't Vliegend Blaadje
KLEINE COURANT
VOOR HELDER NIEUWEDIEP EN TEXEL
Ho 2343.
Dinsdag 30 Juli 1896.
28«te Jaargang.
Bureau: Zuidatraai.
Telefoonn". 88.
Bureau: Spoorstraat.
Telefoonn. 61.
Abonnement
p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., met Zondagsbl. 80 Ct.
id. franco per post 75 idem f 1.12
id. voor het Bnitenland f 1.25,idem f 2.00.
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgever*: BERKHOUT k Co., te Helder.
Buraaux SPOORSTRAAT tn ZUIDSTRAAT.
Advertentien
ran 1 tot 5 regels25 Cent*
Elke regel meer5
Groots lettere worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
DE VERKIEZINGSSTRIJD.
De dag van morgen ia ongetwijfeld een
gewichtige voor de inwoners der gemeente
Den Helder. Drie zetels in den raad moe
ten bezet worden en 't staat aan de burgerjj
de mannen te kiezen, welken zjj deze eer
waardig keurt.
Dat ge de couranten gelezen hebt, is
buiten twjjfel, want daardoor verkrijgt ge
voorlichting, raad en leiding. Eerst zjjn
de officiëele lichamen gekomen en hebben
u beleefd verzocht uwe stemmen uit te
brengen op de door hen geBtelde candidaten.
Hnnne taal was eenvoudig en waardig,
maar gaf ons, helaas, niet veel licht om
trent de voortreffelijke eigenschappen der
candidaten. Maar geen nood, er is voor de
noodige aanvulling de meeste zorg gedragen.
Leest maar met aandacht wat er wordt
medegedeeld door »een aantal kiezers",
»vele kiezers", >leden eener feestcommissie",
Hendrik Vrédeoord en Willem Oranjes",
vele niet-liberale kiezers", >een groot
aantal kiezers uit den burgerstand", enz.,
en ge komt spoedig op de hoogte, 't Hart
■laat bjj den lezer hooger en zwelt van
edelen trots, wanneer hg verneemt welke
eminente mannen, mannen uit een stuk,
practische mannen, onafhankelijke mannen,
mannen met een juist oordeel en helderen
blik, mannen die de behoeften der gemeente
en gemeentenaren op hun duimpje kennen,
we in ons midden hebben, 't Zou ons
niet verwonderen dat de bedoelde mannen
met verbazing de schitterende hoedanig
heden lazen, die hun in de aanbevelingen
worden toegekend en menigeen onder hen
onwillekeurig den uitroep liet hooren»Ik
heb nooit geweten, dat ik zoo knap was".
Ouder al de bloemen, ontloken op het
Verkiezingsveld, merkten we, tot onzen
■P0t, een klein slangetje op, dat sissend
den kop heen en weer draaide, om zjjn
gif links en rechts te spuwen, en, o gruwel,
daarbij de poëzie misbruikte, 't Wu voor
den lichtzoekenden lezer alsof een schrille
dissonant in de Harmonie der Spheren
werd gehoord.
Onze burgerij is nu toch wel vast en
stellig overtuigd, dat we niet verlegen
behoeven te staan op den verkiezingsdag
en maar voor 't grjjpen hebben. Maar zoo
als 't meermalen gaat, de overvloed maakt
een keus somtjjds moeieljjk. De kiezers
kunnen daardoor wel in de positie komen
van een dame, die stof voor een nieuwe
japon wil koopen en maar tot geen beslnit
kan komen, daar 't eene patroon nog beel
deriger, nog snoeaiger is dan 't andere.
O, konden we den Gordiaanschen knoop
maar doorhakken, door alle zes de candi
daten in den raad te brengen! Maar dat
wordt ons belet door den wetgever, die
ons slechts vergunnen wil er drie te kiezen.
Komaan, waarde lezers, voedt en ver
kwikt u met de verkiezingslectuur, u aan
geboden in couranten en strooibiljetten,
•n hebt ge u alzoo ernstig voorbereid voor
't gewichtige werk, doet dan een keus,
een keus zooals verstand en hart u ingeeft.
Laat u niet verlokken door 't zoetvleiende
stemmetje, dat u op liefeljjken toon toe
fluistert: »Pluk mjjn! Pluk mjjn!" en
weest niet zoo gek om alles te gelooven
wat iemand die met zjjn candidaat dweept
u wellicht ter goeder trouw wil
wjjamaken.
Als men u bjjv. in ernst voorspiegelt
dat deze of gene candidaat de drukkende
belatlingen zal verminderen, gebruikt dan
uw gezond verstand en laat die bewonderaar
u eerst eens uitleggen hoe dat zal geschie
den, eer gjj er iets van gelooft. We ver-
meenen dat zoo iets den bewonderaar niet
zoo gemakkeljjk zou vallen. Denk bjj zoo
iets aan 't oude rjjmpje:
De voog'laar, op bedriegen uit,
Den vogel lokt met zoet gefluit.
We nemen 't echter niet zoo heel erg
op, denkende, dat men in de verkiezings
rage wat door de vingers moet zien en
niet ieder woord op een goudschaaltje
wegen.
'tDoet ons genoegen, dat ook de men-
schen, die buiten de gemeente Den Helder
wonen, vernomen hebben welke specialitei
ten hier gevonden worden, 't Zal onze
woonplaats wat rehabiliteeren, en waarlijk,
een kleine rehabilitatie komt ons nieton-
gewenscht voor.
Komaan, brave kiezers, toont nu eens
bjj deze gelegenheid wakkere mannen te
zjjn, mannen die ernstig over de belangen
hunner woonplaats hebben nagedacht. Ver
geet daarbjj niet, dat zjj, die in de laads-
zaal door uwen wil en uwe keuze zitting
nemen, u en uwe belangen vertegenwoor
digen. Dien gjj afvaardigt om de gemeente
belangen te behartigen moet zjjn een
fatsoenljjk man, een ernstig man, een man
op wien zelfs geen smet kleeft.
Er is den kiezers zoo vaak, en met grond,
verweten, dat ze voor een groot deel schit
teren door hunne afwezigheid. Loochenstraf
ditmaal die beschuldiging door, al kost 't
u eenige moeite, naar de stembus tegaau
eu door de inlevering van uw stembiljet
te toonen, dat gjj tot de overtuiging zjjt
gekomen
Kiesrecht Is tevens kiesplicht.
HIEUW 8TIJDIHGEH.
HELDER, 29 Juli 1895.
De heer K. F. Oortgjjsen alhier is
geslaagd voor het examen in boekhouden
en handelstekenen, uitgeschreven door de
Handelsvereeniging »Mercurius" te Rot
terdam. Zjjne opleiding voor dit vak heeft
hjj aan het Instituut van den heer Vas-
tenou ontvangen. Moest men vroeger, om
zich in dat vak te bekwamen, te Amster
dam studeeren, het bewjj.' is hiermede ge
leverd dat dit evengoed hier kan ge
schieden.
Een bijvoegsel der Staatscourant"
bevat de bjj koninkljjk besluit goedge
keurde statuten vande naamlooze ven
nootschap »Tram Helder-Huisduinen" te
Alkmaar, met een kapitaal van f25,000,
in aandeelen van f 1000, die in halve en
kwart kunnen gesplitst worden22 aan
deelen zjjn genomen, de overige 3 moeten
geplaatst zjjn vóór 1 Jan. 1899. Directeur
de heer J. Pot, commissarissen zjjn de
heeren J. Smit, V. J. Leis en B. Pot Azu.
Het Hbld." verneemt, dat de HolL
IJzeren Spoorwegmjj. proeven gaat nemen
met de verlichting van waggons door mid
del van acetyleen-licht.
Men meldt nit Den Haag:
Ongeveer een jaar geleden werd hier
ter stede in eene der drukste winkelzaken
de tweede bediende ontslagen, als verdacht
van oneerlijkheid.
Yoor korten tjjd bleek het echter aan
de eigenares dat de eerste bediende, een
man, die bgna 20 jaren in de zaak werk
zaam was geweest, zich aan diefstal schul
dig maakte. Hg werd gearresteerd en be
kende ook den diefstal, waarvan zjjn mede-
bediende verdacht was geworden, 't Bleek
verder, dat hg een heel aardig bedrag op
de spaarbank bad staan.
De vroegere bediende, die nog steeds
zonder werk was, werd in de plaats van
den dief als eerste bediende aangenomen
en troont nu weder in den bekenden win
kel als van ouds.
Omtrent de arrestatie van den bur
gemeester van Nieuwepekela, meldt de »N.
Winschoter Ct.":
Donderdagmiddag werd per rgttrig ge
vankelijk binnengebracht en ter beschik
king van den officier van justitie gesteld
de heer K. Dik, burgemeester van en
wonende te Nieuwepekela, verdacht van
verduistering van zich onder zijne berus
ting, als voogd over zekeren E. de Groot,
bevindende gelden.
Na verhoor voor den rechter-commis-
saris, belast met de instructie der straf
zaken, ia de verdachte overgebracht naar
het huis van bewaring.
De heer Dik, die tevens lid der provin
ciale Staten is, werdt ten zjjnen huize ge
arresteerd door den kapt, der kon. maré-
chaussée, geassisteerd door den wacht
meester D. Lawerman en den brigadier
R. Bouwman.
Nederlandsche Zeeroovers.
Naar aanleiding der door het „Handelsblad"
beweerde overrompeling van de Terschellinger
sleepboot »Adsistent" door de visschers van
Paesens en Moddergat, wordt het volgende
nit Moddergat aan den «Standaard" geschréven,
dat wjj, gedachtig aan het „boor en weder
hoor", hieronder mededeelen:
•Zondag 14 Juli strandde in de nabijheid
van Engelschmansplaat het Noorsche schip
„Talisman" (geen stoomschip), beladen met hout.
De reddingsboot van Schiermonnikoog, ge
trokken door de sleepboot Adsistent^ was
spoedig ter plaatse; maar even later was de
reddingsboot van Moddergat er ook.
.De schoener «Talisman" sat op een ge
vaarlijke plaats. Geen der beide reddings
booten durfde dan ook in het eerste oogenblik
het bedreigde schip naderen. Om toch al het
mogelijke te beproeven, voer de kapitein der
Moddergatsche reddingsboot met zijn eigen
visschersvaartuig een paar malen langs het
schip. De gang naar het schip zou een moei
lijke wezen, maar omdat hem meermalen ter
oore was gekomen, dat zjjn boot niemendal
beteekende, waagde hij het. In de branding
wierp hij het anker uit, en ging nu met de
reddingsboot twee malen onder de boegspriet
van den schoener door. Daar echter de be
manning weigerde het schip te verlaten, ging
men naar de reedo terug.
Den volgenden mogen ging één der blazers
van M. weer poolshoogte nemen. Deze mocht
het genoegen smaken don kapitein en vier
matrozen aan wal te brengen. De stuurman
weigerde halsstarrig. Toch koos hjj, toen de
anderen vertrokken waren, eieren voor zjjn
geld en ging met de boot naar Schiermon
nikoog.
Yan dit alles werd de burgemeester ver
wittigd. Deze kwam onmiddellijk naar Mod
dergat om orde op de zaken te stellen. In over
leg met den kapitein gaf hjj last aan de vis
schers, om de lading aan onze kust te bren
gen. Niet denzelfden middag, maar den vol
genden morgen ging de visschersvloot heen
om te bergen, wat voorloopig geborgen moest
worden.
Pas waren zjj met dit eerste, tuigage, enz.,
aan wal, of daar komt het bericht, dat er een
boot bjj de «Talisman" is, die haar op sleep
touw wil nemon. Onze zeelui lieten dit echter
niet begaan. Zoo snel als het kon, werd er
in overleg getreden met de politie, hoe te
handelen. Hun werd aangeraden er heen te
gaan. Zoo spoedig mogelijk gingen ze nu de
boot opzoeken. En wat zagen ze? Het schip,
dat zjj voor anker gelegd hadden, werd moe
genomen. De ketting was verbroken. Het hun
toevertrouwde werd hun ontvoerd.
De jongste matrozen, die in de voorhoede
waren, en wier bloed het snelst door de
aderen vloeit, sprongen over, om zoodoende
den kapitein te noodzaken, zjjn voornemen te
laten varen. Dreigementen werden er gedaan
en aan den kapitein op den man af gevraagd,
wie de ketting doorgebroken had. De gezag
voerder hield zich onkundig, wat natuurlijk
de verstandhouding niet beter maakte. Toen
echter de laatste pramen aankwamen, was de
eerste opwinding al weer bedaard; want van
messen, dreigementen om over boord te wer
pen, van een dwangbevel of ingeval van
weigering, moord bjj nacht, is den laatst aan-
gekomenen niets bekend. AUeen, en dit is
natuurlijk, werd hem bevolen, om den schoener
te brengen ter plaatse, waar de sleepboot hem
gevonden had. Dit laatste is den volgenden
dag gebeurd, en, alsof men weer goed wilde
maken, wat men bedorven had, braoht men
de «Talisman" aanmerkelijk dichter aan de
kust.
U üet dus, M. de R., dat niet door de
bevolking van Moddergat zeeroof is gepleegd.
Het eenige waarin zjj te berispen zijn, is dit:
dat zjj hunnen geest niet beheerschten, toen
een ander het hun toevertrouwde goed wilde
ontnemen.
Eene opmerking zjj mjj nog veroorloofd.
Zou de berichtgever uit het Handelsblad"
ook kunnen vertellen, waarom de boot zoo
snel op het schip afkwam, toen het vastzat,
en waarom zjj geen hulp verleende, toen de
schoener met de noodvlag in top langs de
kust laveerde?
Dit is zeker, dat de kapitein van de •Ta
lisman" meer menscbenliefde heeft onder
vonden en nog ondervindt van de bewoners
van Moddergat, dan van de bemanning van
de boot, die hem voorbijvoer, toen de nood
aan den man was."
Maassluis in rouw.
Maandag is door de bidders den inge
zetenen van Maassluis bekend gemaakt,
dat de geheele bemanning van den logger
•Rotterdam" naar alle waarschgnlgkneid
in de golven is omgekomen.
Zootus »Het Rot ter d. Nieuwsblad" reeds
Zaterdag mededeelde, brachten Maaaalui-
sche visschers een kistje en een naambord
mede, dat zjj in de Noordzee nabjj de
Engelsche kost drjjvende hadden gevonden
en welke voorwerpen afkomstig zjjn van
den logger Rotterdam."
De bemanning bestond uit 13 koppen,
te weten:
H. Voe, schipper, gehuwd.
L. Visser, matroos, gehuwd.
J. Bergwerf, matroos, gehuwd.
A. Vroombout, matroos, gehuwd.
A. Huisman, matroos, gehuwd.
A. van der Gaag, matroos, gehuwd, allen
wonende te Maassluis.
J. Zeeman, matroos, gehuwd, wonende
te Terheide (Westland).
A. O versloot, oudste, gehuwd, wonende te
'8 Gravenzande.
B. Wapperon, oudste, wonende te Rot
terdam.
J. van Djjk, jongste.
J. Verhaal, reepschieter, beiden wonende
te Maassluis.
J. N. Laag, afhouder, wonende te Oost-
voorne.
Joh. van der Gaag, matroos, wonende te
Maassluis.
Het schip vertrok 2 April ter beug- en
haringvisscherjj en keerde den 4en Mei
terng wegens ziekte van een der opvarenden
(zoon van genoemden J. Zeeman). Den 7n
vertrok het weder naar zee met 1 kop
minder, aangezien de stuurman (G. Vroom
bout) ongesteld was geworden, (de beman
ning bestaat altjjd uit 14 koppen).
Voor den zieke ging mede. B. Wapperon
van Rotterdam.
Volgens ingewonnen informatie heeft
schipper De Ligt (van een logger te Vlaar-
dingen) den 16n Mei drie bommen en een
logger in zjjne nabjjheid gezienzjjn «chip
en genoemde vaartuigen nebben dien dag
veel te verduren gehad; twee bommen heeft
hjj daarna weer gezien, zoodat een bom
en een logger, vermoedeljjk de «Rotterdam"
vergaan zjjn.
Het schip behoorde aan de reederjj de
Maatschappjj voor Zeevisscherjj te Maassluis.
Tal van weduwen treuren weder over
het verlies harer echtgenooten en vele
kinderen weenen over den dood van hun
beminden vader, die, ver van huis, in dien
verschrikkelgken orkaan het leven liet.
Omtrent een ongeval op de exerci
tieplaats te Rendsburg, waar driemaal
zestien man door den bliksem werden ge
troffen, wordt gemeld, dat het hemelvuur
zich over de geweren vaneen gelid voort
plantte en tegeljjker tjjd de gelederen voor
en achter tegen den grond wierp. De zei-
tien geweren van het middelste gelid wer
den alle gescheurd; de laatste man van
het gelid had geen geweer en door hem
werd de bliksem naar den grond geleid.
Hij was onmiddelljjk dood. Zjjn geheele
lichaam was bedekt met blauwe en groene
plekken. Een persoon werd aan den slaap
gewond, terwjjl zjjn bril geheel wegsmolt.
Alle getroffen manschappen hadden pjjn
in de beenen.
Een mjjngasontploffiog.
Bochum, 25 JulL In de schacht >Prinz
von Preussen" had gister een mjjngas-
ontploffing plaats. Tot elf uur des avonds
waren 20 ljjken nit de mjjn opgehaald
tien of twaalf moeten er nog in de mjjn
zjjn. In het hospitaal zjjn 9 gewonden op
genomen. De vierde mjjngang van de door
het ongeluk getroffen schacht is ingestort.
Bochum, 26 Juli. Hedenmorgen om
halfzes waren 82 ljjken van mgnwerkers,
die verongelukt zjjn bjj de ontploffing in
de schacht >Prinz von Preussen," gevon
den. De ontdekking der ljjken gaat met
groote moeiljjkbeden gepaard. Aan den
ingang der schacht hebben hartroerends
tafereelen plaats.
Engeland.
De verkiezingen zjjn in Engeland zeer
kostbaar. Men weet nog niet hoeveel de
koeten der tegenwoordige bedragen hebben,
maar zeker zal het niet minder zjjn dan
35 k 37 millioen golden. De verkiezingen
van 1874, die beroemd gebleven zjjn, ornaat
zjj zoo goedkoop waren, kosten 13.100.000
gulden, maar die van 1886 kwamen op
bgna 27 millioen te staan. Daar er ongeveer
5 milioen kiezers zjjn in Engeland, komt
iedere stem, voor of tegen, den candidaten
gemiddeld op ll/t gulden. En als vergoeding
krjjgt men niets, zelfs geen 200 gulden
per jaar.
Heldersche Moppen.
De gelijkenis Tan 6e tram.
Vrouwlief pruilt. Zjj verboeldt «ich, terecht
of ten onrechte, dat haar Albert haar sedert kort
schandeljjk verwaarloost, geenerlei kleine atten
ties meer voor baar heeft, haar nooit meer
eens „aanhaalt," enz. enz. Recht daideljjk laat
ze hem hierover, terwjjl hjj met eon sigaar ia
de tuinkamer zit te lezen, haar ongenoegen
voelen.
.Vroeger was je heel andera 1" klinkt het
snikkend. „Je houdt zeker niet meer vaa
me"
•Hoe dat zoo?" is zjjn nuchtere vraag.
„Wel, omdat je niets aardig tegen me bent,
en en Hier brak de tranenvloed
los.
Bedaard stond hjj op, wierp zjjn sigaar weg
en leidde zjjn vrouwtje naar het venster.
„Zie je die tram daar rjjden, lieve P'
•Ja zeker!" snikte ze.
•En zie je dien man, die hem tracht ia te
halen 7'
„Och ja I Wat zou dat 7'
•En zie je wel hoe hjj elke spier inspant
om de tram nog te pakken Hoor je wel hoe
hjj uit allo macht den oonducteur toeroept,—
kortomzie je hoe hjj zjjn uiterste best doet
om de tram te doen stoppen
•Jawel, jawelzeide het vrouwtje, bran
dend nieuwsgierig, „maar wat ter we
reld
„Eén oogenblik nog, lieveKjjk nu nog eens
Hjj heeft nu inderdaad zjjn tram gepakt en
zit binnen in te rusten van zjjn rennen en
schreeuwen, maar met een geheel andere
facie. Kjjk lieve 1" dus besloot hjj, terwjjl hjj
hare tranen wegkuste „in precies hetzelfde
geval verkeer ik: ik heb ook mjjn tram ge-
P«ht"
Marine en Leger.
De minister van marine heeft t
gebracht, dat de zeemiliciens van de lichting
van 1894 in het voorjaar van 1896 tot het
EEN ONVERSTANDIGE
BELOFTE.
(S9
Goen trek in het gelaat des barons, die
zich bewooghjj sloeg den blik niet neer
hoog opgericht stond hjj tegenover den vrager.
•Ik kan het!" zeide hjj met vaste stem.
„Goed, ik geloof u, en Ida moet u geloof
schenken."
•Zal zjj het doen Het iB niet aan te
nemen. Mjj echter moet het onder deze ver
houding drukkend en pjjnljjk zjjn, u nog verder
te vergezellen. Ik ben de verloofde van Ida,
ik heb uw woorden
„Dat zal en moet andere worden, gjj hebt
geljjk," viel de vryheer hom in de rode. „Ik
heb reeds te lang gedraald, in dien onhoud-
baren toestand verandering to brengen en mjjn
wil door te drjjven, en gjj hebt het recht,
zoowel het een als het ander te eischen."
„Gjj wilt Ida dwingen
„Ik hoop dat zulks onnoodig zal bljjken;
Ida zal zich in het onvermjjdeljjko schikken
zjj heeft tjjd genoeg gehad, zich daarop voor
te bereiden."
„De afkeer, die zjj voor mjj aan den dag
legt....."
•Zal wel niet terstond in gehechtheid ver
anderen, maar ik twjjfel niet, dat gjj in den
loop des tjjda hare genegenheid zult ver-
•De schuld zal niet aan mjj liggen, wanneer
mjj dit niet gelukt," zeide de baron kalm. «Ik
denk ook, wanneer de verloving officiéél iB,
dat Ida de waarheid er van zal inzien, en
kent zjj mjj eerst goed, dan aal zjj mjj ook
hare achting niet onthouden."
•Dan willen wjj het beste hopen," zeide de
oude heer. »Het ware mjj aangenaam geweest,
wanneer gjj zelf het jawoord van Ida ver
kregen hadt; maar daar valt na niet meer
aan te denken. Laat mjj nog eenige dagen
tjjd, opdat ik mjjne dochter voorbereiden kan
oefen geduld tot wjj in Rome zjjn, daar zal
eene beslissing plaats vinden."
De baron draaide peinzend non de punten
van zjjn knevelzjjn blik volgde iedere be
weging van den ouden heer, die met langzame
schreden heen en weer liep.
„En wanneer nu de afkeer van Ida zoo
groot ware, dat zjj er geen meester van kon
worden 7' zeide hjj.
„Ik geloof, dat die bezorgdheid ongegrond
is."
•En toch moeton wjj ook dit geval niet
over het hoofd zien. Ik kan en zal Ida niet
dwingen, tegen haar wil met mjj voor het
altaar te treden; zoowel voor haar als voor
mjj zou daaruit een hoogst ongelukkig huwe
lijk ontstaan. In dit geval waart gjj niet in
de gelegenheid, uw woord te kunneu inlossen."
„Gjj wilt daarmede vermoedeljjk te ver
staan geven, dat mjjn woord niet alleen op
de hand mjjner dochter, maar ook op mjjn ver
mogen betrekking had!"
„Dat lag niet im mjjne bedoeling, maar nu
gjj zelf er mjj opmerkzaam op maakt, kunnen
wjj over dit punt immers openhartig spreken,"
zeide de baron, terwjjl hjj het lorgnet op zjjn
neus zette. „Ik heb u de grootte van mjjn
vermogen nimmer geheim gehouden bjj den
dood mjjns vaders kendet gjj het beter dan
ik. Het landgoed, mjj door hom nagelaten,
was zwaar met scholden belast; het bracht
ternauwernood zooveel op, dat de renten ge
dekt kondon worden. Gjj riedt mjj toen, mjj
met de exploitatie van het goed to belasten,
„Het zou beter zjju geweest, zoo gjj mjjn
raad hadt gevolgd; gjj zoudt u daardoor met
een werkzaam leven vertrouwd gemaakt en
misschien toch het tot iets gebracht hebben."
„Misschienzeide de baron met samen
getrokken wenkbrauwen. «Om deze hoop te
mogen koesteren, had ik oen beter landbouwer
moeten zjjn, dan ik benbovendien is het
een drukkend gevoel, met schulden te moeten
aanvangen, en slechts voor die schulden te
moeten arbeiden. Iets anders ware het, wanneer
het goed vrjj van schulden was
•En dit hoopt gjj door Ida's huweljjksgift
te bereiken?"
„Openhartig beleden, jaWaarom zou ik
het u verhelen, dat ik op die huweljjksgift
gerekend heb
„Sedert zullen uwe schulden wel niet ver
minderd zjjn?"
•Ik zag mjj gedwongen, na en dan tot eene
leening mjjn toevlucht to nemen."
Afkeurend schudde de oude heer het hoofd
de handen op den rug gekruist, was hjj voor
den baron bljjven staan, die hem met onver-
anderlijke kalmte in het gelaat staarde.
•Ik heb mjj dit kannen denken," zeide hjj,
•maar goloof daarom niet, dat ik het ook
billjjk. Zelfstandig is de mensch, en ook den
adel strekt de arbeid tot geen schande, wan
neer hjj met den stand, dien men inneemt, in
overeenstemming is. Gjj hadt reeds vroeger nit
dienst mooten treden, maar uw vader wilde
het niet."
•En nu is het te laat."
„Gjj hebt er dus steeds op gerekend, dat
mjjn vermogen eenmaal het uwe zal worden
■En had ik geen recht op die verwachting
Hebt gjj zelf mjj niet herhaalde malen ge
zegd, dat ik er mjj op verlaten mocht, dat
iii h« aan mjjn vader verpande woord zoudt
;_ip En wanneer ik mjj na met dit ver
trouwen kon vleien, mocht ik dan niet met
kalmte de toekomst tegemoet zien?"
Over het ernstige, trouwhartige gelaat des
vrjj heers gloed ®en trek van misnoegdheid;
hjj scheen toch niet verwacht te hebben, dat
de baron de geldeljjke aangelegenheid op den
voorgrond plaatste.
•Welnu dan, mocht Ida inderdaad weigeren,
zich naar mjjn wil te gedragen, dan zal ik,
wat het zoo even besprokene aangaat, toch
mjjn woord gestand doen," zeide hjj. „Wjj
spreken daarover nader, wanneer dit geval,
aan welks mogeljjkheid ik nog nog niet ge
looven kan of wil, is ingetreden. Nogmaals,
baron, heb geduld, tot wjj in Rome zjjn;
laten wjj gedurende nog eenige dagen Ida's
rouw om den doode, dien zjj bemind heeft,
eerbiedigen."
De baron stond op, haalde zjjn koker uit
den zak eu nam er een sigaar uit.
„En wanneer w©nacht gjj te vertrekken 7'
vroeg hjj.
•Morgen."
•Naar Venetië 7'
•Ja."
■Het is goedik zal de noodige maatrege
len nemen alleen zou ik nog maar wenschen,
dat Ida voortaan wat meer vertrouwen in mjj
stellen en haar wantrouwen een einde nemen
wilde."
„Ik zal ornstig met haar sprekensedert
gjj mjj uw woord van eer hebt gegeven, voel
ik veiliger grond onder mjjne voeten."
De baron vcrwjjderde zich zegevierend; weder
had hjj een overwinning behaald.
Maar hjj was niet zoo lichtzinnig om in
de onfeilbaarheid zjjner plannen een blind
vertrouwen te stellenhjj wist maar al te
wel, dat zjjn schoone tegenstandster in stilte
rusteloos bezig was, en dat hjj door de ver-
a zjjn
had te voor»chjjn geroepen, die zich eens
klaps boven zjjn hoofd samenpakten enalzjja
plannen in duigen konden werpen.
Hjj was sjjn kamer binnengetreden, om
daarover na te denken, toen hjj een zacht
kloppen vernameen oogenblik later stond
een kleine, sohrale man voor hem, die hem
een merljjk toegevouwen briefje overhandigde.
De enveloppe droeg zjjn adres; hn opende
haar en haalde een welriekend briefje er nit
te voorschjjn.
•Ik zend n mjjn laatsten groet," las hjj
„de man, die hem brengt, is vertrouwbaar ea
aan mjj bjjzonder gehecht; kont gjj zjjn diens
ten in uw belang aanwenden, dan kunt gjj
op hem bouwen als op oen rotsik sta voor
hem in."
„Manuela."
De baron sloeg een onderzoekenden blik op
don aanbevolen».
Ondanks sjjn geringen lichaamsbouw, scheen
de breedgeschouderde man de spierkracht vaa
een stier te boxitten. Zjjn olijfkleurig, door
een zwarten baard omljjst gezicht was evea
knokkerig als sjjn geheele gestalte, en breeds
gouden ringen in rijn ooren droegon er niet
toe bjj, de leeljjkheid vaa dit uiterljjk te ver
minderen.
Maar ondanks dit alles lag er iets in da
loerende oogeu van dien man, dat vertrouwen
kon inboezemenon, nevens de wildheid van
den tjjger en de elawheid van den vos, da
trouw van den hond.
(Wordt vervolgd.)