GEMEENTERAAD VAN TEXEL.
VERGADERING van 1 SEPTEMBER 1896.
Voorzitter Jhr. Strick van Linschoten, Bur
gemeester.
Tegenwoordig 9 leden; afwezig de heeren
C. P. Keijser en S. P. Koning, beiden met
kennisgeving.
De Voorzitter hordenkt in zyn openings
woord de goede hoedanigheden en stipte plichts
betrachting van don ontslapen Gemeentebode
en Marktmeester, den heer J. G. Moojen.
De aanteekeningen der vorige vergadoring
werden zonder aanmerkingen goedgekeurd.
Mededeelingen volgden van:
a. het ontvangon van missive van Ged.
Staten tot goedkeuring der besluiten tot het
verkoopen en ruilen van grond aan en met
de heeren R. Boon en J. Flens;
b. het ontvangen eener missive behelzende
verlenging verlof Burgemeester met 8 dagen;
c. het aangaan eener geldleening met den
heer Everts te Brussel tegen 4 's jaars;
d. de gunning tot het bouwen eener kamer
aan het pGst- en telegraafkantoor aan den
heer P. J. Zoetelief voor f 989.
Een en ander voor kennisgeving aangenomen.
Tot Wethouder werd herbenoemd de heer
Fokke Keyser met 8 stemmende heer A. P.
Koorn verkreeg een stem. Na gelukwensching
door den Voorzitter dankt de heer Keyser de
leden voor het vertrouwen, dat opnieuw iü
hem gesteld wordt en verklaart de benoeming
aan te nemen.
Volgens de uitgebrachte adviezen der Com-
missiën wordt de gemeenterekening 1895 voor-
loopig vastgesteldde rekoningeu van het Alge-
gemeen Armbestuur, het Algemeen Weeshuis
en Bank van Leoning worden, volgens do cyfers
in het vorig raadsverslag genoemd, goedge
keurd. De Commissiën worden dank gezegd.
By de aanbieding der suppletoiro begrooting,
dienst 1896, stellen B. en W. voor f 125 uit
de post marktgeld te voegen by do f 2500
der geldleening, aangegaan voor het daarstel-
len van buitengewone werken (veldwachters
woning, vischmarkt, postkantoor).
Goedgekeurd.
Een voorstel van den Inspecteur der poste
ryen en telegrafie om de huur van het post
kantoor te brergen van f 450 op f 500 in het
jaar met ingang op 1 Oct. a.s.
Wordt met algemeene stemmen aangenomen.
Alsnu volgde concessie-aanvrage door de
heeren Gauverit en do Kanter, te Amsterdam,
tot het aanleggen en exploiteeren eener tram-
lyn van de Koog over den Burg naar het
Horntje of Oudeschild.
Aangezien de aanvrage, velgens mededee-
ling door den Voorzitter, ondnidelyk was, had
hy zich gewend tet de aanvragers om inlich
tingen. Adressanten hebben geantwoord dat
zy liefst een electrische tram zouden laten
loopen, doch dan dienden zy te weten, of te
den Burg kans zal bestaan voor levering van
electrisch licht. Zy wenschten dit te onder
zoeken en vragen daarom voorloogig conces
sie voor don tijd van zes maanden.
Op voorstel van den Voorzitter werd deze
zaak mot algemeene stemmen in handen ge
steld van B. en W. om preadvies.
Behandeling van reclames tegen den Hoof-
delyken Omslag met gesloten deuren.
Na heropening doet de Voorzitter mede-
deoling, dat er voor de vacature van onderwyzer
te Koog geene sollicitanten zyn, waaruit eene
keuze kan gedaan worden. Wel hebben zich
drie liefhebbers aangemeld, doch de een was
reeds te lang boiten het onderwys werkzaam,
de ander had vrouw en 2 kinderen, wat voor
de Koog minder gewenscht is, terwijl omtrent
den derde ongunstige inlichtingon waren ont
vangen.
Besloten werd opnieuw eene oproeping te
doen voor een onderwyzer of eene onderwij
zeres.
De Voorzitter deelt mede, dat hy gesproken
heeft met den heer Bosman, reedor der stoom
boot »Ada van Holland" tengevolge waarvan
do nieuwe dienstregeling en de retonrbiljotten
zyn Ingevoerd. Hij meent, deze tegemoetko
ming in hot oog te moeten houden by de be
handeling der aanvrage om subsidie van de
heeren Moojen en Noordyk voor eene tweede
stuombootverbinding en stelt voor den heer
Bosman voor zyn besluit dank te zeggen.
Bij acclamatie aangenomen.
Alsnu volgde rondvraag:
De hoer Mets zou gaarne zien, dat de ge-
moente-ontvanger op zekere tyden eens per
week kantoor hield in andere deelen der ge
meente en niet uitsluitend aan don Burg.
Do Voorzitter zegt, dat dit wel kan ge
schieden, doch wyst op ünanciöele bezwaren.
De hoor Mets meent, dat de invoering van
zoor veel belang is en de ingezetenen zich
wel eenige kosten willon getroosten.
Do Voorzitter zou ook do invoering billyk
achten, doch wyst er op, dat do heer Mets,
hiervan een voorstel willende maken, dit schrif
telijk moet indienen, volgens het reglement
van orde.
De heer Mets zegt, dat dit hem onbekend
was, omdat hy niet in 't bezit is van zoo'n
regloment, waarop Voorzitter hem belooft hem
oen ex. te zullen verschaffen.
Niemand verlangde meer het woord, waarna
sluiting volgde.