't Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL. "E^TT
Ho 2346.
Zaterdag 10 Angnstng 1895.
23»te Jaargang.'
Bureau: Zuidstraat.
Talefoonn". 63.
Abonnement
p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., met Zondagsbl. 80 Ct.
id. franco per poet 75 idem f 1.12
id. voor het Buitenland f 1.25, idem f 2.00.
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BERKHOUT ft Co., te Helder.
Btiruux SPOORSTRAAT «i ZUIDSTRAAT
AdvertenttSri
van 1 tot 5 regels25 C*nt.
Elke regel meer 5
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
KALENDER DER WEEK.
Opkomat der Zon 4 u. 37 m.
Onderg. 7 n. 82 m.
AUGUSTUS, (Oogstmaand 31 dagen.)
Zondag 11
Maandag 12
Dinsdag 13 Laatste Kwartier.
Woensdag 14
Donderdag 15 Maria-Hemel vaart.
Vrydag 16
Zaterdag 17
NIEUWSTIJDINGEN.
HELDER, 9 Aug. 1895.
De heer H. Daarnhouwer, die ge
durende 50 jaren als Hoofd eener school
in deze gemeente werkzaam was en sedert
1886 zjjne dagen in ruste te Alkmaar
doorbrengt, trad op gisteren, 8 dezer, zjjn
De goedkoope Volkstrein uit Rotter
dam, Den Haag enz., bracht hier Woensdag
jl. ruim 900 personen aan.
Gelukkig was het dien dag goed weder,
zoo dat het heel wat levendigheid gaf langs
onze straten.
Van een onzer elders wonende abonné's
ontvingen we heden bet volgend artikel, met
uitdrukkelijk verzoek, om het, opdat er des
te meer aandacht op zal vallen, te plaatsen
onder de nieuwstijdingen uit deze gemeente.
«Met onverdeelde belangstelling nam ik
dezer dagen kennis van 'tgeen er ten uwent
in eene zitting van den Gemeenteraad is ge
sproken over de onrustbarende vervuiling van
den bodem in uwe gemeente. Dat is m. i. eene
zóó ernstige zaak, dat ik u aanbeveel, om ook
in uwe conrant daarop de algemeene aandacht
te vestigen. Als onderscheidene Raadsleden
en ook de volijverige Burgemeester daarover
op die wijze spreken, dan is er ongetwijfeld
gevaar voor de volksgezondheid. En daarom
zou ik den Raad aanbevolen om, hoeveel het
ook moge kosten, zoo spoedig mogelijk maat
regelen te nemen om het gevaar ai te wenden.
Uit mijne ervaring, in verschillende doelen des
lands opgedaan, weet ik, hoe ellendige ge
volgen er nit kunnen voortvloeien, als men
verzuimt intijds het dreigend gevaar te be
zweren. Ik behoef, om mijn betoog kracht bjj
te zetten, zeker niet aan de ellende van eene
plaatselijke typhus-epidemie te herinneren. De
maatregelen, die genomen, de offers, die ge
vraagd zullen worden, zullen nogal belangrijk
zgn, doch wat is dit alles, vergeleken bij de
rampen, die uit den voortgang van't bestaande
kwaad noodwendig moeten voortvloeien Men
klaagt bij u sterk over de zeer onaan
gename geuren, die uit de lange gracht, het
Heldersche kanaal genaamd, opstijgen. Aan
genaam zyn die geuren in 't geheel niet, doch
ze zijn zeker niet zoo gevaarlijk als de ver
vuiling van den bodem in en om de erven in
de kom uwer gemeente.
'k Vernam uit het jongste Raadsverslag, dat
het dienstjaar 1894 een batig saldo heeft van
circa elf duizend gulden. Dat is een
niet onaardig overschot, zou ik meenen. Kon
dat nu niet dadelijk aangesproken worden
voor verbetering van den bestaanden, ongun-
stigen toestand? Mij dunkt, als ik ingezetene
uwer gemeente was, ik zou den Raad uit-
noodigen, om, met dat sommetje vóór zich,
maar een begin te maken met de wegneming
op de een of andere wijze van de oor
zaken der verpesting van den bodem, 'tls te
verwachten dat degelijke maatregelen, genomen
om het gevaar af te wenden, bij de bevolking
algemeen bijval zullen vinden.
Mocht de Raad verzuimen 'tis haast
niet te denken 1 om in deze afdoende maat
regelen te nemen, en mocht dan over langer
of korter tijd eene gevreesde epidemie uit
breken, dan zouden zeker in allerijl zeer
kostbare pogingen moeten aangewend worden,
om het kwaad weg te nemen, 't Zou dan eohter
z\jn: den put dempen, als 'tkalf daarin ten
gronde is gegaan. Eer het zóóver komt, wil
ik hoewel geheel belangeloos mijne
waarschuwende stem voegen bij 'tgeen door
«enigen uwer Raadsleden en door uwen ge-
achten Burgemeester in de jongstgehouden
zitting van den Gemeenteraad werd aange
voerd. Uitstel is hoogst gevaarlijk en zeer
onvoorzichtig, waar het een zoo groot volks
belang geldt, als dat der volksgezondheid."
(Aan de plaatsing van bovenstaande regelen
voegen wjj toe een betuiging van dank voor
de belangstelling, die een bewoner eener
andere gemeente aan de plaats onzer inwo
ning heeft gewyd, en de uitdrukking van den
wensch, dat zyn ernstig, waarschuwend woord
moge bijdragen, om het dringend gevaar nog
intyds te keeren. (De Redactie.
Uit Vlisaingen meldt men
Woensdagavond is in zee op de hoogte
van de Wielingen bjj het overbrengen
van loodsen van den een naar den anderen
Belgischen loodsschoener, de loodsboot om
geslagen. Een loods en twee matrozen
redden zich, terwjjl de loods A. F. Raekel-
boom in de diepte verdween. De onge
lukkige laat een vrouw en 5 kinderen na.
Inbraak en brandstichting!
Te Krommenie werd Zondagnacht ten
één ure bjj den gemeenteveldwachter in
gebroken en daarna met petroleum het
huis in brand gestoken. Uit de ladetafel
werd een doosje met f 1000 vermist.
Spoedig sloegen de vlammen uit een
openstaand raam naar buiten. De man
was voor dienstzaken uit. Vrouw en kin
deren snelden op straat. Vóór een der spui
ten aanwezig was, was de brand door de
beer J. Van Wermeskerken, die zich daar
toe binnen het brandende perceel begaf, ge-
bluscht.
Zoo'n leelijke aap
Dezelfde aap 'n echte aapdie
deze dagen in >Artis" een beer van zgn
valschen knevel zou hebben beroofd, heeft
een nieuwe kwajongensstreek uitgehaald.
Voor de apenkooi stond een echtpaar zich
onschuldig te amuseeren over de allerdolste
grappen, die onze »natuurgenooten" boe
gek, dat er nog maar altijd apen worden
geboren uithaalden, 't Was warmpjes,
een van die broeierige dagen, dat de menscb,
zonder dat hji iets uitvoert, bet zweet
door alle poriën dringt. De oude heer had
zich blgkbaar door het lachen wat veel
ingespannenalthans op een gegeven
oogenblik nam hij zgn hoed in de band
en wiscbte met zgn zjjden foulard het
eerbiedwaardige hoofd af. Van ditoogenblik
maakte de schalk van 'n aap, in wiens
vierde of v jjfde geslacht bepaald een kapper
schuilt, gebruik om met een vluggen greep
zgn goedlachschen bewonderaar in bet haar
te grjjpen, eno schrik, de oude
heer was als gescalpeerdzgn schedel
«wit-opglimmend," zou een Nieuwe-
Gidser zeggen.
«Wat n knie, er is geen haartje meer
op 1" hoorde we het een Amsterdammer,
geen impressionist, uitgieren Wjj had
den medeljjden met den haarloozen ouden
heer. Hg stond daar als een arme zondaar
naast zgn gade en kreeg pas zgn tegen
woordigheid van geest terug, toen deze
hem toebeetMaar wanneer zet je dan
toch je hoed op terwgl ze woedende
blikken wierp naar den leelgken aap, die
haars mans pruik had opgezet en zoo
ondeugend met oogen en tanden weerlichtte,
alsof hg het komische van den toestand
ten volle genoot.
Er zgn nog altjjd menschen, die geen
couranten lezen!
Een reeds bejaarde landbouwer, die
Maandag de Utrechtsche paardenmarkt be
zocht, blgkbaar met de bedoeling om er
een bruintje te koopen, geraakte al spoedig
in zulk een opgeruimde stemming, dat hg,
de noodige voorzichtigheid uit het oog
verliezende, aan een ieder, die het maar
hooren wilde, vertelde dat hjj geld genoeg
bjj zich had, om als hjj wilde, wel zes
paarden te kunnen koopen. Natuurljjk
bleven de gevolgen dezer onvoorzichtigheid
niet uit, want kort, nadat het boertje weer
:ns op zgn rijkdom had gesnoefd, werd
jj aangesproken door een paardenkooper,
die onder voorgeven van een mooi paard
voor hem te hebben, hem eene tapperjj
binnenloosde, tot kaartspelen wist over te
halen en hem in weinige oogenblikken
f150 af won, waarbjj het zeker niet zou
zgn gebleven, indien niet de gewaande
paardenkooper onraad had geroken en er
ijlings van door was gegaan. Te laat be
merkte het boertje met wien hjj te doen
had gehad, en toen van de kwartjesvinder
geen spoor meer was te vinden, bleef hem
niet anders over, dan om zonder paarden
f 150 armer, maar weder naar moeder de
vrouw terug te keeren.
De arrondissements-rechtbank te
's Hertogenbosch veroordeelde M. B
oud 50 jaar, landbouwer, geboren te Beek
en wonende te Vljjmen, wegens moedwil-
ligen doodslag op zgn vrouw, die hjj met
een geweer had neergeschoten, tot 12 jaar
Men schrjjft uit ScheveningenDe
hoop dat de bomschuit Arie en Daniël,
schipper A. v. d. Zwan, ondanks de onheil
spellende geruchten toch nog zou weder-
keeren, wordt met den dag flauwer.
De schipper van eene andere bomschuit,
die, naar men beweerde, de Arie en
Daniël na den Meistorm zou gezien heb
ben, kon bjj zijne aankomst niets met
zekerheid getuigen.
Door een waarzegster in het ongeluk
gestort I
«Morgenster" heeft het in zjjn Amaterdam-
schen brief in het «Dgbl." o.a. over de waar
zegsters, die het tegenwoordig zoo druk hebben,
dat zjj koffiedik te kort koraeD.
Het is werkeljjk ontzettend, zegt hjj, zooals
dat bedrjjf in Amsterdam bloeit. De menschen
leiden er een goed leventje van en geven een
vrjj aanzienljjke som aan advertentiën in ver
schillende dagbladen nit.
De slachtoffers van dit bedrog zjjn meestal
arme dienstmeisjes, die tot deze vrouwen,
welke alle erfgenamen zjjn van de wereldbe
roemde boeken van den ouden Yan Stephen,
haar toevlucht nemen om te hooren, welke
middelen zjj moeten aanwendon om een vrjjer
te krjjgen ofveel geld 1
Aan vrjjgevigheid ontbreekt het deze pro
fetessen maar zelden, en de middelen, die zjj
voorschrijven, zjjn niet alleen voldoende voor
een vrjjer óf veel geld, maar meeBtal voor een
vrjjer èn veel geld.
De dienstmaagd eener vrjj bekende familie
is niet lang geleden door zoo'n waarzegster
diep ongelukkig geworden.
Dit jonge meisje had zich ook laten ver
lokken om aan zoo'n vrouw om raad te gaan
vragen. En deze voorspelde haar ontzagljjke
rijkdommen. Hoe zjj ze zou krjjgen, doorspel
of door erfenis, dat wist de juffrouw zelve niet.
Maar zjj zou het geld krjjgen door «een rooien
meneer."
Aangezien het meisje geen «rooien meneer"
in haar familie had, van wien zjj kon hopen
eens te moeten erven, lag het voor de hand,
dat zjj in de loterjj moest spelon bjj «een
rooien meneer." Maar hoe zjj rondkeek en
zocht, zjj vond goen rooien collecteur van de
loterjj, zelfs geen klerk op zoo'n kantoor kon
zjj ontdekken, die ook maar een zweempje van
rood op zjjn hoofd vertoonde.
Daar vernam zjj, dat in een naburige stad
een loterjjhandelaar woonde, die zoo rood was,
zoo vaurrood, als men het maar verlangen
kan. Zjj reisde op haar vrjjen Woensdag heen
en kocht een briefje, een twintigje.
En zie, in de eerste klasse kwam het er
al uit met eigen geld!
Daar heb je 't al 1
Ze ging weer naar de waarzegster en die
feliciteerde haar reeds*Meid, meid, hou vol 1
Laat het geluk je niet ontglippen. Hoe jammer,
dat je maar een twintigje kunt koopen 1"
Dat vond de dienstmaagd ook jammer, en
zjj kocht dan ook vjjf twintigjes, met geld, dat
zjj vau haar meesteres gestolen had!
Nu zucht zjj voor 4 maanden in de gevan
genis en is voor haar geheele leven wellicht
vorloren.
Onderwijzers naar den Transvaal.
De Eerste Volksraad der Zuid-Af rikaan-
sche Republiek heeft bepaald, dat voortaan
onderwijzers, die elders hun diploma ver
wierven, om onderwgs te geven in den
Transvaal, een aanvullingsexamen moeten
afleggen, voornamelijk in bijbelkennis en
muziek.
Sedert de invoering van de nieuwe on
derwijswet werd ook wel reeds zulk een
examen afgenomen, maar door het groote
gebrek aan onderwijzers werd daaraan
weinig de hand gehouden. Deze maatregel
werd indertjjd genomen om den grooten
toevloed van onderwjjzers uit de Kaap
kolonie, die zeer weinig van het Hollandsch
weten, te weren.
Onderwijzers in Nederland, die naar den
Transvaal willen verhuizen, zullen verstan
dig doen, met het besluit van den Volks
raad rekening te houden.
Vreemdelingen in China.
Shanghai, 6 Aug. Een telegram uit
Foochow aan de «Shanghai Mercury" meldt
dat de toestand der Europeanen aldaar
tengevolge van de vjjandige stemming der
ingezetenen kritiek is.
De Chineesche ambtenaren verklaren,
dat zjj machteloos zgn tegenover een even-
tueelen opstand van het gepeupel.
De provincie Tncheng is in oproerhet
gebouw der Amerikaansche zending te
Tungfuh is in brand gestoken.
Per telegraaf zgn kanonneerbooten ge
vraagd ter bescherming der vreemdelingen.
Aangaande den jongsten Christenmoord
in China is nu aan het Britsch Ministerie
van Koloniën het volgend bericht van den
Gouverneur van Hongkong ontvangen.
Deze had zgn bericht wederom van den
bisschop.
Als plaats der onlusten en des misdrgfs
wordt daarin opgegeven Kucheng, honderd
jjlen Noord-Westelijk van Foochow. Vjjf
zendigszusters werden gedood en vgf ge
kwetst. De geheele familie Stewart, uit
jjf of zes personen bestaande, is verdwe
nen.
Een later bericht meldt, dat het geheele
gezin, man, vrouw, zoon en nog zeven an
deren zgn vermoord.
Aan de Chineesche ambassade, te Lon
den, is bericht ontvangen, dat vgf personen
gedood en gewond zgn.
«Times en Herald" hebben telegrammen
ontvangen, die den moord melden van tien
Engelsche onderdanen, onder welke twee
dames Gordon, twee dames Saunders en
de dames Yellow, Marshall en Newcome,
na afschuwelijke martelingen te hebben
ondergaan de moordenaars gebruikten sa
bels en spietsen. De hr. Stewart heeft met
vrouw en kind den dood gevonden in zjjne
woning, die in brand was gestoken. Vier
Engelsche en Amerikaansche zendelingen,
onder wie twee dames, zgn, hoewel zwaar
gewond, ontkomen.
Eene keizerljjke commissie is tot onder
zoek van het gebeurde afgezonden.
Men verneemt nog niet van Engelsche
stappen, bjj de Chineesche Regeering ge
daan, om in deze satisfactie en, wat meer
zegt, betere regeling voor het vervolg te
verkrijgen. De meer dan indolente houding
der Chineesche overheid is ook hier weer
voor een groot deel schuld aan de ramp.
De Vereenigde Staten van Amerika, weet
men, namen de zaak reeds krachtiglgk
ter hand.
Uit Shanghai wordt gemeld, dat onder
de Europeanen aldaar sterke ontroering
en verontwaardiging heerscht, en dat een
groote protest-meeting is belegd.
Ingezsonden.
Huisduinen'* belang.
't Is waar, volkomen waar, dat indertjjd
door don Raad dezer gemeente het besluit is
genomen, om de gemeente-brandspuit no. 3,
gestationneerd in het dorp Huisduinen, to
verplaatsen naar het gehucht »de Kooi," in
den polder «Het Koegras." De uitvoering van
dit besluit is aldus werd dezer dagen door
den Burgemeester in eene openbare Raads
zitting medegedeeld door verschillende om
standigheden bolemmerd. Doch, hoe dit zjj, do
vraag mag nog weleens in 't publiek worden
gedaan, of het voor Huisduinen niet te bejam
meren zou zjjn, als de daar aanwezige brand
spuit werd weggenomen, zonder door een ander
brandbluschmiddel te worden vervangen. In
afgeloopen winter ontstond er, tjjdens den
feilen December-storm, brand in een perceel
aan do Molenbnnrt aldaar, 't Perceel zelve
was door den hevigen wind, vooral op de
vlakte, niet te redden, doch de naburige ge
bouwen, en zelfs de landbouwhoeve van den
heer Terra, verkeerden in ernstig gevaar, dat
zjj door de overwaaiende vonken zouden wor
den aangetast. Ia zulke gevallen is de aanwe
zigheid eener brandspnit in het dorp voor de
bewoners en eigenaars van perceelen aldaar
van zeer groot belang. En nu dat instrument
daar gestationneerd is, gaat het, dunkt mjj,
niet aan, bet weg te voeren naar een ander
deel der gemeente, waar de gebouwen inden
regel lange na niet zoo dicht bjj elkander zjjn
gelegen, en waar bet zelfs mooiljjk zal zjjn,
in den naasten omtrek van het gehucht een
voldoend getal personen te vindon, om als
spuitgasten dienst te doen.
In ieder geval, Hnisduinen's belang brengt
m. i. mede, dat het dorp niet van bet thans
aanwezige brandblnsohmiddel wordt beroofd,
'k Meen, dat de bewoners indertjjd, toen 't
besluit tot verplaatsing genomen was, zich
reeds bjj adres tot den Raad hebben gewend
met het verzoek, om aan hetbeslotene geen
gevolg te geven, andera gezegd: om 't geno
men Raadsbesluit in to trekken. De gewenschte
intrekking heeft echter niet plaats gevonden,
en nn door een der leden van den Raad op
de handhaving en uitvoering er van werd
aangedrongen, verdient het zeker bjj belang
hebbenden wel ernstige overweging, om op
nieuw don Raad uit te noodigon, in Huis-
duinen's belang, bet bezit der gemoonte-brand-
spuit in dat dorp te handhaven. Het bedoelde
Raadsbesluit is toch niet een wet der Perzen
en Mediërs I
Helder, Augustus 1895.
R.
Heldersche Mappen.
- Dame (bjj hot huren van een kinder
meisje) Ik hoop, dat je liefde voor de kinderen
znlt gaan gevoelenmjjn 18-jarige zoon
maakt natnorljjk een uitzondering.
Burgerlijke Stand, gem. Helder.
Vanaf 5 tot en met 7 AoguBtus 1895,
ONDERTROUWD: Geene.
GETROUWD: B. D. do la Hoossajje en
D. Korlf.
BEVALLENJ. HenninkRas, z. A.
WilnerBeneker, d. G. de RoosMangel, d.
A. C. van OsElekint, d. M. J. Hoogeland
Janse, d. N. GrauiïPronk, z. W. R. v. d.
HoevenTjitters, d. C. Wesselde Wjjn, 2 d.
OVERLEDEN: C. Oepts, 1 maand, A.
Linde, 43 jaar. W. Smit, 5 dagen. J. Pomper,
9 maanden. G. Troost, 15 maanden.
Burgerlijke stand, gemeente Texel.
van 31 Jnli tot 6 Aug.
ONDERTROUWD Jan Rab en Christin*
Adolfina Kejjser.
GETROUWD: Geene.
GEBOREN Cornelis, zoon van Gerardos
Cornelius Maria Barhorst en Immetje Maas.
OVERLEDEN: Kors Boon, 79 jaren,
ongehuwd.
Marine en Leger.
Hr. Ms. fregat De Rnyter," dat belangrjjke
herstellingen op 'sRjjkswerf alhier onderging,
is Woensdag jl. onder stoom beproefd en heeft
nitstekend voldaan. Naar wjj vernemen zal
KEN ONVERSTANDIGE
BELOFTE.
(32
Zoo vaak hjj aan haar dacht, herinnerde
hjj zich ook den laatsten blik, die hem nit
bare schoone oogen getroffen hadhjj herin
nerde zich, dat deze blik hem vergiffenis scheen
te willen afsmeeken voor het zware onrecht,
dat hem was aangedaan.
Maar dan herinnerde hjj zich ook het aan
bod, dat mevrouw Blóte hem had laten doen
en hjj begreep dat tuaschen hem en Bella een
klove lag.
De mededeelingen des kellners vervolden
onophondeljjk zjjn gedachten, maar do her
innering daaraan diende slechts om hem te
verwarren en zjjne sombere stemming te ver-
hoogen.
Zon Bom, de scbjjnbaar rjjke heer, de
huisvriend van mevrouw Blóte, werkeljjk den
diefstal bedreven hebben Het was haast
ongeloofeljjk, en niettemin bleef do mogeljjk-
heid niet buitengesloten.
Hjj trachtte nauwkeurige inlichtingen omtrent
dien heer in te winnen maar wendde hjj zich
niet tot de juiste bron, of was men in deze
stad met Bora's verleden niet bekend, hjj
vernam niets, wat de moeite waard ge
weest was om er aanteekening van te houdon.
En had hjj het feit bedreven, hoe wildeRndolf
er achter komen?
Zjjne moeder verzocht hem, zich gerost te
stellen. Zjj meende, dat niemand haar zoon
voor schuldig kon en mocht houden hjj moest
slechts met opgeheven hoofd onder de menschen
gaan, en al hetgeen gebeuren mocht, trotsch
het hoofd bieden. Mevrouw Blote zou het niet
wagen, bem van een schuld te betichten, voor
welke zelfs de rechter geen bewjjs had kun
nen vinden. Hjj waB zelfs zedelyk, on misschien
ook wettig gerechtigd, een eoreherstel en
schadeloosstelling te eichen.
Rndolf moest glimlachen over den jjver der
goede vronw, die nit liefde voor hem meenin
gen verdedigde, van wier ongegrondheid zjj
zelve overtuigd was.
De aanmoediging zon van een anderen kant
imen.
Op zekeren morgen trad Heinrich von
Bremen in het atelier, onder het voorwendsel,
dat hjj voornemens was, voor een vriend
schilderyen te koopen, of liever, daar zjj vol
gens bepaalde motieven geschilderd moesten
worden, te beBtellen.
Het doek, dat op den ezel stond, was slechts
half voltooid. De meesterljjke teekening ver
toonde Bronnen met den Axenstein aan het
meer.
In gepeins verzonken, stond von Bremen
voor het schilderstukeen duistere schaduw
vertoonde zich plotseling op zjjn voorhoofd, de
fijne wenkbrauwen trokken zich byeen, een
pjjnljjko trek vertoonde zich op zjjn gelaat.
«Dit stuk is schóón, zeer schoon," zeido hjj
na eene poos, met zachte, bevende stem, «maar
hét wekt eene pjjnljjke herinnering in mijne
ziel op. Waart gjj zelf aan het Vierwaldstatter-
meer
Eon gloeiende blos overtoog de wangen des
schilders, en zichtbaar verlegen wendde hjj het
gelaat af.
«Ja, daar was ik," antwoordde hjj,
«Dezen zomer?"
«Van einde Joli tot midden Augustus."
Von Bremen had op een Btoel plaats ge
nomen zyn blik rustte doordringend op het
gexieht des jongelinga.
«Einde Juli?" herbaalde hjj. «Men sprak
destjjds te Luzern nogal veel over het uit
einde van graaf von Fallersleben
•Ik herinner mjj niet, dat men mjj daarover
gesproken heeft," antwoordde Rndolf, terwjjl
hjj plaats nam«eerst na mjjne terugkomst
vernam ik hier, dat den graaf aan het Vier-
waldstattermeer een ongeluk was overkomen.
Ik geloof, dat mjjne moeder het mjj zeide,
maar' ik had er geen belang bjj."
«En te Lnzern zon men over deze gebeur
tenis in het geheel niet gesproken hebben?"
zeide von Bremen twjjfelend. «Hier op den
Axenstein nam het leven van mjjn vriend een
eindedaarom treft dit tafereel mjj zoo. Wan
neer het gereed is, wil het mjj dan mededeelen,
dan zal ik het koopen."
Von Bromen's smart was te oprecht, dan
dat Rndolf onbewogen had kunnen bljjven.
«Zon dit stnk u niet altoos weer aan het
verlies van nw vriend herinneren vroeg
hjj. rZondt gjj n door den aankoop niet eene
voortdurende kwelling verschaffen?"
«Om het even, ik wil het hebben," viel
von Bremen hem in de rede, en zjjne stem
klonk weder vast en kalm«ook zulke herin
neringen hebben hnnne waarde."
•Pjjnljjke gebeurtenissen moet men trachten
te vergeten 1"
«Ook dan wanneer het den wreker bjjna
onmogeljjk valt?"
Verbaasd keek Rndolf op, want hjj voelde
den gloeienden haat, die in deze vraag lag.
«Gjj begrjjpt mjj niet, omdat gjj deze ge
beurtenis niet kont," vervolgde von Bremen
op kalmer toon. «Het bljjft er dus bjjik krjjg
het stok?"
Wanneer gjj het wenscht
«Goed, dat znllen wjj als afgehandeld be
schouwen. Over de bestelling, die graaf Fal
lersleben n doen wil, spreekt hjj het beet
porsoonljjk met o, of zyt gjj niet genegen,
bestellingen aan te nemen?"
.Waarom zon ik weigeren antwoordde
de schilder met een niet te ontveinzen pjjn-
1 ijken trek. >De kunst gaat tegenwoordig op
sloffen
«Dat was zoo door alle tjjden heenook
de beroemdste schilders zagen er geen bezwaar
in, orders aan te nemen, en graaf Fallers
leben, wees daarvaD overtuigd, zal n geen bod
en, waarover de knnst zon moeten blozen."
Dat stelt mjj gerost, bovendien zal het mjj
immers veroorloofd zjjn, zelf de motieven te
beoordeelen
Wel zeker, en graaf Fallersleben zal _u
dankbaar zjjn, wanneer gjj open en vrjjmoedig
uw oordeel omtrent deze motieven openbaart.
Het betreft de versiering van een tuinpavil
joen. De graaf wenBcht eene onberiBpeljjke
decoratie; op den prjjs komt het niet aan,
indien er slechts iets voor geleverd wordt,
wat bljjvende waarde bezit. Waart gjj in de
gelegenheid mjj nog in dit uur te kannen
vergezellen, dan zou dit mjjn vriend en mjj
zeer aangenaam wezende aangelegenheid
kon dan nog heden afgedaan worden. Gjj eet
dan heden met ons, en wjj hebben tjjd genoeg
om te beraadslagen en te overleggen.
Slechts een oogenblik draalde Rndolfdaarna
nam hjj het voorstel aande opdracht was
eervol; zjj mocht niet zonder reden van de
hand worden gewezen.
Von Bremen verzocht den schilder een
rjjtnig te laten halen, en tot de komst
daarvan sprak hjj met hom als met een vor-
tronwden vriend over de meesterstukken der
schilder- en beeldhouwkunst, die hjj in ver
schillende museums gezien had.
Daarna nam Rndolf afscheid van zjjne moe
der, die sprakeloos was van vreugde over de
hem aangedane eer, en stApten de heeren in
het rjjtnig, dat hen naar het kasteel Fallers
leben moest brengen.
Rndolf gevoelde zich tot den beschaafden,
knnstlievenden edelman aangetrokken hjj had
hem al hetgeen hem bezwaarde, kunnen toe
vertrouwen want hjj meende immers nu reeds
de vaste overtniging te kannen koesteren, dat
hjj bjj dien man eene warme, harteljjke deel
neming en ook een juist oordeel zon aantreffen."
«Gjj moest een jaar in Rome vertoeven,"
zeide von Bremen, toen het rjjtnig de stad
had verlaten en op den stoffigen straatweg
voortrolde.
«Wanneer alle mjjne wenschen zich verwezen
lijkten, was ik er reeds lang 1" zuchtte Rndolf.
Wellicht ontbreekt u alleen don moed om
een beslnit te nemen zoo kostbaar is de reis
niet, en in de stad der zeven henvelon kan
men, met bescheiden eischen, zeer goedkoop
leven."
Maar er worden niettemin middelen toe
vereischt, waarover ik nu nog niet zon kan
nen beschikken."
«Toen gjj in Zwitserland waart, hadt gjj
reeds een goed gedeelte der reis achter den
rugik in nwe plaats zon verder zjjn gegaan."
Weder overtoog een donkere gloed des
jongeling8 wangen.
Dat wilde ik ook," zeide hjj, «maar daar
mjjne middelen niet toereikend waren, zocht
ik gezelschap, waarbjj ik mjj kon aansluiten,
en dit heb ik helaas niet gevonden."
«Welnu, wat niet iB kan nog komen," troostte
von Bremen«wellicht verschaffen de orden
van mjjn vriend u de noodige middelenik
help hot n van harte wenschen."
(Wordt vervolgd.)