een ontsmet tingsoven, die daartoe van regeeringswege kon worden aangewezen. Waar een keur is ingesteld op goud en zilverwerken, op voorwerpen van weel de dus, en een merk gestempeld wordt op maten en gewichten, alles met de goede bedoeling om ons van het juiste gehalte van goud en zilver te verzekeren, of van het juiste gewicht der waren, die wij koo pen, daar is het zeker de moeite waard, een keur in te stellen ook op den verkoop vun oude kleeren en bovendien van bed den, dekens en kussens, van oud beddegoed in het algemeen. 't Is meer dan wen- scheljjk, dat aan den roekeloozen handel in deze artikelen, zooals deze thaDS ge dreven wordt, een einde komt. Ja, zelfs noem ik dit punt voor onze volksgezond heid Tan zoo overwegend belang, dat ik daarvan bescheiden, een voorstel maak bg onze regeering. Dij liep er leelijk ia. Eenige dagen geleden trad een buitenman, vergezeld van een vriend een café alhier bio- nen. Na 'teen en ander gebruikt to hebben en met de aanwezigen vrooljjk to hebben go- praat, verscheen er een nieuwe bezoeker die oogenschjjnlijk van de «Vergunning" een ta- meljjk ruim gebruik had gemaakt. Ook hjj mengde zich in 't gesprek, en had 'c op 't laatst met den buitenman vrjj druk. Eensklaps be ginnen diens guitigen oogen te fonkelen en kwam hjj met 't voorstel voor den dag, dat ze zouden spelen om een diner, biefstuk, aard appelen en groenten, dat voor hnn drieën zoo wat een rijksdaalder zou kosten. De laatst binnengekomen wilde eerst niet toehappen, maar ons boertje kon praten als wjjlen Brug man en wist zgn voorstel ten slotte door to drgvon. Er werd een greep in den pot mot lucifers gedaan en do buitenman was 't van zgn tegenpartij, bg telling viel dezen de aatslo lucifer ten dccl. Nu kwam 't op betalen aan, maar daarin bad do verliezer geen zin en maakte ullerloi tegonstribbeliDgen. Ons boortje was echter niet van gisteren. Hij pakte den verliezer vast en wist hem ten laatste zoover te brengen, dat hg erkende de partjj verloren te hebben. Nu was de uitvlucht, dat hg zooveel geld niet bg zich hadmaar ook deze werd hem afgesneden, daar de buitenman aanbood hem een rijks daalder te leeneD. Dit werd dan, hoewel schoor voetend aangenomen en 't diner besteld. Eenigszins in 't bewustzgn, dat hij er in- geloopen was, verliet de verliezer pruttelend 't café, om huiswaarts te gaan. Na zgn vertrek begon onze buitenman op 't denkbeeld te komen, dat 't terugbetalen van den rijksdaalder mis schien niet zoo vlot zou gaan en dat 't spreek woord hier woleons tepas zou kuunen komen «Wie 't laatst lacht, lacht 't best." Terwgl bij met zgn vriend daarover van gedachten wisselde, viel hom een liminous redmiddel in. De verliezer had zgn hondje in 'tcafé achtergelaten. Fluks werd een briefje geschreven met de bedreiging, dat 't beest zon meegenomen worden met den spoortrein, als de rijksdaalder niet voor don tjjd van vertrek was terugbetaald. Dat mid del bleek probatum, want kort daarop kwamen do baas, vergezeld van de vrouw, om hun dierbaren lieveling in to lessen, dien ze in hunne verbeelding reeds een slachtoffer van 't noodlot zagen worden. Na veel praten eu weer praten werd als losprgs voor den geliefden viervoeter eon achterwiel betaald, en omdat de verliezer zich daarbij eenige minder vleiende uitdrukkingen liet ontvallen, werd hg door 't hand vaste boertje daarbij per slot van rekening nog op krachtige wjjze tot reden gebracht. Wat de ongelukkige verliezer daarna nog van moeder do vronw moest hooren over zjjne buitensporigheid hierover zwijgt do geschiedenis. Moraal. Wanneer iemand in hoogst opgowekton toe stand in een café weddenschappen of iets der gelijks wil aangaan, moet hij zgn hondje thuis laten. Dat ook de lenteboden uit zee niet fe laat komen, blijkt hieruit, dat reeds na rog door de zeegaten van Texel naar binnen komt zweiamen. De visschers heb ben dan ook reeds hier en daar de netten uitgezet. De rog wordt nu ook weer naar België verzondendoor sommigen werd met deze visscherij reeds f 35 besomd. De zooveel gerucht gemaakt hebbende rechtszaak tegen Lampier, den verdachte van den drievoudigen moord te Marolleput, zal Vrjjdag 6 April voor de arrondisse- ments-reebtbank te Middelburg behandeld worden. Uit Kotta-Radja wordt i. d. 24 Febr. aan de >Deli-Ct«. geseind Toekoe Djohan opereert nu in de 5 Moe- kims Montassikdoor onze troepen werd Pajaoe bezet. Het blad teekent hierbij aan «In Atjeh worden blijkens dit telegram de operatiën hoe langer hoe verder uitge strekt. Op Pajaoe zul Senelop moeten vol gen en voor de aanwezige troepenmacht wordt de taak zoodoende hoe langer hoe zwaarder. Het komt ons voor dat men op Atjeh een gevaarlijk spel begint te spelen, door zonder flinke vermeerdering van troepen zoover buiten de linie te opereeren en zoo veel posten te bezetten, daar het pas ver overde grondgebied, blijkens een bericht in de »Java-Bode< over het verbreken van de gemeenschap met Atjeh, nog lang niet ge pacificeerd is. Qui trop embrusse mal étreint zegt het spreekwoord Den 15den Febr. seinde men uit Kotta Radje aan de «Sum. Cte.: Iman Ateuh, vergezeld van zga volge lingen is met medeneming van 100 gewe ren en ammunitie, waaronder 30 achter laders, naar den vijand overgeloopen, bij welke gelegenheid twee soldaten van Tjot- Rang werden gewond. Een kolonne bestaan de uit twee compagniën artillerie en ambu lance is onmiddellijk uitgerukt om den vjjand die zich in den omtrek van Tjot-Rang ge nesteld had, van daar te verjagen. Een militaire patrouille werd nabij Kota- Pasir, bg Melaboch, door een Atjehsche bende met de klewang uit een hinderlaag besprongen, waarbjj de luit. van der Moo- len vijf wonden opliep (reeds vroeger ge meld) en twee minderen meer of minder ernstig werden gewond. De patrouille hielp echtjr dapper stand en greep den vijand met de bajonet aan, zoodat de Atjehers op de vlocht sloegen, hun dooden en gewon den meenemende, doch in de overhaast 7 dooden, 5 gewonden en vele wapens achter latende. De Pofferbakker van Volcntlain. Door de nasporingen van don burgemeester van Edam, kwam dezer dagen het volgende feit aan het licht: Te Volendatn binnen die gemeento woont zekere C. K., beter bekend onder den naam van den poffer-bakker. Gclgk meest alle Volendammers heeft hg een bjjnaam, on daar hg onder dien naam beter bekend is, zullen wg maar voortgaan hem daarmede aan te duiden. De «pofferbakker" dan zat (voor eenigen tjjd) ia geldeljjke verlegenheid. Hoe nu aan contanten to komen? Hg bedacht 'tvolgende: Zjjno dochter stuurde hg naar den vracht- echipper van Volendam op Edam, en vortolde dezen hoogst oonvoudigon man, dat de heer pastoor gezegd had, dat hg f 150 moest heb ben. Kwam dat geld niet, dan zou de moeder van don vrachlschipper sterven; zij vertelde er zelfs ook bg, dat hg er volstrekt niet met den beer pastoor over spreken mocht, want zcido zjj «dan wordt jou het hoofd afgeslagen" Onze vrachtschipper wist in Edam geld fe leenenhij bracht het bg don «polferbakker", die het binricupalmde. Een poosje later stnurt de polferbakker" zijne dochter weder naar donzelfden vracht schipper, met de boodschap: «dat de heer pastoor te Volendam nu f200 moest bobben; komt het geld niet, zoo sprak zg dan moot mjjn broer eon visschersknccht in zee van boord vallen on verdrinken. Maar komen do f200 wèl, dan zal do heer pastoor missen lezen, on behoeft Dirk niet to verdrinken". En weder wist onze eenvoudige man f200 machtig te worden (nu van een fabrikant uit Deventer, waar hg heen reisde), en weder borg onze «pofferbakkerde gelden in eigen buidel. Van een ander te Volendam wist hg later f40 los to krggen on misschien zon er nog meer in zgn bezit gekomon zgn, wanneer de zaak ten laatato niet aan do politie was ter oore gekomon. De pofferbakker liep eindelgk in de val. Aan zijn zwager (alias do bollenprikker) ver telde hij, dat zijne vrouw (dio reeds lang dood was) hem gedurig in baar doodhemd verscheen, on dat zij niot kon «rusten" of er moest f200 worden botaald bg don hoor pastoor. De zwager moest bg mej. do wed. W. te llpendam (in welk dorp hg bjjna dagelgks mot visch vent) om f200 vragen voor den pastoor van Volon- dam. Do zwagor (even onnoozel als do Volcn- damraer-vracbtschipper) gelooft uun de praatjes, en komt om f200 vragen bg mej. W. Deze heeft wel f 100 maar niet f 200; zg zendt Jaap, den vischventer, dus naar den heer pastoor Ce llpendam, om de andero f 100. De heer pastoor to llpendam begreep natuorlgk, dat er bedrog in bet spel was; vermocdelgk zal bg zjjnen collega te Volendam wel een wenk hebben gegeven, en allicht is dit misschien do oorzaak geweeBt, dat er oen einde kwam aan het spel van logen on bedrog. De «polferbakker" zal nu andere «pofferB" moeten gaan bakkon, want do burgemeester van Edam (tot welke gemeente Volendam be hoort) heeft hom gevangen genomoD, en ge steld ter beschikking van den hoer officier van justitie bg do arrondissementsrechtbank to Haarlom. Een vermakolgke geschiedenis schreven wij aan hot hoofd van dit opstelmaar eigenelijk is het toch diep tragisch, dat in onze dagen, nog zóóveel grovo onwetendheid voorzit 1 De «pofferbakker" heeft daar misbruik van gemankt, en zgn zwager de «bollenprikker" werd onwetend zgn handlanger! (N. Rott. Ct.) De anarchisten, Weder is een dynarniet-aanslag gepleegd in een kerk, te Jallieu, in de nabijheid van Grenoble. Tgdens de predikatie van een pater-zendeling werd een helsche ma- machine in het voorportaal der kerk ge plaatst. Toen de bezoekers den rook van de lont zagen, ontstond er een ware pa niek, ieder zocht een goed heenkomen, en in liet gedrang werden een twintigtal personen niiu of meer ernstig gewond. De bom sprong toen allen het kerkgebouw hadden verlaten. Naar den dader van dezen aaDslag wordt ijverig gezocht. De Londensche politie deed dezer dagen huiszoeking bjj" den Uollandschen anarchist Swageman en legde beslag op exemplaren van »De Roode Duivel" en andere anar chistische papieren. De ontploffing te Santander. Voor eenige dagen werd medegedeeld, hoe groot in Santander de vrees was voor een nieuwe ontploffing van dynamiet, dat in het wrak van do »Cabo Marchichaco" was achtergebleven, en dat de regeering in overleg met het plaatselgk bestuur maatregelen genomen had, om een ont ploffing te doen veroorzaken, wanneer de stad vooraf gedeeltelijk ontruimd zou zgu. Met de voorbereidende werkzaamheden daartoe was reeds een begin gemaakt. Terwgl de duikers beneden in het wrak bezig waren, had onverhoeds de zelf-out- ploffiug plaats, die in ons vorig no, werd gemeld. Hoe het gekomen is zal wel nooit opgehelderd worden, daar de duikers bg de ramp zgn omgekomen. Het aantal dooden is nog niet bekend, omdat verscheidene personen vermist worden; dat der gewon den bedraagt 27. Aan gebouwen werd geen schade toegebracht. In de stad hecrschte natuurlijk groote ontsteltenis: het volk was zoo verontwaar digd op de autoriteiten, aan wier onacht zaamheid het deze nieuwe ramp weet, dat de gewapende macht noodig was om de ordo te handhaven. De gouverneur snelde dadelijk naar de haven om de leiding van het reddingswerk op zich te nemen; uit de omliggende plaatsen werd de hulp van de militairen ontboden. Men hoopt, dat thans al de nitroglyce rine is ontploft, zoodat verder geen gevaar te vreezen is. Twee Sigaren. Toon onlangs de vlongel-adjudant Von Moltko Bisraarck op dions landgoed Friedc- richsruh, den vermaardon grjjzen mantel, bot geschenk des keizors, bracht, vertelde do vroe gere rijkskanselier, dio erg in zgn dingen was, zgu gast een herinnering uit zijn leven, waarin de oom van dien gast, do vermaarde maarschalk Moltke, een rol (peelde. Het was 3 Juli 1866 on de slag van Kü- ninggrata woedde sedert den vroegen morgen. Het was een er op of er onder. Werd de slag door de Pruisen verloren, dan zou een deel van den reuzenarbeid van Bistnarck ongedaan zgn geweest en PruisenB's groothoid en Duitsch- lands eenheid waren voor langen tgd vernie tigd. De kroonprins had gezegd, dat bg zou komen. Op zeker oogenblik zag Bismarck dat Moltke, die geheel leidde, een eindje sigaar wegwierp, zjjn sigarenkoker uithaalde, dien ledig vond en de echoudors ophalende, weder in zjju zak stuk. «Die man moet vandaag aan 't ron ken kunnen bljjven,» dacht Bismarck, «anders zgn wij allen verlorene. lig ging op hem too en bood hem zjjn siga renkoker aan, waarin zich nog twee sigaren bevonden, een goede en een middelmatig. Moltke koos dadelijk de beste, stak dio aan, en rookte hooi vergenoegd verder. Op het zelfde oogenblik dondurdo do kanonnen in de richting ran Cblum. De kroonprins was met zgn dapper leger aangekomen. Nog een korte en verwoede strijd en do Pruisen luidden gczegenpraald Later ging Bismarck er op uit om te zien hoo hg 's nachts onder dak zou kunnen komen. Hg had nog dio oeno middelmatige sigaar bij zich, en verheugde zich in het vooruitzicht dio kulm op te rooken. Eensklaps hoorde hg oon klagend geroep. Hg stuptu van zgn paard, stelde een onderzoek in on vond een doodelgk gewond Pruisisch dragonder, die naar een ver kwikking smachtte. Bismarck had zolf niet andera dan zgno sigaar. Hg stak dio aan en gaf haar aan den stervende in den mond. Do man stierf dankbaar lachend, eenige minuten later, met de sigaar tusscben do lippen. «Weet ge welko sigaren me in mjjn leven bet beste gesmaakt bobben?* besloot do grjjzo Bismarck zgn verhaal. «Het waren de tweo sigaren die ik niet heb gerooktde eeoe die ik aaa jo beroemdun oom gaf en die andere, wolke ik den stervenden dragonder lusscbon do lippen stak.» SJ) «Hg wil geheel alleen zgn," zei Wallox kortaf en hard, maar niet onvriendelijk. «Daar om heb ik hem deze plaats aangewezen. Aan kamers ontbreekt het hier overigens niet en do eene is nog slechter dan de andere. Hier, neem do lantaarn, ik ga niet mee naar binnen Het is bg hem niet geheel in ordo in de boven kamer. Roep mg, als ge bang zjjt om alleen bg hem te big ven." XXI. Do •kamer" welke Else nu binnentrad, was een huiveringwekkende kelder, die vroe ger zeker als een gevangenis had gediend. Zonderling, wanden en vloer waren nat, hier en daar stonden vrjj groote plassen van do laatste regenbuien, daar zich van boven een gat bevond, waardoor wel twee mannen tege- ljjk konden kruipen. De kille nachtwind drong er door naar bin nen, zoo heftig en onstuimig, dat het licht der lantaarn bjjra dreigde uit to waaien. Else hield er daarom haren mantel voor, en zocht daarop met haar blikken, terwjjl een bit tere droefheid haar aangreep, naar Gustanf. Hg lag in een der verste boeken van den kelder op een hoop slroo, slechts gebrekkig tegen do koude beschermd door een paarde- deken. Toen ze op hem toetrad, sprong bg op, als duchtte bg gevaar. Zgn gelaat wus bleek en ingevallen, do baren hingen hem wild om het hoofd. Hg staarde Else aan als een afgemat man, die plotseling uit deD slaap ge wekt i». Zg bield do lantaarn omhoog en bjj Let Hebt er van herkende bg baar. Zfyi gebcele gelaat veranderde. »Jjj?" riep Ijj. Wjj bad niet bier moeten komen." Dio woorden troffen baar als zoovele dolk- Steken. Zjj had ten atdere begroeting ver wacht. «Je moet spoedig van hier, Gustaaf," zei zo op droevigon toon, maar vast en kalm. »Go zjjt hier uw leven niet meer zeker. Vlucht en red je 1" «Waartoe «De soldaten vervolgen je misschien zjjn ze reeds op weg naar hier." Hg maakte een minachtend gebaar. «Je zult niet gestraft wordeD, omdat je ge deserteerd bent; indien ze je vangen, dan zul cr meer aan het licht komen, daarom, red je, Gustaaf, red je 1" Hg zag haar aan, als zouden hem de oogen uit het hoofd springen. Wat zal er aan het licht komen stamelde hij, over het gansche lichaam bevend, «Dat weet jo zoo goed, als ik. O, Gustaaf, tracht toch niets voor mg to verbergen, ik weet alles I Ik beklaag on beween je, en ik bezweer je, bg alles wat je heilig is, ont vlucht het vaderlandnog is er gelegenheid voor." Hg zweeg, maar hg scheen zgn blikken niet van haar af te kunnen wenden. Daarna herhaalde hg langzaam haar woorden als in een droom. •Zg weet alleszeide hg zacht. «Ja, Gustaaf en daarom ben ik hier, om u te smeeken u van den dood en eenwige schande to redden, ter wille van uwe moeder en allen, die je vroeger genegen wareD." Als ontwaakte hg uit een droom, streek hg zich over het gezicht cn mompelde toon: «Kan ik mjjn geweten ontloopen Neen, maar go kunt het noodlot ontwjj- keD, dat u zeker treft, als men je hier ge vangen neemt." Hjj deed eenige passen in do richting van de' deur, zwaaide echter als een beschonkcne en was genoodzaakt met den rog tegen den munr to lenceD. «Het is te vergeefs," kreunde hjj. «Tever geefs. Ik kan niet vluchten." Elee legde hem do hand op den schouder cn keek hem met betraande oogen aan. Houdt moed, Gustaaf 1 «of beproef betten minste. Nog i3 't tjjd 1" Met zjjn bollo oogen keek bjj baar aan. «Ge verafschuwt mg dus niet, hoewel gij weef, wat ik ben?" «Hoe zou ik jo kunnen verachten Voor mg zijt ge dezelfde, boe groot uw schuld ook moge zjjn. Ik ben overtuigd, dat gij het niet met voorbedachten rade deedt en ik weef, dat je geweten je zwaarder straft, dan de wet bet ooit zon kunnen doen." «O, zwjjg toch, Else," riep hjj, zjjn gelaat in de handen verbergend. «Gjj laat mo zien, boe zwart mgn ziel is, ik verdien het ergste, wart ik heb jou gesmaad en beschuldigd 1" rMjj?;* Ja, jon. Do boozo geest, dien ik in den lautsten tijd ia den boezem ronddraag, heeft mjj je doen verwonscbeD, jou on den dag, waarop ik je vóór de eerste maal zag Dat verdien ik niet, Gustaaf," zei zo zuch tend en ter sluiks do oogen afdroogond. «Neen, Else, neen, ik weet bet en jnist daarom bon ik nog zooveel to slechter omdat ik een deel van de misdaad aan jou wilde 'jjten, welke ik geheel alleen in mjjn laagheid beging. En toch was 't oen misdaad Heb ik werkcljjk dat inwendigo vnnr, dat mij verteert, dit hol, waarin jo rajj hier ziet, die jjzingwekkende droomen, die mjj den slaap als do grootste marteling doen vreezen heb ik dit alles verdiend? Hjj kwam mjj in den weg ik zocht hem nietHjj greep mij en hield mjj vast zjjn aanraking deod mjj het bloed naar het hoofd sljjgon. Wjj waren op de brng ondor ons het water ik gaf hem een stoot dat was alles. Zoo waar er een God is, dat was alles I «Het was een kort, kort oogenblik eon eeuwigheid van vertwijfeling is er uit geboren. Tranen van dank vlceiden uit Else'a oogor.. «Ik ben bljj, dat alles uit jo eigen mond gehoiTd te bobben," zeide zjj, zjjn hand grjj- pe Ld en liefdevol streelend. «Al houdt de heelo wereld jo voor schuldig, in mjjn oogen zal je vlekkeloos zjjn. Nu vraag ik je ook niet meer, te vluchten. Lever tl over aan de rëch- tors en vertel hen, wat go mjj hebt medoge- doeld." Gustaaf stiet een wilden lach uit. «Meen je dan, dat anderen mij geloovcn zullen, terwjjl mjjn eigen moeder mjj vervloekt? Ik heb geen bewijzen, geen getuigen, alles wjjst er op, dat ik Zaruba met opzet uit den weg geruimd heb. Neen, voor mg is er geen hoop meer." Else zag in, dat bjj gcljjk had. «Welnu, vlucht danriep ze angstig en dringend. Dan was het ook een krankzinnige daad bier lorng to komen 1 Waarom heb je niot getracht over zee te ontkomen T' «Daartoe ontbraken me allo middelen. Maar dat niet alleen. Een onweerstaanbare macht trok mo terug naar de plaats, waar Zaruba moest liggen. Ik wilde zgn ljjk zooken, bet op een verborgen plaats begraven of me er naast doodea, om aldus do misdaad met mgn lovon to booten. Daartoe kon ik echter niet be sluiten, ik heb rondgedwaald als een vlieg om 't licht, en nu zal mjj do wrekende gerechtigheid achterhalen." Die zal jo niet achtcrhulen, indien jc da delijk opstaat en vlucht!" riep Else ongeduldig. «Denk toch aan je moeder 1 Denk toch om mjj 1" Hjj stond op, alsof hjj droomde. ,Je hebt gelijk," zeide hjj dof. «Vaarwel, Else." Zjj greep zjjn hand. «Ik zal jo een eind weegs vorgezellcD. Het is me niet mogoljjk naar huis te gaan, voor ik weet, dat ge u in veiligheid bevindt." «Ik moet nog even mot Wallux spreken, hij moot me een mantel geven, die de uniform verbergen kan." «Goed, kom dan." Zjj gingen den kelder uit en de gang in. Plotseling boorden zjj een luid geroep. Ilot scheen uit het vertrek to komen waar do smokkelaars aan den arbeid waren. Gustaaf sprong vooruit, om de corzaak van dat geraas te vernemen. Het duurde niet lang of aan den ingang der verlichto ruimte kwam Doodshoofd bom to gemoet. Duizend bommen en granaten 1" riop do oude soldaat. «Nog hier?" Hg kon niot verder spreken, daar hem een hoestbui overviel on hem het zweet van zjjn gezicht droop, 't Is to laat man, nou ben je overgolevcrd en kan je niet meer ontsnappen." «Komen de soldaten «Zeker, ze kunnen elk oogenblik hier zjjn. «Ik heb beproefd, zo op oen dwaalspoor to brengen, doch toon wjj hierheen kwamen, zjjn wjj gezien door een cllendigcn kerel, die do «landrotten" rcrteldo, hoe za door mjj op den verkeerden weg werden geleid. Toen ze dit bemerkten, werden ze woedend en weinig had hot gescheeld, of ze haddon mjj aan hun ba jonet geregen." «En waar zgn zo nu »Zo volgen mjj op den eersten voet on kun nen elk oogenblik hier zjjn. Zo worden boven- dion geleid door twee grensbeambten, dioden omtrek van don toren reeds sedert weken bespied hebben. Hot zaldos een mooie geschie denis worden!" Godurendo deze korte samenspraak hadden de smokkelaars hot brandewijntoestel onder een hoop balken verborgen, die men daartoe alijjd gebruikte. Daarna goten zc eenige em mers water op het vuur, dat sissend cn dam pend uitgiDg. Else wa» Gustaaf, toon deze naar voren snelde, op den voet gevolgd en bad de mcclo- dcelingon van Doodshoofd ook gehoord. Zjj deed baar mantel af ou wierp dien Gustaaf over do schouders. «Dat verbergt do uniform," zeide zo snol. «En nu, vooruit Gustaaf, misschien kan jo nog ontkomonl" En jjj? Wat zal or van jou worden t" vroeg hij, den mauU-l omslaande. «Ik plaats mo onder de hoede van Wallux. Voort, voort 1" «Vooruit dan tochl riop Doodshoofd. Hjj greep de band van den deserteur en trok hem naar den uitgang. Hjj zocht en tastte daar echter tevergeefs

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1894 | | pagina 1