't Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER NIEUWEDIEP EN TEXEL. B*~:
nieuwstijdingen.
Ho 2419.
Woensdag 22 April 1896.
24»te Jaargang.
Bureau: Zuidstraat.
Telefoonn". 68.
Telefoonn. 51
Abonnement
p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., met Zondagsbl. 80 Ct.
id. franco per post 75
id. voor het Buitenland f 1.25,
idem
idem
f 1.12
f 2.00.
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BEBKHOUT 4 Go., te Helder.
Burmux SPOORSTRAAT m ZUIOSTRAAT.
Advertentieri
van 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer 5
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd^z^jn^
HELDER, 21 April 1896.
- Zaterdagavond werd de
irÏDg, door de Vereeniging der werklieden
do Rijks-Marinewerf »Door Eendraoht
Sterk" uitgeschreven, in «Casino" gehouden.
De opkomst was niet zoo groot als raon wel
had verwacht.
De president, de beer W. M. van Zweden,
opende de vergadering en deelde mede, dat
deso niet als een vergadering van «Door
Eendracht Sterk" moest beschouwd worden,
maar wel als een van de gezamenlijke werk
lieden van 'b Rjjkswerf, waarop de grief
van 't bekorten van den schafttijd zou wor
den behandeld en men middelen ter verbe
tering zou zoeken, altijdlangs wettelyken weg
en blijvende onder de Oranjevaan. Als secre
taris werd gekozen de heer W. R. Zits.
Men begon met aan te toonen dat, na de
invoering van den zoogenaamden 9uurswerkdag,
do werklieden door 't Ryk met 5 dagen worden
benadeeld en wel volgens onderstaande tabel
Werkd.
Van
1—15 Jan. 13
6,5
84,5
16—81 14
7,5
105,-
1—15Feb. 13
8
104,—
16—Uit. 11
9
99,—
1—10 Mrt. 8
9,5
76,—
11—80 Sopt. 175
10,5
1887,5
1—10 Oct. 9
10
90,—
11—20 8
9
72,—
21—81 10
8,5
85,—
1—10 Nov. 8
8
64,—
11—80 17
7
119,—
1—31 Dec. 27
6,5
175,5
813 werkd.
2911,5
werkuren.
Feestdagen. Werkuren.
Nieuwjaarsdag 6,5
2do Paaschdag 10,5
Hemelvaartsdag 10,5
2de Pinksterdag 10,5
2 Kerstdagen 13
Totaal 51 werkuren.
'tJaar berekend op 865 dagen af 52
Zon- en 6 feestdagen, geeft 807 werkdagen.
307 X arbeidsuren 2763 arbeidsuren.
Wordt gearbeid 2911,5 51
voor feestdagen2860,5 a.
Moet gearbeid worden volgenB
9uure-werkdag2768 u.
Teveel werkuren 97,5.
Van 1 Maart tot 31 Oct. 210 dagen,
15 minuten schafttijd 210 4 52,5 nur.
Teveel werkuren 97,5
Af 52,5
i te veel
Blijft
45 uren 9 5
werd erkend dat de werkman
ook recht heeft op een behoorlijken schafttijd,
én nadat er meerdere voorstellen waren gedaan,
ging men ten slotte over tot de benoeming
van eene commissie, uit drie leden
volgens de drie hoofdvakken, scl
uitrusting en magazijnen, welke
zich tot de hoofden dier afdeelingen zal
met verzoek om ondersteuning, teneinde op-
bunnor grieven te verkrijgen van den
Door den chef van de afdeeling
iuw was reeds ondersteuning beloofd.
Als afgevaardigden (leden der commissie)
werden gekozen de heeren W. M. v. Zweden,
W. R. Zits en Filarski, allen met groote
meerderheid van stemmeD.
Na een woord van dank aan den heer M.
P. Polak, voor 't afstaan van de zaal, werd
de vergadering gesloten.
Aan den loodskweekeling le kl. C.
Noordberg, de loodskweekelingen 2e kl. S.
vaa Leeuwen en P. Molenaar, en de ma
trozen A. Visser, J. van Loo en W. C.
Ryprna, allen behoorende tot het 3de district,
ia de vergunning verleend tot't aannemen
en dragen der versierselen van het Burger
kruis 2e kl. door eerstgenoemde, en van
de medaille 2de kl. door de overigen, hun
geschonken door den koning der Belgen.
Te Leiden is geslaagd als arts, de
heer J. S. Moorman geb. te Helder.
ATJEH.
Bg het departement van koloniën is
Zaterdag (18 dezer) van den Gouverneur-
Generaal van Nederlandsch-Indië een tele
gram ontvangen, houdende bericht dat
Toekoe Djohan de vroeger vermelde grieven
(zie het bericht in de Staatscourant" van
3/4 dezer) herroept, en dat hg vertrouwden
wil zenden, om met generaal Vetter te
spreken. De dag tot het houden der be
spreking is nog niet bepaald.
Het »N. v. d. D." ontving Zaterdag het
volgende telegram uit Batavia
De posten Anakgaloeng, Senelop, Lam-
soet en Lambarith zgn verbrand en verlaten.
Gesneuveld: 7 soldaten.
GewondMajoor D. A. Okhuizen en
14 soldaten.
Er resten nu nog drie posten in de
Oostelpke bnitenlinie Toengkoep en Tjot-
rang, welke naar het schgnt nog door de
onzen bezet zijn, en Kroeng Gloempang,
dat waarschijnlijk nog ontzet moet worden.
Daaromtrent zullen we waarschijnlijk wel
spoedig nog iets hooren. Als dan de vol
ledige concentratie is afgeloopen, zal er
vermoedelijk een expeditie tegen Toekoe
Oemar in de VI Moekims worden begon
nen. Het voordeel daarbjj is zeker, dat men
thans over een betrekkelijk groote troepen
macht heeft te beschikken.
Het Handelsblad" ontving van zgn
correspondent, te Batavia, Zondag het vol
gende telegram:
Anakgaloeng, Lambarih en Senelop zgn
door ons ontzet en geslecht na een verwoe
den strjjd. Bg Senelop maakte de vijand
zich meester van twee onzer kanonnen,
die wjj echter weer veroverden.
Gewond werden de majoor der infanterie
D. A. Okhugzen eh de le-luitenant der
artillerie J. B. Zonde le-luitenant der
inf. K. L. A. P. v. d. Maesen de Som-
breff werd door een zonnesteek getroffen.
Verder werden gekwetst 68 minderen; 13
minderen sneuvelden.
Generaal Vetter heeft de samenstelling
bevolen van een brigade, met een geheime
bestemming naar de kust van Atjeh."
De drie versterkingen, in het begin van
het telegram genoemd, liggen ten zuiden
yan onze linie, nabjj de Atjehrivier. Zg
waren door onze troepen bezet en door de
Atjehers omsingeld. Na de ontzetting zgn
zij nu, evenals reeds met andere buiten de
geconcentreerde linie gelegen posten ge
schied is, geslecht.
Onder tal van bljjken van waardeering,
zoowel zijner superieuren als kameraden,
werd Vrijdag te IJmuiden feest gevierd
door den commissaris der loodsen, den heer
J. van der Burgt, die het feit herdacht
dat hg vóór 50 jaar in dienst trad van
den lande bg de Kon. Ned. Marine, waarna
hg, na verschillende rangen te hebben
doorloopen, ongeveer 32 jaar geleden bg
den dienst van het loodswezen iB overgegaan.
Tegen den onlangs ontslagen ge
meente-secretaris van Alkmaar J. Nuhout
van der Veen, is Vrjjdag door de arron-
dissements-rechtbank eene gevangenisstraf
van een jaar geëiaebt, met aftrek van de
preventieve hechtenis.
Mr. D. Simons, de verdediger van bekl.
trachtte de schuld van bekl. te niet te doen.
De uitspraak is bepaald op heden over 8
dagen.
Te Lemmer is Donderdag de eerste
ansjovis door de Zuiderzee-visschers aan
gebracht.
Te Kampen verkreeg dezer dagen
zekere v. d. H., geëmployeerde bg het
garnizoenskleedingmagazgn, door eene erf
stelling eene som van f 16.000. Hg ont
haalde verschillende vrienden en kennissen
en deed zelf dapper mede.
Toen hg zgn roes had uitgeslapen, ver
meende hij, dat een paar zjjner vrienden
hem eene schuldbekentenis hadden laten
onderteekenen, waardoor hg te eeniger tijd
al zijn geld zou moeten afstaan en zelf tot
de diepste armoede vervallen.
De vrienden, die hg daarvan betichtte,
deden van een en ander mededeeling aan
den commissaris van politie en verklaarden
H.'s bewering ongegrond.
De man blgft evenwel zgne eens opge
vatte meening volhouden en verkeert sinds
enkele dagen in een toestand, die grenst
aan krankzinnigheid.
Men wanhoopt er aan, hem van zgn
idée-fixe te kunnen afbrengen.
(»U. D.M)
Men meldt uit Staphorst:
Vrijdagavond ontstond tusschen twee
broers ten huize van hunne moeder twist,
die zoo hoog liep, dat de messen getrokken
werden. De moeder, die de vechtenden wilde
scheiden, schgnt zóó hevig geschrikt te
zgn, dat zg een uur later is overleden.
Te Volendam is binnengebracht het
tjalkschip »De Twee Gebroeders,* dat op
27 Maart jl. bij Marken in de Zuiderzee
zonk, ten gevolge van den toen heerschen-
den storm. Op dat schip was door den
waterstaat een waker gesteld. Tóch zgn
al het touwwerk, de blokken, de giek, de
ankers enz. gestolen. Zelfs kasten zgn
opengebroken en gelden ontvreemd.
De eigenaar van het vaartuig heeft bg
den burgemeester van Edam (tevens hoofd
der Zuiderzeepolitie) aangifte gedaan en
een onderzoek is ingesteld.
FlesscheatrehkeriJ.
Een dame te Amsterdam is door een
brutale streek in eigenaardige moeilijkheden
gekomen. Om bijzondere redenen wenschte
zg een door haar gehuurd huis niet te be
trekken en kreeg van den verhuurder
verlof het aan een ander te verhuren.
Een geplaatste advertentie had ten ge
volge, dat zich een heer .an meldde.'t Schikte
de dame op dat oogenblik niet den heer
naar de woning te doen geleiden, en zg gaf
hem derhalve den sleutel van het leegstaande
huis.
De heer zou na de bezichtiging van het
huis den sleutel terugbrengen, maar bleef
in gebreke dat te doen. Bg onderzoek bleek
dat de heer (een bekend flesschentrekker)
het huis maar betrokken had en niet ge
neigd is het te ontruimen.
De politie is onmachtig in deze iets te
doen, zoodat een vordering tot ontruiming
zal moeten worden ingesteld, terwjjl van
betaling geen sprake kan zgn.
Een waarschuwend voorbeeld voor an
deren. (»Amst. Ct.")
Omtrent de poging van een jonge
vrouw om zich Dinsdagochtend in het ge
bouw der rechtbank te 's-Gravenhage te
vergiftigen kan nog het volgende worden
medegedeeld: Zg was eene dienstbode uit
Oeatgeest, aangeb racbt tot bet ondergaan
van eene gevangenisstraf. De gevangene,
onder beboorljjke bewaking in een vertrek
geplaatst, vroeg een kop koffie en werd Da
het gebruik van dien drank onpasselijk.
Op bet oogenblik dat zg naar den celwagen
werd gebracht, openbaarde zij aan den
rijksveldwachter dat zg vergif had inge
nomen. Men vermoedt dat zij arsenicum in
de koffie heeft geworpen. Op last van den
officier van justitie werd haar tegen-gif
toegediend, waarna zg verder naar het
ziekenhuis is overgebracht.
Aanranding.
Bg de gemeente-politie te Groningen
kwam Woensdag zekere T. v. H., bierhan
delaar uit Norden, zich beklagen, dat twee
hem onbekende personen hem Dinsdag
avond laat op den weg van Hoogezand
naar Groningen aangevallen en in het Win-
schoterdiep geworpen hebben, nadat een
hunner hem een diepe bloedende wonde
over den linkerpols had toegebracht.
Dank zg zgn vaardigheid in het zwem
men kon v. H. den wal bereiken, waar
hg, door bloedverlies uitgeput, bewusteloos
neerzeeg. Den volgenden ochtend te vgf uur
was v. H. in staat zgn weg naar Gronin
gen te vervolgen, echter zonder portemon-
naie, die hem, zoo beweert v. H., afhandig
is gemaakt. Een onderzoek wordt ingesteld.
Moedwillige beschadiging of vernieling
van Isolatoren van Telegraaf- en
Telephooniynen.
In de zitting van de Arrondissements-
Rechtbank te Zierikzee, dd. 27 Maart jl.,
werden 3 personen van ongeveer 20-jarigen
leeftijd tot eene gevangenisstraf van 7 da
gen veroordeeld, wegens het in Februari
jl. stukwerpen van isolatoren der Rjjks-
telegraafljjn nabjj Zierikzee.
Voor een dergeljjk feit zijn bg vonnis
van den kantonrechter te Eist, dd. 29
Februari jl., acht jongens tot eene geld
boete, subsidiair hechtenis, veroordeeld.
Wie 't weet mag 't zeggen.
In de «Libre Parole" wijdt Jules Dela-
haye een groot artikel aan »den volgenden
oorlog. Deze zal volgens hem binnen twee
jaar uitbreken, als de jonge Koningin van
Nederland den huwbaren leeftijd heeft be
reikt. Protestant zgnde, kan Zg alleen
huwen met een Engelschman of met een
Duitscher.
Sedert lang aast Duitschland er op Ne
derland in den Duitschen Bond te dringen
en zal 't er op aanleggen, dat de jeugdige
Koningin een Duitscher huwt, wat de zaak
veel eenvoudiger zou maken. Anderzijds zal
Engeland nooit dulden, dat de Duitschers,
om welke reden dan ook, zich te Vlissingen
of in Helder nestelen. Van daar de aan
staande botsing
Atjeh en de Atjehers.
Nu dezer dagen de hoogst belangrijke be
richten uit O.-Indië over den toestand in 't
noorden van Sninatra ieders aandacht trekken,
verdient de hoofdinhoud van een opstei, in
dertijd over de oplossing van het Atjeh-vraag-
stuk publiek gemaakt, voorzeker opnieuw ge-
lezon en overdacht te worden. Bedoeld opstel,
van de hand des heeren L. W. C. van
Berg, die gedurende eonigen tyd op Atjeh heeft
vertoefd, werd in de «N. Rott. Ct." van 4
Maart 1890 opgenomen, en met het oog op
de belangrijkheid van het artikel, werd het
in het Tijdschrift van Nederl. Indië, jaargang
1890, in zijn geheel overgenomen. Wy moeten
ons, lettende op de beschikbare ruimte in ons
nieuwsblad, tot het overnemen van het volgende
uittreksel bepalen.
De achrjjver gaat, op grond van zyne meening,
nit van de overtuiging, dat de Atjehers
volk zyn, waarmede hoegenaamd niets is
te vangendat elke officier, elke soldaat, die
daar zyn leven waagt en dat elke gulden,
aan de onderwerping van dat volk besteed,
zoo goed als weggeworpen zyn. Het zedelyk
prestige, dat elk inlandsch hoofd over zyne
onderhoorigen moet bezitten om te kunnen be
storen, is in Atjeh een onbekende zaak. Van
een hoofd, wiens gezag alleen geëerbiedigd
wordt, voor zoover wjj hem materiëel steuneD,
heeft men niets dan last. Het is slechts een
persoon te meer om te beschermen. En bo'
dien is het land uit een staatkundig en ec
misch oogpunt eene talrjjko en das zeer kost
bare bezetting niet waard. De sohrjjver wil,
op grond van een en ander, het geheele
pennest, met inbegrip van toekoe's, oelama'a
en sadati's, naar het gebergte verdrijven, en
in de Atjeh-vallei eene andere bevolking
plaatsen. De geringe uitgestrektheid dier vallei
en het betrekkelyk lage cjjfer der Atjehsche
bevolking maken z. i. zoodanigen maatregel
volstrekt niet onuitvoerbaar, noch zelfs zeer
bezwarend. Do Atjehers zouden niet meer in
ons gobied mogon worden toegelaten, noch
tydelyk, noch om zich te vestigen, dan krach
tens individnëel verkregen vergunningen
onderhandelingen met de Atjehsche bevolkiug
of haro hoofden zouden verder tot het verledene
monton behooron. De nieuwe bevolking, uit
Oosterlingen te recruteeren, zou zoodanig
moeten worden georganiseerd, datzy hare kam
pongs tot op zekere hoogte ze!
hoogte zelf kon verdedigen
tegen kleine aanvallen der buiten de linie
wonende Atjehers. Tegen aanvallen van meer
belang zou zjj een natunrlyken steun vinden
in onze bestaande posten, en omgekeerd de
bezetting dier posten een niet te versmaden
steun in haar. Het doel ware het best te be
reiken door een zeker aantal inlandsche com
pagnieën van ons leger in hun geheel in het
land to vestigen, en in den vervolge het
plaatsen in de militaire koloniën te beschouwen
als een middel tot belooning van eervol ont
slagen onderofficieren en manschappen. Eene
organisatie in den geest van de Ooatonryksohe
zoogenaamde Militaire Grenzen. Deze
organisatie had in vroeger tjjd haar nut tegen
de roofzieke bevolking der Turksche grens
provinciën, tegen een toestand dus van denzelf
den aard, als waarmede wij op kleine schaal
in Atjeh to worstelen hebben. Militairen, die
tevens landbouwers zyn en voor hunne diensten
met gronden worden beleend, zouden de meoat
geschikte personen zyn, om den onteigenden
grond tegon aanvallen te beschermen. Do aard
der Atjehsche kampongs eigent zich bo™endion
uitstekend tot eene individuëele inlandapho
verdediging. Die kampongs zonden daarom bjj
de gewelddadige verdrijving der tegenwoordige
bewoners zooveel mogelijk moeten worden ge
spaard. En hot eigenbelang der kolonisten
zou een voldoenden waarborg opleveron, dat
zouden heulen met hunne Atjehsche
naburen, wier huizon zjj bewonen en wier
gronden zjj bebouwen zouden. Elk inlandsch
soldaat of onderofficier is wel geen man van
staatkundig doorzioht, doch zóó dom is geen
enkele, of hjj ziet in den vroegeren bezitter
zyn huis en akker zyn natunrljjken vyand.
Door zoodanige organisatie zou de taak van
Indische legermacht lichter worden en
hetzelfde karakter aannemen, als in an
dere gewesten. Van de tegenwoordige Atjeh
sche bevolking is, als zy voortdurend bljjft
roeven en moorden, niet anders te wachten dan
van ieder ander volk, dat zich tegen de be
schaving verzet, b.v. van de Roodhuiden in
Noord-Amerika. Ter aanbeveling van het door
hem geopperde plan, wijst de schrijver op
wèlgeslaagdo pogingen in dien geest, elders in
onzon Archipel beproefd. En ten slotte voert
hjj aan«Liever een aantal toekoe's met hnnne
volgelingen met geweld verdreven, dan een
schaar der onzen aan 't voortdurend gevaar
bloot to stellen, door die roovers in een hinder
laag te worden gelokt en roemloos gedood."
Het bovenstaande kan wellicht, als het eerst
gelukt is het Atjehsch gepeupel ten onder ge
bracht te hebben, als middel dienen, om dat
gevaarvolle volkje voor goed uit onze omgeving
te verwijderen. Dit plan van organisatie, af
komstig van een met land en volk bekenden
Nederlander, kan, als onze wapenen hebben
gezegevierd, mogeljjk het meest gowenschte
gevolg voor de toekomst opleveren.
Denkbeelden over advertecren.
»De Manufacturior" zet hare beschouwingen
voort over het adverteeren. Ditmaal hoeft zjj
het over de uitgebreidheid der advertenties.
Daaromtront sohryft het blad
Indien het bedrag dat men beschikbaar stelt
en de ruimte zulks gedoogen, maak dan voor
de advertenties gebruik van een groote en
duidelijke letter, omgeven door een zwaren
rand of een blanco ruimte rondom den tekst
als men nameljjk daarop gesteld is, of laat de
woorden ruim uit elkander drukken, gevende
daardoor aao uwe advertentie een eigenaardig
voorkomen. Een blanco ruimte rondom een
advertentie doet dezelve natuurlijk meer uit
komen en doet de advertentie in het oog loopon,
als de onkosten daarvoor maar niet te zwaar
•worden.
In geen geval mag mon de regels eenor
advertentie te dicht aan elkander laten sluiten,
zoodat het lezen daardoor bemoeilykt wordt.
Sommige firma's laten de benamingen harer
artikelen zóó dicht achter en onder elkandor
drukken, dat er bjjna geen roimte tnsschen de
PBUILLETOM".
Naar het Duxtsch.
1)
In een der grootste huizen van de Pots-
dammerstraat te Berljjn, woonde op de vierde
verdieping de weduwe van den overste Rusche-
weyh. Vermogen had ze niet en haar weduwe-
toelage was klein. Tien jaren van ongestoord
gelnk had zy met haren echtgenoot op do
bel-étago doorgebrachtna zjjn dood was ze
naar do vierde verdieping verhuisd, waar zjj
nu drie kamers in gebruik had. Bedienden had
sjj niet, eene werkster verrichtte het grove
wwk, Wat er meer te doen viel in de kleine
huishouding kwam voor rekening van eene
juffrouw van gezelschap, Maria Zemplin ge-
heoten. Deze, een blondine van ongeveer vyf-
en-twintig jaren, kwam zoo juist zacht de
woonkamer binnen, waar haar meesteres in
een gomakkelyken fauteuil haar middagslaapje
scheen te doen. De deuren, die tot het kleine
balkon toegang verleenden, stonden wjjd open
en de heerlyke Meilucht drong verfrisschend
de kumor binnen.
Zorgvuldig spreidde Marie een lichte slaap-
dekon over de knieën der oude dame, want
hot was wat koel. Door die zachte aanraking
ontwaakte mevrouw Ruscbeweyb, en richtte
zich een weinig op. Haar voorkomen was een-
TOUJg, haar gelaat bleek.
«Ben je zoo bezorgd voor me. Marie V' vroeg
•U vriendelijk weemoedig. «Maak toch onze
scheiding niet pijnlijker dan noodig is."
«Ocb, mevrouw, dat zal voor n wel schikken,
want u gaat naar uwe liefhebbende kinderen,
maar ik Ik weet niet of ik een vriendelijk
huisdak zal vinden vóór den vijftienden Juli.
Mjj alleen treft het moeiljjke van ons scheiden."
Het meisje boog haar lief, blond kopje
nadenkend over haar handwerkje, dat zjj
zooeven had ter hand genomeD. Een lichte
zucht ontsnapte haar daarbjj.
«Kind, wat praat je daar weer dwaas We
zjjn nu twee jaar bjj elkaar en altjjd vriende
lijk en goed. Met de opoffering van eene dochter
zorg je voor mjjn gemak en een opgeruimd
«Denk nu niet slechter van me dan ik
ben. Waarljjk het scheiden valt my ook heel
zwaar 1"
«O, mevrouw!" riep de frissche stem der
blondine nu schertsend, (schroi nu maar niet
ik geloof u wel zonder dat. Üm Gds wil, maak
myn hart niet week. Den geheelen dag preek
ik me zelve voor, dat ik me tegen die teer
gevoeligheid moet verzetten. Breng daar nu
geen verandering in, ik heb werkelijk moed
noodig.
«Gisteren bracht de post my een brief van
juffrouw Devalzy heeft nog geen passende
betrekking voor mo gevonden."
«Nog niet vroeg de dame langzaam. «Als
de menschen je maar kenden, ze zouden om
je vechten. Het is wel jam mer, dat ik zoo
teruggetrokken loef en je deugden niet kan
uitbazuinen 1"
«Er zal zich wel wat opdoen," sprak Mari<
getroost, en ijverig hanteerde zy weer de naald.
«Ik bewonder je gemoedelijke kalmte op
zoo'n jeugdigen leeftyd." Dat was eene oprecht
gemeende bekentenis van de oude dame,
oogen met welgevallen op het slanke,
meisje roetten.
Wy zyn reeds zoo lang by elkander," ging
zy peinzend voort, ,en ik weet eigenlijk niets
je, als dat je vroeg je ouders hebt ver
loren, dat een tante je op een kostschool
itste en zy kort daarna stierf."
Dat ik eindelyk een slochte onderwijzeres
ben geworden," viel Marie nu met een glim
lach in, «en dat ik met genoegen myn be
trekking by de zeven kinderen van den ban
kier Salzmann verwisselde tegen die, welke n
my aanbood."
«Juist zoo, en dat je verzwakte gezondheid
by my herstelde. Verder weet ik nog dat je
een onbedwingbaar verlangen koestert naar
je vroegere moeiljjke betrekking, die je alleen
ter wille van my nog niet aanvaard heb."
Nu gleed er een weemoedig lachje over de
lieve trekken der schoone blondine maar
daar werd gescheld. Marie stond op.
«Is de werkster al weg?" vroeg mevrouw
verstrooid.
Marie knikte en ging om de denr te openen,
Als het eens goede tijding was voor haar
een goed engagement in de provincie of io het
buitenland I Haar hart klopte vol verwachting
met vlugge hand opende zjj de deur. Zjj zag
niet hot bekende gezicht van jnlfrouw
Devall, de brievenbosteller was het ook niet.
,Neen een wildvreemde man keek haar
met groote oogen aan. Voor die onverwachte
verschijning deed zjj een paar schreden achter
uit, maar de man naderde haar driftig.
«Woont hier mevrouw Ruscheweyh vroeg
hy kortaf.
«Ja wel, mijnheer antwoordde zy weer in
haar gewonen toon. «Zal ik u aanmelden
«Wees zoo good," antwoordde hjj en volgde
haar op den voet. Nogmaals zag zy naar
omhot was een vreemde verschijning, vond zjj.
«Wien moot ik aanmelden?" vroeg zy glim
lachend.
iBaron Tiefort" antwoordde hjj, zichtbaar
verdrietig over dit kleine oponthoud.
Hjj was een man, die door het ongeluk ruw
was geworden, een man, die nn'vastbe
raden zjjn geluk zocht en geen minuut wilde
verliezen.
Jaren geleden diende hy als eerste luitenant
onder overBte Ruscheweyh, die hem wegens zyn
begaafdheid een schoone toekomst voorspelde.
Het oog van monig hoog-aristoeratiscke
schoone rustte destjjds met welgevallon op
hem, doch hjj huwde, ten spyt van alle fami-
lie-traditiën, de dochter van een niet-adellyken
geheimraad.
Zjj was onbemiddeld, mp>ar zeer vorwend en
begon aan zyne 2yde het leven eener dame
uit de groote wereld.
De eerste winter van hun huwelijksleven
werd in allerlei vermaken doorgebracht, maar
toen nam hjj tot groote verrassing van allen,
zyn ontslag uit het leger. Hjj trok zich terug
op zjjn klein landgood in de provincie en sedert
dien tjjd boorden zjjne vrienden in de residentie
niets meer van hom.
«Baron Tiefort," herhaalde de dame pein
zend. Ja, nu herinnerdo zjj zich zjjner
reeds stond hjj voor baar.
«Ik ben bet, mevrouw. Herkent u uw ouden
beschermeling niet nuser?"
De oude dame was opgesprongen.
«Zjjt gjj het, TioforL do eerste luitenant
Tiefort?"
Ongoloorig had zjj deze woorden uitgespro
ken haar oog rustte onderzoekend op zyn
gelaat en zyn volle haarlokken, die aan de
slapen reeds een zilveren draadje vertoonden.
,Juist, dezelfde," antwoordde hjj beklemd.
«Is het mogely'i?" vroeg zjj, en weer zag
zjj hem oplettend aan. Dat verdroot hem. Een
weemoedige glimlach gleed over zjjn baarde
loos gelaat, zoo-iat alle har de trekken ver
dwenen. Haar oog verhelderde, zjj greep zyne
hand.
,Ja, ge zjjt hot I" riep zy herademend. «Een
wonderlijk wederzien na zoo langen tjjd 1
Lieve Marie, geef een fiesoh oude Bourgogne 1"
riep zy haro juffrouw van gezelschap toe, die
zich juist wildo verwijderen.
«Kom, neem plaats, baron, wjj hebben elk
ander zeker veel te vertellen 1"
Zy nam op de sofa plaats on wocs den
baron een fauteuil naast haar. Somber zette
hy zich neer. Zyn donkere oogen blikten ver
strooid in hot smaakvol ingerichte vertrek
rond, alsof hy iets zocht.
Vragend zag zyn oude vriendin hem aan.
«En Francisca vroeg hy eindelyk.
«Ja, Francisca," begon zy nu op verge-
noegdon toon, »o, die heeft haar fortuin ge
maakt, prachtigPrecies op haar acht-en-
twintigsten verjaardag is zy met 'majoor Teschon
getrouwd, hy hoeft vóór Metz hot IJzeren
Kruis verworven. Spoedig na het huwolyk
werd by naar Lotharingen verplaatst. Toen
het gelukkig paar vertrokken was, stierf myn
echtgenoot onverwacht aan eene verlamming
van het hart. Ge weet, Francisca was zyn
oogappel. Ik denk, dat haar vertrek zyn dood
heeft veroorzakt; hy miBte haar zoo."
«Ik ook," antwoordde Tiefort bedroefd.
Twyfelend zag zy hem aan; zy wist niet,
hoe zy die woorden moest opvatten.
«Mevrouw, ik kwam hier om myn «el«k
te vinden, maar do majoor is my vóór ge
weest," zuchtte de baron en daurby zag hjj
zoo bleek en ontsteld, dat de oude damo er
van sohrikte.
(Wordt vervolgd.)