't Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL. °Zi.TT'
Ho 2337.
Woensdag 10 Jnli 1895.
23ste Jaargang.
Bureau Zuidstraat.
Telefoonn". 63.
Abonnement
p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., met Zondagsbl. 80 Cts
id. franco per post 75 idem fl.12
id. voor bet Buitenland f 1.25, idem f 2.00.
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder.
Suniux SPOORSTRAAT Ml ZUIDSTRAAT.
Aavortentlöii
van 1 tot 5 regels25 Cent
Elke regel meer5
Groote lettera worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
NIEUWSTIJDINGEN.
HELDER, 9 Juli 1895.
De heer J. Herman, alhier, heeft
te Rotterdam voor de rijks-commissie vol
doend examen afgelegd voor machinist
aan boord van koopvaardij, schepen,
(diploma A.)
Na vergelijkend examenis o.a. ge
slaagd voor de Kweekschool voor Zeevaart
te Amsterdam, de jongeling Frans Hoff-
man, leerling van de school van den heer
Vastenou, alhier.
Afloop der gehouden herbesteding
van den bouw van 31 woningen in drie
perceelen en in massa, voor rekeniog van
de Coöperatieve Bouwvereeniging Patri
monium", alhier. Ingekomen 7 biljetten,
als, van de heeren
Perceel 1. Perceel 2. Perceel 8.
D. de Vries f 13060, f 12890, f8320.
A. Krjjnen - 12230, -12500, -8570.
J. Philips - 12720, - 12786, - 8360.
Gebr. v. Pelt - 11700.
K. Zeeman - 12860, - 12800, - 8790.
Voor de geheele massa werd ingeschreven
door de heeren
P. de Waard f 36000, A. Krijnen f 33370,
H. Wjjker f33000.
Perceel 1, twaalf woningen, Janzenstraat,
gegund aan Gebr. van Pelt.
Perceel 2, twaalf woningen, Sluisdgk-
straat, gegund aan A. Krijnen.
Perceel 3, zeven woningen, Sluisdgk-
straat, gegund aan D. de Vries.
Jaarlijks, den 5en Juli, maakt de
Onderofficiers-Vereeniging „Admiraal de
Rugter," een tocht naar het graf van hen,
die, nu 13 jaren geleden, bij 't vergaan
van „de Adder" zoo noodlottig het leven
verloren en wier aangespoelde lgken op de
begraafplaats alhier aan den schoot der
aarde werden toevertrouwd. De Bond van
van oud-officieren heeft zich sinds 2 jaren
daarbij aangesloten. Jl. Vrijdag bezochten
beide vereenigingen met hunne banieren
in optocht het Adder-monument. Men
schaarde zich om 'tgraf, de beide presi
denten der vereenigingen de heeren J. G.
van Boxcel en H. D. Omans, hielden daarbg
toespraken, riepen de droevige gebeurtenis
van Juli '82 nog eens in het geheugen
terug en wijdden woorden van waardeering
aan de nagedachtenis hunner te vroeg ge
storven kameraden. Ook de heer J. EL
Schrgver, lid van den Bond van oud
onderofficieren en gewezen voorzitter van
Admiraal de Ruy ter", sprak eenige woorden
en wees op het groote verschil tusschen
deze plechtigheid en die, welke den vol
genden dag in den Haag zou plaats heb
ben, en die toch beide waren ter eere van
hen, die in den dienst van 't Vaderland
hun leven offerden. Nadat men het
lint, hetwelk aan den krans van eerstge
noemde vereeniging is gehecht, had ver
nieuwd en de heer van Boxcel alle be
langstellenden voor hnnne tegenwoordig
heid had bedankt, was de plechtigheid
afgeloopen.
Aan het adres der Kamer van Koop
handel en Fabrieken te Helder, gezonden
aan H. M. de Koningin-Regentes, waarin
wordt aangedrongen op maatregelen, die
de spoedige tot standkoming van de droog
legging der Zuiderzee kunnen verzekeren,
verleende dezèr dagen de Kamer te Hooge-
veen hare adhaesie.
's Rijks werven.
Omtrent de audiëntie, die de heer Pas
toors met twee werklieden van 's rgks
werven te Willemsoord en Amsterdam
dezer dagen bg den minister van marine
had, wordt, in »De Volksbanier," welk
blad onder redactie van den heer Pastoors
staat, nog het volgende meegedeeld
In den beginne van het gesprek wilde
de zaak niet recht vlotten. Doch weldra
ging het goed.
Punten van meer ondergeschikt belang
werden ter zgde gesteld, de algemeene zaken
van alle kanten besproken, vooral de on
regelmatigheid van de loonen in betrekking
tot den diensttgd en ouderdom, de onge
lijkheid van inhouden van verzuim, het
leerlingstelsel en de moeilijkheid voor de
werklieden om tot de hoogste autoriteiten
te worden toegelaten, waarbij het volgens
reglement noodig is, vooraf de lagere
rangen daarvan in kennis te stellen, waar
van speldeprikken en meer onaangenaam
heden het gevolg zgn. Door een der onzen
gewezen op het nut van een arbeidsraad,
waarbjj klachten en grieven zouden kunnen
worden ingebracht en onderzocht, een wjjze
die gemakkelijker en beter zou werken dan
thans werd gevolgd, vond blijkbaar een
goed gehoor. Op verzoek van den minister
zal spoedig een en ander op schrift worden
ingediend.
Op een verzoekschrift, door tal van
kustvisschers van het eiland Texel bjj den
minister van marine ingezonden, om een
geleidelicht te vragen op Vlieland, waar
door het mogelijk zou zgn ook des nachts
veilig naar de haven van dat eiland te
varen, is afwjjzend beschikt.
Petrolenm-rampen.
Woensdagmiddag trof de 16-jarige doch
ter van den heer Broerman-Van Schendel
te Tilburg een vreeseljjk ongeluk. Bexig
zjjnde hare moeder iu de keuken te helpen,
geraakten onverwacht hare kleederen in
brand, doordat de vlam onderuit de kachel
sloeg. Op haar hulpgeroep schoot hare
moeder toe, doch viel bij het aanschou
wen van hare in vlammen gehulde doch
ter in zwgm. De inmiddels toegeschoten
naaister kon evenmin hulp biedeD, zoo
hevig verschrikte zij. Eindelijk daagde de
knecht op, wien het gelukte de vlammen
te blusschen. Intusschen was het meisje
aan borst, arm en beenen zoo vreeseljjk
gebrand, dat haar leven in gevaar ver
keerde en de inmiddels ontboden geneesheer
gelastte, haar de sacramenten der sterven
den te doen toedienen.
Donderdagnamiddag had in de Van
Ravensteinstraat te 's-G ravenhage een even
treurig ongeluk plaats. Een jongedochter,
welker kleederen bg het uitblazen van een
petroleumtoestel vlam hadden gevat, liep
in dien deerniswaardigen toestand de straat
op. Op haar hulpgeschrei snelden de buren
toe en wikkelden haar in een wollen deken.
De hevige brandwonden, welke zjj bekwam,
maakten het noodig haar per brancard
naar het Gemeente-Ziekenhuis te vervoereu.
Haar toestand was zorgwekkend.
Een goede zijde van het rijwiel.
Woensdagmorgen werd de gemeente
Haastrecht bezocht door iemand, die voor-
;af opzichter bg den waterstaat te zgn.
Ig moest allerlei werkzaamheden aan de
iruggen en oevers van de rivier de IJsel
verrichten en zocht daarom voor eenige
weken huisvesting. Eindelgk vond hg die
bg een weduwe, waarop door hem een
jonkman aangenomen werd die met een
kar zgn koffers van het naburige station
te Gouda halen zou, daar het zgn bedoeling
was, dadelijk hij haar zgn intrek te nemen.
Daar hij echter nog eenige boodschappen
te doen had en al zgn geld in die koffers
zat, vroeg hg aan genoemde weduwe eenig
geld ter leen, wat hem in goed vertrou
wen werd verstrekt. Toen het later even
wel bleek, dat hjj niet den kant van
Gonda, waar hg volgens zgn zeggen de
boodschappen ging doen, maar dien van
Oudewater opgeloopen was, begon men
argwaan te krggen en besloot een heer,
die van het geval geboord had, per rjjwiel
naar Oudewater te rgden, in hoop hem
onderweg in te halen en nog vóór zgn
komst aldaar de politie te waarschuwen.
Dit gelukte dan ook. Kort vóór genoemd
stadje reed hij hem voorbjj en stelde aan
stonds den burgemeester van Oudewater
met het geval in kennis. Deze zond nu
dadeljjk een paar politieagenten naar het
begin der stad, die op aanwjjzing van den
wielrjjder den man gevangen namen en
onverwijld naar Haastrecht terug brachten,
waar hij na een kort verhoor gevangen
gezet werd om den volgenden morgen, als
beschuldigd van oplichterjj, naar Rotter
dam vervoerd te worden.
De uitreiking der Eereteekenen aan de
keiden van Lombok.
Begunstigd door fraai weder heeft Zaterdag
middag ten 2 ure een zeldzame militaire plech
tigheid plaats gehad, die ongetwijfeld bij allen
die haar hebben bijgewoond een diepen indruk
zal hebben achtergelaten, nl. do uitreiking door
H.M. de Koningin van do ridderorden en an
dere onderscheidingsteekenen uan do helden
van Lombok.
Alle troepen in den Haag aanwezig, alsmede
afdeelingen van do mariniers en matrozen en
de koloniale reserve waren in de Maliebaan
opgesteld. Een zeer groot aantal ridders en
oudstrijders, benevens tal van officieren waren
bij de plechtigheid genoodigd.
Ten 2 ure nam de plechtigheid een aanvang
i naderden de gedecoreerde officieren en min
deren eerbiedig HH. MM. op do tribnne, al
waar na d. eedsutleggiog, door hen die de
ridderorde bekwamen, door H.M. Koningin
Wilhelmina, de orden eigenhandig op de borit
werden gehecht, in de volgende rangorde:
I De Militaire Willemsorde.
J. A. Vetter, lnitenant-generaal, comman
deur, J. C. van Wessem, kapitein-luitenant-
ter-zee, ridder 4e klasse; J. C. Cramor, luit.-
ter-zee, le kl., id.H. P. Willemstijn, kapitein
v/d. gen. staf, id.; F. W. H. Tninenburg, kapt.
der inf., id.; S. Ujlaki, officier v. gez. Ie kl.,
id.J. T. ter Bruggen Hugenholtz, le luit.
der inf., id.; H. U. S. Boerma, le luit. der
art., id.H. Loverink, (thans) soldaat bjj de
koloniale reserve, id.; F. W. C. Kloven,
gegageerd sergeant der art., id.; H. C. Dircks
en J. Terpstra, gegageerdo fuseliers, id.; C.
Westbroek, gepasporteerd fuselior, id.
Bij de expeditie tegen Lombok wu Loverink
ziekenoppasser.
II De Eereeabel.
W. O. Nienwenhnyzen, luitenant-kolonel
van den generalen staf.
III. Het eereteeken voor eervolle
vermelding.
A. J. Hamerster, lnit.-kol. der inf.; C. W.
van Hoogstraten, kapt. dor art.H. B. J. Ter-
steege, le luit. dor inf.J. W. du Pon, kwar
tiermeester bjj de zooinacht; F. Loeflang,
matroos le kl.; L. de Waard, soldaat bjj de
kol. reserve; S. Stoker, gegageerd kanonnier
le kl.; J. Doet, gegageerd cavalerist 2e kl.
IV. Het eereteeken voor belangrijke
krijgsbedrijven.
R. G. H. A. Vorsterman van OyeD, le Init.
der inf., gedetacheerd bjj het leger hier te
lande; A. Roest, kwartiermeester bjj de Zee
macht J. R. Ebbinkholl, id.P. de BrujjD,
konstabel >/b. vaste korps dek- en onderoffi
cieren M. J. Portegjjs. konstabclsmaatJ. F.
Briars, koksmaat; P. Wisse, matroos le kL;
S. J. van der Veen, id.; H. Terol, id.; D.
van der Voort, id.W. F. Pelt, id.; L. L.
Rous, matroos 2e kl.J. van der Vorst, id.
G. J. D. Arends, vuurstoker 2okl.; J. H. van
LBenwen, marinier le kl.J. J. Burk, mari
nier 2e kl.P. Stols, soldaat-milicien bjj het
2e reg. inf.; B. Vegtel, soldaat-milicien bjj
het 7e reg. inf.; W. Duinkerken, marechaussee
te voet; P. J. Herpel, invalide te Bronbeek,
gegageerd artillerie-werkman 3e kl.H. Schaap-
smeerders, gegageerd faselier.
Toen generaal Vetter het eerst voorkwam,
klonk een lnid gejuich van de tribune. Telkens
werden voor iederon ridder de geweren ge
presenteerd. Toen aan den luit.-kolonel Nieu-
wenhuyson do eeresabel door H. M. werd
overgereikt, gingen luide bravo's op. Ook als
dezelfde oerebetoon aan de matrozen en sol
daten te beurt viel, oDtbrak het niet aan toe
juichingen, terwijl de Koningin de decoraties
bevestigde. Vjjf minuten voor 3 unr was het
decoreeren afgeloopen. Het Wilhelmus kondigde
het einde aan.
Hierna hield H. M. de Regentes de volgende
rede
„Officieren, onderofficieren, korporaals en
soldaten I"
„Het was de wensch van de Koningin zelve
do eereteekenen te mogen uitreiken aan de
dapperen, die in onze overzeesche bezittingen
streden voor do handhaving van óns gezag.
„Ik wensch u allen, aan wio eene onder
scheiding ten deel viel, daarmede van harte
geluk.
„Gij hebt die onderscheiding verdiend. In
moeiljjke oogenblikkon hebt gjj bloed en leven
veil gehad voor Koningin en Vaderland en
met uwe kameraden van leger en vloot nieuwe
glorievolle bladen toegevoegd aan de geschie
denis van het Nederlandsch-Indisch leger.
.Mede uit naam uwer jonge Koningin breng
ik hnlde aan dat leger, dat in Atjeh, op Lombok
en waar ook vroeger in Indië zjjne diensten
werden gevraagd, zoovele schitterende bewjjzen
gaf van plichtbesef, zelfverloochening en doods
verachting.
,Het lezen der holdendaden van onzo troe
pen in Indië vervult ons met rechtmatigen
trots.
„Ik acht het een voorrecht daarvoor aan
leger en vloot openljjk den dank te kunnen
brengen van de Koningin en van 't Vaderland.
„Eene dunkbare hulde brengen wij ook in
dit oogenblik aan de nagedachtenis van hem
die ginds hnn leven lieten in den strijd.
.Eere aan de mannen, in den dienst van
hot vaderland vergrijsd, die een eervol leven
kroonden door een eorvollen dood aan zoovele
jeugdige helden, wier moed wjj niet konden
beloonen, omdat zjj getrouw tot in den dood
hun leven gaven en ginds ruBten in vreemden
bodem.
•OfficiereD, onderofficieren, korporaals en
soldaten van het Indisch leger, hier tegen
woordig, zegt hot aan nwe kameraden in Indië,
dat Koningin en volk van Nederland de
krijgsmansdeugden van uw leger hoogschatten,
en dankbaar erkennen dat bet Ned.-Indisch
leger zyne roeping met eere vervult.
.Moge ook in de toekomst voorspoed rusten
op nwe wapenen, tot zegen van onze Bcboone
koloniën en tot gelnk van ons dierbaar vader
land."
Daverende hoera's weerklonken, terwjjl de
muziek het „Wiens Neerlandsch bloed" aanhief.
Toen het even stil was geworden, sprak
Koningin Wilhelmina met dnideljjk heldere
stem luidde„Leve het Indische leger 1" bet-
welk een storm vaD gejuich deed opgaan, niet
minder als toen genoraal Vetter met krachtige
„Leve de Koningin!" riep. De juichkre
ten vonden echo's over het gansohe veld en
daar buiten onder het publiek.
Toen werd de ban gesloten. Daarna begon
het défilé. Bjj het voorbijtrekken dor Koningin-
Den stond generaal Vetter rechts van de
Koningin.
Toen de koloniale reserve voorbijging, ging
er een gejuich op. De py'pers der mariniers
opende de stoet. De Koninginnen bogen bjj
voorbijtrekken der vaandels. Het défilé
waB om 3s/4 uur afgeloopeD.
Na het défilé hebben do Koninginnen nog
met de geridderden gesproken. De RegenteB
onderhield zioh eerst o. a. geruimen tijd met
generaal Vetter, terwjjl Koningin Wilhelmina
aandachtig luisterdedo jeugdige Koningin
hield later nog een gesprek met den kapt.-luit.
ter zee Van Wessem.
Even vóór 4 uur verlieten de Koninginnen
het Malieveld en was de plechtigheid afgeloopen.
Aan boord van de Italiaansche tor
pedoboot »Aquila" in de golf van Gninea,
een stoomketel gesprongen Vjjf op
varenden werden gedood, twaalf gewond.
Aan de noordwestzyde van den groo-
ten top van den Vesuvius is een nieuwe
krater ontstaan, die stroomen lava uit
braakt. De eerste huizen van het plaatsje
Atno del Cavallo moesten ontruimd wor
den, uit vrees voor groote onheilen.
nu geneerde zich.
Bg de keuring voor den militairen dienst
te Witten had onlangs een eigenaardig
voorval plaats. Toen de beurt aan een
bediende was gekomen, verklaarde hg zich
niet te willen ontkleeden. Toen men hem
ten slotte wilde dwingen, wierp hij zich
op den grond, trok een met zes scherpe
patronen geladen revolver en dreigde ieder,
die hem naderde, dood te schieten. Nadat
men zich van het wapen had meester ge
maakt, werd hg in een celwagen naar de
gevangenis gebracht.
Een ongeluk door electriciteit In Amerika.
Te Rochester (New-York) kwam dezer
dagen een 33-jarig werkman eener electri-
citeitsmaatschappg, Frank Grover genaamd,
in aanraking met een ongelsoleerden
stroomkabel, waarop bg plotseling eene
electrische ontlading ontving van ongeveer
3000 volts, of bgra driemaal de kracht,
welke aangewend werd bg terechtstellingen
door electriciteit. Met een hevigen schok
viel hij neer en ruim drie kwartier lag
hij schjjnbaar dood, terwjjl zgn rechterarm
en rechterbeen vreeseljjk verbrand waren.
Door de onvermoeide pogingen van een
dokter, die onmiddellijk hulp verleende,
geholpen door drie collega's van den on
gelukkige kwam de natuurlgke ademhaling,
na drie kwartier de kunstmatige te hebben
toegepast, eindelgk terug. Kort daarna
opende de patiënt de oogen en herkende
den dokter, die met de behandeling bleef
doorgaan, totdat in alle spieren van zjjn
lichaam weer beweging kwam. Na negentig
minuten kon lig naar zgn woning worden
gebracht. Hoewel Grover een diepe brand
wonde in zgn been en een groote brand
wonde aan zgn zgde bekwam, twgfelt
men niet aan zgn behoud. Toen de dynamo
tot stilstand was gebracht, nam men in
de kamer, waar het ongeluk gebeurde, een
wol- en vleeschlucht waar.
Van voor tweehonderd jaren.
In een konden November-nacht begaf zich
een geestelijke in een eenzame streek van het
toenmaals tot Zweden behoorende landschap
Finland op weg, om op eeno afgelogene land-
bouw-hoeve een stervende te bezoeken, die
drÏDgend zjjn bijstand bad ingeroepen. De
af te leggen afstand was groot en de weg
eenzaam en dik met sneenw bedektdoch dit
alles belette niet, dat de volijverige geestelijke
zijn herderlijken plicht, ook onder die om
standigheden getrouw vervulde. Hjj steeg te
paard en reed heen naar de hoeve, waar zjjn
komst met groot verlangen werd tegemoet
gezien. Nadat hjj aan het bed van den ster
vende den troost van den godsdienst bad ge
bracht, begaf hjj zich in het holst van den
nacht op den terugtocht naar zjjn pastorie.
Wat gebeurt daar onderweg OpoenB blyft
zjjn paard stilstaan, ondanks de pogingen van
den berjjder om het dier voort te dry ven.
Herhaalde pogingen om het dier den weg te
doen vervolgen blyven evenzeer vruchteloos,
en daar do leeraar nu begrypt, dat er zich
iets op den weg bevindt, dat het paard weer
houdt om door do stappen, Btygt hjj af, om
de oorzaak van dit stilhouden op te sporen.
Hjj vindt zorgvuldig in doeken gewikkeld
oen levend kind. Spoedig stjjgt de man
weder te paard, met den gevonden schat bjj
zich. Hjj spoedt zich in alleryl naar zyne
pastorie, waar hjj, bjj 't verder loswikkelen
van het pak, zyn huishoudster te hulp roept.
'tKind bljjkt een moisje te zyn, een aller
liefst blozend kind, kennelijk slechts eenige
dagen oud. Wat te doeD, in eene zoo een
zame en verlaten landstreek, zoovorre van de
naastbygelegen stad verwijderd De geestelijke
bedenkt zich echter niet lang; in overleg met
zyne huishoudster besluit hij, het kind bjj zich
te houden en op te kweekeD. En geen enkele
aanwjjziDg vindende, omtrent naam cn afkomst,
geeft hjj bij den doop, 't is juist 25 No
vember, den dag gewjjd aan de H. Catharioa
het kind den naam van die Heilige vronw.
Met de meeste liefde en zorgvuldigheid wordt
nu de kleine verpleegd, en de geestelijke
schept er behageo in, van dag tot dag de ont
wikkeling van bet kind gade te slaan. Zoo
groeit Catbarina voorspoedig op; zy verkrjjgt
van baron pleegvader zelve het noodige onder
richt, en goniet ill do zorgen van de goede
huishoudster, die als oene moeder over de
kleine waakt eu geen zorg en moeite te groot
en te zwaar vindt.
Toen de bejaarde vronw hare oogen voor
altjjd sloot, was haar pleegkind tot |ven meisje
van vjjftion jaren opgegroeid en zoozeer ont
wikkeld, dat zjj de eenvoudige buishouding
nu zei ven kon besturen. Zij was de vreugde
van haren pleegvader geworden, die zich steeds
dankbaar herinnerde het toeval, dat hem op
eenzamen weg, in bet nachtelyk uur, zulk oen
engeltje deed vindeD. 't Meisje beloonde de
goede zorgen, aan haar gewjjd, door een kin
derlijke liefde, door de meest mogelijke toe
wijding. Zoo ging het leven daarheen, stil en
ongestoord. Het tweetal vormde een hoogst
gelukkig gezin. Helaas, dit geluk werd opeens
op vreeselyke wjjze verstoord. Er kwam oorlog.
Zweden werd ten oosten der Finsche golf met
groote felheid bestreden door den Keizer van
Rusland, Peter den Groote, die, zjjn Rjjk uit
breidende, de landBtroken aan de Oostzee
9 bemachtigen. De bewoners van Fin
gen als één man ten strjjde en de reeds
bejaarde geesteljjke, trok mede naar het too-
an den krjjg, om zyne parochianen,
waar zjj geesteljjke hulp mochten noodig heb-
bjj te staan. Bjj de verdediging van eeno
sterkten, leden de Zweden een totalen
nederlaag en vele honderden waren gedood,
nog meerdoron gekwetst. Wat verkoerde Ca-
tharina in duldeloozen angst, toen zjj, nadat
de strjjd beslist was, niets, hoegenaamd niets
van baren pleegvader te weten kwam. Hjj
keerde niet weder tot zjjne pastorie en tot
zjjne pleegdochter, en 't lag dns wol voor de
hand, dat de man gedood of gekwetst was.
In ieder geval, zjj besloot, hoeveel gevaar er
ook aan verbonden was, naar de plek heen
te gaan, waar de gesnenvc
zonden te vinden zjjn. Zjj
aan hoeveel ellende zjj zich blootstelde,
de innige liefde tot baren onvergeteljjken
pleegvader bewoog en drong haar,
grootste bezwaren te trotseeren, om te trachten,
den man, zoo hjj gekwetst was te verzorgen,
zoo by dood was, hem eene behoorljjko be
grafenis te bereiden.
't Meisje onderneemt den gevsarvollen tocht
en komt weldra in do vesting aan, waar de
Zweedsche landsverdedigers den strjjd tegen
de overmachtige Russen gestroden en het on
derspit godolven hebben. Doch, welk een
vreeseljjk tooneel doet zich hier voor haar op!
Daar liggen op de wallen lijken en gewonde
krjjgers op hoopen dooreeD. Het kermen
gekwetsten is verschrikkeljjk. In dien nog
half barbaarBchon tyd is heelkundige hnlp
schaars cn ver te zooken. 't Is om er van te
gruwen, zulk een jjseljjk tooneel
Er is baast niet aan to denken, dat bet
meisje sonder hulp tot doel van haren tocht
het wedervinden van haren pleegvader,
dood of levend zal bereikeD. Toch deinst
het 20jarig meisje niet terng in de volvoering
van hare liofdetaak. En nu haar onderzoek
na eonigen tjjd vruchteloos bljjkt, zoekt zjj
hulp bjj de soldaten der Russische wacht.
Want onverrichterzake terngkeeren dat
wil, dat kan zjj niet. Hare uitnoodiging, tot
die militairon goricht, vindt echter goen ge
hoor. Wat geven die ruwe krjjgslieden om
een enkelen doode of vermikte, waurzoovelen
zjjn neêrgeveld 1 'tVerzoek van het meisje
laat dio mannen geheel kond en onverschillig.
Niemand beweegt zich, om op te sluan en
haar te vergezellen. Doch, terwjjl zjj huar
biddend verzoek voor do zooveelste maal hor-
haalt, daar nadert haar een krjjgsman, oon
eenvoudig soldaat, die met belangstelling naar
haar luittert, en die, aangespoord door het
liefderyk en moedig godrug van hot meisje,
zich welwillend betoont om haar te vergezellen.
Hjj heeft wel weinig hoop, dat zjj zal slagen
en hjj gelooft zelfs, dat de taak, om zich, te
midden van zulke afgrjjseljjke tooneelen, een
weg te bamen, om den vermiste te zooken, de
maagd heel spoedig zal afschrikken. Doch het
tegendeel bljjkt hem. Hoe gruwzaam het too
neel, waarop zij zich beweegt, het meisje vol
hardt en wil niet rusten, eer zjj het ljjk vindt
van don geliefden pleegvader, of wellicht nog
het zieltogend lichaam van den gekwetsto.
Eindelijk, na verschrikkeljjk veel ellende te
hebben aanschouwd, na hartverscheurende
kreten te hebben gehoord, na een schier bo-
venmenscheljjken moed to hebben botoond
daar viodt zjj het ziellooB overschot van haren
beminden pleegvader, die, in de aitoefening
van zjjn verheven ambt, den heldendood is
gestorven. Bjjgestaan door den haar verge-
zellenden krjjgsman, beurt zij hot ljjk op, en,
terwjjl een aantal werklieden bezig zjjn om
de ljjken der gevallenen aan de aarde too to
vertrouweo, geschiedt dat met het stoiïelyk
overschot van haren pleegvader, op haar ver
langen, op plechtige wjjze. Zjj knielt bjj hot
graf neder en stort hare gebeden voor de
zielrust van den gestorvene uit.
Vol bewondering voor zooveel heldenmoed,
zooveel grootheid van ziel en zooveel kinder-
ljjke liefde, geleidt de soldaat het meisje op
haren tocht van het graf nabjj de vesting in
de richting van de nn voor haar zoo een-
en sombere woning. Onderweg ontstaat
beide personen een gesprek over hare
nu zjj haren liefderjjken beschermer
mist. Te midden van dezo besprokingen, komt
do jonge man tot het blijkbaar vast besluit,
het meisje zjjn hart en hand aan to bieden,
't Bleek dat beiden wederkeerig een zeer diepen
indruk op elkaar hadden uitgeoefend en 't
kostte dus weinig, om een verbond aan te
gaan voor 't levenmen had elkaar leeren
achten en waardeeren liefde was daarvan
't gevolg. Hoe gering in stand deze krjjgsman
ook was, hjj was hare liefdo ten volle waardig.
Doch wat bleek haar weldra Deze soldaat
was niemand anders dan keizer Peter van
Rusland, die, om zjja volk voor te gaan in de
beoefening der krygsknust, niet schroomde, ook
zelfs de nederigste betrokking te vervullen.
Het meisje eens een vondeling op een
eenzaam pad werd bjj haar huweljjk Kei
zerin van het machtige Russisoho Rjjk, waar
over zjj later, na den dood van haren gemaal,
als Catharina I den scepter voerde.
Gemeenteraad van Wieringen.
Vergadering van 5 Jnli 1805.
Voorzitter de burgemeester. Afwezig door ziekte do
1 legblok.
er opent de vergadering, de notulen worden
goedgekeurd.
•tukken
ift van de heeren P. Asje», hoofd-
C. Rijkcboer, onderwijzer aan de school
op Hippol) tuahocf, te kennen gevende, dat bij het on
vervuld zijn van de betrekkineen van ondemyrer en
erw aan die school, door adressanten zooveel
in den dienst wordt voorzien en zij dien ten
verzoeken om hun de tractementen van de
opengevnllon betrekkingen toe tc kenuen om gelijkelijk
tusschea hen te worden verdeeld.
J-~„ wel zooveel
mogelijk, dochniet geheel in den dienst voorzien, besluit
de Raad hen tc zamen eene gratificatie van fCO per
aand toe te kennen, wegens hnnne meerdere werk-
Voordraeht voor onderwijzer aan de school te Hippo-
de onlangs benoemde heer Glastra de
alphabetiaeh voor de heeren
te Enschedé, K. Schuurman, te DraehUter
Compagnie, A. C. Toet tc Leksmond, G. v. d. Veen te
Eeatura en P. Zondervan te Giethoorn. Met algemeene
•tommei wordt benoemd de heer A. C. Toet.
verzoekschrift van de heeren P. D. Koog en
anderen, om een verrellen weg van de Haukea naar
den Damatorweg weder in hruikbaren staal to brengen,
ton dienste van het publiek.
Daar die weg indertjjd aan het Heemraadschap ia
'afgedragen, neemt het raadslid, de heer P. J.
leven» lid van hef Heemraadschap-bestuur is, op
van gemeente-belasting, daar zjjn inkomen
zich. om met laatstgenoemd
in overleg te treden.
verzoekschrift van J. de Waard, om
belastbaar bedrag is, hetgeeu mot algemi._
wordt toegestaan.
Een verzoekschrift Tan L. Timmerman, om o
van schoolgeld, hetgeen met algemeene stemmeu wordt
geweigerd.
Een verzoekschrift van C. Verfaille, om vrijstelling
van honden-belasting, wordt tot nader onderzoek aau-
gebonden.
Een bericht van Heeren Gedeputeerde Statco, dat de
reclame van den heer Ixxhner tegen zijn aanslag in de
gemeente-belasting, van de hand is geweren.
Eene kennisgeving van Heeren Gedeputeerde Staten,
dat do verhooging van hot tractoment dor onderwijzeres
als van het tractement der onderwijzeres op Weitcrlnnd,
is goedgekeurd.
Een bericht van den beer P, Asjea, dat hjj zjjne
benoeming tot Armvoogd aanneemt, met dankbetuiging
voor het in hein gestolde vertronwen.
Medcdecling, dnt bjj de koa-opneming ten kantore van
den gemeente-ontvanger, in overeenstemming mot de
boekhouding, is in kas bevonden f88.84.
De gemeente-rekening over 1894, sluitende met een
voordcelig saldo van f396,45.
De heeren P. Tjjaen, J. Tjjaen, P. J Koorn en P.S.
Kunt, zullen iu commissie deze rekening nazien.
Een «appletoirkohicr der gemeente-belasting, wordt
door den Raad goedgekeurd.
Daarna besluit de Raad met 5 tegen 1 stem tot
intrekking van de Terordening, waarbij de iuïoer van
ree in deze gemeente ijjdeljjk wee Terboden.
Eindelijk wordt de rekening ran heeren armToogden
iler Herrormde Armenkassen over de jaren 1893 en'04,
tor bcoordecling iu handen gesteld van de commissie
voor het nazien der gemeente-rekening.
gewone rondvraag; simt de Voorzitter de