't Vliegend Blaadje. KLEINE COURANT VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL. Ho 2380. Zaterdag 7 December 1896. 28»te Jaargang. Bureau: Zuiditraat. Telefoonn". 68. Bureau: Spoontrut. Telefoonn. 61 Abonnement p. S maanden binnen de gemeente 50 Cfc., met Zondagsbl. 80 Ct. id. franco per poet 75 idem f 1.12 id. voor het Buitenland f 1.25, idem f2.00. VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG. UitgevenBERKHOUT Co., te Helder. Buranix SPOORSTRAAT «l ZUID8TRAAT. Advertentlên Tan 1 tot 5 regel,2S Cenl. Elke regel meer5 Qroote lettere worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMOKGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn. KALENDER DER WEEK. DECEMBER, (Wintermaand, 31 dagen). Opkomst der Zon 8 u. Om. Onderg. 3 a. 44 m. Zondag 8 2e Advent. Maandag 9 Laatste Kwartier. Dinsdag 10 Woensdag 11 Donderdag 12 Vrijdag 13 Zaterdag 14 NIEUWSTIJDINGEN. HELDER, 6 Dec. 1895. De commissaris van politie alhier, verzoekt ons de aandacht van de ingezetenen te vestigen op de z.g. vreemde papierventera en soortgelijke vermomde bedelaars. Week aan week gebeurt het, dat die lieden wegens openbare dronkenschap in bewaring moeten worden genomen, waaruit dus kan bljjken, op welke ellendige manier de opgehaalde dubbeltjes besteed worden. Hen onverbiddelijk van de deur wijzen is het eenige radicale middel; voor zooveel noodig, dringt de commissaris daarop be leefd aan. De heer T. Bloos, klerk der post er gen alhier, is geslaagd bjj het examen voor commies. Burgemeester en Wethouders der ge meente Helder [zullen op Vrijdag den 13 December a.s., des namiddags 2 ore, in het openbaar ten Raadhuize aanbesteden het onderhond der gemeentegebouwen, bruggen, riolen, enz., gedurende 1896. Dinsdagavond werd in Tivoli door de Nederlandsche Tooneelvereeniging van Amsterdam, dir. L. H. Chrispgn, opgevoerd 't fcooneelspel in 3 bedrjjven, Kerstavond" (Christnacht) van Carl Maria. Wae 'teerste bedrjjf ook al wat mat, met 't tweede klom de belangstelling van *t opgekomen publiek en bjj 't derde was de bezieling zoo groot, dat men met de vertoonera meeleefde. Een woord van lof in de eerste plaats voor den hr. L. H. Cbris- pjja (dominé Marvegge). Aangrijpend was zjjne voorstelling van den steil rechtzin nige:; geestelijke, die in de illusie leefde dat zjjn zoon hem zou opvolgen niet alleen, maar ook den strijd met jeugdige kracht zou voeren. De hevige teleurstelling, toen hg vernam dat zjjn zoon zich als schrgver een toekomst zon zoeken en dat zjjne pupil rich aan 't tooneel wilde wjjden, kwam zoo sterk nit, dat ieder der bezoekers vermeende hier wezenlijkheid in plaats van spel te zien. Van de overige spelers kunnen we ver klaren dat zoowel mevr. Kley als domine's vrouw, en mevr. v. d. Horst als Elly Weddin, benevens de beide zonen van 't gezin, de hh. Faassen en Chrispgn Jr., hunne respectieve rollen op de meest artis tieke wjjze ten uitroer brachteD. De overige spelers brachten 't hunne bjj tot vorming van een goed ensemble. 'tNastukje, Onfeilbaar," was juist ge schikt om de ernstige stemming, door 't gehoorde teweeggebracht, wat vroolgker te doen worden. In den ouderdom van bjjna 66 jaren is Woensdag te 's Gravenhage overleden dr. F. J. Van Leent, inspecteur van den geneeskundigen dienst der marine, schout- bjj-nacht, en ridder van den Nederlandschen Leeuw en verschillende buitenlandsche orden. De moord te Rotterdam. Men meldt aan het .U. D." nit Rotterdam De gronden waarop do vermoedens tegen Van Berkel rusten, zjjn deze Zjjn schrift moet eenige overeenkomst hebben met dat van den brief, dien de vader van den vermoorden knaap ootving. Van Berkel heeft aan zjjn zwager Hoogsteden eenigen tjjd ge ledon f 700 te leeu gevraagd en diens weigering zou tot een hoogloopenden twist gevolgd door eeoe gespannen verhouding, hebben geleid. Daartegenover staan echter tal van aan wij- zingen, dat bjj de moordenaar niet is. Zjjn voorkomen komt heelemaal niet overeen met het openbaar gemaakte signalement en ook zjjne kleeding verschilt geheel van de beschrij ving, die gegeven is van de kleeding van den persoon, die het knaapje zon hebben medege- lokt. Van Berkel is niet door de politie vrijge laten, maar zal nog nader gohoord wordeD. Bjj do zeer langdurige ondervraging door den hoofdcommissaris, waarbjj hem het vuur na aan de schenen moet zijn gelegd, moet hjj met vrijmoedigheid geantwoord hebben. Zjjne hondiDg heeft niets verdachts. Men scbjjnt nu over te hellen tot de meening, dat de knaap niet vermoord is op de plaats, waar het Ijjkjo gevonden werd, maar dat het Ijjhje daarheen is gebracht, om het er te ver bergen. De moord zou binnenskamers zjjn ge pleegd. Daar alle caspoi ingen om iots van de kleoren van den knaap te vinden, vruchteloos zjjn ge bleven en ze ook van geeD genoegzame waarde waren om te denken dat zij te gelde zjjn ge maakt, wordt verondersteld, dat zjj verbrand zjjn. De »N Bred. Ct." meldt Op Zaterdag 23 Nov. kwam des morgens bjj den coiffeur Govers op do Veemarkt te Breda een man, die zich don baard vaneoDi- ge dagen en een sikje liet afscheeren. Hjj had een rnig jasje aan, dat aan den schouder was gelapt, en een slappen hoed diep in de oogen. Hjj had zwart poneyhaar en was donker van uitzicht. De geur, dien hjj afgaf, deed denken aan iemand die in geen tjjd van ondergoed heeft verwisseld en zjjne honding was gejaagd, zoo dat hjj aan een ander bezoeker, toen hjj weg was, de opmerking ontloktedie heeft zeker wat op zjjn lever. Toen hem de baard geschoren was, vroeg hjj met zachte stomWat kost hier het haar knippen en na antwoord bekomen te hebben, liet bjj zich ook het haar kort afknippen. Hot signalement van den vermoedeljjken moordenaar van het knaapje uit Rotterdam kwam te zeer overeen met dat van dezen man, dan dat de bediende van den heer Govers, die hem geschoren had, der jnstitie daarvan niet in kennis stelde. Dinsdag isdie jonkman met een maréchaussee naar Rotterdam geweest om bjj de begrafenis van het arme slachtoffer tegenwoordig te zjjn, ten einde te zien of bovenbedoelde man daar ook aanwezig was. Zonder resultaat echter. Met den bekenden zwager van Hoogsteden, Van Berkel, geconfronteerd, kon de coiffenrsbo- diendo constateeroB, dat zjjn man met Van Berkel niets gemeens had. Volgens anderen is bovenbedoelde verdachte later in de omstreken gezien, waar hjj den weg vroeg naar het Ulvenhontscbe boBcb. Ook uit do gemeente Helder is een vronw, die meent inlichtingen te kannen geven, onder geleide van den inspecteur M na tin ga naar Rotterdam vertrokken. Met welk resoltaat is ons nog onbekend. Van Berkel is Woensdag jl. op nieaw in verhoor genomen en later, in overleg met den rechter-commiasaris en den offloier van justitie, onder geleide van een inspectenr naar de straf gevangenis overgebracht. Aan van Berkel, die steeds gednrende zjjn verhoor oiterat kalm is, is vergund afschrift van zjjne verklaringen te nemen, door hem aan den hoofdcommissaris afgelegd. TWEEDE KAMER. Marine. In zjjne memorie van antwoord op het voor- loopig verslag betreffende de begrootiog van marine zegt de minister van marine, dat onvoldoende toestand der vloot, voor de naaste toekomst, voornamelijk hieraan te wjjten is, dat in vorige jaren niet de noodige sommen zjjn besteed voor een geleideljjke vernieuwing van het materiëeL Gedurende verscheidene jaren zal daD ook meer voor nieuwen aan bouw noodig zjjn dan anders noodig zon wezen en de minister heeft het niet aan pogingen laten ontbreken, om reeds voor 1896 over meer geld voor nieuwen aanbouw te kunnen beschikken. Wat de Indische marine betreft, heeft de minister zich beijverd om zjjne denkbeelden dienaangaande aan zjjn ambtgenoot van kolo niën mede te deelen. Met de vaststelling eener organisatie van de zeemacht zal nog eenige tjjd gemoeid zjjn. Wjjziging van het type-Kor- tenaer is nog niet noodzakeljjk gebleken mis schien moet de bewapening van het type dier schepen worden herzien. De minister erkent, dat het gewenscht is om bjj nieuwen aanbouw een werkplan voor eenige, b.v. 5 jaren, vast te stellen. De hoofd- bestemmiug voor de «Korteoacr,'' »Evertsen" en «Piet Hein" zal voor 1896 zjjn binnenland se he dienst. De proefvaarten dier schrpen waren zeer gunstig. Van het bouwen van een koninkljjk jacht, op kosten van den Staat zal, met het oog op do andere dringende behoeften, voor eerst wel niets kunnen komen. Wat de uit gaven ten behoeve van oud en verouderd ma terieel betreft, dozo worden tot het onvermjj- deljjke beperkt. ÜjTen aanzien van het personeel der zeemacht deeld de minister mede, dat de herziening van het leerplan aan het Intiitunt te Willemsoord beoogt ouder meor hot zooveel mogeljjk uit breiding geven aan do practiscbe vorming der adelborsten. Hjj beaamt bet gevoelen dut de voltalligheid van bet personeel oen aandrang te meer moet zjjn om den aanbouw van nieuw materieel voor 'a Rjjks vloot te bespoedigen. Hjj acht zulks ook gewenscht, omdat hjj gelukkig kan verklaren dat de marine, voor zooveel het per soneel betreft, dank zjj de goede zorgen daar aan sedert 1875 besteed, zich in nitnemendon staat bevindt. De door één lid aangeheven klacht over het moreel gehalte onzer oorlogsmatrozen en mari niers is in hoogo mate overdreven en daardoor weinig juÏBt. Zjj is, in hare algemeenheid, kren kend voor het geheele korps minderen der zee macht en de minister moet met alle kracht daartegen io|verzet komen. Van een verbod om huizen van ontucht te bezoeken stelt zich do minister weinig practisch nut voor. Hel moreel gehalte van matrozen en mariniers wordt zooveel slechts eenigszina mo geljjk, geschraagd door het onderhouden van een strongo tucht eu voorts bevorderd door eene zorgvolle opvoeding, door humane be handeling, door belooning van goed gedrag, door gelegenheid te geven om golden te be sparen, enz.en in de laatste 20 jaren is dan ook eeue zeer belangrjjke verbetering daarin gekomen, al zjjn de ondeugden niet geheel ver dwenen, die ook in onze burgermaatschappij geen zeldzame verschjjnselen zjjn. Het voornemen bestaat den toestand van de «Valk" nader te onderzoeken. Mooht dit oude schip dientengevolge voor verderen dienst wor den afgekeurd, dau vreest de minister, hoezeer hjj ook betreurt dat alsdan voor het Koninkljjk Hnis geen oorlogsvaartuig aanwezig zal zjjn voor het doen van tochten over zee, dat toch in vele jaren, in aanmerking genomen de drin gende beboeite aan strjjdvaardige schepen, wel niets zal kunnen komen vaq bet boawen van een koninkljjk jacht op koeten van den Slaat^ - Dat schrgven nog lang niet ieders werk is, bljjkt zegt »De Tjjd" wel uit den inhoud van een briefkaart, welke dezer dagen zonder adres in een postbus werd gevonden 44 Juli 180095. Gehate zuster we zien allemaal nogt gezondt en verwagte uwe fast Woensdag voor de midag we eeten dan net haane zoep dan ken jjj big ven tot saavonts en eer jei dan been gaat nogt een pok zjokolade toe. Jobanna Van Wonde. Nog steeds duurt de instructie voort in de zaak van Johanna Van Wonde. Zg zel ve ondergaat meermalen een langdurig verboor, terwjjl ook de veldwachter uit Krommenie die zich tgdelgk ter surveillance in de woning van den notaris bevonden heeft, is gehoord. De eisch tot echtschei ding op verzoek van den echtgenoot is ge daan tegen de zitting der rechtbank van Dinsdag jl. Vergiftiging. Dinsdag stond voor de rechtbank te Amster dam terecht M. C. Kleborg Verberno, geboren te Steenwjjkerwold, beschuldigd van op 5 Dec. 1894 zjjne huisvrouw, C. W. J. Jansen, met arsenicum vergiftigd te hebben. De rechtbank was samengesteld als volgtmr. Wichers Hoet, president; mrs. Hoppe, Fentener van Vlie- Hingen en Eggers, do laatste bjjzittend rechter. Het openbaar ministerie werd waargenomen door mr. graaf Scbimmelpenninck. In de dagvaarding wordt beklaagde ten laste gelegd opzetteljjk met voorbedachten rade Cornelia Wilhelmina Jobanna Jansen, zjjne echtgenoote, welke op 5 Dec. 1894 is overleden, van hot leven beroofd te hebben, door baar in den laatsten tjjd, baren dood vooraf gaande, arsenicum toe te dienen, met bel oog merk zjjne vrouw van het leven te berooven, ten gevolge waarvan zjj ovurledon is. In deze zaak werden 42 getuigon gohoord. Voorgelezen werden de rapporten van de deskundigen, de heeren dr. G. Waller, dr. J. W. Jacobi, dr. P. Ankeromit en L. Q. van Ledden Hulsebosch, die na ljjkschouwing op 22 Juni 1895 op het kerkhof «De liefde," waar de vronw van bekl. begraven ligt, het onderzoek bobben ingesteld. Iq het rapport wordt erkend dat bjj verschillende onderzoe kingen eene boeveelheid arsenicum gevonden is, en dit wel in onderscheidene lichaamsdeelen, als maag, darmen, lever, milt en hart. Er kan niet met juistheid gezegd worden hoeveel arsenicum gebruikt ia, maar wel achten de deskundigen de oorzaak van den dood bet ge volg van het gebruik van arsenicum. Wanneer het vergif gebruikt is kan niet met sekerhoid geconstateerd worden. Het getuigenverhoor is te uitgebreid om geheel door ons te worden opgenomen. Uit verschillende verklaringen bljjkt evenwel, dat er zware vermoedens bestaan, dat de man zjjne vronw arsenicum heeft toegediend. Ge tuige Jansen o.a., nit Groningen, zwager van bekl., deelde mede, dal bekl. hem van den dood zjjner zuster verwittigd hooft, eerst eene briefkaart gevolgd door een brief. Get. is met zjjne vronw voor do begrafenis overgekomen. Voor de eerste maal aan het sterlhuis geko men, had get. kennis gemaakt met den heer Leeffang, agent eoner levensverzekeringmaat- schappjj en aannemor van begrafenissen, die hem zeide: s'tis verschrikkelijk, je zult er wel meer van hooren." Naderhand heeft hjj zich weer in dier voogo uitgelaten, maar get. is er niet op ingegaan, daar hjj wist, dat de dokter aan het doodbed is geweest. Get. kon mededeelen, dat bekl. al die dagen zeer zenuwachtig was, en get. schreef dit toe aan den toestand. Get. heeft het ljjk gezien, en dadeljjk had het hem getroffen, dat het er zoo krampachtig uitzag. Toen het ljjk nog boven aarde stond, is er door de familieleden over vorgiftiging gemompeld. Bekl. heeft toen meer malen gezegd «denk je, dat ik zoo'n ploert ben." Wat het huweljjk aangaat, dit was zeer ongelukkig, daar de man veel uitging, ofschoon zjj veel van hem hield. Van eenige verhouding lusschen bekl. en do zuster van get., die in hetzelfde buis woonde, heeft get. niets gemerkt. Na den dood is get. ook niets van eenige bljjdschap gebleken. Diefstal te Pinang. Onlangs werd hier te lande bericht ont vangen, dat de kassier van de factorjj der NederL Handel-Maatscbappg met f200.000 op de vlucht was gegaan. De Pinang Gazette" van 5 Nov. meldt omtrent dit feit de volgende bijzonderheden »Op aangifte van den heer A, F. Marmel- stein, de verantwoordelijke agent van de Nederlandsche Handelmaatschappij, werd heden een bevel tot inhechtenisneming uit gevaardigd tegen den hoofdkassier van die instelling, met name Kam Goean Sean, wegens misbruik van vertrouwen voor een bedrag van 148,000 dollars. Het is gebleken, dat op den Sisten October de kas door den heer Marmelstein werd nagezien en dat die toen klopte met de boeken. Woensdag echter werd bericht, dat de kassier, die 4 uur nog op het kantoor geweest was, spoorloos was verdwenen. De politie werd onmiddelljjk van het geval in kennis gesteld, maar tot dusver is geen spoor van den man gevonden." Ingezonden, Mijnheer de Redacteur Beleefd verzoek ik U het onderstaande ia uw geacht blad op te nemen. Onze Voedingsmiddelen. Meermalen is reeds door verschillende schei- kondigen van naam met nadruk er op ge wezen, dat in den las laten tjjd zeer vele ver- valschingen in* onze voornaamste voedings middelen voorkomen. Dat znlke vervalschiogea ton eorste niet alljjd onschadelijk zjjn voorde gezondheidton tweede, den handel daarin belemmeren, is helaas maar al te dikwjjls gebleken. Denken wjj maar eens aan onze boter-industrie in het Noorden, welke toch bebondens enkele uitzonderingen, geheel ge knakt is door do veelvuldige knoeierjjen, welke zich dAAr in dat artikel vooideden. Thans echter heeft onze boterwet slechts ten deels die soort knocierjj bestreden, want niettegen staande do bestaande wet, znllen velen bon potje zoogenaamde echte natnurboter nog wel nuttigen met pl. m. 25 A 30 kunstboter. Gewetenloos is echter mjjns inziens oen han delaar te noemen, dio zich bezig houdt onze voornaamsto voedingsmiddelen, zooals boter, brood, sniker, enz. enz. te vervalschon met stoffen, welke onze gozondheid in den weg •taan en zeer dikwjjls hebben ze bjj langdurig gebruik het trenrig gevolg, dat do een of ander chronische ziekte ontstaat, waarvan de oorzaak weggenomen zoude kunnen worden, indien de geneesheer maar wist dst juist het voedingsmiddel met zjjne rervalsching den patiënt ondermjjnde. Onze regeering heeft gelukkig het waarachtig belang van hare staatsburgers begrepen, van daar de oprichting van eenige proefstation* op veitchilleode plaatsen des lands. 't Behoeft geen betoog dat aan do reeds genoemde voe dingsmiddelen hoogs eischen van zuiverheid zjjn gesteld en zulks is noodig wanneer men bijvoorbeeld bet artikel meel eens beschouwt. Voor de bewerking van hetzelve bestaan om oon goed brood met een goeden smaak te vorkrjjgen eon legio hulpmiddelen, welke echter niet alleen even ODBchadcljjk zjjn voor onze gezondheid, zoo ook boter met bar# kleurstoffen en kunstvetten, etc. etc. Op deze wjjze voortgaande zonde ik nog oneindig reef kuaaen noemen, waarop onze aandacht voort durend gevestigd moet bljjvon. 't Is echter mjja vraag: «Wat nu zou wel de voornaamste oorzaak van zulke knoeierjjen zjjn M. i draagt de onderlinge concnrrentie der hande^ laren hiervan het leeuwendeel weg. Immers worden zjj gedwongen door de lage prjjxen waarvoor zjj hnnne waren aanbieden tot der- geljjke handelingen over te gaan en gedachtig aan het «Mundus vult decipi, decipiatur ergo", strooien zjj het lichtgeloovig publiek door (rAaie advertentiën en strooibiljetten zand in ds oogen. Gewicht en zuiverheid worden daarin gegarandeerd, dech het eerste voldoet dikwjjls evenmin als het laatste. Daarom dos is het niet van belang ontbloot nogmaals en altjjd te bljjven wjjzen op die soort concurrentie, waarbjj onse hygiënische toestanden op het spel staan. Immers wjj mogen niet de dupe worden van den strjjd om het bestaan, gevoerd door de handelaren in onze voornaamste voedings middelen. Eischt dus van uwen leverancier een brood van constant gewicht en erkende zuiverheid, een pot echt* natuurboter na wat dies meer zjj, tegen een matigen prjjs en zeer zeker zult gjj de vruchten plukken van nwa medewerking, verleend aan do uitroeiing van het insect, dat knaagt aan onze samenleving. L. G. Correspondentie. Verzoeke onzen abooné's in Amerika 'I verschuldigde abonnementsgeld «Vliegend Blaadje" te willen overmaken. Da UrroEVsas. EEN ONVERSTANDIGE BELOFTE. (66 eHjj zal alles ontkenaen," antwoordde zjj, «en zoolang ons bewijzen ontbreken, kunnen wjj hem niet overtuigen. Ik acht het worke- ljjk raadzamer, dat wjj verdere mededeelingen afwachtenmjjnheer von Bremen zal niet rusten, eer hjj volle zekerheid heeft." ■En welke bewjjzen kan mjjnheer von Bre men ons zenden? Hjj moet steunen op het geen die Born hem vertelt en de baron zal de mededeelingen van dien man als laster brandmerkeo." Wjj hebben echter in dat geval voor de aanklacht een vasteren grond. Wjj znllen om trent den zelfmoord van graaf Fallersleben meer vernemeD." «Gjj gelooft nog altjjd aan het Amerikaansch tweegevecht «Vaster dan ooitl" De vrjjheer zweeg. Wat moest hjj ook ant woorden Sedert von Felsen zjjne meening omtrent dit tweegevecht zoo openlik te keDnen gegeven en zich zelfs een verdediger er van verklaard had, was vcA Steinpels maar al te zeer geneigd, den argwaan zjjner dechter te deelen. Hjj had gedurende do reis ruimschoots tüd gevonden, zich mot den raadselachtigen zelf moord van Fallersleben bezig te honden, en boe minder bjj er een verklaarbare reden voor kon vinden, des te meer trad Ida'sachterdocht op den voorgrond. «Ik kan niet wachten tot de verdere mede deelingen zjjn aangekomen," hernam hjj na *en pauze; «wie weet, of zjj wal ooit komen. De zaak moet zondor verzuim vereffend wor den zjjn die aanklachten waar, dan is do baron een eerlooze, en met oen eerlooze wil ik geen gemeenschap hebben." Ida wist dat haar vader vasthield aan het geen hjj eenmaal besloten had zjj deed geene poging meer om hem van zjjne voornemen te weerhouden. Eerst in het middaguur kwam von Felsen tehuisbjj zjjn binnenkomen verliet Ida ter stond de kamer, en dit op eene zoo in hot oog loopende wjjze, dat de baron wel gerech tigd was, zjjne bevreemding to kennen te geven. Von Steinpels antwoordde, dat zjjne dochter er zeker hare redenen voor zoa hebbenhjj achtte zich niet verplicht, haar deswege een verwjjt te maken. «Redenen zcido do baron, den ouden beer een dreigenden blik toewerpond. »Het zjjn dezelfde redenen, welke haar tot dusver go- noopt bobben, voorkomende vriendeljjkheid te huichelen." «Wilt gjj Ida vun hnichelarjj beschuldigen f" tJa zeker, zelfs op het gevaar af, u door de aanklacht te beloedigen. Zij hoeft zich ver- eeoigd met personen, die mjj haten, met graaf Wilhelm von Fallersleben en diens vrienden. Zji stelt alles in het werk, oon sch&odeljjko achterdocht op mjj to werpen, die n moet no pen, uw woord terug te aemon; en voor dit doel zjjn alle middelen heilig! Tot na heb ik het stilzwjjgen bewaard en op nw beloften vertrouwd; nu echtorverlang ikjdatzij worden nagekomen. Gjj kunt mjj dit niet euvel duiden," vervolgde de baron, toen hjj den glimlach bc- bcmorkte, die op de lippen van den ouden heer zweefde, .gjj zondt er in mjjn plaats oek sp aandringcD, zekerheid te erlangen. Mjjn positie is n bekend ik hob ze u ■Ik ken haar en ik denk, dat het onnoo- dig is, op dit onverkwikkeljjk onderwerp nog maals terug te komen. Gjj eischt dus van mjj, dat ik mjjne dochter zon dwingen uwe vrouw te worden ■Ik eisch slechts de nakoming der belofte, die gjj mjjn vader gedaan hebt En zoo mjjn wil nu op Ida's afkeer schip break ljjdt?" «Dan zon het mjj grievend loed doen maar aangezien gjj zelf gezegd hebt, dat ge mjj in dit geval op andere wjjze zoudt schadeloos slellon, meen ik wel de vrjjheid to mogen nemen, dit punt ter sprake te brengen." .En op welke wjjzo?" ■Ik laat hot aan u over oen voorstel te doen. Moet ik van Ida's hand afstand doen, dan verlies ik tegeljjk den bruitecbat. Hond bet mjj ten goede, dat ik dit zoo onverholen zeg, maar op die bruidsgift heb ik sedert jaren mjjne hoop gebouwdzjj zou mjj ia staat stellen, mjjne bezittingen vrjj van schulden to maken en mjj voor de toekomst een zorgeloos bestaan verzekeren." De oude heer had do armen kruiselings over de borst geslagen een verachtende trek speel de om zjjn mond. «Zoover ik mjj herinner, is er nog geen sprake van gewoest, dat de bruidsgift reeds op den dag der bruiloft betaald moest wordeD, hjj«trouwens hadt gjj, zoolang ik leef, zeide daar geen aanspraak op te makten." «In Milaan spraakt gjj heel anders." «En wat zeide ik toon «Dat go Ida zondt onterven, als zjj weer spannig bleef." «Zou ik dat werkelijk gezegd hebben Wol- na, bet k«n zjjnin oen oogenblik van opge wondenheid spreekt men vaak een onbezonnen woord onder geenerlei voorwaarde echter hadi gjj daaruit de gevolgtrekking mogen makon, dat ik o tot erfgenaam zou benoemen. Alvo rens wjj echter in onderhandeling troden, moet ik eenige vragen tot u richten. Gjj hebt van een zekeren mjjnheer Born, als een intiemen vriend, gewag gemaaktkont gjj het verleden van dien man «Zjjn verleden antwoordde do baron dra lend. .Ik heb er mjj uimmer om bekommerd. Voor eenige jaren leerde ik Born kennen hjj beviel mjj en bewees mjj menigen dienst." ■En gjj zondt niet geweten of vernomen hebben, dat hjj vroeger kamerdienaar ge weest is?" .Wie beweert dit?" «Gjj hoort, dat ik het weetik weet voorts, dat deze kamerdienaar, toen bjj heimeljjk het huis zjjns meesters verliet, met gestolen goud den zak, zich nit do voeten maakte." ,Van dit allee is mjj niets bekend wanneer go mjj zoggen wilt, wie n dat bericht heeft, dan zal ik a wellicht uitsloiteel kunnen geven, of deze boweringen op waarheid of op laster berusten. Born is, zoover ik hem ken, oen man van oordaarmede wil ik echter niet gezegd hebben, dut ik mjj niet bedriegen kan." «Voorts wensch ik te weten, hoe het staat met de brieven, welke mjjnheer von Bremen aan Ida geechreven en die mjjne dochter nooit ontvangen beeft." Een onheilspellende gloed glinsterde in de oogen van den baron. «Beschuldigd Ida mjj, brieven onderschept te hebben?" vroeg hjj. ■Eene boschuldiging tegen u heeft mjjne dochter niet uitgesproken ik verlang slechts opheldering van u." ■En hoe kan ik a die opheldering ver schaffen ■De aan ons gcadresseordo brieven xjjn steeds door uwe handen gegaan, en ik kan het voor geen goede mant aannemen, dat beide brieven aan het postkantoor in het ongereede zjjn ge raakt," zeide de vrjjhoor mot nadruk. «Dit komt uiterst zelden voor, en hier is niet sprake van één, doch van twee brieven. Gjj zult u herinneren, dat reedB te Milaan do portier beweerde, u een aan barones von Steinpels geadresseerden brief te hebben overhandigd deze bewering, op welke toen misschien niet genoeg gelot werd, krjjgt na meer beteekenis, on ge znlt u zei ven niet kun oen verhelen, dat daardoor op n een vermoeden valt Dit vermoeden werp ik van mjj af," risp von Felsen bevende..«Het is dobbel beleedigend voor mjj, dat gjj het nit." «En gelooft gjj, dat ik het zou gedaan heb ben, wanneer ik er geen aanleiding toe bad? Een derde brief, die posto restante hiorbeon gezonden werd, is aangekomendit alleen sproekt genoeg voor de juistheid van den arg- tan." •Het ia dos von Bremen, die deze laster* ljjke aanklacht tegen mjj heeft ingesteld?" «Laster Mijnheer von Bremen noemde slechts feiten en stolde ons in de gelegenheid, de zaak te onderzoeken." ■Dan ontviDg ge vermoodeljjk ook nit die bron de onthullingen omtrent Born'a verleden Ja, en ik geloof niet, dat go de bron on betrouwbaar kunt noemen." ■Dat wil met andere woorden zeggen, dat gjj mjjnheer von Bremen meer vertrouwt dan mjj T' «In dit goral, ja I" antwoordde de vrjjheer, terwjjl hjj den baron vast aanstaarde; «ik vindt zjjne beweringen geloovod swaardiger dan de nwe I" ■Gjj echjjot te vergeten, dat von Bramen den boezemvriend van Guetaaf von Failertleben was!" zeids de baron, dio zjjne kalmte had teruggevonden. (Wordt vervolgd.^

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1895 | | pagina 1