't Vliegend Blaadje. KLEINE COURANT VOOR HELDER NIEUWEDIEP EN TEXEL Ho 2316. Zaterdag 27 April 1896 23ste Jaargang. Bureau: Zuiditraat. Telefoonn0. 63 Bureau: Spoorstraat. Telefoonn. 61. AToonnoment p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., met ZondagsbL 80 Ct, id. franco per post 75 idem f 1.12 id. Toor het Buitenland f 1.25, idem f 2.00. VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG. Uitgever»BEEKHOUT ft Co., te Helder. SPOORSTRAAT «l ZUIDSTRAAT. Advertontlên van 1 tot 5 regels25 Cents Elke regel meer5» Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn. KALENDER DER WEEK. Opkomst der Zon 4 n. 37 m. Ondorg. 7 n. 19 m. APRIL, (Grasmaand, 30 dageD.) Zondag 28 Maandag 29 Dinsdag 30 MEI, (Bloeimaand, 31 dagen.) Woensdag 1 Donderdag 2 Eerste Kwartier. Vrijdag 3 Zatordag 4 NIEUWSTIJDINGEN. HELDER, 26 April 1895. Woensdagavond trad in Casino" als spre ker op de heer Troelstra, met het onder werp: .De pensioenverzekering van arbeiders in de Tweede Kamer". Spreker begon als inleiding met 't schetsen van den maatschappelijken toestand, waarbij enkele groot-kapitalisten voortdurend rijker worden, terwy'1 de arbeiders en de kleine burgerstand meer en meer verarmen. Is de arbeider door ouderdom of door een ongelukkig toeval buiten staat langer te wer ken, dan is zijn eenige toevlucht arm- of werkhuis, waar hij als een misdadiger of een dioot wordt behandeld. Daar de toestand van ons volk op den duur onhoudbaar zal blijken, heeft men verbetering voorgesteld door het heffen van beschermende rechten, door middel van ambachtsonderwijs, verbeterde communicatiemiddelen, verbeterd onderwijs enz. maar weldra heeft men moeten inzien, dat daardoor de zaken niet noemens waard verbeteren kannen. De Tweede Kamer is niet bij machte of is ongezind om den maatschappelyken nood te lenigen. Een afdoend middel is, den arbeider hooger loon te geven en daardoor zyne koopkracht te vermeerderen. Ook behoort tot de oplos sing van de kwestie, dat de voordeelen die de machines afwerpen, niet komen ten bate van enkele personen, maar ten voordeele der geheele maatschappij. De gemeenschap behoort don grond, en de machines. Een stap in de goede richting is gedaan door den heer Gerritsen te Amsterdam, die bepalingen omtrent loon en arbeidsduur bij liet uitvoeren van gemeentewerken er heeft doorgekregen, en ook heeft aangedrongen dat die bepalingen in de bestekken voor rijks werken zouden worden opgenomen. Spreker wees er op, dut de regeering wel millioenen voor nieuwe geweren, marine- en vestingwerken over heeft, maar niets voorde arbeiders. Hoewel in de troonrede van 1891 reeds de verzekering werd gegeven, dat er voor oude werklieden zou worden gezorgd, was men nog niet verder gekomen dan het voorstel bij de regeering om een lijfrentcbank te stichten. Duitschland is ons voor, want daar be staat een verplicht pensioenfonds en een voor ziekenverpleging, voor menschen die minder dan f1200 'sjaars verdienen. Na dertig jaren heeft men aanspraak op pensioen. De helft der kosten wordt gedragen door den Staat en de andere helft door werkgevers en arbeiders te zamen. Zoo iets kon, met goeden wil, ook hier tot stand komen. Spreker noemt 't werkmans-pensioen geen aalmoes, maar een recht, daar arbeid alle kapitaal voortbrengt, en maakt een vergelij king tusschen 't pensioen van een minister en dat, waarop een werkman zou worden gesteld. De bezittende klasse zal echter niet tot pensioenverzekering van den werkman overgaan, dan daartoe gedrongen door een internationale arbeidersbeweging. Nu wees spreker op de bekende motie Heldt, tot 't vormen van een Staats-commissie, welke motie door verminking eindelijk zoo danig werd verknoeid, dat ze alle betcekenis verliest. Volgens spreker heeft de heer Heldt tegen over de arbeiders valsch spel gespeeld. Deze kwestie ligt nog te versch in 't ge heugen om daarover verder uit te weiden. Ais middel tot verbetering gaf spreker aan algemeen kiesrecht. Wanneer men dus man nen koos, die de belangen des arbeiders wilden bevorderen, zou men de overmacht in de Tweede Kamer verkrijgen en 't ministerie dwingen af te treden. Die in de regeering zitting nemen moeten er van doordrongen zijn, dat er is ontstaan een klassenstrijd, die niet door redeneering is nit te maken. Geld voor een pensioenregeling kon ge vonden worden uit verhoogd successierecht en progressieve inkomstenbelasting. Reeds is 't ontwerp voor een nieuwe kieswet ingediend. Aan de discussie namen deel de heeren C. S. de Wit, G. Bas en A. P. Staalman. De heer Troelstra eindigde met het stellen van een motie, waarbij de wenschelijkheid van algemeen kiesrecht werd uitgesproken, welke motie door velen werd aangenomen. De heer Reitsma, die de vergadering had geopend, sloot die vervolgen met een woord van dank aan spreker en toehoorders. Een adres is ter teekening gelegd bg den Boekhandelaar Spruit, in zaken het Beldersche kanaal. De dampen welke in dezen tijd er uit ontwikkelen en opstygen, tot groot nadeel van omwonendeu en hen die gedwongen worden er langs te gaan, zgn van dien aard, dat het te verwachten is, dat bedoeld adres door honderden, al is 't maar tot protest, geteekend zal worden. De hulploods G. H. Wessel alhier, is aangesteld als zeeloods. Men schryft uit Texel: Op dit eiland is het branden van Meivnren op den avond van den laatston April nog eene geliefkoosde bezigheid by de jeugd. Reeds dagen tevoren is men aan het bijeenverzamelen van licht ontvlambare zelfstandigheden, waartoe •de schoonmaak" bijzonder medewerkt. Dit wordt genoemd »3leepen voor den Meierblis", waarby het onderstaande versje op eigenaar dige wys wordt gegalmd: Hooi, hooi I Heb je gion stroo Heb je gion ouwe manden Dan zeilen we de Meierblis branden. Hekken en stekken, joten en palen, Als je niet geeft, dan zeilen we halen Boer, wil jy het laten staan? Of we zullen de boel an enden slaan. Op 30 April wordt hot bijeenverzamelde onder luid gejuich in brand gestoken en ziet mon op verschillende deelen van het eiland »de Meierblis" hoog opbranden. Jl. Zondag had te Alkmaar de ope ning plaats van de tentoonstelling der voorwerpen, vervaardigd voor den wedstrijd voor handswerklieden, uitgeschreven door het Alkmaarsche departement der Maat schappij tot bevordering van Nij verheid. Onder de bekroningen en prgzen, door de hoofdcommissie uitgereikt, komen o. a. voor Diploma en f 5 aan J. B. L. Simon, steenhouwer te Helder, voor een grafmonu ment en zilveren medaille voor een tafelblad. Bronzen medaille en f 10 aan M. Bock, koper- en blikslager te Helder, voor een ganglantaarn. Diploma aan P. Dekker, houtsnijder te Schagen, voor een kistje, enz. Bronzen medaille aan J. Bierenbroods pot, behanger aldaar, voor eene decoratie. Diploma, als bestuursprgs, aan de Schager hnisvlgtschool. Schelpen. Naar wij vernemen, heeft de minister van waterstaat een commissie benoemd om den invloed na te gaan, welken de wegne ming van schelpen op het strand en de duinen heelt. Van die commissie zgn benoemdtot voorzitter de heer G. van Diesen, oud- hoofdinspecteur van den interstaat te 's-Gravenhagetot leden de heeren dr. J. Lorié, privaat-docent in de mineralogie en geologie aan de universiteit te Utrecht, en dr. P. P. C. Hoek, wetenschappelijk adviseur in visschergzaken te Helder. Onderwijzers-tracteuienten. Het hoofdbestuur van den Bond van Ned. Onderwijzers heeft aan de candidaten, die bg de jongste examens voor de onder- wijs-akte zgn geslaagd, een schrijven ver zonden, waarin zjj worden aangespoord niet te solliciteeren naar een betrekking van f400, doch als minimum f 500 te eischen. De Stoomvaart-Maatschappij Rotter- datn&che Lloyd keert over 1894 een dividend uit van 6ys pCt. Het vrouwtje op de Bloemgracht te Amsterdam, die veroordeeld werd wegens loodvergiftiging, is daarvan vrijgesproken, maar wegens het onbevoegd uitoefenen van de geneeskunst, namelijk het verkoo- pen van zalf, veroordeeld tot f 300.boete. Men meldt uit Haarlem Naar aanleiding van eene in handen der justitie gevallen, sedert eenige weken ge voerde geheime briefwisseling, heelt de rechtbank te Haarlem, op vordering van den officier van justitie, op Zaterdag 20 April jl. ter zake van den iu den avond van 26 Februari 1893 op Agatba v. d. Wens, oud 82 jaar, wed. van Petrus Stok man, en Jacoba v. d. Wens, oud 83 jaar, wed. van Nicolaas Bekkers, gepleegden moord, gevolgd door diefstal en brand stichting, onder meer rechtsingang, met last tot gevangenneming, verleend tegen Leenhart Geel, oud 21 jaar, voermansknecht te Haarlem. Geel onderging reeds vijf vonnissen. Te 's-Gravenhage trok Maandagavond laat, na afloop van een vergadering in Walhalla" een troep socialisten naar de sigarenfabriek van den Heer Delen, op het Spui. De woning werd kalm voorbij ge trokken, zoodat aldaar geslationneerde po- lite niet behoefde op te treden. Doch toen trok de menigte naar de overzijde der gracht en wierp vandaar met steenen en flesschen naar het huis. De politie dreef toen den troep met den wapenstok uiteen. Eenige personen werden duchtig afgeran seld. Ook op het kerkplein, aan de druk kerij van Gebr. van Langenhuysen, werden ruiten ingeworpende meesterknecht van een der inrichtingen, waarop het gemunt was, werd op straat vrij ernstig mishan deld. De reis van de „Van Speyk" naar Indië. Eenigen tyd geleden gaven wy, aan de hand van een ter onzer beschikking gesteld schrijven van een officier der „Van Speyk" aan zyn familie, eenige bijzonderheden van het eerste gedeelto dor reis onzer kruisers „Van Speyk" en Fitbo" naar Iodiö. Men zal zich daaruit herinneren dat de schepen tot Bahia met hevigo stormen te kampen hebben gehad. Op 1 Januari hebben beide schepen de reis van Bshia naar Batavia voortgezet en zyn op 19 en 23 Maart aangekomen. Blykens een thans van daar ontvangen brief van dei zjlfden echryver, is ook het tweede gedeelte van den kruistocht alles be halve voorspoedig geweest. Het verblijf Bahia werd ten nutte ge maakt, om behalve kolen, nog eenige ossen, kippen on kalkoenon aan boord to nemen. Op 20 Januari bevond zich do „Van Speyk" (de Friso" had mon spoedig uit het oog ver loren) een goed eind bezuiden de Kaap, op 40° ZBr., doch om daar te komen, moest nog al eens gestoomd worden, daar de wind steeds Hauw bleef. Aan boord vermaakte men zich van tyd tot tyd met het vaDgen van haaien en albatrossen. Bezuiden do Knap werden veel ijsbergen aangetroffen. Den 9don Februari werd weder een storm uit hot Noorden beloopen, die wel zoo hevig was als icdortyd op de Gronden werd beleefd. De zoo was daarbij buitengewoon hoog. .Op een gegeven oogenblik stond de lijverschan sing, waaruit een stuk sloeg, geheel onder water, terwyl van de stoomsloep, welke op die plaats in de davits buig, niets meer te zien was. Toen hot .schip weer oprees, kwam zy echter weer uit het water te voor- 8cbjjn en was betrekkelijk weinig beschadigd. „Den 28an Februari kregen we het zwaarste weer wat wy tot nog toe gehad hebben. Het woei eon ware orkaan uit het N.W., de zee was byzonder onstuimig, doch leverde een prachtigon majestueuzen aanblik op. Iu don voormiddag kregen we een verbazende stort zee over, die opliep tot do groote ra, van achteruit tot voor de boeg. Ik stond toevallig een beetje vooruit en ik moot n zeggen, toon ik dat stukje water over me heen kreeg, dacht ik by me zelf: „Bun ik nu binnen of buiten boord?', ik zag niets moer. Alles zwom uan dek, trapjes, kieton die los sloegeu enz. Do bakboordsverschansing werd over een 15 M. geheel ingeslagen, torwyl do bakboord9-helf. van de brug ook totaal vernield word. Een der sloepen sloeg door midden en moest on middellijk gekapt worden, terwyl een andere sloep zoodanig gekraakt werd, dat er niet veel moer aan to repareeren valt. Een schit terende inspectie zullen we dus op Batavia wel niet maken en het schip zal nog wel geruimen tyd in Indiu moeten bljjven, om gerepareerd te wordon. Persoonlijke onge lukken zyn gelukkig niet voorgekomen, behalve oen borstkneuzing van een marinier. Eenige menschen werden buitenboord geslagen, maar wisten zich nog aan het een of ander vastte houden, zoodat wat dit betreft, alles goed is afgeloopen." Iets vorder heet het, na een klacht over den voorldurendon tegenwind „Wy zyn nu bijna al 120 dagen op reis van VlisBingon af, dus het geheel zal een goede 130 dagen worden, een ongehoord geval; andere reizen nagaande, doen wij er byna tweemaal zoo lang over. Het ergste is nog, dat ook hot itsn opraakt. Onze aard- appelvoorraad is roeda lang verdwenen, terwyl we nu ook geeo suiker, geen ryst en geen melk meer hebben. Pannekoeken is voor ons tegenwoordig het gerecht, met snert. Gelukkig dat er nog een paar varkens zyo, waarmede we echter ook zuinig moeten wezen. De rant soenen aan boord zyn ook al verminderd, om dat er met de victualie op 18 woken ge rekend is. Dit is natuurlyk voor de equi page het ergste, maar zij behoeft gelakkig nog geen honger te lyden, daar de rautsoenen aan boord a'tjjd zeer ruim zynlater krygen zij hun vermindering bovendien in geld uit betaald. Verbeeld u echter eens het ongunstige geval, dat al onze kolen op waren en we steeds tegenwind hadden, dan zouden we elkaar moeten oppeuzelen op het laatst, want we zyn overal even ver van bewoond land af I', Van 16 Maart wordt gescurevon „Ofschoon we in do laatste weken een Hinken wind gehad hebben, waait by toch uit den verkeer den hoek, zoodat we maar aan het stoomen zyn getrokken. We hebben nog juist genoeg kolen om onze bestemming te bereiken." 19 Maart: „Vóór de mail vertrekt, kan ik u melden, dat we van morgen te Tandjong Priok zyn aangekomen. Voorloopig kan ik u zeggen, dat myn eerste indruk van »het schoone Insulindo" bedroevend is geweest, want behalve dat we het grootste gedeelte van Straat Sjenda by nacht zyn doorgestoomd, hebben wo vanmorgen niets dan stortregens gebad met donkere Tucht. Ik moet u zeggen dat ik docht in Nieuwediep aan te komen, waar Tandjong Priok trcuweus frappant op gelijkt. Doch we hebben nog het staartje van den natten moesson, we hopen dus spoedig mooier weor te ktygon en dan zal de indruk ook wel beter zyn." Hbld." Burgerlijke Stand, gem. Heider. Van af 22 tot en met 24 April 1895. ONDERTROUWD: Geene. GETROUWD: D. E. v. Wyk en W. C. Thy'fsen. M. Hemelrijk en A. Groen. BEVALLEN: G. AdriaansoKrynen, z. G. de VriosKeizer, d. N. ZwaanKoomen, z. P. BakkerStrijder, d. J. Stroomer Schilder, d. A. Wcoborv. TeuliagoD, z. A. KloosterKocgolberg, d. M. Vogelzang Meijer, d. A. Heeromado Jong, d. OVERLEDEN C. A. Gerritsen, 7 weken. J. Heesters, 67 jaren. Burgerlijke stand, gemeente Texel. Van 17 tot 23 April 1895. GETROUWD: OVERLEDEN Gcone. ONDERTROUWD: Fredericus Josephus SimoDs on Anna Cornelia van Scbaarenburg. Luit Bakker on Cornolisje List. Marinus Adam Kolster en Maria IIcndrika Zjjm. Meindert Kwast en Martje Schagen. Teken Bakker en Jannetje Zutphen. Gorrit Borger on Antje Brana, GEBORENHendrik Cornolis, zoon van Pieter Koorn en Antje de Jager. Cornelia Catharina, dochter van Cornelia Zoetelief en Maria Anna Sophia Holeoa Vinko. Levenloos aangegeven cdn. Tijdstippen van verzending der Brievenmalen. Naar Oott-lndli: Verandingtweg. Dstumderter Tijdst.dJast port-beiorg. buLthPotÜ p. wepost ris Amsttrdam. 3 en 17 Mei. 7.15 '**t. p. zeepost vu Rotterdam 2G Apr. 7.15 'i»v. p. Hollandsere mail via Genna 30 3,'snam. p. Holl. mail vis Mmeille 7en21Mci. 3.— 'snnro, p. Pransche muil via Mnraoille 20 Apr. 7.15'tav. p. Engelscba mail ria Brindiii 3 en 17 Mei. 8.45 't mor. p. DniUche mail via Napel» 6 8.45mor. Naar Guyana (Suriname): p. zeepost via Amsterdam 1 en 22 Mei I 7.15 'tav. p. mail over Engeland Oen 20 7.15'saT. p. mail via St. Naxaire7 7.15'sav. Naar Curayao, Bonaire en Aruba: p. reepost via Amsterdam. I 1 en 22 Moi.l 7.s'av. p. mail via Sonthampton 30 Apr. 8.'snam. p. mail via Queonstown 3 Mei.| 3.—'snam. Naar St. Martin, St. Euatatiua en Saba: p. mai] over Engeland 6 en 20 Mei.| 7.15'aar. Naar Hr. Ms. „Van Speijk" en „Johan Willem Filso", te Cspe-Town (Kaapkolonie), via Southumpton26 April en 3 Mei, 3 u. 'snam. (Aankomst te Cape-Town 16 en 23 Mei). Gemeenteraad van Helder. ZITTING van Woensdag 24 April 1895. Voorzitter de heer C. A. Beukenkamp, Burge meester. Tegenwoordig zyn 17 leden; afwezig de heer Govers één vacature. Na de opening worden de aanteekoningen van het verhandelde der vorige zitting door den heer H. Uurbanna voorgelezen. Na op merkingen van de heeren Voornvcld on Fro- wein wordon ze goedgokourd. De eerste wyst op art. 14 van 't huishoudelijk reglement, waarbij voorgeschreven wordt, dat geen pro testen in de notulen mogen voorkomen, zooals deze er ééa bevat. De heer Frowein maakt de opmerking, dat de notulen Diet aangeven, welke verandoriogen in 't reglement op den vischafslag zyn voorgesteld en acht het nood zakelijk zo in de volgende op te nemen. Alsnn gaat men over tot de benoeming van onderwijzers en onderwijzeressen aan de open bare scholen. Als zoodanig worden gekozen aan school No. 3mej. M. E. van der Lee te Rochanje, on do heer J. Mandema te Wil- dervankaan school No. 5: de heer G. Borkhoff te Wijhe; aan school No. 6: de heer J. Timmer te Westerloe; on aan school No. 7bi mej. A. Wyn to Wieringerwaard. De benoemden waren allen No. 1 op de voordrach ten, behalve mej. van der Lee, die een tweede plaats was aangewezen. Zy verkregen ieder 15 stemmen, behalve do heer Mandema, die er 16 op zich vercenigdo. Do overige stem men waren blanco. Alsnu is aan de orde, hot nemen van een besluit tot vordere helling van rechten op het gebruik van openbare gronden. De Voorzitter merkt hierbjj op, dat elk jaar by de Hooge Regeering vergunning moet aangevraagd wor den om deze voordoelen to kannen genieten. Zij betreffen hoofdzakelijk het heffen van gel den voor het gebruik van de kraan aan het Molenplein, voor het liggen der schepen aan de bermen vao 't kanaal, voor het zetten van schuttingen en steigerpalen by bouwterreinen, hot in gebruik r.emon van gronden by pu blieke verkoopingen en dergelijke. Niemand verklaart zich tegen deze bepalingon, alleen de heer Frowein wccsjbt, dat dezo verorde ning na goedkeuring, gedrukt zal worden en de Teden een exemplaar ter beschikking kry gen. De Voorzitter geeft deze toezogging, waarna hot voorstel met algemeene stemmen aangenomen wordt. Het voorstel tot wijziging van de verorde ning op do heffing van schoolgeld op de Zeevaartschool, wordt eveneens met eenparige stemmen aangenomen. Do wijziging betrof een toevoeging voor zoomiliciens, dio voor hot stuurmans-examen studecren en van den avond cursus op de Zeevaartschool wenschen gebruik te maken tegen betaling van f 2.'s maands. Vervolgens komt een voorstel tot verhoo ging der jaarwedde van den marktmeester by don vischafslag ter tafel. De Voorzittor morkt op, dat diens arbeid van grooten omvang is en by nacht on dag zyn persoon in beslag neemt, waarom B. en W. voorstellen zyn sa laris met f 200 te verhoogen en ulzoo t»- bren gen van f 700 op f 90(1. Nadut de V i-- zitter nog verzekerd had, dat de ontvangsten van den afslag voordeelig voor de gomeente zyn en tegenwoordig pi. m. f 50 por week bedragen, wordt het voorstel unaniem aange nomen. Een tweode voorstel om B. en W. te machtigen f 100 toe le kennen aan den per soon, die belast is met do uitreiking der pen ningen by den vischafslag, wordt na oenige discussie en toelichting ovoneens toegestaan. Hierna zal men overgaan tot het volgende punt van behandeling n.1. tot benoeming van een tijdelijken wethouder. De Voorzitter zegt, dat door het overlyden van den heor Maal- steed een tydolyke voorziening noodzakolyk is, en hoewel de wet hot niet uitdrukkelijk verlangt, zy er toch op wyst, dat er in de vacature voorzien wordt. De heer Frowein verkrijgt daarna het woord. Namens zyne medeleden brengt hy holde aan de nagedachtenis van den hr. Maalstoed en wenscht, dat zyn opvolger in het voetspoor van den waardigen man moge voortgaan. (Hierby stonden alle leden van hunne zit plaats op.) Vervolgens bestrydt de hr. Frowein het gevoelen van den Voorzitter ten opzichte der benoeming van een tydelyken Wethouder. Hy acht volgens art. 90 zoodanige benoeming geheel onwettig. Een tydelyke Wethouder wordt alleen benoemd, wanneer een ander on gesteld, of afwezig is of oen burgemeester ver vangt. Bij eeno vacature, zooals hier, kan geen tijdelyko benoemd worden. Hy weet oene gemeente, waar zoodanig geval zich voordood en waar het raadsbesluit vernietigd werdin eene andere gemeente, Wyk by Duurstede, koos men ook na overlydon oen tydelyken Wet houder, maar in eene volgende vergadering word de benoeming weder ingetrokken. Volgens spr. meening is mon niet bevoegd voor zoo danige benoeming. De hoor Vos merkt op, dat hy in Mei ddumaal en in Juni minstens 2 maal afwezig is, en men daarom wel een tyde lyken Wethouder kan kiezen. De beer Korvor is de meeniog van den heer Frowein toego- daan. Er bestaat hier een feilelyke vacature en binnen 4 wekon moet eon nieawo Wothouder gekozen wordon. De wel schryft dit imperatief voor. Do Voorz. mankt do leden opmerkzaam, dat de Raad voltallig moot zyn eer men tot zoodanige benoeming kan overgaan ook wyst hy op een advies van do Gemeentestem, die het een leemto in de wet noemt. De heer Frowein haalt evenwel eon artikel nit de ge meentestem aan, waaruit duidelijk blykt, dal van geen twijfel sprake is on geheel zyn opinie weergeeft. Ook de heer O eer do Linden is van gevoelen, dat men tot zoodanige benoeming niet kan overgaan en meent daarom dat er een verkiezing voor een raadslid uitgeschreven moet worden en men daarna, wanneer do Raad voltallig is, eon Wethoudor kan kiezoD. De heer Van Neck wyst op do kosten, dio zoo danige verkiezing na zich sleept en de gekozene moet in Juli toch weor aftreden.Na nog eenige gedachtewisseling besluit men geen tydelyken Wethouder te kiezen. Vervolgens brengt de Voorzitter een legger dor verschillendo wegen in de gemeente, die geheel herzien is ter tafel en vraagt vaststel ling zooals by is ontworpen. Niemand verklaart zich daartegen. Er wordt gelezen eon verzoek van den brigadier-majoor Themmon tot aankoop van een stuk grond aan de Kerkgracht ten oosten van het huis van bewaring gelegen, om daarop oen doelmatige woning te bouweo, die dat gedeelte van do Kerkgracht niet z»l ontsieren. Het preadvies van het Dagelyksch Bestuur is, om hierop afwijzend te beschikken, want die landweg kan in don loop der tyden wel oen toegangsweg worden naar oen ander gedeelte, wanneer het land aeh'er dn Kerkvr»cht bo- EEN ONVERSTANDIGE BELOFTE. S) De familie von Gallersleben was ryk, aan zienlijk en hooggeacht. Graaf Gustaaf, de oudste der beide zonen, die na den dood des vaders het majoraat erfde, was een onbetwist baar solied on eerbaar persoon, die, wars van alle hartstochten, door zyne braafheid en goed hartigheid overal zich bemind bad gemaakt en raimschoots de middelen bezat, alle menschen te kunnen bevredigen. Von Bremen herinnerde zich niet, ooit een spoor van oogenblikkeljjke zinsverbijstering by hem te hebben waargenomen zooveel te moei lijker viel hot hom, de oorzaak van dien byzonder raadselachtiger! zelfmoord to door gronden. H(j kende de beide graven reeds sedort vele jarenmet den oudsten, Gustaaf, was hy langen tyd op de hoogeschool bevriend geweesthier hadden beiden het vriendschaps verbond aangeknoopt, dat later door gemeen schappelijke reizen steeds meer en meer be vestigd werd. Wilhelm von Fallersleben was, evenals zyo broeder, oen edelman, standvastig zoowel in in eer als karakterde zonen hadden in deze hoedanigheid den vader tot voorbeeld geno men maar hy was bovendien een ernstige en mot de eenzaamheid dweepende natuur en het gelukkigst gevoelde hy zich, wanneer hij in zyn bibliotheekkamer zich met een weten schappelijk werk onledig kon honden. Schertsenderwijs noemde Gustaaf zyn broeder een d weeper, maar die geleerde bezigheid had toch nog eene diopere en meer ernstige be- teekeoi» ton grondslag. Wilhelm von FttUers- leben, wien als jongste zoon dos huizes slechts een gering erfdeel was to beurt gevallen, streefde er met den volsten ernst naar, naar een profesoraat te dingen, wat hem niet moei lijk zou vallen to verkrygen. Wilhelm moest, nu door den plotselingen dood zyos broeders majoraatsheer was geworden, en hoofd van het hnis, aan de uitvoering van dit voornemen voor altoos vaarwel zeggen. Von Bremen Btreok mot de hand over het gelaat; zyne gedachten waren op een al te verren afstand. De stoomboot stopte bij Vitznau, het kleine, aanvallige dorp, van hetwelk een spoor op den Rigi voert. De meeste passagiers stapten hier uit en spoedden zich naar het in de nabijheid gelegen stationhet werd stiller en aangenamer op het vaartuig. Voor von Bremon's oogoa dook een heerlijke meisjes gestalte op, slank, blond, mot blauwe oogen, schoon on verrukkelijk gelyk Ingeborg uit do Fritbjofssage. „Ida von SteinpelsOnwillekeurig had deze naam over zyne lippen zich een weg gebaand scherper en duidelijker dan ooit trad het beeld voor zyn droomenden blik. Had ook hy baar bemind Hij wist het niet en wilde het niet wetenwanneer hy er ooit aan gedacht had, dan dwong hem de herinnering aan zyu vriend, die gedachte terug to dringen, van alle hoop en wenschen to dion opzichte volmaakt afstand te doen. Hij wist immers, hoe hartstochtelijk Gustaaf von Fallersleben de barones beminde; by wist dat deze liefde werd beantwoord, on dat beiden voornemeas waren, alle mogelijke hinderpalen onverbiddelijk uit den weg te ruimen. Dat was hem door Gustaaf von Fallersleben vaak genoeg medegedeeldby had hem inge wijd iu alle geheimen des harten eu hem ook zyne nederlagen niet verzwegen; en na deze bekentenissen hield Heinrich von Bremen hut als een plicht van oer ea vriendschap, zyn eigen hoop voor altyd vaarwel to zeggeo. Vrijheer Ludwig von Steinpels was niet slechts een staalkundige, maar ook een ver bitterde tegenstander der vrijzinnige graven von Fallerslebenten gevolge van openlijke redevoeringen en verschillende party woelingen ontstond een persoonlijke haat, die in vele opzichten aan do vijandelijkheden van Monte- chi en Capulelti herinnerdo. Ondanks dezen hom wolbekenden haat, had graaf Gustsat den moed gehad, in allen ernst Ida's hand te vragen»yo aanzoek, gelyk reeds vooraf te gissen viel, was op dezelfde beleefde wys kort en beslist, zonder opgave van redenen, vaa de hand gowezen. Reeds voor dien tyd had baron Paul von Felson, steunende op zyn vriendschappelyko betrokkingen tot den vrijheer von Steinpels, eene toenadering tot de barones beproeM, on dat wel op zoo indringendo en in het oog loopoDde wijze, dat Ida herhtalde malen zich geooodzaakt zag, hom duidelijker dan zij het anders zoo gedaan hebben, hare minachting te doen gevoelen. Graaf Gustaaf vernam ditzijn scherpe blik kon de indringende handelwys van don baron en de verontwaardiging dor beminde niet ontgaan bovendien was hom ter ooren gekomen, dat do baron in don kring zjjnor vrienden zich geuit had dat hy Ida von Stein pels woldra zyne gomalin zou noemen, aange zien tij reeds sedort jaren met hem verloofd was. Het was begrypelyk, dat onder deze om standigheden geen vriendschappelijke verhou ding tusschen do boide medeminnaars bestaan kon, temeer nu de baron elke gelegenheid te baat nam, den haat zyns tegenstanders te prikkelen, terwijl graaf Gustaaf elke ontmou- tiug met hom (rachtto te vermijden. Baron Paul von Felsen stamde eveneens van oeno goachte familie, die echter nimmor ryk of ook maar welgesteld was geweest. Hy had van zynen vader eon klein landgoed geërfd, maar men beweerde, dat bot met schul den beladen was on te nauwornood zooveel opleverdo, dat de renten van de schold konden gedekt worden. De vraag, waarvan de baron leefde, scheen op veler lippen te zweven, maar het was te moeilyk, een antwoord daarop te vinden, en tot hem persoonlijk deze vraag te richten, waagde niemand baron von Felsen verstond op dit punt geen scherts, en men wist alge meen, dat dat hy een geoefend pistoolschutter en een evenzoo voortreffelijk scbormer was. Dat hy hulpbronnen moest hebben, waaraan hy zyn middelen van bestaan ontleende, was aan geen twyfel onderhevig; zjjn beurs, in zoover mon zulks kon beoordeelen, was steeds gevuld, en gierig of bekrompen was hy in zyne uitgaven geenszins. Hoe men ook over deze hulpbronnen mocht denken, ia welke vermoedens men zich ook verdiepte, een hel deren blik kreeg mon in zyne omstandigheden niet, eu hy zolf was niet genegen, nitslaicsel daaromtrent te geven. Graaf Gustaaf had tegenover zyn vriend eenmaal beweerd, dat do baron een Bpeler was, maar daurby was het geblevenhot schoon uit con vermoeden ontstaan to zyn, waarvan 't bewijs tot de on mogelijkheden behoorde. Anderen beweerden, dat baron von Felsen verslaggover was van verschillendo dagbladen en voor zyne berichten schitterend werd ge salarieerd maar ook dit liet zich niet be wijzen, zoodat dezo vraag voor hen, dio zich daarmede onledig hielden, voorloopig een niet op te lossen raadsel bleef. Wat ook de oplossing van die raadsel mocht I wezen, von Bremen koesterde de vaste over- tuiging, dat do verbintenis met Ida von Stein pels voor den baron eene levensvraag was. Was bot nu toeral of opzet geweest, dat hy graaf Fallersleben in Luzern ontmoette? De treurige dood van zijn vriend gaf recht tot vermoedens, die slechts geschikt waren, dit onbegrypelyko raadsel nog duisterder te maken. Von Bremen was van zyn plaats opgestaan hy wandcldo langzaam op het dok heen en weder. Slechts den baron kon des graven dood voordeel aanbrengen slechts hy kon hem ge- wenscht hebben Door welke middelen echter zou hü het verwezenlijkt hebben, zich langs dezen weg van den gevrecsden medeminnaar te ontdoen? De mogelykhoid eenor misdaad werd door den brief, dien Graaf Gustaaf had nagelstan, uitgesloten, on de brief zelf, gaf gooa op heldering hij bevatte slechts do raadselach tige mededeeling, dat eene zaak van eer tot de rampzaligs gebeurtenis aanleiding had gegeven. De scheepsklok luidde, langzaam naderde de stoomboot de landingsbrug by Brnunen. Von Bremen verliot het vaartuig, en toen hij zich op do brog bevond, stond do beambte, die hem do Jobstijding had gebracht, naast hem. Hy werd in het gemeentebuis geleid, waarin de hoofdambtenaar en de doktor hem verbeidden. Het lyk was roede van Axenstein naar beneden gebracht; intusschen was ook de kootsior opgespoord, die des 's morgens den graaf naar boven had gereden. Luidens berichten van dien man, was graaf Gastaaf kort voor zeven uur met de boot in Brunnen aangekomen; zonder ergens zyo in trek te nemen, was hy terstond in het rytuig, dat aan de landingsbrug wachtte, gestapt on had den koeuier bevolen opwaarts to ryden naar den Axenstein. Onderweg had den vruomde heer een lang durig stilzwijgen bewaardde koetsier zooale het diens gewoonte w*s, had hem op enkele treffende natunrgezichten opmerkzaam gemaakt, maar geen anlwdord gekregen. BoveD aangekomen, was hy in den tuin en wandeldreven uithectapt, hij had den koetsier, behalve de overeengekomen passagiersvracht, een groote fooi botaald, en daarna den weg □aar het bosch ingeslagen. De koetsier was onverwyld naar Brunnen teruggeredon eenige oogonblikken later moest in het park bet schot govallen zyn. Nadat de schout deze mededeelingen ver strekt had, verklaarde de geneesheer, dal do dood oogenblikkelijk moest zyn ingotreden, daar de kogel het hart doorboord had. Aan do mogelijkheid eenor misdaad viol niet te denken, daar alles voor eon zelfmoord getuig de, omtrent welks oorzank waarschijnlijk de nagelaten brief opheldering zou verschaffen. Von Bremen moest laatstgenoemde vraag in ontkennenden zin beantwoordenhy maakte dc heeren met do inhoud van den brief bei kend, en beraadslaagde alstoen met hen om trent de maatregelen, die voor het transport van het lyk genomen moesten worden. Daar de heeren in alle opzichten met hem instemden, werd dit alles schielijk geregeld met de avondboot kon von Bremen naar Luzern terugkeoren. Had hy gehoopt in Brun nen zelf eon oplossing to vindoD, dan was doze hoop niet vorvulddaarvoor echter had het vermoeden, dat baron von Felsen in do eene of andere betrekking to'. het noodlottig feit moest staan, in zyao ziel dieper en v dan ooit wortel (Wordt

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1895 | | pagina 1