®'t Vliedend Blaadje. w KLEINE COURANT 1 VOOR HELDER NIEUWEDIEP EN TEXEL. ge luwde fêïom Ho 2432. Zaterdag 6 Jnni 1896. 24«te Jaargang. Bureau: Zuidttraat. Telefoonn". 63. Bureau: Spooretraat. Telefoonn. 51. Abonnement p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., met ZondagsbL 80 Ct. id. franco per poet 75 idem f 1.12 id. voor het Buitenland f 1.25, idem f2.00. VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG. Uitgevers: BERKHOUT Co.» te Helder. Bucmux SPOORSTRAAT m ZUIDSTRAAT. Atlvertentlön ran 1 tot 5 regels25 Cent. Elke regel meer5 Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Adrertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn. KALENDER DER JUNI, (Zomermaand, 30 dagen). Opkomst der Zon 3 n. 41 m. Ondorg. Zondag t n. 17 m. Dinsdag 9 Woensdag 10 Donderdag 11 Vrydag 12 Zaterdag 13 De plaats onzer inwoning. HET KOEGRAS. De polder, die dezen naam draagt, behoort grootendeele tot de gemeente Helder; het zuidelijk deel van dit waterschap behoort tot de Daburige gemeente Callantsoog. In onden tijd waren de gronden, waar nu, zonder vrees voor overstrooming van het zeewater, land bouw en veeteelt worden uitgeoefend, gedurig aan 't indringen der zee blootgesteld. In het begin der XVII de eeuw weni van de .(jde der Noordzee daaraan paal en perk gesteld door den aanleg van den Oldenbarneveltsdjjk, die vanwege de Staten van Holland -werd opgeworpen. Langs dien dijk leidde van toen al tot aan het graven van het Noordhollandsch kanaal do eenige weg, waarlangs men van zuidelijk gelegen plaatsen den Helder kon be reiken. In het jaar 1775 deed men in dezen polder eene ontdekking, die de zekerheid deed ontstaan, dat dit gedeelte van onze gemeente ook in heel ooden tijd, toen de Noordzee nog niet zoovele en zoo groote veroveringen op de kust had behaald, meer dan in latere jaren met de bebouwde en bewoonde gedeelten van den omtrek in betrekking stond. Men vond n. 1. eene hoogte, Torp genaamd, een plek, waarop men zich bij het indringen van het zeewater zocht te beveiligen. Op deze hoogte schijnt een begraafplaats te hebben bestaan. Er werden eenige ljjksteenen ge vonden, die een paar eeuwen oud bleken te zijn en de namen van Peper en Bijkers be vatten, welke laatste familienaam aög in deze gemeente voortleeft. Volgens de overlevering moet deze begraafplaats afkomstig zijn van een klooster, dat later, tengevolge van water vloeden naar elders is verplaatst, 't Schijnt zeker, dat op dit kerkhof gedurende eenigen t^d uitsluitend Katholieken werden begraven. In deze eeuw heeft men in de nabijheid nog een grafzerk gevonden, waarop do naam stond van den pastoor Jobannes Heikam, van de Oud-Katholieke gemeente alhier. In den omtrek van deze plaats vond men vroeger veel duifsteeo, 't welk door de metse laars van den Helder vandaar werd gehaald, om er cement van te maken. In de vorige eeuw heeft men aldaar vele geraamten van alsmede tanden van paarden ge ien en ander geeft aanleiding tot het vermoeden, dat bü eene geweldige over strooming menscben, paarden en ander vee tegen deze hoogte zijn aangespoeld, en dat, toen men later die lijken daar vond en het water weggeloopen was, men de overblijfselen met aarde heeft bedekt. Het Koegras heeft voor den lateren tijd eerst beteekeniB gekregen door de bedijking aan de oostzijde, die gepaard ging met het graven van het Noordhollandsch kanaal in de jaren 1819 tot 1823 en met den aanleg van den grooten Rijksweg van hier naar Alkmaar. Een polder, 6000 banders in op pervlak, werd daardoor aan de provincie Noordholland en grootendeels aan deze gemeente toegevoegd. Een nieuwe toestand is daardoor ten zuiden van onze vestingwerken in 't leven getreden. Door het domein-bestuur werd het op 't indringende water der Zuiderzee ver overde land voor de cultnnr bestemd en van lieverlede werden landbouwhoeven gesticht. Er vestigde zich eeDe landbouwende be volking, die zich gaandeweg uitbreidde. Tegen 't midden dezer eeuw werd door het bestuur der domeinen afstand van dit bezit godaan bet Koegras ging b(j verkoop in eigendom over aan den heer P. Loopujjt. De nieuwe eigenaar liet meerdere hoeven bouwen, wegen en vaarten aanleggen, en verbeterde op die wjjze den grond om die meer productief te Het waren allen pachters, die de bewoonden en 't land bewerkten. Deze toestand hield echter op, toen, na den dood van den eenigen eigenaar, er verschillende eigenaren optraden. En sedert bestaat dan ook een Polderbestuur, dat de gemeenschap pelijke belangen bevordert. Spoedig nadat hot Koegras tot eono geschikte en geregeldo woonstede was ingericht, ontstond er eene dringende behoefte aan eene gelegen heid, om de kinderen der landbouwers te doen onderwijzen. Een school en eene onderwjj- zerswoning werden geBticht en do heer H. Daarnhouwer werd in April 1836 benoemd tot onderwijzer aldaar. Gedurende bijna 6 jaren was hy aldaar tot aller tevredenheid werkzaam. Toen hy in 't laatst van 1841 naar de nieuwgestichte school aan de Weststraat werd verplaatst, volgde hem op de heer J. Hofstee Mz., die ruim 40 jaren achtereen zich wydde aan de opleiding der jeugd in dit der gemeente. Tjjdens zjjne werd het oude, mindoelmatige gebouw door een nieuw schoollokaal met on derwijzers-woning vervangen. NA den heer Hofstee zjjn als hoofonderwjjzers op 't Koegras achtereen volgens werkzaam geweest de heeren F. Sant, W. Westendorp en L. de Bruin, die tyd allen naar andere scholen in deze gemeente zijn verplaatst. Thans is als hoofdonderwijzer in den polder aan de Ge meenteschool No. 1 werkzaam de heer L. van der Ploeg. Ten gerieve van de bewoners van dit deel der gemeente, is aan 't schoolgebouw vanwege do administratie der Posterijen een brieven bus aangebracht. Door den Raad der gemeente is indertijd bepaald, dat gemeente-brandspuit no. 3, die 'men is geetatioaneerd, aan het Noordhollandsch kanaal gelegen gehucht Kooi" zal worden geplaatst. Op 'toogen- bui, waarop wjj deze schets samenstellen, is dit besluit nog geene uitvoering gegeven, ofschoon er in den boezem van den Raad her haaldelijk op is aangedrongen, en de vele branden, die gedurende de laatBt verloopen ren in dezen polder hebben plaats gehad, de mwezigheid van zulk een brandbluschmiddel wgst wenscheljjk doen achten. Ons overzicht van het Koegras besluitende, ten wij don wensch, dat dit uitgestrekte deel van onze gemeente bestendig moge voortgaan op de baan van ontwikkeling en welvaart, en oneer inwoning 1 der ge- NIEUWSTIJDINGEN. HELDER, 5 Juni 1896. - Door Mgr. Bottemanne, Bisschop van Haarlem, iB benoemd tot Pastoor te Oude Schild, de Eerw. heer L. Stolk. Pastoor Wouterlood, die te Oude Schild door allen zeer werd geacht en bemind, is verplaatst naar Bleiswjjk. Bjj de behandeling der kieswet is door heer Staalman een amandement voorge- d op art. 5, luidende De schorsing van de uitoefening van het kiesrecht wordt niet toegepast ten aanzien van militairen, voor zooverre zy kiesgerechtigd zyn krachtens betaalde rjjks directe belastingen of krachtens huur." Dit amendement tegen 45 stemmen. is aangenomen met Er kunnen dit jaar 5 studenten in de geneeskunde aan eene der Nederland- sche universiteiten worden aangenomen om voor rekening van het Departement van Marine te worden opgeleid tot officier van gezondheid 2de klasse bjj de zeemacht, on der genot van een subsidie van f 5600. (Zie voorts de >Saatacourant no. 125.") ATJEH. Bjj het departement van Koloniën is Dinsdag van den Gonvernenr-Generaal van Ned.-Indië 't volgende telegram ontvangen, betreffende de laatste krjjgsverrichtingen in Atjeh Laatste drie dagen benting benoorden Beradin geslecht. Cavalerie vond de kloof van Beradin ver laten en kolonne uit Ketapang Doea den voet van het gebergte van Sam-Asan tot Lamtih. Enkele schoten vielen oit het gebergte. Een faselier gevaarljjk gewond. De Tel. ontving Woensdag het volgende Morgen vertrekken zes bataljons naar de XXVI Moekims." Men meldt uit Harlingen Hoe groot de behoefte aan drinkwater hier is, kan bljjken uit het feit, dat er rondgebeld werd, dat aan zeker adres tegen 25 ct. per gang nog water is te bekomen. De Engelacne booten brengen uit Londen ook drinkwater aan en honden gratis uit- deeling, en de stoomboot Prins van Oranje voerde eenigen voorraad aan oit Leeuwarden van de waterleiding. Een juffrouw moest dezer dagen te Amsterdam voor de rechtbank den eed als getuige afleggen. Zy verzoekt daarvan ont heven te worden, >want ik hecht" niet aan den eed." Dat ging natnorlyk niet. Dus legde zg den eed af. >Wilt gjj getui- gengeld Oh ja," was 't antwoord. >Daar •hecht" ge dus wel aan," merkte de pre- Bident droogjes op. Naar de »N. R. C." verneemt, wordt het monument, ter nagedachtenis van den overleden Prins Willem George Frederik van Oranje te Padua opgericht, met de Van Spejjk" naar Nederland overgebracht. De ontzettende ramp te Jloskon. Van de oorzaken en het verloop der seljjke ramp die duizenden in Moskou leven heeft gekost, gaven wy reeds eene be schrijving. Meerdere bijzonderheden zyn eerst heden bekend gewordeD. Wie de Russische persgewoonten kent, kan de algemeene bekendheid die de ramp dadelijk had, alleen toeschrijven aan de aanwezigheid van talryke correspondenten van vreemde bladen in Moskou. Ware dit niet het geval geweest, zeker zou men de Russische bladen niet veroorloofd hebben, iets omtrent de treurige tooneelen te Omtrent de plaats, waar de ramp voorviel, kan nog het volgende worden medegedeeld Op het Chodjw ski veld waren links langs den Petersburgsohen straatweg, die langs het Pe- Irowsky-paleis loopt, op afstanden van 100 pas buffetten aangoricht. Daartusschen loodrecht op de richting van den straatweg waren openingen van een meter breed. Het was de bedoeling der verdeelers, dat zy die ken kwamen ontvangen, óën voor deze openingen zoaden gaan. Aan de zjjde van Moskou, van waar do menigte moest komen, lieps langs den straatweg evenwijdig aan de zy der buffetten, een kleine greppel, die tegen over het eerste buffet overging in eene droge sloot vaa 30 vademen breed en hier en daar diep, wyl hier zand en klei uitgegraven. In den bodem van de waren veel kuilen en een diepe put. Tasschen de droge sloot en de buffetten was een weg van dertig pas breed. Langs de greppel en langs den weg stond reeds lang vóór den aanvang der verdeeling de menigte schouder aan schouder. Het op dringen der achterste menscben deed haar voor en achteruitgaan. Toen verteld word, dat de verdeeling zou beginnon, drong de groote hoop van achteren op, en het was den voorsten onmogelijk den stroom tegen te houden. Bjj nadere doorsoeking van het terrein heeft men nog etteljjke tientallen ljjken gevonden in droge putten, die met planken bedekt waren geweest. Door de zwaarte van de groote menigte, die langs dezen weg op het veld wilde komen, waren de planken gebroken. Van de teruggevonden lijken zyn er tot heden 1200 door de familieën herkend, het juiste cyfer der omgekomenen zal nader worden bekend gemaakt. Volgens de mededeelingen der ooggetuigen moet het halve nar, waarin het ongeluk beurd is, allervreeselykst zyn geweest. Acht honderdduizend menschen, schreeuwend en joelend. Het was een woedend gevecht van beesten. Men ontzag niets en niemand. Over de lyken der vertredenen ging brullend van begeerte, hygend zich wringend langs de neervallende onge- lukkigen. Een verslaggever van de Daily News die om 9 uur naar het tooneel der ramp ging, ontmoette onder weg een grooten wagen, die tot aan het dak toe tik herinner my morgens vroeg ook gezien, geëscorteerd door officieren van Roode Kruis, maar iets zoo verschrikkelijks had ik daarvan niet vermoed. In de omgeving der tenten waren overal nog sporen te vinden van de verschrikkelijke worsteling, welke daar plaats had gehad. Er lagen toen geon lyken meer, maar de grond was bezaaid met haar, linten, laarzen, schoenen, kousen, fiesschen, schorten, zakdoeken enz. Hon derden, die oit de stad gekomen waren, ston den in sprakelooze wanhoop dit alles aan te staren." De tenten, waar de uitdeeling zou plaats hebben, waren gebonwd van stevig hooi. Als lucifersdoosjes waren zy in elkaar gedrukt. Kozakken hadden dezen hoop gesplinterde planken afgezet en slechts enkele was het ver gund door het oordon te gaan. «Ik slaagde er in, verklaart de Weener fa brikant, die de zeshonderdduizend bekers ge maakt heeft, om met twee mannen, die naar hnn vrouwen zochten, in de tenten te komen, die nog waren blyven staan. De dooden waren verschrikkelijk om aan te zien. De gezichten waren vertraptstukken vleeach waren er uitgescheurd, de borstkas was inge trapt, de kleederen hingen in flarden langs de naakte lichamen. En onafgebroken reden de wagens van hot Roode Krais heen en v Een arme vrouw herkende onder een van twaalf lijken haar echtgenoot. Zy zelf het lichaam in den wagen dragen en toen plaats tusschen de honderden het hoofd van baar ongelokkigen man in den boot houdende. Moesjiks en boeren lagen op en door elkaar in een ruwe massa, zoodat het onmogelijk was het aantal slachtoffers te tellen, of de identiteit der gedooden vast te stellen. Zooveel doenlijk weg een grooten wagen, dit toe gevuld was met lyken nu", zegt hy, «dat ik de s dergelijke plaatsje vooraan weien ie zrygen maar een der pakjes machtig te w. lagen zy daar dood. Een had een t vuist; de beiden andere lagen hand legde men de lyken op den rug, opdat het gelaat, dat van allen bjjna roetzwart was, zon kannen worden gezien. Bjj de lyken, die her kend werden, werd geld gelegd, volgens de Russische gewoonte. Het wsren meest alle ko peren geldstukjes, slechts enkelo zilveren. Op sommige lijken waren papiertjes vast gespeld, den naam van het slaohtoffer vermel dende. Slechts van ëón ljjk was het gelaat ongeschonden gebleven. Het was dat van jong meisje, dat bewaakt werd door een moeajik, met licht broinen baard, en f in het roode nationale costnum. Naast 1 een oude vrouw te weeoen. Dat was zjjn moeder. De man liot geon traan rollen. Hij kon niet. Zyn Bmart was te groot Toen hjj rojj zag, verhaalt de verslag gever van de Daily Telegraph, lichtte hjj den gekleurden zakdoek op, die haar gelaat bedekte en anlwoorde my op mjjn vragen »Zjj was myn vrouw en het was voor de eerste maal dat wjj samen uitgingen. Zy stond naast mjj en ik hield haar en mjjn moeder vast, d word mjj nit de armen gerokt". Hy e een kruis, legde den zakdoek weer over de regelmatige trekken der jonge vrouw en de vrouwon romdora hem prevelden»Bozhe Moy" (Mjjn God) cn Vadertje Vadertje I" en ween den over het jeugdige kind. Een menigte had zich verzameld om drie lyken. Drie broeden waren bot zei men. Ia hnn jeugdige voortvarendheid hadden zy een plaatsje vooraan weten te krjjgen, om toch morden. No stok in de hand in hand. Op de borst van een man, die er beter uit zag dan de meeste anderen, was zyn fotografie aangebracht; op die van een ander lag een me talen plaatje, meldende dat de doode een doornik was. Een man zat in stomme verslagenheid tas schen een aantal ljjken. Op de vraag, wie hjj was, antwoordde hjj nieteen zijner vrienden daarentegen deelde mede, dat de vrouw aan zjjn linkerhand zyn echtgenooto was en de twee andere ljjken zjjn dochters. Het was verschrikkelijk om te zien, hoe een aantal personen tosschen de ljjken liepen, nn deze dan gene omkeerende, om te zien of uit de gelaatstrekken geen verloren familielid te herkennen was. «Ik was er bjj tegenwoordig zegt de schrijver in de Daily Telegraph, toen eenige dier ljjken herkend werden. Het ging iemand door merg en been om die vronwen en mannen in tranen te zien uit* barsten en snikkende te hooron roepen «Ba- tushka! Batoshkal" (Vadertjol Vadertje!) Ik heb veel verschrikkelijks in mjjn leven gezien, maar nog nooit iets zoo wreeds, zoo tragisch, zoo afschnweljjks. Nooit zal ik het gezicht vergeten van al deze dooden en evenmin het vernietigende tooneel van al die beweginglooze levende wezens, die als marmeren fignrea tasschen hnn dooden zit ten. Hier zaten ze oren lang, de vliegen ver drijvende van de aangezichten der ongelukkigen en aandachtig luisterende of Diet een zucht ademtochtje waar te nemen was; daar zullen zy blyven zitten tot de lyken worden wegge dragen en dan sollen sjj verlof vragen mee te mogen gaan, welk verlof hun beleefd door de bewakers zal worden geweigerd. Het tooneel op het kerkhof was zoo ver schrikkelijk, zóó aangrijpend, dat iemand al zjjn zenuwen noodig had om dat te t aanzien. Op en om het kerkhol stonden tachemonten militairen. Na eet toeren werd ik toegelaten door de poort. Een officier wien ik om inlichtingen vroeg, antwoordde mjj: «ga er niet heen, mijnbeer, het is te vreeselyk." Ik wandelde verder naar het einde van 't kerkhof en daar zag ik een tooneel zoo ontzettend, dat ik het niet kan beschrijven." Men hoort natuurlijk ook van wonderbaar- ÏBITIIjLETON'. Naar het Duittch. H) Vol verwachting begon de kleine te zoeken. Het duurde vrjj lang, eer zjj in het vreemde kleedingstuk terecht was. Marie wilde no onbemerkt heengaan om voor den baron eenige verfrisachingen te halen doch hjj trad|haar in den weg. •Neen, neen, Marie I Ik heb met den grootsten spoed den weg naar hier afgelegd om dezen avond nog bjj u te zjjn, verkort my nu de vreugde niet van met u alleen te wezen." «Je zult toch wel hongerig zjjn," zei ze kleurende. «Ik wilde een souper voor je ge reed maken. Mevronw Kaulfuss is in de stad." •Ik bon hongerig," zei hy hartstochtelijk, «maar niet in den zin, dien gjj bedoelt. Marie, wil je mjj een aangenamen Kerstavond ver schaffen Doe dat dan," zei hjj vleiend, «door my te ontslaan van onze oude overeenkomst 1" Angstig zag zjj hem in het donkerbruine gelaat. Zjj hing aan zjjne lippen, alsof die over hsar leven of dood zouden oordeelen. Dat trof hem. .Will ge me toestaan," vroeg hjj plechtig maar toch bedeesd, »dat ik van nu af myn best doe om uw liefde te verwerven O, Marie, zou je me nog kunnen beminnen Marie's gloeiende wangen gaven hem reeds hoop, doch met beminnelijke schaamte wendde xjj zich af en antwoordde aleehts •Als Armgard's papazeker 1" Heftig bewogen greep hjj daarop haar hand en sprak»0, Marie, zoek na geon uitvluchten, maar antwoord mjj oprecht met ja of neen I Ja? Neen?" •Ja, klonk het bjjna onhoorbaar van haar lippee, maar toch luid genoeg om Koert te doen trillen van aandoening. Vast drukte hjj. haar hand en kuste baar voorhoofd. Zjjn stem beefde, toen hjj haar toefluisterde «God zegen je voor dit ja Onbevangen zag zjj hem met haar helder blauwe oogen aan, maar sloeg zo neer, toen zjj zyn vurigen blik ontmoette. De koische be schroomdheid kwam hem zoo bekoorlijk voor, dat hjj zyn hart nog meer voeldo ontgloeien en haar verzekerde: •Marie, ik bemin je, ja, ik bemin je nog meer dan myn leven 1" «En je korte, koele brief?" vroeg zy be klemd En de lastertaal van mevrouw Kaulfuss «Den huicbelachtigen brief van myne schoon mama heb ik verscheurd, by de plaats waar zy dokter Bauer uw vroegeren minnaar noemde. Om alles ter wereld zou ik het niet geloofd hebben. Maar uwe liefderijke berichten over Armgard brachten my liefelijke beelden voor den geest. Er ontstond by my een zielsver langen om gelukkig te zyn aan uw zyde. Daar kwam de sissende slang om myn paradijs te bederven da: verdroot myik misgunde hot den dokter, dat hy in uwe nabjjhoid was. Ik moest echter myn harteleed verbergen en dat kon ik nanwelijks doen vandaar den won- brief. Niet aan wantrouwen, doch onderdrukt verlangen naar nw bjjzjjn neett ae brief zyn ontstaan te danken." Marie beefde. •Ik heb veel om den brief geleden," zei ze treurig, swant ik ken den dokter werkelijk uit myn meisjesjaren. Hy was myn beschroomde aanbidder, toen ik zeventien jaar oud was." Dadeljjk liet hy haar hand los. In vreeseljjke spanning zag hy haar doorborend aan met moeite bracht bjj de vraag uit: •Heb je hem bemind?" Schuchter maar oprecht antwoordde zjj •Destüds geloofde ik het. Toen hy na een liefdesverklaring plotseling vertrok, ik bjjna wanhopig. Ik heb het nog lang Hier bleef zjj steken en streek verlegen langs •Totdat?" viel hjj in, «totdat?" Ga voort, Marie, totdat •Totdat ik wiBt wat liefde is, en nu ik Koert Ticfort bemin," volde sjj aan. •De myne 1 de mjjnet" klonk zjjn juich kreet en hjj zonk aan haar voeteo, haar slap afhangende hand met kassen bedekkende. Oodertusschen had Armgard het moois oit papa's sakken voor den dag gehaald en bekeken. Ze was juist bezig van de heerljjke vjjgen te proeven, toen haar papa's juichkreet haar deed opzien. Verbaasd zag sjj papa en mama aan zoo iets had se Dog nooit beleefd. Oagerost als zjj werd, trachtte ze op mama's gelaat te lezen, of die ook niet bang werd toen haar oor getroffen werd door een gillend hoongelach. Op den drempel der kamer zag zjj haar grootmama staan met een gelaat, dat door woede bjjna onkenbaar geworden was. Tiefort was opgesprongen als iemaod, die door zjjn liefde gesterkt, in staat was een leger te verslaan. Marie was beschroomd achteruitgetreden. «Je bent me vóórgekomen, dame," krjjachte de onde honend. »Je hebt den wilden vogel slim gevangen vóór hjj nog de waarheid kon vernemen, die ik volgens mjjn plicht hom moest mededeelen." Kalm maar vastbesloten had Tiefort den arm van zjjne vrouw in de zjjne Zoo trad hy met haar voor de vertoornde vroaw. Blyf bedaard, mama, en bedenk, dat ik ben mjjn levensgeluk tegen een ieder Mjjn wel en wee was o altjjd ie Armgard aan en erken wat de liefde eener edele vrouw in haar gewrocht heeft. Zjj heeft haar nieuw leven ingegoten. Ter wille van Armgard houd vrede I" «Verrader, meineedige 1" gilde zjj tandon- knarsend »waag je het, mjj van Armgard te spreken •Ja," antwoordde Tiefort op vasten toon. iGe verwjjt mjj, dat ik meineedig ben dat ben ik niet. Ik heb mjjn eed aan Elsa trouw gehouden." •Gehouden I" schreeuwde de oude buiten zich zelve. «Ja zeker, letterknecht! Je hebt zeker volgens je eed gehandeld, toen je een avonturierster tot vrouw nam en haar aan spoorde om Armgard van mjj te vervreemden, terwjjl zjj gedokt werd door de waardigheid van moeder." Als een aangeschoten hert richtte Tiefort zich op. Om hem tot bedaren to brengen, legde Marie haar hand op zjjn arm en fluisterde «Koert, bljjl bedaard." Voor do eerste maal hoorde hjj zjjn voor naam van deze lippen dat deed hem won derlijk aan. Hjj vergat zjjoo schoonmama en boog d verdedigen. Mjj n verschil lig - zich met vurige liefde om haar hand te kussen. «Komediant," riep zjjne schoonmama op ver achtenden toon, »zoo heb je Elsa ook gekost, om haar naderhand langzaam te vermoorden met je waanzinnigen haat tegen mjj." Bewogen antwoordde Tiefort hierop «Ik haat u niet. Ik bied u in mjjn huis een aangenaam leren, maar vrouw en kind blyven mjjn 1" Ah zoo I dacht je, dat ik stil zou toezien, als die blonde dame daar mjj uit den zadel licht?" vroeg de oude gebelgd. •Dat zal ik nooit doen," sprak Marie nu. Weer klonk haar schel hoongelach en toen wendde zy zich met een grafstem tot Tiefort: •Vrees je dan de eeuwige straf niet voor je meineedvrees je de wraak niet van Elsa's schim De baron glimlachte weemoedigen antwoordde «Als de dooden rioh met ons bezighielden, zou alles op aarde veel beter gaan. Elsa zou mjj dan roods lang verlost hebben van den zwaren last, dien haar onverstandige wensch op haar sterfbed mjj op de schouders heeft geladen." Het ontstelde gelaat van mevrouw Kaulfuss kwam allengs weer in de gewone ploot. Aan vankelijk klonk haar stem nog schril, maar spoedig wist zjj haar gewonen zachton toon roer te vindon, toen zjj haar schoonzoon trachtte b bezwerem met de woorden «Tiefort 1 bjj Elsa's nagedachtenis 1 duld toch niet, dat die vreemde mjj verdrijft, dat Armgard haar natuorlyken schutsengel in mjj vorliost 1" De baron koorde zich af en nn begon zjjn schoonmama te snikken, dat de steenen er van ontroeren zouden. Grootma, grootmamabegon nu Armgard te jammeren, die dit tooneel tot dusver in stilte had gadegeslagen. Armgard," kreet de wanhopige vrouw, •zal je grootmama verlaten Het kind wilde zich in de uitgestrekte armen van haar grootmama werpen, doch Tiefort verhinderde dat. «Armgard," sprak hjj koel, «grootmama bljjft niet langer bjj mama, zjj wil weggaan. Wil je met haar mee, of blyf je liever bij mama ,Kom, mjjn hartje, kom," vleide de oude. Marie zweeg, m*ar haar gelaat hoe zwaar er in haar binnenste werd f Het kind zag haar aan en riep uit: «Lieve mamaik bljjf bjj n 1" Vast en innig sloot Marie het kind in haar armen en daarbjj helderde Tiefort's gelaat op. Mama, Armgard heeft beslist geheel vrjj van allen dwang, dat zult ge moeten er kennen. Wees daarmee tevreden, blSlböon. dan zullen wjj nwe booze woorden vergeten." «Neen, nooit, meineedige! Daarbuiten huilt de storm, myn hart zal hom overstemmen. Myn ongelnk kome op uw hoofd," en mot deze woorden snelde zjj als een waanzinnige weg. De baron liet haar stilletjes gaan. ,Om Godswil, Koert, ze zal de hand aan zichzelve slaan," sprak Marie ontsteld. «Wees maar gerost," klonk Tiefort's bijtende spot. ,Ik zal haar morgen wel goed verzorgd bjj den dorpsgeestelijke vinden, als een spin loerend op my, berouwhebbend zondaar. Dat is my eens overkomen, ik zal mjj wachten voor de tweede maaL Liever sta ik haar een deel van mjjn vermogen af om haar in de residentie te laten leven, dat is toch haar liefste wensch. Vindt je dat goed, Mario Zjj antwoorddo slechts met een toestemmend knikje. Corswald, 28 Dec. Lieve, beste Therese! Er is Kekommen in Storm and Regen, Er hat genommen mein Herz verwegen, Nahm er das meine, nahm ich das seioe? Die beiden kamen zich entgegen Rugkebt. O, Therese, mjjn man is hier. Onze harten hebben elkander verstaan. Vrijwillig heeft mevrouw Kaulfuss voor altjjd Corswald verlaten. Hoe dat alles zoo gelukkig gekomen is Dat vertel ik u niet meer. De tjjd van mjjn zelfbekentenizaen is voorbjjer opent zich voor mg een nieuw leven vol vreugde. Wil je dat vaa nabji loeren kennen Welnu, kom dan b(j ona, we zullen je als een koningin ontvangen. Ja, lieve, draal daar niet mee en kom door je vriondeljjken lach onzen dokter wat opbeuren. Hjj is de eenigo, die meesmuilt over mjjn geluk. Nu, tot spoedig zions. Gegroet van Uwe trouwe Mart*.» EINDE.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1896 | | pagina 1