't Vliegend Blaadje. KLEINE COURANT VOOR HELDER NIEUWEDIEP EN TEXEL. JïiflU (gthtarda. >0. 2463 Woensdag 23 September 1896. 24rta Jaargang. Bureau: Zuidttraat. Telefoons". 63. Bureau: Spoorstraat. Telefoonn. 51. Abonnement p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., met Zondagebl. 80 Ct. id. franco per poet 75 idem f 1.12 id. voor het Bnitenland f 1.25,idem f 2.00. VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG. UitgeTeri: BERKHOUT ft Co., te Helder. 8P00RSTRAAT u ZUIDSTRAAT. AdverteuttOn van 1 tot 5 regels25 Cent. Elke regel meer5 Groote lettere worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn. i Aan onze abonné'a buiten de gemeente wordt beleefd ver zocht 't verschuldigde abonne mentsgeld Vliegend lllaadfe en Zondags blad, 3e kwartaal 1896, te willen over maken per Postwissel of in postzegels, vóór 5 Oei., zullende anders daar over met 5 cents verhooging per post worden beschikt. Postwissels voor dat doel behoeven slechts met een zegel van 21/s Ct. beplakt te worden. Aan onze abonné's in Amerika wordt beleefd verzocht, het ver schuldigde abonnementsgeld te willen overmaken. DE UITGEVERS. De Zeewering te Callantsoog in de Prov. Staten. In de «Opr. Haarlomsche Courant" van 16 Sept., komen voor do notulen der zitting van de Prov. Staten van 14 Juli, waarin de discussien hebben plaats gehad over de zeewering to Callantsoog. We ontleenen daaraan het volgende De Voorzitter stelt aan de orde de mede- deeling van Gedeputeerde Staten omtrent de zeewering benoorden Callantsoog. Gedeputeerde Staten herinneren er aan dal in de zittiDg van 8 November 1895 hun werd toegestaan den polder Callantsoog zoo noodig financieel te steunen, ton einde oen doorbraak van den Voordijk te voorkomen, en deelen mede dat het niet noodig is geweest om van die machtiging gebruik to maken, omdat, hoe wel in den zomer van 1895 opgestoven hoogten, by de stormen van 5 en 7 December jl. zyn bezweken, het ingestroomde water echter den Voordak niet heeft bereikt en bet volgens de deskundigen niet noodig was buitengewone maatregelen te nemen. Intusschen wordt op de zwakke punten voortdurend hot oog gehonden en zijn aan de autoriteiten daar ter plaatse instructiëa gegeven hoe te bandelen, als er plotseling gevaar mocht dreigon, in welk ge val Gedeputeerde Staten niet zullen aarzelen van de gogeven machtiging gebruik te ma ken. Verder wordt medegedeeld dat zy de on derhandelingen mot den Minister hebben voort gezet, en op nitnoodiging van den laatste eene bespreking heeft plaats gehad, waarby als grondslagen goldenlo. het brengen der zee wering tot een waterschap, en 2o. vaststelling by do wet van do oventueele bijdragen van het Ryk en de Provincie in do kosten der kustverdediging. Gedeputeerde Staten meenden op die grond slagen de onderhandelingen te kunnen voort zetten omdat, hoewel het le punt in stryd was met de beslissing der Staten, zy toch van oordeel waren, dat als een der partyen iets moest toe geven, dit door de Regeering van do Provincie kon worden verlangdtemeer omdat het in het leven roepen eoner waterschapsregeling niet meer was dun eene quacstie van vorm, daar de draagkracht der te beschermen gronden zoo gering was, dat verreweg 't grootste deel dor kosten door hot Ryk en de Provincie zou- don moeten worden godragen. De uitslag der conferentie was niet gunstig. Door den Minister werd verlangdof een groot waterschap ter verdodiging tegen de Noordzee alleen of wel tegen de Noord- en Zuiderzee beiden, waarin de polders Callantsoog, het Koegras, de Zjjpe, de Anna-Paulownapolder, de Wieringerwaard en de polder Waard en Groet zonden zyn betrokken, öf wol eon kleiner, bevattende alleen den polder Callantsoog en het KoograB benevens de duinen te Callants oog. In het laatste geval werd van de Pro- j eene bijdrage govraagd van de helft der terwyi door Gedeputeerde Staten een vierde, behoudenB de goedkeuring der StateD, was aangeboden. Het ging, naar de meening van Gedeputeerde Staten, niet aan om do bovenbedoelde polders, behalve het Koegras en Callantsoog, tot het verlangde waterschap te brengen, omdat zy er niet het minste belang by zouden hebben, wyl zy allen door goede waterbeeringen zyn om ringd. Ook het tweede verlangen van den Mi nister was onuannomelyk en alleen gemotivoerd, wanneer het oen werk betrof waarbij én èa Provincie gelyk belang hebben, of wel wan neer er van een hulpbehoevend waterschap sprake was. Zy willen niet nader betoogen dat het hier geldt eene kustverdediging wier instandhouding en verbetering op het Ryk rust en moot blijven rusten. Zij wyzen er alleen nog op dat dio verdediging voel meer strekt tot bescherming van groote Rijkswerken, dan van eenige hon derden bandels land, wier waaide in geen de minste verhouding staat tot de kosten, die waarschijnlijk gemaakt moeten worden. Bestonden die belangen, uitsluitend Rijks werken betreffende (de stelling den Helder, het Groot Noordhollandsch Kanaal, de Staats spoorweg en de oovorverdediging tnsschen Petten en Huisduinen) niet, dan meenen Ge deputeerde Staten, dat het fiuancieel voor- detjliger zou zyn de gronden van Callantsoog en het Koegras te onteigenen en aan de zee prjjs te geveD, dan wellicht tonnen gouds uit te geven om ze te behouden. Biedt dan de Provincie, geheel onverplicht óéa vierde deel aan in do kosten dor verdedi ging en de RsgeeriDg erkent dat de Pro vincie daartoe onverplicht is dan is zy tot het uiterste gegaan, door dat eea vierde reeds aanmerkelijk meer zal bedragen dan de to verdedigen gronden waard zijn, en iedere gul den daarboven slechts een bedekt subsidie aan het Rijk zou zyn voor het behoud en onder houd vau Ryksworken. Gedeputeerde Staten achten het niet geoor loofd verder te gaan. Onder overlegging van de gewisselde stukken, betuigen zy huD leed wezen dat ook deze on derhandelingen met den Minister weder geen resultaat hebben opgeleverd. De heer Th. J. Wallor had, als Dykgraaf vau den Anna Paulownupolder, gehoopt dat de Minister eenige motieven had aangevoerd waarom hjj een waterschap wilde oprichten, waarin o. a. de Anna Paulownapolder zou worden begrepen. Dit is evenwel niet geschied. Er is ook geen grond voor aan te voeren. Kampen en Genemuiden hadden even goed genoemd kunnen worden. Spreker heeft den toestand in loco opgenomen en daarby de overtuiging gekregen dat, ondanks alle berichton in de couranten, een gevaar voor doorbraak niet aanwezig is. Hy acht het noodig dit in de vergadering der Staten to doen uitkomen. Ook Gedeputeerde Staten deelen, naar spreker beweert, in dit gevoelenanders hadden zy al lang krachtig gehandeld. Nu kan spreker zich voorstellen dat men bang is voor eene overstrooming en maatregelen tracht te nemen om dio te voorkomen, doch dio maatregelen mogen niet zooveel koston dat zy de waarde der te besohormen gronden verre ovortreffenmen mag, zegt hy, de gemeen schap niet bezwaren met de betaling van millioenen, om to beschermeu wat slechts enkele tonnen gouds waard is. Vooral moet men niet trachten tot betaling te nopen degenen die niet hot minste belang hebben by het behoud der beschermde gronden, zooals de Anna Paulownapolder, dio beschermd ie door den dyk aan de oostzyde van het Noordhollandsch Kanaal. By een eventueele doorbraak toch zou het Ryk gedwongen worden om tot bescherming van het Noordhollandsch kanaal een dyk aan te leggen aan de westzyde daarvan. Blykens de overgelegde correspondentie zijn Gedeputeerde Staten er toe overgegaan om, behoudens de goedkeuring der jStatco, aan den Minister aan te biedoD, een vierde der kosten van het maken der zeewering, na aftrek van de door de ingelanden van het op te richten waterschap to betalen lasten, voor rekening dor Provincie te nemen. Spreker is van oordeel dat Gedeputeerde Staten zoo ver niet hadden moeten gaan. Was dan ook het verleenen dier bydrage in deze vergadering aan de orde gesteld, dan zou hjj zich daartugoD hebben verklaard. Zyns inziens "Bat er geen gevaar voor doorbraak en hy gaarne zien en geeft het den leden der vergadering in overweging, dat zy, vóór eene boslissing in deze worde genomen, de zeewe ring in persoon bezochtonzy kunnen zich dan met eigen oogen overtuigen dat werkelijk het als dreigend voorgesteld gevaar ovor- dreven is. Gaarne stelt by zich beschikbaar zyne medeleden te begeleiden, teuzjj zy vorgozeld worden door iemand anders b.v. door den Hoofdingenieur van den provincialen water staat. (Wordt vervolgd). NIEUWSTIJDINGEN. HELDER. 22 Sept. 1896. Door Burgemeester en Wethouders werd Vrijdag jl. alhier ten Raadhuize open baar aanbesteed 1. Het bouwen van een politiebureau nabij het Westplein. Ingekomen waren 13 inschrijvingen, van de heeren P. Korff, ad f 3100 P. de Waard f 2975 J. Korff f 2790; J. Winkel f2780; K. Zeeman f 2780 J. Duinker f 2777 W. de Jong f2690; L. Klein f2598; L L. van Ob f2525; J. Spruit Pz. f2498; Gebrs. van Pelt f2495; H. Wnker f2469 en J. F. Philips f2457. 2. Het vergrooten der onderwjjzers- woning te Huisduinen. Ingekomen 14 inschrijvingen, van de heeren: J. Korff, ad f 690 W. de Jong f 680 L L. van Os f 680 J. Duinker f 680 J. Tolk f 635 P. de Waard f625; P. Korff f610; J. F. Philips f 598J. Spruit f 598 Gebrs. van Pelt f595; H. Wgker f538: L. Klein f 537 J. Winkel f 509 en A. Smit f500. Ds. G. E. Bron, predikant bjj de Herv. Gemeente alhier, wien tegen 1 Oct. a.s. eervol emeritaat is verleend, zal op Zondag 27 dezer, in de voormiddag-gods dienstoefening in de Nieuwe Kerk, afBcheid nemen van zgne gemeente. Naar wjj vernemen bevatten de be grotingsstukken voor het departement van marine eene organisatie van materieel en personeel der zeemacht, benevens een plan van vernieuwing der vloot, dat in bijzonder heden is uitgewerkt en verband houdt met de gevolgen van het kon. besluit van 27 Juli jl. De departementen van waterstaat en van marine zgn overeengekomen om op de begrooting voor 1897 de noodige geldeu te brengen voor de invoering van een storm- waarschuwingsdienst op onze kuat, in het belang van de zeevarenden, waardoor zoo veel mogelijk werd gebruik zal worden gemaakt van het personeel van de kust wacht. Jl. Donderdagmorgen word in eon der wachtlokalen van het Nederlandache loodswezen te Vlissingen in tegenwoordigheid van atnbte- m en het aan wal zijnde loodspersoneel, 'an den he^r H. J. Beoier, Belgisch con sul, door den inspecteur over het Nederlaodsche loodswezen, den heer J. C. de Roytvr de Wildt, aldaar aan den loodsschipper 2e klasse, kwar tiermeester F. H. Jilleba en de roeiers C. de Mul, D. van Sprang, C. H. Lems, J. Verbo- ven, J. M. Douw en H. Mommaas, allen be- hooreode tot het Nederlandsobe loodswezen en uitmakende de bemanning van de reddiogboot, op eene plechtige wijze en onder eene barte- ljjko toespraak, waarby de heer de Ruyterde Wildt de overtniging uitsprak, dat ieder lid van het personeel in de ure des gevaars het zyne zou aanwenden tot redding van schip breukelingen, uitgereikt de medaille civique pour actos de courage et do dévouoment 2e classe, hun door Z. M. den Koniüg der Belgen geschonken voor het redden der bemanning van hot Oosteuryksche barkschip iZora" (waar onder zich twee Belgen bevonden) op den 7 December dos vorigen jaars, welke bodem als- toen op de Spijkerplaat strandde en totaal verloren giug. Nadat do heer Benier als Belgisch consul zyn dank botnigd had voor hot menechlievond gedrag der kloeke redders, die twee Belgen by voormelde ramp mochten redden, betuigde kwartiermeester Jilleba den inspecteur over het loodswezen en namens allen zyn byzonderen dank voor het gesprokene en voor wat door hem in belang van het loodspersoneel wordt verricht; tevens ook den commissaris van het lood wezen, den heer H. J. Karei, voor de n werkiDg en hulp, in deze verleend. Arme visschers. In verband met de slechte resultaten der vischvangst op de Zuiderzee, daalt ook de waarde der visschuiten in de laatste tjjden aanmerkelijk. Zoo werd Dinsdag te Vollen- hoven een in beulag genomen schuit ver kocht voor niet meer dan f 54vroeger zou voor een dergelgk vaartuig 300 a f 400 geboden zgn. Luitenant Hageman. De Dordr. Courant" verspreidt een bul letin meldende, dat bjj de familie Hageman te Dordrecht bet volgend telegram van den minister van koloniën is ontvangen: >Aan gouverneur-generaal gevraagd of bericht lnitenant Hageman gegrond is, waarop ant woord ontvangen: volkomen ongegrond. Verhaal verzonnen." Rijwielbelasting. Do minister van financiën heeft een wets ontwerp ingediend tot invoering eenar afzon derlijke rijwielbel&sting. Wie op den openbaren weg een rijwiel be rijdt, moet voorzien zyn van eene van rijkswege aan hem afgegeven wielryderskaart, die op de eerste vordering vertoont moet worden aan de ambtenaren der directe belastingen, invoer rechten en accyozen. Beheerders eener winkelnering kunnen een kaart bokomen, die tevens kan worden gebruikt door ondergeschikten, bestemd om bestellingen op to nomen of waren to bezorgen. De belasting is f 3 per persoon (na 80 Juni de helft), behalve voor ambachts- en hand werklieden, die ten minste 8 K.M. moeten om zich van hunne woning te begeven de werkplaats, waar zjj gewoonlijk moeten Bn; dezs verkrijgen de kaart kosteloos. Do kaarten zyn verkrijgbaar bjj de ontvangers der belastingen, op mondolinge of schriftelijke aanvragen. Voor kosteloozo kaarten moet aan gifte geschieden by den ontvanger en bjj woi- gering is beroep opengeBtold bjj Ged. Staten. De kaart vermeldt naam, ouderdom beroep of bedryf en woonplaats van den houder eu is tot 1 Febr. volgende op het jaar der afgifte. Op het niet hebben eener vereischto kaart is oen geldboete van ten hoogste f 50 gesteld. Vrijgesteld zyn in uniform gekleede militai ren der landmacht en ambtenaren der Rjjks- of gemeentepolitie, die verplicht zyn voor don publieken dienst een rjjwiel te berijdenkin doren van 12 jaar; zy, die op eenzelfde wiel rjjden met een ander persoon, die van eon kaart is vooorzien en zy, die zich bevinden tua- schen de grens van hol land en het eerste belastingkantoor. Do belasting met verbod om opcenten te ffon is matig, zegt de minister. Zy moet ook worden toegepast op buitenlands wonenden, daar het geven van vrjjdom in sommige geval- groote moeieljjkheden zou opleveren. Voor die veel van buitenlands komen, bestaat voor vrjjdom geen reden en pleizierreizigers moeten zich de belasting getroosten. Aan do grenskantoren zullen kaarten verkrijgbaar zijn. De minister stolt het aantal rijwielen hier to laude in gebruik, op ongeveer 85000 en berekent, dat het spoedig het cjjfor van 50000 zal hebben bereikt. Voorgesteld wordt, do wet op 1 Febr. 1897 in werking te doen treden. Hoeveel Müllere er wel zgn, heeft een Duitsch statisticus uitgerekend, en hg is tot de slotsom gekomen, dat in de landen van het Duitsche Rijk Diet minder dan 682. 191 menschen zgn die Muller heeten de Wind- Dampf-Rozsmüllers en andere samengestelde Müllers niet medegerekend. Na moet een statisticus bezig zgn met bet nagaan van de Maiere. Ingezonden. Een Nederlandsch Maritiem Meteoroloog van 80 jaar. In 1852 stichtten Boys Ballot en Kreek® een meteorologische inrichting te Utrecht, die door bemoeiing van Thorbecke tot Staatsin stelling werd verheven onder den naam Ko- ninkljjk Nederlandsch Meteorologisch Instituut. Van de ambtenaren gedurende do wording dezor zoo schoono instelling is er nog maar oen enkele in leven, nameljjk do heer R. A. Ogtorop, oud-gezagvoerder tor koopvaardij en oud eerste-ambtenaar bjj de Afdeeling Zeevaart, die 17 Sept. jl. zyn 80sten verjaardag vierde. Geboren in 1816, ging hy op zjjn 15de jaar naar zee en behaalde na een jaar studie aan de Academie Minerva (afdeeling Zeevaart), te Groningon, in 1885 een loffelijk getuigschrift. Daarna voer by weder in verschillende rangen en ook als gezagvoerder tot 1854, toon oen ongeluk by stormweer om de Zuid hem van 't gehoor beroofde. Hy had echter in dien tjjd zooveel aan en voor do maritieme meteorologie gedaan, dat men hem in 1856 uitnoodigde, zjjn kennis te wjjden aan de belangen van bet jeugdige Instituut. Duizenden meteorologisch® journalen zyn door hem bewerkt en ook waren voor een groot deel do meteorologische instru menten, ten gebruike op zoe, aan zyn bekwame handen toevertrouwd. Nog vond hy oen methode uit om de vernauwing van don zeebaromoter te controleoren. In 1890 word by op verzoek gepensionneerd, 74 jaar zijnde, maar bezocht nog een paar jaren het Iostituut en arbeidde aldaar geheel belangloos, voorzoovor m de krachten zulks toelieten. Hy stond hoog in aanzien by Buijs Ballot en niet minder bjj de verschillende directeuren van het K. N. M. I. Daarom bleef dan ook tjjn 80ste verjaardag niet onopgemerkt. Het regende attenties en huldeblykon een tiental bloemstukken, waaronder een zeer fraai vau den Hoofddirecteur en de Afdeeliog Zeevaart van het Instituut, verder een fraai boekwerk der familie en eon plaat, eon gezicht voor stellende op de haven van Hamburg met vel® koopvaardijschepen en op den achtergrond de «Seowortia", de door Bujjs Ballot zoo geliefd® zusterinstelling. Dat de heer Van Hasselt, oud-lid van hot K. N. M. I., do Directeuren der Filiaal-inrich tingen, to Amsterdam en Rotterdam, de oud- leden dor Pool-oxpeditie 1882—83 en vele oud-vrienden on vereerders van Boys Ballot zieh niet onbetuigd lieten op dezen feestdag, is te denken. Het beeft don waardigen jubilaris aangegrepen, maar zeker goed gedaan, onder het besef dat het waarachtig goede niet ver loren gaat. De winter zyns levens zy gelukkig I B. J. G. VOLCK, Oud-lid der Afd. Zeevaart, K. N. M. L Directeur der Zeevaartschool, in het Zeemanshuis to Amsterdam. Tijdstippen van verzending; der Brievenmalen. Vcnaadiagrweg. I Datum dar ttxlTijdat.d.laat I port-kworg. ibml.ahPoctk p. XMpait tïa Amiterdam. p. uepoit via Rotterdam p. Hollandaehe mail via Ganua p. Holl. mul Tl» Maraeills p. Traniche mail via Maraeille p. Sageleche mail ria Brindul Naar Atjeh en de Ooetkost 2 en 16 Oct. 23 Sept. 29 6 en 20 Oct. 25 Sept. 2 en 16 Oct. •lken Vrydag. 19 Oct. 7.15 W. 7.16'aav. 8,'mam. 7.1» 'e ar.' 8.46 't mor. 8.46 'ener. 8.45 'amor. Dniteeha mail viaNa'pcla Naar Guyana (Suriname): p. xeepoat via Amiterdaaa I 7 en 88 Oct. 7.15 'aav. p. mail over Engeland I 5 en 19 7.18'ia*, p. mail via St. Kazair*7 Oct. 7.1» 'a »v. Naar Curagao, Bonair® «n Aruba p. xeepoat vla Am» ter dam. .1 7 en 18 OeU I 7.— av. p. ai.il »L» QümwIo.d Naar St. Martin, 8t. Eustatlus en Saba; p. mail over Engeland en 19 Oct. 7.1» av. Marine en Leger. D® zeildag van Hr. Ms. fregat «De Ruyter," te Nieuwediep gereed gemaakt wordende tot vertrek naar Oost-Indië, is, nBar wjj vernemon, bepaald op 28 September. Het schip zal Vlis- singon aandoen, tor verifieering der kompassen. FBTTILLBTOE IS) Hy en ik waren natuurlijk bjj den vreem deling, slechts twee opgeschoten jongens; want ofschoon hy nog niot oud was, had hy van alles in de wereld gezien en ondervonden, 's Avonds, in odzo eenvoudige keuken gezeten, kon bjj in zjjn gebrekkig Engelsoh vertellen, tot wjj alle® rondom ons vergtten en in onze verbeelding op groote slagvelden vertoefden en alle wonderen der wereld aanschouwden. Jacob zat dan, mot Eduarda's hand in de zyne, tegen over hem en beiden luisterden met de grootste aandacht naar hetgeon hy ons vertelde. Ik zal dit niet alles herhalen, maar nu nog, na ver loop van zoovele jaren, herinner ik mjj alles en staat bjj mjj voor den geest als den gun steling onzer familie. Het eerste wat De Lapp deed was aan mjjn vader de boot ten geschenke geven, waarmede hy ons strand had bereikt, onder voorwaarde nochtans, dat hy zo mocht gebrniken indion hy er behoefte aan had. Aangezien de haring dien zomer in groote scholen op onzo kusten kwam on mjjn oom ons voor zjjn dood eenige netten had geschonken, was die boot voor on» van groote waarde. Bjjna geen dag ging voorbjj of de Lapp maakte roeitochtjes langs de kust. Meermalen zag ik, dat bjj telkens ophield om een lang tonw, waaraan een steen bevestigd was, naar beneden te laten zakken. Ik begreep niet, wat dit beteekondo; maar hy vertelde het mjj zelf. «Ik bestudeer en onderzoek gaarne alles, wat met do militaire wetenschap in verband staat," zeide by, «en daarvoor neem ik iedere gelegenheid te baat, dio zich voordost. Ik was nieuwsgierig te weten, of het voor een be velhebber van een leger moeieiyk zou vallen, zjjn manschappen hier aan land te zetten." .Als de wind niet oost was, zou het mis schien kunnen," antwoordde ik. «Ja juist, als do wind niet oost was. Hebt gjj hier aan de kust wol oena gepoild?" «Neen nooit." «Do oorlogsschepen zouden hier niet kunnen liggen, maar voor een fregat met kanonnen van klein kaliber is hot diep genoeg. Eerst de booten gevuld met scherpschutters en die achter de heuvels laten postvattendan spoedig terug om meer te halen en intusschen de oorlogs schepen over hunne hoofden heen laten vuren. Zoo zou het gaan 1 Zoo zou het gaan 1" Terwjjl hy dit zeide, schitterden zjjn oogen en zjjn knevels gelekon moer dan ooit op die van een kat. «Maar," zeide ik, «gjj schjjnt er heelomaal niet aan te deDkeD, dut onze soldaten de baai bezet zouden houden." «Ta, la, u!" riep hy. «Er zjjn natuurljjk twee partijen by een oorlog. Laten wjj nu eens verder zien. Wat zoudt ge by elkaar knnnon krygon? Sullen we oons twintig of dortigduizond man, waaronder enkele regimenten geoefendo troepen; do overigen lotelingen, gewapende burgers, eu hoe noem jelui die anderen: vrij willigers «Dappere kerels," riep ik. «O zeker, heel dapper, maar dom en onge- dresseerd. O, mon Dieu 1 het is ongelooflijk hoe onnoozel ze zonden zyn. Ik hob die ongeoefende mannetjes dikwijls aan het werk gezien. In Spanje zag ik, hoe oen bataljon jonge reernten oen battery van tien stukken poogde te ver overen. Ze renden moedig den heuvel op on wat werd er van dat mooie bataljon Geen enkele bleef er over. Toen baproefde het een tweede bataljonmaar ook dat lag weldra naast 't eerste op do helling. Daarna werd het karre- weitje opgedragen aan jagers van de garde, oude, geoefende soldaten. En zonder drukte, zonder gescbreouw, met eenige linietroopen cn scherpschutters tot steun, baddon zij do kanonnen binnen tien minuten tot zwjjgen gebracht on do Spaansche kanonniers in de pan gehakt. De oorlog moet worden geleerd, mjjn jonge vriend, evenals de teelt van schapen." «Och, zeide ik, om my niet door den vreem deling te laten overbluffen, «als we maar een dertigduizend man daar ginds op die heuvels hadden staaD, dan zoudt ge den hemel danken, woer uw schepen te kunnen bereiken." ,Ja, op die heuvels 1" hernam hy met een flikkering in zyn oogon. «Als je man zyn zaak goed verstond, zou hy zyn linkervleugel by uw woning plaatsen, zyn rechter by het huis vau don dooter, on het overige van het leger op den Corriemnir. Zyn cavalerie zou natuurlijk ons het landen trachten te beletten. Doch als opgesteld, dan zou wat ons te doen stond. Daar ginds by dien inham, daar is het zwakke punt. Ik zou dat punt met myn kanonnen vrjj houden, dan myn cavalerie er bezit van laten nemen on myn infanterie in colonnes laten oprukken. Zog, Johan, waar zouden uw vrijwilligers dan zyn «Vlak op de hielen van je achtersten man," antwoordde ik, en beiden schoten we in een schaterlach, waarmee dergelijke gesprekken in den regel eindigden. Soms verkeerde ik io twijfel of hy in scherts of in ernst sprak. Eons op con avond, toen met myn vader, Jacob en ik in do keuken zat, nadat do vrouwen te bed waren gegaan, begon hij over Engeland en Schotland te sproken. In vroeger tyden hadt gij een eigen koning leefdet gij onder uw eigen, in Edinburg ge maakte wetten," zeide bjj. «Sluit het u niet tegen de borst, dat gjj thans vau uit Landen geregeerd wordt?" .Neen," aatwoordde Jacob, «want hetisci- gonljjk ons koningshuis, dat over Engeland regeert. Als er dus reden bestaat om boos te zjjn, dan zouden het do Eugolscheu moeten wezen." Dat wist de vreemdeling blykbaar niet, en voor een ongenblik bracht het hom van zijn stuk. «Maar," hernam hy, «het is toch niet aan genaam, dat uw wetten in Londen worden uit gevaardigd." «Neen," zei mjja vader, «het zou beter syn als het parlement weer in Edinburg vergaderde. Maar ik heb genoog met mjjn schapen te doen en kan mij mot dergelyko dingen het hoofd niet breken." .Het is eigenljjk ook iets voor jongelieden," vervolgde De Lapp, terwjjl hy zich tot Jacob on mjj wendde. «Als een land wordt bona- doold, moeten do jonge mannen daartegen op- j.Ugdig uiui veel ouder i «Ja, de Eogelschen kunnon soms erg naar zioh too rekenen", zei Jacob. «Welnu", hernam De Lapp, «als er vele Schotten zijn, dio er zoo over denkeD, waarom dan geen leger op do been gebracht en naar Loiideu gemarcheerd? •Dat zou een mooie historie worden", riep ik lachend. «Eu wie zou ons moeten aan' voeren T' Hij sprong op en maakte met de hand op het hart een van zjjn zonderlinge buigingen. «Als ge mjj do eer wilt aandoen", zeide bjj, bemerkende, dal we allen begonnen te lachen, lachte bjj mede. Maar ik geloof in- derdaud, dat hjj hot werkeljjk meende. Ik kon nooit gewaar was, en Jacob evenmin. hoe ond hjj Soms leek het ons toe, dat hij een bejaard man was, die er nog 'an weer dachten wjj, dat hg i dan bjj werkelijk was. Zjjn dicht geplant bruin haar begon op de kruin reeds uit te vallen. Duizenden kleine rimpels ont sierden zyn door de zon bruin gekleurd gelaat. Hjj was zoo vlug als oen knaap on zoo taai als oen balein. Dagen aaneen kon hjj, eenige vermoeidheid te toonen, over de b wandelen of op do zee roeion. Daarnaar g i hjj niot ouder dan veertig of vjjf en voertig jaar zjjn, ofschoon hot in dat geval verbazond moest heeten, hoeveel hij reeds bad ondervonden. Maar op zekeren dag, toen wjj over onzen leeftjjd spraken en Jacob zei, dat hjj zeven en twintig jaren telde, en ik zeide juist twintig te zyn geworden, bracht hjj ons in verbazing door to zeggen Dan ben ik de oudste van ons drieën." Wy schaterden bet uit van lachen, want naar onze berekening had hjj wel onze vader kunnon zjjn. »0", hernam hjj, oen weinig geërgerd, »hot verschil is zoo groot nietik ben in December negenen-twintig geworden". Wjj sloegen de handen in elkaar van ver bazing. Welk eon zonderlingen levensloop moest die man toch hebben gehad l Hjj zag onze verwondering en glimlacht®. «Ja, ja", zeide hjj, ik bob al eon heel leven achter den rug. Maar ik heb ook myn dagen en mjjn nachten gebruikt. Toen ik veertien jaar oud was, voerde ik een legeraldeeling aan in een veldslag waar vjjf verschillende natiën vertegenwoordigd waren. Op mjjn twintigste zag ik een koning vorbleeken bjj de woorden, die ik hem in het oor fluisterde. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1896 | | pagina 1