't Vliegend Blaadje. KLEINE COURANT VOOR HELDER NIEUWEDIEP EN TEXEL 1 Januari. Welkomstgroet 'T-, ELVIRA. go. 2490 Vrijdag: 26 December 1896. 24*tz Jaargang. Bureau: Zuidstraat. Telefoonn". 63. Bureau: Spooratrut. Telefoonn. 61. Alaormement p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., met ZondagBbl. 80 Ct. id. franco per poet 75 idem fl.121/* id. voor het Buitenland f 1.25, idem f2.00. VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG. Uitgever*BERKHOUT ft Co., te Helder. Bumux SPOORSTRAAT «l ZUIDSTRAAT, Aavertontl6n van 1 tot 5 regel*35 Cent. Elke regel meer Groote lettere worden naar plaatarnimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn. KALENDER DER WEEK. DECEMBER, 57ioterm*«nd, 31 dagen). Opkomst der Zon 8 n. 13 m. Ondcrg. 8 n. 60 m. Zondag 27 L:atato Kwartior. Maandag 28 Dinsdag 29 Woensdag 30 Donderdag 31 H. Silvestur. JANUARI, (Louwmaand, 31 dagen). Vrijdag 1 Nieuwjaarsdag. Zaterdag 2 Aan onze abomié'B buiten de gemeente wordt beleefd ver zocht 't verschuldigde abonne mentsgeld Vliegend Blaadje en Zondags blad, 4e kwartaal 1896, te willen over maken per Postwissel of in postzegels, vóór 5 Januari, zullende anders daar over met 5 cents verhooging per post worden beschikt. Postwissels voor dat doel behoeven slechts met een zegel van 2'/j Ct. beplakt te worden. We verzoeken onzen lezers die, volgens gewoonte, een aan Familie, Vrienden of Begunstigers in ons blad willen plaatsen, beleefde lijk daarvan tijdig opgave te willen doen. DB DITGEVEKS. Vrede op aarde! Het Kerstfeest is daar. In heel de Chri stenwereld, verspreid over alle deelen der aarde, wordt thans 't feest der geboorte van den Stichter desChristendoma gevierd. Aller wegen wordt door de feestelingen den blik geslagen op den veelbewogen tijd, nu 19 eenwen geleden, toen de geheele toen be kende wereld zuchtte onder de heerschappij van Keizer Augustus, en er profetische stem men waren opgegaan, die eene betere toe komst voorspelden. In den loop der tjj- den werd herhaaldelijk de dageraad van een schoonen dag aangekondigd door ds geboorte van een Verlosser, 't Verhaal dier geboorte en van de omstandigheden die daarmede gepaard gingen, werd in het eenvoudige, schoone verhaal dat ons daarvan is overgeleverd, op onvergetelijke wgze ter nfêr geschreven, en op deze feestdagen worden we daaraan weêr leven dig herinnerd. Volgens dat verhaal verscheen in den wonderschoonen Kerstnacht, door stillen maneschjjn en schitterend stargewemel ver licht, een engel, bode des hemels, om den in bet veld van Bethlehem gelegerden her ders de komst van den Verlosser te melden. Eere zjj God in den Hooge, Vrede op aarde, in de menschen een welbehagen zoo klinkt het nit der Engelen mond. Dat woord, door 't Engelenkoor in den Kerstnacht der wereld toegezongen, heeft sedert stof gegeven tot sombere, zoowel als tot blijmoedige overdenkingen. Hadden de Israëlieten van den onden dag door die belofte gedroomd van den Redder, voor wiens majesteit de heidenen zonden buk- ken, het bleek weldra, dat geen held, geen bevrijder van het juk der vreemden was gekomen, doch dat er een zachte wjjsgeer was verschenen, die buigen leerde in stede van verzet, liefde in plaats van wrake. Bespot en gekruisigd werd hjj, maar Je zus leer viel niet. ZelfB de overwinnaar werd overwonnen, daar 't toenmaals beiden- ■che Romeinsche|Keizerrjjkboog voor Jezus' naam, en 't licht, in Bethlehem versche nen, van lieverlede woest- en wreedheid voor zich henen dreef, 't Ideaal: liefde tot God en de menschen is sedert Zjjne pre diking der hope, morgenster voor de bete ren onder de menschen, die in de toekomst staren op de zegepraal van bet licht der liefde, dat voor het aangezicht van alle volken eens met reine stralen schjjnen zal. Maar hoerelen sedert de verloopen eeuwen vol verlangen hebben uitgezien naar het aanbreken van den dageraad, die vrede op aarde zal brengen de voorspelling wacht nog steeds op vervul ling. Ja, er zgn teekenen, die heenwjj- zen naar de komst van een beteren tjjd de donkere nacht is nog in geenen deele door een helderen morgen vervangen. De oorlog, ofschoon zeldzamer, is nog niet voor goed van de aarde verdwenen, en ginds op een schoon en vruchtbaar eiland Antillen wordt heden het feestge- i, 't welk ons van vrede op aarde" Bpreekt, onder 't plengen van menschen- bloed doorgebracht. Er is nog geen vol komen vrede op Staatkundig gebied, zoo lang de vrede onder de beschaafde volken door dreigende verdedigingsmiddelen en tot de tanden gewapende krijgslieden moet worden beschermd. Er is nog geen vrede op aarde, zoolang in onze sameo leving, in onzen familie- en vriendenkring de geest van liefde en welwillendheid nog niet heer- schende is geworden. Er iB nog geen vrede op aarde, als in den huiselgken kring nog tevergeefs wordt uitgezien naar die onderlinge toewijding, waardoor zelfopof ferende liefde geboren wordt. Ja, de vrede is op aarde nog verre te zoeken als die bjj velen, helaas, nog in het eigen harte wordt gemist. Godlof, er zjjn toch verschijnselen, die een betere toekomst aankondigen. De af keer van den menscbenmoordenden krjjg wordt steeds grooter en meer algemeen; pogingen om op maatschappelijk gebied wat goeds te doen voor armen en ongeluk- kigen worden steeds meer beraamd, steeds ijveriger gesteund; in den engen kring van vrienden en verwanten wordt meer onder linge liefde gekweekt, en meer en meer wordt de overtuiging gevestigd, dat de ver hevene leuze: Vrede op aarde!" eerst dan verwezenlijkt zal worden, wanneer ze- deljjke hervorming en verheffing daarvoor den weg hebben gebaand. Laten wjj, lezers en lezeressen ons be vlijtigen, om dien wel moeiljjken, maar toch zekeren weg in te slaan en laat het Kerstfeest, dat wjj heden vieren, ons ten spoorslag verstrekken, om de beide arti kelen der Grondwet, die ons door den Grondvester des Christendoms zjjn gegeven en nog ongewjjzigd ons wordt voorgehou den, getrouw opvolgen: Hebt God boven alles lief; bemint uwe naasten als u zei ven Bjj 't opvolgen dier eenvoudige, doch veelomvattende voorschriften is de vervulling der profetie uit deu Kerstnacht volkomen verzekerd. De Engelsche auteur George Griffith schreef onlangs een boek, waarin hjj de verwachting uitsprak, dat over nog maar weinige jaren, in het begin van de 20ste eeuw, in heel de beschaafde wereld geen enkel regiment meer onder de wapenen zal wezen. De laatste veldslag is dan, volgens hem, geleverd en er is eindeljjk Vrede op aarde! Licht zal de wereld nog lang vruchte loos uitzien naar de verwezenljjking van schrijvers schoonen droom van eene nabjj- zjjnde heilrjjke toekomst, en dan op nog menig Kerstfeest kannen instemmen met de verwachting, door den dichter uitge sproken O, Kerstnacht, schoener dan de dagen, Blink tot in eeuwigheid ow licht 1 Uw gloed schenkt krachten om te dragen, Tot voor uw glans het duister zwicht. Na negentien maal honderd j-»ren Raischt nog uw jab'lend Eng'lenkoor, D n meiisch bij dnizend krijgsgevaren Het hoopvol lied dea vredes voor. Der liefde leer zal zegepralen; Eens volgt het mensebdom haar geboó j Eens zal de vrede op aarde dalen, En valt de zelfzucht van den troon. Als Waarheid, Recht en Liefde spreiden Hun glans voor 's werelds aangozicht, Dan sterlt de haat, dan eindt het ljjden, Dan is het dag, dan scbjjnt bet licht. EEN KERSTNACHT OP ZEE: 't Was in den avond van den 24en Decem ber 1890 aan boord van den Franschen pakket- stoomer Bmgance". Het diner der p usagiers in de kajuit le klasse was zoo go.d .1. ,lg„- .en. Door de wjjd geopende patrijspoorten kwam eene geurig frissche lucht naar binnen itreek over do met 't dessert nog zwaar den tafels; de warmte was geweken vcor de lichte bries, die met tropische geuren be zwangerd van de reeds nabjjzjjnde kust woei. Do eerste sterren flonkerden reeds aan den diepblanwen hemel. Volgens de berokening van den comman dant kon men ieder oogenblik de varen van de Braziliuansche kust in 't gezicht krijgen, en nog voordat de nacht geheel was verstre ken, het aoker uitwerpen op de reede van Rio de Janeiro. Naar buiten gedreven door de gezellige, doch voor haar pijnlijke vrooly kheid harer reis- genooten, was eeno nog jonge vronw, in die pen rouw gekleed, naar 't dek gevlucht en had daar in ven der achterste hoekjes onder de verschansing plaats genomen in een rieten luierstoel. Bovon haar hoofd flikkerde en flonkerde het onvergelijkelijke Zniderfirmament. Geen welkjc was er in 't luchtruim te bekennen. Het Zni- derkrnis, verborgen voor het oog van de be woners van Enropa, prijkte in al zjjne heer lijkheid aan den Zuiderhemeltrans ter eeuwige gedachtenis aan Golgotha. Een witte lichtende schuimstreep achter het schip daidde de baan aan, waarlangs de snelle schroefwenteling het voortstuwde, en vooruit op de brug teekende zich scherp omljjnd de silhouet af van don wachthebbsnden officier, die daar met zjjo kijker gewapend op en neder jonge vrouw zat in diepe i. In den geest liet zjj naar nog zoo kort, doch reeds zoo droevig loven aan zich voorbijgaan. Hare ziel verwjjlde bjj de nage dachtenis van haar kind, een zoon, dien zjj had verloren, bjj de nagedachtenis van haren echtgenoot, die haar eveneens door den dood was ontrukt. Hoe zou 't haar dh&r gaan, in dat verre Brazilië, waar haro tegenwoordigheid werd vereischt voor de regeling eener nalatenschap eo waar zjj niemand, niemand kende? Wat zou zjj later doen, wanneer zjj weer in Frankrjjk terug was met haren rjjkdom? Het vaderland is het land, waar men zjjne liefde heeft, en alles wat zjj liefhad, was nn immers verdwenen voorgoedverdwenen voor altoos Het feestgcdrnisch nit het salon steeg tot haar op; luid en vrooljjk gelach, verwarde stemmen, het klinken var. glazen, 't paften van kurken, die met een lniden knal nit den hals der C iampagne-flesschon vlogen, de tonen der piano, waarop eerst liederen door zang stemmen begeleid, later danswjjzen werden getokkeld; dit alles dooreen vervluchtigde in de kalme avondstilte bovendeks. In het salon hadden de passagiers uitge maakt, dat 't nu in Frankrijk zoowat twaalf uur zou zjjn; en ze hadden eenpari-.' besloten het Kerstfeest met elkander in vro" jjkheid te gedenken, den nationalen ,réveillon"' te vieren, op het uur, waarop hnnne vrienden en bloed verwanten in 't vaderland dat ook deden. De ge- dachte, dat hun overtocht bijna was volbrzchr, verhoogde nog hunne opgernimde vrooljjkheid de lnchtige losheid van den toon. Zg zon den nu immers misschion voor altjjd afscheid van elkander nemen, die menschen, die het toeval op één zelfden bodem had bijeenge bracht en die gedurende weinige weken met elkander aan boord hadden geleefd op intie- men voet. De banden, welke men in die weken had gelegd, wortelden niet ia 't ver leden en waren slechts eene verstrooiing ge- st voor het heden, zonder in 't minst bia- 1 te zjjn voor de toekomst. Er was nu meer te vreezenze konden ongostraft do familiariteit wat uilbreiden. Nauweljjks was er een woord van dansen geeproken, of een drom van paren zwierde reeds walsend or het ruime salon. Zelfs do oudere dames konden aan deze uit bundige vreugde geen weerstand bieden en schaarden zich eveneons in de dansende rjjen. Er werd veel en lnid gesproken, uitbundig en harteljjk gelachen; en in deze laatste urea van de reis, in 't gezicht der Braziliaansche kast, vergat een ieder zjjne zorgen en bekom mernissen en ook zjjne verwachtingen. Men wond zich op bjj de gedachte, dat men eerlang weer den voet op vasten b-tdem zon zotten, en de weergalm van al die Inidrnohtige vreugde steeg op bjj vlagen naar het donkere ru-tige dek, waar de dame in 't zwart nog steeds onbeweeglijk zat te mjjmereo. Vóór op de boot tegen do ankers geleund, ten een oude zeerob en een knaap, een lichtmatroosje, te praten en hun pijpje terooken. De oude zeerob mtt zjjn door wind en zon gotaaud gelaat, de knaap met zjjn frisch en ;end gezichtje waren laodgenooten en ze spraken over hun land, hun Brotagne, waar zjj beiden het levenslicht hadden aansohouwd waar zjj beiden na volbrachten arbeid hoopten te rusten. Ook zjj dachten beiden aan het plechtige t, dat in die oogenblikken in een dorpje op de kost van 't oude Armorica werd ge vierd aan den Kerstnacht. En in hunne her innering doemden de met sneeuw bedekte 'erige daken op, de met diepe, hardbevroren karresporen doorploegde wegen, het mut jjs bevloerde vijvertje; en zjj spraken over 't onderscheid tusschen het ruwe klimaat van Bretagne en de lauwe, zoele atmosfeer der zeebonk herdacht den Kerstavond van zjjn twintigste lovensjaar, toen 't hem vorgund was, tusschen twee reizen naar Indië, in zijn geboortedorp te overwinteren. In dit jaar had bij kennis gemaakt met bet meisje, dat later zjjne vrouw was geworden, en die na te mid den van de jongsten harer kinderen zjjn huise- 1 ijken haard bewaakte. «Wat zouden ze daar thuis nu wel doen?" dacht hjj en zjjn hart vloog over de zee met gedachten vol liefde aan zjjne dierbaren. De knaap ook doorleefde zyne nog zoo jonge herinneringen; ejjn smart, toen bjj als wees op zee moest gaan, om zjjo dagoljjksch brood te verdienen, als een vogel door den storm uit bet nest geworpen, voordat nog zjjne vleu gels krachtig genoeg zjjn om hem op te houden 1 Niets dan de grafsteen, waar zjjne beide ouders sluimerden, bestond er voor hem, om er aan te denken, in het gehucht, waar bjj goboren was. Zjjne eerste groote zeereis liep nu op haar einde en hjj zag dat einde niet mot vrougde, maar met droefheid naderen, omdat een der daaospassagiers zoo vriende lijk en lief togen hem was geweest dezelfde, die daar nn zoo eenzaam peiozond zat op 't achterdek en die zoo dikwjjls mot hem had gepraat over zjjn eenzaam, vriendenloos be staan. Had zjj dienzelfden morgen nog niat hare fijne witte haod over zjjn blonden krol- lebol doen gljjden en waren er toon niet plot seling tranen in hare oogen geschoten, bjj die moederljj ko liefkozing, die zjj eens bad geki doch die zjj nn nimmermeer zon kennen? In zjjn eenvoud had hjj niet gevoeld, dat die moeder, aan wie alles, wat haar lief was, was ontnomen, in hem haren eigen toon ge liefkoosd had. Do boot vervolgde intusschen met snelle vaart den tocht. Plotseling weerklonk de stem van den nitkjjk, die een knstvonr signaleerde. Om dit zooveel te spoediger te zien vliegt bet matroosje de pardoens op met al de onbe dachtzaamheid, zjjn leeftjjd eigen. In 't half donker tast hjj mis, zjjn voet gljjdt uit, tever- 's tracht hjj zich vast te grjjpen aan een v, aan oen ketting, hjj valt langs de booge, gladde flank der boot en verdwijnt onder 't n van een wanhoopskreet.. Man over boord!" schreeuwt uit alle macht de oude zeerob. Man over boord!" herhaalt de wacht vol zeonwachtigen angst. Met vrees en beven wordt die roep op 'l geheelo schip vernomen. Allon gevoelen den wiekslag des doods in lncht allen stormen aan dek, passagiers, strozen, bedienden. Honderde oogen peilon de duistere diepte, alsof zij den rampzalige konden ontdekken, die in dit oogenblik wel licht reeds niet moer tot de lerenden behoorde. De commandant ook git naar bovenhjj had reeds bevel gegeven de machine te stoppen en de boot uit ta zetteD. Met een snelheid, die alleen in de bekendheid met het dreigende gevaar en in den geest van solidariteit der lui onderling hare verklaring vond, dob- :de de sloep op de golven en verwjjderde zich ijlings van boord, zoekende op het on metelijk watervlak, in 't eindelooze duister, het stipje, dat 't hoofd moest zjjn van den drenkeling. D» angst aan boord was groot, de hoop be gon reeds te vervliegen. ■Wie is 't?" vroeg de commandant. aIJvon" antwoordde de oodo matroos. «Ach God, die arme jongen!" fluisterden of dachten de passagiors. De dame in den rouw zeide niets; zjj stond daar sprakeloos, bevend, waggelend, de eeDe hand krampachtig knijpend om de leuning van haar stoel. Een ongedacht en teeder mededoogen met 't lot van den knaap, die nn mies hien reeds ster vende was, bekroop haar gemoed en over weldigde haar geheel. Dooh de sloep komt naar boord terng. Die spoedige terugkomst doet do hoop herleven de poging tot redden is met goeden nitslag bekroond, anders keerde ze immers niet zoo snel terng t Gered 1 We hebben hem 1" klonk de stem van een der roeiers, toen ze dicht genoeg bjj de boot waren om 't geruisch der baren en 't zachte plonsen van de langzaam wentelende schroef te overschreeuwen. Een zacht van verlichting, een bjjna ge fluisterd «Goddank I" ging op onder de me nigte, bijna onmiddellijk gevolgd door een luid boeral Nog eenige krachtige riemslagen en de sloep ligt woer langs boord en is weldra opge- heschen. De knaap loeft nog, maar bjj is bewusteloos; zjjn bleek gelaat is als 't beeld des doods, wiens vale vleugel hem bljjkbaar heeft beroerd. Een forsch matroos draagt hem in de armen aan dek en legt hem behoedzaam neder op oen rustbank. Do blonde krnllebol b.Dg. krachteloos achterover, de linkerarm valt slap ter neer. Js door eeno plotselinge ingeving bezield, is de dame in den ronw toegejjld en heeft zjj den beswjjmden knaap in hare armen genomen, op haren schoot neergelegd, on terwjjl de scheepsdoktor de noadige middelen ter opwek king gaat halen, tracht zjj met hare fijoe blanke hand zjjö gelaat te verwarmen on zjj buigt zich tot hem voorover zóóver, dat hare lippen zjjn voorhoofd aanraken. Bjj die aan raking opent de knaap flzuwtjes zjjne oogen en met nanw hoorbare stem fluistert hjj als instinctmatig het woord ■Moeder 1". Diep in het hart getroffen, richt de jonge vronw plotseling het hoofd op-— En in haar binnenste werd een plotseling, een heerijjk besluit gevat, bjj de gedachte, dat de woeste golven dezen ongehtkkigea knaap aan het loven hadden teruggegeven en hem huur geschonkon, voor baar Kerstfeest. Met vriendeljjken drang dood zjj de omstan ders uiteengaan, en nederknielend voor den armen scheepsjongen, koste zjj hemen drukte hem aan baren boezem. En zjj, die zwjjgende vnn dit roerend getuigen waren, wisten teen, dat van dit blik af de knaap geen wees meer zon zjjn. Ocergen, uit het Zondagsbl. v/k. N. v. d. Dag.) NIEUWSTIJDINGEN. HELDER, 24 December 1896. Maandagavond jl. gaf de heer Krep* met ijjne dochter een groote mnemotechnische séance in Tïvoli. We stemmen gaarne toe, dat beiden ten volle hebben verricht, wat in de rondgezonden circulaire was vermel-l, Do heer Kreps begon met een paar proeven te doen, die op bedrog rusten en liet de verklaring volgen. De juffrouw gaf daarna merkwaardige proeven in 't oplosten van rekenkundige vraag stukken. De hr. Kreps toonde een bewjjs van sterk geheugen, door een vjjftigtal woorden, door verschillende personen opgegeven, in volg orde op te noomen. Daarna gaf de jnffrouw verrassende blijken van helderziendheid en gedachtenissen, door voorwerpen te beschrijven, die ze onmogeljjk kon zien, en door 'traden van iemands ge- dacbtsn. Kortom.de avond scheen den bezoe kers naar den sin te zjjn, want meermalen gaf een applaos bewjjs van ingenomenheid met de door vader en dochter verrichte werkzaam- iden. Personeele Belasting. Mot ingang van 1 Januari aanstaande zal de Personeele belasting worden geheven vol gens de nieuwe wet. Alle die op 15 Januari een belastbaar per ceel bewonen, zullen dan weder voor een vol jaar worden aangeslagen. Op de aanslagen over het loopende dienst jaar 1896/97 zal ambtshalve afschrijving wor den verleend voor 7s gedeelte. Zjj die dus juist 9/s T*D bun aanslag heb ben betaald, behoeven in dit jaar, 1896, niets meer te betiilen. Mocht men meer dan gedeelte hebben betaald, dan zal dat meerder* als eerst* betaling op de nienwe (in het voorjaar van 1897 uit te reiken) biljetten worden afge schreven. Zjj die minder dan s/s gedeelten hebben betaald, behcoren hun aanslag tot 31 Decem ber 1896 aan te zuiveren tot een bedrag van gedeelten. Men zjj intusschen er op bedacht d a t d chattingskosten indieaer zjjo, voor het volle jaar verschuldigd bljjven. Het is noodig om hierop de aandacht te vestigen, opdat men niet voor een misschien teer klein bedrag worde vervolgd. Een kampioen van de geheel-onthouding. Ter eere van zjjn verjaardag schonk koning Oscar van Zweden eenige flesachen punch aan het garnizoen van Wexholm. Aan een onderofficier werd bevel gegeven deze versnapering naar de kazerne te brengen, maar de man, een overtuigd af schaffer, weigerde aan het bevel te vol doen. En toen hem door zjjn meerderen met nadruk werd g.krt de fleHchen te dragen, wierp hg se in het water. Voor dit feit heeft de onderofficier nn voor den krjjgsraad terecht gestaan en werd hjj tot acht dagen gevangenisstraf met verlies van de streepen veroordeeld. POSTERIJEN. Do Directeur van het Postkantoor te Helder maakt bekend, dat het kantoor op den 2dea Kerstdag a.z. voor bet pobliek zal zijn open- geateld als volgt: van 6 tot 7 uur morgens, van 8 tot 9 nor morgens en van 11.80 'smorg. tot 4.30 's avonds. Op die aren zal bet kantoor voor de be handeling van alle poetzaken zijn openge steld, met dien verstande, dat er voor de behan deling der spaarbank-, postwissels- en qaitanlie- taken niet eerder dan om 8.80 'amorg. en voor postwissels en quitantiën niet later dan tot 130 avonds (Greonwicb-tjjd) gelegen- De lichtingen der brievenbuse«n sullen ge schieden als op werkdagon. Helder, 21 December 1896. De waarnemende Directeur, J. J. L. BEDLOO DB BRONOVO. ÏHXriLXjHTOÏÏ - (16 En ziedaar, nu ging dat zoo van zelf naar zjjn zin. Zjjn vaderhart gevoelde eene meer dan gewone teederheid voor het andera zoo eigenzinnige meisje. Midden in die vrooljjke drukte veroverde Saoward met do grootste kalmte de beide plaatsen voor zich en Elvira. Hjj bediende haar met evenveel eerbied en oplettendheid, alsof hjj daarmee een zaak van groot gewicht verrichtte. En Elvira nam zjjn diensten met welgevallen aan. Zjj had schik van al de ver baasde, nodige en gekrenkte aangezichten van de personen, die gerekend hadden op bet ge noegen van haar tafelbuur te mogen zjjn. Die arme salonhelden l In mr. Saoward hadden ajj allerminst een medeminnaar vermoed. En Elvira was daarover eigenljjk niet mind;r verbaasd over dezen fabelachtig rjjkon rikaan had zjj in de laatste weken veel hooren spreken, maar zjj had zich dien man anders voorgesteld dan als eon lompon u zak". En nu? Wel was hij geen man van verfjjnde manieren, doch zjjn passende hulde- bewjjten hadden toch hun eigenaardige waarde •n waren niet zonder aantrekkelijkheid. «Mist ge iemand?" vroeg Elvira, Snoward herhaalde malen zjjn blik over de personon aan tafel bad laten gaan. «Oh neenIk dacht toevallig heerSchwordtner, geloof ik. Het deed mjj leed hem in uwe tegenwoordigheid te zien. «Waarom «Ik vindt het nenswjjs van soo'n tester, zich bjj n, barones, in te dringen. Waarover Bpreekt men toch met zoo'n jong- mensch In Elvira's oogen flikkerde vrooljjke spot, bjj bet hooren van deze vraag. «Nu, ik heb genoeg geleerd om veel te weten, waarvan anderen zelfs niet droomen." Laat mjjnheer Schwerdtner zjjn wjjsheid besto geven in de leerkamer, daar wordt hjj voor betaald," zei Snoward minachtend, zin ieder geval schjjnt hjj mo nog al aan- igeud te wezen. Ik ken die lieden. Zjj ge en met hnn schoolwijsheid iedereen to recht te kannen wjj zen, maar in het practische leven zjjn ze zelden bruikbaar. En van dezen jongen man heeft nw papa mjj vertuid, dat hjj hem heeft laten ztndeoren en hem eigenijjk gemaakt heeft tot den man, die hjj nn is. Hot paste hem dan wel meer bescheiden op reden dan ik van hem bemerkt heb." Heeft hjj dan geen recht om gevoel van eigenwaarde te bezitten, omdat hjjarm is?" vroeg Elvira. Ahl" zeide Snoward lachend, terwjjl hjj dreigend den wjjsringer ophief, smaakt dit hem belangwekkend iD de oogen eener door weelde verweade jonge dame? Waarzchijnljjk zou hjj er zich niet weinig op laten voor staan, als hjj wist, dat hjj zulk een warme verdedigster heeft." Elvira trok minachtend den nens op toonde een hoogmoedig gelast. «O neenEn ge kant gerost gelooven, dat ik niet zon weifelen om mjjnheer Schwerdtner binnen de perken terng te wjjzen, daar aanleiding voor mocht komen ■Voortreffelijk! Zoo uit de hoogte van uw troon hoor ik u gaarne spreken 1" Zjj maakte eeD afwijzend gebaar. «Ge spot zeker of moet ik gelooven, dat ge iemand zjjn gunstige finauciëole omstandigheden als verdienste aanrekent?" «Wel zeker! «als men het goed inziot Zich zeiven die gnnstige financiële omstan digheden te schoppen, iz eene verdienste van menschen met esn sterken wil en een flink verstand, en bet ia evonoens eene verdienste als men in zulke omstaodigheden weet te bljjvon, wanneer men, zooals u, door geboorte er in geplaatst is. Do erbarmelijke menschen zjjn de zwakkeliogen in hun njjd ligt eene erkenning van de macht en de kracht van anderen." Elvira glimlachte verrast. Daar hoorde zjj ser ietz van Schwerdtneria theoriodie A ook beweerd, dat een monsch met aterken wil en flink verstand zijn eigen lot schiep en dit niet kon, verdiende door de anderen achteruit geschoven (o worden. Dat was de moraal der maohthebbors, en hier was overeenstem ning tusschen den filosoof en den koopman, dio pochte op zjjn bijeengegaarde millioenen. Neem me niet kwaljjk, mr. Snoward Mftar als dit zoo was, zon het bezitten van rjjkdom alleen reeds het bewjjs zjjn voor zede- ljjke sterkte." «Ob, niet bjj de lieden, voor wie geld slechts het middel is om zich de gewone ge nietingen des levens te verschaffen en die hun renten gaan levon, zoodra zjj gei kapitaal bezitten. Voor sterke geesten heeft geld slechts waarde als een middel om macht nit te oefenen. En uit de manier, waarop dit machtmiddel wordt gebruikt, kan men nauwkeurig bepalen, of de geldbezitter veel of weinig verstand heeft." «Dat klinkt goed. Nu begin ik u te be- grijpen." En nn beschouwde Elvira den millionair uit een nieuw oogpnnt. Zjj maakte sieh een verwijt over baar voorbarig oordeel ovor dezen ea meende nn te begrjjpen, waarom hjj i lachte over zjjn talrijke handelsvrienden, die zich optooiden met gekochte ridderorden nieuwe adelljjke titels. En toch hebt ge straks gesproken van een troon, dien ik met recht inneem?" vroeg zjj toen plotseling. ■Den troon der schoonheid, die ook een onbedwingbare macht uitoefent," antwoordde hjj snel. Beken maar genist, barones, dat ge .i dien troon gevoeltIn dit geval zon be scheidenheid juist jjdelheid zjjn. En zooals de eerste voorwaarde voor de macht van het geld is, dat men weet hoe ver dio macht strekt, zoo moet men ook de macht van zjjn eigen persoonlijkheid kenoen on het selfbewustsjjo tc kunnen bezitten, dat wjj noodig hebben om met ons leven vorzoend te zjjn." Elvira begreep deze woorden niet geheel, maar toch luisterde zjj met onverholen be langstelling. Uit zjjo woorden sprak kracht, kracht I en dat maakte indruk op haar. Kracht en een vast karakter juist, nu wist zjj het die twee had ajj in haar om geving gemist, en door dit gebrek waren de mannen, die zjj kende, zoo verachtelijk in haar oogen. Mjjnheer von Rümmel, die schuin tegenover lar aan tafel zat en haar voortdurend in het oog had gehouden, achudde nu geërgerd het kale hoofd. «Wat doet de barones toch 1" floisterde hjj «jjn buurvrouw, de kokette gravin Gjjppen, toe. »Om haar aanbidden te plagen, laat zjj zich door dien Amerikaan aan tafel geleiden maar nn gaat zjj toch stellig te ver." Hoe bedoelt ge dat?" vroeg de gravin. «Wel, ajj stelt zich na bloot aan de ver denking, dat zjj naar de hand van dien rjjken Amerikaanschen burger heugelt." «Haba I Ea wie zegt u, dat zjj niet werke lijk «Ach kom! Onzin t" antwoordde de anden zoo boosaardige lasteraar thans heftig, en zjjn geelachtig gelaat werd bleeker. »Zjj denkt daar niet aan. Ik ken haar te goed. Neen, zjj is toch verheven boren zolke gemeens be doelingen." De gravin keerde zich van hem af om met haar anderen tafelbuur een gesprek aan te knoopen. Bjj uitzondering vond zjj Rümmel dezen avond vervelend. «Ik behoef n niet te zeggen, barones," ver volgde Snoward zdat er voor degenen, die de wereld on de menschen niet kannen liefheb ben, slechts één zaak is, die bun genoegdoening verschelt, en dat is: de wereld en de men schen beheerechen, onder het jok brengen. En die genoegdoening moet niet voortkomen nit jjdelheid neen slechts wanneer de triomf ziel bevredigt, die een geheele woreld noodig heeft om de vleugelen nit te alaan, een ziel, wier streven geen grenzen kent; dan wordt de wil van één man groot en ver heven, daardoor buigen de gewone stervelingen misschien met haat in het hart, maar altjjd zeker met het bewustzjjn van hnn eigen onmacht." En dit alles zei die man zonder de opwinding, zonder een spier in het g< vertrekken, en dit versterkte juist den indruk zijner woorden, want men kon bemerken, dat hjj werkeljjk boven «de jjdelheid" verhieven was. «Als wjjniet kannen liefhebben-. herhaalde Elvira in haar gedachten verdiept. «Ja want wio liefheeft, begint mot zich- zelven vrijwillig ondergeschikt te maken." ■Dat begrjjp üzpelde zjj en alsof zjj haar onbedwingbaren trots tot oitdrnkking wilde brengen, kneep zjj haar servet in da id samen tot eon baL <Daarin soa men ook de verklaring kannen vinden, waarom het Amerikaan echo volk op verschillend gebied de meordere ia van het dweepend* Daitsche volk." ■Op welk gebied T' «Na vooral in de waardeering en behande ling van geld. Wjj zjjn meer practizcb, meer nachter en vrjj ons geldrolt meer. Wjj winnen of verliezon een vermogen met r kalmte. In tegenstelling met nw vader- zal men in Amerika nauwelijks nauwelijks i vinden, die het geld werkeljjk veracht, en ook naaweljjks iemand, bjj wiea de liefde tot bet geld zoo fanatiek is geworden, dat men van gierigheid, vrekkigheid kan spreken." «Ik begrjjp u de Amerikaan schat het geld meer als een middel om macht nit te oefenen, wilt go zeggen." 11 Ge hebt het jaiat* antwoord h er over, dat de ver- millionair haar oordeel juist vond, en terwjjl zjj de tafel overzag en de wel go- friseerde hoofden der andero heeren vergeleek met dat van haar tafelbuurman, dacht ze: «Die Amerikaan is jelni allen te alim af' en ze kwam tot het besluit: »Dit ia na eens een origineel man." (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1896 | | pagina 1