KLEINE COURANT.
't Vliegend blaadje.
Ifoor HelderTexel en Wleringen,
No. 2064.
Zaterdag 27 Angnatne 1898.
26»to Jaargang.
Bureau: Zuidstraat.
Telefoonn'. 32.
Bureau: Spoorstraat.
Telefoonn0. 81.
Ateonnem ent
p. 3 maanden binnen de gemeente 50 CtM met Zondagsbl. 80 Ct.
id. franco per post 75 id. fl.121/,.
i<L voor het Buitenland f 1.25, id. f 2.00.
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
UitgeversBEBKH0UT Co., te Helder.
Bureauxi Spoorstraat en Zuidatraat.
Ad.vortentlön
van 1 tot 5 regel*25 Cent.
Elke regel meer5
Groote lettere worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
KALENDER DEB WEEK.
AUGUSTUS, Oogstmaand, 31 dagen.
Opkomst der Zon 5 n. G m.
Ouderg. 6 u. 55 m.
Zondag 28
Maandag 29
Dinsdag 30
Woensdag 31 Volle Maan. Verjaardag
van li. M. Koningin Wilhelmina.
SEPTEMBER, Herfstmaand, 30 dagen.
Donderdag 1
Vrijdag 2
Zaterdag 3
IJil liet Buitenland.
Omtrent de verovering van Manilla door
de troepen der Vereenigde Staten, meldt men
alsnog, dat de Spaansche opperbevelhebber
zeker langer stand gehonden en meer afdoende
maatregelen tot tegenweer genomen zou
hebben, wanneer hij nog eenige hoop, eenig
uitzicht had gehad op voldoende medewerking
van het moederland. De generaal was geheel
ontmoedigd door het absoluut uitblijven van
hulp uit Spanje. Sedert het begin van Mei
had Spanje tien malen gelegenheid gehad,
hem door hoog-noodige zendingen te steunen,
maar bij de klaar-gebleken onverschilligheid
te Madrid, durfde de bevelhebber aan geen
krachtige verdediging beginnen, en daarom
waschte hij liever zjjne handen in onschuld.
Zijne meening had hjj reeds naar de Spaansche
hoofdstad doen seinen, en daarby om ontslag
gevraagd. Zonder verdere raededeeling, werd
hjj van het bevel over de troepen ontheven.
De ontslagbrief bereikte hem nog even vó<5r
den aanvang van het bombardement, en is
ongetwyfeld van invloed geweest op de spoedige
capitulatie.
De Amerikaansche opperbevelhebber heeft,
sedert de overgave, het paleis van den gou
verneur der Phillippjjnsche eilanden te Manilla
betrokkeD, en de handhaving van alle burger
lijke en kerkelijke wetten toegezegd. De
handel op Manilla is voor alle onzydige
natiën heropend. Wanneer de bevolking zich
rustig gedraagt, zal alle eigendom met de
meeste zorgvuldigheid worden beschermd.
Geen enkel reoht wordt echter aan de opstan
delingen toegestaan. En deze hadden nogal
gerekend op eene stoffelijke bclooning voor
de door hen bewezen dienstenDe Ameri
kanen denken er zelfs niet aan de opstande
lingen te erkennen, en geven hun slechts
den raad, de wapens néér te leggen, den
toestand te nemen zooals hy is, en aftewachtcn
wat er met hen geschieden zal. Zij hebben
op de Amerikanen een hoogst ongunstigen
indruk gemaakt, en het is dus te voorzien,
dat, houden zij zich soms niet rustig, cr met
onverbiddelijke gestrengheid met hen zal
gehandeld worden.
Keizer Wilhelm van Duitschland is, gelijk
we vroeger reeds mededeelden, voornemens,
een bezoek aan Palestina te brengen. Op
zyne reis derwaarts is hij van plan, tc Con-
etantinopel af te stappen. Daar zal hij de
gast zjjn van Turkije's Sultan, die voor de
ontvangst van zyn voornamen bezoeker, de
noodige maatregelen doet nemen. Er wordt
aan 't paleis, waarin de Keizer zal verbljjven,
zeer hard gewerkt. Een leger van metselaars,
timmerlieden, schilders en behangers, is met
de versiering bezig, 't Paleis zal geheel in
Dnitschen stjjl gemeubeld worden. Het per-
sonoel dat den Keizer zal bedienen, wordt
gekozen uit de Tnrksche soldaten, die tegen
Griekenland gestreden hebben en het herin-
□eringsteeken aan dezen oorlog dragen.
Als een bljjk, dat ook volksvertegenwoor
digers, geachte*' afgevaardigden, niet straffe
loos blijven, wanneer zjj zich aan de over
treding der wetten, die zy zeiven helpen tot
stand brengen, schuldig maken, kan het vol
gende dienen. De krygsraad te Florence
(Italië) heeft den afgevaardigde Percetti,
wegens deelneming aan het oproer in Mei 11.,
bjj verstek veroordeeld tot tien jaar tucht
huisstraf, en hem voor altjjd vervallen ver
klaard van het recht, om openbare ambten
te bekleeden. Verzachtende omstandigheden
schjjnen voor dezen volksvertegenwoordiger
niet gegolden te hebben.
Met eene schorsing voor den tjjd van zes
maanden werd onlangs een hoogleeraar in
Frankryk gestraft, omdat hy, sprekende aan
het graf van een zjjner vrienden, zinspeelde
op diens gevoel voor recht en gerechtigheid,
kennelyk doelende op de ontzettend vreemde
houding der Fransche regeering, die eene
herziening van het Drejfus-vonnis door allerlei
middelen zoekt te ontwyken. De Minister
van openbaar onderwijs, die deze straf toe
paste, ontving nu dezer dagen een protest
tegen de opgelegde straf, geteekeud doorniet
minder dan 35 hoogleeraren. De berichtgever
teekent hierbij aan•Z.Ezc. kan het er meê
doen 1"
Iemand, te Praag (Bohemen) woonachtig,
beeft, naar men verzekert, een zeer belang-
•jjke uitvinding gedaan hy heeft nl. een elec-
trisch toestel voor spoorwegen uitgevonden,
dat door het luiden van een schel aan de
locomotief waarschuwt, wanneer er gevaar
dreigt van een voorgaanden of naderenden
trein. Deze vinding maakt het zien naar de
signalen gedurende het rjjden geheel onnoodig.
Door vakmannen wordt het toestel in groote
mate geprezen, en door in in kostbaarheid be
veelt het zich mede aan. Bljjkt het by proef
neming te voldoen, dan zullen daardoor de
veelvuldige ongelukken op de spoorwegen,
door aanrijding ontstaan, verminderen of
geheel onmogelyk worden gemaakt. Kwam
er nn ook maar zulk een toestel, waardoor
het gevaar voor aanvaringen op zee kon
worden afgewend
Men klaagt hier en elders vaak over het
groot aantal bedelaars en landloopers, die op
'a lands kosten moeten worden opgeborgen.
Dat het in Duitschland's hoofdstad niet beter
is dan in andere landstreken, daarvan levert
de volgende opgaaf blijk. In 1897 zijn te
Berlijn niet minder dan 8200 bedelaars en
bedelaarstere de mannen alleen maakten
de 8000 vol gevangen genomen. Op de
vraag, naar het beroep, antwoordden eenigen
koopman, anderen apotheker, nog anderen
ingenieur, verdergeleerde en tooneelspeler.
Yan de vrouwen gaven de meesten schryfster
als beroep op. De overgroote meerderheid
dezer ongeluk kigen was tusschen de 20 en
40 jaren oud.
Spanje geeft, vooral nu er een strenge
censuur op geschriften van allerlei aard wordt
toegepast, een aanschouwelijk voorbeeld er
van, hoever men het wel in het spreken be-
zyden de waarheid kan brengen. Berichten
uit Madrid vermelden, dat er in 'tland hoe-
genuarad geen Carlistische of republikeinsche
woelingen meer bestaan, 't Optreden van
benden Carlisten en republikeinen wordt een
voudig geloochend. Er hcerscht in Spanje
een .volkomen rust". Don Carlos heeft zelfs
dus verzekeren de berichten zijn volkje
tot kalmteen welgezindheid jegens de regeering
aangemaand, en de republikeinen zyn door
onderlinge verdeeldheid tot volslagen onmacht
gedoemd. Er behoort wel een sterk geloof
toe, om dit verslag van den toestand in Spanje
geheel voor goede munt aan te nemen.
NIEUWSTIJDINGEN
HELDER, 26 Aug. 1898.
Dinsdagavond werd in Musis Sacrum
de laatste vergadering van de Commissie
voor de Inhuldigingsfeesten gehouden.
Nadat de hr. C. D. Zurmuh len als voor
zitter met een woord van welkom had ge
opend, werden de notulen gelezen en vast
gesteld.
Hulde werd gebracht aan de Marine-
autoriteiten en in 't bijzonder aan den
schout-bij-nacht Engelbrecht, voor betoonde
welwillendheid en hulpvaardigheid, waarop
een luid applaus volgde.
Later werd ook hulde gebracht aan de
diensten, door de hh. W. J. Louws, J.
Steinrath, P. H. Bos en C. van Gijn aan
de toebereidselen tot feestviering bewezen.
Ook nu volgde een applaus.
Mededeeling werd gedaan:
dat er kans bestond twee der naar
Amsterdam vertrokken oorlogsbodems voor
een paar dagen hier terug te krijgen
dat er hoop bestond de parade op 31
Aug. niet om half twee maar om 12 uur
zal gehouden worden, opdat de commissie
leden die functie hebben bij den middag
optocht, die zouden kunnen vervullen
dat de heer burgemeester had goedge
vonden de aubade der schoolkinderen niet
voor 't Raadhuis maar op 't Stationster
rein te doen plaatshebben
dat de jongste leerlingen der scholen
alhier, pl.iu. 1400, op 1 September des
morgens zullen feestvieren in de lokalen
Tivoli, Musis Sacrum, Casino en den
Kinderspeeltuin, terwjjl de anderen, pl.tu.
2000 na afloop der aubade in optocht
naar 't terrein bij 't Observatorium zullen
trekken om daar aangenaam bezig te
worden gehouden
dat de commissie heeft bedankt voor
hulp van de politie.
Nadat aan president, secretaris en pen
ningmeester een woord van waardeering
was gewjjd, sloot de voorzitter met de
beste wenschen voor een goed succes en
een driewerf »hoera« voor de Koningin,
dat met geestdrift weerklonk.
Wettelijke verzekering vsn werklieden.
In de afdeelingen der Tweede Kamer wer
den, blijkens het Voorloopig Verslag van
het gehouden onderzoek, van het Wetsontwerp
onder bovenstaanden titel verschillende op
merkingen gemaakt. In de eerste plaats werd
gevraagd, of het de bedoeling is, by de in
deeling in eene gevarenklasse, en bij de be
paling van het gevarenpercentage, te rekenen
naar de ongevallen-statistiek in het algemeen
of naar het aantal in eene onderneming voor
gekomen ongevallen in het byzonder. Bij
verzekering van een bepaald persoon pleegt
de verzekeraar rekening te houden met de
bijzondere eigenschappen van dien persoon
gaat men daarentegen enkel met een alge-
mcene statistiek te rade, dan kan op de indi-
viduëele hoedanigheid der verzekerden niet
gelet worden, Daar nu ten aanzien van on
gevallen nit eene statistiek, al is die Obk
nóg zoo volledig, wèl, althans tot op zekere
hoogte, conclusiën kunnen worden getrokken
ten uanzien van de kans op ongevallen in
een bepaald bedrjjf, maar niet van de kans
op ongevallen in een bepaalde onderneming,
vreesde men, dat het gevaren percentage in
vele gevallen, zekerheidshalve, te hoog zou
worden gesteld.
De aandacht werdt gevestigd op het gevolg,
dat het te niet gaan of failleeren van eene
onderneming voor de overige werkgevers zal
hebben. In zoodanig geval mist de verze
keringsbank de premiën van de niet meer
bestaande ondernemingen, terwjjl de uit-
keering aan verzekerden, aan wie in dienst
der onderneming een ongeval overkwam,
jaren lang voor rekening der Bank blijft. Men
achtte dit bedenkeljjk, omdat op die wjjze de
lasten der overige werkgevers zouden ver
zwaard worden. In Duitschland komen althans
de lasten eener failleerende bedryfsvereeniging
ten laste van den Staat.
Het toezicht op de naleving dezer wet
wordt, volgens het ontwerp, opgedragen aan
controleurs. Volgens de Memorie van Toe
lichting' zullen deze ambtenaren onder meer
de bevoegdheid hebben, debedryven te
contróleeren. 't Werd in de afdeelingen
niet duideljjk geacht, wat met deze uitdruk
king is bedoeld. Contröle door desknndigen
zou voorts bezwaar opleveren, met het oog
op mogelijke schending van fabrieks gehei
men. Bij de aanstelling van zoodanige con-
tróleurs dient dus werd aangevoerd
wel aan dat punt de noodige zorg te worden
geschonken.
Te Hengeloo (O.) is Maandagna
middag een timmerman, die werkzaam
was aan de verbouwing van ket raadhuis,
door zonnesteek getroffen. Hij was dien
zelfden morgen uit Zutphen aangekomen
en was nauwelyks een paar weken getrouwd.
Hij is naar het Ziekenhuis overgebracht.
Aan den Langendijk (N.-H.) ismen
geenszins ingenomen met het verbod van
goederenvervoer, gedurende drie der aan
staande feestdagen.
De boeren toch weten geen raad met
hunne bloemkool. Dat is een product van
den dag; wordt het niet op tjjd geoogst,
dan is het waardeloos.
Wat dat voor deze streek beteekent,
zal men kunnen nagaan, als men weet,
dut er dagelyks ongeveer 100,000 naar
het buitenland verzonden worden.
Pogingen tot opheffing van dit verbod
worden reeds aangewend.
De bezittingen van wijlen den
heer F. Reneman, te Utrecht, gelegen te
Kleinemeer, onder Sappemeer, zijn gelega
teerd aan het blindeninstituut te Amsterdam.
Men deelde verder nog aan de >N. Gr.
Ct." mede dat de heer R., die zijn geheele
vermogen aan verschillende instellingen
vermaakte, «en boerenplaats onder de ge
meente Noorddijk, voor jaren aangekocht
voor f 102.000, legateerde aan de Ned.
Reddingmaatschappij.
Het onweer.
Op het gehucht Schoot bjj Geldrop is
de vrouw van den landbouwer W. L. door
den bliksem getroffen en onmiddelljjk ge
dood.
Men meldt uit Grave
Dinsdagochtend werd ter hoogte van den
Langelschen dijk nabij Herpen tijdens het
hevige onweder de brigadier van de ma
rechaussee Tilstra van de brigade alhier
met zjjn paard door den bliksem getroffen
en gedood.
Te Scheveningen, waar duizenden
vertoefden met het oog op het juist ont
stoken vuurwerk, was 't een sauve qui
peut, zooals slechts zelden viel waar te
nemen. Wie niet veilig zat in een der
etablissementen of café'* en ververschings-
aangelegenheden in den omtrek, ijlde naar
de trams, omnibussen enz. Het Staats
spoorstation was in een oogwenk over
rompeld, zoodat de politie van het naburige
posthuis tusschenbeide moest komen om
de orde te handhaven. Menigeen stond nog
in de bij zwaar weder zoo gevreesde »kip-
penren< te wachten, toen de bui't hevigst
werd, met 't gevolg dat eenige trams naar
Den Haag vertrokken met passagiers, die
letterlijk dropen van 't hemelwater.
Tijdens de voorstelling in Seinpost ont
stond er een paniek onder de toeschou
wers, die meenden dat de bliksem was
ingeslagen, omdat door de ramen aan de
zeezijde tengevolge van een sterke wind
vlaag, groote wolken van stof en zand in
de zaal kwamen.
Een paar dames vielen flauw, maar alles
liep verder goed af, niettegenstaande vele
aanwezigen vluchtten. Nadat de ramen
gesloten waren, was de orde hersteld.
Omtrent het verbranden van de aan
den Groendaal 19 te Rotterdam wonende
vrouw valt nader het volgende te vermelden.
Vannacht omstreeks kwartier over
twaalven zat de 65-jarige courantenlooper
Hendrik Nieuwendaal met zyn 69-jarige
vrouw P. aan de tafel in hun woning op
de derde verdieping in den Groenendaal
19. Nadat zy samen een maatje jenever,
dat even te voren gehaald was, hadden
uitgedronken, kregen zjj woorden. Die
twist werd ernstiger en terwjjl beiden
steeds opgewondener werden, sloeg de man,
zooals hjj zelf verklaart, naar zijn vrouw,
doch raakte de brandende lamp, waardoor
de met petroleum gevulde bol eruit vloog,
brak en de brandende petroleum op zjjn
vrouw terecht kwam Van voren en van
achteren stond zij ineens in brand. Gillende
en hulp roepende vloog zjj de trap af en
liep binnen bjj de buren der eerste ver
dieping, doch ook daar geen hulp vindende,
trachtte zy de straat te bereiken. Inmid
dels waren op haar gegil eenige buren
toegeschoten, die haar nu bjj de beenen
van de trap af de straat optrokken. Toen
was zij al bewusteloos, en spoedig daarop
overleed zjj. Al de kleeren waren haar
van 't lichaam gebrand, en vreeseljjk ver
minkt, overdekt met brandwonden, werd
het ljjk naar den politiepost aan de Oost
poort en van daar later in den nacht naar
het bureau in de Lange Torenstraat gebracht.
De courantenlooper Hendrik Nieuwendaal
was inmiddels in zijn woning door eenige
burgera beetgegrepen en onder politiege-
leide naar denzelfden polit'epost overge
bracht, van waar hjj later, op last van
den heer D. M. Ebbeler, werd getrans
porteerd naar het bureau in de Lange
Torenstraat, waar hy zich nu in bewaring
bevindt.
In de woning van Nieuwendaal ontstond
geen brand van eenige beteekenis. Alleen
een vloermat verschroeide eenigszins.
Toen de commissaris van politie, de heer
D. M. Ebbeler, met het gebeurde in kennis
gesteld was, begaf hjj zich met den inspec
teur F. J. Terlaak terstond naar de plaats
van het onheil, waar hjj een onderzoek
instelde. Tal van lieden werden gehoord,
die allen tol uiteenloopende bijzonderheden
wisten te verhalen en om strijd beweerden
de juiste toedracht te weten. Onder al
deze lieden is echtereen man, die pertinent
beweert gezien te hebben, dat Nieuwendaal
de lamp opgenomen en daarmede zjjn
vrouw gegooid heeft, waardoor zij in den
brand vloog. De lamp is door de politie
in beslag genomen.
IIT i E H.
De correspondent van de »N. R. Ct.«
seinde Dinsdag uit Batavia:
Gisteren zijn twee troepen naar Tangsch
gegaan, dat door 200 partijgangers van
Oemar verdedigd wordt. Oemar zelf is te
Beungga. De troep van Van Heutaz gaat
over Keumalanaar Beungga. O verste Willem*
gaat over Pringiet langs een voetpad recht
op Tangsch aan. Er wordt voor 5 dagen
leeftocht meegenomen. Kleinere troepen
vervolgen Poliui in de VII Moekims.
zenuwachtige spanning op zijn stoomros, niet
trillende band den handel omvat, want de
trein moet op tjjd aankomen, want 't is feest
in den lande, de passagiers moeten op het
feestterrein aanwezig zyn, maar het treinper
soneel, dat jaar in jaar nit, dit gevaarlijke
baantje volbrengt, het mag geen feest mee
vieren, 't eenige wat het heeft, is verzwaring
van dienst. (Wordt hun Wilhelmien dan geen
Koningin).
Zien wjj op het Post- en Telegraafwwen.
Zjj die in dienst van den lande zjjn. Alle
beambten der P. en T. is aangezegd, mogen
geen verlof hebben van 30 Augs.10 Sopt.,
want 'tia feest in den lande. Voorzeker
wordt hun vrjjcn tijd genoeg gegund Ja
voorwaar, leest de nieuwsbladen, dan zult
ge ontdekken, dat alleen op één der d r uk a t e
feestdagen, de postkantoren zullen gesloten
zjjn na 11 uur des morgens, doen vóór
's avonds 7 uur zullen zjj nog 2 uur geopend
worden, voorts zullen buslichtingen en diensten
op treinen geregeld plaats vinden. De brief-
bestellingen zullen ook dien éénen dag worden
beperkt en wel waar op gewone dagen 5 of
6 bestellingen plaats vinden, maar 3, en waar
minder dan 5, dan 2.
Gaat u nu even na, wat een vrjjen tjjd
voor dien ééuen dag. Ja, het is voor die
personen, die voor goed van feestiviteiten
zijn uitgesloten, (Nieuwjaar, St. Nieolaas-
feest etc.), bepaald vrjj af genoeg en nu d i t
feest, waaraan het grootste deel der bevolking
deelneemt, de postman is weder uitgesloten,
heeft geen tjjd daaraan deel tc nemen. Even
eens de telegraafman, die in het geheel geen
oogenblikje vrjj mag.
't Is toch een treurige zaak. Zoo menige
gevangene zal gratie verleend worden, zoo
menige gelukkige wordt gedecoreerd en do
post- en telegraafman, het treinpersoneel en
anderen, worden van alles zooveel mogeljjk
buiten gesloten. Zjj behoeven het feest niet
mee te maken. (Wordt hunne Wilhelmien
geen Koningin
O Koninginne, van U hopen wjj ook in
dezen verandering, dat znlke toestanden mogen
ophouden te bestaan, dal onder Uwe regee
ring minder redenen zjjn tol ontevredenheid,
dat, wanneer dergelijke feesten zich in den
lande doen plaats vinden, ook de luidjes van
post en telegraaf, ook het treinpersoneel en
anderen knnnen feestvieren. Ook hun hart
klopt warm voor onze Koninginne.
Ten allen tjjde geldt voor hen op de vraag
Viert gjj met ons mede feestde jeremiade
Wjj hebben geen tjjd!"
Ingezonden.
't Is Feest.
Zoo hier en daar cn overal, ziet men de
njjvere handwerkshand uitgestoken, overal is
men in zenuwachtige spanning, om alles te
versieren met vlaggen en groen, om eere
poorten en stukken van kunsten cn weten
schappen op te richten, om het aan te breken
tjjdstip zooveel mogeljjk luister bjj te zetten,
want 't is feest.
't Is feestOnze jeugdige Koninginne is 18
jaren oud geworden, is mondig verklaard en
zal de scepter van moeder overnemen; zjj zal
zelf de moeielijke en zware taak op de schou
ders nemen, zjj zal Koninginne zjjn.
Het Nederlandsche volk is vol vuur eu
geest om dien dag een feesteljjk karakter te
geven, waarom wij ook overal die bedrijvig
heid ontwaren.
Reeds langen tjjd vooraf zjjn de daartoe
benoodigde gelden opgehaald en bespaard
gelden die door klein en groot, rjjk en arm
zijn bjjeengebracht.
Alles is dus nu present, alleen wordt er
gehaakt en gehunkerd naar de aan te breken
feestdagen.
Zoo is 't, en niet te verwonderen, want
onze Prinses zal Koningin worden.
Ja en toch zal niet ieder feestvieren, niet
ieder zal zich mogen verheugen in hel heu-
geljjke tjjdstipmenigeen zal gedwongen
worden andere werkzaamheden te verrichten.
Slaan wjj ons oog eens heen naar het trein
personeel. Denken wjj eens gedurende de
feestdagen aan den machinist, staande in
O «ach te Redactie!
Zou U zoo beleefd willen zijn een plaatsje
in te ruimen in uw veelgelezen blad voor
onderstaande regelen
"t Feest nadertde gemoederen en de geest
drift wordt levendiger, allen zien vol bljjde
verwachting uit naar de versieringen, die
zullen worden aangebracht, en hot feest,
't zjjn de gesprekken, die op aller monden
zweven.
Ondergeteekende is ook voor een deel be
kend roet de aanstalten, die worden gemaakt,
en spreekt ook zoo nu en dan verschillende
personen, over de feesteljjke houding, die de
plaats onzer inwoning zal aannemen onder
de rjj der feestvierende plaatsen in ons Va
derland.
Verschillende wenschen worden geuit, vooral
de hoop dat schoon wêcr het feest moge
verhoogen en dat orde moge wonen onder
groot en klein, en eensgezindheid de plunl
moge zjjn, die hoog opgroeit en breed uil bot
Bovenal wordt gewenscht dat de werken
en versieringen op de openbare wegen en
aan de verschillende gebouwen, niet mogen
te ljjden hebben door de jeugd. Gaarne ZOO
ik mij de vrjjheid veroorloven op bescheidono
wjjze alle ouders er op te wjjzen, het van
huis uit hunnen kinderen op bet harte te bin
den, niets te storen en geeno moeite aan te
doen, aan allen, die met de zorgen der ver
sieringen zjjn belast.
Een goede wenk van hnis uit, heeft vaak
meer invloed dan honderd agenten van politie 1
Laat do plaats onzer inwoning feestvieren
met een bljjde en opgewekte stemming, laat
haar de stemmen paren cn de snaren tokkelen,
Feuilleton.
ONDER GEHEIMZINNIGE
BE8CHEBMIRG.
Vrjj bewerkt door AMO.
7)
O zeker, hier zal hjj veilig zjjn,' be
vestigde de markies, terwjjl hjj den jonkman
oplettend aankeek. Maar waarom hebben ze
hem toch eigenljjk geprest? De Engelschvn
kunnen nu toch onmogeljjk zoo groot gebrek
aan scheepsvolk hebhen, dat ze zich aan
vreemdelingen vergrjjpen. Kunt ge niet ver
moeden, wat de eigenljjke reden daarvan is?'
.Misschien weldoch laat ons daarover
liever het stilzwjjgen bewaren. Zooveel is
zeker: hjj i» geprest geworden en de eerste
weken zal hjj niet buiten gevaar zjjn van
opnieuw te worden gevat, want een paar
officieren en eenige matrozen van het En-
gelsche fregat sullen nog eenigen tjjd hier
aan wal bljjvcu.'
Met welk doel?»
Alleen uit bjjzoudere oplettendheid voor
mjj,° antwoordde Hcnri Gardel lachend.
Aha,* sprak de markies, »ze schijnen dos
nog al tjjd een beetje bezorgd voor u te zjjn.'
.Zoo is het,' verklaarde Gardel; .watmjj
betreft, mogen ze het zich zoo moeiljjk maken,
als ze willen. Als ze goed uitkjjken, zullen
ze overtuigd worden, dat ik hier tameljjk
veel vrienden heb. Zelfs in Engeland heb ik
meer oprechte vrienden dan men wel denken
zou die waarschuwen mjj steeds te rechter-
tjjd, als ik op mjjn hoede moet wezen. Het
Engelsche bestuur zuigt het volk uit door de
zware belastingen, die op de eerste levens
behoeften drukken het moest toch begrjjpen
dat het volk elke gelegenheid aangrijpt, om
die artikelen tegen billjjken prjjs te krjjgen.
Ieder die deze artikelen met gevaar voor
leven en vrjjheid aanvoert, kan rekenen op
de bescherming van de lieden, op wie de
belastingen drukken. Doch laat ons hierover
zwjjgen. Mijn streven als smokkelaar is al
leen, den last der armen te verlichten dui
zenden zegenen mjj daarvoor. Laat het En
gelsche bestnur mij een misdadiger noemen,
ik gevoel geenerlei gewetenswroeging bjj
hetgeen ik doe."
Ik moet erkennen, dat uwe inzichten wel
eenigszins met de mjjne overeenkomen,* zeide
de markies. .Tegen den dief of roovcr ver-
helt zich mjjn gevoel van recht en billijkheid,
maar niet alzoo tegen een stoutmoedig man,
die de armen tegen billijker prjjs de noodige
levensmiddelen levert, door de zware tol
rechten te ontduiken. Maar zooeven liobt ge
gezegd, dat ge de reden wist, waarom dezo
jonkman geprest werd, niet waar?»
Ja, maar die kan ik nog nie» mededeelen.
Laat ons dus daarover zwijgen, als ik u bid
den mag en verleen hem slechts een schuil
plaats, totdat hjj van de Engelschen niets
meer te vreezen zal hebbeu.'En zich
tot Eduard Dumat richtende, zeide hij: .Ik
zal morgen naar nw vader gaan, Eduard en
hem zeggen, waar ge n bevindtdan kan
hjj u hier komen bezoeken.'
Intusschen hadden de bedienden het avond
maal opgedragen en de drie heeren zetten
zich aan tafel.
Eduard Dumat zag tevergeefs uit naar het
meisje, dat hjj gered had. Hjj had nog ge
hoopt haar van avond weder to zien doch
hjj werd bitter teleurgesteld.
Zoodra de maaltjjd was afgeloopen, gaf
Henri Gardel zjjn verlangen tc kennen om
zich ter rust te begeven, en Eduard en hjj
werden naar de voor hen ingerichte kamers
geleid, die nan elkander grensden.
Eduard Dumat ging echter nog niet naar
bed. Zyn geest werd zoozeer door allerlei ge
dachten bi-zig gehouden, dat de slaap hem
ontvlood. De stem van het meisje dat hjj ge
red had, klouk nog altijd in zjjn ooren cn
□aar die stem had hjj in sjjne verbeelding
een beeld van haar geheele wezen gevormd.
Hjj had haar bij het verlaten van het rijtuig
slechts vluchtig gezien, maar toch bemerkt,
dat zij zeer schoon was. Dit was evenwel
niet de hoofdzaak, die den jonkman wakker
hield. Nog meer peinsde hjj over zjjn won-
derljjke bevrijding door Henri Gardel en over
enkele woorden, die deze zich had laten ont
vallen. Hjj had van Gardel vernomen, dat
deze zjjn vader gesproken en hem beloofd
had, zjjn zoon tc zullen bevrjjden. Gardel
wendde voor dat hjj het gevaar had getrot
seerd om een armen jonkman uit zjjn deer-
niswaardigen toestand te verlossen en tege-
ljjkertjjd den gehaten Engelschen een vlieg
af te vangen maar Eduard meende reden te
hebben om te gclooven, dat een andere, ge
wichtiger reden hnn had aangespoord. Gardels
geheele gedrag gaf hem aanleiding tot dit
vermoeden. Waarom vreesde Gardol dat de
zaak meer ruchtbaarheid zou krijgen, dan bjj
wenschte, indien voor Eduard Dumat de be
scherming der Fransche overheid werd inge
roepen Wat kon hjj daarmee bedoeld hebben
Gardel bad gezegdhjj wilde niet dat de
zaak na reeds algemeen bekend werd.
Waarom niet?' vroeg de jonkman zichzelf
af, terwjjl hjj in zjjn kamer heen en weer
stapte. .En wat heeft Gardel met mjj uit te
staan Waarom stelt hjj zooveel belang iu
mij? Daar moet een bjjzoudere reden
voor bestaan. Reeds de verschjjning van dien
man
Hjj brak plotseling zjjn alleenspraak af,
want de deur werd geopend en Hcnri Gardel
trad binnen.
•Ge zjjt nog niet naar beddat dacht ik
wel' zei de smokkelaar, terwjjl hij de deur
achter zich sloot.
Eduard gaf geen antwoordhy was geheel
in gedachten verdiept en zjjn gelaat verried
dat hjj hevig ontroerd was.
«Ik achtte het noodig, nog dezen avond
een paar woorden inet je te spreken,* ver
volgde Gardel. «Wellicht zal ik je morgen
niet zien, want ik moot vroeg vertrekken.
Ge zult minstens een week hier moeten
bljjven, want eenige manschappen ,van het
Engelsche fregat zullen hier nog eenige
dageu vertoeven, om te trachten mjj in
handen te krjjgen en als je hun in den weg
komt, nemen ze je zeker in hechtenis. De
markies zal je zeker een schuilplaat* ver-
leenen, vooreerst uit dankbaarheid voor zjjn
redding en misschien ook nog om andere
redenen. Blijf dos hier, totdat het gevaar ge
weken is.
Maar waarom zou ik me niet dadeljjk op
de overheid beroepen vroeg Eduard met
waardigheid. .Het grieft me tc wjjken voor
een vyand, waar ik het recht heb, me vrjj te
bewegen. De Engelschen mogen me niet go-
vangennemen
En toch hebben ze het gedaan."
.Dat is zoomaar ze zullen het niet ten
tweeden male durven doen. Ik werd onver
hoeds overmeesterd, maar nn zal ik bescher
ming genieten."
Welke bescherming?"
Die, waarop ieder Franschman recht heeft,"
antwoordde de jonkman fier. .Ik wil me niet
verbergen in een schuilhoek uil vrees voor
lieden, die geen recht op mo hébben. Ik waar
deer ten hoogste, wat ge voor mjj gedaan
hebt; gaarne wil ik alles doen, wat ge ver
langt; maar mjjn eergevoel verbiedt me,
mjj schuil te houden. Het recht, waarop ik
aanspraak heb, wil ik inroepen, eo indien dan
een vreemdeling zich aan mjj vergrjjpt, zal
hjj er voor boeten. Ik zeg u hartelijk dank,
mjjnheer en gevoel me zeer aan u verplicht
maar toch kan ik geen vrede hebben met
hetgeen ge me voorstelt. Morgenvroeg ga ik
naar Saint Malo om injjn zaak aan de over
heid bekend te maken."
De oogen van den jonkman schitterden van
vnnrmet vreugde bemerkte Henri Gardel
dit, toen hjj antwoordde: .Ik besef zeer goed,
wat ge gevoelt, maar ik moet er toch op aan
dringen, dat ge mijn raad volgt. Geloot mij,
ik weet beter dan gjj, hoe de zaken staan.
Ge hebt machtiger vjjanden, dan ge ver
moedt. Bljjf dus hier, totdat ge weer iet* van
mjj hoort.'
,En waarom, totdat ik weer iets van n
hoor
«Omdat ik veel belang in n stel."
Die betuiging is mjj niet voldoende, ik wil
er meer van weten.'
Ge zjjt onbilljjk, Eduard," zei Gardel
vricndeljjk. «Ge moet den man niet met vra
gen lastig vallen, die steeds bereid ia n te
helpen naar zjjne beste krachten. Het zou nut
teloos en niet raadzaam zijn, n op ditoogen
blik met sommige gebeurtenissen bekend te
maken. Wees dus verstandig, volg mjjn raad,
twjjfel niet aan mjjn goede bedoelingen en
tracht niet uit te vorschen, welke myn be
weegredenen zjjn.»
Ik twjjfel volstrekt niet aan uw goede
bedoelingen, mjjnheer; maar ik wil mjj
hier niet verbergen als een misdadiger, ter
wjjl ik het recht heb, mjj overal vrjj tc be
wegen.»
Henri Gardel zweeg weer een poos en hield
zjjn blikken stjjf op den grond gerichttoen
Strak hjj op zoo overredenden toon, als hem
echts mogeljjk was
Eduard, ge moet hier bljjven. Gc moot
wachten, totdat alle gevaar geweken is. Be
looft ge mjj dal?'
De jonkman was diep getroffendoch hjj
kon nog niet toegeven. Na eenige aarzeling
i hjj:
.Neen, neen! Ik wil alles doen om u ge
noegen te verschaffen maar het moet niet
strjjdcn met mjjn denkbeelden van onafhan
kelijkheid. Ik kan me niet schuilhouden als
een vluchteling.'
.Eduard Dumat," sprak Henri Gardel nu
ernstig .dwing me niet, u meer te openbaren
dan ik voornemens was. Ge schijnt er bjj to
volharden, nw recht van geboren Fransch
man te laten gelden, en daarom ben ik ge
noodzaakt u te zeggen, dat ge moeilijk >lo
bewijzen voor dat recht zoudt kunnen le
veren.
.Hoe? Wat?' riep de jonkman verbaasd.
.Zoudt ik dat bewjjs niet kunnen leveren
Zoo is het.'
Wat meent gc daarmede?'
«Ge hebt nooit den eed van trouw aan dit
land en zjjne regeoring afgelegd.'
Waarom zon ik dat behoeven te doen
Ik ben toch een geboren Franschman.*
Dat kan wel zoo zjjn, maar het bewjjs
daarvan zoudt go niet gemakkeljjk kunnen
leveren.'
(Wordt vervolgd.)