KLEINE COURANT. 't Vliegend blaadje. Ifoor HelderTexel en Wleringen, No. 2064. Zaterdag 27 Angnatne 1898. 26»to Jaargang. Bureau: Zuidstraat. Telefoonn'. 32. Bureau: Spoorstraat. Telefoonn0. 81. Ateonnem ent p. 3 maanden binnen de gemeente 50 CtM met Zondagsbl. 80 Ct. id. franco per post 75 id. fl.121/,. i<L voor het Buitenland f 1.25, id. f 2.00. VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG. UitgeversBEBKH0UT Co., te Helder. Bureauxi Spoorstraat en Zuidatraat. Ad.vortentlön van 1 tot 5 regel*25 Cent. Elke regel meer5 Groote lettere worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn. KALENDER DEB WEEK. AUGUSTUS, Oogstmaand, 31 dagen. Opkomst der Zon 5 n. G m. Ouderg. 6 u. 55 m. Zondag 28 Maandag 29 Dinsdag 30 Woensdag 31 Volle Maan. Verjaardag van li. M. Koningin Wilhelmina. SEPTEMBER, Herfstmaand, 30 dagen. Donderdag 1 Vrijdag 2 Zaterdag 3 IJil liet Buitenland. Omtrent de verovering van Manilla door de troepen der Vereenigde Staten, meldt men alsnog, dat de Spaansche opperbevelhebber zeker langer stand gehonden en meer afdoende maatregelen tot tegenweer genomen zou hebben, wanneer hij nog eenige hoop, eenig uitzicht had gehad op voldoende medewerking van het moederland. De generaal was geheel ontmoedigd door het absoluut uitblijven van hulp uit Spanje. Sedert het begin van Mei had Spanje tien malen gelegenheid gehad, hem door hoog-noodige zendingen te steunen, maar bij de klaar-gebleken onverschilligheid te Madrid, durfde de bevelhebber aan geen krachtige verdediging beginnen, en daarom waschte hij liever zjjne handen in onschuld. Zijne meening had hjj reeds naar de Spaansche hoofdstad doen seinen, en daarby om ontslag gevraagd. Zonder verdere raededeeling, werd hjj van het bevel over de troepen ontheven. De ontslagbrief bereikte hem nog even vó<5r den aanvang van het bombardement, en is ongetwyfeld van invloed geweest op de spoedige capitulatie. De Amerikaansche opperbevelhebber heeft, sedert de overgave, het paleis van den gou verneur der Phillippjjnsche eilanden te Manilla betrokkeD, en de handhaving van alle burger lijke en kerkelijke wetten toegezegd. De handel op Manilla is voor alle onzydige natiën heropend. Wanneer de bevolking zich rustig gedraagt, zal alle eigendom met de meeste zorgvuldigheid worden beschermd. Geen enkel reoht wordt echter aan de opstan delingen toegestaan. En deze hadden nogal gerekend op eene stoffelijke bclooning voor de door hen bewezen dienstenDe Ameri kanen denken er zelfs niet aan de opstande lingen te erkennen, en geven hun slechts den raad, de wapens néér te leggen, den toestand te nemen zooals hy is, en aftewachtcn wat er met hen geschieden zal. Zij hebben op de Amerikanen een hoogst ongunstigen indruk gemaakt, en het is dus te voorzien, dat, houden zij zich soms niet rustig, cr met onverbiddelijke gestrengheid met hen zal gehandeld worden. Keizer Wilhelm van Duitschland is, gelijk we vroeger reeds mededeelden, voornemens, een bezoek aan Palestina te brengen. Op zyne reis derwaarts is hij van plan, tc Con- etantinopel af te stappen. Daar zal hij de gast zjjn van Turkije's Sultan, die voor de ontvangst van zyn voornamen bezoeker, de noodige maatregelen doet nemen. Er wordt aan 't paleis, waarin de Keizer zal verbljjven, zeer hard gewerkt. Een leger van metselaars, timmerlieden, schilders en behangers, is met de versiering bezig, 't Paleis zal geheel in Dnitschen stjjl gemeubeld worden. Het per- sonoel dat den Keizer zal bedienen, wordt gekozen uit de Tnrksche soldaten, die tegen Griekenland gestreden hebben en het herin- □eringsteeken aan dezen oorlog dragen. Als een bljjk, dat ook volksvertegenwoor digers, geachte*' afgevaardigden, niet straffe loos blijven, wanneer zjj zich aan de over treding der wetten, die zy zeiven helpen tot stand brengen, schuldig maken, kan het vol gende dienen. De krygsraad te Florence (Italië) heeft den afgevaardigde Percetti, wegens deelneming aan het oproer in Mei 11., bjj verstek veroordeeld tot tien jaar tucht huisstraf, en hem voor altjjd vervallen ver klaard van het recht, om openbare ambten te bekleeden. Verzachtende omstandigheden schjjnen voor dezen volksvertegenwoordiger niet gegolden te hebben. Met eene schorsing voor den tjjd van zes maanden werd onlangs een hoogleeraar in Frankryk gestraft, omdat hy, sprekende aan het graf van een zjjner vrienden, zinspeelde op diens gevoel voor recht en gerechtigheid, kennelyk doelende op de ontzettend vreemde houding der Fransche regeering, die eene herziening van het Drejfus-vonnis door allerlei middelen zoekt te ontwyken. De Minister van openbaar onderwijs, die deze straf toe paste, ontving nu dezer dagen een protest tegen de opgelegde straf, geteekeud doorniet minder dan 35 hoogleeraren. De berichtgever teekent hierbij aan•Z.Ezc. kan het er meê doen 1" Iemand, te Praag (Bohemen) woonachtig, beeft, naar men verzekert, een zeer belang- •jjke uitvinding gedaan hy heeft nl. een elec- trisch toestel voor spoorwegen uitgevonden, dat door het luiden van een schel aan de locomotief waarschuwt, wanneer er gevaar dreigt van een voorgaanden of naderenden trein. Deze vinding maakt het zien naar de signalen gedurende het rjjden geheel onnoodig. Door vakmannen wordt het toestel in groote mate geprezen, en door in in kostbaarheid be veelt het zich mede aan. Bljjkt het by proef neming te voldoen, dan zullen daardoor de veelvuldige ongelukken op de spoorwegen, door aanrijding ontstaan, verminderen of geheel onmogelyk worden gemaakt. Kwam er nn ook maar zulk een toestel, waardoor het gevaar voor aanvaringen op zee kon worden afgewend Men klaagt hier en elders vaak over het groot aantal bedelaars en landloopers, die op 'a lands kosten moeten worden opgeborgen. Dat het in Duitschland's hoofdstad niet beter is dan in andere landstreken, daarvan levert de volgende opgaaf blijk. In 1897 zijn te Berlijn niet minder dan 8200 bedelaars en bedelaarstere de mannen alleen maakten de 8000 vol gevangen genomen. Op de vraag, naar het beroep, antwoordden eenigen koopman, anderen apotheker, nog anderen ingenieur, verdergeleerde en tooneelspeler. Yan de vrouwen gaven de meesten schryfster als beroep op. De overgroote meerderheid dezer ongeluk kigen was tusschen de 20 en 40 jaren oud. Spanje geeft, vooral nu er een strenge censuur op geschriften van allerlei aard wordt toegepast, een aanschouwelijk voorbeeld er van, hoever men het wel in het spreken be- zyden de waarheid kan brengen. Berichten uit Madrid vermelden, dat er in 'tland hoe- genuarad geen Carlistische of republikeinsche woelingen meer bestaan, 't Optreden van benden Carlisten en republikeinen wordt een voudig geloochend. Er hcerscht in Spanje een .volkomen rust". Don Carlos heeft zelfs dus verzekeren de berichten zijn volkje tot kalmteen welgezindheid jegens de regeering aangemaand, en de republikeinen zyn door onderlinge verdeeldheid tot volslagen onmacht gedoemd. Er behoort wel een sterk geloof toe, om dit verslag van den toestand in Spanje geheel voor goede munt aan te nemen. NIEUWSTIJDINGEN HELDER, 26 Aug. 1898. Dinsdagavond werd in Musis Sacrum de laatste vergadering van de Commissie voor de Inhuldigingsfeesten gehouden. Nadat de hr. C. D. Zurmuh len als voor zitter met een woord van welkom had ge opend, werden de notulen gelezen en vast gesteld. Hulde werd gebracht aan de Marine- autoriteiten en in 't bijzonder aan den schout-bij-nacht Engelbrecht, voor betoonde welwillendheid en hulpvaardigheid, waarop een luid applaus volgde. Later werd ook hulde gebracht aan de diensten, door de hh. W. J. Louws, J. Steinrath, P. H. Bos en C. van Gijn aan de toebereidselen tot feestviering bewezen. Ook nu volgde een applaus. Mededeeling werd gedaan: dat er kans bestond twee der naar Amsterdam vertrokken oorlogsbodems voor een paar dagen hier terug te krijgen dat er hoop bestond de parade op 31 Aug. niet om half twee maar om 12 uur zal gehouden worden, opdat de commissie leden die functie hebben bij den middag optocht, die zouden kunnen vervullen dat de heer burgemeester had goedge vonden de aubade der schoolkinderen niet voor 't Raadhuis maar op 't Stationster rein te doen plaatshebben dat de jongste leerlingen der scholen alhier, pl.iu. 1400, op 1 September des morgens zullen feestvieren in de lokalen Tivoli, Musis Sacrum, Casino en den Kinderspeeltuin, terwjjl de anderen, pl.tu. 2000 na afloop der aubade in optocht naar 't terrein bij 't Observatorium zullen trekken om daar aangenaam bezig te worden gehouden dat de commissie heeft bedankt voor hulp van de politie. Nadat aan president, secretaris en pen ningmeester een woord van waardeering was gewjjd, sloot de voorzitter met de beste wenschen voor een goed succes en een driewerf »hoera« voor de Koningin, dat met geestdrift weerklonk. Wettelijke verzekering vsn werklieden. In de afdeelingen der Tweede Kamer wer den, blijkens het Voorloopig Verslag van het gehouden onderzoek, van het Wetsontwerp onder bovenstaanden titel verschillende op merkingen gemaakt. In de eerste plaats werd gevraagd, of het de bedoeling is, by de in deeling in eene gevarenklasse, en bij de be paling van het gevarenpercentage, te rekenen naar de ongevallen-statistiek in het algemeen of naar het aantal in eene onderneming voor gekomen ongevallen in het byzonder. Bij verzekering van een bepaald persoon pleegt de verzekeraar rekening te houden met de bijzondere eigenschappen van dien persoon gaat men daarentegen enkel met een alge- mcene statistiek te rade, dan kan op de indi- viduëele hoedanigheid der verzekerden niet gelet worden, Daar nu ten aanzien van on gevallen nit eene statistiek, al is die Obk nóg zoo volledig, wèl, althans tot op zekere hoogte, conclusiën kunnen worden getrokken ten uanzien van de kans op ongevallen in een bepaald bedrjjf, maar niet van de kans op ongevallen in een bepaalde onderneming, vreesde men, dat het gevaren percentage in vele gevallen, zekerheidshalve, te hoog zou worden gesteld. De aandacht werdt gevestigd op het gevolg, dat het te niet gaan of failleeren van eene onderneming voor de overige werkgevers zal hebben. In zoodanig geval mist de verze keringsbank de premiën van de niet meer bestaande ondernemingen, terwjjl de uit- keering aan verzekerden, aan wie in dienst der onderneming een ongeval overkwam, jaren lang voor rekening der Bank blijft. Men achtte dit bedenkeljjk, omdat op die wjjze de lasten der overige werkgevers zouden ver zwaard worden. In Duitschland komen althans de lasten eener failleerende bedryfsvereeniging ten laste van den Staat. Het toezicht op de naleving dezer wet wordt, volgens het ontwerp, opgedragen aan controleurs. Volgens de Memorie van Toe lichting' zullen deze ambtenaren onder meer de bevoegdheid hebben, debedryven te contróleeren. 't Werd in de afdeelingen niet duideljjk geacht, wat met deze uitdruk king is bedoeld. Contröle door desknndigen zou voorts bezwaar opleveren, met het oog op mogelijke schending van fabrieks gehei men. Bij de aanstelling van zoodanige con- tróleurs dient dus werd aangevoerd wel aan dat punt de noodige zorg te worden geschonken. Te Hengeloo (O.) is Maandagna middag een timmerman, die werkzaam was aan de verbouwing van ket raadhuis, door zonnesteek getroffen. Hij was dien zelfden morgen uit Zutphen aangekomen en was nauwelyks een paar weken getrouwd. Hij is naar het Ziekenhuis overgebracht. Aan den Langendijk (N.-H.) ismen geenszins ingenomen met het verbod van goederenvervoer, gedurende drie der aan staande feestdagen. De boeren toch weten geen raad met hunne bloemkool. Dat is een product van den dag; wordt het niet op tjjd geoogst, dan is het waardeloos. Wat dat voor deze streek beteekent, zal men kunnen nagaan, als men weet, dut er dagelyks ongeveer 100,000 naar het buitenland verzonden worden. Pogingen tot opheffing van dit verbod worden reeds aangewend. De bezittingen van wijlen den heer F. Reneman, te Utrecht, gelegen te Kleinemeer, onder Sappemeer, zijn gelega teerd aan het blindeninstituut te Amsterdam. Men deelde verder nog aan de >N. Gr. Ct." mede dat de heer R., die zijn geheele vermogen aan verschillende instellingen vermaakte, «en boerenplaats onder de ge meente Noorddijk, voor jaren aangekocht voor f 102.000, legateerde aan de Ned. Reddingmaatschappij. Het onweer. Op het gehucht Schoot bjj Geldrop is de vrouw van den landbouwer W. L. door den bliksem getroffen en onmiddelljjk ge dood. Men meldt uit Grave Dinsdagochtend werd ter hoogte van den Langelschen dijk nabij Herpen tijdens het hevige onweder de brigadier van de ma rechaussee Tilstra van de brigade alhier met zjjn paard door den bliksem getroffen en gedood. Te Scheveningen, waar duizenden vertoefden met het oog op het juist ont stoken vuurwerk, was 't een sauve qui peut, zooals slechts zelden viel waar te nemen. Wie niet veilig zat in een der etablissementen of café'* en ververschings- aangelegenheden in den omtrek, ijlde naar de trams, omnibussen enz. Het Staats spoorstation was in een oogwenk over rompeld, zoodat de politie van het naburige posthuis tusschenbeide moest komen om de orde te handhaven. Menigeen stond nog in de bij zwaar weder zoo gevreesde »kip- penren< te wachten, toen de bui't hevigst werd, met 't gevolg dat eenige trams naar Den Haag vertrokken met passagiers, die letterlijk dropen van 't hemelwater. Tijdens de voorstelling in Seinpost ont stond er een paniek onder de toeschou wers, die meenden dat de bliksem was ingeslagen, omdat door de ramen aan de zeezijde tengevolge van een sterke wind vlaag, groote wolken van stof en zand in de zaal kwamen. Een paar dames vielen flauw, maar alles liep verder goed af, niettegenstaande vele aanwezigen vluchtten. Nadat de ramen gesloten waren, was de orde hersteld. Omtrent het verbranden van de aan den Groendaal 19 te Rotterdam wonende vrouw valt nader het volgende te vermelden. Vannacht omstreeks kwartier over twaalven zat de 65-jarige courantenlooper Hendrik Nieuwendaal met zyn 69-jarige vrouw P. aan de tafel in hun woning op de derde verdieping in den Groenendaal 19. Nadat zy samen een maatje jenever, dat even te voren gehaald was, hadden uitgedronken, kregen zjj woorden. Die twist werd ernstiger en terwjjl beiden steeds opgewondener werden, sloeg de man, zooals hjj zelf verklaart, naar zijn vrouw, doch raakte de brandende lamp, waardoor de met petroleum gevulde bol eruit vloog, brak en de brandende petroleum op zjjn vrouw terecht kwam Van voren en van achteren stond zij ineens in brand. Gillende en hulp roepende vloog zjj de trap af en liep binnen bjj de buren der eerste ver dieping, doch ook daar geen hulp vindende, trachtte zy de straat te bereiken. Inmid dels waren op haar gegil eenige buren toegeschoten, die haar nu bjj de beenen van de trap af de straat optrokken. Toen was zij al bewusteloos, en spoedig daarop overleed zjj. Al de kleeren waren haar van 't lichaam gebrand, en vreeseljjk ver minkt, overdekt met brandwonden, werd het ljjk naar den politiepost aan de Oost poort en van daar later in den nacht naar het bureau in de Lange Torenstraat gebracht. De courantenlooper Hendrik Nieuwendaal was inmiddels in zijn woning door eenige burgera beetgegrepen en onder politiege- leide naar denzelfden polit'epost overge bracht, van waar hjj later, op last van den heer D. M. Ebbeler, werd getrans porteerd naar het bureau in de Lange Torenstraat, waar hy zich nu in bewaring bevindt. In de woning van Nieuwendaal ontstond geen brand van eenige beteekenis. Alleen een vloermat verschroeide eenigszins. Toen de commissaris van politie, de heer D. M. Ebbeler, met het gebeurde in kennis gesteld was, begaf hjj zich met den inspec teur F. J. Terlaak terstond naar de plaats van het onheil, waar hjj een onderzoek instelde. Tal van lieden werden gehoord, die allen tol uiteenloopende bijzonderheden wisten te verhalen en om strijd beweerden de juiste toedracht te weten. Onder al deze lieden is echtereen man, die pertinent beweert gezien te hebben, dat Nieuwendaal de lamp opgenomen en daarmede zjjn vrouw gegooid heeft, waardoor zij in den brand vloog. De lamp is door de politie in beslag genomen. IIT i E H. De correspondent van de »N. R. Ct.« seinde Dinsdag uit Batavia: Gisteren zijn twee troepen naar Tangsch gegaan, dat door 200 partijgangers van Oemar verdedigd wordt. Oemar zelf is te Beungga. De troep van Van Heutaz gaat over Keumalanaar Beungga. O verste Willem* gaat over Pringiet langs een voetpad recht op Tangsch aan. Er wordt voor 5 dagen leeftocht meegenomen. Kleinere troepen vervolgen Poliui in de VII Moekims. zenuwachtige spanning op zijn stoomros, niet trillende band den handel omvat, want de trein moet op tjjd aankomen, want 't is feest in den lande, de passagiers moeten op het feestterrein aanwezig zyn, maar het treinper soneel, dat jaar in jaar nit, dit gevaarlijke baantje volbrengt, het mag geen feest mee vieren, 't eenige wat het heeft, is verzwaring van dienst. (Wordt hun Wilhelmien dan geen Koningin). Zien wjj op het Post- en Telegraafwwen. Zjj die in dienst van den lande zjjn. Alle beambten der P. en T. is aangezegd, mogen geen verlof hebben van 30 Augs.10 Sopt., want 'tia feest in den lande. Voorzeker wordt hun vrjjcn tijd genoeg gegund Ja voorwaar, leest de nieuwsbladen, dan zult ge ontdekken, dat alleen op één der d r uk a t e feestdagen, de postkantoren zullen gesloten zjjn na 11 uur des morgens, doen vóór 's avonds 7 uur zullen zjj nog 2 uur geopend worden, voorts zullen buslichtingen en diensten op treinen geregeld plaats vinden. De brief- bestellingen zullen ook dien éénen dag worden beperkt en wel waar op gewone dagen 5 of 6 bestellingen plaats vinden, maar 3, en waar minder dan 5, dan 2. Gaat u nu even na, wat een vrjjen tjjd voor dien ééuen dag. Ja, het is voor die personen, die voor goed van feestiviteiten zijn uitgesloten, (Nieuwjaar, St. Nieolaas- feest etc.), bepaald vrjj af genoeg en nu d i t feest, waaraan het grootste deel der bevolking deelneemt, de postman is weder uitgesloten, heeft geen tjjd daaraan deel tc nemen. Even eens de telegraafman, die in het geheel geen oogenblikje vrjj mag. 't Is toch een treurige zaak. Zoo menige gevangene zal gratie verleend worden, zoo menige gelukkige wordt gedecoreerd en do post- en telegraafman, het treinpersoneel en anderen, worden van alles zooveel mogeljjk buiten gesloten. Zjj behoeven het feest niet mee te maken. (Wordt hunne Wilhelmien geen Koningin O Koninginne, van U hopen wjj ook in dezen verandering, dat znlke toestanden mogen ophouden te bestaan, dal onder Uwe regee ring minder redenen zjjn tol ontevredenheid, dat, wanneer dergelijke feesten zich in den lande doen plaats vinden, ook de luidjes van post en telegraaf, ook het treinpersoneel en anderen knnnen feestvieren. Ook hun hart klopt warm voor onze Koninginne. Ten allen tjjde geldt voor hen op de vraag Viert gjj met ons mede feestde jeremiade Wjj hebben geen tjjd!" Ingezonden. 't Is Feest. Zoo hier en daar cn overal, ziet men de njjvere handwerkshand uitgestoken, overal is men in zenuwachtige spanning, om alles te versieren met vlaggen en groen, om eere poorten en stukken van kunsten cn weten schappen op te richten, om het aan te breken tjjdstip zooveel mogeljjk luister bjj te zetten, want 't is feest. 't Is feestOnze jeugdige Koninginne is 18 jaren oud geworden, is mondig verklaard en zal de scepter van moeder overnemen; zjj zal zelf de moeielijke en zware taak op de schou ders nemen, zjj zal Koninginne zjjn. Het Nederlandsche volk is vol vuur eu geest om dien dag een feesteljjk karakter te geven, waarom wij ook overal die bedrijvig heid ontwaren. Reeds langen tjjd vooraf zjjn de daartoe benoodigde gelden opgehaald en bespaard gelden die door klein en groot, rjjk en arm zijn bjjeengebracht. Alles is dus nu present, alleen wordt er gehaakt en gehunkerd naar de aan te breken feestdagen. Zoo is 't, en niet te verwonderen, want onze Prinses zal Koningin worden. Ja en toch zal niet ieder feestvieren, niet ieder zal zich mogen verheugen in hel heu- geljjke tjjdstipmenigeen zal gedwongen worden andere werkzaamheden te verrichten. Slaan wjj ons oog eens heen naar het trein personeel. Denken wjj eens gedurende de feestdagen aan den machinist, staande in O «ach te Redactie! Zou U zoo beleefd willen zijn een plaatsje in te ruimen in uw veelgelezen blad voor onderstaande regelen "t Feest nadertde gemoederen en de geest drift wordt levendiger, allen zien vol bljjde verwachting uit naar de versieringen, die zullen worden aangebracht, en hot feest, 't zjjn de gesprekken, die op aller monden zweven. Ondergeteekende is ook voor een deel be kend roet de aanstalten, die worden gemaakt, en spreekt ook zoo nu en dan verschillende personen, over de feesteljjke houding, die de plaats onzer inwoning zal aannemen onder de rjj der feestvierende plaatsen in ons Va derland. Verschillende wenschen worden geuit, vooral de hoop dat schoon wêcr het feest moge verhoogen en dat orde moge wonen onder groot en klein, en eensgezindheid de plunl moge zjjn, die hoog opgroeit en breed uil bot Bovenal wordt gewenscht dat de werken en versieringen op de openbare wegen en aan de verschillende gebouwen, niet mogen te ljjden hebben door de jeugd. Gaarne ZOO ik mij de vrjjheid veroorloven op bescheidono wjjze alle ouders er op te wjjzen, het van huis uit hunnen kinderen op bet harte te bin den, niets te storen en geeno moeite aan te doen, aan allen, die met de zorgen der ver sieringen zjjn belast. Een goede wenk van hnis uit, heeft vaak meer invloed dan honderd agenten van politie 1 Laat do plaats onzer inwoning feestvieren met een bljjde en opgewekte stemming, laat haar de stemmen paren cn de snaren tokkelen, Feuilleton. ONDER GEHEIMZINNIGE BE8CHEBMIRG. Vrjj bewerkt door AMO. 7) O zeker, hier zal hjj veilig zjjn,' be vestigde de markies, terwjjl hjj den jonkman oplettend aankeek. Maar waarom hebben ze hem toch eigenljjk geprest? De Engelschvn kunnen nu toch onmogeljjk zoo groot gebrek aan scheepsvolk hebhen, dat ze zich aan vreemdelingen vergrjjpen. Kunt ge niet ver moeden, wat de eigenljjke reden daarvan is?' .Misschien weldoch laat ons daarover liever het stilzwjjgen bewaren. Zooveel is zeker: hjj i» geprest geworden en de eerste weken zal hjj niet buiten gevaar zjjn van opnieuw te worden gevat, want een paar officieren en eenige matrozen van het En- gelsche fregat sullen nog eenigen tjjd hier aan wal bljjvcu.' Met welk doel?» Alleen uit bjjzoudere oplettendheid voor mjj,° antwoordde Hcnri Gardel lachend. Aha,* sprak de markies, »ze schijnen dos nog al tjjd een beetje bezorgd voor u te zjjn.' .Zoo is het,' verklaarde Gardel; .watmjj betreft, mogen ze het zich zoo moeiljjk maken, als ze willen. Als ze goed uitkjjken, zullen ze overtuigd worden, dat ik hier tameljjk veel vrienden heb. Zelfs in Engeland heb ik meer oprechte vrienden dan men wel denken zou die waarschuwen mjj steeds te rechter- tjjd, als ik op mjjn hoede moet wezen. Het Engelsche bestuur zuigt het volk uit door de zware belastingen, die op de eerste levens behoeften drukken het moest toch begrjjpen dat het volk elke gelegenheid aangrijpt, om die artikelen tegen billjjken prjjs te krjjgen. Ieder die deze artikelen met gevaar voor leven en vrjjheid aanvoert, kan rekenen op de bescherming van de lieden, op wie de belastingen drukken. Doch laat ons hierover zwjjgen. Mijn streven als smokkelaar is al leen, den last der armen te verlichten dui zenden zegenen mjj daarvoor. Laat het En gelsche bestnur mij een misdadiger noemen, ik gevoel geenerlei gewetenswroeging bjj hetgeen ik doe." Ik moet erkennen, dat uwe inzichten wel eenigszins met de mjjne overeenkomen,* zeide de markies. .Tegen den dief of roovcr ver- helt zich mjjn gevoel van recht en billijkheid, maar niet alzoo tegen een stoutmoedig man, die de armen tegen billijker prjjs de noodige levensmiddelen levert, door de zware tol rechten te ontduiken. Maar zooeven liobt ge gezegd, dat ge de reden wist, waarom dezo jonkman geprest werd, niet waar?» Ja, maar die kan ik nog nie» mededeelen. Laat ons dus daarover zwijgen, als ik u bid den mag en verleen hem slechts een schuil plaats, totdat hjj van de Engelschen niets meer te vreezen zal hebbeu.'En zich tot Eduard Dumat richtende, zeide hij: .Ik zal morgen naar nw vader gaan, Eduard en hem zeggen, waar ge n bevindtdan kan hjj u hier komen bezoeken.' Intusschen hadden de bedienden het avond maal opgedragen en de drie heeren zetten zich aan tafel. Eduard Dumat zag tevergeefs uit naar het meisje, dat hjj gered had. Hjj had nog ge hoopt haar van avond weder to zien doch hjj werd bitter teleurgesteld. Zoodra de maaltjjd was afgeloopen, gaf Henri Gardel zjjn verlangen tc kennen om zich ter rust te begeven, en Eduard en hjj werden naar de voor hen ingerichte kamers geleid, die nan elkander grensden. Eduard Dumat ging echter nog niet naar bed. Zyn geest werd zoozeer door allerlei ge dachten bi-zig gehouden, dat de slaap hem ontvlood. De stem van het meisje dat hjj ge red had, klouk nog altijd in zjjn ooren cn □aar die stem had hjj in sjjne verbeelding een beeld van haar geheele wezen gevormd. Hjj had haar bij het verlaten van het rijtuig slechts vluchtig gezien, maar toch bemerkt, dat zij zeer schoon was. Dit was evenwel niet de hoofdzaak, die den jonkman wakker hield. Nog meer peinsde hjj over zjjn won- derljjke bevrijding door Henri Gardel en over enkele woorden, die deze zich had laten ont vallen. Hjj had van Gardel vernomen, dat deze zjjn vader gesproken en hem beloofd had, zjjn zoon tc zullen bevrjjden. Gardel wendde voor dat hjj het gevaar had getrot seerd om een armen jonkman uit zjjn deer- niswaardigen toestand te verlossen en tege- ljjkertjjd den gehaten Engelschen een vlieg af te vangen maar Eduard meende reden te hebben om te gclooven, dat een andere, ge wichtiger reden hnn had aangespoord. Gardels geheele gedrag gaf hem aanleiding tot dit vermoeden. Waarom vreesde Gardol dat de zaak meer ruchtbaarheid zou krijgen, dan bjj wenschte, indien voor Eduard Dumat de be scherming der Fransche overheid werd inge roepen Wat kon hjj daarmee bedoeld hebben Gardel bad gezegdhjj wilde niet dat de zaak na reeds algemeen bekend werd. Waarom niet?' vroeg de jonkman zichzelf af, terwjjl hjj in zjjn kamer heen en weer stapte. .En wat heeft Gardel met mjj uit te staan Waarom stelt hjj zooveel belang iu mij? Daar moet een bjjzoudere reden voor bestaan. Reeds de verschjjning van dien man Hjj brak plotseling zjjn alleenspraak af, want de deur werd geopend en Hcnri Gardel trad binnen. •Ge zjjt nog niet naar beddat dacht ik wel' zei de smokkelaar, terwjjl hij de deur achter zich sloot. Eduard gaf geen antwoordhy was geheel in gedachten verdiept en zjjn gelaat verried dat hjj hevig ontroerd was. «Ik achtte het noodig, nog dezen avond een paar woorden inet je te spreken,* ver volgde Gardel. «Wellicht zal ik je morgen niet zien, want ik moot vroeg vertrekken. Ge zult minstens een week hier moeten bljjven, want eenige manschappen ,van het Engelsche fregat zullen hier nog eenige dageu vertoeven, om te trachten mjj in handen te krjjgen en als je hun in den weg komt, nemen ze je zeker in hechtenis. De markies zal je zeker een schuilplaat* ver- leenen, vooreerst uit dankbaarheid voor zjjn redding en misschien ook nog om andere redenen. Blijf dos hier, totdat het gevaar ge weken is. Maar waarom zou ik me niet dadeljjk op de overheid beroepen vroeg Eduard met waardigheid. .Het grieft me tc wjjken voor een vyand, waar ik het recht heb, me vrjj te bewegen. De Engelschen mogen me niet go- vangennemen En toch hebben ze het gedaan." .Dat is zoomaar ze zullen het niet ten tweeden male durven doen. Ik werd onver hoeds overmeesterd, maar nn zal ik bescher ming genieten." Welke bescherming?" Die, waarop ieder Franschman recht heeft," antwoordde de jonkman fier. .Ik wil me niet verbergen in een schuilhoek uil vrees voor lieden, die geen recht op mo hébben. Ik waar deer ten hoogste, wat ge voor mjj gedaan hebt; gaarne wil ik alles doen, wat ge ver langt; maar mjjn eergevoel verbiedt me, mjj schuil te houden. Het recht, waarop ik aanspraak heb, wil ik inroepen, eo indien dan een vreemdeling zich aan mjj vergrjjpt, zal hjj er voor boeten. Ik zeg u hartelijk dank, mjjnheer en gevoel me zeer aan u verplicht maar toch kan ik geen vrede hebben met hetgeen ge me voorstelt. Morgenvroeg ga ik naar Saint Malo om injjn zaak aan de over heid bekend te maken." De oogen van den jonkman schitterden van vnnrmet vreugde bemerkte Henri Gardel dit, toen hjj antwoordde: .Ik besef zeer goed, wat ge gevoelt, maar ik moet er toch op aan dringen, dat ge mijn raad volgt. Geloot mij, ik weet beter dan gjj, hoe de zaken staan. Ge hebt machtiger vjjanden, dan ge ver moedt. Bljjf dus hier, totdat ge weer iet* van mjj hoort.' ,En waarom, totdat ik weer iets van n hoor «Omdat ik veel belang in n stel." Die betuiging is mjj niet voldoende, ik wil er meer van weten.' Ge zjjt onbilljjk, Eduard," zei Gardel vricndeljjk. «Ge moet den man niet met vra gen lastig vallen, die steeds bereid ia n te helpen naar zjjne beste krachten. Het zou nut teloos en niet raadzaam zijn, n op ditoogen blik met sommige gebeurtenissen bekend te maken. Wees dus verstandig, volg mjjn raad, twjjfel niet aan mjjn goede bedoelingen en tracht niet uit te vorschen, welke myn be weegredenen zjjn.» Ik twjjfel volstrekt niet aan uw goede bedoelingen, mjjnheer; maar ik wil mjj hier niet verbergen als een misdadiger, ter wjjl ik het recht heb, mjj overal vrjj tc be wegen.» Henri Gardel zweeg weer een poos en hield zjjn blikken stjjf op den grond gerichttoen Strak hjj op zoo overredenden toon, als hem echts mogeljjk was Eduard, ge moet hier bljjven. Gc moot wachten, totdat alle gevaar geweken is. Be looft ge mjj dal?' De jonkman was diep getroffendoch hjj kon nog niet toegeven. Na eenige aarzeling i hjj: .Neen, neen! Ik wil alles doen om u ge noegen te verschaffen maar het moet niet strjjdcn met mjjn denkbeelden van onafhan kelijkheid. Ik kan me niet schuilhouden als een vluchteling.' .Eduard Dumat," sprak Henri Gardel nu ernstig .dwing me niet, u meer te openbaren dan ik voornemens was. Ge schijnt er bjj to volharden, nw recht van geboren Fransch man te laten gelden, en daarom ben ik ge noodzaakt u te zeggen, dat ge moeilijk >lo bewijzen voor dat recht zoudt kunnen le veren. .Hoe? Wat?' riep de jonkman verbaasd. .Zoudt ik dat bewjjs niet kunnen leveren Zoo is het.' Wat meent gc daarmede?' «Ge hebt nooit den eed van trouw aan dit land en zjjne regeoring afgelegd.' Waarom zon ik dat behoeven te doen Ik ben toch een geboren Franschman.* Dat kan wel zoo zjjn, maar het bewjjs daarvan zoudt go niet gemakkeljjk kunnen leveren.' (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1898 | | pagina 1