KLEINE COURANT. 't Vliegend blaadje. Ifoor Helder, Texel en Wieringenm ROLADS LIEFDE. Ho. 2655. Woensdag 27 Jnli 1898, 26ste Jaargang. Bureau: Zuidstraat. Telefoonn". 32. BureauSpoorstraat. Telefoonn". 81. Abonnement p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., met Zondagsbl. 80 Ct. id. franco per post 75 id. fl.121/,. id. voor het Buitenland f 1.25, id. f 2.00. VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG. Uitgevers: BEBKHOUT Co., te Helder. Bureauxi Spoorstraat en Zuidstraat. Ad.vertentlön van 1 tot 5 regels25 Cent. Elke regel meer5 Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk deal DINSDAGS- en VRIJDAGSMOHUENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn llit het Buitenland. De reisweg van nit Europa Daar Indiö en Oost-AziÖ heeft zich in den loop van jaren en eeuwen in groote mate gewijzigd, en nóg staan groote veranderingen te wachten. In overoudon tyd werden de Aziatische produc ten door karavanen over land naar Europa overgevoerd, Zeer langdurig, vermoeiend en niet zonder gevaar waren die tochten. Later, nadat het kompas was uitgevonden, ontdekte men den zeeweg naar het Oosten langs Afrika's zuidpunt Kaap de Goede Hoop. Weder had een zeer groote wijziging plaats, foen de landengte van Suez was doorgegraven en men door de Roode Zee naar Indië en Ooat-Azië kon reizen. En nauwelijks is een halve eonw over de opening van het Suez- kanaal heengegaan, of twee nieuwe, grootsche plannen voor het personen- en goederenver voer worden ontworpen, waarvan het eene reeds wordt uitgevoerd. Dat eene is de groote spoorweglijn, die door Siberië wordt gelegd, en bestemd is om Europa direct met de kust van Oo8t-Azië in verbinding te brengen. Het tweede der bedoelde plannen betreft eene verbinding van de Middellandsche Zee met de Perzische golf door een midden door Aziatisch-Turkye aanteleggen spoorwegen. Ook dit plan moet, naar men verzekert, van Rusland uitgaan, en van de toestemming des Sultans houdt men zich overtuigd. Door den aanleg van laatstbedoelde lyn zou, by eene treinsnelheid van 60 K. M. per uur, de reis van de Middellandsche Zee naar Bombay in Britsch-Indië met 5 dagen worden verkort, en de belangrijkheid van het Snez-kanaal zon er zeker door verminderd worden. Van vredesonderhandelingen ter beëindiging van den Spaansch-Amerikaanschen oorlog blijkt voorshands geen sprake te zijn. Er waren geruchten dienaangaande verspreid o. a. zou dus verzekerde men de Spoansche ge zant te Parijs de opdracht hebben ontvangen, om met den Amerikaanschen gezant aldaar onderhandelingen aanteknoopen. Deze bewe ring werd echter kort daarop officieel tegen gesproken. Daarbij sluit zich aan de procla matie, die dezer dagen door den Spaanschen gouverneur en opperbevelhebber op Cuba werd uitgevaardigd. Terwijl daarin de bezet ting van Santiago door de Amerikanen onbe langrijk en zonder invloed op de toekomstige Spaansche campagne wordt genoemd, verzekert de generaal, dat het Spaansche leger verlangt, zich met de Amerikanen te meten. Hy vleit zich zelfs, trots zooveel gevaren en hinder palen, de Spanjaarden ter overwinning te zullen leiden. Men schryft den Amerikanen het stellige voornemen toe, om zich van Por- torico meester te maken, en dit eiland als maritiem-station in de West-Indische wateren te behouden. Ten aanzien van de Philippijnsche eilanden wordt bericht, dat Aguinaldo, het hoofd der opstandelingen aldaar, beslist weigert, om zich aan dp Amerikanen te onderwerpen. Hij tracht een Philippijnsche Republiek te stichten roeds heeft hij een ministerie gevormd, een aangenomen, en de onafhankelijkheid geproclameerd. Ook hier, even als op Cuba, schynen de Amerikanen het erg te kwaad te krygen met hunne vrienden en bondge- nooten Een zeer eigenaardig voorstel werd dezer dagen gedaan door een lid der Plaatselijke Schoolcommissie te Mitcham, in Engeland, 't Bedoelde voorstel luidde als volgt: ,In aanmerking nemende de steeds groeiende nei ging van kinderen, om tot het gebruik van messen en revolvers hun toevlucht te nemen, en om dit te verhinderen, moeten aan elke jongensklasse een paar bokshandschoenen ver schaft worden, en moet een bevoegd persoon worden aangesteld, om les in het boksen te geven, welke les een onderdeel van de opvoe ding der jongens behoort uit te maken." De voorsteller bracht nog ter aanbeveling van zyn voorstel in het midden, dat uit de vele in de couranten dagelyks vermelde gevallen van gevechten tusschen jongens met messen en revolvers blykt, dat jongens neiging, ja, meer dan dat, dringende behoefte aan vechten hebben. En dit behoort ook zoo te zyn verzekerde het lid der Schoolcommissie alleen ligt het aan do opvoeders, om de jon gens cr op te wjjzen, dat zy alleen met de vuist mogen vechten, en hen te onderwyzen hoe zy dit moeten doen. Het is echt EngelBch en bovendien een van de mooiste lichaumsbe- wegingen, die er bestaan, de beste veiligheids klep voor den menschelijken vechtshartstocht. Men leert geduld en zelfbedwang door boksen. Om hl deze .overwegende" redenen drong het Schoolcommissie-lid op verplicht onderwys in het boksen aan. Niet alle leden der Commis sie waren het echter met den voorsteller een9, en zoo gebeurde het, dat het voorstel by meerderheid van stemmen werd verwor pen. Door die meerderheid werd er op gewezen, dat het jnist de roeping, de taak van den opvoeder is, om den lust tot vechten geheel te doen verdwijnen, en de behoefte aan wraak voor een zachter gevoel van vergevens gezindheid te doen plaats maken. Wy vreezen niet, dat in de Heldersche Schoolcommissie, die, naar we meenen, uit zeer bedaarde, kalme menschen bestaat, een der leden zal opstaan, om, in navolging van zijnen collega uit Mitcham, het nut van 'i onderwys in het boksen te verdedigen NIEUWST IJ DINGEN. HELDER, 26 Juli 1898. By kon. besluit zyn benoemd tot leeranr aan de Rijks boogere burgerschool te Den Helder H. Schuitema, thans leeraar aan de hoogere burgerschool te Enkhuizen dr. A. C. van Rijn van Alkemade, thans leeraar aan de hoogere burgerschool te Apeldoorn I. G. de la Fontaine Yerweij, thans leeraar aan de Rijks hoogere burgerschool te Bergen-op-Zoom G. C. C. Bethe, thans leeraar aan de hoogere burgerschool te Goes; H. L. Bouwman, thans leeraar aan de Rijks hoogere burgerschool te Warüum H. G. Baints, thans leeraar aan de hoogere burgerschool en het gymnasium te Deventer dr. T. D. Detmers, te Leeuwarden IJ. de Haan, thans leeraar aan de Rijks hoogere burgerschool te Warffum W. N. Francken, thans onderwijzer aan eene bijzondere school te 's-Gravenhage. By kon. besluit is de arts W. Vos, tweede geneesheer aan het Rijkskrank zinnigengesticht te Medemblik, voor het tijdvak van 1 September 1898 tot en met 31 Augustus 1899 belast met de waar neming der betrekking van geneesheer directeur van het Rijkskrankzinnigenge- sticht te Grave. Marinefonds. Zaterdagavond werd door de afd. Willems oord van bovengemelde vereeniging een ver gadering gehouden in 't .Centrum". De op komst was ditmaal niet groot. De president, de beer P. P. J. Kloppers opende met een woord van welkom en deelde verder mede, dat de vereeniging niet voor maar ook niet achteruit was gegaandat er vele ondersteu ningen in 't afgeloopen jaar zijn uitgereikt; hoopte dat ook dezen winter de noodige on dersteuning kon worden verstrekt, liefst tot hooger bedrag en wees daarna op 't doel der vereeniging. De secretaris, de heer M. v. d. Veer, las daarop de notulen der vorige vergadering, die na enkele opmerkingen werden goedge keurd. Daarna word voorlezing gedaan van 't tiende Jaarverslag, waarvan onze ruimte echter niet toelaat meer dan enkele punten aan te stippen. 't Maken van propaganda werd zeer noodig geoordeeld, 't Geldelijk bedrag, dat van Nov. 1889 tot Nov. 1890 slechts een som van f 1672,50 aanwees, is thans gestegen totrnim f 4000 per jaar. De aanvragen om hulp blyven intusschen mede stijgenen toch kon er aan worden voldaan, in zooverre ze niet strydig waren met statuten en reglement. Men moet wel in 'toog houden, dat door de vereeniging slechts ondersteuning en geen afdoende hulp kan worden verstrekt. Aanvragen om voorschot moeten wordon afgewezen als verboden by art. 52 van 't reglement. Onder de belangrijke giften, dit jaar ont vangen, dienen vermeld te worden die van H.H. M.M. onze Koninginnen, ten bedrage van f200; van 't korps adelborsten der K. N. Marine f775. Door de hoeren Beem en Polak, colporteurs, f 1008,50 afgedragen. In den loop des jaars werd aan den Minister van Marine opnieuw 't verzoek gericht een subsidie nit 's Rijks schatkist te mogen ont vangen, evenals bij de landmacht geschiedt, maar Z.E. vond geen termen dit verzoek in te willigen. De tegenwoordige minister Jlir. J. A. Roëll, beschermheer van 't Fonds, verblijdde de vereeniging met een post van f 5000, uitge trokken op do begrooting om als gratificatiën te dienen voor hen, die zonder pensioen den dienst wegens lichaamsgebreken verlaten. Op do vraag, aan 'tslot van 't jaarverslag gedaan Heeft de vereeniging aan haar doel beantwoord zegt de 3teller van genoemd verslag: We hebben getracht zooveel mogelijk daaraan te voldoen, door onderstand te ver leenen zonder de zelfstandigheid te ontnemen; we hebben getracht te bevorderen door eigen kracht armoede te boven te komen. Aan de kameraden wordt toegeroepen niet achteraf te blijven maar zich aan te sluiten en de handen ineen te slaan en aan hen die be langstellen in 't lot van don Marineman, toe te treden als beschermer, donateur of be gunstiger. 't Verslag van den penningmeester doet ons zien dat 't kapitaal onaangeroerd is gebleven dat de vereeniging telt 20 milit. beschermers, 293 milit. donateurs, 15 burgerbeschermsters, 6 donatrices, 51 beschermers, 111 donateurs, 18 bcgunstigsters en 86 begunstigers. Aan 128 behoeftigen werd ondersteuning verleend, als aan59 weduwen, 50 gepen- sionneerden beneden den graad van sergeant, 12 onderofficieren en aan 7 zonder pensioen ontslagenen uitkeeringen voor eens. Ontvangsten t 73G8,87. - Uitgaven f 4874,37. Als afgevaardigden van hier waren op du 11de Alg. Verg. te Amsterdam aanwezig de hh. M. v. d. Veer, A. C. van Malsen en W. v. d. Putten. Onze afgevaardigden wisten door hunne volharding gedaan tokrygen, dat art. 46 werd aangevuld, wat betreft 't onderzoek naar behoeftige omstandigheden, en ook, dat de volgende alg. verg. niet te Rotterdam maar te Willemsoord zal gehouden worden. De eere-commissaris, de kapt. t. z. J. J. do Bruync ën de luit. kol. der mariniers J. R. J. P. Cambier werden by acclamatie tot leden van verdiensten benoemd. Onze afgevaardigden stolden voor de hh. P. B. Bosch, voorzifter van 't hoofdbestuur en P. P. J. Kloppers, voorzitter van de afd. Willemsoord dezelfde onderscheiding toe te kennen, hetgeen werd aangenomen. Ook dron gen onze afgevaardigden er op aan, zooveel mogelijk geponsionneerdc leden in 't hoofd bestuur to brengen, hetgeen echter bestryding vond. Nu volgden eenigo besprekingen van huis- houdelijken aard, hoofdzakelijk met betrekking tot 't verstrekken van onderstand, 't Bestnur beloofde zooveel mogelijk aan de wenschen der voorstellers tegemoet te komen. Daarna sloot de president met een woord van dank aan allen op de gebruikelijke wijze de ver gadering. De verslagen, onder de leden verspreid, vormen een boekje, dat er keurig net uitziet en prijkt met een fraai portret van H. M. Koningin Willielmina. Men schrijft uit Hellevoetsluis Het fraaie vaartuig, door Rotterdamsche burgers in 1849 aan koning Willem III aangeboden, is Vrijdagmorgen van Araster dam op '8 rijks werf alhier aangekomen. De sloep, nu reeds betiteld als »Koning- inne-sloep", moet geroeid worden door 20 man, 10 aan weerszijden. Zij is rjjk met beeldhouwwerk versierd. Onder aan den achtersteven, op Chineesche wijze uitge bouwd, komen twee godinnen, de Faam voorstellende, goed uit. En op den voor steven, prachtig gebeeldhouwd, zit god Neptunus, de beheerscher der zee, met zyne zeepaarden en tritons De Koninginne-sloep werd Zaterdag op de helling gpbracht om goed nagezien te worden. Daarna worden de zitplaatsen onder het buldakijn aan den achtersteven in orde gemaakt met kussens van blauwe zijde en keurige tapijten met wapens. Aldus uitgerust, vertrekt de sloep, be mand met 20 matrozen en een bootsman of schipper, onder bevel van een luitenant ter zee le kl. op den bestemden tijd naar Moerdijk of Willemstad om koningin Wil- heliuina op den dag der vlootrevue naar het vlaggeschip te voeren en verder naar de schepen, die H. M. zal aanwijzen. Over de aanstaande feesten Een Rotterdamsche berichtgever schrijft in een der nieuwsbladen, met het oog op de naderende In huldigings feesten o. a. het volgende: De middenstund hier in de Maasstad is thans algemeen zeer oranje gezind; zoo goed als alle handelsartikelen zijn van lieverlede in kroningsartikelen ge- metamorpboseerd. Men drijft dat hier zooveel mogelijk op: kroningspetten, kro ningsmutsen kroningsdassen, kroningskoek, kroningsbanket, kronings chocolade, kro ningssigaren, kroningkrakelingen, kronings ham, kroningserwten, kroningsstroop en kroningskaas, om niet te spreken van de verschillende soorten oranje margarine, die er langzamerhand zóó »oranjerig" begint uit tezieu dat men eiken dag moet vreezen voor eene algeuieeue uitbarsting van God weet welke ziekte, tengevolge van het gebruik van dat zeer verdachte goedje. »Wanneer we, mijn vrouw en ik" dus gaat de berichtgever voort onze offers brengen aan de feestcommissie, aan het buurt-comité, aan eene vakvereeniging, en wat daartoe verder behoort dan komen we aan 't einde waarschijnlijk voor een aardig tekort te staan. Mijn wederhelft stelde mi) dus dezer dagen voor, eene subsidie uit de gemeentekas te vragen. Daar de Raad zoo royaal is geweest, f 60.000 voor de feestelijkheden uittetrekken meende zij, dat de mingegoede gemeente naren in hun privé van die som wel een douceurtje zouden kunnen krijgen. Ik be duidde haar echter niet zonder veel moei te dat particulieren daarin niet kunnen deelen, en tengevolge van de gegeven inlichting vertrouw ik, dat de subsidie aanvrage mijner »lieve" ega vooreerst wel in portefeuille zal blyven. Zooals men weet, had eenige weken geleden een brutale inbraak plaats in den zilversmidswinkel aan de Prinsengracht bij de Rozenstraat te Amsterdam, toebehoorend aan de weduwe Heek. Wjj konden toen melden, dat door de geheimzinnige houding van de bestolene vrouw, die de politie, evenals de vertegen woordigers der pers vrij snibbig weigerde inlichtingen te geven, een onderzoek in deze zeer moeilijk was. Toch is de politie geslaagd drie personen te arresteeren als schuldig aan dit brutaal stukje. Hieromtrent kunnen wij het volgende melden De inspecteur van politie Van Kervel, dienst doende als afdeelingschef aan het betrokken politiebureel Lauriergracht, die trots de zwijgende houding van de we duwe Heek, gaarne licht in de zaak wilde hebben, zette stilzwijgend een onderzoek voort, ook naar een familielid van de weduwe. Een van onze meest bekende recher cheurs, Peeters, had de sporen van de braak opgenomen en meende hier veel over eenkomst te zien met het swerken" van inbrekers voor eenige jaren geleden aan den Zeedijk by de firma K., waar ook heel wat waarde was gesloten. Een van de personen, zekere A., die destijds was gevonnist wegens medeplich tigheid aan die inbraak, was kort geleden op vrije voeten gesteld en nu meende Peeters dien haas te moeten volgen. Met zijn chef Van Kervel en zijn collega Boonen toog hij er op uit en toen bleek, dat zijn vermoeden juist was. De verdachte B. en zekere S. en L. met hem, werden gearresteerd en aau de jus titie overgeleverd. Eenige bewijsstukken zijn mede in be slag genomen. (»Tyd'\) P E O I R. De correspondent van de sNieuwe Rott. Ct.« seint onder dagteekening van Vry dag Drie compagnieën van het 3de battaillon zijn Maandag op een tocht door het Noor den van Satna Indra door den vijand achtervolgd. Wij leden geen verliezen. Luitenant-kolonel Willemsisdaarop Woens dag met een grooter troepenmacht over Garot en Kong Kong laugs de rivier naar Keumala Raja en Tjot Moeroeng ge trokken. De pretendent-sultan, Oemar, en de hoofden zyn hier ontboden om reken schap te geven van den hernieuwden tegenstand. Een wreede mode. Ook in Bazel zyn vele dames aange grepen door de wreede mode om doode vogels op haar hoeden te dragen hoele vogelbegraafplaatsen voeren zij aldus mee. Andere, fijner voelende vrouwen, zyn daartegen in opstand gekomen, en zelfs de politie bemoeit zich er mee, maar zonder succes. En nu hebben de school jongens zich tegen dien lugubren smaak gekeerd, en op doeltreffende wijze. Bij een jongensschool wandelde een elegaute dame op en neer, en op het hoofd droeg zij een krans van vogellijken. Nauwe lijks hadden de scholieren die griezelige uitstalling in *t zicht, of in ganzenmarsch gingen ze achter haar loopen, al maar zingend in lagen toon, door rhythmisch handgeklap begeleidmo-de-pop-pie, vo-gel-moordmo-de-pop-pie, vo-gel- moord Bijna dc geheele school, jongen achter jongen, sloot zich by dezen langen hoontocht aan. Geweldig zenuwachtig moest de lijkendraagster bij kennissen vluchten. Zij zal zeker wel nooit meer een hoed met vogels dragenen voor andere barbaarsche juffers zal 't een goede les zijn. Tijdstippen van verzendiug der Brievenmalen. Naar Ooat-lndiê: Veneudiogiveg. Ditwadur ter Tijd»! d U»t. poit-bezorg. buil.thPofJt. p. xeepoêt vi» Amiterdam 5 p. zeepoit vis Kotterdsin p. Hoil. mail rik Genus. 2 p Hot), muil ris Msnoill*. 9 p. Fn niche msil via Marxillt j p. Engelsche msil ris Brindüi en p. Duitsche msil ria Napels, j Naar Guyana (Suriname) p. zeepost vis Amiterdsm I p. msil over Engelsnd 8 en p msil ris St. Nsuire Naar CuraQao, Bonaire e p. zeojmst ris Amiterdsm msil ris Liverpool lflAeg 29 Juli. 16 Aug. 28 29 Juli. 19 Ang. Vryd*. 22 Aug. 6 80 'ssr. 6.30 ssv 6,80 'isv. 8.— nam 6 80'ssr. 9.80 's mor. 9.80 'smor. 9.80 'smor. 91 Jnli. 6.30'ssr. 22 Aug. 6.50'ssr. 7 6.30'ssr. n Aruba 31 Juli. 6.30'ssr. 2& 6.80'ssv. Naar SL Martin, St. Euatatius en Saba: p. msil orer Engelsnd 8 en 22 Ang. 6.80'ssr Brieven, enz. voor Hr. Ms. •Nautilus" naar F e r c e i r a (Azorischc eilanden), tot 30 Juli. FEUILLETON. 29) •Ook myne tegenwoordigheid was slechts plicht.' Hoe toonloos trilde hare stem. •Neen, gravin, dat was niet uw plicht, maar wunneer gij dat alles zoodanig opvat, dank ik u ook daarvoor. Zeker, voor louter plichtsvervulling mag men geen dank vorderen. Hij echter, die de weldaad geniet, is dubbel verplicht, dankbaar tc zyn. Vergeef mij, gra vin, dat ik u niet eerder dankteik kon het niet. Lieht ware my een woord ontglipt, dat ik niet mocht uitspreken, een woord, dat u wellicht gekwetst had en dat wilde ik niet Julie boog het hoofd nog dieper. „Ik heb altyd gemeend, dat u een meester waart in de kunst van zelfbehccrsching. En een woord, dat my zon gekwetst hebben 1, Wat nog meer? Het ware slechts eene ver gelding geweest.' «Julie I" riep Roland verwytend, doch ze zag niet op. *Wel kan ik mij bcheerschen maar volmaakt ben ik toch niet- U te kwet sen zou mij altijd leed doen, en vergelden Acht u my in staat eene beleediging te ver gelden „Neen Dat wist ik wel. Laat my u dan heden verzekeren, gravin, daj ik nooit vergeten zal, dat op het slot Lomont zy woont, die my het leven redde. Ik geef u myn woord, dat waar ook zyn moge, een wenk van u voldoende is om mij hierheen te roepen, indien u ooit de hulp of den bystand van eenen man noo dig heeft.' .O, mynlieer, zwyg toch!# riep Julie harts tochtelijk, ,we staan immers gelyk, want ook gy hebt my onschatbare diensten be wezen en tot loon daarvoor heb ik u gehaat, vervolgd en gekrenkt. Vergeef niy, dat ik u zoo oneindig miskend heb.# Het jonge meisje stond nn vlak voor Roland. Zachtjes vatte hij hare handen. Wees bedaard, gravin,' smeekte hij en leidde haar naar de bank terug, .ik heb u niets te vergeven. Ik ontken niet, dat uw wantrouwen my zeer gekwetst heeft, doch het was te doen om mij te leeren kennen. Nu kent n my zeker beter en daarom zul len we die oude zaken maar laten rusten en ais vrienden scheiden, gravin Julie. U hebt gehoord dat ik het voorstel van den hertog aangenomen hebmorgenvroeg vertrekken we. Wie weet of 't toeval ons nog niet eens te zamen brengt en daarom veroorloof my, na u mijn dank botuigd te hebben, een wensch voor de toekomst uit te sprekenU is zeer schoon, vreugde zal, waar gij ook komt, uw deel zyn. Denk altyd, dat vreugde nog niet het geluk is, en dat wc slechts leven, om het te zoeken. Ik wensch gravin, dat gy het geluk moogt vinden, dut ligt in de tevredenheid met ons- zelven.' Roland zweeg en bleef een poos Julie aanstaren. Teeder en met weemoed rustte zyn oog op het blonde hoofd, toen hy verder sprak ,Ik heb gedaan, gravin, en veroorloof mij nu ook u vaarwel tc zeggen. In het byzyu van vreemden kan ik dat niet en wellicht spreek ik u niet meer voor mijn x-ertrek. Geef my de hand, gravin, en zeg my, dat goene bittere gedachte achter blijft in uw hart, aan den vreemdeling, die vaak ge dwongen was, u leed tc doen. Zeg mij, dat ge nog soms vriendelyk myner gedenken zult.' Langzaam reikte Julie hem hare hand, die hy vast met do zyne omklemde, doch geen woord kwam over hare lippen. Roland wachtte vergeefs op de woorden waarom hy gesmeekt had. Toen Julie bleef zwygcn, liet hij hare hand los. „Vaarwel, Julie,' herhaalde Roland cn keerde zich om, om heen te gaan. „O, ga niet weg ga niet!» riep het meisje, dat opnieuw zijne hand vatte en hem met tranen in de oogen aanzag. Het was een hevige strijd, dien de sterke man in zyn hart voerde. Hij was doodsbleek geworden, toen hy zeide „Ik bid u, gravin Julie, wees bedaard, gij hebt gesproken onder de hevigste ontroering.* Julie schrikte bij deze woorden. .Gravin Julie,' herhaalde ze langzaam. ,Myn hemel, wat zyt gij wreed Julie, ik smeek n, hoor mij bedaard aan,' hernam Rolaud, terwijl hij haar naar de bank voerde cn nuast de gravin ging zitten. Onze toestand is zonderling en daarom zullen we beiden openhartig zyn. Toen ik naar Lomont kwam, ontwaakte by de eerste ontmoeting der fiere gravin de Lomont myne liefde, maar ik achtte n hoogmoedig en on genaakbaar. Het schoone meisje verbitterde menigmaal, doch het bleef mij niet onver schillig en toen ik met Kerstmis naast Julie stond, wist ik, dat ik haar beminde.' Een lacbje van geluk vloog over Julie's gelaat. Zo had het wel voruioed en nu zei hy het; wat was het zoet dit vermoeden uit zijn mond te hooren bevestigen. Nu was alles goeder mocht gebeuren wat wilde. ,Doch ook verried my menig woord,» ging Roland voort, .dat gravin Julie baren adeltrots gebruikte als een wapen om de ont kiemende neiging voor een burger te bestry- den eu te overwinnen. ,En nu begon voor my een leven vol kwelling. Ik mocht het meisje, waaraan heel myn hart hing, niet vragen: «Wilt gij mijne vrouw worden, Julie?» .Waarom niet?' vroeg de gravin byna bits. .Wyl de gravin de Lomont zich nooit in een eenvoudig, burgerlijk leven zou kunnen schikken, wijl ze altijd aan hare adellyko geboorte zou terugdenken, wyl het haar eens zou berouwen haren stand cn rang te hebben verloochend en geen toegang meer te hebben tot hooge kringen. Daarom zou dan de gra vin de Lomont nooit de vrouw van een bur ger worden.» «Op de tafel by neef Raoul lag een boek, waarin ik las, dat do liefde niet trotsch is, dat ze alles verduurt,# zei Julie met half stekende stem. Zeker, Julie, maar juist de gedachte, dat gij zoudt lijden, zou myn leven verbitteren. Mij ontbreekt do overtuiging, dat gy eens toch niet gelooven zult een offer gebracht to hebben.' ,En wat moet ik doen om u die overtui ging te geven vroeg Julie smartelijk aan gedaan. ,Ik weet het niet, Julie, dat is het juist ik gevoel, dat ik het vertrouwen in dc hooggeboren freule mis, waarin ik zoo graag mijn geliefde zou zien, maar ik kan niet zeggen, waardoor ik dit vertrouwen kan krygen. Gy zijt opgevoed in duizend rooroordeclcn, die men niet afschudt als het stof van de schoe nen. Maar genoeg, Julieheden wellicht doen u myue woorden zeer, doch als ge lator er bezadigd over nadenkt, zult gy my gelyk geven. Vaarwel Julie.# Do gravin voelde de brandende lippen op hare lmnd, en ze was alleen. Peizcnd boog ze het schoone hoofd. •Gy bemint mij dus, Felix,» fluisterde zij, en dit bewustzyn geeft my moed. Ik wil uw vertrouwen winnen en de wil is al machtig.' Het was nog vroeg in den namiddag, toen hertog de Goncourt, graaf dc Lomont en zijne dochter naar den zaagmolen redenFclix Roland, wien de arts het paardrijden verboden had, zat by den heer de Moval in een open rytuig. Bij den zaagmolen werd stilgehouden de oude Raoul stond in do deur, trillende van vreugde, en stak den heer Roland beide handen toe. ,Dat de hemel my dezen dag liet boleven lispelde do oude, toen Roland hein de hand drukte. Een zonderlinge grijsaard!* zei do hertog tot Julie, ,wie is die oude?* Hoe gaarne hadde Jnlic gezegd„Mijn neef Raoul, doch daar stond haar vader en keek haar angstig aan, en ook de directeur wenkte neen. .In den heelen omtrek heet de man .de oade Raoul,' zei Julie vroolyk. Doch mij heeft hy verlof gegeven hem neef Raoul,' te noemen, daar' we beste maatjes zyn.' (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1898 | | pagina 1