't Vliegend Blaadje. KLEINE COURANT VOOR HELDER NIEU WEDIEP EN TEXEL EEN MEISJE MET GELD. Ho. 2487. Woensdag 24 Jnni 1898. 24»te Jaargang. Bureau: Zuidttraat. Telefoonn". 63. Bureau: Spoorstraat Telefoonn. 61. Abonnement p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., met Zondagsbl. 80 Ct. id. franco per post 75 idem f 1.12 id. roor het Buitenland f 1.25,idem f 2.00. VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG. UitgevenBERKHOUT Co., te Helder. SPOORSTRAAT Ml ZUIDSTRAAT. Advertentl&n van 1 tot 5 regels25 Cent. Elke regel meer5 Groote lettere worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDA68MORGRNS vóór 10 uur aan de Bureaui bezorgd zijn. Aan onze abonné'8 buiten de gemeente wordt beleefd ver zocht 't verschuldigde abonne mentsgeld Vliegend Blaadje en Zondags blad, 2e kwartaal 1896, te willen over maken per Postwissel of in postzegels, vóór 5 Juli, zullende anders daar over met 5 cents verhooging per post worden beschikt. Postwissels voor dat doel behoeven slechts met een zegel van 21/i Ct. beplakt te worden. MARTINUS VAN DER IIAM. Do Raad dezer gemeente heeft in zyne op 9 Juni 1.1. gehouden zitting op voorstel van het Dag. Best., besloten, aan een drietal nienwe straten de namen te geven van wylen drie ten onzent met roem bekende holdon in storm gevaar Martinus van derHam, C o r- nelis Dito en Klaas Dait. Aan den zoo dikwerf geuiten wensch, om by den doop van nieuw aangelegde straten in deze gemeente de namen dier mannen, welke ten onzent zulk een goeden klank hebben, te veroeuwigen, is dos ten lange laateten voldaan. Hulde daarvoor aan onsen Gemeenteraad Mogen nu ook maar de groote daden, de daden van heldenmoed en zelfoffering, door die mannen verricht, by de bevolking dezer gemeente in herinnering bly venTon deele althans is daarvoor vroeger en later reedB zorg gcdrageD. Nn omstreeks 20 jaren geleden zyn door den heer D. Dekker de heldendaden van Cornelis Dito geschetst in een werkje, dat door de heeren Berkhout Co. werd uitgegeven, en waarvan, naar we meenen, alsnog exemplaren verkrygbaar zyn en onlangs is by den oitgever M. E. do Grauw, te Ouderkerk aan den Amstel, een boekje in 't licht verschenen, waarin het leven en de daden van Klaas Duit uitvoerig worden beschreven. Omtrent Martinus van der Ham stellen we ons voor in de volgende regelen eene be schrijving te geven van eene door hem vol brachte grootsche daad, die zoowel getuigt van edele zelfopoffering als van schier bovenmen- schelyke krachtsinspanning. Bekend met het verhaal van dit reuzenwerk, zal voorzeker niemand aan dezen onovergelykelyken held in stormgevaar de eer misgnnnen, dat zy 't ook lang na zyn heengaan van deze aarde zyn naam gehnldigd, zyne nagedachtenis ook by 't nageslacht verzekerd is. Het was op den 17den October 1834, dat op de zandbanken nabjj Huisduinen, by hevigen storm en hoogen vloed, verzeild geraakte de Engelsche brik »Tasmania," kapt. Mennill, geladen met talk, komende van Sc. Petersbarg en bestemd naar Londen. De equipage, uit 12 man bestaande, verkeerde weldra in doods gevaar. Nauwelyks was het vaartuig gestrand, of twee der schipbreukelingen de gezag voerder en de kok stortten in zee en vonden hun graf in de golven. Het overig tiental riep angstig om hulp in den verschrikkelyken nood. De hooge en zeer verbolgen zee en de loeiende storm maakten het echter onmogelijk, om de gewone reddingsmiddelen aantebrengen op de zoo gevaarvolle plek, waar zi«h de arme schip breukelingen bevonden, zoodat er, by den heftig vuortwocdenden storm en het hooge gety, 200 goed als geen uitzicht op oogen- blikkolyke redding bestond. En toch, de toe- Stand der schipbreukelingen, zoo zij nog uit de klauwen van den dood zonden worden ge red, eiscbte een spoedig handelen. Het gestrande vaartuig dreigde ieder oogenbiik uiteen te slaan, in dien stond ontwierp Martinus van der Ham, sloepsehipper van deu Helder oen man van torsche gestalte, van buitenge- gewone lichaamskracht en bovendien een zeer geoefend zwemmer die zich onder de op het strand samengevloeide schare bevond, aan gespoord door het luid gejammer vau het tien tal ongelukkigen, het grootsche plan, om on danks alle gevaren en bezwaren, de schip breukelingen uit hun ellendigen toestand te verlossen. Hy deelde zyn ontwerp mede aan Jan Dito, Pieter Nannings, Martinus Styl en uit tot ondersteuning en medewerking. De gevaarvolle onderneming kwam weldra uitvoering. Van der Ham omgordde zich met lyn, en begaf zich toen, gevolgd door do somde mannen, die zich aan dezelfde lyn vasthielden, en waarvan het uiteinde door eenige zich op het strand bevindende personen werd vastgehouden, door de vorschrikkelyke branding heen. Terwijl zyne helpers zich »zoo goed het ging," staande hielden, zwom van der Ham door deu kokenden vloed naar 't gestrande vaartuig. Toen by dit gestrande vaartuig, negenmaal achtereen, genaderd was, liet hy telkens een ue: cbipbreukclingen in zee springen, om hem dam-na optedniken, naar het strand te voeren en aan zyno helpers ovortegeven. Na den negenden tocht meende de kloeke held, die zich doodmoe op het strand had neêrgevlyd, dat nu alle schipbreukelingen gered wareD, doch weldra vernam hy het angstgeschrei, dat hem van 't wrakke schip in de ooren klonk, 't Was de scheepsjongen, die zich nog aan boord bevond en zich vol angst en vrees in het scheepstuig vastgeklemd had. Niet lang werd door van der Ham ge draald om een besluit te nemen, en schoon zyne vrienden en kennissen hem van zyn plan trachtten af te brengen van derHam begaf zich opnieuw te water, om met de uiterste krachtsinspanning den achtergeblevene te redden. Naby het gestrande schip gekomen, roept hy den jongen toe, dat hy zich in zee moet Btorten de knaap staat echter als ge nageld in het want, en durft den sprong niet te wagen. Hierop beklimt van der Ham het vaartuig, grypt den jongen, stort zich met hem in de bruischende golven en zwemt, onder hel oorverdoovend gejuich der toeschouwers, met den tienden schipbreukeling naar het strand. Dit roemruchtig feit werd weldra ook verre buiten deze gemeente bekend en vond alge meen verbazing, bewondering en onverdeelde toejuiohing. Geschenken in geld en kostbaar heden worden den moedigen mannen, en in zonderheid aan van der Ham vereerd door onderscheidene met zeevaart en handel in be trekking staande Colleges, zoo in Engeland als in Nederland, door Koningin Victoria en door Koning Willem 1. Later werd van der Ham als Broeder in de orde van den Neder- landschen Leeuw opgenomen. De dichter Bogaers wydde aan de door ons beschreven heldendaad van Martinus van der Ham de volgende regelen Reeds negenmaal zwom hy, door vloeden en [vlagen, Naar 't schip op de banken in d' uitersten [nood En negenmaal wrong hy ze beefden, die ['t zagen Een meosch uit den gulzigen muil van den dood. Nu hijgend en mat op den oever gezegen, Verlangt hy, voldaan, naar zyn nederig dak. Daar hnilt in den storm een gejammer hem [tegen God 1 bleef er nog een op het bryz'lende wrak 1 Wee d' arme verlaat'oe 1 Hy wuift uit de [touwen Wat kan nu de redder Zyn kracht is geknot. Toch ryst hy en of ze hem al smeekend [weerhouen, ,'k Wil eens nog", dos spreekt by, bet wagen [met God!" Fluks stort hy opnieuw sich in 't harte der [baren, Nu boven, dan onder in 'twilde gevecht; En 't hart onverwrikt in het holst der gevaren, Bereikt hy ten laatste de zinkende plecht. „Sprkg nederdus schreeuwt hy tot 'd ach- [tergobleev'ne, «Spring nederik gryp u, terstoud u vermand Doch bevend van angst en de ▼iug'ren versteven, Omklemmert d' uitzinnige het sling'rende want, Nu palmt van der Ham aan een touw zich [naar boveD, Omgrypt hem en stort ia het kokende wod. Daar zwemt hy, daar landt hy, by juichen [en loven Brul, nydige zee, ook de tiende is gered NIEUWSTIJDINGEN. HELDER, 23 Juni 1896. Het diploma A voor stenographie (systeem Stolze-Wery) is te 'a Hage uitge reikt aan den heer P. Roel, sergeant der mariniers alhier. Politie op de VisscberIJ in de Noordzee. Het toezicht op de visschery in de Noord zee, zoowel binnen als buiten de territo riale wateren, wordt met 1 Juli a. s. tot ultimo October d.a.v. opgedragen aan Hr. M. schepen Zeehond,' Dolfijn," en Argus." Een extract uit het reisrapport van Hr. Ms. schoener »Argu8," belast met het po litietoezicht op de visachery in de Noordzee van 131 Mei j.1. is opgenomen in de •St.-Ct." No. 143. De Kieswet. Zooals we in het grootste deel der oplage van ods vorig no. mededeelden, is de kieewet mot 56 tegen 43 stemmen aangenomen. Tegen het uur van stemming werd op straat voor den toegang naar de publieke tribune een lange ry gevormd door nieuwsgierigen, die van dit gewichtige oogenbiik in 'elands vergaderzaal getuigen wilden zyn. Er konden slechts zooveel worden toegelaten al* de tribune kon bevatten, zoodat velen moesten afgewezen worden. Toen de schel des voorzitters de hervatting der werkzaamheden aankondigde, waren de tribunes aan weerszyden der zaal in een oogwenk gevuld en onder het bezoek der gereserveerde plaatBen ontwaarde men tal van dames, ook in de zyloges, overigens bezet door hooge Staatsdienaren en diplomaten. De ontwerper van de kieswet, minister Van Houten, was by deze gelegenheid aan de ministertafel omringd door al zyne ambtgenooten. Onder de meest plechtige stilte las de voor zitter zelf de namen der leden van de pre- senlielyst af. Toen het vyftigate lid zyn vóór had uitgeroepen, ging er eenig gedruisch door de zaal, omdat daarin het teeken lag dat de wet in veilige haven was aangeland. Nadat de president den uitslag der stem ming had geproclameerd, begaven do meeste leden zich naar den minister van binnenl. zaken om den talentvollen verdediger der wet de hand te drukken en hem gelnk to wenschen met de aanneming van zyn voordracht. Ook met den premier, minister RoëU en den voor zitter der Commissie van Rapporteurs, baren Michiels Vorduynen, wisselden de leden com plimenten en te midden van al de bewegelyk- heid en het gedruisch, die op dit oogenbiik in de zaal heerschten, waarbij nog kwamen de afscheidsgroeten die de afgevaardigden na een 6-weeks byeenzyn onderling wisselden, brachten eenige leden, gansch onhoorbaar, nog eenige veslagen uit. Die levendigheid duurde voort, zelfs lang □adat 's voorzitters hamer gevallen en de ver gadering gesloten was. (*HbL") ATJEH. By het departement van koloniën is van den G. G. van N.-I. ontvangen het vol gende van Vrydaggedagteekende telegram, betreffende de krygsverrichtingen op Atjeh Eergisteren keerde een gedeelte der troepen direct terug in de linie, terwijl een ander gedeelte over Tjot-Bak-Tjoe, Lampreh, Lepong en Kroeng Kali, alle in de XXVI Moekims terugkeerden. Tegen stand bij bet nemen van een benting be oosten Kroeng Kali. Terugmarsch tusschen Siem en Tjoengkoeb. Gewond een officier en 21 militairen beneden dien rang". De correspondent der »N. R. C." te Batavia, seinde Vrydag: Men meldt, dat onderhandelingen, met Toekoe Baid gevoerd, mislokt zyn. Een tocht naar zyn gebied wordt nu verwacht'' Het blad teekent er by aan: De beide laatst ondernomen tochten door Lamrah naar Glieng ten westen Anagaloeng en naar Panteh Karang ten oosten van Montassik, hebben wellicht ook moeten die nen om preeaie uit te oefenen op Toekoe Baid. De VII Moekims, waarover dit machtige hoofd heerscht, liggen naby en ten zuiden van genoemde plaatsen. Generaal Vetter opende eerst onderhan delingen met den man, die steeds een dub belzinnige houding tegenover ons heeft aangenomen; waarscbynlyk met het doel hem te noodzaken open kaart te spelen. Nu weet de generaal waaraan hy zich te houden beeft, als hy hem wet de wapenen in de hand komt dwingen. De correspondent van de »N. R. Ct." te Batavia seinde dato 20 Juni Toekoe Oemar nam het hoofd van Lam- pagar gevangen. 4 bataljons gaan er heen. De »N. R. Ct." ontving voorts nog het volgende telegram Generaal Vetter van zyn post ontheven. Kolonel De Moulin benoemd tot gouver neur van Atjeh, wat ons telegram en dat van 't »N. v. d. D." dus bevestigt Volgens door »Het Nieuws" ontvangen telegram is sergeant Zeig, wiens dood eerst door dec correspondent was gemeld, alleen zwaar gewond. 't Is daB gelukkig gebleken, dat de dappere Zeig, op wieu het Indische leger trotech ia, niet sneuvelde. Omtrent hem kunnen wo nog het volgende mededeelen, waarby we gebruik maken van eenige levensbijzonderheden, ver meld door de ,Amsterd. Crt": Ferdinand Zeig was sedert 21 Juni 1895 sergeant by het korps maréchaossóes in Atjeh. Hy is Luxemburger van geboorte en in 1887 op byna 20-jarigen leeftyd, als soldaat in Indië gekomen in 1888 werd hy korporaal en in 1890 sergeam; van November 1890 tot Janu ari 1893 diende hy in Atjeb, en nadat hy zich daarna voor zes jaar had gereëDgsgoerd, kwam hy to Soerabaya in garnizoen, van waar hy echter reeds in Mei 1893 weer naar Atjeh ging. Reeds in November 1892 was hy ridder der 4e kl. van de Militaire Willemsorde geworden wegens zQn heldhaftig gedrag in Atjeh. Om streeks het midden van dat jaar en in Februari 1893 werd hy eervol vermeld voor zyn houding by de verovering van vjjandolgke versterkingen naby Segli. Dien 17en September 1894 werd bn als commandant van een patrouille tusschen Lam- Boct en Senelop met een klewang in den lin kerarm en met een lans in de borst gewond, doch niettegenstaande die wonden ernstig waren, behield hy het commando, en bij weerde sich zoo dapper, dat de vyand, die plotseling uit een hinderlaag met het blanke wapen een aanval had gedaan, terwyl de patrouille uit de omringende kampongs werd beschoten, met groot verlies aan dooden en gewonden en met achterlating van vele wapens werd terugge dreven. Voor dit heldenfeit werd hy tot ridder 3e klasse van de Militaire Willemsorde be vorderd, een onderscheiding, buiten hem slechts door éón militair beneden den rang van officier, den gepasporteerden sergeant G. J. ter Woerd, gedragen. Naar men wil, werd deze hooge onderscheiding verleend op uitdrukkelyk versoek van H. M. de Koningin-Regentes. Voor de rechtbank te Stettin is het prooes begonnen tegen de ingenieurs Nico- laus en Schubart en de koperslagers Kruger en Freiberg, die terechtstaan wegens man slag. Hnn wordt ten laste gelegd, dat zy door onachtzaamheid hebben aanleiding ge geven tot de ramp aan boord van het pantserschip Brandenburg", die aan 44 personen het leven heeft gekost' De behan deling van de zaak zal dezer dagen dienen. De schipbreuk der Drummond Caatle' De ramp, Dinsdagnacht aan de >Drumaond Castle", van de Donald Currie-lyn overkomen, is een tegenhanger van de verschrikkelyke ramp met de sElbe", een der yselykste, maar golyktydig een der wonderbaarlykste schip breuken in onze dagen. Het is gelukkig zeld zaam in de jaarboeken der stoomvaart, dat een groote bodem gelijk deze, na op oen blinde klip te zyn gestooten, binnen drie minnten onder de golven verdwynt zonder eenig spoor achter te laten, behalve eenig wrakhout en drie ongelnkkigen, die sich aan dat wrakhout vastgeklampt hadden als aan een forlorn hope. De Engelsche bladen bevatten nog ver scheiden kolommen, over de vreeselyke ramp, maar weinig wat tot opheldering van de ramp kan strekken. Deze aal wel eeuwig onbekend blijven byna al de ooggetuigen zyn dood, en van de weinige geredden kan men geen bij zonderheden te weten komen. Het aantal opvarenden bedroeg 258 slechts 3 personen syn geredzoodat de ramp eau 250 menschen het leven heeft gekost. De namen der geredden zyn: Charles Wood, kwartiermeester; William God bolt, matroos, en Charlie Marquard, passagier. Wood en Godbolt herinneren sich niet goed meer wat er gebuurde toen het schip zonk. Godbolt slaagde er in een drijvende denr t# bereiken, en Wood greep een losse plank. Een gernimen tyd hoorden zy gegil en hulpgeroep daarop volgde een vreeselyke stilte. Ieder hunner dacht dat hy de eenig overgeblevene was, en elk oogenbiik vreesden zy door do golven losgeslagen te worden van bet hout, dat hen dry vende hield. Later bemerkte Wood den matroos en zwom met de plank naar hom toezy bléven by elkaar, en zoo dreven sy tien uur rond, telkens vad hot reddende hout afgeworpen. Eerst Woensdagmorgen om 9 uur werden zy opgemerkt door visschors, die hen opnamen en te Le Conqaet aan wal brachten. Het schip is verongelukt op een blinde klip, die deel uitmaakt van de Pierree Verte», ge legen aan den soidelyken ingang van de From- venr Sond, welke Ouessant scheidt van de groep eilandjes, waartoe Molóae behoort. Het rif is by de zeelieden wel bekendby Sb komt het gedecllolyk bloot. In de Fromvoèr Sond is de diepte van het watsr 30 tot 40 vademen. Men vermoedt dat het schip door verraderlyke strooming medegeslenrd, ia dit gevaarlijke vaarwater is geraakt. De kapitein moet in de dwaling hebben verkeerd, dat hfj ten westen vsn Ouessant omging, want de doortocht tusschen de eilanden is juist om de sterke stroomingco verboden by de voorschriften van den Board of Trade. Hoe de «Drummond Castle" mot haar water dichte beschotten in zoo korten tyd is kunnen zinken, is een raadsel dat de deskundigen zich niet kunnen verklaren. Het schynt dat er op die waterdichte beschotten minder te bonwen valt dan men theoretisch sou mogea verwachten. Namens koningin Victoria is het volgende telegram gezonden aan sir Donald Currio: «De Koningin is diep getroffen door de vree selyke ramp en verzoekt vriendelijk om nadere bijzonderheden". Het was niet veel niéuws dat sir Donald haar kon zenden. Tot de omgekomen passagiers behoorde esa familie van 17 personen uit CornwaL Verder was onder de passagiers de beer Roberts, die op weg naar Engeland was oas zijne brnid te balen. De jonge dame is tele- graphiete te Cardiffzy vernam de ramp bet eerst oit een perstelegram, dat sy bezig was op te nemen. Onder de verongelukte passagiers van bet stoomschip •Drammond-Castle" was ook een Engelsch kolonist, uit Natal, de Heer Feacbpy» die in 1850 naar Zoid-Afrika vertrok an na met z[jn gezin 16 personen na eaa af wezigheid van zes-en-veertig jaren, weder eens naar syn vaderland kwam, dat hij niet heeft mogen bereiken. Drie Engelsche oorlogsschepen vertrokken naar de plaats des onheils, om naar de doóden men viachte er reeds 40 op en Andore overblijfselen van de ramp te zoeken. Marquart, do geredde passagier, is nog te Ouessant en ligt ernstig ziek. Hy heeft tjjn vrouw uren lang boven water gebonden, maar moest haar eindelijk los laten. Het onderzoek van den Board of Trade zal waarschijnlijk in 't begin van de volgoode maand worden aangevangen. Het waarschyn- lykst lykt dat de vaart naar Lu Palmu is onderschat, en dat de officieren niet dachten dat ze zoo dicht by de gevaarlijke kusc van OuesRADtwaren. De lichttoren moet in den mist onsichtbaar syn geweest. Volgens Wood'en Godbolt vu de sebok tegen elf nor gebeuld, maar de horloges die by de twee ljjken zijn gevonden, staan op negen uur. De PaÜ Mali maakte de opmerking, dat bet oobillyk is, alle schuld op den kapitein to werpen, zooals de Time# heeft gedaan. Het gerechtelijk onderzoek, zegt ze, kon heel goed niet was. Doie Bnecd vljjtig knyporshl) werkte daaraan of hy er zyn brood mee moest FEUILLETON. 4) «Kyk, Johannos, hier heb je ook een schoon hemd en een borstrok van vader. Moeder wilde nooit iets van zyn nagelaten kloeten verkoopen en nn is het maar goed, dat we het niet gedaan hebben. Morgen breng ik je zyn beste ju; ik kou het wei dadeiyk doen, maar moeder slaapt en de kloorenkut is in de kamer. Ik zal nu je koffie gun halen en dan moet je gaan liggen, Johanneal Ik hoop, dat je maar goed slaapt en dat je voet je niet meer zooveel pyn zal doen I" •Wat ben je toch (ped, Lina," riep vol dankbaarheid een stem in zyn binnenste, maar geen woord kwam over zyn lippen integendeel, hij boog met schaamte zyn hoofd nog dieper. Zy ug, hoe hy zich schaamde en dat deed haar harte wee. Zy bedwoDg de tranen, die in haar oogen opwelden en ging naar beneden. Na verloop van een half nar klopte zy weer un de deur van den droogzolder. «Ik ben gereed," sprak hij, de deur voor hur openende. Hoe Hink en mannelyk zag by er nn uit, volstrekt niet meer zoo ver wilderd. Nog was by wel anders, dan toen hy vijf jaar geloden heen gingmen kon nog wel zien, dat hy woest geleefd had. •Ik dank je, Lina!" bracht hy nn met moeite uit. Met haar heldere oogen zag zy hem vrien delijk un. Nog nooit had een vrouw hem zoo bekoorlijk toegeschenen, als zy nu en toch bad hy haar nooit mooi gevonden. Hoe goed en vriendelyk was zy voor hem en ze behandelde hem volstrekt niet, als ware hy de gemeene kerel, de landlooper, van wien zyn vader niets wilde weten. Z|j liet geen tyd om verbitterd te zijn, haar woorden vielen als balsem in zyn hart. «Kom, Johannes, eet en drink," zei ze vroolyk, alsof hy een geëerde, welkome gast wu. En nn schonk z\j koffie in, gaf hem twee dikke boterhammen en verontschuldigde zich nog, dat zü niets beters in hois had. ■Nu, eet smakelijkEn wel te rusten," zei ze en verdween toon. Nog eenmaal keerde zy terug en fluisterde: «Denk er aan, JohAnnes, dat je de lamp voorzichtig uitblaast." Hjj wu alleen en nu kwam het hem voor, dat de lamp niet meer zoo helder brandde, als to voren. Hongerig begon hjj te eten en te drinken hy had den geheelen dag niets ge nuttigd dan een snee droog brood, hem door een boerenvrouw gegeven. Intusschen kwelden hem allerlei minder pleizierige gedachten. En toch at hjj, de honger dreef hem. Het smaakte hem als nooit te voren en by kreeg een gevoel van behaaglijk heid na de flinke reiniging van zyn lichaam en met het scboone ondergoed, dat hy nu aan had. Een zacht gevoel van vermoeidheid kwam over hom, zyn gedachten werden langzamer. Hy wist wel, dat hy een gemeeno kerel wu en dat hinderde hem gedacht, maar hij ge voelde zich soo wel, als in jaren niet gebeurd wu. Hy blies de lamp uit, zonk in de zachte kussens en viel in een vasten slaap. Den volgenden morgen vond by by zijn ontwaken een kop koffie en twee dikke boter hammen by de denr. Er lag een briefje naast met de woorden«Ik heb je hier opgesloten, Johannes. Met je verwonden voet lut ik je niet heengaan. Ik ben naar mevrouw Jansen, om to vragen of ik haar waaebgoed hier in hois mag stryken, maar ik kom dadelijk terug." Het regende by Btroomen en bovendien voelde Johannes hevige pyn aan syn voet. •Ik kan toch niet weg, al wilde ik ook," dacht hy en begon zich op te friaachen zoo goed hy kon. Onder hevige pijn sleepte hy zich met groote moeite naar het zolderraam hy had slechts de hand oit te steken, dan liep se vol water en soo waeohte hy piob. Dat deed hem goed. Hy had nog een oud zak kammetje en dit deed nu dienst* om zijn hur on baard wat in orde te brengen. Hij wilde sindelyk en netjes zyn als Lina kwam. Ook legde hg bet bed weer terecht, zooals hst gisteren op de kist had gelegen en maakte zoo goed hy kon «de kamer un kant." Lina moest daar niets un behoeven te doen, ay had toch reeds lut genoeg van hem. .Het ontbot smaakte hem voortreffelijk; nn dat afgeloopen was, wachtte hjj vol verlangen op Lina, on die kwam niet. Nu kon hy zyn gedachten niet meer ontvlieden, nu kwelden en folterden ze hem en brachten hem opnieuw tot doodelyke schaamte en zwaar berouw. Meermalen wu hjj in arren moede op het punt van weg te loopen. Maar waarbeen Och, wat kon dat schelen? Als hy maar weg was, hy wu immers toch mur een land looper En dan dacht hy weer aan Lina en hoe zij gisterenavond voor hem gezorgd had, en dat dood hem goed. Zy was de eenigsto op aarde, die toch wat voor bóm overhad. Hy wachtte haar mot ongeduld. Eindelijk kwam sy de trap op, haastig en met lichteron tred, als vreesde z[j voor iots. «Goddank, hü is er nog," riep zjj uit. «Ik wu soo angstig, Johannes l En ik kon niet dadeiyk weer weg, want mevrouw wilde eerst een witte japon voor de jongejuffrouw ge streken hebben. Je kan niet gelooven, boe ik in angst was, dat je weg zou wezen. Ik ben by den apotheker ook geweest, hier is zalf. Wy zullen den voet nog eens watschen driemaal daags heeft hij gezegd en volstrekt niet loopen, Johannes f K\jk, daar heeft hy waarlyk het bed terecht gelegd op de kist I" Zy keek hem met vriendelijke verbazing aan, och, wat deed hem dat goed. «Maar hierboven kan je niet blaren, hoor JohannesJe moet naar beneden by moeder. Ik heb er met baar reeds over gesproken. En je kan misschien wel oen pur dosjjn knijpers voor me snyden, dat is gemakkelyk, om het waschgoed aan de lynen te hangen. Anders doet moedor het voor me, mur die is nu zoo zwak." Zoo babbelde zy voort en vroeg niet, of hg wilde. Al had zy hem nog zooveel laten doen, met zeker behagen zou hy het gedaan heb ben. Wel wu hg niet op tgu gemak, dat hg vrouw Binder onder de oogen moest komen, maar hg moest door den zuren appel heen bjjten. Echter mukte de zieke vrouw het hem gemakkelyk genoeg, want vriendelijker dan ooit te voren stak zij hom de hand toe. «Welkom, Johanneel Komun, zet je stoel maar dicht b\j myn bed, dan heeft Lina meer ruimte," sprak ze hartelijk. Hy wu er door getroffen. Droomde hjj Wu het slechte een akelige droom, dat hy vijf jaren rondgezwalkt had Ja, rondgezwalkt, nn eens volop geld verdienende, dan het tot den lutsten penning in aleoht gezelschap verkwistende. Ach neen, hot was geen droom, juist door dat leven wu hy een vagebond geworden. Lina ut goen oogenbiik stil, zonder drukte wu zy nu hier, dan daar bezig. Zjj zette een bankje met een zacht kussen onder syn wonden voet en bracht hem bout en Mn i Toen begon zy to stryken en onder de band babbelde zy met haar moeder over alledaagache onderwerpen en deed preciee of Johannes er Zoo gingen verscheidene uren rustig voorbQ. Daar boorden sy haastige voetstappen, toen zagen zjj een hoofd voor het raam op straat. Het wu Frederik. •Lina, moeder vraagt of je Met open mond bluf hjj in zyn boodschap Hy sturde op het drietal daar bin nen, alsof by syn oogen niet kon gelooven. Vervolgens vloog een straal van hartelijke vreugde over zyn gelut. •O Heer, dat is Frederikmompelde Lina hevig verschrikt. Zy sprong op en snelde naar het rum, om Frederik binnen te roepen, maar zs wu al weg en reeds in buis. •MoederI moeder! hoor eens! Johannes is by bunrvTouw Binder daar zit hy met sya voet io een kussen 1" riep hy. Vrouw Burgman zat bleek en met betraande oogen by het rum un Magdalena's uitzette nuien. Zy liet haar werk uit de vallen. •Frederik, dat ia Biet mogelyk," zy oogaioovig en toch vloog oen straal van vraagde ever baar gelut. «Het ia toch zoo, moeder Ik heb goed geeieo 1" «Wat is niet mogelyk Wat vertel je daar f vroeg Burgman, nit de keukon tredende, waar hy naar gewoonte voor het middagmaal sich gewasschen en zyn hur gekamd had. Biyk- baar had hy reeds meer gehoord, dan wel wonschoiyk was. Frederik werd gloeiend rood en syn moeder sloeg de oogen neer. «Lieg niet, jongen!" riep de vader op drei nden toon, terwyl zyn oogen begonnen to (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1896 | | pagina 1