't Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER NIEUWEDIEP EN TEXEL
1 Januari.
Welkomstgroet
'T-,
ELVIRA.
go. 2490
Vrijdag: 26 December 1896.
24*tz Jaargang.
Bureau: Zuidstraat.
Telefoonn". 63.
Bureau: Spooratrut.
Telefoonn. 61.
Alaormement
p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., met ZondagBbl. 80 Ct.
id. franco per poet 75 idem fl.121/*
id. voor het Buitenland f 1.25, idem f2.00.
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgever*BERKHOUT ft Co., te Helder.
Bumux SPOORSTRAAT «l ZUIDSTRAAT,
Aavertontl6n
van 1 tot 5 regel*35 Cent.
Elke regel meer
Groote lettere worden naar plaatarnimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
KALENDER DER WEEK.
DECEMBER, 57ioterm*«nd, 31 dagen).
Opkomst der Zon 8 n. 13 m.
Ondcrg. 8 n. 60 m.
Zondag 27 L:atato Kwartior.
Maandag 28
Dinsdag 29
Woensdag 30
Donderdag 31 H. Silvestur.
JANUARI, (Louwmaand, 31 dagen).
Vrijdag 1 Nieuwjaarsdag.
Zaterdag 2
Aan onze abomié'B buiten de
gemeente wordt beleefd ver
zocht 't verschuldigde abonne
mentsgeld Vliegend Blaadje en Zondags
blad, 4e kwartaal 1896, te willen over
maken per Postwissel of in postzegels,
vóór 5 Januari, zullende anders daar
over met 5 cents verhooging per post
worden beschikt.
Postwissels voor dat doel behoeven
slechts met een zegel van 2'/j Ct. beplakt
te worden.
We verzoeken onzen lezers
die, volgens gewoonte, een
aan Familie, Vrienden of
Begunstigers in ons blad
willen plaatsen, beleefde
lijk daarvan tijdig opgave
te willen doen.
DB DITGEVEKS.
Vrede op aarde!
Het Kerstfeest is daar. In heel de Chri
stenwereld, verspreid over alle deelen der
aarde, wordt thans 't feest der geboorte van
den Stichter desChristendoma gevierd. Aller
wegen wordt door de feestelingen den blik
geslagen op den veelbewogen tijd, nu 19
eenwen geleden, toen de geheele toen be
kende wereld zuchtte onder de heerschappij
van Keizer Augustus, en er profetische stem
men waren opgegaan, die eene betere toe
komst voorspelden. In den loop der tjj-
den werd herhaaldelijk de dageraad van
een schoonen dag aangekondigd door ds
geboorte van een Verlosser, 't Verhaal
dier geboorte en van de omstandigheden
die daarmede gepaard gingen, werd in
het eenvoudige, schoone verhaal dat ons
daarvan is overgeleverd, op onvergetelijke
wgze ter nfêr geschreven, en op deze
feestdagen worden we daaraan weêr leven
dig herinnerd.
Volgens dat verhaal verscheen in den
wonderschoonen Kerstnacht, door stillen
maneschjjn en schitterend stargewemel ver
licht, een engel, bode des hemels, om den
in bet veld van Bethlehem gelegerden her
ders de komst van den Verlosser te melden.
Eere zjj God in den Hooge, Vrede op aarde,
in de menschen een welbehagen zoo
klinkt het nit der Engelen mond.
Dat woord, door 't Engelenkoor in den
Kerstnacht der wereld toegezongen, heeft
sedert stof gegeven tot sombere, zoowel
als tot blijmoedige overdenkingen. Hadden
de Israëlieten van den onden dag door die
belofte gedroomd van den Redder, voor
wiens majesteit de heidenen zonden buk-
ken, het bleek weldra, dat geen held, geen
bevrijder van het juk der vreemden was
gekomen, doch dat er een zachte wjjsgeer
was verschenen, die buigen leerde in stede
van verzet, liefde in plaats van wrake.
Bespot en gekruisigd werd hjj, maar Je
zus leer viel niet. ZelfB de overwinnaar
werd overwonnen, daar 't toenmaals beiden-
■che Romeinsche|Keizerrjjkboog voor Jezus'
naam, en 't licht, in Bethlehem versche
nen, van lieverlede woest- en wreedheid
voor zich henen dreef, 't Ideaal: liefde
tot God en de menschen is sedert Zjjne pre
diking der hope, morgenster voor de bete
ren onder de menschen, die in de toekomst
staren op de zegepraal van bet licht der
liefde, dat voor het aangezicht van alle
volken eens met reine stralen schjjnen zal.
Maar hoerelen sedert de verloopen
eeuwen vol verlangen hebben uitgezien
naar het aanbreken van den dageraad,
die vrede op aarde zal brengen de
voorspelling wacht nog steeds op vervul
ling. Ja, er zgn teekenen, die heenwjj-
zen naar de komst van een beteren tjjd
de donkere nacht is nog in geenen deele
door een helderen morgen vervangen. De
oorlog, ofschoon zeldzamer, is nog niet
voor goed van de aarde verdwenen, en
ginds op een schoon en vruchtbaar eiland
Antillen wordt heden het feestge-
i, 't welk ons van vrede op aarde"
Bpreekt, onder 't plengen van menschen-
bloed doorgebracht. Er is nog geen vol
komen vrede op Staatkundig gebied, zoo
lang de vrede onder de beschaafde volken
door dreigende verdedigingsmiddelen en
tot de tanden gewapende krijgslieden moet
worden beschermd. Er is nog geen vrede
op aarde, zoolang in onze sameo leving, in
onzen familie- en vriendenkring de geest
van liefde en welwillendheid nog niet heer-
schende is geworden. Er iB nog geen
vrede op aarde, als in den huiselgken kring
nog tevergeefs wordt uitgezien naar die
onderlinge toewijding, waardoor zelfopof
ferende liefde geboren wordt. Ja, de vrede
is op aarde nog verre te zoeken als die bjj
velen, helaas, nog in het eigen harte wordt
gemist.
Godlof, er zjjn toch verschijnselen, die
een betere toekomst aankondigen. De af
keer van den menscbenmoordenden krjjg
wordt steeds grooter en meer algemeen;
pogingen om op maatschappelijk gebied
wat goeds te doen voor armen en ongeluk-
kigen worden steeds meer beraamd, steeds
ijveriger gesteund; in den engen kring van
vrienden en verwanten wordt meer onder
linge liefde gekweekt, en meer en meer
wordt de overtuiging gevestigd, dat de ver
hevene leuze: Vrede op aarde!" eerst
dan verwezenlijkt zal worden, wanneer ze-
deljjke hervorming en verheffing daarvoor
den weg hebben gebaand.
Laten wjj, lezers en lezeressen ons be
vlijtigen, om dien wel moeiljjken, maar
toch zekeren weg in te slaan en laat het
Kerstfeest, dat wjj heden vieren, ons ten
spoorslag verstrekken, om de beide arti
kelen der Grondwet, die ons door den
Grondvester des Christendoms zjjn gegeven
en nog ongewjjzigd ons wordt voorgehou
den, getrouw opvolgen: Hebt God boven
alles lief; bemint uwe naasten als u zei
ven Bjj 't opvolgen dier eenvoudige,
doch veelomvattende voorschriften is de
vervulling der profetie uit deu Kerstnacht
volkomen verzekerd.
De Engelsche auteur George Griffith
schreef onlangs een boek, waarin hjj de
verwachting uitsprak, dat over nog maar
weinige jaren, in het begin van de 20ste
eeuw, in heel de beschaafde wereld geen
enkel regiment meer onder de wapenen
zal wezen. De laatste veldslag is dan,
volgens hem, geleverd en er is eindeljjk
Vrede op aarde!
Licht zal de wereld nog lang vruchte
loos uitzien naar de verwezenljjking van
schrijvers schoonen droom van eene nabjj-
zjjnde heilrjjke toekomst, en dan op nog
menig Kerstfeest kannen instemmen met
de verwachting, door den dichter uitge
sproken
O, Kerstnacht, schoener dan de dagen,
Blink tot in eeuwigheid ow licht 1
Uw gloed schenkt krachten om te dragen,
Tot voor uw glans het duister zwicht.
Na negentien maal honderd j-»ren
Raischt nog uw jab'lend Eng'lenkoor,
D n meiisch bij dnizend krijgsgevaren
Het hoopvol lied dea vredes voor.
Der liefde leer zal zegepralen;
Eens volgt het mensebdom haar geboó j
Eens zal de vrede op aarde dalen,
En valt de zelfzucht van den troon.
Als Waarheid, Recht en Liefde spreiden
Hun glans voor 's werelds aangozicht,
Dan sterlt de haat, dan eindt het ljjden,
Dan is het dag, dan scbjjnt bet licht.
EEN KERSTNACHT OP ZEE:
't Was in den avond van den 24en Decem
ber 1890 aan boord van den Franschen pakket-
stoomer Bmgance". Het diner der p usagiers
in de kajuit le klasse was zoo go.d .1. ,lg„-
.en. Door de wjjd geopende patrijspoorten
kwam eene geurig frissche lucht naar binnen
itreek over do met 't dessert nog zwaar
den tafels; de warmte was geweken vcor
de lichte bries, die met tropische geuren be
zwangerd van de reeds nabjjzjjnde kust woei.
Do eerste sterren flonkerden reeds aan den
diepblanwen hemel.
Volgens de berokening van den comman
dant kon men ieder oogenblik de varen van
de Braziliuansche kust in 't gezicht krijgen,
en nog voordat de nacht geheel was verstre
ken, het aoker uitwerpen op de reede van
Rio de Janeiro.
Naar buiten gedreven door de gezellige,
doch voor haar pijnlijke vrooly kheid harer reis-
genooten, was eeno nog jonge vronw, in die
pen rouw gekleed, naar 't dek gevlucht en had
daar in ven der achterste hoekjes onder de
verschansing plaats genomen in een rieten
luierstoel.
Bovon haar hoofd flikkerde en flonkerde het
onvergelijkelijke Zniderfirmament. Geen welkjc
was er in 't luchtruim te bekennen. Het Zni-
derkrnis, verborgen voor het oog van de be
woners van Enropa, prijkte in al zjjne heer
lijkheid aan den Zuiderhemeltrans ter eeuwige
gedachtenis aan Golgotha.
Een witte lichtende schuimstreep achter het
schip daidde de baan aan, waarlangs de snelle
schroefwenteling het voortstuwde, en vooruit
op de brug teekende zich scherp omljjnd de
silhouet af van don wachthebbsnden officier,
die daar met zjjo kijker gewapend op en neder
jonge vrouw zat in diepe
i. In den geest liet zjj naar nog zoo
kort, doch reeds zoo droevig loven aan zich
voorbijgaan. Hare ziel verwjjlde bjj de nage
dachtenis van haar kind, een zoon, dien zjj
had verloren, bjj de nagedachtenis van haren
echtgenoot, die haar eveneens door den dood
was ontrukt.
Hoe zou 't haar dh&r gaan, in dat verre
Brazilië, waar haro tegenwoordigheid werd
vereischt voor de regeling eener nalatenschap
eo waar zjj niemand, niemand kende?
Wat zou zjj later doen, wanneer zjj weer
in Frankrjjk terug was met haren rjjkdom?
Het vaderland is het land, waar men zjjne
liefde heeft, en alles wat zjj liefhad, was nn
immers verdwenen voorgoedverdwenen
voor altoos
Het feestgcdrnisch nit het salon steeg tot
haar op; luid en vrooljjk gelach, verwarde
stemmen, het klinken var. glazen, 't paften
van kurken, die met een lniden knal nit den
hals der C iampagne-flesschon vlogen, de tonen
der piano, waarop eerst liederen door zang
stemmen begeleid, later danswjjzen werden
getokkeld; dit alles dooreen vervluchtigde in
de kalme avondstilte bovendeks.
In het salon hadden de passagiers uitge
maakt, dat 't nu in Frankrijk zoowat twaalf
uur zou zjjn; en ze hadden eenpari-.' besloten
het Kerstfeest met elkander in vro" jjkheid te
gedenken, den nationalen ,réveillon"' te vieren,
op het uur, waarop hnnne vrienden en bloed
verwanten in 't vaderland dat ook deden. De ge-
dachte, dat hun overtocht bijna was volbrzchr,
verhoogde nog hunne opgernimde vrooljjkheid
de lnchtige losheid van den toon. Zg zon
den nu immers misschion voor altjjd afscheid
van elkander nemen, die menschen, die het
toeval op één zelfden bodem had bijeenge
bracht en die gedurende weinige weken met
elkander aan boord hadden geleefd op intie-
men voet. De banden, welke men in die
weken had gelegd, wortelden niet ia 't ver
leden en waren slechts eene verstrooiing ge-
st voor het heden, zonder in 't minst bia-
1 te zjjn voor de toekomst. Er was nu
meer te vreezenze konden ongostraft
do familiariteit wat uilbreiden. Nauweljjks
was er een woord van dansen geeproken, of
een drom van paren zwierde reeds walsend
or het ruime salon.
Zelfs do oudere dames konden aan deze uit
bundige vreugde geen weerstand bieden en
schaarden zich eveneons in de dansende rjjen.
Er werd veel en lnid gesproken, uitbundig en
harteljjk gelachen; en in deze laatste urea
van de reis, in 't gezicht der Braziliaansche
kast, vergat een ieder zjjne zorgen en bekom
mernissen en ook zjjne verwachtingen. Men
wond zich op bjj de gedachte, dat men eerlang
weer den voet op vasten b-tdem zon zotten,
en de weergalm van al die Inidrnohtige vreugde
steeg op bjj vlagen naar het donkere ru-tige
dek, waar de dame in 't zwart nog steeds
onbeweeglijk zat te mjjmereo.
Vóór op de boot tegen do ankers geleund,
ten een oude zeerob en een knaap, een
lichtmatroosje, te praten en hun pijpje terooken.
De oude zeerob mtt zjjn door wind en zon
gotaaud gelaat, de knaap met zjjn frisch en
;end gezichtje waren laodgenooten en ze
spraken over hun land, hun Brotagne, waar
zjj beiden het levenslicht hadden aansohouwd
waar zjj beiden na volbrachten arbeid
hoopten te rusten.
Ook zjj dachten beiden aan het plechtige
t, dat in die oogenblikken in een dorpje
op de kost van 't oude Armorica werd ge
vierd aan den Kerstnacht. En in hunne her
innering doemden de met sneeuw bedekte
'erige daken op, de met diepe, hardbevroren
karresporen doorploegde wegen, het mut jjs
bevloerde vijvertje; en zjj spraken over 't
onderscheid tusschen het ruwe klimaat van
Bretagne en de lauwe, zoele atmosfeer der
zeebonk herdacht den Kerstavond van
zjjn twintigste lovensjaar, toen 't hem vorgund
was, tusschen twee reizen naar Indië, in zijn
geboortedorp te overwinteren. In dit jaar had
bij kennis gemaakt met bet meisje, dat later
zjjne vrouw was geworden, en die na te mid
den van de jongsten harer kinderen zjjn huise-
1 ijken haard bewaakte. «Wat zouden ze daar
thuis nu wel doen?" dacht hjj en zjjn hart
vloog over de zee met gedachten vol liefde
aan zjjne dierbaren.
De knaap ook doorleefde zyne nog zoo jonge
herinneringen; ejjn smart, toen bjj als wees
op zee moest gaan, om zjjo dagoljjksch brood
te verdienen, als een vogel door den storm
uit bet nest geworpen, voordat nog zjjne vleu
gels krachtig genoeg zjjn om hem op te houden 1
Niets dan de grafsteen, waar zjjne beide
ouders sluimerden, bestond er voor hem, om
er aan te denken, in het gehucht, waar bjj
goboren was. Zjjne eerste groote zeereis liep
nu op haar einde en hjj zag dat einde niet
mot vrougde, maar met droefheid naderen,
omdat een der daaospassagiers zoo vriende
lijk en lief togen hem was geweest dezelfde,
die daar nn zoo eenzaam peiozond zat op 't
achterdek en die zoo dikwjjls mot hem had
gepraat over zjjn eenzaam, vriendenloos be
staan. Had zjj dienzelfden morgen nog niat
hare fijne witte haod over zjjn blonden krol-
lebol doen gljjden en waren er toon niet plot
seling tranen in hare oogen geschoten, bjj die
moederljj ko liefkozing, die zjj eens bad geki
doch die zjj nn nimmermeer zon kennen?
In zjjn eenvoud had hjj niet gevoeld, dat
die moeder, aan wie alles, wat haar lief was,
was ontnomen, in hem haren eigen toon ge
liefkoosd had.
Do boot vervolgde intusschen met snelle
vaart den tocht. Plotseling weerklonk de stem
van den nitkjjk, die een knstvonr signaleerde.
Om dit zooveel te spoediger te zien vliegt bet
matroosje de pardoens op met al de onbe
dachtzaamheid, zjjn leeftjjd eigen. In 't half
donker tast hjj mis, zjjn voet gljjdt uit, tever-
's tracht hjj zich vast te grjjpen aan een
v, aan oen ketting, hjj valt langs de booge,
gladde flank der boot en verdwijnt onder 't
n van een wanhoopskreet..
Man over boord!" schreeuwt uit alle macht
de oude zeerob.
Man over boord!" herhaalt de wacht vol
zeonwachtigen angst. Met vrees en beven
wordt die roep op 'l geheelo schip vernomen.
Allon gevoelen den wiekslag des doods in
lncht allen stormen aan dek, passagiers,
strozen, bedienden. Honderde oogen peilon
de duistere diepte, alsof zij den rampzalige
konden ontdekken, die in dit oogenblik wel
licht reeds niet moer tot de lerenden behoorde.
De commandant ook git naar bovenhjj had
reeds bevel gegeven de machine te stoppen
en de boot uit ta zetteD. Met een snelheid,
die alleen in de bekendheid met het dreigende
gevaar en in den geest van solidariteit der
lui onderling hare verklaring vond, dob-
:de de sloep op de golven en verwjjderde
zich ijlings van boord, zoekende op het on
metelijk watervlak, in 't eindelooze duister, het
stipje, dat 't hoofd moest zjjn van den drenkeling.
D» angst aan boord was groot, de hoop be
gon reeds te vervliegen.
■Wie is 't?" vroeg de commandant.
aIJvon" antwoordde de oodo matroos.
«Ach God, die arme jongen!" fluisterden
of dachten de passagiors. De dame in den
rouw zeide niets; zjj stond daar sprakeloos,
bevend, waggelend, de eeDe hand krampachtig
knijpend om de leuning van haar stoel. Een
ongedacht en teeder mededoogen met 't lot
van den knaap, die nn mies hien reeds ster
vende was, bekroop haar gemoed en over
weldigde haar geheel.
Dooh de sloep komt naar boord terng. Die
spoedige terugkomst doet do hoop herleven
de poging tot redden is met goeden nitslag
bekroond, anders keerde ze immers niet zoo
snel terng
t Gered 1 We hebben hem 1" klonk de stem
van een der roeiers, toen ze dicht genoeg bjj
de boot waren om 't geruisch der baren en
't zachte plonsen van de langzaam wentelende
schroef te overschreeuwen.
Een zacht van verlichting, een bjjna ge
fluisterd «Goddank I" ging op onder de me
nigte, bijna onmiddellijk gevolgd door een
luid boeral
Nog eenige krachtige riemslagen en de sloep
ligt woer langs boord en is weldra opge-
heschen. De knaap loeft nog, maar bjj is
bewusteloos; zjjn bleek gelaat is als 't beeld
des doods, wiens vale vleugel hem bljjkbaar
heeft beroerd. Een forsch matroos draagt hem
in de armen aan dek en legt hem behoedzaam
neder op oen rustbank. Do blonde krnllebol
b.Dg. krachteloos achterover, de linkerarm
valt slap ter neer.
Js door eeno plotselinge ingeving bezield,
is de dame in den ronw toegejjld en heeft zjj
den beswjjmden knaap in hare armen genomen,
op haren schoot neergelegd, on terwjjl de
scheepsdoktor de noadige middelen ter opwek
king gaat halen, tracht zjj met hare fijoe
blanke hand zjjö gelaat te verwarmen on zjj
buigt zich tot hem voorover zóóver, dat hare
lippen zjjn voorhoofd aanraken. Bjj die aan
raking opent de knaap flzuwtjes zjjne oogen
en met nanw hoorbare stem fluistert hjj als
instinctmatig het woord
■Moeder 1".
Diep in het hart getroffen, richt de jonge
vronw plotseling het hoofd op-—
En in haar binnenste werd een plotseling,
een heerijjk besluit gevat, bjj de gedachte, dat
de woeste golven dezen ongehtkkigea knaap
aan het loven hadden teruggegeven en hem
huur geschonkon, voor baar Kerstfeest.
Met vriendeljjken drang dood zjj de omstan
ders uiteengaan, en nederknielend voor den
armen scheepsjongen, koste zjj hemen drukte
hem aan baren boezem.
En zjj, die zwjjgende vnn dit roerend
getuigen waren, wisten teen, dat van dit
blik af de knaap geen wees meer zon zjjn.
Ocergen, uit het Zondagsbl. v/k. N. v. d. Dag.)
NIEUWSTIJDINGEN.
HELDER, 24 December 1896.
Maandagavond jl. gaf de heer Krep* met
ijjne dochter een groote mnemotechnische
séance in Tïvoli.
We stemmen gaarne toe, dat beiden ten
volle hebben verricht, wat in de rondgezonden
circulaire was vermel-l, Do heer Kreps begon
met een paar proeven te doen, die op bedrog
rusten en liet de verklaring volgen.
De juffrouw gaf daarna merkwaardige
proeven in 't oplosten van rekenkundige vraag
stukken.
De hr. Kreps toonde een bewjjs van sterk
geheugen, door een vjjftigtal woorden, door
verschillende personen opgegeven, in volg
orde op te noomen.
Daarna gaf de jnffrouw verrassende blijken
van helderziendheid en gedachtenissen, door
voorwerpen te beschrijven, die ze onmogeljjk
kon zien, en door 'traden van iemands ge-
dacbtsn. Kortom.de avond scheen den bezoe
kers naar den sin te zjjn, want meermalen
gaf een applaos bewjjs van ingenomenheid met
de door vader en dochter verrichte werkzaam-
iden.
Personeele Belasting.
Mot ingang van 1 Januari aanstaande zal
de Personeele belasting worden geheven vol
gens de nieuwe wet.
Alle die op 15 Januari een belastbaar per
ceel bewonen, zullen dan weder voor een vol
jaar worden aangeslagen.
Op de aanslagen over het loopende dienst
jaar 1896/97 zal ambtshalve afschrijving wor
den verleend voor 7s gedeelte.
Zjj die dus juist 9/s T*D bun aanslag heb
ben betaald, behoeven in dit jaar, 1896, niets
meer te betiilen.
Mocht men meer dan gedeelte hebben
betaald, dan zal dat meerder* als eerst*
betaling op de nienwe (in het voorjaar van
1897 uit te reiken) biljetten worden afge
schreven.
Zjj die minder dan s/s gedeelten hebben
betaald, behcoren hun aanslag tot 31 Decem
ber 1896 aan te zuiveren tot een bedrag van
gedeelten.
Men zjj intusschen er op bedacht d a t d
chattingskosten indieaer zjjo, voor
het volle jaar verschuldigd bljjven.
Het is noodig om hierop de aandacht te
vestigen, opdat men niet voor een misschien
teer klein bedrag worde vervolgd.
Een kampioen van de geheel-onthouding.
Ter eere van zjjn verjaardag schonk
koning Oscar van Zweden eenige flesachen
punch aan het garnizoen van Wexholm.
Aan een onderofficier werd bevel gegeven
deze versnapering naar de kazerne te
brengen, maar de man, een overtuigd af
schaffer, weigerde aan het bevel te vol
doen. En toen hem door zjjn meerderen
met nadruk werd g.krt de fleHchen te
dragen, wierp hg se in het water. Voor
dit feit heeft de onderofficier nn voor den
krjjgsraad terecht gestaan en werd hjj tot
acht dagen gevangenisstraf met verlies
van de streepen veroordeeld.
POSTERIJEN.
Do Directeur van het Postkantoor te Helder
maakt bekend, dat het kantoor op den 2dea
Kerstdag a.z. voor bet pobliek zal zijn open-
geateld als volgt:
van 6 tot 7 uur morgens, van 8 tot 9
nor morgens en van 11.80 'smorg. tot 4.30
's avonds.
Op die aren zal bet kantoor voor de be
handeling van alle poetzaken zijn openge
steld, met dien verstande, dat er voor de behan
deling der spaarbank-, postwissels- en qaitanlie-
taken niet eerder dan om 8.80 'amorg.
en voor postwissels en quitantiën niet later
dan tot 130 avonds (Greonwicb-tjjd) gelegen-
De lichtingen der brievenbuse«n sullen ge
schieden als op werkdagon.
Helder, 21 December 1896.
De waarnemende Directeur,
J. J. L. BEDLOO DB BRONOVO.
ÏHXriLXjHTOÏÏ -
(16
En ziedaar, nu ging dat zoo van zelf naar
zjjn zin. Zjjn vaderhart gevoelde eene meer
dan gewone teederheid voor het andera zoo
eigenzinnige meisje.
Midden in die vrooljjke drukte veroverde
Saoward met do grootste kalmte de beide
plaatsen voor zich en Elvira. Hjj bediende
haar met evenveel eerbied en oplettendheid,
alsof hjj daarmee een zaak van groot gewicht
verrichtte. En Elvira nam zjjn diensten met
welgevallen aan. Zjj had schik van al de ver
baasde, nodige en gekrenkte aangezichten van
de personen, die gerekend hadden op bet ge
noegen van haar tafelbuur te mogen zjjn. Die
arme salonhelden l In mr. Saoward hadden
ajj allerminst een medeminnaar vermoed.
En Elvira was daarover eigenljjk niet mind;r
verbaasd over dezen fabelachtig rjjkon
rikaan had zjj in de laatste weken veel hooren
spreken, maar zjj had zich dien man
anders voorgesteld dan als eon lompon u
zak". En nu? Wel was hij geen man van
verfjjnde manieren, doch zjjn passende hulde-
bewjjten hadden toch hun eigenaardige waarde
•n waren niet zonder aantrekkelijkheid.
«Mist ge iemand?" vroeg Elvira,
Snoward herhaalde malen zjjn blik
over de personon aan tafel bad laten gaan.
«Oh neenIk dacht toevallig
heerSchwordtner, geloof ik. Het deed
mjj leed hem in uwe tegenwoordigheid te
zien.
«Waarom
«Ik vindt het nenswjjs van soo'n
tester, zich bjj n, barones, in te dringen.
Waarover Bpreekt men toch met zoo'n jong-
mensch
In Elvira's oogen flikkerde vrooljjke spot,
bjj bet hooren van deze vraag.
«Nu, ik heb genoeg geleerd om veel te
weten, waarvan anderen zelfs niet droomen."
Laat mjjnheer Schwerdtner zjjn wjjsheid
besto geven in de leerkamer, daar wordt
hjj voor betaald," zei Snoward minachtend,
zin ieder geval schjjnt hjj mo nog al aan-
igeud te wezen. Ik ken die lieden. Zjj ge
en met hnn schoolwijsheid iedereen to
recht te kannen wjj zen, maar in het practische
leven zjjn ze zelden bruikbaar. En van dezen
jongen man heeft nw papa mjj vertuid, dat
hjj hem heeft laten ztndeoren en hem eigenijjk
gemaakt heeft tot den man, die hjj nn is.
Hot paste hem dan wel meer bescheiden op
reden dan ik van hem bemerkt heb."
Heeft hjj dan geen recht om gevoel van
eigenwaarde te bezitten, omdat hjjarm
is?" vroeg Elvira.
Ahl" zeide Snoward lachend, terwjjl hjj
dreigend den wjjsringer ophief, smaakt dit
hem belangwekkend iD de oogen eener door
weelde verweade jonge dame? Waarzchijnljjk
zou hjj er zich niet weinig op laten voor
staan, als hjj wist, dat hjj zulk een warme
verdedigster heeft."
Elvira trok minachtend den nens op
toonde een hoogmoedig gelast.
«O neenEn ge kant gerost gelooven, dat
ik niet zon weifelen om mjjnheer Schwerdtner
binnen de perken terng te wjjzen,
daar aanleiding voor mocht komen
■Voortreffelijk! Zoo uit de hoogte van uw
troon hoor ik u gaarne spreken 1"
Zjj maakte eeD afwijzend gebaar. «Ge spot
zeker of moet ik gelooven, dat ge iemand
zjjn gunstige finauciëole omstandigheden als
verdienste aanrekent?"
«Wel zeker! «als men het goed inziot
Zich zeiven die gnnstige financiële omstan
digheden te schoppen, iz eene verdienste van
menschen met esn sterken wil en een flink
verstand, en bet ia evonoens eene verdienste
als men in zulke omstaodigheden weet te
bljjvon, wanneer men, zooals u, door geboorte
er in geplaatst is. Do erbarmelijke menschen
zjjn de zwakkeliogen in hun njjd ligt eene
erkenning van de macht en de kracht van
anderen."
Elvira glimlachte verrast. Daar hoorde zjj
ser ietz van Schwerdtneria theoriodie
A ook beweerd, dat een monsch met aterken
wil en flink verstand zijn eigen lot schiep en
dit niet kon, verdiende door de anderen
achteruit geschoven (o worden. Dat was de
moraal der maohthebbors, en hier was
overeenstem ning tusschen den filosoof en den
koopman, dio pochte op zjjn bijeengegaarde
millioenen.
Neem me niet kwaljjk, mr. Snoward
Mftar als dit zoo was, zon het bezitten van
rjjkdom alleen reeds het bewjjs zjjn voor zede-
ljjke sterkte."
«Ob, niet bjj de lieden, voor wie geld
slechts het middel is om zich de gewone ge
nietingen des levens te verschaffen en die
hun renten gaan levon, zoodra zjj gei
kapitaal bezitten. Voor sterke geesten heeft
geld slechts waarde als een middel om macht
nit te oefenen. En uit de manier, waarop dit
machtmiddel wordt gebruikt, kan men
nauwkeurig bepalen, of de geldbezitter veel of
weinig verstand heeft."
«Dat klinkt goed. Nu begin ik u te be-
grijpen."
En nn beschouwde Elvira den millionair
uit een nieuw oogpnnt. Zjj maakte sieh een
verwijt over baar voorbarig oordeel ovor dezen
ea meende nn te begrjjpen, waarom hjj
i lachte over zjjn talrijke handelsvrienden,
die zich optooiden met gekochte ridderorden
nieuwe adelljjke titels.
En toch hebt ge straks gesproken van een
troon, dien ik met recht inneem?" vroeg zjj
toen plotseling.
■Den troon der schoonheid, die ook een
onbedwingbare macht uitoefent," antwoordde
hjj snel. Beken maar genist, barones, dat ge
.i dien troon gevoeltIn dit geval zon be
scheidenheid juist jjdelheid zjjn. En zooals de
eerste voorwaarde voor de macht van het geld
is, dat men weet hoe ver dio macht strekt,
zoo moet men ook de macht van zjjn eigen
persoonlijkheid kenoen on het selfbewustsjjo
tc kunnen bezitten, dat wjj noodig hebben om
met ons leven vorzoend te zjjn."
Elvira begreep deze woorden niet geheel,
maar toch luisterde zjj met onverholen be
langstelling. Uit zjjo woorden sprak kracht,
kracht I en dat maakte indruk op haar.
Kracht en een vast karakter juist, nu
wist zjj het die twee had ajj in haar om
geving gemist, en door dit gebrek waren de
mannen, die zjj kende, zoo verachtelijk in
haar oogen.
Mjjnheer von Rümmel, die schuin tegenover
lar aan tafel zat en haar voortdurend in het
oog had gehouden, achudde nu geërgerd het
kale hoofd.
«Wat doet de barones toch 1" floisterde hjj
«jjn buurvrouw, de kokette gravin Gjjppen,
toe. »Om haar aanbidden te plagen, laat zjj
zich door dien Amerikaan aan tafel geleiden
maar nn gaat zjj toch stellig te ver."
Hoe bedoelt ge dat?" vroeg de gravin.
«Wel, ajj stelt zich na bloot aan de ver
denking, dat zjj naar de hand van dien rjjken
Amerikaanschen burger heugelt."
«Haba I Ea wie zegt u, dat zjj niet werke
lijk
«Ach kom! Onzin t" antwoordde de anden
zoo boosaardige lasteraar thans heftig, en zjjn
geelachtig gelaat werd bleeker. »Zjj denkt
daar niet aan. Ik ken haar te goed. Neen, zjj
is toch verheven boren zolke gemeens be
doelingen."
De gravin keerde zich van hem af om met
haar anderen tafelbuur een gesprek aan te
knoopen. Bjj uitzondering vond zjj Rümmel
dezen avond vervelend.
«Ik behoef n niet te zeggen, barones," ver
volgde Snoward zdat er voor degenen, die de
wereld on de menschen niet kannen liefheb
ben, slechts één zaak is, die bun genoegdoening
verschelt, en dat is: de wereld en de men
schen beheerechen, onder het jok brengen.
En die genoegdoening moet niet voortkomen
nit jjdelheid neen slechts wanneer de triomf
ziel bevredigt, die een geheele woreld
noodig heeft om de vleugelen nit te alaan,
een ziel, wier streven geen grenzen kent;
dan wordt de wil van één man groot en ver
heven, daardoor buigen de gewone stervelingen
misschien met haat in het hart, maar
altjjd zeker met het bewustzjjn van hnn eigen
onmacht."
En dit alles zei die man zonder de
opwinding, zonder een spier in het g<
vertrekken, en dit versterkte juist den indruk
zijner woorden, want men kon bemerken, dat
hjj werkeljjk boven «de jjdelheid" verhieven
was.
«Als wjjniet kannen liefhebben-.
herhaalde Elvira in haar gedachten verdiept.
«Ja want wio liefheeft, begint mot zich-
zelven vrijwillig ondergeschikt te maken."
■Dat begrjjp üzpelde zjj en alsof
zjj haar onbedwingbaren trots tot oitdrnkking
wilde brengen, kneep zjj haar servet in da
id samen tot eon baL
<Daarin soa men ook de verklaring kannen
vinden, waarom het Amerikaan echo volk op
verschillend gebied de meordere ia van het
dweepend* Daitsche volk."
■Op welk gebied T'
«Na vooral in de waardeering en behande
ling van geld. Wjj zjjn meer practizcb, meer
nachter en vrjj ons geldrolt meer.
Wjj winnen of verliezon een vermogen met
r kalmte. In tegenstelling met nw vader-
zal men in Amerika nauwelijks
nauwelijks i
vinden, die het geld werkeljjk veracht, en ook
naaweljjks iemand, bjj wiea de liefde tot bet
geld zoo fanatiek is geworden, dat men van
gierigheid, vrekkigheid kan spreken."
«Ik begrjjp u de Amerikaan schat het geld
meer als een middel om macht nit te oefenen,
wilt go zeggen."
11 Ge hebt het jaiat* antwoord
h er over, dat de ver-
millionair haar oordeel juist vond,
en terwjjl zjj de tafel overzag en de wel go-
friseerde hoofden der andero heeren vergeleek
met dat van haar tafelbuurman, dacht ze:
«Die Amerikaan is jelni allen te alim af'
en ze kwam tot het besluit: »Dit ia na
eens een origineel man."
(Wordt vervolgd).