't Vliegend Blaadje KLEINE COURANT VOOR HELDER. NIEUWEDIEP EN TEXEL. gen\. No 2315. Woensdag 24 April 1895. 28«te Jaargang. Bureau: Zuidstraat. Telefoonn0. 63 Bureau: Spoorstraat. Telefoonn. 51. Atsomxemerit p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., met Zondagabl. 80 Ct, id. franco per poet 75 idem fl.12 id. Toor het Buitenland f 1.25,idem f 2.00. VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG. UitgeversBERKHOUT 4 Co., te'Helder. Buratux SPOORSTRAAT Mi ZUIDSTRAAT, Advortontlèii van 1 tot 5 regels25 Cent* Elke regel meer5 Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn. NIEUWSTIJDINGEN. HELDER, 23 April 1895. De bekende advocaat Mr. P. J. Troel- ■tra, zal morgen in het Casino optreden met het onderwerp .,De pensioenverzeke- ring van arbeiders in de Tweede Kamer." Het actuëele van deze gewichtige aan gelegenheid maakt een bespreking van meer dan een zjjde weoscheljjkhierdoor zal h«t mogelijk worden dat men het doel meer nabij komt en dat een oplossing van dit vraagstuk weldra kan worden tegemoet gezien. Ook te Terschelling en Vlieland heeft men den heer C. D. Zur Miiblen candidaat gesteld voor de Prov. Staten in het hoofdkiesdistrict Helder. Door het prov. bestuur td Haarlem werd Dinsdag aanbesteed a- Het maken van een remstoel boneden de kleine schutslnis in het buitenkanaal te LJmuiden, raming f 3650. Ingekomen 7 biljet ten. Minste inschrijver was de heer H. J. Meekers, Amsterdam, f 3100. b. het voorzien der boorden van hel lüTmrd- zeekanaal in 4 perc. Raming resp. f 4000, f 10,000, f 12,000 en f 6000. Minste inschrij vers de heeren J. Oldenbnrg, te Bergen, perc. 1 f 8867, perc. 2 L. G. Bekker, te Lent, f 8690; perc. 3 J. Oldenburg, te Bergen, f 11,168; perc. 4 B. Boon, alhier, f 5375. o het voorzien der zeeweringen langs het nonrdorstrand op het eiland Vlieland, raming f 29,000. Ingekomen 6 biljetten. Minste inr schrijver was de heer T. VolkerTz. te Sliedrecht, voor 27.600 d. het bouwen van een tolhuis te Schager- vlotbrng, gemeente Zjjpe, ram. f. 4500. Ioge- komen 8 biljetten. Minste ioschrjjver was de heer C. N. Vlaming te Schagen voor f 4277. e. het aanbrengen van een verdediging van den voet der steenglooiing langs de haven van Vlieland. Raming f 4500. Minste insohrjjver was de heer G. D. van Doorn te Amsterdam voor f 4400. f. het leveren van steen en brik en het bestorten der Heldersche zeewering in 2 perc. Raming reep. f 3300 en f 14.700. Ingekomen 7 biljetten. Minste inschrijvers waren de beeren W. de Jong, alhier, perc. 1. f 8120. Basalt* Maatsch. Rotterdam f 13.745, g. het verbeteren van rijkszeewerken op het eiland WieriDgen. Iliming f 10,000. In gekomen 5 biljetten. Minste inschrijver was de heer J. Hermans, Wieringen. f 9850. Omtrent de reis van Hr. Ms. fregat »Van 8peyk„' 21 Maart te Batavia aan gekomen, meldt de Java-Bode" bet vol gende »Het schip, dat 1 Januari jl. van Bahia in Brazilië is vertrokken en de zuidelyke roate heeft gevolgd, heeft met zeer zwaar weêr te kampen gehad, waardoor een deel der verschansing is weggeslagen en de brug uit haar verband is geruktvier keer moest de »Van Spejjk" bijleggen en de mist was eenmaal zoo dik, dat men eerst na het optrekken daarvan de groote ijs bergen ontdekte, die aan beide kanten op rezen. Het schip zal geruiinen tjjd moeten timmeren, hetgeen waarschjjnljjk te Tand jong Pirok zal gebeuren. Van de »Johan Willem Friso," die op 1 Januari van Bahia vertrok, doch met een tusschenruimte van vier uur, heeft de »Van Speijk" sedert niets meer bespeurddat schip, onder bevel van den kapitein-ter-zee Lucardie, zou wat noordelijker weg nemen, waardoor het den stroom niet meê zon hebben, {naar minder gevaar voor ijsbergen. Van een aandoen yan de Kaap de Goede Hoop js op een reis als deze jn het geheel geen sprake, zoo Noordeljjk varende ?ou men tegenstroom hebben. Een aanzienlijke gift. Zooals men weet, verkeerde het kerkge bouw der Ned. Herv. gemeente te Hy- politushoef op het eiland Wieringen, sedert ang iu zeer bouwvalligen toestand, zoo zelfs, dat eens een gedeelte ervan instortte. Een en ander leidde er toe, dat het ge meentebestuur zich genoodzaakt zag te ver bieden, dat in het gebouw langer godsdienst oefeningen werden gehouden. Door middel van een verloting trachtte en daarop gelden bjjeen te brengen, (pL m. f 20.000) die tot de algeheele restau ratie van het kerkgebouw benoodigd zouden zjjn. Doch, door welke oorzaak ook, de zaak Dam niet op en men zag naar andere middelen uit. Uit goede bron verneemt het »N. H. Volksblad" thans, dat, ingevolge de tus- schenkomst van den burgemeester op Wier in- gen, door den heer Jansen te Amsterdam (een der directeuren der Deli-Maatschappij) eene som van f12 000 als cadeau is toege zegd, echter onder deze voorwaarde, dat het nieuwe kerkgebouw in den oorspron- keljjken stjjl worde opgetrokken. Het aanbod van den heer Jansen is door het betrokken kerkbestuur dankbaar aau- vaard, zoodot de aanbesteding van het werk spoedig kan worden verwacht. Een ongeluk. Zondagmorgen had op de Gooische stoomtram een droevig ongeluk plaats- De postbode Hoogenbirb, van Hilversum op Huizen, stond op de tram en zag op de hoogte van het Paviljoen Blaricum een s in een greppel liggen. Hij wilde van de tram springen, doch had het ongeluk er onder te raken, met het gevolg dat hg op de plaats dood bleef. De moord te Doetichem. De zaak tegen Jaantje Reints, vronw van J. Heemeger, te Oudedgk (gemeente FinBterwold) beschuldigd van valaehheid in geschrifte het schj-gven en onderteeke- nen van een brief na den moord, gepleegd op den heer Brouwer te Doetichem, en waarin deze hare familie een bepaalde som vermaakte en een oude schuld kwgt- schold schijnt thans toch voortgang te zullen hebben. Beklaagde is n.1. gedagvaard, om op 26 April a.s. voor de Arondisse- mentsrechtbank te Winsshoten terecht te staan. Niet minder dan vijf deskundigen zullen gehoord worden. Wat deze zaak bjjzonder moeielgk moet maken is dit, dat de heer Brouwer eeu zeer onvaste hand schreef en zjjn sbrift meer aan een vrouwen- dan aan een mannenhand deed denken. Het stoffelijk overschot van den gep. vice-admiraal Jhr. F. de Casembroot, is Vrjjdag in allen eenvoud te's-Gravenhag« ter aarde besteld. Groot was evenwel de belangstelling van militaire en civiele autoriteiten. Z. M. de keizer van Duitsoh- land had zich doen vertegenwoordigen door den kapt. ter zee graaf Von Uzedom, en een prachtigen krans doen leggen op de ljjkbaar. Onder de talrjjke officieren werden opgemerkt de nog in leven zgnde officieren, die op de Medusa" hebben gediend, onder bevel van de Casembroot, nl.de officier van adm. Waldeck, de voormalige adelborsten Hoos en de Jong, benevens de oud-mach. Philipse. De kapitein ter zee barop van Hoogen- dorp was namens H. M. de Koningin- Regentes afgevaardigd. Alleen Ds. Bourlier sprak een kort woord aan de geopende groeve, daar de overledene den wensch ge uit had geen redevoeringen aau 'tgraf te hpudep. De Militaire Willemsorde. Dezer dagen deelden wjj mede, dat het den 30n dezer 80 jaar zal geleden zyu, dat Z. M. Koning Willem I te Brussel het besluit teekeDde, waarbjj de Militaire Wil lemsorde werd ingesteld. In verband hiermede verdient het ver melding, dat het den 23n dezer maand 25 jaar zal geleden zgn, dat de Militaire Wil lemsorde werd toegekend aan eenige mannen die op ondubbelzinnige wijze hebben bljjk gegeven van hun »moed, beleid en trouw." Het waren helden, die het laatste wapen feit der Nederlanders op de kust van Guinea hebben volbracht en daar den ondenroem van De Rugter hebben gehandhaafd. In het bijzonder mag de herinnering worden ver levendigd aan de gevangenschap van den luitenant ter zee F. Zegers Veeckens en de matrozen K. P. C. De Bazel, De Vries en Zurburg, die gedurende eeu maand ge vangen zgu gehouden door de negers van Afrika's Westkust- Zg waren met anderen in eeu boot van de >Amatei," die op dereede van Curamen- dah was geankerd, op verkenning uitgegaan, en, nadat de boot in de branding was om geslagen en zij het strand haddeu bereikt, door de negers gevangen genomen. Na vele kwellingen te hebben doorstaan, is het vooral aan het beleid van den toen- maligen luitenant t. z. Zegers Veeckens te danken geweest, dat de gevangenen niet zgn vermoord. Behalve het eereteeken voor belangrgke krijgsverrichtingen met gesp Guinea 1869/70 dat aan alle deelnemers van de expeditie werd geschonken, en enkele eervolle ver meldingen, werden de volgende onderschei dingen toegekend j De toenmalige luitenant t. z. Ie kl. P. ten Bosch, die bjj vorige gelegenheden reed? de Militaire Willemsorde verwierf, werd van de 4e tot de 3e kl. bevorderd. Tot ridder der Militaire Willemsorde 4e kl. werden benoemd de toenmalige kapt.- luit. t. a. B- D. van Troyen, de toenmalige le*luit. der mariniers F. A. Van Braam Houckgeest, de toenmalige luits. t. z. 2e kl. H. Quispel, F. Zegers Veeckens en F. W. Hudig, de toenmalige adelborst le kl. L. A. H. Lanjie, de officier v. gez. D. Matak Fontein, de machinist S. L. Vermeer, de konstabel-majoor C. A. H. Verblauw, de bootsman, B, van Leeuwen, de schiemans maat J. de Groot, de matrozen le kL J. G. A, van Deinum, W. J. Ten Hoorn, C. Becker, E. Dubbeld, J. Petter en K. P. C. de Bazel, de matrozen 2e kl, E. W. de Bruyn en C. C. van Egmond, de matrozen 3e kl. H. Heemink en P. L. Bishoff, de vuarstoker 2e kl. C. de Raaf, de sergeant de mariniers C. P. van Beveren en de mariniers 3e kl. C. Brandenburg en J. van Dyk, bovendien nog de 2e luit. bij de troepen in Guinea J. M. C. B. Joost, ter wijl de ridderorde van den Nederlandschen Leeuw werd toegekend aan den lnit. t. z. le kl. K. C. Bunnik en den officier van gez. C. J. van Stockum. De naar aanleiding van den brand te Dwingeloo als verdacht van brandstich ting ter beschikking van den officier van justitie te Assen gestelde winkelier A. B. is op last van dien officier op vrjje voetep gesteld. Vrgdagochtend heeft te Zandpoort een treurig opgeval plaats gehad. ^Vf-ee knapen, Antoon Smit, 10 jaar oud, en Jan Dingerdis, 7 jaar oud, waren in het bosch van mevrouw Crommelin ge gaan om bladeren op te ruimen. Tegen een uur ot elf kwam de zeven jarige jongen bjj Smits moeder zeggen dat deae zoo vreemd deed en in het bosch lag. De vrouw ging mede en vond haar zoon op den grond, ze beurde hem op, hij deed nog eenige passen en bleef toen de armen zijner moeder dood. Het bleek dat hg een steek had beko men met een mestvork in den rechter slaap. Volgens Dingerdis was Smit naar zjjn zeggen moede geworden en was gaan lig- Hij zelf was bljjven doorwerken met de mestvork en moet daarbij Smit hebben ge troffen. De vader van den doode was juist een overledene vriend gaan begraven en vond, tehuis komende, zgu zoon niet meer. Door den burgemeester is proces-ver- baal opgemaakt en de justitie te Haar lem is van het gebuurde kennis gegeven. Een onderzoek naar den diefstal van militaire equiperaentstukken van de rast- kamer in de Oranjekazerne, te 's-Graveu- hage, heeft nog een andere zaak aan het licht gebracht. Iu verband met dit onder zoek werd door de politie gehoord eene dienstbode, die verkeering had met een der verdachte militairen- Dit dienstmeisje werd in het bezit gevonden van nog al veel geld. Naar de herkomst daarvan onder vraagd, moet zg beweerd hebben, dat dit geld afkomstig is van eene dame, die on langs is overleden in het Diaconessenge- aticht aan de Laan van Meerdervoort, al daar, en die bjj hare mevrouw als pensi- ounaire inwoonde. Zg had het in den vorm van Java-bankbiljetten gevonden in een pakje waschgoed van de overledene en beweerd het gevondene te hebben ge deeld met hare meesteres, die voor de inwisseling zorgde. Naar deze bankbiljetten zgnde 2 van f25, 4 van f 50 en 3 van f 100 wordt door den commissaris van politie der cen trale afdeeling, te 's-Gïavenhage, onder zoek gedaan. Berooving. Voor de rechtbank te Amsterdam had zich te verantwoorden zekere Elisabeth Christina Wucherpfenning, ter zake dat zg in den nacht van 21 op 22 Maart jl. le Amsterdam in vereeniging met Theodorus Barendse in het perceel Heintje Hoeksteeg no. 9 aan Godfried R. een aan dezen toe- behoorend biljet van 1000 M. (f600) heeft ontnomen subsidiair wordt haar ten laste gelegd, dat zg in voormelden nacht opzetteljjk van genoemden Barendse f290 aangenomen en uit winstbejag verborgen heeft, zijnde de helft van bovengenoemde 1000 Mark, althans de opbrengst van het door genoemden Barendse door diefstal verkregen biljet van 1000 Mark. Aan Barendse wordt nog afzonderlijk heling ten laste gelegd. Uit het getuigenverhoor blgkt, dat de heer R. zich door de eerste bekl. had laten meetroonen. Een der getuigende zoogenaamde echt- genoote van beklaagde Barendse, in wier bierhuis de diefstal is gepleegd, doch die beweert van het geval niets anders te weten, dan dat zg eenige verversching boven had gebracht, werd door den president op het ongeloofwaardige van hare verklaring op merkzaam gemaakt. Getuige Toebbesing, bakker op den hoek van de Vischpoort en de Nes, bjj wien het biljet van 1000 Mark in den vroegen mor gen van 22 Maart is gewisseld, verklaart eerst geen argwaan te hebben opgevat eerst later kwam hij op de gedachte, dat het biljet wel valsch kon zgn. Het O. M. valt dezen getuige in de rede om hem opmerkzaam te maken, dat hg een zeer gevaarlgk werk doet met ten behoeve van menschen als bekl., van wie hg kan begrgpen, dat zg niet op eerlgke wjjze aan een biljet van 100Q Mark kunnen zgn gekomen, papiergeld te wisselen. Getuige houdt echter vol te goeder trouw te hebben gehandeld. Eerst had hg f580 qaa Nederlandsch bankpapier gegeven, later aan de politie nog f 12,50. Hg had zich nl. eerst bjj eeD bank willen vergewissen, hoeveel het biljet waard was. De beid. ontkennen het hun ten laste De eerste bekl. werpt de schuld op haren mede bekl., wien zg bad medegedeeld, dat zjj bij „toeval" had bemerkt, dat de heer R., papiergeld in zgn kleeren genaaid bg zich droeg. Barendse had het toen met een schaar losgeknipt Met het gewisselde geld was zg daarop aan den zwier gegaan. ,,'t Was of ik krankzinnig was door dat geld," zegt zg. Bekl. Barendse spreekt de lezing van de eerste bekl. tegen hg zou haar 's morgens vroeg zgn tegengekomen en niet hebben geweten, dat zg geld bg zich had, vóórdat zjj het bg den bakker wisselde. Toen hg haar had gevraagd, hoe zg aan dat geld kwam, zou zg hebben geantwoord>Ik heb niet gestolen." Het O. M. acht wettig en overtuigend bewezen, dat zoowel de tweede als de eerste bekl. zich aan diefstal heeft schuldig ge maakt, en dat Barendse zich dus niet slechts aan heling heeft schuldig gemaakt. Maar ook al mocht de rechtbank anders oordeelen, dan nog verdient hg geen geringere straf dan zgn medebekl. Vooral met het oog op het nadeel, door den hr. R. geleden, eischte Z. E. A. voor beiden een zware straftwee jaren en zes maanden. Aanvaring van de >Amalia". .'t Handelsblad" verneemt de volgende bij zonderheden omtrent de aanvaring van het stoomschip «Prinses Amalia" Volgens rapport nit Genua d.<L 17 April van kapt. Visman, had de aanvaring op de reis van Sonthampton naar Genua plaats nabij Ouessant, op den lOan April des voormiddags te ongeveer 9 uur. Het was flauwe koelte, westelijke deining met zware mistvlagen, soms dik. Sedert 5 uur 's morgens stoomde men met verminderde vaart en liet de stoomfluit hooren. Te 8 u. 45 m. hoorde men het ge luid van een stoomfluit aan bakboordzijde. De machines werden gestopt, de fluit gaande gehouden. Daar bet andere stoomschip, op het geluid te oordeelen, bleef naderen, werd volle kracht achteruit gestoomd, zoodat de Amalia" op het oogenblik der aanvaring achteruitging. Hel andere stoomschip trof de .Amalia" aan bakboord naby den fokkema9t, terwijl het veel schade aanrichtte aan buitenromp en verschansing en oen der sloepen nagenoeg verbrijzelde. Bjj onderzoek bleek, dat de huidplaten waren ingedeukt eu gescheurd, zoodat er water naar binnen drong. De sloepen werden uitgezet, gestreken tot aan de reeling passagiers en opvarenden ontvingen order om gereed te zjjn, ieder bjj sjjn sloep, ten einde, zoo noodig hot schip te verlaten. Kapitein Visman zond een sloep naar het andere stoomschip, hetwelk bleek te zgn de «Etmina", bestemd naar Havre, welk schip in de nabijheid bleef, ten einde, zoo noodig, hulp te verleenen. Na het verwerkon van de lading bg het lek gekomen, bevond men dat wel is waar water naar binnen drong, maar dat er geen gevaar bestond, daar de stoom pomp het schip gemakkelijk lens kon honden. Het lek werd aoo goed mogelijk gestopt en na gehouden scheepsraad werd besloten ds reis te vervolgen en te Genua de schade te herstellen. Behalve de sloep, die verbrijzeld word, ging nog een andero sloep verlorendit is ver moedelijk de sloep, die door het stoomschip ■Corrientes" op zee gepasseerd is, blijkens bericht in »Do Scheepvaart" van 19 ApriL Er blgft nog voldoende slooprnimte over voor alle opvarenden op de uitreis. Bg expertage te Genua, word bepaald, dat de schade vol doende kon worden gerepareerd, na lossing van een gedeelte der lading in lichters, om het lek boven water te brengen. Het schip zal dan de lading weder innemen en de reis zou gisteren worden voortgezet. Te Koningsbergen ia een zekere Springstein in hechtenis genomen onder de verdenking zgn vrouw vergiftigd te hebben. Bjj een onderzoek, naar 's mane verleden ingesteld, is aau het licht geko- men, dat men hier hoogstwaarschgnlgk te EEN ONVERSTANDIGE BELOFTE. Dan vindt zulks daaria zijn rechtmatige oorzaak, dat barones Ida slechts dieu man bare hand wil reiken, die baar hart bezit," zoide von Bremen kalm. >Men moge na daar omtrent denken en oordeelen, hoe men wil, mgnheer de baron, het recht, dat barones SteiQpels ton dien opzichte beweert te heb ben, kan niemand haar ootzeggen." De baron dronk zgn glas leeg en streek met het servet over den zwarten knevel. «Dat zgn persoonlijke zienswijzen," ant woordde hg met gefronste wenkbrauwen. «Mun teer von §teinpels denkt er anders over. Wg willen hier niet in bijzonderheden vervallen gg staat nwen vriend ter zydeeen onpar- tgdig oordeel kan men derhalve onmogelijk van u vergen. Ik heb u dit alles ook slechts daarom gezegd, om u omtrent de verhouding opheldering te verschaffen." De tafel werd in dit oogenblik opgeheven het meerendeel der gasten stond op en stroom de weer naar buiten, om op een schaduwrijk plaatsje verkoeling te zoeken. Ook von Bremen, op wien de mededeelin- gen van den baron geen bjjzonderen indruk schenen teweeg te hebben gebracht, wilde jnist heengaan, toen de oberkellner hem met een brief in de hand naderde. Het bleek gelaat van don kellner deed ii do ziel van von Bremen een angstig voorge voel wortel schieteD. «Brengt gg mg eene Jobstijding vroeg Mi- ■Eene tjjding, die men nonder vier oogen Fwwcht mede te deelen," antwoordde do kellner met bevende stem. Von Bremen nam met eeu lichte buiging van den baron afscheid, on toon bg hem daarbij vluchtig in het gelaat keek, deinsde hg onwillekeurig terug voor den blik, die hem nit de donkere, stekende oogen trofin dien blik immers lag eene overgrooto hoeveelheid spottern(j en boosheid. Onwillekeurig kwam het vermoeden in hem op, dat de baron vao de tgding, die de oberkellner hem zooeven bracht, reeds te voren was ingelicht. Hjj dacht over dit vermoeden niet verder naeen minuut later bevond hg zich met den oberkeller alleen in diens kantoorhaastig nam hg hem den brief uit de band, die zgn adres droeg; in een oogwenk hqd hg het zegel verbroken en den brief geopond, u Dierbare Heinrich las bg. «Met deze regels zend ik q mjjq laatsten groetbrenger dezes zal u zeggen, waar en hoe ik geëindigd bon, Het ware vergeefscbe moeite, zoo gij het duistere raadsel trachtte op te lossen, voor hetwelk gij staatal het vorscheu en na sporen zal het slechts nog duisterder maken. Dringende redenon noodzaken mg, een leven vaarwel te zeggen, dat in helderen zonne glans voor mg ligt, redenen, die ik niet noe men kan en mag; die een geheim moeten blgven. Slechts dit wil ik a zoggen dat zjj op mgne eer geen blaam werpen, dat moge en moet u en allen, die mjjn trouwe vrienden zjjt geweest, voldoen. Mgn einde brengt mgn broeder Wilhelm in het bezit van het majo raat oen brief aau hem zult gij in mgn kof fer vinden, dien ik in het bótel heb achter gelaten gg vindt er voorts een verzegeld pakje, geadresseerd aan Ida von Steinpels. Ik verzoek u, haar te zeggen, dat mijne laatste gedachte alleen au haar gewjjd was. Ver volgens verzoek ik u, mg den laatsten liefde dienst te bewjjtenbet is rnjju wensch, dat mijoe aardsohe overblijfselen in den grafkel der mgner voorouders worden bijgezet, en in do archieven van ons huis moet men schrijven, dat ik mgn leven aau mgn eer heb ten offer gebracht. Vaarwel, mgn dierbare vriend, heb dank voor al de bewjjzen vu vrieudschap, die gg mg gegeven hebt, en houd mg in trouwe en liefderijke herinnering. Welk oordeel men over mgn d«ad mocht vellen, twjjfel gij er ook geen oogenblik au, dat eene zaak van eer er mg toe genoodzaakt heeft. Nogmaals vaarwel 1 Moogt gg gelukkiger worden dan uw beklagenswaardige vriend." Gustaaf von Fallersleben. Diep bewogen liet Heinrich von Bremen den brief vallenzgn stroeve blik vestigde zich vol verwachting op het bleeke gesicht vu den kellner. »Wio heeft den brief gebracht T' vroeg hg. «Een besteller van Bronnen," luidde het antwoord, .hij is buiten en wacht uwe be velen. Zooals hg zegt, heeft men dezen brief bij oen ljjk gevonden, en ik mag wel ver moeden, dat het 't lgk is van don hoer, naar wien g(j straks gevraagd hebt." »En wat verder?" vraigde von Bremen wrevelig;, daar hg in deze aumerking eene nienwsgierigheid meende te ootdekkeD, die juist in dit oogenblik hem pjjnljjk en kwet send moest zgn. «Ik wensch onder geenerlei voorwaarde, dat de taak rachtbaur gemaakt wordt," «Dat ligt ook geenszins in mgne bedoeling," viel de oberkellner met een buiging hem in de rede«hot feit zal buitendien bekend en veel besproken worden, moge het na een misdaad of een zelfmoord betreffenen daar de ooge- lukkige heer in ons botel hoeft gelogeerd, zullen wg daardoor onaangenaamheden genoeg hebben. Ik wilde n slechts daarom verzoeken het Ijjk niet naar hier te laten brengen; gjj zult begrgpen, dat de belangen van ons hnis ons verbieden het op te nomen." ■Wees daaromtrent onbezorgdik aal n niet aan deze verlegenheid hloolstellen. Wees zoo goed en roep den bode." Een oogenblik later trad een ambtenaar der politie binnen de verklaring die hg gaf was kort en weinig gerustellend. Bjj Bronnen, de Zwitschersche haven aan 't Vierwaldstüt termeer, begint de Axon-straat- weg, een wildromantische, door rotsen omringde weg, die langs het meer, en veelal zich hoog daarboven verheffende, naar Flnelen voert. Hoog boven dien straatweg verheft zich de Axenstein, een met natuurschoon ruim begif tigde rots, wier krnin door een rjjk hotel met prachtige wudeldreven en een schaduwrijk boechpark bekroond wordt. Een kellner vu het bótel had doe morgens omtrent negen nar een Bchot gehoord, dat in de nabijheid van het park gevallon was; het geluid volgend, had hg niet lang daarna het ljjk van een voornaam gekleed hoer ge vonden. Men had te Axenstein onmiddellijk do politie van Bronnen ontboden onder het geleide vu een arts haddoo zioh «enige beambten er heen begeven, en het opgemaakt proces-verbaal luidde, dat hier een zelfmoord had plaats gegrepen. Bij het doorzoeken van het ljjk vond men een aan Heinrich geadresseerden brief en eon met potlood beschreven papier, dat hel verzoek bevatte, dezen brief onverwijld uan zgn adres te bezorgen vandaar, dat de bode met de eerste boot zich naar Luoern begaf. Dat was alles, wat de beambte wist me do to deelenvan den ontvuger vu den brief verwachtte men nu in Bronnen verdere maatregelen. Mgnheer von Bremen was terstond be sloten, met do eerste boot naar Brunnen te varentot do afvaart bleef hem nog juist tgd genoeg, aan de broeder zjjns vriends, graaf Wilhelm von Fallersleben, te telegra- teeron, met het dringend verzoek onverwijld □aar Lozern te komen, daar den majoraatsheer een groote ramp getroffen had. Een reizend muziekkorps scheepte zich mede inonder de vroolgke toonen der muziek on het kleinste hoekje bezet, stiet de stadigo salon boot van den oever. In de nabgheid vu het roer had von Bre men nog een plaatsje gevonden in droomend gepeins rustte zjjn blik op het panorama in zgne omgeving, dat met elke nienwo wending vu het scbip zich steeds heerljjker en majes- tueuser vertoondemaar heden had het geene aanlokkelijkheid voor hemdo gedachten, waarmede ajjn geest zich onledig hield, ver gunden hom niet de overheerlijke schoonheid der natuur te genietdn. De kreten van bewondering en verrukking, die in zgne naaste omgeving genit werden, hoorde hg te nanwernoodhet onafgebroken gesnap van eenige met geestdrift bezielde dames, die in zgne nabgheid zaten, stoorde hem heden niet; zelfs de zonderlinge handel wijze eener Eagelacbe familie, die dicht voor hem zich had neergezet en hem elk vrjj uit zicht belemmerde, was niet bg machto hem ergernis te bereiden zjjno geheele gedachten- loop vertoefdo in het verleden, bjj den onge- lukkigen vriend, wiens onverwacht en treurig uiteinde hjj zich nog altoos niot vorklaren kon. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1895 | | pagina 1