't Vliegend Blaadje. KLEINE COURANT VOOR HELDER NIEUWEDIEP EN TEXEL. "SJET Jïirht (iMuarda. Ho. 2452 Zaterdag 16 Angnetns 1896. 34«te Jaargang. Bureau: Zuiditraat. Telefoonn0. 63. Abonnement p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., met Zondagsbl. 80 Ct. id. franco per post idem f 1.12 id. voor het Buitenland f 1.25, idem f2.00. VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG. Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder. Burwux SPOORSTRAAT an ZUIDSTRAAT. Aavertentlên van 1 tot 5 regels 25 Cent. Elke regel meer5 Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Ad verten tiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorg-d zijn. KALENDER DER WEEK. AUGUSTUS, (Oogstmaand, 31 dagen). Opkomst dor Zon 4 u. 46 m. Onderg. 7 n. 20 m. Zondag 16 Maandag 17 Hartjesdag. Dinsdag 18 Woensdag 19 Donderdag 20 Vrijdag 21 Zaterdag 22 NIEUWSTIJDINGEN. SELDER, 14 Aug. 1896. Met ingang van 15 Sept. a. s. is aan den heer C. J. J. H. van Kempen, op zgn verzoek, eervol ontslag verleend ala burge meester van Wieringen. Het 3e Provinciaal Noord-Hollandsch Zendingsfeest zal op Woensdag a s. plaats hebben bg het dorp Blokker, gelegen tusschen Hoorn en Enkhuizen, 30 minuten van Hoorn. Het woord zal gevoerd worden door eenige heeren predikanten, terwjjl een fanfarekorps de gezangen zal begeleiden. Men zie hierover de annonce in dit blad. Den 13en Angustns werd te Alk maar een groote vergadering van boeren gehouden tot de oprichting vaneen»Pro vincialen Noordhollandschen Boerenbond". Het initiatief iu dezen gaat uit van den heer Boonekamp. Verzekering van werklieden. De Regeering is, naar de >N. R. Ct." verneemt, bezig de laatste band te leggen aan een wetsontwerp tot verplichte levens verzekering van werklieden en tot op richting van eene staatsbank voor levens verzekering, die daarmede verband houdt. In verband met de verplaatsing van de artillerie-inrichtingen zullen 80 gezinnen Delft verlaten. Wanneer de werkplaatsen aan de Hembrug gereed zgn, moeten on geveer 3000 personen zich van Delft daar heen verplaatsen. De werken te IJnraiden. 't Is genoegzaam bekend, dat het maken der nieuwe sluizen te IJmniden herhaal delijk met moeilijk heden gepaard is gegaan en men zal zich ook herinneren dat sliert eenigen tijd tusschen 't Rijk en den aan nemer der "werken, den heer Barend van Buuren, eene rechtsquaestie is ontstaan. Nu heeft de regeeriug echter ten opzichte van een ander deel der aan te leggen werken (nl. den waterweg vóór de sluizen) een zeer belangrijken stap gedaan. In het aannemingscontract staat nl. eene bepaling, volgens welke het Rjjk het recht heeft om, indien de werken niet op tjjd gereed zijn, de rest van het werk den tegen- woordigen aannemer te ontnemen en op diens kosten door een ander te doen uit voeren. Men meldt thans, dat het Rjjk van deze bepaling gebruik heeft gemaakt door den aanleg van den waterweg verder toe te vertrouwen aan de firma Yolkert Co. te Sliedrecht, die dus op kosten van den heer Yan Buuren het werk zal voltooien. De heer Van Buuren had destijds acht borgen gesteld deze zullen elk voor een aanzienlek bedrag in de kosten moeten deelen. Op 19 Aug. a. s. hoopt het echtpaar Salomon van der Kloot en Hadassa Danser, wonende Gedempte Gracht 253, Kerkstraatje te 's Gravenhage, den dag te vieren, waarop zjj vóór 60 jaar in het huwelgk werden verbonden. Het echtpaar heeft reeds 85 klein- en achterkleinkinderen. Scliaudeljjke misleiding I Onlangs las men eene aankondiging, waarin tegen overmaking van 50 cent in postzegels of postwissel het welgelgkend portret van H. M. de Koningin werd aan geboden. Een paar Overmaassche Oranje mannen, tuk op het prachtige koopje, zon den het verlangd bedrag en ontvingen een paar dagen later een postzegel van drie cent Men leest het volgende in het »N. v. d. D." Marine-klachten. In de pers is dezer dagen het geval be sproken van deD stoker le klasse D. van der Brugge, die een slachtoffer heet te z(jn van den moordenden arbeid in de machinekamer van de «Koningin Wilhelmina" en na ver schillende wederwaardigheden uit den dienst werd ontslagen, wjjl men hem wel in doch niet door den dienst ongeschikt geworden achtte. In aansluiting daarbjj ontvangen wjj over oen dergeljjk geval het volgende stuk, dat wjj hier wel opnemen, doch waarvan wjj de ver antwoordelijkheid omdat een onderzoek andera dan van overheidswege vrjj wel on doenlijk is geheel aan den schrijver moeten overlate o Ondergeteekende heeft bij eene militaire wandeling te Hellevoetsluis een stoot van een geweerkolf opgeloopsn tegen zjjn linkerknie, waardoor dat lichaamsdeel inwendig gekneusd werd. Na circa eene maand door don marine dokter van Hr. Ms. instructie-corvet «Nautilus" onuitstaanbare pijn, ja zelfs met be schuldiging vau simulatie, op sleeptouw ge houden to zijn, omdat waarschijnlijk uiterlijk door z"(jn WelEdel ZeerGeleerdo niets was waar te nemen, meldde ondergeteekende zich bij ZEda. plaatevervanger, daar eerstgenoemde met verlof ging, die onmiddellijk opname in 'e Rijks hospitaal noodig oordeelde. Het brhoeft geen betoog dat uit dat verzuim ongesteldheid voortvloeide. Men ging zelfs zoo ver met die ongesteldheid „tering" to noemen. Ook hij had „aanleg" daarvoor, zoide men. De gekneusde knie werd geheel als bijzaak beschouwd. Men redeneerde aldos„met de knie is het niet gonstig, maar dat is een ge volg van de ziekte Derhalve volgde ontslag op grond van in en niet door den dienst ontstane gebreken. Dat ondergeteekende geen ziekelijk gestel had en ook den „aanlog" miste, bewijst de om standigheid, dat na zgn ontslag amputatie boven de knie van het been plaats had, en hij daarna een direct volmaakte gezondheid genoot en nog geniet. Audiëoties, adressen, enz., niets mocht baten i ondergeteekende recht te doen. Hg is thans 23 jaar, van een zeer gezond gestel, doch helaas verminkt. De slrjjd om het bestaan, voor een niet-verminkto reeds zjjndo, is vorder commentaar overbodig, voor do plaatsing, Uw dw. dienaar, H. v. d. Made. Gewezen lichtmatroos bjj Hr. Me. Zeemacht. Het onderlijk gezag. Een jonge dochter, die misschien wat veel gelezen had over het noodzakelijke om soms kindèren aan het ouderljjk gezag te onttrekken, beeft aanleiding gegeven tot volgende kennisgeving Namens den vader verzoekt de politie te 's Gravenhage, aanhouding en opzen ding van een 22jarig meisje, wonende in het Pinksterbloemenlaantje in Den Haag, die, blijkens een achtergelaten brief, naar Amsterdam is vertrokken met medeneming van twee harer broertjes, 11 en 8 jaren oud, benevens eenig huisraad. Zjj ver klaarde ontevreden te zgn over de behan deling der kinderen te huis en was daarom vertrokken. Eeo tafellaken gestolen. Yoor de arrondissements-rechtbank te Rotterdam stond Dinsdag 11. terecht M. van H., huisvrouw van P. M. K., 43 jaar, zonder beroep, te Brielle. Zjj zon op of omstreeks 4 Juni 1895 te Brielle een aan M. Schellevisch, huisvrouw van L. Betist toebeboorend tafellaken hebben weggeno men. Uit de verklaring van de schoon dochter van de bestolene bleek, dat ze met haar schoonmama zooveel als op een hofje" woont. Op dat hofje bevindt zich, tot goed verstand van deze hoogst inge wikkelde procedure, een bleek, die tot ge meenschappelijk gebruik dient. Yan deze bleek maakte ook beklaagde, die naast de bestolene woont, druk gebruik. Edoch, dat gebruik strookte niet met de bedoelingen van haar buurvrouw. Maatje Schellevisch, die op een goeden dag een tafelkleed ver miste. Dit tafelkleed nu werd geruimen tjjd na de vermissing teruggevonden tus schen het goed van beklaagde, door Maatje Schellevisch voornoemd, die haar buur vrouw daarover eens interpelleerde. Hoor eens buurvrouw, zei ik altjjd heel fatsoenlijk moet u weten heeren, hoe kom jjj aan dat tafellaken Dat heb ik gekocht, zeit ze, gekocht in Rotterdam, zeit ze. Zoo, zei ik, heb jjj dat in Rotterdam gekocht Dat zal ik dan eens aan je man gaan vragen. Ho, ho, zei ze toen, dat moet je niet doen, ik heb het gekocht bg Komijn, bjj Komjjn, versta je me, ouwe bliksem, ouwe d Buurvrouw, zei ik, altjjd in 't fatsoenlijke als je niet oud wil wezen, moet je je jong opknoopen, versta je dat zoo was het op het hofje toegegaan de gevolgen van hofjesruzie we her inneren ons nog levendig een bofjes-groot- quaestie, die zelfs tot een vervolging wegens meineed aanleiding gaf schjjnen altjjd hoogst fataal te moeten zgn. Het resumé van de verwikkelingen was, dat schoon mama en schoondochter, die het tafellaken pertinent herkenden aan het naaisel, buur vrouw in politie-zaken brachten. Buurvrouw deed den heeren thans een omstandig ver haal, om te verklaren hoe zjj aan het tafel laken was gekomen, doch het scheen wel, alsof zjj dat verhaal zelf niet al te best begreep, want ten slotte gaf zjj gewonnen, dat het laken baar eigendom niet was, om eindeljjk de schuld op een doodgewone ver gissing te schuiven. Het O. M. bjj monde van mr. Enderlein geloofde van het verhaal niets, gelet op de draaiergen, waarmee be klaagde zich van stonde af aan had opge houden en eischte wegens diefstal tegen buurvrouw een gevangenisstraf van 2 maanden. Het geheim der Zeisterlielde. De milicien Langeveld, die eenige maanden leden verdween, met achterlating van zgn uniform enz., welke verdwgning tot allerlei gissingen aanleiding heeft gegeven, is thans te Arcen (Limburg) gearresteerd naar Yenlo overgebracht. De »Limb. Koerier" deelt hieromtrent het volgende mede: Langeveld, die aan de manoeuvres op de Zeisterheide deelnam, zou onwel geworden zgn. Hg had zich toen op de heide neer geworpen en was door allen verlaten, zonder dat men zich verder om zjjn lot bekommerd had. Eenige weken later werd een lÜk g»- vonden, geheel onkenbaar gemaakt door de raven, die daaraan eene welkome prooi gevonden hadden Ziehier hoe deze geruchtmakende zaak zich in werkeljjkheid heeft toegedragen. Langeveld vroeg onder de manoeuvres verlof om even het gelid te mogen verlaten. Dit werd hem toegestaan en van deze gelegen heid maakte hg gebruik om stilletjes achter te bljjven. Toen zijne kameraden ver genoeg uit het gezicht waren, verwijderde hg zich in tegenovergestelde richting. Hjj wierp toen geweer en bajonet weg en ruilde bij een boer zgn uniform tegen burgerkleeren. In deze kleederen heeft hjj de wjjk genomen naar Duitschland, alwaar hg in de gemeenten Walbeek, Wachtendonk, Stralen en Herun- gen afwisselend gewerkt heeft. Vele over zgn dood geschreven artikeleD heeft hg ge lezen en er natuurljjk harteljjk om gelachen. Daar hg geen »Heimatschein" kon ver- toonen, werd hem het verbljjf in Duitschland aldra bemoeilgkt en werd hg eindeljjk door den burgemeester van Walbeek de grenzen overgezet en aan de marechaussee's te Ar cen overgeleverd. Binnenkort zal bg voor den krggsraad terechtstaan. ATJEH. Een zeer belangrijke correspondentie over de excursie op den 29en Jnni tegen de kampmgs Rabat en Sibreh der VII Mookims Baid op Atjeh is opgenomen in do „Java-Bode". Het volgende is daaraan ontloend: Tegen middernacht verlieten de soldaten den kraton, voorop de marechaussees, gevolgd door het 3de en 6de bat. infanterie. Na te Lambaroe een wjjle gerust te hebbeD, werd de m&rsch voortgezet. Langzamerhand naderden zjj het doel en zjj hoorden reeds het bidden van enkele Atjehers. De vrees om te vroeg opgemerkt te worden, deed de meeste der onzen den adem inhouden. Nog zjjn zjj niet opgemerkt, weldra is de benting omsingeld en zal de genade- toegebracht worden. De klowangs van de marechaussees tintelden roods in de bandon van ongeduld, doch nog moeton zjj aan den drang om te st rmen weerstand bieden. Reeds te Lambaroe had men vernomen, dat de dubbelstaande ijzerdraadversperring nog niet verwijderd was. Men stond dos op 't gewich tigste moment voor een bjjoa onoverkomeljjke hindernis. Uog talmen mocht men niet. Een der of ficieren, na vergeefsche pogingen aangewend to hebben de versperring door to hakken, hielp toen eon der marechaussees over de versperring en daarna in de benting. Een 2de en 3de Ademloos bleef men afwaohten, of het drie gelukken zou, om ongemerkt de poort te openen voor de brigades, die daarbuiten stonden. Twee der binnengekomen kropen voor de binnenzjjde der poort en bleven met ontbloote klewang gehurkt zitten, terwjjl de derde zoo zacht mogelijk de poort ontsloot, waarboven de Atjehschu wacht zalig dutte. Met deze pogingen had men te veel vau den matigen slaap des vjjunds gevergd. De pest in het verhoogde schil derhuis was ontwaakt en gaf 'c alarmsignaal door oenige «choten op do onzen te lossen. Juist op dit oogenblik was do poort stormden de marechaussees binnen. De ontsteltenis der ontwakendco, toen zjj zich van alle kanten omsingeld zagen, maakte wel dra plaats voor de overtuiging, dat voor hen geene ontvluchting mogeljjk was. Gelnkkig haddon enkele brigades voor de hoofdtoegangen poBt gevat, zoodat aan ernstige pogingen om de toegangoD te forceeren weerstand geboden kon wordeD. Toen de onzen, in stede vau een 50- tal eene viervoudige macht tegenover zich zagen, steeg hun moed ten top. Als leeuwen werd er nu gevochten, men stond man tegenover man. De duisternis deed den ernst verhoogen, want men kon soms vriend van vjjand niet onderscheiden. Gelukkig had inmiddels het lo peloton van de le comp. 3e bat. het Btrjjdtooneel bereikt en verlichtte zoodoende de taak. De luit. C. F. A. Wagenor stond in eon hoek tegenover een tiendubbele overmacht. De laatste patroon op zjjn revolver was reods verschoten, toen gelukkig de luit. K J. C. Rjjnen, het htche- Ijjke van dien tsestand inziende, dadoljjk op de meest nabjjzjjnden instormde en daardoor den afstand tusschen vriend en vjjand voor een wjjle deed vergrooton, doch zjjn moedige daad werd duur betaald een vjjandeljjke kogel deed hem ter aarde vallen. Nn kon de luitenant Wagener zjjn collega aan een wissen dood onttrekken, door hem meer achterwaarts op oen veilige plek te brengeo. De lnitenant G. K. Djjkstra was de dappere voorganger zijner brigades. Met reu zenkracht mocht zjjn zwaard eenige opdrin gende vjjandeljjke hoofden te piettor slaan, doch ook hjj werd weldra gowond door een klewanghonw. Het plichtbesef van dezen officier dood hem echter do pjjnen en de onmacht van het ge bruik van zjjn reahterhand vergoten, om mot ongekende kalmte zjjoe verspreide manschappen te verzamelen tot een krachtiger voorwaarts dringen, en eerst daarna verbonden te worden. De commandant van het korps, jhr. G. J. W. C. H. Graafland, werd eveneens spoedig door oen kogel getroffen. Ondersteund door enkele getrouwen, terwjjl een wacht van een viertal hem voor het opdringen des vjjands behoedde, wist de man nog de zjjnen met woord en daad te bezielen. De Atjehers, verrast en goen uitkomst moor ziende, verkochten hnn leven zoo dnnr mogeljjk, doch de onzen maakten weldra een einde aan het drama en toen de eerste morgenstralen aan den horizon doorbraken, toen een ieder andor uit zjjn zoete nachtrust werd gewekt, hadden de troepen reeds eene schitterende overwinning behaald, welke den vjjand lange jaren zal hengen en hem de overtuiging geven, dat de moed vaa de Compagnie nog niet gedaald is. Do benting, nog den vorigon dag zoo rustig, geleek nn wel op een slachtplaats. Honderd en-tien Atjehers lagen daar vermiokt op stapels, terwjjl daarbuiten nog eon twintigtal gevonden In de »Rue des Archives" te Parjjs is eeu oude dame, Mm. Keiler, vermoord gevonden. Een kappersbediende, die in het huis, wair zij woonde, een kamer vlak naast de hare had en met wien zjj dikwijls over hare zaken sprak, is met zgne minnares gevangen genomen, onder verdenking van dien moord. Ingezonden. Geachte Redactie! Gaarne wilde ik even nwe aandacht vesti- op een circulaire, die dezer dagen ver- i, met de bedoeling om gaven to do feestelijke herdenking van den jaardag onzer gceerbiedigde Koningin. Deze circulaire was cericht aan de vrien den van 't Christelijk onderwjjs on aan de ouders der kinderen van de School m/d Bjj- bel, speciaal met het doel om de kinderen dier op den Koninginnedag een feestje te Deze circulaire echter geeft heel wat te deDken en te gissen. Moet nu waarljjk de School m/d Bjjbel ook al dieust doen om partijhaat te kweeken en sectegeest levendig te houden? Waartoe nu nog weer oens do geschiedenis van verleden jaar opgehaald, toen eenige on derwijzers der openbare school weigerden mede te werken om een kinderfeest te organiseeren 't Feest is toen immers toch doorgegaan en niet, zooals de circalairo 't doet voorkomen, „verstoord" geworden. En wat de toon dezer circulaire betreft, zjj is alles behalve geschikt om harten voor de School m/d Bjjbel te winnen. Ik kan maar niet iozien dut een doodeen voudig kinderfeestje op 31 Augustus, iets te maken heeft met 't karakter der Openbare School. De inbond der circulaire komt mg dan ook lang niet onschuldig voor, en daarom zal 't mjj niets verwonderen, als veleD onzer Christen- oudere, als zjj oens even doordenken, hnnne kindoren aan zulk een propagandatocht vol strekt niet laten deelnemen. Mot vertrouwen noodig ik u, Christen-oudere allen uit om awe gaven voor dit doel niet te geven. Wil de commissie die de circulaire onder- teekead heeft eea kinderfeest organiseeren om van Vaderlandsliefde en Oranjegezindheid bljjk te geven, ik zal 't denkbeeld toejuichen, maar dan moet 't een kinderfeest zjjn voor de kin deren van alle scholeD, zondor onderscheid, en met eerbiediging van do gevoelens dier ondorwjjzers, die er zich niet mede vereeni gen kunnen. Op zulk eene wjj ze als in de circulaire wordt aangeprezen, behoeven geen Christen ouders der wereld te toonen, dat zjj hnnne kleinen liefhobben, en eene feestviering op zulk een leest geschoeid past voor de School m/d Bjjbel in 't geheel niet. U dankzeggende voor do verleende plaats ruimte verbljjf ik met verschuldigde gevoelens, Uw dw. dienaar, J. A. VAN VLOODORP. PBUILLETOH De bljjde tjjding, die de dokter ons gebracht had, werd door andere voorbjjgangers beves- tigd. en rota. verlicht gemoed begaven wjj ons in huis. Dit alles heeft echter niet veel te maken met het geen ik wilde vertellen. Maar als men «en goed geheugen heeft, komen ons zooveel voorvallen iegelijk voor den geest, die wjj niet iknnnen terugdringen. En eigenlijk- heeft het «r wel wat mede te makenwant Jacob Horse- «roft werd, na een hevigen twist met zjjn vador, <p do kostschool te Berwick geplaatst, en mjjn vader Dam die gelegenheid te baat om mjj tegeljjkerljjd daarheen te zenden. Alvorens nn echter verder te gaan, moet ik n eerst het een en ander van mijn zeiven ver tellen. Ik had daar echter mee moeten beginnen, want het kan licht gobcoren, dat mjj verhaal wordt gelezen in plaatsen, waar men nooit iets van de familie Calders van West-Inch heeft gehoord. Het klinkt wol aardig: „WeBt-Inch..' Toch is het geen prachtig landgoed met een fraai kasteel, maar slechts een uitgestrekt, open veld met bouw- en weilanden, die zich tot aan het strand uitstrekken en die genoeg opleveren om eenvoudige mcnschcu in staat te stellen ge regeld hnn pacht te betalen en Zondags botor op hun brood te smeren in plaats van stroop. In bet midden van de bezitting staat het Mis, oen oud gebouw, van steen opgetrokken en met leien gedekt. Bovea do deur in den gevel leest men het jaartal 1703. Achter het huis is een schuur voor het vee. In dit huis heeft onze familie langer dan een eeuw ge woond, on, hoewel arm, waren wjj toch in den ganschen omtrek geachtwant op hot land is de pachter soms meer in aanzien dan de grondeigenaar. Het zonderlinge van ons huis to Wost-Inch was, dat ingenieurs en andere geleerde lieden hadden uitgerekead, dat de grenslijn tusschen de twee laudon jnist midden door het dorp liep, één van onze slaapkamers in tweeën dooiende, zoodat de ééne helft op Eogelsch, do andere helft op S'hotsch gebied stond. En de haDg- mat' waarin ik sliep, was zoodanig geplaatst, dat mjjn hoofd id de noordeljjke helft en mjjn beeoen in de zuideljjke helft lagen uitgestrekt. Op school werd ik daarmede altjjd geplaagd en had ik er veel last vau. De jongens noem den mjj „Half om half' en „Bond Johan." Bjj vochtpartjjen tusschen Schotsche en En- gelsche jongens schopten de eersten mjj tegen de schenen en sloegen de anderen mjj om de ooren, totdat beide partjjen eindigden m hartelijk om te lachen, alsof hot ieta grappigs was. Den eersten tjjd gevoelde ik mjj op school bitter ongelukkig. Birthwistel was de hoofd- onderwjjzor en Adams do ondermeester ik mocht geen van beide Ijjden. Verlogen en te rughoudend van aard, sloot ik mjj bij niemand aan, noch bjj de jongens, noch bjj de onder wijzers. Berwick was elf en oen halve mjjl van West-Inch verwjjderd, en ik vond het vreeseljjk, zoover van mjjn moeder ai te zjjn. Het duurde dan cok niet lang of ik kon het niet meer uithouden en besloot van de school weg te loopen en naar huis terug to keeren. Toon gebeurde er ovenwei iets mot mjj, waar door ik de bewondering van al mjjne school heel makkers en van mjjn onderwijzers opwekte, en waarvan het gevolg was, dat mjjn schooltjjd mjj plotseling zeer aangenaam en gemakkeljjk werd gemaakt. Dat alles kwam, doordat ik uit het venster van de twoodo verdieping viel. Ziehier hoe het geval zich toedroeg. Op ze keren avond werd ik erg afgeranseld door Frederik Barton, den belhamel van de school, en deze beleediging, gevoegd bjj de vele die ik ondergaan had, deed den kienen beker van mjjn ellende overloopen. Dien avond, terwjjl ik mjjn beschreid gezicht onder de dekens stopte, zwoer ik bjj mjj zeiven, dat ik den volgenden morgen te West-Inch zou zjjn, of tenminste op weg daarheen. Onze slaapkamer was op de tweede ver dieping; maar dat was voor mjj geen bezwaar. Klimmen en klanteren kon ik als een kat en duizeligheid kende ik niet, Thuis liet ik mjj, zoo klein als ik was, boven van bot dak onzer woning aan oen touw naar beneden gljjden, en dat was oen hoogte van drie en twintig voet. Om uit onze slaapztal naar beneden te komen, scheen mjj dos niet erg. Met ongeduld wachtte ik, tot alles in diepe rust was verzon ken, toen stond ik haastig op, kleeddo mjj zucht je, aan en met mjjn schoenen in de hand sloop ik Daar het venster. Ik opende het en staarde naar buiten in den helderen manescbjjn. Onder mjj lag de tuin en dicht bjj het raam ont waarde ik oon dikken boomstam. Eon vlugge jongen kon waarljjk geen botere ladder ver langen. Eenmaal in den tuiD, had ik alleen nog maar ovor een vjjf voet hoogen muor te springen dao was ik vrjj. Ik greep den tak vast en stond juist op het punt naar beneden te springen, toen ik plotseling oobewegciljjk bloef staan alsof ik in oen steenen beeld was veranderd. ^Ik zag een menschel jjk gelaat over den muur in* do tuin staren de oogen bewogen zicb lang zaam naar alle zjjden en keken ook naar mjj, ofschoon ik achter de bladeren was verborgen Langzaam kwam het bleeke gezicht al hooger en hooger boven den muur uit, totdat de schou ders, de borst on eindeljjk de knieën vaneen man zichtbaar werden. Hg ging schrjjlings op don muur zitten en trok een joDgen, ongeveer van mjjn grootte, naar boven. De jongen scheen hem mot weerzin te volgen, want van tjjd tot tjjd hoorde ik zjjn gesmoord snikken. Dan gaf hem oen stomp, vergezeld van dreigende B.üdon lieten zich van den muur in den tuiD gljjden. Ik stond met éen voet op den tak eo met don anderen in de vensterbank, zonder mjj te durven verroeren, uit angst dat zjj mjj zouden bemerken. Duideljjk zag ik hen in do schaduw van het huis sluipeo, tot vlak onder mjj. Plotseling hoorde ik het geluid van vallend gla3. •Ziezoo, dat is klaar," sprak de man „nu kun je er gemakkeljjk door." „Maar or zitten overal nog stokken glas," klaagde do knaap op angstigen toon. Do kerel begon te vloekon, dat het mjj koud over den rug liep. •Er in, lafbek!" snauwde hjj met ingehou den woede of anders Ik kon Diet zien wat hjj deed, maar wel hoorde ik een gil van pjjo. •Ik ga al, ik ga alriep de kleine knaap. Meer hoorde ik niet, want alles begon mot mjj in hot rond te draaien. Mjjn voet gleed uit, ik slaakte oen kreet on viol met mjjn vjjf en negentig pond gewicht boven op den rug van den inbreker, die voorovergebogen voor het kelderraam stond, terwijl hjj bezig was het kind naar binnen te duwen. Hjj tuimelde met een luiden schreeuw voorover on rolde wel drie maal in het rond. Zjjn kleine metgezel maakte zich zoo spoedig mogeljjk uit do voeten en was in eon ommezien over den muur verdwenen. Ik lag op den grond on schreeuwde even hard als de inbreker. Opstaan was mjj niet moge ljjk, ik had een gevoel in mjjn been alsof or een gloeiende ring omheen was gesmeed. Spoedig was de heele huishouding op de been, van den hoofdonderwjjzer af tot de knecht toe allen kwamen met lantaarns in de hand, om te zien wat er gaande was. Het goval was spoedig opgehelderdde man werd op een breede plank weggedragen en ik werd naar do ziekokamer eebmebt, waar mjjn gebroken boon door doctor Purdie wsrd gezet. Wat den inbroker betreft, zjjn beide boenen waren verlamd de doctoren twjjfelden of hjj die wel ooit weer zou knnuon gebrnikon. De rechter benam hun echter da gelegenheid om dat na te gaan, want de man werd zes weken later opgehangen. Het bleek bjj onderzoek, dat hjj een berucht inbreker was, die verscheiden moorden op zjjn geweten had. Ik kan niet over mjjn jongensjaren spreken, zonder dit geval aan te roeren want het was het meest belangTjjke, dat mjj in mjjn jengd overkwam. Maar ik zal in het vervolg van mjjn verhaal zoo min mogeljjk zijwegen in slaan, want ik heh nog veel te vertellen, voor ik aan het eind ben, niet alleen van mjj zeiven, maar ook van de gebesrtonisscD, waarin ik betrokkon ben geweest. Mjjn goheugenis is, Goddank nog goed en ik hoop mjjn werk go- regold te kunnen volbrengen. De geschiedenis met dien inbreker was oorzaak van mjjn vriendschap mot Jacob Hor- secroft, den zoon van den doktor. Yan don eerston dag af, dat hjj op school kwam, was hjj ons allen do baas, en eer er eon nor ver- loopen was, had hjj Frederik Barton over bet groote swarto bord tusschen do banken der school geworpen. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1896 | | pagina 1