't Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER NIEUWEDIEP EN TEXEL. "SJET
Jïirht (iMuarda.
Ho. 2452
Zaterdag 16 Angnetns 1896.
34«te Jaargang.
Bureau: Zuiditraat.
Telefoonn0. 63.
Abonnement
p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., met Zondagsbl. 80 Ct.
id. franco per post idem f 1.12
id. voor het Buitenland f 1.25, idem f2.00.
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder.
Burwux SPOORSTRAAT an ZUIDSTRAAT.
Aavertentlên
van 1 tot 5 regels 25 Cent.
Elke regel meer5
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Ad verten tiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorg-d zijn.
KALENDER DER WEEK.
AUGUSTUS, (Oogstmaand, 31 dagen).
Opkomst dor Zon 4 u. 46 m.
Onderg. 7 n. 20 m.
Zondag 16
Maandag 17 Hartjesdag.
Dinsdag 18
Woensdag 19
Donderdag 20
Vrijdag 21
Zaterdag 22
NIEUWSTIJDINGEN.
SELDER, 14 Aug. 1896.
Met ingang van 15 Sept. a. s. is aan
den heer C. J. J. H. van Kempen, op zgn
verzoek, eervol ontslag verleend ala burge
meester van Wieringen.
Het 3e Provinciaal Noord-Hollandsch
Zendingsfeest zal op Woensdag a s. plaats
hebben bg het dorp Blokker, gelegen
tusschen Hoorn en Enkhuizen, 30 minuten
van Hoorn. Het woord zal gevoerd worden
door eenige heeren predikanten, terwjjl een
fanfarekorps de gezangen zal begeleiden.
Men zie hierover de annonce in dit blad.
Den 13en Angustns werd te Alk
maar een groote vergadering van boeren
gehouden tot de oprichting vaneen»Pro
vincialen Noordhollandschen Boerenbond".
Het initiatief iu dezen gaat uit van den
heer Boonekamp.
Verzekering van werklieden.
De Regeering is, naar de >N. R. Ct."
verneemt, bezig de laatste band te leggen
aan een wetsontwerp tot verplichte levens
verzekering van werklieden en tot op
richting van eene staatsbank voor levens
verzekering, die daarmede verband houdt.
In verband met de verplaatsing van
de artillerie-inrichtingen zullen 80 gezinnen
Delft verlaten. Wanneer de werkplaatsen
aan de Hembrug gereed zgn, moeten on
geveer 3000 personen zich van Delft daar
heen verplaatsen.
De werken te IJnraiden.
't Is genoegzaam bekend, dat het maken
der nieuwe sluizen te IJmniden herhaal
delijk met moeilijk heden gepaard is gegaan
en men zal zich ook herinneren dat sliert
eenigen tijd tusschen 't Rijk en den aan
nemer der "werken, den heer Barend van
Buuren, eene rechtsquaestie is ontstaan. Nu
heeft de regeeriug echter ten opzichte van
een ander deel der aan te leggen werken
(nl. den waterweg vóór de sluizen) een zeer
belangrijken stap gedaan.
In het aannemingscontract staat nl. eene
bepaling, volgens welke het Rjjk het recht
heeft om, indien de werken niet op tjjd
gereed zijn, de rest van het werk den tegen-
woordigen aannemer te ontnemen en op
diens kosten door een ander te doen uit
voeren. Men meldt thans, dat het Rjjk van
deze bepaling gebruik heeft gemaakt door
den aanleg van den waterweg verder toe te
vertrouwen aan de firma Yolkert Co. te
Sliedrecht, die dus op kosten van den heer
Yan Buuren het werk zal voltooien.
De heer Van Buuren had destijds acht
borgen gesteld deze zullen elk voor een
aanzienlek bedrag in de kosten moeten
deelen.
Op 19 Aug. a. s. hoopt het echtpaar
Salomon van der Kloot en Hadassa Danser,
wonende Gedempte Gracht 253, Kerkstraatje
te 's Gravenhage, den dag te vieren, waarop
zjj vóór 60 jaar in het huwelgk werden
verbonden. Het echtpaar heeft reeds 85
klein- en achterkleinkinderen.
Scliaudeljjke misleiding I
Onlangs las men eene aankondiging,
waarin tegen overmaking van 50 cent in
postzegels of postwissel het welgelgkend
portret van H. M. de Koningin werd aan
geboden. Een paar Overmaassche Oranje
mannen, tuk op het prachtige koopje, zon
den het verlangd bedrag en ontvingen een
paar dagen later een postzegel van
drie cent
Men leest het volgende in het »N.
v. d. D."
Marine-klachten.
In de pers is dezer dagen het geval be
sproken van deD stoker le klasse D. van der
Brugge, die een slachtoffer heet te z(jn van
den moordenden arbeid in de machinekamer
van de «Koningin Wilhelmina" en na ver
schillende wederwaardigheden uit den dienst
werd ontslagen, wjjl men hem wel in doch
niet door den dienst ongeschikt geworden
achtte.
In aansluiting daarbjj ontvangen wjj over
oen dergeljjk geval het volgende stuk, dat wjj
hier wel opnemen, doch waarvan wjj de ver
antwoordelijkheid omdat een onderzoek
andera dan van overheidswege vrjj wel on
doenlijk is geheel aan den schrijver moeten
overlate o
Ondergeteekende heeft bij eene militaire
wandeling te Hellevoetsluis een stoot van een
geweerkolf opgeloopsn tegen zjjn linkerknie,
waardoor dat lichaamsdeel inwendig gekneusd
werd. Na circa eene maand door don marine
dokter van Hr. Ms. instructie-corvet «Nautilus"
onuitstaanbare pijn, ja zelfs met be
schuldiging vau simulatie, op sleeptouw ge
houden to zijn, omdat waarschijnlijk uiterlijk
door z"(jn WelEdel ZeerGeleerdo niets was
waar te nemen, meldde ondergeteekende zich
bij ZEda. plaatevervanger, daar eerstgenoemde
met verlof ging, die onmiddellijk opname in
'e Rijks hospitaal noodig oordeelde.
Het brhoeft geen betoog dat uit dat verzuim
ongesteldheid voortvloeide. Men ging zelfs zoo
ver met die ongesteldheid „tering" to noemen.
Ook hij had „aanleg" daarvoor, zoide men.
De gekneusde knie werd geheel als bijzaak
beschouwd. Men redeneerde aldos„met de
knie is het niet gonstig, maar dat is een ge
volg van de ziekte
Derhalve volgde ontslag op grond van in
en niet door den dienst ontstane gebreken.
Dat ondergeteekende geen ziekelijk gestel had
en ook den „aanlog" miste, bewijst de om
standigheid, dat na zgn ontslag amputatie boven
de knie van het been plaats had, en hij daarna
een direct volmaakte gezondheid genoot en nog
geniet.
Audiëoties, adressen, enz., niets mocht baten
i ondergeteekende recht te doen.
Hg is thans 23 jaar, van een zeer gezond
gestel, doch helaas verminkt. De slrjjd om
het bestaan, voor een niet-verminkto reeds
zjjndo, is vorder commentaar overbodig,
voor do plaatsing,
Uw dw. dienaar,
H. v. d. Made.
Gewezen lichtmatroos bjj
Hr. Me. Zeemacht.
Het onderlijk gezag.
Een jonge dochter, die misschien wat
veel gelezen had over het noodzakelijke
om soms kindèren aan het ouderljjk gezag
te onttrekken, beeft aanleiding gegeven tot
volgende kennisgeving
Namens den vader verzoekt de politie
te 's Gravenhage, aanhouding en opzen
ding van een 22jarig meisje, wonende in
het Pinksterbloemenlaantje in Den Haag,
die, blijkens een achtergelaten brief, naar
Amsterdam is vertrokken met medeneming
van twee harer broertjes, 11 en 8 jaren
oud, benevens eenig huisraad. Zjj ver
klaarde ontevreden te zgn over de behan
deling der kinderen te huis en was daarom
vertrokken.
Eeo tafellaken gestolen.
Yoor de arrondissements-rechtbank te
Rotterdam stond Dinsdag 11. terecht M.
van H., huisvrouw van P. M. K., 43 jaar,
zonder beroep, te Brielle. Zjj zon op of
omstreeks 4 Juni 1895 te Brielle een aan
M. Schellevisch, huisvrouw van L. Betist
toebeboorend tafellaken hebben weggeno
men. Uit de verklaring van de schoon
dochter van de bestolene bleek, dat ze met
haar schoonmama zooveel als op een
hofje" woont. Op dat hofje bevindt zich,
tot goed verstand van deze hoogst inge
wikkelde procedure, een bleek, die tot ge
meenschappelijk gebruik dient. Yan deze
bleek maakte ook beklaagde, die naast de
bestolene woont, druk gebruik. Edoch, dat
gebruik strookte niet met de bedoelingen
van haar buurvrouw. Maatje Schellevisch,
die op een goeden dag een tafelkleed ver
miste. Dit tafelkleed nu werd geruimen
tjjd na de vermissing teruggevonden tus
schen het goed van beklaagde, door Maatje
Schellevisch voornoemd, die haar buur
vrouw daarover eens interpelleerde.
Hoor eens buurvrouw, zei ik altjjd
heel fatsoenlijk moet u weten heeren,
hoe kom jjj aan dat tafellaken
Dat heb ik gekocht, zeit ze, gekocht
in Rotterdam, zeit ze.
Zoo, zei ik, heb jjj dat in Rotterdam
gekocht Dat zal ik dan eens aan je man
gaan vragen.
Ho, ho, zei ze toen, dat moet je
niet doen, ik heb het gekocht bg Komijn,
bjj Komjjn, versta je me, ouwe bliksem,
ouwe d
Buurvrouw, zei ik, altjjd in 't
fatsoenlijke als je niet oud wil wezen,
moet je je jong opknoopen, versta je dat
zoo was het op het hofje toegegaan
de gevolgen van hofjesruzie we her
inneren ons nog levendig een bofjes-groot-
quaestie, die zelfs tot een vervolging wegens
meineed aanleiding gaf schjjnen altjjd
hoogst fataal te moeten zgn. Het resumé
van de verwikkelingen was, dat schoon
mama en schoondochter, die het tafellaken
pertinent herkenden aan het naaisel, buur
vrouw in politie-zaken brachten. Buurvrouw
deed den heeren thans een omstandig ver
haal, om te verklaren hoe zjj aan het tafel
laken was gekomen, doch het scheen wel,
alsof zjj dat verhaal zelf niet al te best
begreep, want ten slotte gaf zjj gewonnen,
dat het laken baar eigendom niet was, om
eindeljjk de schuld op een doodgewone ver
gissing te schuiven. Het O. M. bjj monde
van mr. Enderlein geloofde van het verhaal
niets, gelet op de draaiergen, waarmee be
klaagde zich van stonde af aan had opge
houden en eischte wegens diefstal tegen
buurvrouw een gevangenisstraf van 2
maanden.
Het geheim der Zeisterlielde.
De milicien Langeveld, die eenige maanden
leden verdween, met achterlating van
zgn uniform enz., welke verdwgning tot
allerlei gissingen aanleiding heeft gegeven,
is thans te Arcen (Limburg) gearresteerd
naar Yenlo overgebracht.
De »Limb. Koerier" deelt hieromtrent
het volgende mede:
Langeveld, die aan de manoeuvres op
de Zeisterheide deelnam, zou onwel geworden
zgn. Hg had zich toen op de heide neer
geworpen en was door allen verlaten, zonder
dat men zich verder om zjjn lot bekommerd
had. Eenige weken later werd een lÜk g»-
vonden, geheel onkenbaar gemaakt door
de raven, die daaraan eene welkome prooi
gevonden hadden
Ziehier hoe deze geruchtmakende zaak
zich in werkeljjkheid heeft toegedragen.
Langeveld vroeg onder de manoeuvres verlof
om even het gelid te mogen verlaten. Dit
werd hem toegestaan en van deze gelegen
heid maakte hg gebruik om stilletjes achter
te bljjven. Toen zijne kameraden ver genoeg
uit het gezicht waren, verwijderde hg zich
in tegenovergestelde richting. Hjj wierp
toen geweer en bajonet weg en ruilde bij
een boer zgn uniform tegen burgerkleeren.
In deze kleederen heeft hjj de wjjk genomen
naar Duitschland, alwaar hg in de gemeenten
Walbeek, Wachtendonk, Stralen en Herun-
gen afwisselend gewerkt heeft. Vele over
zgn dood geschreven artikeleD heeft hg ge
lezen en er natuurljjk harteljjk om gelachen.
Daar hg geen »Heimatschein" kon ver-
toonen, werd hem het verbljjf in Duitschland
aldra bemoeilgkt en werd hg eindeljjk door
den burgemeester van Walbeek de grenzen
overgezet en aan de marechaussee's te Ar
cen overgeleverd. Binnenkort zal bg voor
den krggsraad terechtstaan.
ATJEH.
Een zeer belangrijke correspondentie over de
excursie op den 29en Jnni tegen de kampmgs
Rabat en Sibreh der VII Mookims Baid op
Atjeh is opgenomen in do „Java-Bode". Het
volgende is daaraan ontloend:
Tegen middernacht verlieten de soldaten den
kraton, voorop de marechaussees, gevolgd door
het 3de en 6de bat. infanterie. Na te Lambaroe
een wjjle gerust te hebbeD, werd de m&rsch
voortgezet.
Langzamerhand naderden zjj het doel en zjj
hoorden reeds het bidden van enkele Atjehers.
De vrees om te vroeg opgemerkt te worden,
deed de meeste der onzen den adem inhouden.
Nog zjjn zjj niet opgemerkt, weldra is de
benting omsingeld en zal de genade-
toegebracht worden. De klowangs van de
marechaussees tintelden roods in de bandon
van ongeduld, doch nog moeton zjj aan den
drang om te st rmen weerstand bieden.
Reeds te Lambaroe had men vernomen, dat
de dubbelstaande ijzerdraadversperring nog niet
verwijderd was. Men stond dos op 't gewich
tigste moment voor een bjjoa onoverkomeljjke
hindernis.
Uog talmen mocht men niet. Een der of
ficieren, na vergeefsche pogingen aangewend
to hebben de versperring door to hakken, hielp
toen eon der marechaussees over de versperring
en daarna in de benting. Een 2de en 3de
Ademloos bleef men afwaohten, of het
drie gelukken zou, om ongemerkt de poort te
openen voor de brigades, die daarbuiten stonden.
Twee der binnengekomen kropen voor de
binnenzjjde der poort en bleven met ontbloote
klewang gehurkt zitten, terwjjl de derde zoo
zacht mogelijk de poort ontsloot, waarboven de
Atjehschu wacht zalig dutte. Met deze pogingen
had men te veel vau den matigen slaap des
vjjunds gevergd. De pest in het verhoogde schil
derhuis was ontwaakt en gaf 'c alarmsignaal
door oenige «choten op do onzen te lossen. Juist
op dit oogenblik was do poort
stormden de marechaussees binnen.
De ontsteltenis der ontwakendco, toen zjj zich
van alle kanten omsingeld zagen, maakte wel
dra plaats voor de overtuiging, dat voor hen
geene ontvluchting mogeljjk was. Gelnkkig
haddon enkele brigades voor de hoofdtoegangen
poBt gevat, zoodat aan ernstige pogingen om
de toegangoD te forceeren weerstand geboden
kon wordeD. Toen de onzen, in stede vau een 50-
tal eene viervoudige macht tegenover zich zagen,
steeg hun moed ten top. Als leeuwen werd
er nu gevochten, men stond man tegenover
man. De duisternis deed den ernst verhoogen,
want men kon soms vriend van vjjand niet
onderscheiden.
Gelukkig had inmiddels het lo peloton van
de le comp. 3e bat. het Btrjjdtooneel bereikt
en verlichtte zoodoende de taak. De luit. C.
F. A. Wagenor stond in eon hoek tegenover
een tiendubbele overmacht. De laatste patroon
op zjjn revolver was reods verschoten, toen
gelukkig de luit. K J. C. Rjjnen, het htche-
Ijjke van dien tsestand inziende, dadoljjk op
de meest nabjjzjjnden instormde en daardoor
den afstand tusschen vriend en vjjand voor
een wjjle deed vergrooton, doch zjjn moedige
daad werd duur betaald een vjjandeljjke kogel
deed hem ter aarde vallen.
Nn kon de luitenant Wagener zjjn collega
aan een wissen dood onttrekken, door hem
meer achterwaarts op oen veilige plek te
brengeo. De lnitenant G. K. Djjkstra was de
dappere voorganger zijner brigades. Met reu
zenkracht mocht zjjn zwaard eenige opdrin
gende vjjandeljjke hoofden te piettor slaan,
doch ook hjj werd weldra gowond door een
klewanghonw.
Het plichtbesef van dezen officier dood hem
echter do pjjnen en de onmacht van het ge
bruik van zjjn reahterhand vergoten, om mot
ongekende kalmte zjjoe verspreide manschappen
te verzamelen tot een krachtiger voorwaarts
dringen, en eerst daarna verbonden te worden.
De commandant van het korps, jhr. G. J. W.
C. H. Graafland, werd eveneens spoedig door
oen kogel getroffen. Ondersteund door enkele
getrouwen, terwjjl een wacht van een viertal
hem voor het opdringen des vjjands behoedde,
wist de man nog de zjjnen met woord en daad
te bezielen.
De Atjehers, verrast en goen uitkomst moor
ziende, verkochten hnn leven zoo dnnr mogeljjk,
doch de onzen maakten weldra een einde aan
het drama en toen de eerste morgenstralen
aan den horizon doorbraken, toen een ieder
andor uit zjjn zoete nachtrust werd gewekt,
hadden de troepen reeds eene schitterende
overwinning behaald, welke den vjjand lange
jaren zal hengen en hem de overtuiging geven,
dat de moed vaa de Compagnie nog niet
gedaald is.
Do benting, nog den vorigon dag zoo rustig,
geleek nn wel op een slachtplaats. Honderd
en-tien Atjehers lagen daar vermiokt op stapels,
terwjjl daarbuiten nog eon twintigtal gevonden
In de »Rue des Archives" te Parjjs
is eeu oude dame, Mm. Keiler, vermoord
gevonden. Een kappersbediende, die in het
huis, wair zij woonde, een kamer vlak naast
de hare had en met wien zjj dikwijls over
hare zaken sprak, is met zgne minnares
gevangen genomen, onder verdenking van
dien moord.
Ingezonden.
Geachte Redactie!
Gaarne wilde ik even nwe aandacht vesti-
op een circulaire, die dezer dagen ver-
i, met de bedoeling om gaven to
do feestelijke herdenking van den
jaardag onzer gceerbiedigde Koningin.
Deze circulaire was cericht aan de vrien
den van 't Christelijk onderwjjs on aan de
ouders der kinderen van de School m/d Bjj-
bel, speciaal met het doel om de kinderen dier
op den Koninginnedag een feestje te
Deze circulaire echter geeft heel wat te
deDken en te gissen.
Moet nu waarljjk de School m/d Bjjbel ook
al dieust doen om partijhaat te kweeken en
sectegeest levendig te houden?
Waartoe nu nog weer oens do geschiedenis
van verleden jaar opgehaald, toen eenige on
derwijzers der openbare school weigerden mede
te werken om een kinderfeest te organiseeren
't Feest is toen immers toch doorgegaan en
niet, zooals de circalairo 't doet voorkomen,
„verstoord" geworden.
En wat de toon dezer circulaire betreft, zjj
is alles behalve geschikt om harten voor de
School m/d Bjjbel te winnen.
Ik kan maar niet iozien dut een doodeen
voudig kinderfeestje op 31 Augustus, iets te
maken heeft met 't karakter der Openbare
School.
De inbond der circulaire komt mg dan ook
lang niet onschuldig voor, en daarom zal 't
mjj niets verwonderen, als veleD onzer Christen-
oudere, als zjj oens even doordenken, hnnne
kindoren aan zulk een propagandatocht vol
strekt niet laten deelnemen.
Mot vertrouwen noodig ik u, Christen-oudere
allen uit om awe gaven voor dit doel niet te
geven.
Wil de commissie die de circulaire onder-
teekead heeft eea kinderfeest organiseeren om
van Vaderlandsliefde en Oranjegezindheid bljjk
te geven, ik zal 't denkbeeld toejuichen, maar
dan moet 't een kinderfeest zjjn voor de kin
deren van alle scholeD, zondor onderscheid,
en met eerbiediging van do gevoelens dier
ondorwjjzers, die er zich niet mede vereeni
gen kunnen.
Op zulk eene wjj ze als in de circulaire
wordt aangeprezen, behoeven geen Christen
ouders der wereld te toonen, dat zjj hnnne
kleinen liefhobben, en eene feestviering op
zulk een leest geschoeid past voor de School
m/d Bjjbel in 't geheel niet.
U dankzeggende voor do verleende plaats
ruimte verbljjf ik met verschuldigde gevoelens,
Uw dw. dienaar,
J. A. VAN VLOODORP.
PBUILLETOH
De bljjde tjjding, die de dokter ons gebracht
had, werd door andere voorbjjgangers beves-
tigd. en rota. verlicht gemoed begaven wjj
ons in huis.
Dit alles heeft echter niet veel te maken
met het geen ik wilde vertellen. Maar als men
«en goed geheugen heeft, komen ons zooveel
voorvallen iegelijk voor den geest, die wjj niet
iknnnen terugdringen. En eigenlijk- heeft het
«r wel wat mede te makenwant Jacob Horse-
«roft werd, na een hevigen twist met zjjn vador,
<p do kostschool te Berwick geplaatst, en mjjn
vader Dam die gelegenheid te baat om mjj
tegeljjkerljjd daarheen te zenden.
Alvorens nn echter verder te gaan, moet ik
n eerst het een en ander van mijn zeiven ver
tellen. Ik had daar echter mee moeten beginnen,
want het kan licht gobcoren, dat mjj verhaal
wordt gelezen in plaatsen, waar men nooit iets
van de familie Calders van West-Inch heeft
gehoord.
Het klinkt wol aardig: „WeBt-Inch..' Toch
is het geen prachtig landgoed met een fraai
kasteel, maar slechts een uitgestrekt, open veld
met bouw- en weilanden, die zich tot aan het
strand uitstrekken en die genoeg opleveren om
eenvoudige mcnschcu in staat te stellen ge
regeld hnn pacht te betalen en Zondags botor
op hun brood te smeren in plaats van stroop.
In bet midden van de bezitting staat het
Mis, oen oud gebouw, van steen opgetrokken
en met leien gedekt. Bovea do deur in den
gevel leest men het jaartal 1703. Achter het
huis is een schuur voor het vee. In dit huis
heeft onze familie langer dan een eeuw ge
woond, on, hoewel arm, waren wjj toch in
den ganschen omtrek geachtwant op hot land
is de pachter soms meer in aanzien dan de
grondeigenaar.
Het zonderlinge van ons huis to Wost-Inch
was, dat ingenieurs en andere geleerde lieden
hadden uitgerekead, dat de grenslijn tusschen
de twee laudon jnist midden door het dorp liep,
één van onze slaapkamers in tweeën dooiende,
zoodat de ééne helft op Eogelsch, do andere
helft op S'hotsch gebied stond. En de haDg-
mat' waarin ik sliep, was zoodanig geplaatst,
dat mjjn hoofd id de noordeljjke helft en mjjn
beeoen in de zuideljjke helft lagen uitgestrekt.
Op school werd ik daarmede altjjd geplaagd
en had ik er veel last vau. De jongens noem
den mjj „Half om half' en „Bond Johan."
Bjj vochtpartjjen tusschen Schotsche en En-
gelsche jongens schopten de eersten mjj tegen
de schenen en sloegen de anderen mjj om de
ooren, totdat beide partjjen eindigden m
hartelijk om te lachen, alsof hot ieta
grappigs was.
Den eersten tjjd gevoelde ik mjj op school
bitter ongelukkig. Birthwistel was de hoofd-
onderwjjzor en Adams do ondermeester ik
mocht geen van beide Ijjden. Verlogen en te
rughoudend van aard, sloot ik mjj bij niemand
aan, noch bjj de jongens, noch bjj de onder
wijzers. Berwick was elf en oen halve mjjl
van West-Inch verwjjderd, en ik vond het
vreeseljjk, zoover van mjjn moeder ai te zjjn.
Het duurde dan cok niet lang of ik kon het
niet meer uithouden en besloot van de school
weg te loopen en naar huis terug to keeren.
Toon gebeurde er ovenwei iets mot mjj, waar
door ik de bewondering van al mjjne school
heel
makkers en van mjjn onderwijzers opwekte,
en waarvan het gevolg was, dat mjjn schooltjjd
mjj plotseling zeer aangenaam en gemakkeljjk
werd gemaakt. Dat alles kwam, doordat ik uit
het venster van de twoodo verdieping viel.
Ziehier hoe het geval zich toedroeg. Op ze
keren avond werd ik erg afgeranseld door
Frederik Barton, den belhamel van de school,
en deze beleediging, gevoegd bjj de vele die
ik ondergaan had, deed den kienen beker van
mjjn ellende overloopen. Dien avond, terwjjl
ik mjjn beschreid gezicht onder de dekens stopte,
zwoer ik bjj mjj zeiven, dat ik den volgenden
morgen te West-Inch zou zjjn, of tenminste op
weg daarheen.
Onze slaapkamer was op de tweede ver
dieping; maar dat was voor mjj geen bezwaar.
Klimmen en klanteren kon ik als een kat en
duizeligheid kende ik niet, Thuis liet ik mjj,
zoo klein als ik was, boven van bot dak onzer
woning aan oen touw naar beneden gljjden,
en dat was oen hoogte van drie en twintig
voet. Om uit onze slaapztal naar beneden te
komen, scheen mjj dos niet erg. Met ongeduld
wachtte ik, tot alles in diepe rust was verzon
ken, toen stond ik haastig op, kleeddo mjj zucht
je, aan en met mjjn schoenen in de hand sloop
ik Daar het venster. Ik opende het en staarde
naar buiten in den helderen manescbjjn. Onder
mjj lag de tuin en dicht bjj het raam ont
waarde ik oon dikken boomstam. Eon vlugge
jongen kon waarljjk geen botere ladder ver
langen. Eenmaal in den tuiD, had ik alleen
nog maar ovor een vjjf voet hoogen muor te
springen dao was ik vrjj. Ik greep den tak
vast en stond juist op het punt naar beneden
te springen, toen ik plotseling oobewegciljjk
bloef staan alsof ik in oen steenen beeld was
veranderd.
^Ik zag een menschel jjk gelaat over den muur
in* do tuin staren de oogen bewogen zicb lang
zaam naar alle zjjden en keken ook naar mjj,
ofschoon ik achter de bladeren was verborgen
Langzaam kwam het bleeke gezicht al hooger
en hooger boven den muur uit, totdat de schou
ders, de borst on eindeljjk de knieën vaneen
man zichtbaar werden. Hg ging schrjjlings op
don muur zitten en trok een joDgen, ongeveer
van mjjn grootte, naar boven. De jongen scheen
hem mot weerzin te volgen, want van tjjd tot
tjjd hoorde ik zjjn gesmoord snikken. Dan gaf
hem oen stomp, vergezeld van dreigende
B.üdon lieten zich van den muur in
den tuiD gljjden. Ik stond met éen voet op den
tak eo met don anderen in de vensterbank,
zonder mjj te durven verroeren, uit angst dat
zjj mjj zouden bemerken. Duideljjk zag ik hen
in do schaduw van het huis sluipeo, tot vlak
onder mjj. Plotseling hoorde ik het geluid van
vallend gla3.
•Ziezoo, dat is klaar," sprak de man „nu
kun je er gemakkeljjk door."
„Maar or zitten overal nog stokken glas,"
klaagde do knaap op angstigen toon.
Do kerel begon te vloekon, dat het mjj koud
over den rug liep.
•Er in, lafbek!" snauwde hjj met ingehou
den woede of anders
Ik kon Diet zien wat hjj deed, maar wel
hoorde ik een gil van pjjo.
•Ik ga al, ik ga alriep de kleine knaap.
Meer hoorde ik niet, want alles begon mot
mjj in hot rond te draaien. Mjjn voet gleed
uit, ik slaakte oen kreet on viol met mjjn vjjf
en negentig pond gewicht boven op den rug van
den inbreker, die voorovergebogen voor het
kelderraam stond, terwijl hjj bezig was het kind
naar binnen te duwen. Hjj tuimelde met een
luiden schreeuw voorover on rolde wel drie
maal in het rond. Zjjn kleine metgezel maakte
zich zoo spoedig mogeljjk uit do voeten en was
in eon ommezien over den muur verdwenen.
Ik lag op den grond on schreeuwde even hard
als de inbreker. Opstaan was mjj niet moge
ljjk, ik had een gevoel in mjjn been alsof or
een gloeiende ring omheen was gesmeed.
Spoedig was de heele huishouding op de been,
van den hoofdonderwjjzer af tot de knecht toe
allen kwamen met lantaarns in de hand, om te
zien wat er gaande was. Het goval was spoedig
opgehelderdde man werd op een breede plank
weggedragen en ik werd naar do ziekokamer
eebmebt, waar mjjn gebroken boon door doctor
Purdie wsrd gezet. Wat den inbroker betreft,
zjjn beide boenen waren verlamd de doctoren
twjjfelden of hjj die wel ooit weer zou knnuon
gebrnikon. De rechter benam hun echter da
gelegenheid om dat na te gaan, want de man
werd zes weken later opgehangen. Het bleek
bjj onderzoek, dat hjj een berucht inbreker was,
die verscheiden moorden op zjjn geweten had.
Ik kan niet over mjjn jongensjaren spreken,
zonder dit geval aan te roeren want het was
het meest belangTjjke, dat mjj in mjjn jengd
overkwam. Maar ik zal in het vervolg van
mjjn verhaal zoo min mogeljjk zijwegen in
slaan, want ik heh nog veel te vertellen, voor
ik aan het eind ben, niet alleen van mjj zeiven,
maar ook van de gebesrtonisscD, waarin ik
betrokkon ben geweest. Mjjn goheugenis is,
Goddank nog goed en ik hoop mjjn werk go-
regold te kunnen volbrengen.
De geschiedenis met dien inbreker was
oorzaak van mjjn vriendschap mot Jacob Hor-
secroft, den zoon van den doktor. Yan don
eerston dag af, dat hjj op school kwam, was
hjj ons allen do baas, en eer er eon nor ver-
loopen was, had hjj Frederik Barton over bet
groote swarto bord tusschen do banken der
school geworpen.
(Wordt vervolgd).