KLEINE COURANT.
't Vliegend blaadje.
Ifoor Helder, Texel en Wieringen.
Ho. 2660.
Zaterdag 13 Angnatng 1898.
26ite Jaargang.
Bureau: Zuiditraat.
Telefoonn". 32.
Bureau: Spooritraat.
Telefoonn". 81.
Atoonnem ent
p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., met Zondagsbl. 80 Ct.
id. franco per post 75 id. fl.121/#.
id. voor het Buitenland fl.25, id. f2.00.
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
UitgeversBERKHOUT Co., te Helder.
Bureauxi Spoorstraat en Zuidstraat.
Aavertentlön
van 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer5
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRr.TDAGSHfOBGENS vóór 10 uiir_aan_de_J3ureaux_Jbezorg^zi|^
KALENDER DER WEEK.
AUGUSTUS, Oogstmaand, 31 dagen.
Opkomst der Zon 4 u. 42 m.
Onderg. 7 u. 25 m.
Zondag 14
Maandag 15 Maria Hemelv.Hartjesdag.
Dinsdag 16
Woensdag 17 Nieuwe Maan.
Donderdag 18
Vrijdag 19
Zaterdag 20
lilt het Buitenland.
Berichten uit Washington wijzen er op,
dat, terwijl het herstel van den vrede thans
voor de deur staat, de regeering der Ver-
eenigde Staten min of meer verlegen staat
voor de vraaghoe nn verder met de van
Spanje onafhankelijke oilanden Cuba en Por-
torico te handelen De te volgen politiek is
vooralsnog moeilijk te bepalen. De annexatie
van Portorico zal het eiland tot een Ameri-
kaanschen Staat verheften, die het recht heeft
zich in hot Parlement te doen vertegenwoor
digen. De annexatie zou voor de Cubanen
dezelfde rechten medebrengen, doch men vreest,
dat de geannexeerden in den boezem der
wetgevende macht een oppositie zullen voereD,
die den goeden gang vun zaken zeer belang
rijk zou kunnen tegenhouden.
De noodzakelijkheid schijnt te bljjken, dat
de Spaansch-traDsatlantische maatschappij
spoed maakt met het overbrengen der Spaansche
troepen van Santiago de Cuba naar het
moederland. Even ellendig als de toestand
der Amerikaansche soldaten, is die der Span
jaarden. De regeering te Madrid ontving
dezer dagen een telegram van den bevelvoe
renden generaal, waarin gezegd wordt, dat
door gebrek aan legertenten, door de veran
dering der voeding en door de onophoudelijke
regenbuien de ziekten met den dag toenemen.
Alleen in Santiago zijn 8000 zieke Spanjaarden,
behalve nog die verpleegd worden in de
naburige hospitalen. Eiken dag vallen minstens
14 dooden. Er is geen voldoende beddenvoor-
raad, om allen ligging te verschaften, cn als
niet spoedig allen overgebracht zijn in een
beter klimaat, moet onvermijdelijk eene alge-
meene sterfte onder de toch reeds zoo zwaar
beproefde troepen uitbreken. Op Portorico is
de gezondheidstoestand voor beide partyen
bevredigend, en de oorlog op kleine schaal
wordt er totnogtoe geregeld voortgezet.
Guayama, ofschoon van een vrjj talrijk
Spaansch garnizoen voorzien, is door de
Amerikanen, na geringen tegenstand, genomen.
Wanneer er geen staking komt in de vijan
delijkheden, dan zal nn binnen enkele dagen
San Juan, de hoofdstad van Portorico, aan
de beurt zyn, om het vuur der Amerikanen
te weerstaan, of zich overtegeven.
In Frankrijk houdt de zaak Dreyfus-Zola
de gemoederen nog altyd in heftige beweging.
Van lieverlede ontstaat er meer opwinding
en spanning, die zich zelfs openbaart in vecht
partijen op straat in de hoofdstad. Toen dezer
dagen eenige vrydenkers-vereenigingen eene
betooging hielden vóór het standbeeld van
een hunner vereerden, kwam het weldra tot
het uiten van vijandelijke kreten en tot
kloppartijen, die der politie banden vol werks
gaven. Afwisselend hoorde men Leve Zola
.Weg mot het leger!" en «Weg met Zola 1
Leve RochefortOnder het gebruik van
een menigte wandelstokken volgde een for-
meele veldslag, en niet dan met groote moeite
gelukte het aan de politie, bijgestaan door
eene afdeeling der republikeinsche garde, om,
eerst na verloop van een uur, do vechtenden
uiteen te jagen. Een aantal arrestaties werd
gedaan. Dienzelfden dag werd in eene zaal
te Parys eene meeting gehouden ten gunste
Van Zola en tegen het beleid van het minis-
terie-Brisaon. Deze vergadering was zóó
rumoerig, dat de politie de orde moest her
stellen.
Te midden van zulke luidruchtige betoo
gingen, als er herhaaldelijk ter zake van de
nog altoos brandende quaestie plaats hebben,
verneemt men nog gedurig van onthullingen,
die erg bezwarend voor Esterbazy dreigen te
worden. Meer en meer neemt.de behande
ling der zaken, die by de rechterlijke macht
aanhangig zyn, den schijn aan, dat de gene
rale staf de regeering en de rechterlijke macht
opzettelijk eene revisie van Dreyfus von
nis pogen tegen houden. Hoe men ook over
deze aangelegenheid moge denken, opraerke-
ljjk is het, dat de beroemde Noorsche schryver
Bjornson optreedt, om to volharden in zijne
overtuiging, dat de tegenwoordige Duitsche
Kyks-kanselier, vorst Hohenlohe, Dreyfus voor
onschuldig houdt en Enterhazy als do ware
schuldige aanwijst. Hij verklaart openlijk
zich bereid, om het bewjjs voor het afleggen
dier verklaring te leveren.
Een aantal Belgische dame9 heeft aan
mevrouw Faure, de echtgenoote van den
President der Fransche Republiek, een petitie
gezonden, waarin zij haar verzoeken, iil baar
invloed te willen aanwenden, om het lot van
mevrouw Dreyfus te verzachten, door ten
voordeele van den martelaar van het Duivels
eiland optetreden. Onder deze petitie lee9t
men de namen van zeer voorname dames uit
België, namen, die ook in Frankrijk een zeer
goeden klank hebben.
Ofschoon de rouwtyd over Prins Bismarck
ton einde is geloopen, zyn de Duitsche bladen
nog niet uitgepraat over den grootcn Staats
man en over zijn overlijden. In 't byzondor
wordt de keuze afgekeurd van de plek, waar
't stoffelijk overschot zal worden bijgezet en
waar een praalgraf zal worden gesticht. Het
onafgebroken gerij der spoortreinen aan den
voet van den heuvel, meent men, is onge
schikt voor de bestemming van een stille rust
plaats van den doode. Ook worden reeds
mededeelingen gedaan omtrent de gedenk
schriften van den ex-kanBelier, o.a. van een
door hem in 1877 in een vlaag van melan
cholie geschreven brief, waarin deze ontboe
zeming voorkomt.Niemand houdt van mjj
ik noch mjjne familie heb nooit iemand ge
lukkig gemaakt. Integendeel heb ik het on
geluk van zeer velen veroorzaakt. Als ik n i e t
geleefd had, zouden drie oorlogen er niet ge
weest, 80.000 menschenlevena niet verwoest
en evenzooveel gezinnen niet in rouw gedom
peld zyn
NIEUWST IJ DINGEN.
HELDER, 12 Aug. 1898.
Hedenavond vergadert de Raad dezer
Gemeente, tot behandeling van de vol
gende onderwerpen
1. Notulen. 2. Ingekomen stukken. 3.
Praeadvies op in handen van Burgemeester
en Wethouders gestelde adressen. 4. Aan
bieding gem.-rekening 1897. 5. Aanbieding
gemeente-begrooting 1899. 6. Suppletoire
begrooting 1898. 7. Benoeming onderwij
zers en onderwijzeressen. 8. Benoeming
Commissaris Ziekenhuis. 9. Benoeming
Ambtenaar van den Burgerlijken Stand.
10. Voordrachten zetters van 's Rjjks Di
recte Belastingen.
In ons vorig nummer vermeldden
wij, dat waarschijnlijk te beginnen met 1
Oct. a.s. dagelijks 2 sneltreinen van hier
zulleu vertrekken en dat van Amsterdam
naar Helder insgelijks 2 zoodanige treinen
zullen loopen, maar dit is niet de eenige
belangrijke verbetering, die het reizend
publiek beloofd wordt. Bovendien hebben
wij het vooruitzicht, dat by de invoering
van de winterdienstregeling op de spoor
wegen 4 lokaaltreinen opgenomen zullen
worden, die vooral voor de marktbezoekers
van veel belang kunnen zyn, nl. 3 naar
Alkmaar en terug en 1 naar Uitgeest en
terug. Deze zullen aan alle stations en
haltes stoppen. De lokaaltreinen naar
Alkmaar zullen alsdan van bier vertrek
ken 6.44 en 10.14 voorm. en 6.47 nam.
en die naar Uitgeest te 2.29 nam. De
3 treinen van Alkmaar komen hier dan
aan9.47 voorm. 1.10 en 10.08 nam. en
de trein van Uitgeest 6.39 nam.
Van harte wenschen wjj, dat de voor
gestelde regeling goedgekeurd worde. Men
heeft er zoolang reeds naar verlangd.
Dinsdagavond omstreeks elf uur
brak eeu hevige brand uit aan de Achter
gracht Westzijde in een huisje, bewoond
door den uitdrager J. Bakker, terwyl de
bewoners afwezig waren. De vlammen
grepen snel om zicli heen eu er was vrees
dat ook de belendende perceelen zouden
aangetast worden. De brandweer naderde
echter met spoedspuit No. 3 en die
van het vrywillige Brandweerkorps van
de Gymnastiek-Vereeniging Oefening
kweekt kunst«, wierpen hare stralen in den
vuurgloed, die daardoor iu korten tijd
bedwongen was. Het perceel ie totaal uit
gebrand. Huis en inboedel zijn, naar wij
vernemen, verzekerd. Van de oorzaak is
niets bekend.
Met ingang van 1 September a. s.
is tot Brievenbesteller ten Postkantore
Beider benoemd A. H. Brouwer te Texel.
Woensdag is door den Helderscben
schipper Okke Wakker by de Haaksgron-
den drijvende gevonden en alhier aange
bracht, het lijk van den onlangs met de
blazerschuit »T. X. 61" in de Noordzee
verongelukten visscher G. J. Duinker.
Het voorloopig verslag der Tweede
Kamer over het wetsontwerp tot wettelijke
verzekering van werklieden tegen de ge
volgen van ongevallen in bepaalde bedrij-
ven is verschenen.
Vrij algemeen werd de indiening toege
juicht. In beginsel hadden slechts zeer
enkele leden bezwaar. Vele leden prezen
het ontwerp wegens den duidelijken opzet
en de goede uitwerking.
Vele leden betreurden het echter, dat de
voorrang was gegeven aan ongevallen
verzekering boven verzekering tegen de
gevolgen van ziekten, ouderdom en inva
liditeit. De groote meerderheid achtte het
optreden van den staat ten deze wensche-
lyk en zelfs noodzakelijk. Verschillende
bezwaren werden echter aangevoerd tegen
het brengen van de geheele verzekering
onder het gezag van den staat en de voor
deden werden uiteengezet van verzekering
bij particuliere maatschappijen boven een.
rijksbank. Velen wensebten de verzekering
niet beperkt te zien tot bepaalde bedrijven.
In berinnering wordt gebracht, dat
door H. M. de Koningin bij de aanvaar
ding der Regeering geene geschenken zul
len worden aangenomen.
Timmerliedeubeweginir.
In een brief uit Amsterdam in de »Alk-
maarscbe Courant* worden een paar staal
tjes medegedeeld van de wijze, waarop
bet by de staking der Amsterdamsche
timmerlieden toegaat
In het mode-paleis van Hirsch, op het
Leidscbeplein, was men aan bet verbouwen,
welk werk was toevertrouwd aan de firma
Scherm Crouwel, patroons om hunne
humaniteit bekend. Hunne werklieden
hadden dan ook, op een enkele na, ge
weigerd aan de staking deel te nemen.
Zij hebben daarvoor een week van ellende
moeten doorstaan. Niet alleen werden zij
op straat gemolesteerd en uitgejouwd, maar
hunne adressen waren verraden, en kwamen
zy thuis zonder politie-geleide, dan wachtte
hun ernstige mishandeling. Tot zelfs hunne
vrouwen lieten de stakers niet met rust;
zy drongen haar woningen binnen en lieten
weten, dat er iets heel ergs zou gebeuren,
wanneer haai* mannen niet bet werk neer
legden. Zoo bitter werd hun het leven
gemaakt, dat de patroons zelf ten slotte
erkenden, dat 't, ter voorkoming van dood
slag, maar beter voor hen was om rustiger
dagen af te wachten. De firmant van
Hirsch bood toen aan, loon en arbeidsduur
op zijn kosten, overeenkomstig den wensch
der stakers, te regelen, als dan maar kan
wordeu voortgewerkt. Doch ook daarvan
wilde men niets weten als de gezellen
weer aan het werk gingen, konden zij
rekenen op een herhaling der vijandige
manifestaties.
Iets dergelijks moest de heer Albers,
een mede zeer goed ter naam en faam
bekend staand patroon, ondervinden. Hem
werden de werken aan den buitenkant
der Nieuwe Kerk opgedragen, en er werd
daarby gevoegd, dat niet op de kosten in
de eerste plaats, maar vooral op een spoe
dige oplevering zou worden gelet. Om aan
dat verlangen zooveel mogelijk te voldoen,
besteedde de heer Albers het werk onder
zijne gezellen uit, op voor ben zoo gunstige
conditiën, dat zy by eenigen y ver gemak
kelijk f 0.35 per uur konden maken. In-
tusschen is ook hier door de stakers hun
systeem van vrij heidsberooving toegepast
de timmerlieden waren hun leven niet meer
zeker, en het einde is geweest, dat de heer
Albers hun in zijn werkplaatsen een veilig
onderkomen heeft moeten bezorgen. By
andere werkgevers is 't juist zoo gegaan,
en wanneer 't stakings-coraité met ophef
meedeelt, dat zeven-achtsten der werklieden
aan de strike meedoen, dan moet daarby
niet vergeten worden, dat zich een groot
aantal onvrijwillige elementen daaronder
bevindt.
Inbraak.
In den nacht van 6 op 7 Augustus is
een ernstige inbraak gepleegd in de tij-
deljjk onbewoond staande woning van den
burgemeester van liet nabij Schiedam ge
legen dorpje Ketbel. Zondag 7 Augustus
werd door den veldwachter ontdekt, dat
de serredeuren aan den achterkant der
woning openstonden. Den volgenden mid
dag te 2 uur kwamen de officier van
justitie en de rechter-commissaris uit
Rotterdam ter plaatse ten einde een on
derzoek in loco in te stellen. De inbrekers
hebben blijkbaar het geheele huis door
zocht in alle kamers zijn kasten, buffet
en lessenaars met geweld geopend eH is
de inhoud ontvreemd. Voor een aanzien
lijk bedrag is gestolen aan tafelzilver,
gouden naaigarnituren, servetringen, broches
en verdere gouden en zilveren voorwerpen,
terwijl door het met ruw geweld openen
schade toegebracht is aan spiegelkast, lin
nen kast, lessenaars enz.
De bestolene was tegen inbraak ver
zekerd by de »Mercurius' te Amsterdam.
De beuoerade zoek.
Voor de vacante betrekking van onder
wijzer aan de school te Zijtaart, gem.
Vechel, had zich slechts één sollicitant
aangemeld. Deze nu is in de jongste raads
vergadering benoemd, doch op slot van
rekening blijkt, dat de bewuste persoon
zoek is. Waar men zich ook wendt, om
hem met zijn benoeming in kennis te
stellen, hetzij te Zutphen, te Bosch, of in
de plaats waar hij vroeger in betrekking
is geweest, nergens weet men waar hij
gestoven is. Wellicht heeft hij weer, even
als vroeger, het baantje van reiziger ter
hand genomen, wat hem wellicht aanlok
kelijker toeschijnt, dan voor de schoolbanken
te staan.
Te Groningen is door de algemeene
werkliedenvereniging besloten ter gelegen
heid der inhuldigingsfeesten voor ieder lid
uit de kas te trekken de somma van f 1.50,
om zoodoende de leden in de gelegenheid
te stellen dit feest op eene waardige wijze
te vieren. Het bestuur zal een telegram
van deelneming aan H.H. M.M. zenden.
Een wraakneming.
Bij den landbouwer J. Geertzema, aan
de Hoofdvaart te Haarlemmermeer, is door
baldadigen een H.A. rogge vernield, die
reeds aan hokken stond. Een gedeelte lag
verspreid over 't land of was geworpen in
de sloot.
De vermoedelijke oorzaak is wraak, over
het feit, dat genoemde landbouwer vreemde
maaiers iu dienst had
Men meldt uit Edatn
'1'e Hobrede, gemeeute Oosthuizen, heeft
eeu 65jarige man een vrouw met een mes
zóó verwond dat zij spoedig sterven zal.
De man heeft zich zelf in arrest gesteld.
De j ustitie is ter plaatse.
- Eenigen tijd geleden kwam te Edam,
uit de Zuiderzee, een pleiziervaartuig bin
nenvallen de opvarenden vertrokken naar
Amsterdam en lieten het jacht onbeheerd
achter; Zelfs de zeilen werden niet opge
borgen, die in weer en wind bleven liggen.
Sedert is niets meer van de bemanning
bespeurd. Door de zorg der politie is het
vaartuig thans op eene veilige plaats ge
bracht en de inventaris geborgen.
De diepzee-expeditie.
Aangaande de diepzee-expeditie onder
leiding van prof. Weber deelt >Insulinde"
nog het volgende mede
Hr. Ms. flottielje-vaartuig >Soboga" zal
met een volledig état major en beman
ning naar Indie varente Batavia wordt
het schip huiten dienst gesteld en komt
ter beschikking van prof. Max Weber.
Behalve de commandant G. F. Tydeman
blijven aan boord de luitenants ter zee
2de klasse H. J. Boldingh en C. E. II.
van Heyninga; de derde officier, benevens
de officieren van gezondheid en adminis
tratie gaan op andere schepen over. Eeu
particulier doctor wordt in Indië geënga
geerd en de bemanning zal bestaan uit
Javaansche matrozen, die te Batavia worden
aangemonsterd.
Schipbreukelingen.
Met het stoomschip »Gedé" van de
Rotterd. Lloyd zijn Woensdag te Rotter
dam aangebracht de schipbreukelingen
van het Nederl. stoomschip »Srait" uit
Alblaaserdam. Zooals hekend is, is dit schip
in den nacht van 2 op 3 Juni bij dikken
mist op South Black Rock aan de kust
van Korea op de reis van Newchwang
naar Yokohama gestrand en totaal wrak
geworden. Blykens hun mededeeling
waren, behalve de gezagvoerder E. J. Karst,
17 Hollanders en 11 Chineezen aan boord.
Het schip zonk zoo spoedig, dat de op
varenden nauwelyks tijd hadden zich op
een rots in veiligheid te brengen. Daar
vertoefden zy 36 uur zonder eenige lafe
nis, waarop 9 man besloten in een der
sloepen den omtrek te gaan verkennen en
zoo mogelijk hulp te krijgen. Zij slaagden
er werkelyk in eenige viscbsloepjes te
ontdekken die dadelijk bereid waren de
schipbreukelingen te verlossen, zy nainen
hen op cn brachten hen naar Nagasaki,
van waaruit zy, door bemiddeling van den
Franschen consul, de reederij van het
ongeval verwittigden. Daarop werden zij
naar Batavia vervoerd, waar de Chineezen
achterbleven doch de overigen met de
»Gcdé" de terugreis naar het vaderland
aannamen.
Met de Zuid-Afrikaansche mail ont
ving het Dagblad" het volgende bericht
omtrent de plannen tot feestviering van
onze landgenooten in Transvaal:
Ook te Springs zal by gelegenheid der
inhuldiging van H. M. Koningin Wilhel-
mina een Oranjeboom geplant worden,
waaromheen een sierljjk ijzeren hek zal
worden geplaatst. Tevens zullen de aldaar
woonachtige Nederlanders door een schit
terend feest den dag herdenken, terwyl
aan de schoolkinderen mede een genoeg
lijke dag met vele verrassingen zal wor
den bereid.
Onweder te en nabU Keulen.
Zondagmiddag heeft te Keulen en om
streken een vreeselyk onweder plaats ge
had. Hagelsteenen zoo groot als bikkels
vielen neder en duizenden vensterglazen
werden vernield. Het onweer werd door
een storm voorafgegaan, die in de voorstad
Pohl en in Bayenthal vreeselyke verwoes
tingen aanrichtte. Te Pohl is de geheele
straat een puinhoop gelijk. Een windhoos
sloeg den kerktoren tegen het dak van
de kerk.
De kerk is zwaar beschadigd, eenige
huizen zijn geheel vernield eu een dans
zaal is gelijk met den grond gemaakt. Een
omnibus, waarin verscheiden personen zaten,
sloeg om en vele passagiers werden zwaar
gewond. Sterke eikeboomen werden ont
worteld, een stortte op het dak van een
woonhuis, welks bovenverdiepingen ineen
zakten. Twee kinderen werden doodeljjk
gekwetst.
Te Bayenthal is de school ingestort. De
onderwijzer en zyn familie geraakten onder
de puinhoopende vrouw en een kind
werden zwaar gewond. Op den Ryn werd
een vlot uit elkaar geslagen; of er onge
lukken bij plaats vonden weet men niet.
Te Pohl zyn honderden mcnschen van
hun have en goed beroofd.
De Keulsche brandweer verleent zooveel
mogelijk bij het reddingswerk bystand.
Mansfeld en Arnoldshöhe gelijken op puin
hoopen. Het hoofdgebouw van de groote
Baventhalcr Machinefabriek is geheel ver
woest. Van een begrafenisstoet die onder
weg door den storm werd verrast, werden
vele deelnemers ernstig verwond.
Het dak van het schoolgebouw te Bayen
thal werd opgenomen door den wind en
30 Meter ver tegen een huis stuk geslagen.
De Ryn was een tijd lang met stukken
hout overdekt. Een wandelaar werd door
den wind in de rivier geworpen. Te Pass-
cath dreigt de kerk in te storten. Te
Hermülheim is aan het station groote
schade toegebracht. In alle door den
orkaan getroffen plaatsen heerscht groote
nood en reeds hebben de autoriteiten zich
tot de publieke liefdadigheid om steun
gewend.
HOEDERS DROOM.
De storm deed zoo krachtig zich hooren,
En roofde een moeder den slaap,
Zij was zoo beangBt om haar jongen,
Al was hjj een moedige knaap.
Zy wist hetzoo klein was het scheepje,
Waarmee hy ging visschen op zee,
En sombrc gedachten vervulden
llaar hart, dat schier wegkromp van woe.
.Och", zuchtte zij„als eens de branding,
Die reeds al te veel heeft verwoest,
Het scheepje vorzwond, en myn jongen
Het leven in zee derven moest!"
De slaap kwum zich eind'iy'k ontfermen
Maar bracht niet de sterkende rust,
Zij droomde straks, dat zy het huikje
Zag omslaan, niet ver van de kust.
En ginds, uit de schuimende golven,
Slak hij haar de handen nog toe,
En duisterend klonk liet haar tegen
.Vaarwel! voor het laatst, Ijove Moe!"
Ze ontwaakte met schrik uit haar droomen,
Verbjjstcrd door angst en door wee,
Zou nooit dan haar kind wederkomen
Was hij thans.een offer der zee?
Nog bruischten de golven en wierpen
Het scheepje op de kust weldra neer;
Maar lmar bracht men deez' droeve mare
•O moeder, uw zoon is niet meer
W. M. Tz.
Feullloton.
ONDER GEHEIMZINNIGE
BESCHERMING.
Vrjj bewerkt door AMO.
.Komaan, nu moet ik weg,* zei de En-
gelschman, door het venster ziende dat de
laatste zonnestralen reeds verdwenen waren.
.Maak toch niet zooveel haast,* sprak de
onder en liet den Engelschman nog een glas
grog brengen.
„Ik moet te negen uur aan boord zyn je
weet: het gaat by ons streng toe, en ik heb
niet veel lust om kennis te maken met de
kat.* (Hy bedoelde liet geeseltouw, waarmee
de schepelingen destjjds werden afgestraft.)
.Nu, heb daar geen vrees voor. Het is
nog niet later dan acht uur,* verzekerde
Henri Garde], die de Engelsche taal zoo
zuiver sprak als een geboren Engelschman.
.Maar als je werkelijk zooveel haast hebt,
dan zullen we nog even samen een flesch
wyn ledigen en dan dadelyk opbreken. Op
mjjn woord, je gezelschap bevalt me zoo bij
zonder goed, dat we tenminste éen flesch
moeten leegdrinken. De kastelein heeft nog
een bjjzonder fijnen wyn, zooals je maar
weinig zult aantreffen, Daarom nu geen grog
meer, we zullen iets beters nemen.
Dit zeggende liet Gardel de schel klinken,
die by hem op de tafel stond, en onmiddel
lijk verscheen do dienstvaardige kastelein.
Henri Gardel bestelde een fleBch ouden Madera
en ofschoon de Engelschman gaarne wilde
heengaan, scheen de wyn toch «en te groote
verzoeking om die te kunnen weerstaan. De
rumgrog, die hij gedronken had, deed zijne
werking reeds gevoelenzyn wilskracht was
daardoor reeds eenigszins verzwakt.
«Wil je zoo goed zijn, de grogglazen ach
ter je op dat tafeltje te zetten en me dien
knrketrekker eens aan te reiken vroeg Gar
del. De niets kwaads vermoedende Engelsch
man stond op, om aan het verzoek van zijn
gullen kameraad te voldoen op het oogen
blik, dat hy zich omkeerde, wierp Gardel
iets in zijn glaseen kleine hoeveelheid
slaappoeder. Daarna ontkurkte hy de flesch
en vulde de glazen. Beiden dronken en von
den den wyn voortreffelijk. Bij het tweede
glas begonuen de oogen van den Engelschman
dicht te vallen en zyn spraak werd verward.
De edele wijn, na den sterken rumgrog ge
dronken, had dadelyk de door Henri Gardel
gewenschte uitwerking.
Zeg eens," onderbrak Gardel eensklaps
het verhaal van een heldenstukje, dat de
ander beweerde bedreven te hebben, .heb je
wol eens gehoord van dien beruchten smok
kelaar
«O,* stotterde de ander .je bedoelt dien
galgcbrok dien Henri Gardel
//Juist, hem bedoel ik.*
.Zeker, ik heb wel eenB van hem'gehoord
en jij zult ook spoedig van hem hooren. Het
zal gauw met hem gedaan zyn, dat zeg ik je.*
,Hoe bedoel je dat?*
wDut zal ik je zeggen. Maar je moet er
niet over F.crst nog een glaasje
dat is goede wijn, byzonder goed
Maar je moet er niet over spreken
geen woord Dat zou mc groote schade
doen.*
.Geen sterveling zal er iets van vernemen.
Ga maar voort. Als het je maar gelukt hem
te pakken.*
.Och, we pakken hem zeker,* pochte de
Engelschman, terwyl hy met het glas hoven
zyn hoofd zwaaide.
.Ik hoop het voor jou. Maar hoe denk je
dat aan te leggen Het zal niet gemakke
lijk gaan.'
.Ja maar denk er aan geen
woord, hoor
Henri Gardel beloofde dit en nu vervolgde
de ander
.Wy hebben de bowjjzen, dat dio galgc
brok thans te Saint-Malo vertoeftmaar hy
houdt zich schuil, zoolung ons schip daar
voor anker ligt. Als we weer in zee steken,
laten we daarom een luitenant met twintig
manschappen achter, allen gekleed als ge
wone burgers, en die zullen hem inpakken,
zoodra hy het waagt zjjn schuilhoek te ver
laten. Begryp je de zaak nu
•Ja, nu begryp ik het.» antwoordde Gar
del lachende dat is goed bedacht.
,Het is prachtig,* stotterde de andere met
zware tong, terwijl zjjn oogen dichtvielen,
•niet waar?*
.«la, dat moet ik zeggen. Maar daar
zou ik bijna iets vergoten! Wel verduiveld,
ik weet liet parool niet meer.*
.Wat? Het parool
,Ja, het parool!' herhaalde Gardel, van
zijn stoel opspringende. .Wij kunnen niet
meer aan boord komen, als we het parool
niet weten.*
De arme Engelschman was echter reeds
te ver weg, om te begrjjpen, wat er met
hem gebeurde of in welk gezelschap hy
eigenlijk was, en met geweldige inspanning
de oogen openhoudende, reide hy.Hoe?
Weet je het niet meer Jjj hebt ook een
slecht geheugen! Wellington is het pa
rool! Weetje het nu?*
JuistWellington, zoo is hetMaar
verduiveld, waarom komt de boot nog niet
om ons naar boord to brengen
.De boot? Er komt immers geen boot
meer naar den wal zoodra het donker
is De oude knorrepot zei immers
dat we zelf maar moes
ten zorgen om aan boojd
.Ja, dat heeft hy gezegd,* sprak Henri
Gardeltegelijkertijd drukte hy het hoofd
vau den Engelschman zacht op de tafel en
een oogenblik lator snorkte deze als een var
ken. Nu riep hy den kastelein, wees hem op
den bewusteloozeu man en sprakDraag
zorg voor hem en sluit deze deur goed, op
dat niemand hem te zien kryge. Hebt gij
my begrepen
,Het zal geschieden, zooals ge beveelt,"
antwoordde de kastelein. .Maar wat denkt
ge nu verder te doen
.Help me eerst een handje: dan zult ge
het dadelyk hooren. Vooreerst moeten we
dien knaap zyn buis uittrekken.*
De kastelein hielp hem, om den Engel-
schen zeeman van zijn uniform te ontdoen;
Gardel trok zijn eigen buis uit en dat van
den ander aan. Daarna zette hy ook den
hoed van den Engelschman op en wendde
zich toen tot den verwonderdon kastelein.
„Wel, wat dunkt je,' vroeg hy, luid lachend,
•geljjk ik nu niet sprekend op dien man,
tenminste als hy niet beschonken is?«
.Op myn woord, dat gaat byzonder. Maar
ge zult u (och niet aan boord van dion En-
gelschen driedekker wagen?*
.Dat is juist mjjn plan.'
Maar
„Houd op met dat .maar.* Ik ga, en ik
moet mc haasten ook, want te negen uur
moeten de manschappen weer aan boord zyn,
en als ik later kom wordt ik in verhoor ge
nomen. Bewaak dezen man goedik vorzeker
je, dat ik spoedig terug zal zijn.'
Henri Gardel bleef een oogenblik zwegen
en liet peinzend het hoofd zakkendaarna
verzocht hy den kastelein, hem een sinaas
appel te brengen. Deze werd hem spoedig
ter hand gesteld hij maakte een kleine ope
ning in de schil, deed met een mesje zekere
hoeveelheid slaappoeder in de vrucht en
roerde met een lange naald zoo lang er in
om, tot hij meende, dat het poeder goed met
met het sap vormengd was. Vervolgens stak
hy don sinaasappel in zyn zak en maakte
zich dadelijk op weg.
IIcl was liulfnegen en volkomen donker.
De maan scheen niet, en daar het zw^ar
mistte, kon ook liet licht der sterren niet tot
de aarde doordringen. Henri Gardel sloeg
haustig den weg naar don zeekant in en
vond aan een uitspriugenden hoek vau de
kade een boot, waarin twee mannen hem
zaten te wachten. Hot was zyn eigen boot
en de mannen waren twee zijner getrouwste
matrozen. Met con sprong was h(j er in en
gaf bevel van wal te steken. Terwijl zy uit
de haven roeiden, zeide Henri Gardel hun,
wat hij voornemens was. Zy spraken geen
woord om hem van zyn voornemen te doen
afzien zy kenden hun heer te goed, om niet
te weten, dat liy de zaak niet ondernam,
zonder de noodige voorzorgen te hebben ge
nomen, eu dat niets in staat was hem zyn
plannen te doen opgeven, als hy eenmaal
iets besloten hud.
„Zoodra ge my aan boord van het schip
gebracht hebt, moet ge wegroeien in do
rechte Ijjn van den boegspriet en in de na
bijheid op een plaats gaan liggen, waar ge
niet gezien kunt worden, doch in het bereik
mjjner stem zjjt. Hebt ge my goed be
grepen
De matrozen beloofden zyn bevelen stipt
te zullen opvolgen, en een weinig later was
het schip bereikt. De boot werd door den
schildwacht aangeroepen en Henri Gardel
antwoordde. Zoodra de boot naast het schip
lag, sproDg Gardel op do valreeptrap 'eri ging
aan boord.
Wie dooi-?* vroeg de schildwacht, di#
heen en weer liep.
.Goed volk!* antwoordde Gardel.
.Het wachtwoord
Wellington
„In orde,* sprak de schildwacht en Gardel
ging naar de andere zjjde van het schip.
Een korporaal van do wacht kwam hein
tegen, maar tiet hem zonder eenig onderzoek
voorbijgaan.
/Zijt gy het, Haptree?» vroeg de dek-
officicr, die tegen den buzaansmast leunende,
zyn pyp stond te rooken.
«Ja, mynheer,* antwoordde Gardel met
een militairen groet, maar hel gelaat zoo
wendende, dat het niet beschenen werd door
het licht der dicht voor hem hangende lan
tarens.
De officier vroeg niet verder en onze waag
hals liep regelrecht naar de groote trap van
het voorruim. Toen hij tusscbendeks kwam,
waren de hangmatten reeds opgobangeu en
het grootste deel der bemanning was iu diepe
rust.
De koebrug noemt men aan boord van
oorlogsschepen de plaats, waar de gevangenen
cn gestraften worden opgesloten. De koebrug
was op dit schip aan stuurboordzijde tusschen-
deks, tusschen drie zware stukken geschut.
In de ruimte tusschen de beide eénrte kanon
nen bevond zich Eduard Du mal.
(Wordt vervolgd.)