't Vliegend Blaadje
KLEINE COURANT
VOOR HELDER. NIEUWEDIEP EN TEXEL.
gen\.
No 2315.
Woensdag 24 April 1895.
28«te Jaargang.
Bureau: Zuidstraat.
Telefoonn0. 63
Bureau: Spoorstraat.
Telefoonn. 51.
Atsomxemerit
p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., met Zondagabl. 80 Ct,
id. franco per poet 75 idem fl.12
id. Toor het Buitenland f 1.25,idem f 2.00.
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
UitgeversBERKHOUT 4 Co., te'Helder.
Buratux SPOORSTRAAT Mi ZUIDSTRAAT,
Advortontlèii
van 1 tot 5 regels25 Cent*
Elke regel meer5
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
NIEUWSTIJDINGEN.
HELDER, 23 April 1895.
De bekende advocaat Mr. P. J. Troel-
■tra, zal morgen in het Casino optreden
met het onderwerp .,De pensioenverzeke-
ring van arbeiders in de Tweede Kamer."
Het actuëele van deze gewichtige aan
gelegenheid maakt een bespreking van meer
dan een zjjde weoscheljjkhierdoor zal
h«t mogelijk worden dat men het doel
meer nabij komt en dat een oplossing van
dit vraagstuk weldra kan worden tegemoet
gezien.
Ook te Terschelling en Vlieland
heeft men den heer C. D. Zur Miiblen
candidaat gesteld voor de Prov. Staten in
het hoofdkiesdistrict Helder.
Door het prov. bestuur td Haarlem werd
Dinsdag aanbesteed
a- Het maken van een remstoel boneden
de kleine schutslnis in het buitenkanaal te
LJmuiden, raming f 3650. Ingekomen 7 biljet
ten. Minste inschrijver was de heer H. J.
Meekers, Amsterdam, f 3100.
b. het voorzien der boorden van hel lüTmrd-
zeekanaal in 4 perc. Raming resp. f 4000,
f 10,000, f 12,000 en f 6000. Minste inschrij
vers de heeren J. Oldenbnrg, te Bergen, perc.
1 f 8867, perc. 2 L. G. Bekker, te Lent, f 8690;
perc. 3 J. Oldenburg, te Bergen, f 11,168;
perc. 4 B. Boon, alhier, f 5375.
o het voorzien der zeeweringen langs het
nonrdorstrand op het eiland Vlieland, raming
f 29,000. Ingekomen 6 biljetten. Minste inr
schrijver was de heer T. VolkerTz. te Sliedrecht,
voor 27.600
d. het bouwen van een tolhuis te Schager-
vlotbrng, gemeente Zjjpe, ram. f. 4500. Ioge-
komen 8 biljetten. Minste ioschrjjver was de
heer C. N. Vlaming te Schagen voor f 4277.
e. het aanbrengen van een verdediging van
den voet der steenglooiing langs de haven van
Vlieland. Raming f 4500. Minste insohrjjver
was de heer G. D. van Doorn te Amsterdam
voor f 4400.
f. het leveren van steen en brik en het
bestorten der Heldersche zeewering in 2 perc.
Raming reep. f 3300 en f 14.700. Ingekomen
7 biljetten. Minste inschrijvers waren de beeren
W. de Jong, alhier, perc. 1. f 8120. Basalt*
Maatsch. Rotterdam f 13.745,
g. het verbeteren van rijkszeewerken op
het eiland WieriDgen. Iliming f 10,000. In
gekomen 5 biljetten. Minste inschrijver was
de heer J. Hermans, Wieringen. f 9850.
Omtrent de reis van Hr. Ms. fregat
»Van 8peyk„' 21 Maart te Batavia aan
gekomen, meldt de Java-Bode" bet vol
gende
»Het schip, dat 1 Januari jl. van Bahia
in Brazilië is vertrokken en de zuidelyke
roate heeft gevolgd, heeft met zeer zwaar
weêr te kampen gehad, waardoor een deel
der verschansing is weggeslagen en de
brug uit haar verband is geruktvier keer
moest de »Van Spejjk" bijleggen en de
mist was eenmaal zoo dik, dat men eerst
na het optrekken daarvan de groote ijs
bergen ontdekte, die aan beide kanten op
rezen. Het schip zal geruiinen tjjd moeten
timmeren, hetgeen waarschjjnljjk te Tand
jong Pirok zal gebeuren. Van de »Johan
Willem Friso," die op 1 Januari van
Bahia vertrok, doch met een tusschenruimte
van vier uur, heeft de »Van Speijk" sedert
niets meer bespeurddat schip, onder
bevel van den kapitein-ter-zee Lucardie,
zou wat noordelijker weg nemen, waardoor
het den stroom niet meê zon hebben,
{naar minder gevaar voor ijsbergen. Van
een aandoen yan de Kaap de Goede Hoop
js op een reis als deze jn het geheel geen
sprake, zoo Noordeljjk varende ?ou men
tegenstroom hebben.
Een aanzienlijke gift.
Zooals men weet, verkeerde het kerkge
bouw der Ned. Herv. gemeente te Hy-
politushoef op het eiland Wieringen, sedert
ang iu zeer bouwvalligen toestand, zoo
zelfs, dat eens een gedeelte ervan instortte.
Een en ander leidde er toe, dat het ge
meentebestuur zich genoodzaakt zag te ver
bieden, dat in het gebouw langer godsdienst
oefeningen werden gehouden.
Door middel van een verloting trachtte
en daarop gelden bjjeen te brengen, (pL
m. f 20.000) die tot de algeheele restau
ratie van het kerkgebouw benoodigd zouden
zjjn. Doch, door welke oorzaak ook, de
zaak Dam niet op en men zag naar andere
middelen uit.
Uit goede bron verneemt het »N. H.
Volksblad" thans, dat, ingevolge de tus-
schenkomst van den burgemeester op Wier in-
gen, door den heer Jansen te Amsterdam
(een der directeuren der Deli-Maatschappij)
eene som van f12 000 als cadeau is toege
zegd, echter onder deze voorwaarde, dat
het nieuwe kerkgebouw in den oorspron-
keljjken stjjl worde opgetrokken.
Het aanbod van den heer Jansen is door
het betrokken kerkbestuur dankbaar aau-
vaard, zoodot de aanbesteding van het werk
spoedig kan worden verwacht.
Een ongeluk.
Zondagmorgen had op de Gooische
stoomtram een droevig ongeluk plaats-
De postbode Hoogenbirb, van Hilversum
op Huizen, stond op de tram en zag op
de hoogte van het Paviljoen Blaricum een
s in een greppel liggen. Hij wilde van
de tram springen, doch had het ongeluk
er onder te raken, met het gevolg dat hg
op de plaats dood bleef.
De moord te Doetichem.
De zaak tegen Jaantje Reints, vronw
van J. Heemeger, te Oudedgk (gemeente
FinBterwold) beschuldigd van valaehheid in
geschrifte het schj-gven en onderteeke-
nen van een brief na den moord, gepleegd
op den heer Brouwer te Doetichem, en
waarin deze hare familie een bepaalde
som vermaakte en een oude schuld kwgt-
schold schijnt thans toch voortgang te
zullen hebben. Beklaagde is n.1. gedagvaard,
om op 26 April a.s. voor de Arondisse-
mentsrechtbank te Winsshoten terecht te
staan. Niet minder dan vijf deskundigen
zullen gehoord worden. Wat deze zaak
bjjzonder moeielgk moet maken is dit,
dat de heer Brouwer eeu zeer onvaste
hand schreef en zjjn sbrift meer aan een
vrouwen- dan aan een mannenhand deed
denken.
Het stoffelijk overschot van den gep.
vice-admiraal Jhr. F. de Casembroot, is
Vrjjdag in allen eenvoud te's-Gravenhag«
ter aarde besteld. Groot was evenwel de
belangstelling van militaire en civiele
autoriteiten. Z. M. de keizer van Duitsoh-
land had zich doen vertegenwoordigen door
den kapt. ter zee graaf Von Uzedom, en een
prachtigen krans doen leggen op de ljjkbaar.
Onder de talrjjke officieren werden opgemerkt
de nog in leven zgnde officieren, die op de
Medusa" hebben gediend, onder bevel
van de Casembroot, nl.de officier van
adm. Waldeck, de voormalige adelborsten
Hoos en de Jong, benevens de oud-mach.
Philipse.
De kapitein ter zee barop van Hoogen-
dorp was namens H. M. de Koningin-
Regentes afgevaardigd. Alleen Ds. Bourlier
sprak een kort woord aan de geopende
groeve, daar de overledene den wensch ge
uit had geen redevoeringen aau 'tgraf te
hpudep.
De Militaire Willemsorde.
Dezer dagen deelden wjj mede, dat het
den 30n dezer 80 jaar zal geleden zyu, dat
Z. M. Koning Willem I te Brussel het
besluit teekeDde, waarbjj de Militaire Wil
lemsorde werd ingesteld.
In verband hiermede verdient het ver
melding, dat het den 23n dezer maand 25
jaar zal geleden zgn, dat de Militaire Wil
lemsorde werd toegekend aan eenige mannen
die op ondubbelzinnige wijze hebben bljjk
gegeven van hun »moed, beleid en trouw."
Het waren helden, die het laatste wapen
feit der Nederlanders op de kust van Guinea
hebben volbracht en daar den ondenroem
van De Rugter hebben gehandhaafd. In het
bijzonder mag de herinnering worden ver
levendigd aan de gevangenschap van den
luitenant ter zee F. Zegers Veeckens en
de matrozen K. P. C. De Bazel, De Vries
en Zurburg, die gedurende eeu maand ge
vangen zgu gehouden door de negers van
Afrika's Westkust-
Zg waren met anderen in eeu boot van
de >Amatei," die op dereede van Curamen-
dah was geankerd, op verkenning uitgegaan,
en, nadat de boot in de branding was om
geslagen en zij het strand haddeu bereikt,
door de negers gevangen genomen. Na
vele kwellingen te hebben doorstaan, is
het vooral aan het beleid van den toen-
maligen luitenant t. z. Zegers Veeckens
te danken geweest, dat de gevangenen niet
zgn vermoord.
Behalve het eereteeken voor belangrgke
krijgsverrichtingen met gesp Guinea 1869/70
dat aan alle deelnemers van de expeditie
werd geschonken, en enkele eervolle ver
meldingen, werden de volgende onderschei
dingen toegekend j
De toenmalige luitenant t. z. Ie kl. P.
ten Bosch, die bjj vorige gelegenheden
reed? de Militaire Willemsorde verwierf,
werd van de 4e tot de 3e kl. bevorderd.
Tot ridder der Militaire Willemsorde 4e
kl. werden benoemd de toenmalige kapt.-
luit. t. a. B- D. van Troyen, de toenmalige
le*luit. der mariniers F. A. Van Braam
Houckgeest, de toenmalige luits. t. z. 2e
kl. H. Quispel, F. Zegers Veeckens en F.
W. Hudig, de toenmalige adelborst le kl.
L. A. H. Lanjie, de officier v. gez. D. Matak
Fontein, de machinist S. L. Vermeer, de
konstabel-majoor C. A. H. Verblauw, de
bootsman, B, van Leeuwen, de schiemans
maat J. de Groot, de matrozen le kL J.
G. A, van Deinum, W. J. Ten Hoorn, C.
Becker, E. Dubbeld, J. Petter en K. P. C.
de Bazel, de matrozen 2e kl, E. W. de
Bruyn en C. C. van Egmond, de matrozen
3e kl. H. Heemink en P. L. Bishoff, de
vuarstoker 2e kl. C. de Raaf, de sergeant
de mariniers C. P. van Beveren en de
mariniers 3e kl. C. Brandenburg en J.
van Dyk, bovendien nog de 2e luit. bij de
troepen in Guinea J. M. C. B. Joost, ter
wijl de ridderorde van den Nederlandschen
Leeuw werd toegekend aan den lnit. t. z.
le kl. K. C. Bunnik en den officier van
gez. C. J. van Stockum.
De naar aanleiding van den brand
te Dwingeloo als verdacht van brandstich
ting ter beschikking van den officier van
justitie te Assen gestelde winkelier A. B.
is op last van dien officier op vrjje voetep
gesteld.
Vrgdagochtend heeft te Zandpoort
een treurig opgeval plaats gehad.
^Vf-ee knapen, Antoon Smit, 10 jaar
oud, en Jan Dingerdis, 7 jaar oud, waren
in het bosch van mevrouw Crommelin ge
gaan om bladeren op te ruimen.
Tegen een uur ot elf kwam de zeven
jarige jongen bjj Smits moeder zeggen dat
deae zoo vreemd deed en in het bosch
lag.
De vrouw ging mede en vond haar zoon
op den grond, ze beurde hem op, hij
deed nog eenige passen en bleef toen
de armen zijner moeder dood.
Het bleek dat hg een steek had beko
men met een mestvork in den rechter
slaap.
Volgens Dingerdis was Smit naar zjjn
zeggen moede geworden en was gaan lig-
Hij zelf was bljjven doorwerken met de
mestvork en moet daarbij Smit hebben ge
troffen.
De vader van den doode was juist een
overledene vriend gaan begraven en vond,
tehuis komende, zgu zoon niet meer.
Door den burgemeester is proces-ver-
baal opgemaakt en de justitie te Haar
lem is van het gebuurde kennis gegeven.
Een onderzoek naar den diefstal van
militaire equiperaentstukken van de rast-
kamer in de Oranjekazerne, te 's-Graveu-
hage, heeft nog een andere zaak aan het
licht gebracht. Iu verband met dit onder
zoek werd door de politie gehoord eene
dienstbode, die verkeering had met een der
verdachte militairen- Dit dienstmeisje werd
in het bezit gevonden van nog al veel
geld. Naar de herkomst daarvan onder
vraagd, moet zg beweerd hebben, dat dit
geld afkomstig is van eene dame, die on
langs is overleden in het Diaconessenge-
aticht aan de Laan van Meerdervoort, al
daar, en die bjj hare mevrouw als pensi-
ounaire inwoonde. Zg had het in den
vorm van Java-bankbiljetten gevonden in
een pakje waschgoed van de overledene
en beweerd het gevondene te hebben ge
deeld met hare meesteres, die voor de
inwisseling zorgde.
Naar deze bankbiljetten zgnde 2 van
f25, 4 van f 50 en 3 van f 100 wordt
door den commissaris van politie der cen
trale afdeeling, te 's-Gïavenhage, onder
zoek gedaan.
Berooving.
Voor de rechtbank te Amsterdam had
zich te verantwoorden zekere Elisabeth
Christina Wucherpfenning, ter zake dat zg
in den nacht van 21 op 22 Maart jl. le
Amsterdam in vereeniging met Theodorus
Barendse in het perceel Heintje Hoeksteeg
no. 9 aan Godfried R. een aan dezen toe-
behoorend biljet van 1000 M. (f600)
heeft ontnomen subsidiair wordt haar ten
laste gelegd, dat zg in voormelden nacht
opzetteljjk van genoemden Barendse f290
aangenomen en uit winstbejag verborgen
heeft, zijnde de helft van bovengenoemde
1000 Mark, althans de opbrengst van het
door genoemden Barendse door diefstal
verkregen biljet van 1000 Mark.
Aan Barendse wordt nog afzonderlijk
heling ten laste gelegd.
Uit het getuigenverhoor blgkt, dat de
heer R. zich door de eerste bekl. had
laten meetroonen.
Een der getuigende zoogenaamde echt-
genoote van beklaagde Barendse, in wier
bierhuis de diefstal is gepleegd, doch die
beweert van het geval niets anders te weten,
dan dat zg eenige verversching boven had
gebracht, werd door den president op het
ongeloofwaardige van hare verklaring op
merkzaam gemaakt.
Getuige Toebbesing, bakker op den hoek
van de Vischpoort en de Nes, bjj wien het
biljet van 1000 Mark in den vroegen mor
gen van 22 Maart is gewisseld, verklaart
eerst geen argwaan te hebben opgevat
eerst later kwam hij op de gedachte, dat
het biljet wel valsch kon zgn.
Het O. M. valt dezen getuige in de rede
om hem opmerkzaam te maken, dat hg
een zeer gevaarlgk werk doet met ten
behoeve van menschen als bekl., van wie
hg kan begrgpen, dat zg niet op eerlgke
wjjze aan een biljet van 100Q Mark kunnen
zgn gekomen, papiergeld te wisselen.
Getuige houdt echter vol te goeder trouw
te hebben gehandeld. Eerst had hg f580
qaa Nederlandsch bankpapier gegeven, later
aan de politie nog f 12,50. Hg had zich
nl. eerst bjj eeD bank willen vergewissen,
hoeveel het biljet waard was.
De beid. ontkennen het hun ten laste
De eerste bekl. werpt de schuld op haren
mede bekl., wien zg bad medegedeeld, dat
zjj bij „toeval" had bemerkt, dat de heer
R., papiergeld in zgn kleeren genaaid bg
zich droeg. Barendse had het toen met een
schaar losgeknipt Met het gewisselde geld
was zg daarop aan den zwier gegaan.
,,'t Was of ik krankzinnig was door
dat geld," zegt zg.
Bekl. Barendse spreekt de lezing van de
eerste bekl. tegen hg zou haar 's morgens
vroeg zgn tegengekomen en niet hebben
geweten, dat zg geld bg zich had, vóórdat
zjj het bg den bakker wisselde. Toen hg
haar had gevraagd, hoe zg aan dat geld
kwam, zou zg hebben geantwoord>Ik
heb niet gestolen."
Het O. M. acht wettig en overtuigend
bewezen, dat zoowel de tweede als de eerste
bekl. zich aan diefstal heeft schuldig ge
maakt, en dat Barendse zich dus niet slechts
aan heling heeft schuldig gemaakt. Maar
ook al mocht de rechtbank anders oordeelen,
dan nog verdient hg geen geringere straf
dan zgn medebekl. Vooral met het oog op
het nadeel, door den hr. R. geleden, eischte
Z. E. A. voor beiden een zware straftwee
jaren en zes maanden.
Aanvaring van de >Amalia".
.'t Handelsblad" verneemt de volgende bij
zonderheden omtrent de aanvaring van het
stoomschip «Prinses Amalia"
Volgens rapport nit Genua d.<L 17 April
van kapt. Visman, had de aanvaring op de
reis van Sonthampton naar Genua plaats nabij
Ouessant, op den lOan April des voormiddags
te ongeveer 9 uur. Het was flauwe koelte,
westelijke deining met zware mistvlagen, soms
dik. Sedert 5 uur 's morgens stoomde men
met verminderde vaart en liet de stoomfluit
hooren. Te 8 u. 45 m. hoorde men het ge
luid van een stoomfluit aan bakboordzijde.
De machines werden gestopt, de fluit gaande
gehouden. Daar bet andere stoomschip, op het
geluid te oordeelen, bleef naderen, werd volle
kracht achteruit gestoomd, zoodat de Amalia"
op het oogenblik der aanvaring achteruitging.
Hel andere stoomschip trof de .Amalia" aan
bakboord naby den fokkema9t, terwijl het
veel schade aanrichtte aan buitenromp en
verschansing en oen der sloepen nagenoeg
verbrijzelde. Bjj onderzoek bleek, dat de
huidplaten waren ingedeukt eu gescheurd,
zoodat er water naar binnen drong. De sloepen
werden uitgezet, gestreken tot aan de reeling
passagiers en opvarenden ontvingen order om
gereed te zjjn, ieder bjj sjjn sloep, ten einde,
zoo noodig hot schip te verlaten.
Kapitein Visman zond een sloep naar het
andere stoomschip, hetwelk bleek te zgn de
«Etmina", bestemd naar Havre, welk schip
in de nabijheid bleef, ten einde, zoo noodig,
hulp te verleenen. Na het verwerkon van de
lading bg het lek gekomen, bevond men dat
wel is waar water naar binnen drong, maar
dat er geen gevaar bestond, daar de stoom
pomp het schip gemakkelijk lens kon honden.
Het lek werd aoo goed mogelijk gestopt en
na gehouden scheepsraad werd besloten ds
reis te vervolgen en te Genua de schade te
herstellen.
Behalve de sloep, die verbrijzeld word, ging
nog een andero sloep verlorendit is ver
moedelijk de sloep, die door het stoomschip
■Corrientes" op zee gepasseerd is, blijkens
bericht in »Do Scheepvaart" van 19 ApriL
Er blgft nog voldoende slooprnimte over voor
alle opvarenden op de uitreis. Bg expertage
te Genua, word bepaald, dat de schade vol
doende kon worden gerepareerd, na lossing
van een gedeelte der lading in lichters, om
het lek boven water te brengen. Het schip
zal dan de lading weder innemen en de reis
zou gisteren worden voortgezet.
Te Koningsbergen ia een zekere
Springstein in hechtenis genomen onder
de verdenking zgn vrouw vergiftigd te
hebben. Bjj een onderzoek, naar 's mane
verleden ingesteld, is aau het licht geko-
men, dat men hier hoogstwaarschgnlgk te
EEN ONVERSTANDIGE
BELOFTE.
Dan vindt zulks daaria zijn rechtmatige
oorzaak, dat barones Ida slechts dieu man
bare hand wil reiken, die baar hart bezit,"
zoide von Bremen kalm. >Men moge na daar
omtrent denken en oordeelen, hoe men wil,
mgnheer de baron, het recht, dat barones
SteiQpels ton dien opzichte beweert te heb
ben, kan niemand haar ootzeggen."
De baron dronk zgn glas leeg en streek
met het servet over den zwarten knevel.
«Dat zgn persoonlijke zienswijzen," ant
woordde hg met gefronste wenkbrauwen. «Mun
teer von §teinpels denkt er anders over. Wg
willen hier niet in bijzonderheden vervallen
gg staat nwen vriend ter zydeeen onpar-
tgdig oordeel kan men derhalve onmogelijk
van u vergen. Ik heb u dit alles ook slechts
daarom gezegd, om u omtrent de verhouding
opheldering te verschaffen."
De tafel werd in dit oogenblik opgeheven
het meerendeel der gasten stond op en stroom
de weer naar buiten, om op een schaduwrijk
plaatsje verkoeling te zoeken.
Ook von Bremen, op wien de mededeelin-
gen van den baron geen bjjzonderen indruk
schenen teweeg te hebben gebracht, wilde
jnist heengaan, toen de oberkellner hem met
een brief in de hand naderde.
Het bleek gelaat van don kellner deed ii
do ziel van von Bremen een angstig voorge
voel wortel schieteD.
«Brengt gg mg eene Jobstijding vroeg
Mi-
■Eene tjjding, die men nonder vier oogen
Fwwcht mede te deelen," antwoordde do kellner
met bevende stem.
Von Bremen nam met eeu lichte buiging
van den baron afscheid, on toon bg hem
daarbij vluchtig in het gelaat keek, deinsde hg
onwillekeurig terug voor den blik, die hem
nit de donkere, stekende oogen trofin dien
blik immers lag eene overgrooto hoeveelheid
spottern(j en boosheid. Onwillekeurig kwam
het vermoeden in hem op, dat de baron vao
de tgding, die de oberkellner hem zooeven
bracht, reeds te voren was ingelicht.
Hjj dacht over dit vermoeden niet verder
naeen minuut later bevond hg zich met den
oberkeller alleen in diens kantoorhaastig
nam hg hem den brief uit de band, die zgn
adres droeg; in een oogwenk hqd hg het zegel
verbroken en den brief geopond,
u Dierbare Heinrich las bg. «Met deze
regels zend ik q mjjq laatsten groetbrenger
dezes zal u zeggen, waar en hoe ik geëindigd
bon, Het ware vergeefscbe moeite, zoo gij het
duistere raadsel trachtte op te lossen, voor
hetwelk gij staatal het vorscheu en na
sporen zal het slechts nog duisterder maken.
Dringende redenon noodzaken mg, een leven
vaarwel te zeggen, dat in helderen zonne
glans voor mg ligt, redenen, die ik niet noe
men kan en mag; die een geheim moeten
blgven. Slechts dit wil ik a zoggen dat zjj
op mgne eer geen blaam werpen, dat moge
en moet u en allen, die mjjn trouwe vrienden
zjjt geweest, voldoen. Mgn einde brengt mgn
broeder Wilhelm in het bezit van het majo
raat oen brief aau hem zult gij in mgn kof
fer vinden, dien ik in het bótel heb achter
gelaten gg vindt er voorts een verzegeld
pakje, geadresseerd aan Ida von Steinpels. Ik
verzoek u, haar te zeggen, dat mijne laatste
gedachte alleen au haar gewjjd was. Ver
volgens verzoek ik u, mg den laatsten liefde
dienst te bewjjtenbet is rnjju wensch, dat
mijoe aardsohe overblijfselen in den grafkel
der mgner voorouders worden bijgezet, en in
do archieven van ons huis moet men schrijven,
dat ik mgn leven aau mgn eer heb ten offer
gebracht. Vaarwel, mgn dierbare vriend, heb
dank voor al de bewjjzen vu vrieudschap,
die gg mg gegeven hebt, en houd mg in
trouwe en liefderijke herinnering. Welk oordeel
men over mgn d«ad mocht vellen, twjjfel gij
er ook geen oogenblik au, dat eene zaak van
eer er mg toe genoodzaakt heeft. Nogmaals
vaarwel 1 Moogt gg gelukkiger worden dan uw
beklagenswaardige vriend."
Gustaaf von Fallersleben.
Diep bewogen liet Heinrich von Bremen
den brief vallenzgn stroeve blik vestigde
zich vol verwachting op het bleeke gesicht vu
den kellner.
»Wio heeft den brief gebracht T' vroeg hg.
«Een besteller van Bronnen," luidde het
antwoord, .hij is buiten en wacht uwe be
velen. Zooals hg zegt, heeft men dezen brief
bij oen ljjk gevonden, en ik mag wel ver
moeden, dat het 't lgk is van don hoer, naar
wien g(j straks gevraagd hebt."
»En wat verder?" vraigde von Bremen
wrevelig;, daar hg in deze aumerking eene
nienwsgierigheid meende te ootdekkeD, die
juist in dit oogenblik hem pjjnljjk en kwet
send moest zgn. «Ik wensch onder geenerlei
voorwaarde, dat de taak rachtbaur gemaakt
wordt,"
«Dat ligt ook geenszins in mgne bedoeling,"
viel de oberkellner met een buiging hem in de
rede«hot feit zal buitendien bekend en veel
besproken worden, moge het na een misdaad
of een zelfmoord betreffenen daar de ooge-
lukkige heer in ons botel hoeft gelogeerd,
zullen wg daardoor onaangenaamheden genoeg
hebben. Ik wilde n slechts daarom verzoeken
het Ijjk niet naar hier te laten brengen; gjj
zult begrgpen, dat de belangen van ons hnis
ons verbieden het op te nomen."
■Wees daaromtrent onbezorgdik aal n
niet aan deze verlegenheid hloolstellen. Wees
zoo goed en roep den bode."
Een oogenblik later trad een ambtenaar der
politie binnen de verklaring die hg gaf was
kort en weinig gerustellend.
Bjj Bronnen, de Zwitschersche haven aan
't Vierwaldstüt termeer, begint de Axon-straat-
weg, een wildromantische, door rotsen omringde
weg, die langs het meer, en veelal zich hoog
daarboven verheffende, naar Flnelen voert.
Hoog boven dien straatweg verheft zich de
Axenstein, een met natuurschoon ruim begif
tigde rots, wier krnin door een rjjk hotel met
prachtige wudeldreven en een schaduwrijk
boechpark bekroond wordt.
Een kellner vu het bótel had doe morgens
omtrent negen nar een Bchot gehoord, dat in
de nabijheid van het park gevallon was; het
geluid volgend, had hg niet lang daarna het
ljjk van een voornaam gekleed hoer ge
vonden.
Men had te Axenstein onmiddellijk do politie
van Bronnen ontboden onder het geleide vu
een arts haddoo zioh «enige beambten er heen
begeven, en het opgemaakt proces-verbaal
luidde, dat hier een zelfmoord had plaats
gegrepen.
Bij het doorzoeken van het ljjk vond men
een aan Heinrich geadresseerden brief en
eon met potlood beschreven papier, dat
hel verzoek bevatte, dezen brief onverwijld
uan zgn adres te bezorgen vandaar, dat de
bode met de eerste boot zich naar Luoern
begaf. Dat was alles, wat de beambte
wist me do to deelenvan den ontvuger vu
den brief verwachtte men nu in Bronnen
verdere maatregelen.
Mgnheer von Bremen was terstond be
sloten, met do eerste boot naar Brunnen te
varentot do afvaart bleef hem nog juist
tgd genoeg, aan de broeder zjjns vriends,
graaf Wilhelm von Fallersleben, te telegra-
teeron, met het dringend verzoek onverwijld
□aar Lozern te komen, daar den majoraatsheer
een groote ramp getroffen had.
Een reizend muziekkorps scheepte zich mede
inonder de vroolgke toonen der muziek on
het kleinste hoekje bezet, stiet de stadigo salon
boot van den oever.
In de nabgheid vu het roer had von Bre
men nog een plaatsje gevonden in droomend
gepeins rustte zjjn blik op het panorama in
zgne omgeving, dat met elke nienwo wending
vu het scbip zich steeds heerljjker en majes-
tueuser vertoondemaar heden had het geene
aanlokkelijkheid voor hemdo gedachten,
waarmede ajjn geest zich onledig hield, ver
gunden hom niet de overheerlijke schoonheid
der natuur te genietdn.
De kreten van bewondering en verrukking,
die in zgne naaste omgeving genit werden,
hoorde hg te nanwernoodhet onafgebroken
gesnap van eenige met geestdrift bezielde
dames, die in zgne nabgheid zaten, stoorde
hem heden niet; zelfs de zonderlinge handel
wijze eener Eagelacbe familie, die dicht voor
hem zich had neergezet en hem elk vrjj uit
zicht belemmerde, was niet bg machto hem
ergernis te bereiden zjjno geheele gedachten-
loop vertoefdo in het verleden, bjj den onge-
lukkigen vriend, wiens onverwacht en treurig
uiteinde hjj zich nog altoos niot vorklaren
kon.
(Wordt vervolgd.)