't Vliegend Blaadje. KLEINE COURANT VOOR HELDER NIEUWEDIEP EN TEXEL. B*~: nieuwstijdingen. Ho 2419. Woensdag 22 April 1896. 24»te Jaargang. Bureau: Zuidstraat. Telefoonn". 68. Telefoonn. 51 Abonnement p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., met Zondagsbl. 80 Ct. id. franco per post 75 id. voor het Buitenland f 1.25, idem idem f 1.12 f 2.00. VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG. Uitgevers: BEBKHOUT 4 Go., te Helder. Burmux SPOORSTRAAT m ZUIOSTRAAT. Advertentieri van 1 tot 5 regels25 Cent. Elke regel meer 5 Groote letters worden naar plaatsruimte berekend Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd^z^jn^ HELDER, 21 April 1896. - Zaterdagavond werd de irÏDg, door de Vereeniging der werklieden do Rijks-Marinewerf »Door Eendraoht Sterk" uitgeschreven, in «Casino" gehouden. De opkomst was niet zoo groot als raon wel had verwacht. De president, de beer W. M. van Zweden, opende de vergadering en deelde mede, dat deso niet als een vergadering van «Door Eendracht Sterk" moest beschouwd worden, maar wel als een van de gezamenlijke werk lieden van 'b Rjjkswerf, waarop de grief van 't bekorten van den schafttijd zou wor den behandeld en men middelen ter verbe tering zou zoeken, altijdlangs wettelyken weg en blijvende onder de Oranjevaan. Als secre taris werd gekozen de heer W. R. Zits. Men begon met aan te toonen dat, na de invoering van den zoogenaamden 9uurswerkdag, do werklieden door 't Ryk met 5 dagen worden benadeeld en wel volgens onderstaande tabel Werkd. Van 1—15 Jan. 13 6,5 84,5 16—81 14 7,5 105,- 1—15Feb. 13 8 104,— 16—Uit. 11 9 99,— 1—10 Mrt. 8 9,5 76,— 11—80 Sopt. 175 10,5 1887,5 1—10 Oct. 9 10 90,— 11—20 8 9 72,— 21—81 10 8,5 85,— 1—10 Nov. 8 8 64,— 11—80 17 7 119,— 1—31 Dec. 27 6,5 175,5 813 werkd. 2911,5 werkuren. Feestdagen. Werkuren. Nieuwjaarsdag 6,5 2do Paaschdag 10,5 Hemelvaartsdag 10,5 2de Pinksterdag 10,5 2 Kerstdagen 13 Totaal 51 werkuren. 'tJaar berekend op 865 dagen af 52 Zon- en 6 feestdagen, geeft 807 werkdagen. 307 X arbeidsuren 2763 arbeidsuren. Wordt gearbeid 2911,5 51 voor feestdagen2860,5 a. Moet gearbeid worden volgenB 9uure-werkdag2768 u. Teveel werkuren 97,5. Van 1 Maart tot 31 Oct. 210 dagen, 15 minuten schafttijd 210 4 52,5 nur. Teveel werkuren 97,5 Af 52,5 i te veel Blijft 45 uren 9 5 werd erkend dat de werkman ook recht heeft op een behoorlijken schafttijd, én nadat er meerdere voorstellen waren gedaan, ging men ten slotte over tot de benoeming van eene commissie, uit drie leden volgens de drie hoofdvakken, scl uitrusting en magazijnen, welke zich tot de hoofden dier afdeelingen zal met verzoek om ondersteuning, teneinde op- bunnor grieven te verkrijgen van den Door den chef van de afdeeling iuw was reeds ondersteuning beloofd. Als afgevaardigden (leden der commissie) werden gekozen de heeren W. M. v. Zweden, W. R. Zits en Filarski, allen met groote meerderheid van stemmeD. Na een woord van dank aan den heer M. P. Polak, voor 't afstaan van de zaal, werd de vergadering gesloten. Aan den loodskweekeling le kl. C. Noordberg, de loodskweekelingen 2e kl. S. vaa Leeuwen en P. Molenaar, en de ma trozen A. Visser, J. van Loo en W. C. Ryprna, allen behoorende tot het 3de district, ia de vergunning verleend tot't aannemen en dragen der versierselen van het Burger kruis 2e kl. door eerstgenoemde, en van de medaille 2de kl. door de overigen, hun geschonken door den koning der Belgen. Te Leiden is geslaagd als arts, de heer J. S. Moorman geb. te Helder. ATJEH. Bg het departement van koloniën is Zaterdag (18 dezer) van den Gouverneur- Generaal van Nederlandsch-Indië een tele gram ontvangen, houdende bericht dat Toekoe Djohan de vroeger vermelde grieven (zie het bericht in de Staatscourant" van 3/4 dezer) herroept, en dat hg vertrouwden wil zenden, om met generaal Vetter te spreken. De dag tot het houden der be spreking is nog niet bepaald. Het »N. v. d. D." ontving Zaterdag het volgende telegram uit Batavia De posten Anakgaloeng, Senelop, Lam- soet en Lambarith zgn verbrand en verlaten. Gesneuveld: 7 soldaten. GewondMajoor D. A. Okhuizen en 14 soldaten. Er resten nu nog drie posten in de Oostelpke bnitenlinie Toengkoep en Tjot- rang, welke naar het schgnt nog door de onzen bezet zijn, en Kroeng Gloempang, dat waarschijnlijk nog ontzet moet worden. Daaromtrent zullen we waarschijnlijk wel spoedig nog iets hooren. Als dan de vol ledige concentratie is afgeloopen, zal er vermoedelijk een expeditie tegen Toekoe Oemar in de VI Moekims worden begon nen. Het voordeel daarbjj is zeker, dat men thans over een betrekkelijk groote troepen macht heeft te beschikken. Het Handelsblad" ontving van zgn correspondent, te Batavia, Zondag het vol gende telegram: Anakgaloeng, Lambarih en Senelop zgn door ons ontzet en geslecht na een verwoe den strjjd. Bg Senelop maakte de vijand zich meester van twee onzer kanonnen, die wjj echter weer veroverden. Gewond werden de majoor der infanterie D. A. Okhugzen eh de le-luitenant der artillerie J. B. Zonde le-luitenant der inf. K. L. A. P. v. d. Maesen de Som- breff werd door een zonnesteek getroffen. Verder werden gekwetst 68 minderen; 13 minderen sneuvelden. Generaal Vetter heeft de samenstelling bevolen van een brigade, met een geheime bestemming naar de kust van Atjeh." De drie versterkingen, in het begin van het telegram genoemd, liggen ten zuiden yan onze linie, nabjj de Atjehrivier. Zg waren door onze troepen bezet en door de Atjehers omsingeld. Na de ontzetting zgn zij nu, evenals reeds met andere buiten de geconcentreerde linie gelegen posten ge schied is, geslecht. Onder tal van bljjken van waardeering, zoowel zijner superieuren als kameraden, werd Vrijdag te IJmuiden feest gevierd door den commissaris der loodsen, den heer J. van der Burgt, die het feit herdacht dat hg vóór 50 jaar in dienst trad van den lande bg de Kon. Ned. Marine, waarna hg, na verschillende rangen te hebben doorloopen, ongeveer 32 jaar geleden bg den dienst van het loodswezen iB overgegaan. Tegen den onlangs ontslagen ge meente-secretaris van Alkmaar J. Nuhout van der Veen, is Vrjjdag door de arron- dissements-rechtbank eene gevangenisstraf van een jaar geëiaebt, met aftrek van de preventieve hechtenis. Mr. D. Simons, de verdediger van bekl. trachtte de schuld van bekl. te niet te doen. De uitspraak is bepaald op heden over 8 dagen. Te Lemmer is Donderdag de eerste ansjovis door de Zuiderzee-visschers aan gebracht. Te Kampen verkreeg dezer dagen zekere v. d. H., geëmployeerde bg het garnizoenskleedingmagazgn, door eene erf stelling eene som van f 16.000. Hg ont haalde verschillende vrienden en kennissen en deed zelf dapper mede. Toen hg zgn roes had uitgeslapen, ver meende hij, dat een paar zjjner vrienden hem eene schuldbekentenis hadden laten onderteekenen, waardoor hg te eeniger tijd al zijn geld zou moeten afstaan en zelf tot de diepste armoede vervallen. De vrienden, die hg daarvan betichtte, deden van een en ander mededeeling aan den commissaris van politie en verklaarden H.'s bewering ongegrond. De man blgft evenwel zgne eens opge vatte meening volhouden en verkeert sinds enkele dagen in een toestand, die grenst aan krankzinnigheid. Men wanhoopt er aan, hem van zgn idée-fixe te kunnen afbrengen. (»U. D.M) Men meldt uit Staphorst: Vrijdagavond ontstond tusschen twee broers ten huize van hunne moeder twist, die zoo hoog liep, dat de messen getrokken werden. De moeder, die de vechtenden wilde scheiden, schgnt zóó hevig geschrikt te zgn, dat zg een uur later is overleden. Te Volendam is binnengebracht het tjalkschip »De Twee Gebroeders,* dat op 27 Maart jl. bij Marken in de Zuiderzee zonk, ten gevolge van den toen heerschen- den storm. Op dat schip was door den waterstaat een waker gesteld. Tóch zgn al het touwwerk, de blokken, de giek, de ankers enz. gestolen. Zelfs kasten zgn opengebroken en gelden ontvreemd. De eigenaar van het vaartuig heeft bg den burgemeester van Edam (tevens hoofd der Zuiderzeepolitie) aangifte gedaan en een onderzoek is ingesteld. FlesscheatrehkeriJ. Een dame te Amsterdam is door een brutale streek in eigenaardige moeilijkheden gekomen. Om bijzondere redenen wenschte zg een door haar gehuurd huis niet te be trekken en kreeg van den verhuurder verlof het aan een ander te verhuren. Een geplaatste advertentie had ten ge volge, dat zich een heer .an meldde.'t Schikte de dame op dat oogenblik niet den heer naar de woning te doen geleiden, en zg gaf hem derhalve den sleutel van het leegstaande huis. De heer zou na de bezichtiging van het huis den sleutel terugbrengen, maar bleef in gebreke dat te doen. Bg onderzoek bleek dat de heer (een bekend flesschentrekker) het huis maar betrokken had en niet ge neigd is het te ontruimen. De politie is onmachtig in deze iets te doen, zoodat een vordering tot ontruiming zal moeten worden ingesteld, terwjjl van betaling geen sprake kan zgn. Een waarschuwend voorbeeld voor an deren. (»Amst. Ct.") Omtrent de poging van een jonge vrouw om zich Dinsdagochtend in het ge bouw der rechtbank te 's-Gravenhage te vergiftigen kan nog het volgende worden medegedeeld: Zg was eene dienstbode uit Oeatgeest, aangeb racbt tot bet ondergaan van eene gevangenisstraf. De gevangene, onder beboorljjke bewaking in een vertrek geplaatst, vroeg een kop koffie en werd Da het gebruik van dien drank onpasselijk. Op bet oogenblik dat zg naar den celwagen werd gebracht, openbaarde zij aan den rijksveldwachter dat zg vergif had inge nomen. Men vermoedt dat zij arsenicum in de koffie heeft geworpen. Op last van den officier van justitie werd haar tegen-gif toegediend, waarna zg verder naar het ziekenhuis is overgebracht. Aanranding. Bg de gemeente-politie te Groningen kwam Woensdag zekere T. v. H., bierhan delaar uit Norden, zich beklagen, dat twee hem onbekende personen hem Dinsdag avond laat op den weg van Hoogezand naar Groningen aangevallen en in het Win- schoterdiep geworpen hebben, nadat een hunner hem een diepe bloedende wonde over den linkerpols had toegebracht. Dank zg zgn vaardigheid in het zwem men kon v. H. den wal bereiken, waar hg, door bloedverlies uitgeput, bewusteloos neerzeeg. Den volgenden ochtend te vgf uur was v. H. in staat zgn weg naar Gronin gen te vervolgen, echter zonder portemon- naie, die hem, zoo beweert v. H., afhandig is gemaakt. Een onderzoek wordt ingesteld. Moedwillige beschadiging of vernieling van Isolatoren van Telegraaf- en Telephooniynen. In de zitting van de Arrondissements- Rechtbank te Zierikzee, dd. 27 Maart jl., werden 3 personen van ongeveer 20-jarigen leeftijd tot eene gevangenisstraf van 7 da gen veroordeeld, wegens het in Februari jl. stukwerpen van isolatoren der Rjjks- telegraafljjn nabjj Zierikzee. Voor een dergeljjk feit zijn bg vonnis van den kantonrechter te Eist, dd. 29 Februari jl., acht jongens tot eene geld boete, subsidiair hechtenis, veroordeeld. Wie 't weet mag 't zeggen. In de «Libre Parole" wijdt Jules Dela- haye een groot artikel aan »den volgenden oorlog. Deze zal volgens hem binnen twee jaar uitbreken, als de jonge Koningin van Nederland den huwbaren leeftijd heeft be reikt. Protestant zgnde, kan Zg alleen huwen met een Engelschman of met een Duitscher. Sedert lang aast Duitschland er op Ne derland in den Duitschen Bond te dringen en zal 't er op aanleggen, dat de jeugdige Koningin een Duitscher huwt, wat de zaak veel eenvoudiger zou maken. Anderzijds zal Engeland nooit dulden, dat de Duitschers, om welke reden dan ook, zich te Vlissingen of in Helder nestelen. Van daar de aan staande botsing Atjeh en de Atjehers. Nu dezer dagen de hoogst belangrijke be richten uit O.-Indië over den toestand in 't noorden van Sninatra ieders aandacht trekken, verdient de hoofdinhoud van een opstei, in dertijd over de oplossing van het Atjeh-vraag- stuk publiek gemaakt, voorzeker opnieuw ge- lezon en overdacht te worden. Bedoeld opstel, van de hand des heeren L. W. C. van Berg, die gedurende eonigen tyd op Atjeh heeft vertoefd, werd in de «N. Rott. Ct." van 4 Maart 1890 opgenomen, en met het oog op de belangrijkheid van het artikel, werd het in het Tijdschrift van Nederl. Indië, jaargang 1890, in zijn geheel overgenomen. Wy moeten ons, lettende op de beschikbare ruimte in ons nieuwsblad, tot het overnemen van het volgende uittreksel bepalen. De achrjjver gaat, op grond van zyne meening, nit van de overtuiging, dat de Atjehers volk zyn, waarmede hoegenaamd niets is te vangendat elke officier, elke soldaat, die daar zyn leven waagt en dat elke gulden, aan de onderwerping van dat volk besteed, zoo goed als weggeworpen zyn. Het zedelyk prestige, dat elk inlandsch hoofd over zyne onderhoorigen moet bezitten om te kunnen be storen, is in Atjeh een onbekende zaak. Van een hoofd, wiens gezag alleen geëerbiedigd wordt, voor zoover wjj hem materiëel steuneD, heeft men niets dan last. Het is slechts een persoon te meer om te beschermen. En bo' dien is het land uit een staatkundig en ec misch oogpunt eene talrjjko en das zeer kost bare bezetting niet waard. De sohrjjver wil, op grond van een en ander, het geheele pennest, met inbegrip van toekoe's, oelama'a en sadati's, naar het gebergte verdrijven, en in de Atjeh-vallei eene andere bevolking plaatsen. De geringe uitgestrektheid dier vallei en het betrekkelyk lage cjjfer der Atjehsche bevolking maken z. i. zoodanigen maatregel volstrekt niet onuitvoerbaar, noch zelfs zeer bezwarend. Do Atjehers zouden niet meer in ons gobied mogon worden toegelaten, noch tydelyk, noch om zich te vestigen, dan krach tens individnëel verkregen vergunningen onderhandelingen met de Atjehsche bevolkiug of haro hoofden zouden verder tot het verledene monton behooron. De nieuwe bevolking, uit Oosterlingen te recruteeren, zou zoodanig moeten worden georganiseerd, datzy hare kam pongs tot op zekere hoogte ze! hoogte zelf kon verdedigen tegen kleine aanvallen der buiten de linie wonende Atjehers. Tegen aanvallen van meer belang zou zjj een natunrlyken steun vinden in onze bestaande posten, en omgekeerd de bezetting dier posten een niet te versmaden steun in haar. Het doel ware het best te be reiken door een zeker aantal inlandsche com pagnieën van ons leger in hun geheel in het land to vestigen, en in den vervolge het plaatsen in de militaire koloniën te beschouwen als een middel tot belooning van eervol ont slagen onderofficieren en manschappen. Eene organisatie in den geest van de Ooatonryksohe zoogenaamde Militaire Grenzen. Deze organisatie had in vroeger tjjd haar nut tegen de roofzieke bevolking der Turksche grens provinciën, tegen een toestand dus van denzelf den aard, als waarmede wij op kleine schaal in Atjeh to worstelen hebben. Militairen, die tevens landbouwers zyn en voor hunne diensten met gronden worden beleend, zouden de meoat geschikte personen zyn, om den onteigenden grond tegon aanvallen te beschermen. Do aard der Atjehsche kampongs eigent zich bo™endion uitstekend tot eene individuëele inlandapho verdediging. Die kampongs zonden daarom bjj de gewelddadige verdrijving der tegenwoordige bewoners zooveel mogelijk moeten worden ge spaard. En hot eigenbelang der kolonisten zou een voldoenden waarborg opleveron, dat zouden heulen met hunne Atjehsche naburen, wier huizon zjj bewonen en wier gronden zjj bebouwen zouden. Elk inlandsch soldaat of onderofficier is wel geen man van staatkundig doorzioht, doch zóó dom is geen enkele, of hjj ziet in den vroegeren bezitter zyn huis en akker zyn natunrljjken vyand. Door zoodanige organisatie zou de taak van Indische legermacht lichter worden en hetzelfde karakter aannemen, als in an dere gewesten. Van de tegenwoordige Atjeh sche bevolking is, als zy voortdurend bljjft roeven en moorden, niet anders te wachten dan van ieder ander volk, dat zich tegen de be schaving verzet, b.v. van de Roodhuiden in Noord-Amerika. Ter aanbeveling van het door hem geopperde plan, wijst de schrijver op wèlgeslaagdo pogingen in dien geest, elders in onzon Archipel beproefd. En ten slotte voert hjj aan«Liever een aantal toekoe's met hnnne volgelingen met geweld verdreven, dan een schaar der onzen aan 't voortdurend gevaar bloot to stellen, door die roovers in een hinder laag te worden gelokt en roemloos gedood." Het bovenstaande kan wellicht, als het eerst gelukt is het Atjehsch gepeupel ten onder ge bracht te hebben, als middel dienen, om dat gevaarvolle volkje voor goed uit onze omgeving te verwijderen. Dit plan van organisatie, af komstig van een met land en volk bekenden Nederlander, kan, als onze wapenen hebben gezegevierd, mogeljjk het meest gowenschte gevolg voor de toekomst opleveren. Denkbeelden over advertecren. »De Manufacturior" zet hare beschouwingen voort over het adverteeren. Ditmaal hoeft zjj het over de uitgebreidheid der advertenties. Daaromtront sohryft het blad Indien het bedrag dat men beschikbaar stelt en de ruimte zulks gedoogen, maak dan voor de advertenties gebruik van een groote en duidelijke letter, omgeven door een zwaren rand of een blanco ruimte rondom den tekst als men nameljjk daarop gesteld is, of laat de woorden ruim uit elkander drukken, gevende daardoor aao uwe advertentie een eigenaardig voorkomen. Een blanco ruimte rondom een advertentie doet dezelve natuurlijk meer uit komen en doet de advertentie in het oog loopon, als de onkosten daarvoor maar niet te zwaar •worden. In geen geval mag mon de regels eenor advertentie te dicht aan elkander laten sluiten, zoodat het lezen daardoor bemoeilykt wordt. Sommige firma's laten de benamingen harer artikelen zóó dicht achter en onder elkandor drukken, dat er bjjna geen roimte tnsschen de PBUILLETOM". Naar het Duxtsch. 1) In een der grootste huizen van de Pots- dammerstraat te Berljjn, woonde op de vierde verdieping de weduwe van den overste Rusche- weyh. Vermogen had ze niet en haar weduwe- toelage was klein. Tien jaren van ongestoord gelnk had zy met haren echtgenoot op do bel-étago doorgebrachtna zjjn dood was ze naar do vierde verdieping verhuisd, waar zjj nu drie kamers in gebruik had. Bedienden had sjj niet, eene werkster verrichtte het grove wwk, Wat er meer te doen viel in de kleine huishouding kwam voor rekening van eene juffrouw van gezelschap, Maria Zemplin ge- heoten. Deze, een blondine van ongeveer vyf- en-twintig jaren, kwam zoo juist zacht de woonkamer binnen, waar haar meesteres in een gomakkelyken fauteuil haar middagslaapje scheen te doen. De deuren, die tot het kleine balkon toegang verleenden, stonden wjjd open en de heerlyke Meilucht drong verfrisschend de kumor binnen. Zorgvuldig spreidde Marie een lichte slaap- dekon over de knieën der oude dame, want hot was wat koel. Door die zachte aanraking ontwaakte mevrouw Ruscbeweyb, en richtte zich een weinig op. Haar voorkomen was een- TOUJg, haar gelaat bleek. «Ben je zoo bezorgd voor me. Marie V' vroeg •U vriendelijk weemoedig. «Maak toch onze scheiding niet pijnlijker dan noodig is." «Ocb, mevrouw, dat zal voor n wel schikken, want u gaat naar uwe liefhebbende kinderen, maar ik Ik weet niet of ik een vriendelijk huisdak zal vinden vóór den vijftienden Juli. Mjj alleen treft het moeiljjke van ons scheiden." Het meisje boog haar lief, blond kopje nadenkend over haar handwerkje, dat zjj zooeven had ter hand genomeD. Een lichte zucht ontsnapte haar daarbjj. «Kind, wat praat je daar weer dwaas We zjjn nu twee jaar bjj elkaar en altjjd vriende lijk en goed. Met de opoffering van eene dochter zorg je voor mjjn gemak en een opgeruimd «Denk nu niet slechter van me dan ik ben. Waarljjk het scheiden valt my ook heel zwaar 1" «O, mevrouw!" riep de frissche stem der blondine nu schertsend, (schroi nu maar niet ik geloof u wel zonder dat. Üm Gds wil, maak myn hart niet week. Den geheelen dag preek ik me zelve voor, dat ik me tegen die teer gevoeligheid moet verzetten. Breng daar nu geen verandering in, ik heb werkelijk moed noodig. «Gisteren bracht de post my een brief van juffrouw Devalzy heeft nog geen passende betrekking voor mo gevonden." «Nog niet vroeg de dame langzaam. «Als de menschen je maar kenden, ze zouden om je vechten. Het is wel jam mer, dat ik zoo teruggetrokken loef en je deugden niet kan uitbazuinen 1" «Er zal zich wel wat opdoen," sprak Mari< getroost, en ijverig hanteerde zy weer de naald. «Ik bewonder je gemoedelijke kalmte op zoo'n jeugdigen leeftyd." Dat was eene oprecht gemeende bekentenis van de oude dame, oogen met welgevallen op het slanke, meisje roetten. Wy zyn reeds zoo lang by elkander," ging zy peinzend voort, ,en ik weet eigenlijk niets je, als dat je vroeg je ouders hebt ver loren, dat een tante je op een kostschool itste en zy kort daarna stierf." Dat ik eindelyk een slochte onderwijzeres ben geworden," viel Marie nu met een glim lach in, «en dat ik met genoegen myn be trekking by de zeven kinderen van den ban kier Salzmann verwisselde tegen die, welke n my aanbood." «Juist zoo, en dat je verzwakte gezondheid by my herstelde. Verder weet ik nog dat je een onbedwingbaar verlangen koestert naar je vroegere moeiljjke betrekking, die je alleen ter wille van my nog niet aanvaard heb." Nu gleed er een weemoedig lachje over de lieve trekken der schoone blondine maar daar werd gescheld. Marie stond op. «Is de werkster al weg?" vroeg mevrouw verstrooid. Marie knikte en ging om de denr te openen, Als het eens goede tijding was voor haar een goed engagement in de provincie of io het buitenland I Haar hart klopte vol verwachting met vlugge hand opende zjj de deur. Zjj zag niet hot bekende gezicht van jnlfrouw Devall, de brievenbosteller was het ook niet. ,Neen een wildvreemde man keek haar met groote oogen aan. Voor die onverwachte verschijning deed zjj een paar schreden achter uit, maar de man naderde haar driftig. «Woont hier mevrouw Ruscheweyh vroeg hy kortaf. «Ja wel, mijnheer antwoordde zy weer in haar gewonen toon. «Zal ik u aanmelden «Wees zoo good," antwoordde hjj en volgde haar op den voet. Nogmaals zag zy naar omhot was een vreemde verschijning, vond zjj. «Wien moot ik aanmelden?" vroeg zy glim lachend. iBaron Tiefort" antwoordde hjj, zichtbaar verdrietig over dit kleine oponthoud. Hjj was een man, die door het ongeluk ruw was geworden, een man, die nn'vastbe raden zjjn geluk zocht en geen minuut wilde verliezen. Jaren geleden diende hy als eerste luitenant onder overBte Ruscheweyh, die hem wegens zyn begaafdheid een schoone toekomst voorspelde. Het oog van monig hoog-aristoeratiscke schoone rustte destjjds met welgevallon op hem, doch hjj huwde, ten spyt van alle fami- lie-traditiën, de dochter van een niet-adellyken geheimraad. Zjj was onbemiddeld, mp>ar zeer vorwend en begon aan zyne 2yde het leven eener dame uit de groote wereld. De eerste winter van hun huwelijksleven werd in allerlei vermaken doorgebracht, maar toen nam hjj tot groote verrassing van allen, zyn ontslag uit het leger. Hjj trok zich terug op zjjn klein landgood in de provincie en sedert dien tjjd boorden zjjne vrienden in de residentie niets meer van hom. «Baron Tiefort," herhaalde de dame pein zend. Ja, nu herinnerdo zjj zich zjjner reeds stond hjj voor baar. «Ik ben bet, mevrouw. Herkent u uw ouden beschermeling niet nuser?" De oude dame was opgesprongen. «Zjjt gjj het, TioforL do eerste luitenant Tiefort?" Ongoloorig had zjj deze woorden uitgespro ken haar oog rustte onderzoekend op zyn gelaat en zyn volle haarlokken, die aan de slapen reeds een zilveren draadje vertoonden. ,Juist, dezelfde," antwoordde hjj beklemd. «Is het mogely'i?" vroeg zjj, en weer zag zjj hem oplettend aan. Dat verdroot hem. Een weemoedige glimlach gleed over zjjn baarde loos gelaat, zoo-iat alle har de trekken ver dwenen. Haar oog verhelderde, zjj greep zyne hand. ,Ja, ge zjjt hot I" riep zy herademend. «Een wonderlijk wederzien na zoo langen tjjd 1 Lieve Marie, geef een fiesoh oude Bourgogne 1" riep zy haro juffrouw van gezelschap toe, die zich juist wildo verwijderen. «Kom, neem plaats, baron, wjj hebben elk ander zeker veel te vertellen 1" Zy nam op de sofa plaats on wocs den baron een fauteuil naast haar. Somber zette hy zich neer. Zyn donkere oogen blikten ver strooid in hot smaakvol ingerichte vertrek rond, alsof hy iets zocht. Vragend zag zyn oude vriendin hem aan. «En Francisca vroeg hy eindelyk. «Ja, Francisca," begon zy nu op verge- noegdon toon, »o, die heeft haar fortuin ge maakt, prachtigPrecies op haar acht-en- twintigsten verjaardag is zy met 'majoor Teschon getrouwd, hy hoeft vóór Metz hot IJzeren Kruis verworven. Spoedig na het huwolyk werd by naar Lotharingen verplaatst. Toen het gelukkig paar vertrokken was, stierf myn echtgenoot onverwacht aan eene verlamming van het hart. Ge weet, Francisca was zyn oogappel. Ik denk, dat haar vertrek zyn dood heeft veroorzakt; hy miBte haar zoo." «Ik ook," antwoordde Tiefort bedroefd. Twyfelend zag zy hem aan; zy wist niet, hoe zy die woorden moest opvatten. «Mevrouw, ik kwam hier om myn «el«k te vinden, maar do majoor is my vóór ge weest," zuchtte de baron en daurby zag hjj zoo bleek en ontsteld, dat de oude damo er van sohrikte. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1896 | | pagina 1