't Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER NIEÜWEDIEP EN TEXEL.
§e Itttwlps#.
Ho 2606
Zaterdag 5 Februari 1898,
26ite Jaargang.
Bureau: Zuidstraat.
Telefoonn". 82.
Bureau: Spoorstraat.
Telefoonn. 81.
AUonnement
p. 8 maanden binnen de gemeente 50 Gt., met Zondagsbl. 80 Cft.
id. franco per poet 75
id. Toor het Buitenland f 1.25,
idem
idem
f 1.12»/,.
f2.00.
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
UitgeversBERKHOUT ft Co., te Helder.
Buraaux SPOORSTRAAT tn ZUIDSTRAAT
AdLvortontlön
ran 1 tot 5 regels 25 Cent.
Elke regel meer5
Groote lettere worden naar plaatarnimte berekend
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureau* bezorgd zijn.
KALENDER DER WEEK.
FEBRUARI, Sprokkelmaand, 28 dagen.
Opkomst dor Zon 7 u. 36 m.
Onderg.
Z ui dag 6
n. 54 ra.
Septuagesima. - Volle Maan.
Maandag
Dinsdag 8
Waoasdag 9
Do.ïdordag 10
V rijdag 11
Z 'dag 12
Jan Carel Juseplus van
5 Februari 1831.
Er is aanleiding om de gebeurtenis in her-
iunering te brengen, die op morgen voor de
67sto maal verjaart. Op het vóórplein van
bot Koninklijk Instituut voor de Marine alhier
staat de maat, die eenmaal geplaatst was op
de kanonneerboot no. 2, onder het bevel van
den beldhuftigen Van Speyk, behoorende tot
bet smaldeel, dat in die dagen op de Schelde
voor Antwerpen bad post gevat. In de receptie
zaal van bet genoemde Iastituat wordt degs-
dacLtenis aan den zeeheld levendig gehouden
door «enig. voorwerpen, van dien held afkoms
tig, en daar zorgvuldig bowuard, en door een
paar prachtige schilderstukken, op het gedenk
waardige feit betrekking hebbende. Reden dus
genoeg om aan 't gebeurde op den gedenk-
waardigon Februari-dag van 1831 ook thans
eaköle regelen te wjjden.
De bevolking der Zuidelijke Nederlanden (de
Balgen) waren in Augustus 1830 ia opstand
gekomen tegen 's Konings gezag de opgestane
provinciën waren door de Nederlandsohe troe-
pen ontruimd, en alleen de Citadel van Ant
werpen was nog in onze macht geblsven.
Daar gebood de grijze generaal Chassé, die,
hoezeer oene opgewonden menigte hot fort
opoischte, or niet aan dacht, voor de muiterij
te zwichten. H\j dreigde zelfs de stad Ant
werpen te zullen beschieten, ingeval men tegen
hom en de zijnen goweld pleegde. H >t gepeupel
liet zich hierdoor echter niet tot ru»C breagen
hot betoonde allerlei baldadighed.n en ver
zuimde zelfs niet, op de voor de Citadel lig
gende oorlogsvaartuigen te schieten. Het
smaldeel, dat daar lag, bestond nit een fregat,
onder bevel van den kapt. ter zee Lowe van
Aduard, twee korvetten, onder de kapiteins
Koopmans en Van Maren, oen brik onder
den luitenant Zoutsian en vier kanonneer
boten. Een dezer laatsten, waarover de luite
nant ter zee Van Spojjk het bevel voorde,
werd door het vijandelijk geschut van zeil en
tuig beroofd, waarop do bevelhebber, die tot
nog toe zich slechts met klein vnnr verdedigd
had, met grof geschut bsgon te antwoorden.
Dit strekte ook aan de overige schepen tot
sein om to vuren, en nu achtte Chassé insge
lijks, dat do tjjd gekomen was, om de muiters
op gevoelige wijze tot rust te brengOD. Hij
liet het geschut van de Citadel spelen, en met
hevigheid werd de stad gedurende vier uren
gebombardeerd. Deze gebeurtenis had plaats
in 't laatst van October 1830.
't Werd Februari in 1831, en nog altijd
bleef die toestand in en om Antwerpen voort
duren. Luitenant Van Speijk, die met de ka
nonneerboot onder zjjn bevel voor Oosterweel
ton noorden van Antwerpen lag, werd door
eon. storm naar do kaai der stad geslagen.
Terstond sprong oon aantal gewapende Bolgon
bij hem aan boord, teneinde zich van de ka
nonneerboot meester te maken. Van Spejjk,
de schande niet willende verduren van zjjn
vlag. onteerd en zichzelf met sjjn vaartuig in
's vjjands handen te zien, ging, onder voor
wendsel van zjjn papieren to balen, naar be
neden, waarschuwde den schrepsjongon, dies
hy ontmoette, zich te bergen, en stak toen
den brand in 't kruit. Do boot .i*,* in do
lucht, eu met den heldhaftigeu zeeofficie
sneuvelden, behalve een aantal Belgen, veer
tien man zijner equipagevjjf anderen, waar
onder de bedoelde scheepsjongen, die te water
sprongen, ontkwamen den dood.
Luide werd deze zelfopoffering van den
jcügdigon zeeheld door Nederland geroemd.
De dagbladen verhieven haar homelhoog, de
dichters bezongon deze grootache- daad,
schilders en graveurs vereeuwigden haar door
kunsttafereolen en gedenkpenningen. Aan de
naaste betrekkingen van den oragokomen zee
officier werden van Rykswege jaargelden toe
gelegd, gcljik ook aan de behondene, doch
meest verminkte manschappen der boot, om
aan de verwanten dor gesneuvelden. Bji Ko
ninklijk besluit werd de naam van Van Speyk
aan oen nieuw oorlogsvaartuig gegeveD, en
bepaald, dat voort san bestendig óé:i oorlogs
bodem dien naam zal voeren. Ie hot Burger
weeshuis to Amsterdam, waar Van Speiik was
opjmvood, werd een gedenk- en in de Nieuwe
Kerk aldaar een grr.f'oekeu voor hem opge
richt. Nog belangrijker eerezuil word hem
gesticht in den sedert gebouwden en naar hom
genoemden kustlichttoren te Egmond aan Zoo.
En inderdaad, zoo het feit onder alle om
standigheden merkwaardig ware geweest, het
was znlks inzonderheid in hot tijdsgewricht,
waarin het voorviel. De vernedering, die
onze krijgslieden in de laatstverloopen maanden
hadden ondergaan, toen zjj overal voor de
Belgen het veld moesten ruimoD, bad moe
deloosheid bij het leger verwekt, en al waren
de vrijwilligers on de schutterijen nog zoo
welgezind, over het algemeen heersebten in
Nederland angst en bekommering. De dood
van Van Speyk wekte don moed, het zelf
vertrouwen oa den strijdlust weder op en be
zielde al wat de wapenen voerde, met de zucht
om den dood van den jeugdigen held te wreken.
En ook in het buitenland, waar men in den
laatsten tjjd niet had nagelaten, de dapperheid
der Belgen te verheffen ea op de Nederland
sohe lafhartigheid laag neêr te zien, huldigde
mea nu de hooghartigheid, door Van Spsyk
betoond, en begon men andere, veel betere
gedachten te koesteren ten aanzien van eeae
natie, die zulke zonen bad 1
Uit het Buitenland.
Interessante mededeelingen komen van tjjd
tot tjjd naar Europa, ten aanzien van den
toeBtand in K 1 o n d i k e het goudland van
Britsch-Amerika en dezer dagen troffen
wjj zulke mededeelingen aan onder het veel
zeggend opschrift»Gond en hongert"
Een der leeraren aan de Oxferd-Uaiversiteit
do heer Brown had het goudland be
zocht was vandaar behondea teruggekeerd,
ea gaf na van zjjne ervaringen een omstandig
verslag. Of dit verslag velen zal opwekken
en aansporen, om dea verren tocht te onder
nemen naar 'tland, waar men het ssljjk der
aarde" maar voor 't oprapen heeft valt wol
te betwijfelen. Klondike is in waarheid
een onherbergzaam oord. Men leeft er, 800
mjjlen vaa de beschaafde wereld verwijderd,
in hutten en tenten van zeildoek, en de om
géving, een wildernis geljjk, vormt een opper
vlakte van jjs en sneeuw. De temporatuur
was, toen Brown het land verliet, tot op 15
30 graden onder nnl gedaald. De rivier,
tot op den bodem bevroren, is daardoor niet
r eene verbinding met do buitenwerold,
ds in den zomer de bewoners zjjn daar
door zoo goed als van hulp verstoken. Goud-
apen glisteren daar van alle kanten da
schen togen. Emmers, waterkannen, kotele,
elk voorwerp, dat ruimte biedt, om het kost
bare metaal te bergen, wordt er med gevuld.
Menige eigenaar van die schatten sterft echtcr
van honger eo ellende 1 Minstens 30 pCt. der-
genen, die uitgetrokken waren, om 't «aardsche
sljjk" te bemachtigen, koeren niet weer terug.
Drie genoesheeren kwamen gedurende Brown's
verblyf in die streken ten gevolge van over
spanning en uitputting om het leven. Deeenige
apotheker dor stad was zjjn gebeelen voorraad
geneesmiddelen kwijt, on voor do -weinige art
senijen, dis hjj destjjds nog over had, werd
f60 por flesch betaald. Ook de hongersnood
braoht ellende en deed de prijzen der levens
middelen fabelachtig stijgen. Voor een kool
stronk werd f 6 betaald. Toen Brown de
terugreis aanvaardde, was er een gouddelver,
die hom 1 900,000 aanbood, wanneer bij hem
veilig nanr den eerstsa don heston spoortrein
bracht, 't Was echter te laat; don volgenden
dag stierf de arme rijkaard. Brown hoeft
dus verzekert hy de opbrengst der goud
velden in Klondike gedureude de twee
laatste jaren hooren schatten op 72 millioen
gulden. En er werdt in de tookomat nog veel
meer verwacht. Gouddorstigen, die lust mochten
gevoelen hun geluk in het Noordweston vau
Noord-Amorika te beproeven, kunnen nit do
mededeelingen van don heer Brown de noodige
gegevens putten voor 't volbrengen van den
tocht, 't Is echter wel iets vorder dan naar
Schngon en AlkmaarDe geheele reis duurt
van Liverpool pl. m. zes weken, en de laatste
800 mijlen kunnen slochts te paard of met
sleden worden afgelegd. M-'t de heen- en
terugreis is een sommetje van f 6000 gemoeid.
Een on andor zal waarsc-byilyic stuf geven,
om er nog eens ernstig over na te denken,
«er mon de ruis naar 't afgelegen goudland
gaat aanvaarden 1
Een andere bezoeker der goudvelden ver
baalt: »Ik nam op een keer een pan met
water van een kachel, en plaatste die vl^k
naast den roodgloeienden pot. Aan de zjjde
van de kachel bleef het water warm, maar
aan den anderen kaut bevroor het tot den
bodem. Zoo is zegt de man de winter
in de Poolstreken 1
Te Sckeuditz, eon plaatsje in de Pruisische
provincie Saksen, is dezer dagon bjj politie
verordening bepaald, dat men zich daar op
Zondag niet anders dan netjes gekleed op straat
mag vertoooen. Nu zou men zoo zeggen, dat
zulk oene verordening wei nooit aanleiding
tot overtredingen zon geven, doch zoowaar,
het is dezer dsgen gebeurd, dat iemand ver-
7„lgd en bekeurd werd, wegens overtradiag
het bewnste verbod. Het geval betrof een
stalknecht, die op Zondag eenig werk bad ver
richt, natuurlijk in zjja werkpak en, huiswaarts
door een diender op overtreding op
merkzaam gemaakt werd. Hjj kreeg eene boete
van H Mark en bjj beroep op een boogeren
werd die straf bevestigd. De be
klaagde bad op klompen geloepen, in kousen
met gaten er in en met zjja ellebogen door ds
souwen, terwjjl hjj bovendien, o, het roode
pookeon schrikkeljjk roode das om had.
tsden te over dus, om den man te-weroor-
eolon. De berichtgever, die dit vermakelijk
tukje nieuws mededeelt, voegt er aan toe
Het wordt tegenwoordig in Pruisen hoe langer
toe fatsoenljjker 1"
Do dag nadert, waarop het prooei-Zola te
Parjja zal plaats hebben. Do gemoederen wor
den in de Fransche hoofdstad wol wat onrus
tiger, doch ook nu bljjft er over 't algemeen
de noodige kalmte bestaae, in de verwachting,
dat de partjjen weldra in de uitspraak der
rechters zullen berusten. Eenige Fransche bla
den bejjvereu zich nog, om ovor do zaak
Dreyfus min of meer holder licht te verspreiden,
doch de gloed der nieuwheid is er af, en 't is
lang niet zeker, dat het groote publiek aan
die inlichtingen wel de noodige aandacht wjjdt.
zegt, dat Zola een boek zal schrjjven
de bowusto zaak, die nu in de volgende
weêr stof tot veel schrjjven zal geven
aan de dagbladpera.
NIEUWSTIJDINGEN.
HELDER, 4 Febraari 1898.
Zaterdagavond gaf de scherm- en
Ïymnastiek-vereeoiging oOefening kweekt
lunst* een soirée amusante in Tivoli.
't Programma was afwisselend genoeg.
Onder leiding van den lieer H. J. Seeboldt
toonden de leien der hoofdafdeeling hun
bedrevenheid in gymnastiek en schermen,
waarbjj de groepen* wel een afzonderlijke
vermelding verdienen.
Komische voordrachten veraangenaamden
den avond en vielen bjjzonder in den smaak,
vooral de gymnastisch-acrobatische panto
mime; aan 't lachen kwam geen einde.
Een collecte, ten voordeele van 't vis-
schersfonds gehouden, bracht f 15,12* op
(Door omstandigheden de vorige maal
blyvea liggen).
De matrozen-vereeniging van Hr. Ms.
pantserschip >Evertsen< Trouw moet
bljjken* gaf Dinsdagavond een uitvoering
in Tivoli. Als eerste nummer werd door
't werkend personeel voorgedragen >'t
Vlaggeliedwaarbjj alle in uniform ge
kleed, om de Nederlandsche Vlag geschaard
i stonden. Gymnastische toeren aan den rek
stok volgden, en daarmede toonde de
matrozen dat ze zoowel krachtige spieren
als vlugge ledematen hebben. Er werd
kranig gewerkt onder leiding van den
directeur Hollevoet.
Nu volgde de opvoering van 't historisch
drama Maria van Utrecht*. Met genoegen
zagen we dat de rollen goed waren be
studeerd en gaarne hebben we in de eerste
plaats voor de hoofdvertooners, zoowel
dames als heeren, een woord van lof over.
't Geheel maakte een goeden indruk, en
dat dit echt vaderlandsch stuk de talrijk
aanwezigen wist te boeien, bewees niet
alleen 't applaus, na afloop van elk bedrijf,
maar ook 't terugroepen der spelers.
Uit de Eerste Kamer.
De begrootingen voor Koloniën en voor
8uriname zjjn zonder hoofdeljjke stemming
aangenomen. Vooraf werd door de Kamer
hare aandacht gewijd aan 't ongerief, dat
de bewoners van Delft en den Haag onder
vinden door den zeer onaangenamen geur
van het grachtwater, 't Heldersche kanaal
werd bij de discussie niet genoemd
Afschaffing der plaatsvervanging.
Door de Ministers van Oorlog, van Ma
rine en van Binnenlandsche Zaken is dezer
dagen by de Tweede Kamer ingediend een
wetsontwerp tot wyziging der militie-
wet, in dien zin, dat de bevoegdheid tot
het stellen van plaatsvervangers uit de ge
noemde wet verdwyne. 't Ontwerp heeft
ten doel het vaststellen en in toepassing
brengen van het beginsel van den p e r-
soonlyken dienstplicht, en be
helst geen andere wijzigingen dan die,
welke betrekking hebben op de persoonlyke
vervulling van den dienst, of die daarmede
in rechtstraeksch verband staan. De Regee
ring verklaart, dat, wordt het aangebodeir
ontwerp tot wet verheven, krachtig de
hand zal worden geslagen aan de hervor
ming der levende strijdkrachten, hoewel
intusschen door onverwjjldt invoering van
den verplichten persoonlijken dienst al
dadelyk eene noodzakelijke verbetering der
levende strijdkrachten zal zjjn tot stand
gebracht, welke aan elke hervorming op
dat gebied ten grondslag moet strekken,
onafhankelijk van de beginselen, waarop
later het ontwerp voor de genoemde her
vorming zal berusten. Het volgen van dezen
weg zal dus meent de Regeering
op de zekerste en snelste wjjze voeren tot
einddoelde regeling van den verplich-
krygsdienst, by art. 181 der Grondwet
voorgeschreven.
Bjj hare uiteenzetting, waarom zij de
ichaffing der dienstverranging by de
militie noodzakelyk acht, oordeelt de Re
geering verbetering van het verstandelijk
en zedelyk gehalte der militie van groot
belang. Tot dusver zjjn mannen van be
schaving, kennis en verstandsontwikke
ling slechts voor een gering aantal in
hare gelederen aanwezig. Nagenoeg »/g van
de militie bestaat uit plaatsvervangers en
nummerverwisselaars.
De bemanning van het Urker vis-
schersvaartuig no. 291, schipper FokkePost,
was ongeveer vier uren ten westen van
Texel bezig de kor binnen te halen. De
knecht Jocob Kramer stond vóór op het
braadspit, met ééne hand aan het stag.
Door een aanrollende golf werd de schuit
onvoorziens hevig geslingerd, en Kramer
stortte, met het hoofd voorover, in de
Toen hy weêr boven kwam, had hy het
geluk bet korjjzer, dat met een deel van
het net nog buiten boord was, te grypen,
en daaraan kon hy zich zóó lang vast
klampen, totdat de twee andere opvaren
den, na eenige vruchtelooze pogingen, hem
binnenboord konden krjjgen. Wel had hjj
op het laatst het bewustzyn verloren, doch
na zjjne redding werd hy gelukkig spoedig
weêr bjjgebracht.
Eea drievoudige vergiftiging?
Het zoontje van de weduwe Vau Diest,
dat dezer dagen naar het ziekenhuis te
Leiden werd opgezonden, lijdende aan
krampen, die aan vergiftiging deden denken,
is teruggekeerd.
Zondag van 115 is de justitie weder
te LisBa vergaderd geweest, ten einde de
weduwe Van Diest te hooren. De vrouw
is echter niet aangehouden.
im is een nie
Te Sassenheim i
nieuw vermoeden
tegen Van Kampen gerezen.
Nu het gebleken is dat in het lyk van
zjjn overleden vrouw arsenicum is gevon
den, dringt zich meer en meer de gedachte
aan de mogelijkheid eener derde ver-
giftigiog op.
De eerste Trouw van Van Kampen is
reeds lang geleden gestorven. Van Kam
pen, nu eeuige jaren weduwnaar zynde,
poogde zjjn nu door arsenicum overleden
vrouw tot een huwelyk met hem te be
wegen. Deze zeide hem echter, dat zjj er
wel over zon denken met hem te trouwen
indien hjj niet nog zulk een jong kind had.
(Het jongste was toen l»/3 jaar.)
Kort daarop stierf het kindje plotseling,
zonder dat uit té maken was waaraan.
De algemeene opinie is nu, dat Van
Kampen dit kind ook vergiftigd zou heb
ben.
Gebleken is verder, dat Van Kampen
de vrjje beschikking over arsenicum had.
Hy was namolyk by een bloembollenkwee-
ker, die hem belastte de ratten en muizen
te vergiftigen. Daartoe was onder zjjn be
heer gesteld een zakje met arsenicum.
De »N. R. Ct." bericht dat Van Kam
pen zjjn misdaad reeds heeft bekend.
Men schryft ons uit IJmuiden
Als bewjjs van gebrek aan geschikte
woningen, kan onderstaande dienen
Een rijksveldwachter, alhier geplaatst,
kan ge«n andere woning vinden, dan op
de Heide, ongeveer 20 minuten van zjjn
standplaats af. Er is geen woning ia IJ
muiden of zjj is bewooud, de aanboaw van
nieuwe woningeH en het toenemen der
bevolking staat als 1:2. Het gevolg hier
van is dat de huurprijzen steeds «Sgen.
Indertjjd is dan ook hier een Coöperatieve
bouwvereeniging opgericht met het doel
aan dat gebrek tegemoet te komen en f
voor den werkman een gezonde en
woning te doen bouwen. Het is tot hun
teleurstelling nog niet mogen gelukken de
daarvoor banoodigde gelden bjjeen te krjj
gen, terwjjl de vraag naar woningen steeds
toeneemt.
Het is te hopen dat bun onvermoeide
psgingen dan ook mogen gelukken en zjj
een of meerdere personen vinden, die hun
de noodige fondsen kunnen verstrekken.
Wanneer de stroomtrawl-visschery dezen
zomer in vollen gang zal zjjn, zal de vraag
naar woningen zeer groot zjjn.
Woensdag vierde Mevrouw de wed.
Koek—De Witt te Gouda haren honderd
sten verjaardag.
Zjj mag zich nog in eene goede ge
zondheid verheugen.
Omtrent den moord te Lear, meldt
men nader
Het onderzoek, op last der justitie ia-
gesteld door twee deskundigen, heeft aan
het licht gebracht dat de met bloed be
vlekte sigaar overeenkwam met die, welk»
verdachte F. in zjjn sigarenkoker by zich
droeg en die van hetzelfde fabrikaat wa
ren als die door den sigarenmaker F. Vinck
alhier geleverd worden.
Verdachte F. evenwel zeide bjj de in
structie zich niet te kunnen herinneren,
waar ze gekocht waren.
Groote bewijskracht schjjnt gezocht te
worden in het rusultaat, dat het onder
zoek zal geven omtrent het bloed, dat op
de kleeren van verdachte F. en het slacht
offer gevonden is.
De verdachte schjjnt zich op deze gru-
weljjke wijze van het. meisje te hebben
willen ontdoen, om met een ander te
kunnen trouwen.
Marine en Leger.
De minister van Marine heeft bepaald
lo. dat de opkomst der zeemiliciens, verlof
gangers van 1896, zul plaats hebben op Maan-
ag 4, Dinsdag 5 en Woensdag 6 April a. s.,
oaur gelang der schepen, aan boord waarvan
zjj zullen worden geoofend;
2o. dat de miliciens zich, olk op den bjj
nadere oproeping voor hem to bepalon dag, te
12 nren des middags, of zoo spoedig mogeljjk
dit nar, gokleed in hunne bjj hun vertrek
met groot verlof medegenomen militaire klee-
diagstukkon en voorzien van hunne kooigoedo-
i, zoomede van hunne zakboekjes en vorlof-
isen, bohooren aan te molden bjj den com
mandant van het BChip, aan boord waarvan
zjj zallen worden geoef .rad, met dien verstande,
dat zjj hiertoe slechts da-i den vorigen dag
eds op reis behoeven te gaan, wanneer de
aats van bestemming niot binnen óón dag
in worden boreikt.
Bjj het hospitaal der marino te Willems
oord is geplaatst de officier van gez. Ie kl.
dr. M. J. Brands.
Ingevolge Koninkl. bosluit vaa 2 dezer no.
18 zal Hr. Ms. pantserdekscbip »Kouingin
Wilholmina dor Nederlanden" met 16 Febraari
a.s. te Willemsoord worden uit dienst ge.t.14.
Bjj gemold besluit is de kapitein ter zee
H. O. Foitb alsdan oervol van het bevel over
dazen bodem ontheven. (»8t.-Ct.")
Ingevolge Kon. besluit van 29 JaD. za'
Hr. Ms. logementschip voor zoemiliciens «Nep-
tunus* mot 24 Februari a. s. alhier worden
in dienst gesteld.
Bjj gemeld besluit ie het bevel ovor dat
schip opgadragen a«B den kapitoin ter zee
K. J. Bal.
Voorts werden met gemelden datara aan
boord van genoemden bodem goplaatstde lnita.
tor zee 1ste kl. G. L. H. Loylen eu .1. H.
van Leent, eerstgenoemde als 1ste offioier, de
luits. ter zee 2de kl. F. C. W. Moorrees, L.
J. Giojoolei, jbr. J. A. van poon, C. J.
Cantors, J. de Lange, eoratgemelde luit. ter
zee 2de kl. op folio van luit. ter see lsto kl.,
do kapt. dor mariniers L. A. C. Farneé, do
lste luite. der mariniers J. W. Wjjnands en
J. van der Kop, do 21e luitr. der rauriniere
J. J. C. de Koek en J. C. Koek van Leeuwen,
de officier vaa gez.. lste kl. T. Janssonins en
de off. van admin. 2de kl. C. Flaes on G. H.
Hagersma.
Ingevolge Kon. besluit van 29 Jan, wordt
mot 16 Februari a. s.
1. Hr. Me. pantserdekscbip «Friesland* te
Rotterdam in dienst gesteld onder bovol van
don kapitoin ter see L. A. H. Lamio
2. Hr. Ms. pantserschip •Kertenaer» al-
bier uit dienst gesteld.
De kapitein ter zee M. F. Tydomau is bjj
besluit eervol van bet bevel over laatst-
bodem onthoven,
boord van genoemd pantserdokscbip
verder geplaatst de kapt.-luit. ter zee
D. A. Krajjenhof van de Leur als lsto officier,
de luits. tor zee lsto kl. L. E. A. T. ter Haar
en A. van don Driossen Maroeuw, do luits.
ter zee 2de kl. H. G. Surie, H. E. baron van
Asbcck, J. p. Pool od jbr. H. H. RoëH, de
adelborsten lste kl. H. W. Buys, J. A. E.
do Jong, J. C. Tollenaar, H. PrilUvitz, N. J,
vun Laer, W. C. A. Viok, D. R. Schuite-
maker, J. H. Holtappel en F. J. Wittovoen,
de lsto luit, dor mariniers J. van Hsaften, do
off. van gozondheil lste kl. W. M. Mertens,
de officier van administratie lsto kl. F. H. A.
van der Bargh, de adjunct-adm. M. Meinessen
de off.-muchinist 2de kl. J. A, Schol.
FEUILLEITOIV.
10)
*Het is geene uitvlucht, maar de waarheid,*
zei Bonman. «Luister naar mjj, mjjnhoer de
rechter, gjj hebt mjj verteld, hoe gjj u de
zaak voorstelt, mag ik n nu zeggen, hoe zich
do vreeselyke gebeurtenis moet hebben toe
gedragen
«Sprook maar,* hernam Lindner en leunde
in zjjn stoel.
«Gjj weet, dat ik don heer Buchholz ge
zegd had, dat mjjn vader mjj de 300.000
mark toestond; gjj weet ook, dat deze mjj
het geld weigerdo.'
«Waarom schroeft gjj hem niet, in welk
eeu verlegenheid hjj u bracht?'
•Dat ware de zekerste weg geweest, om
hem geheel onbuigzaam te maken ik moest
maar bidden on smooken. De heer Straus,
die mjjn. or gerustheid bemerkte, vroeg mjj
vaak, wat mij scheelde; toch durfde ik hem
Biets zeggen. Den laatsten avond oindeljjk,
o r wjj tor rusto wilden gaan, bracht hjj mjj
to'- spreken en bu was de man dadeljjk tot
hulp bereid."
«Waarom bobt ge mjj dat niet vroeger
gezegd,* zei bjj lachende, «daarom behoeft
ge niet te wanhopen. Ik leen u het geld 1*
Ik wilde tegenwerpingen maken, maar hjj
bad reeds de brandkast geopend en telde de
som neer.*
f/In bankbiljetten kunt n het vermogen
niet deponeeroD, daarom bljjft u niets over
dan morgea met den trein van 4 uur 25
miouton naar Hamburg te sporou, bjj Gold-
'n effecten te koopea ea dan naar Roeen
hagen te rjjdes, waar wjj .lkaar aaatreffon.
En na goeden nacht, we zien elkaar morgen
op het verloviagsfeost.* Hiermede weerde hjj
mjjnon dank af.
■Goldstein wist, dat het geld van don heer
Straus kwamhjj herkende zjjn stempel op
de pakjes.*
Ik heb vergeten, zo te verwjjdereD,* her
nam Bouman getroffoD.
«Dat hebt go," bevestigde do rechter glim
lachend, »mon kan niet aan alles denken
nr vertel verder.*
Ik ging naar mjjno kamer, legde mjj te
bed en ontwaakte 's morgens vroeg. Ik stond
op, kleeddo mjj aan, ging, om den heer Straus
niet wakker to maken, zachtjes naar beneden
en opende de deur. Toen ik wilde uitgaan,
bevond ik, dat ik den verlovingsring voor
vergeten had. Ik liet de deur
half open, liep in het duister naar boven,
licht aaD, nam den ring, snelde Daar
en sloot de deur achter mjj. Dat,
de rechter, is mjjno misdaad ik heb
den moordenaar do deur geopend.*
«Wat bedoelt ge daarmee?*
«Terwjjl ik naar boven liep, is de moorde
naar binnengeslopen. Toen ik beneden kwam,
meende ik eonig gedruisch te hooren, ik sloeg
er geon acht opna echter weet ik, dat
iemand achter mjj ingeslopen is."
«Wie zou dat geweest zjjn
«Ds roover ea moordenaar,die wist, dat
de heer Straus veel geld in huis had, die
van mjjne afwezigheid gebruik maakte om
den dolk nit mjjne kamer to nomen on alle
sporen achter te laten om mjj in verdonking
te brenger.*
«Zoo iemand moest zeer goed in het hais
zjja men hoeft mjj gezegd, dat buiten
u alleen de oado Jozef en de neef od de
nicht van don heer Straus van de aanwezigheid
van het geld afwisten.*
u Wiet Karei Brotter het ook,* riep Boomttn,
«dat meende ik niet on......"
Hy zweeg en keek seraber voor zich.
«Wel, wat wilt u zegge»
«Niets, ik klaag niemand aao,« antwoordde
August, de armen over de borst kruisend,
«wanneor ik slechts vermoedens on geene
bewjjzen heb. Het staat aan u, mjjnhoer de
rechter, den schuldige op te sporen."
«Meent ge werkoljjk, dat ik uw sprookje
geloof
•Mjjsheer 1* tisp Bouman, «gelooft u mjj
niet
Lindner sohudde het hoofd.
#U bsweorf, dat ik de moordenaar bon.
Bedenk toch eens, hoe dom het vaa nsjj zou
geweest zjja, indien ik de misdaad bedreven
had, oa znlko sporen achter te laten."
«Ik hsb u reeds gezegd, dat mjj dunkt,
dat gjj tegon uw wil een moordenaar geworden
ijjt, dat gjj ondor don schrik en vrees ge
handeld hebtdit bljjkt nog hieruit, dat gjj
den bankier de biljetten met zjjn stempel
gaaft.'
■Ik dacht, dat deze kleine onachtzaamheid
niot zooveel gewiobt in do sohaal zon leggen.'
■Ook hot verhaal van den koetsier spreekt
zeer tegon u. Waarom schriktet gjj zoo, toen
de man u bjj het huis van don bankier ont
moette
Wijl bet mjj onaangenaam was, door
iemand nit het huis van Straus dezen morgen
in Hamburg gezien te worden.*
«De koetsier zei, dat hjj nooit
bleek zag worden en beven als gjj.»
■Is dat verwonderljjk bjj de tjjding, die hjj
mjj bracht
En toch giDgt ge niet met hom terug naar
Adlerstoinge liopt weg en liet haar staan."
■Het was hoog tjjd, dat ik naar het station
ging, indien ik op het bepaalde nnr te Rosen-
hagen wilde zjjn. Ik wilde mjjn schoonvader
on Greta mot het voorgevallene in kennis
stellen en hun verzoeken de verloving uit te
stellen. Toen ik aan het station kwam, was
de sneltrein rsods weg en moest ik een tram
nemen, die .enig. minuten later vertrok
duardoor werd mjjno reis zoo lang vertraagd,
dat alle gasten reeds verzameld waren, toen
ik binnontrad. Eon bediende zei mjj, dat mjjn
vader on mjjne zuster aangekomen waren en
ik moest deze eerst aan mjjne bruid voorstellen.
Greta en haar vader kwamen niomand
wist van do vreeselyke geschiedenis; op dit
oogenblik kon ik ze niot bekend makenik
sprak mjjzelf moed in en besloot te zwjjgen
tot na den afloop. Do hemel weet, wat het
mjj gekost heeft 1"
■Gjj zult niet aangenaam verrast zjjn ge-
wordea door de aankomst uws vadersgjj
gevoeldet, dat zjjno tegenwoordigheid togen u
getuigde,* ging Lindner voort.
■Ik heb u reeds bekend, dat ik hot gold
geleend had,* hernam Bonman.
Lindner trok de schonders op.
■Gjj golooft mjj niot!» znchtte August;
■O, mjjn homol, wat zal ik doen om mjjne
onschuld to bowjjzon 1 Da eenige die mjj
redden kon, de heer Straus is niet meor I*
De rechter beschouwde hem opmerkzaam
en dacht, dat Bouman toch nog onschuldig
kon zjjn. Muur neen, de misdaad was erhjj
moest de moordenaar wezen.
«We zullen zien of gjj by het ljjk on op
de plaats uwer misdaad nog dezelfde bewering
zult volhoudoD,* zei hjj, on deed Bonman
naar de gevangenis terugbrengen.
Den volgendon morgea wetd de aangeklaagde
r Adlerstoin goveerd, waar nog alle» lag,
zooals men het bevonden hadalleen de
ljjken waron in een ander vertrek gebracht.
Augnst Bonman begon lnid te saikkoD,
toen hjj bjj het lichaam ven den ouden reeder
stond, om wiens lippen nog een zachte, vrien
delijke glimlach zweefde. Do rechter had zich
echter vergist, als hjj hoopte, hem tot bokoo-
tenis te brengen. Woord voor woord herhaalde
de beklaagde, hetgeen hjj in 't eerste verhoor
gezegd had. Wederom twjjfoldo da rechtor
aan do schuld des beklaagden Jon kwam tot de
overtuiging, dat het proces niet zoo vlug afga-
loopen zou als hy in 't begin gedacht had.
VIJFDE HOOFDSTUK.
De oude Bonman od Mina bleven nog eenige
minnten voor de villa Rosenhagon staan, toen
het rjjtuig verdwenen was, dat August naar
do gevangenis voerde. Het jonge meisje Btaardo
droomend naar de plek, waar haar broer het
laatst gestaan had.
■Laat ons maken, dat we hier wegkomen,*
riep de oude eindelyk.
«Ja, vador,* antwoordde Mina, doch ging
niet van hare plaats.
■Wel, het wordt tjjd,* bromde hy en duwde
haar in de zjjde, wil je wachten tot de kneebt
komt on ons wegjaagt. Ik kan het den kerel
niet meer kwaljjk nemen, dat hjj ons als ge
spuis behandelt 1*
Maar, vader
.Zwijg, do geheele historie heb ik aan jon
te dzuken. 't Is nu genoeg, kom
Waarheen, vader?*
Wat eene domme vraag 1 Naar Maloute.
Haast je, dat wo aan het station komen. Wat
zallen ze thois verwonderd opkjjken, als wo
nu al aankomen."
«Vader, ge zult toch met willen vertrekken
«Onnoozel meisjs, wat zouden wo hier
doen
We kannen August toch niet vorlaten."
«Spreek niet meor van hem 1* riep do oude
heer woedend. >De. booswicht, de moordonaar,
ik wil zjjn naam niet moor hooren noomen.*
«Hy is geoD moordenaar."
«Iedereon zegt het 1"
■Toch is het niet waar.*
«Het ei wil wjjzor zjjn dan de kip. Waar
vandaan zou hjj dan 300.000 mark gehaald
hebbon
Da oude lachto grimmig. «Geschonkenja
wie zon dat gelooven. Straus kao wol een
groote gek gowcest ego om zyn zuur ver-
disnd geld ee.e oieu». villa uit to goveo,
zoo dwaas is niemand, dat hjj aan oen
300.000 mark geeft.*
«August hoeft het toch gezegd,* hervalt*
ina.
«En gelooft gjj alles, wat hjj zegtMarsch,
■aar het station!*
«Ja, we zallen daar onze zaken afhalen,
die we or achter gelaten bobben,* antwoordde
het meisjo gelaten.
De oude Bouman stak dreigend zjjne vuist
op en stampte met den voet. Op dit
blik werd het jjzeron hek der villa
de gasten begonnen te vertrekken. Soel g
Mina haar vader by don arm en trok hem
voort.
■Hawil-je je dan ook aan hot gezelschap
der groote koeren onttrekken bromde doend?.
In het geheel niet, vader, kom, kom!"
zuchtte het meisje on begon te leopon.
■Maar meisje, donk cons aan mjjn zeventig
jaren," kuehtto do oado boer, die zjjno dochter
niet volgon kon.
(Wordt vervolgd).