't Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER NIEUWEDIEP EN TEXEL.
JïiflU (gthtarda.
>0. 2463
Woensdag 23 September 1896.
24rta Jaargang.
Bureau: Zuidttraat.
Telefoons". 63.
Bureau: Spoorstraat.
Telefoonn. 51.
Abonnement
p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., met Zondagebl. 80 Ct.
id. franco per poet 75 idem f 1.12
id. voor het Bnitenland f 1.25,idem f 2.00.
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
UitgeTeri: BERKHOUT ft Co., te Helder.
8P00RSTRAAT u ZUIDSTRAAT.
AdverteuttOn
van 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer5
Groote lettere worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
i Aan onze abonné'a buiten de
gemeente wordt beleefd ver
zocht 't verschuldigde abonne
mentsgeld Vliegend lllaadfe en Zondags
blad, 3e kwartaal 1896, te willen over
maken per Postwissel of in postzegels,
vóór 5 Oei., zullende anders daar
over met 5 cents verhooging per post
worden beschikt.
Postwissels voor dat doel behoeven
slechts met een zegel van 21/s Ct. beplakt
te worden.
Aan onze abonné's in Amerika
wordt beleefd verzocht, het ver
schuldigde abonnementsgeld te willen
overmaken.
DE UITGEVERS.
De Zeewering te Callantsoog in de
Prov. Staten.
In de «Opr. Haarlomsche Courant" van 16
Sept., komen voor do notulen der zitting van de
Prov. Staten van 14 Juli, waarin de discussien
hebben plaats gehad over de zeewering to
Callantsoog. We ontleenen daaraan het
volgende
De Voorzitter stelt aan de orde de mede-
deeling van Gedeputeerde Staten omtrent de
zeewering benoorden Callantsoog.
Gedeputeerde Staten herinneren er aan dal
in de zittiDg van 8 November 1895 hun werd
toegestaan den polder Callantsoog zoo noodig
financieel te steunen, ton einde oen doorbraak
van den Voordijk te voorkomen, en deelen
mede dat het niet noodig is geweest om van
die machtiging gebruik to maken, omdat, hoe
wel in den zomer van 1895 opgestoven hoogten,
by de stormen van 5 en 7 December jl. zyn
bezweken, het ingestroomde water echter den
Voordak niet heeft bereikt en bet volgens de
deskundigen niet noodig was buitengewone
maatregelen te nemen. Intusschen wordt op de
zwakke punten voortdurend hot oog gehonden
en zijn aan de autoriteiten daar ter plaatse
instructiëa gegeven hoe te bandelen, als er
plotseling gevaar mocht dreigon, in welk ge
val Gedeputeerde Staten niet zullen aarzelen
van de gogeven machtiging gebruik te ma
ken.
Verder wordt medegedeeld dat zy de on
derhandelingen mot den Minister hebben voort
gezet, en op nitnoodiging van den laatste eene
bespreking heeft plaats gehad, waarby als
grondslagen goldenlo. het brengen der zee
wering tot een waterschap, en 2o. vaststelling
by do wet van do oventueele bijdragen van
het Ryk en de Provincie in do kosten der
kustverdediging.
Gedeputeerde Staten meenden op die grond
slagen de onderhandelingen te kunnen voort
zetten omdat, hoewel het le punt in stryd was
met de beslissing der Staten, zy toch van oordeel
waren, dat als een der partyen iets moest toe
geven, dit door de Regeering van do Provincie
kon worden verlangdtemeer omdat het in
het leven roepen eoner waterschapsregeling
niet meer was dun eene quacstie van vorm,
daar de draagkracht der te beschermen gronden
zoo gering was, dat verreweg 't grootste deel
dor kosten door hot Ryk en de Provincie zou-
don moeten worden godragen.
De uitslag der conferentie was niet gunstig.
Door den Minister werd verlangdof een groot
waterschap ter verdodiging tegen de Noordzee
alleen of wel tegen de Noord- en Zuiderzee
beiden, waarin de polders Callantsoog, het
Koegras, de Zjjpe, de Anna-Paulownapolder,
de Wieringerwaard en de polder Waard en
Groet zonden zyn betrokken, öf wol eon kleiner,
bevattende alleen den polder Callantsoog en
het KoograB benevens de duinen te Callants
oog. In het laatste geval werd van de Pro-
j eene bijdrage govraagd van de helft der
terwyi door Gedeputeerde Staten een
vierde, behoudenB de goedkeuring der StateD,
was aangeboden.
Het ging, naar de meening van Gedeputeerde
Staten, niet aan om do bovenbedoelde polders,
behalve het Koegras en Callantsoog, tot het
verlangde waterschap te brengen, omdat zy er
niet het minste belang by zouden hebben, wyl
zy allen door goede waterbeeringen zyn om
ringd. Ook het tweede verlangen van den Mi
nister was onuannomelyk en alleen gemotivoerd,
wanneer het oen werk betrof waarbij én
èa Provincie gelyk belang hebben, of wel wan
neer er van een hulpbehoevend waterschap
sprake was.
Zy willen niet nader betoogen dat het hier
geldt eene kustverdediging wier instandhouding
en verbetering op het Ryk rust en moot blijven
rusten. Zij wyzen er alleen nog op dat dio
verdediging voel meer strekt tot bescherming
van groote Rijkswerken, dan van eenige hon
derden bandels land, wier waaide in geen de
minste verhouding staat tot de kosten, die
waarschijnlijk gemaakt moeten worden.
Bestonden die belangen, uitsluitend Rijks
werken betreffende (de stelling den Helder,
het Groot Noordhollandsch Kanaal, de Staats
spoorweg en de oovorverdediging tnsschen
Petten en Huisduinen) niet, dan meenen Ge
deputeerde Staten, dat het fiuancieel voor-
detjliger zou zyn de gronden van Callantsoog
en het Koegras te onteigenen en aan de zee
prjjs te geveD, dan wellicht tonnen gouds uit
te geven om ze te behouden.
Biedt dan de Provincie, geheel onverplicht
óéa vierde deel aan in do kosten dor verdedi
ging en de RsgeeriDg erkent dat de Pro
vincie daartoe onverplicht is dan is zy tot
het uiterste gegaan, door dat eea vierde reeds
aanmerkelijk meer zal bedragen dan de to
verdedigen gronden waard zijn, en iedere gul
den daarboven slechts een bedekt subsidie aan
het Rijk zou zyn voor het behoud en onder
houd vau Ryksworken.
Gedeputeerde Staten achten het niet geoor
loofd verder te gaan.
Onder overlegging van de gewisselde stukken,
betuigen zy huD leed wezen dat ook deze on
derhandelingen met den Minister weder geen
resultaat hebben opgeleverd.
De heer Th. J. Wallor had, als Dykgraaf
vau den Anna Paulownupolder, gehoopt dat de
Minister eenige motieven had aangevoerd
waarom hjj een waterschap wilde oprichten,
waarin o. a. de Anna Paulownapolder zou
worden begrepen. Dit is evenwel niet geschied.
Er is ook geen grond voor aan te voeren.
Kampen en Genemuiden hadden even goed
genoemd kunnen worden.
Spreker heeft den toestand in loco opgenomen
en daarby de overtuiging gekregen dat, ondanks
alle berichton in de couranten, een gevaar
voor doorbraak niet aanwezig is.
Hy acht het noodig dit in de vergadering
der Staten to doen uitkomen. Ook Gedeputeerde
Staten deelen, naar spreker beweert, in dit
gevoelenanders hadden zy al lang krachtig
gehandeld.
Nu kan spreker zich voorstellen dat men
bang is voor eene overstrooming en maatregelen
tracht te nemen om dio te voorkomen, doch
dio maatregelen mogen niet zooveel koston dat
zy de waarde der te besohormen gronden verre
ovortreffenmen mag, zegt hy, de gemeen
schap niet bezwaren met de betaling van
millioenen, om to beschermeu wat slechts enkele
tonnen gouds waard is. Vooral moet men niet
trachten tot betaling te nopen degenen die
niet hot minste belang hebben by het behoud
der beschermde gronden, zooals de Anna
Paulownapolder, dio beschermd ie door den
dyk aan de oostzyde van het Noordhollandsch
Kanaal.
By een eventueele doorbraak toch zou het
Ryk gedwongen worden om tot bescherming
van het Noordhollandsch kanaal een dyk aan
te leggen aan de westzyde daarvan.
Blykens de overgelegde correspondentie zijn
Gedeputeerde Staten er toe overgegaan om,
behoudens de goedkeuring der jStatco, aan den
Minister aan te biedoD, een vierde der kosten
van het maken der zeewering, na aftrek van
de door de ingelanden van het op te richten
waterschap to betalen lasten, voor rekening
dor Provincie te nemen.
Spreker is van oordeel dat Gedeputeerde
Staten zoo ver niet hadden moeten gaan. Was
dan ook het verleenen dier bydrage in deze
vergadering aan de orde gesteld, dan zou hjj
zich daartugoD hebben verklaard. Zyns inziens
"Bat er geen gevaar voor doorbraak en hy
gaarne zien en geeft het den leden der
vergadering in overweging, dat zy, vóór eene
boslissing in deze worde genomen, de zeewe
ring in persoon bezochtonzy kunnen zich
dan met eigen oogen overtuigen dat werkelijk
het als dreigend voorgesteld gevaar ovor-
dreven is.
Gaarne stelt by zich beschikbaar zyne
medeleden te begeleiden, teuzjj zy vorgozeld
worden door iemand anders b.v. door den
Hoofdingenieur van den provincialen water
staat.
(Wordt vervolgd).
NIEUWSTIJDINGEN.
HELDER. 22 Sept. 1896.
Door Burgemeester en Wethouders
werd Vrijdag jl. alhier ten Raadhuize open
baar aanbesteed
1. Het bouwen van een politiebureau
nabij het Westplein. Ingekomen waren
13 inschrijvingen, van de heeren P. Korff,
ad f 3100 P. de Waard f 2975 J. Korff
f 2790; J. Winkel f2780; K. Zeeman
f 2780 J. Duinker f 2777 W. de Jong
f2690; L. Klein f2598; L L. van Ob
f2525; J. Spruit Pz. f2498; Gebrs. van
Pelt f2495; H. Wnker f2469 en J. F.
Philips f2457.
2. Het vergrooten der onderwjjzers-
woning te Huisduinen. Ingekomen 14
inschrijvingen, van de heeren: J. Korff,
ad f 690 W. de Jong f 680 L L. van Os
f 680 J. Duinker f 680 J. Tolk f 635
P. de Waard f625; P. Korff f610; J. F.
Philips f 598J. Spruit f 598 Gebrs.
van Pelt f595; H. Wgker f538: L.
Klein f 537 J. Winkel f 509 en A. Smit
f500.
Ds. G. E. Bron, predikant bjj de
Herv. Gemeente alhier, wien tegen 1 Oct.
a.s. eervol emeritaat is verleend, zal op
Zondag 27 dezer, in de voormiddag-gods
dienstoefening in de Nieuwe Kerk, afBcheid
nemen van zgne gemeente.
Naar wjj vernemen bevatten de be
grotingsstukken voor het departement van
marine eene organisatie van materieel en
personeel der zeemacht, benevens een plan
van vernieuwing der vloot, dat in bijzonder
heden is uitgewerkt en verband houdt met
de gevolgen van het kon. besluit van
27 Juli jl.
De departementen van waterstaat en
van marine zgn overeengekomen om op de
begrooting voor 1897 de noodige geldeu te
brengen voor de invoering van een storm-
waarschuwingsdienst op onze kuat, in het
belang van de zeevarenden, waardoor zoo
veel mogelijk werd gebruik zal worden
gemaakt van het personeel van de kust
wacht.
Jl. Donderdagmorgen word in eon der
wachtlokalen van het Nederlandache loodswezen
te Vlissingen in tegenwoordigheid van atnbte-
m en het aan wal zijnde loodspersoneel,
'an den he^r H. J. Beoier, Belgisch con
sul, door den inspecteur over het Nederlaodsche
loodswezen, den heer J. C. de Roytvr de Wildt,
aldaar aan den loodsschipper 2e klasse, kwar
tiermeester F. H. Jilleba en de roeiers C. de
Mul, D. van Sprang, C. H. Lems, J. Verbo-
ven, J. M. Douw en H. Mommaas, allen be-
hooreode tot het Nederlandsobe loodswezen en
uitmakende de bemanning van de reddiogboot,
op eene plechtige wijze en onder eene barte-
ljjko toespraak, waarby de heer de Ruyterde
Wildt de overtniging uitsprak, dat ieder lid
van het personeel in de ure des gevaars het
zyne zou aanwenden tot redding van schip
breukelingen, uitgereikt de medaille civique
pour actos de courage et do dévouoment 2e
classe, hun door Z. M. den Koniüg der Belgen
geschonken voor het redden der bemanning
van hot Oosteuryksche barkschip iZora" (waar
onder zich twee Belgen bevonden) op den 7
December dos vorigen jaars, welke bodem als-
toen op de Spijkerplaat strandde en totaal
verloren giug.
Nadat do heer Benier als Belgisch consul
zyn dank botnigd had voor hot menechlievond
gedrag der kloeke redders, die twee Belgen by
voormelde ramp mochten redden, betuigde
kwartiermeester Jilleba den inspecteur over
het loodswezen en namens allen zyn byzonderen
dank voor het gesprokene en voor wat door
hem in belang van het loodspersoneel wordt
verricht; tevens ook den commissaris van het
lood wezen, den heer H. J. Karei, voor de n
werkiDg en hulp, in deze verleend.
Arme visschers.
In verband met de slechte resultaten der
vischvangst op de Zuiderzee, daalt ook de
waarde der visschuiten in de laatste tjjden
aanmerkelijk. Zoo werd Dinsdag te Vollen-
hoven een in beulag genomen schuit ver
kocht voor niet meer dan f 54vroeger
zou voor een dergelgk vaartuig 300 a f 400
geboden zgn.
Luitenant Hageman.
De Dordr. Courant" verspreidt een bul
letin meldende, dat bjj de familie Hageman
te Dordrecht bet volgend telegram van den
minister van koloniën is ontvangen: >Aan
gouverneur-generaal gevraagd of bericht
lnitenant Hageman gegrond is, waarop ant
woord ontvangen: volkomen ongegrond.
Verhaal verzonnen."
Rijwielbelasting.
Do minister van financiën heeft een wets
ontwerp ingediend tot invoering eenar afzon
derlijke rijwielbel&sting.
Wie op den openbaren weg een rijwiel be
rijdt, moet voorzien zyn van eene van rijkswege
aan hem afgegeven wielryderskaart, die op de
eerste vordering vertoont moet worden aan de
ambtenaren der directe belastingen, invoer
rechten en accyozen.
Beheerders eener winkelnering kunnen een
kaart bokomen, die tevens kan worden gebruikt
door ondergeschikten, bestemd om bestellingen
op to nomen of waren to bezorgen.
De belasting is f 3 per persoon (na 80 Juni
de helft), behalve voor ambachts- en hand
werklieden, die ten minste 8 K.M. moeten
om zich van hunne woning te begeven
de werkplaats, waar zjj gewoonlijk moeten
Bn; dezs verkrijgen de kaart kosteloos.
Do kaarten zyn verkrijgbaar bjj de ontvangers
der belastingen, op mondolinge of schriftelijke
aanvragen. Voor kosteloozo kaarten moet aan
gifte geschieden by den ontvanger en bjj woi-
gering is beroep opengeBtold bjj Ged. Staten.
De kaart vermeldt naam, ouderdom beroep of
bedryf en woonplaats van den houder eu is
tot 1 Febr. volgende op het jaar der
afgifte.
Op het niet hebben eener vereischto kaart
is oen geldboete van ten hoogste f 50 gesteld.
Vrijgesteld zyn in uniform gekleede militai
ren der landmacht en ambtenaren der Rjjks-
of gemeentepolitie, die verplicht zyn voor don
publieken dienst een rjjwiel te berijdenkin
doren van 12 jaar; zy, die op eenzelfde wiel
rjjden met een ander persoon, die van eon
kaart is vooorzien en zy, die zich bevinden tua-
schen de grens van hol land en het eerste
belastingkantoor.
Do belasting met verbod om opcenten te
ffon is matig, zegt de minister. Zy moet ook
worden toegepast op buitenlands wonenden,
daar het geven van vrjjdom in sommige geval-
groote moeieljjkheden zou opleveren. Voor
die veel van buitenlands komen, bestaat
voor vrjjdom geen reden en pleizierreizigers
moeten zich de belasting getroosten. Aan do
grenskantoren zullen kaarten verkrijgbaar zijn.
De minister stolt het aantal rijwielen hier
to laude in gebruik, op ongeveer 85000 en
berekent, dat het spoedig het cjjfor van 50000
zal hebben bereikt.
Voorgesteld wordt, do wet op 1 Febr. 1897
in werking te doen treden.
Hoeveel Müllere er wel zgn, heeft een
Duitsch statisticus uitgerekend, en hg is tot
de slotsom gekomen, dat in de landen van
het Duitsche Rijk Diet minder dan 682. 191
menschen zgn die Muller heeten de Wind-
Dampf-Rozsmüllers en andere samengestelde
Müllers niet medegerekend.
Na moet een statisticus bezig zgn met
bet nagaan van de Maiere.
Ingezonden.
Een Nederlandsch Maritiem Meteoroloog
van 80 jaar.
In 1852 stichtten Boys Ballot en Kreek®
een meteorologische inrichting te Utrecht, die
door bemoeiing van Thorbecke tot Staatsin
stelling werd verheven onder den naam Ko-
ninkljjk Nederlandsch Meteorologisch Instituut.
Van de ambtenaren gedurende do wording
dezor zoo schoono instelling is er nog maar
oen enkele in leven, nameljjk do heer R. A.
Ogtorop, oud-gezagvoerder tor koopvaardij en
oud eerste-ambtenaar bjj de Afdeeling Zeevaart,
die 17 Sept. jl. zyn 80sten verjaardag vierde.
Geboren in 1816, ging hy op zjjn 15de jaar
naar zee en behaalde na een jaar studie aan
de Academie Minerva (afdeeling Zeevaart), te
Groningon, in 1885 een loffelijk getuigschrift.
Daarna voer by weder in verschillende rangen
en ook als gezagvoerder tot 1854, toon oen
ongeluk by stormweer om de Zuid hem van
't gehoor beroofde. Hy had echter in dien tjjd
zooveel aan en voor do maritieme meteorologie
gedaan, dat men hem in 1856 uitnoodigde, zjjn
kennis te wjjden aan de belangen van bet
jeugdige Instituut. Duizenden meteorologisch®
journalen zyn door hem bewerkt en ook waren
voor een groot deel do meteorologische instru
menten, ten gebruike op zoe, aan zyn bekwame
handen toevertrouwd. Nog vond hy oen methode
uit om de vernauwing van don zeebaromoter
te controleoren. In 1890 word by op
verzoek gepensionneerd, 74 jaar zijnde, maar
bezocht nog een paar jaren het Iostituut en
arbeidde aldaar geheel belangloos, voorzoovor
m de krachten zulks toelieten.
Hy stond hoog in aanzien by Buijs Ballot
en niet minder bjj de verschillende directeuren
van het K. N. M. I. Daarom bleef dan ook
tjjn 80ste verjaardag niet onopgemerkt. Het
regende attenties en huldeblykon een tiental
bloemstukken, waaronder een zeer fraai vau
den Hoofddirecteur en de Afdeeliog Zeevaart
van het Instituut, verder een fraai boekwerk
der familie en eon plaat, eon gezicht voor
stellende op de haven van Hamburg met vel®
koopvaardijschepen en op den achtergrond de
«Seowortia", de door Bujjs Ballot zoo geliefd®
zusterinstelling.
Dat de heer Van Hasselt, oud-lid van hot
K. N. M. I., do Directeuren der Filiaal-inrich
tingen, to Amsterdam en Rotterdam, de oud-
leden dor Pool-oxpeditie 1882—83 en vele
oud-vrienden on vereerders van Boys Ballot
zieh niet onbetuigd lieten op dezen feestdag,
is te denken. Het beeft don waardigen jubilaris
aangegrepen, maar zeker goed gedaan, onder
het besef dat het waarachtig goede niet ver
loren gaat. De winter zyns levens zy gelukkig I
B. J. G. VOLCK,
Oud-lid der Afd. Zeevaart, K. N. M. L
Directeur der Zeevaartschool,
in het Zeemanshuis to Amsterdam.
Tijdstippen van verzending; der
Brievenmalen.
Vcnaadiagrweg.
I Datum dar ttxlTijdat.d.laat
I port-kworg. ibml.ahPoctk
p. XMpait tïa Amiterdam.
p. uepoit via Rotterdam
p. Hollandaehe mail via Ganua
p. Holl. mul Tl» Maraeills
p. Traniche mail via Maraeille
p. Sageleche mail ria Brindul
Naar Atjeh en de Ooetkost
2 en 16 Oct.
23 Sept.
29
6 en 20 Oct.
25 Sept.
2 en 16 Oct.
•lken Vrydag.
19 Oct.
7.15 W.
7.16'aav.
8,'mam.
7.1» 'e ar.'
8.46 't mor.
8.46 'ener.
8.45 'amor.
Dniteeha mail viaNa'pcla
Naar Guyana (Suriname):
p. xeepoat via Amiterdaaa I 7 en 88 Oct. 7.15 'aav.
p. mail over Engeland I 5 en 19 7.18'ia*,
p. mail via St. Kazair*7 Oct. 7.1» 'a »v.
Naar Curagao, Bonair® «n Aruba
p. xeepoat vla Am» ter dam. .1 7 en 18 OeU I 7.— av.
p. ai.il »L» QümwIo.d
Naar St. Martin, 8t. Eustatlus en Saba;
p. mail over Engeland en 19 Oct. 7.1» av.
Marine en Leger.
D® zeildag van Hr. Ms. fregat «De Ruyter,"
te Nieuwediep gereed gemaakt wordende tot
vertrek naar Oost-Indië, is, nBar wjj vernemon,
bepaald op 28 September. Het schip zal Vlis-
singon aandoen, tor verifieering der kompassen.
FBTTILLBTOE
IS)
Hy en ik waren natuurlijk bjj den vreem
deling, slechts twee opgeschoten jongens; want
ofschoon hy nog niot oud was, had hy van
alles in de wereld gezien en ondervonden,
's Avonds, in odzo eenvoudige keuken gezeten,
kon bjj in zjjn gebrekkig Engelsoh vertellen,
tot wjj alle® rondom ons vergtten en in onze
verbeelding op groote slagvelden vertoefden en
alle wonderen der wereld aanschouwden. Jacob
zat dan, mot Eduarda's hand in de zyne, tegen
over hem en beiden luisterden met de grootste
aandacht naar hetgeon hy ons vertelde. Ik zal
dit niet alles herhalen, maar nu nog, na ver
loop van zoovele jaren, herinner ik mjj alles
en staat bjj mjj voor den geest als den gun
steling onzer familie.
Het eerste wat De Lapp deed was aan mjjn
vader de boot ten geschenke geven, waarmede
hy ons strand had bereikt, onder voorwaarde
nochtans, dat hy zo mocht gebrniken indion
hy er behoefte aan had. Aangezien de haring
dien zomer in groote scholen op onzo kusten
kwam on mjjn oom ons voor zjjn dood eenige
netten had geschonken, was die boot voor on»
van groote waarde.
Bjjna geen dag ging voorbjj of de Lapp
maakte roeitochtjes langs de kust. Meermalen
zag ik, dat bjj telkens ophield om een lang
tonw, waaraan een steen bevestigd was, naar
beneden te laten zakken. Ik begreep niet, wat
dit beteekondo; maar hy vertelde het mjj zelf.
«Ik bestudeer en onderzoek gaarne alles,
wat met do militaire wetenschap in verband
staat," zeide by, «en daarvoor neem ik iedere
gelegenheid te baat, dio zich voordost. Ik was
nieuwsgierig te weten, of het voor een be
velhebber van een leger moeieiyk zou vallen,
zjjn manschappen hier aan land te zetten."
.Als de wind niet oost was, zou het mis
schien kunnen," antwoordde ik.
«Ja juist, als do wind niet oost was. Hebt
gjj hier aan de kust wol oena gepoild?"
«Neen nooit."
«Do oorlogsschepen zouden hier niet kunnen
liggen, maar voor een fregat met kanonnen
van klein kaliber is hot diep genoeg. Eerst de
booten gevuld met scherpschutters en die achter
de heuvels laten postvattendan spoedig terug
om meer te halen en intusschen de oorlogs
schepen over hunne hoofden heen laten vuren.
Zoo zou het gaan 1 Zoo zou het gaan 1"
Terwjjl hy dit zeide, schitterden zjjn oogen
en zjjn knevels gelekon moer dan ooit op die
van een kat.
«Maar," zeide ik, «gjj schjjnt er heelomaal
niet aan te deDkeD, dut onze soldaten de baai
bezet zouden houden."
«Ta, la, u!" riep hy. «Er zjjn natuurljjk
twee partijen by een oorlog. Laten wjj nu eens
verder zien. Wat zoudt ge by elkaar knnnon
krygon? Sullen we oons twintig of dortigduizond
man, waaronder enkele regimenten geoefendo
troepen; do overigen lotelingen, gewapende
burgers, eu hoe noem jelui die anderen: vrij
willigers
«Dappere kerels," riep ik.
«O zeker, heel dapper, maar dom en onge-
dresseerd. O, mon Dieu 1 het is ongelooflijk hoe
onnoozel ze zonden zyn. Ik hob die ongeoefende
mannetjes dikwijls aan het werk gezien. In
Spanje zag ik, hoe oen bataljon jonge reernten
oen battery van tien stukken poogde te ver
overen. Ze renden moedig den heuvel op
on wat werd er van dat mooie bataljon Geen
enkele bleef er over. Toen baproefde het een
tweede bataljonmaar ook dat lag weldra naast
't eerste op do helling. Daarna werd het karre-
weitje opgedragen aan jagers van de garde,
oude, geoefende soldaten. En zonder drukte,
zonder gescbreouw, met eenige linietroopen cn
scherpschutters tot steun, baddon zij do kanonnen
binnen tien minuten tot zwjjgen gebracht on do
Spaansche kanonniers in de pan gehakt. De
oorlog moet worden geleerd, mjjn jonge vriend,
evenals de teelt van schapen."
«Och, zeide ik, om my niet door den vreem
deling te laten overbluffen, «als we maar een
dertigduizend man daar ginds op die heuvels
hadden staaD, dan zoudt ge den hemel danken,
woer uw schepen te kunnen bereiken."
,Ja, op die heuvels 1" hernam hy met een
flikkering in zyn oogon. «Als je man zyn zaak
goed verstond, zou hy zyn linkervleugel by uw
woning plaatsen, zyn rechter by het huis vau
don dooter, on het overige van het leger op
den Corriemnir. Zyn cavalerie zou natuurlijk
ons het landen trachten te beletten. Doch als
opgesteld, dan zou
wat ons te doen stond. Daar
ginds by dien inham, daar is het zwakke punt.
Ik zou dat punt met myn kanonnen vrjj houden,
dan myn cavalerie er bezit van laten nemen
on myn infanterie in colonnes laten oprukken.
Zog, Johan, waar zouden uw vrijwilligers dan
zyn
«Vlak op de hielen van je achtersten man,"
antwoordde ik, en beiden schoten we in een
schaterlach, waarmee dergelijke gesprekken in
den regel eindigden.
Soms verkeerde ik io twijfel of hy in scherts
of in ernst sprak. Eons op con avond, toen
met myn vader, Jacob en ik in do keuken zat,
nadat do vrouwen te bed waren gegaan, begon
hij over Engeland en Schotland te sproken.
In vroeger tyden hadt gij een eigen koning
leefdet gij onder uw eigen, in Edinburg ge
maakte wetten," zeide bjj. «Sluit het u niet
tegen de borst, dat gjj thans vau uit Landen
geregeerd wordt?"
.Neen," aatwoordde Jacob, «want hetisci-
gonljjk ons koningshuis, dat over Engeland
regeert. Als er dus reden bestaat om boos te
zjjn, dan zouden het do Eugolscheu moeten
wezen."
Dat wist de vreemdeling blykbaar niet, en
voor een ongenblik bracht het hom van zijn stuk.
«Maar," hernam hy, «het is toch niet aan
genaam, dat uw wetten in Londen worden uit
gevaardigd."
«Neen," zei mjja vader, «het zou beter syn
als het parlement weer in Edinburg vergaderde.
Maar ik heb genoog met mjjn schapen te doen
en kan mij mot dergelyko dingen het hoofd
niet breken."
.Het is eigenljjk ook iets voor jongelieden,"
vervolgde De Lapp, terwjjl hy zich tot Jacob
on mjj wendde. «Als een land wordt bona-
doold, moeten do jonge mannen daartegen op-
j.Ugdig uiui
veel ouder i
«Ja, de Eogelschen kunnon soms erg naar
zioh too rekenen", zei Jacob.
«Welnu", hernam De Lapp, «als er vele
Schotten zijn, dio er zoo over denkeD, waarom
dan geen leger op do been gebracht en naar
Loiideu gemarcheerd?
•Dat zou een mooie historie worden", riep
ik lachend. «Eu wie zou ons moeten aan'
voeren T'
Hij sprong op en maakte met de hand op
het hart een van zjjn zonderlinge buigingen.
«Als ge mjj do eer wilt aandoen", zeide bjj,
bemerkende, dal we allen begonnen te
lachen, lachte bjj mede. Maar ik geloof in-
derdaud, dat hjj hot werkeljjk meende.
Ik kon nooit gewaar
was, en Jacob evenmin.
hoe ond hjj
Soms leek het ons
toe, dat hij een bejaard man was, die er nog
'an weer dachten wjj, dat hg
i dan bjj werkelijk was. Zjjn
dicht geplant bruin haar begon op de kruin
reeds uit te vallen. Duizenden kleine rimpels ont
sierden zyn door de zon bruin gekleurd gelaat. Hjj
was zoo vlug als oen knaap on zoo taai als
oen balein. Dagen aaneen kon hjj,
eenige vermoeidheid te toonen, over de b
wandelen of op do zee roeion. Daarnaar g
i hjj niot ouder dan veertig of vjjf
en voertig jaar zjjn, ofschoon hot in dat geval
verbazond moest heeten, hoeveel hij reeds bad
ondervonden. Maar op zekeren dag, toen wjj
over onzen leeftjjd spraken en Jacob zei, dat
hjj zeven en twintig jaren telde, en ik zeide
juist twintig te zyn geworden, bracht hjj ons
in verbazing door to zeggen
Dan ben ik de oudste van ons drieën."
Wy schaterden bet uit van lachen, want
naar onze berekening had hjj wel onze vader
kunnon zjjn.
»0", hernam hjj, oen weinig geërgerd, »hot
verschil is zoo groot nietik ben in December
negenen-twintig geworden".
Wjj sloegen de handen in elkaar van ver
bazing. Welk eon zonderlingen levensloop
moest die man toch hebben gehad l
Hjj zag onze verwondering en glimlacht®.
«Ja, ja", zeide hjj, ik bob al eon heel leven
achter den rug. Maar ik heb ook myn dagen
en mjjn nachten gebruikt. Toen ik veertien
jaar oud was, voerde ik een legeraldeeling aan
in een veldslag waar vjjf verschillende natiën
vertegenwoordigd waren. Op mjjn twintigste
zag ik een koning vorbleeken bjj de woorden,
die ik hem in het oor fluisterde.
(Wordt vervolgd).