KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor Helder, Texel en Wieringen.
Iets over brieftaarten met port belast.
Progranuna van let 21e Wiiler-Cowt,
Ho. 2683.
Woensdag 2 Hovemter 1898.
26ste Jaargang.
Bureau: Zuidstraat.
Telefoonn". 32.
Bureau: Spoorstraat.
Telefoonn0. 81.
Atoonnement
p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., met Zondagsbl. 80 Ct.
id. franco per post 75 id. fl.121/*.
id. voor het Buitenland fl.25,id. f2.00.
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BEBKHOUT Co., te Helder.
Bureauxi Spoorstraat en Zuidatraat.
Advertentlön
van 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer5
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGRNS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
Uit het Buitenland.
Gedurende de laatste dagen der vorige week
wydde zich bet Hof van Cassatie te Parys
aan de behandeling van het verzoek, om tot
eene herziening van het proces-Dreyfus over-
tegaan. De opdracht, vanwege de Regeering
aan het Hof gedaan, betrof de gewichtige
vraag, of er termen aanwezig zijn, om de
verlangde herziening te doen plaats hebben.
Het gaat den omvang van ons overzicht
der buitenlandschc gebeurtenissen verre te
buiten, om van de breedvoerige behandeling
dezer omvangrijke rechtszaak een eenigszins
volledig overzicht te geven. Gelukkig kon de
bewusto behandeling op kalme, bedaarde, rus
tige wyze geschieden; de aandacht der rech
ters werd dus niet afgeleid. Door de Regee
ring waren de noodige maatregelen voorbereid
en verordend, om de goede orde in en om
het rechtsgebouw te verzekeren. De gemoede
ren in de Fransche hoofdstad zijn door de
Dreyfus-zaak zoozeer tot opgewondenheid
opgezweept, dat de voorzorgen, om ordever
storing desnoods te beletten, als geen jjdel
werk mochten worden beschouwd. Zeer
vele belangrijke bijzonderheden omtrent het
in 1894 gevoerde proces zyn bij deze gele
genheid aan het licht gebracht, en moeilijk
valt het, met het oog op de thans geopen
baarde feiten, langer te geloovcn aan de
werkelijke schuld van den ongelukkigen ban
neling op het Duivelseiland. Naar men verze
kert, is den gevangene het voorloopig bericht
gezonden, dat, op verzoek van zijne echtge-
noote, een reehterljjk onderzoek van zijne
zaak is aan de orde gesteld. Is dit werkelijk
geschied de moed en de hoop zullen daar
door by den banneling zeker zijn verlevendigd
op den dag zijner bevrijding. Of die dag
echter spoedig zal aanbreken de naaste
toekomst zal het uitwijzen. Voorloopig is
door het Hof nog niet besloten tot schorsing
der straf, en do gevangene blijft dus tot na
der beslissing in zyne afzondering.
Al kunnen wc hier ook al geen overzicht
geven van het behandelde in de zittingen
van het Hof, gedurende de laatste drie dagen
der vorige week gehouden, toch is het mo
gelijk, een en ander medetedeelen ten aanzien
van het aan hot einde genomen besluit. Het
arrest toont, dat het hoogste rechtscollege in
frankrijk een strikt onpartijdig standpunt
heeft ingenomen, door eerst te willenoordeelen
na eene volkomen onderzoek. Allereerst wordt
in dat arrest de verklaring nitgesproken, dat
de Minister van Justitie, wat den vorm aan
gaat, ontvankelijk is in zijne vordering, dat
het vonnis van 1894, waarby de krijgsraad
te Parys den kapitein Dreyfus wegens land
verraad heeft veroordeeld, zal worden her
zien. Het Hof hoeft dus voldoende gron
den aanwezig geacht voor de meening des
Ministers, om de herziening aanhangig te
maken, op grond, dat na de veroordeeling
een of meer feiten aan den dag zyn gekomen
of stukken zijn te voorschijn gebracht, die
tijdens het proces van 1894 onbekend waren,
en van dien aard zijn, dat de onschuld van
den veroordeelde er uit kan volgen. Het
Hof heeft geoordeeld, dat nog niet het noo
dige licht over deze zaak is opgegaan en
daarom, alvorens over de vraag te beslissen
of vernietiging van het vonnis moet plaats
hebben, een nieuw onderzoek bevolen, in te
stellen door rechterlijke ambtenaren, die het
hof zelf zal aanwyzen. Ongetwyfeld heeft
op de genomen beslissing invloed gehad de
omstandigheid, dat de verzameling g e h e i-
m e stukken die aanleiding hebben gegeven
om Dreyfus voor schuldig te houden, nog altijd
achter slot zyn aan het Departement van
Oorlog, terwijl de mogelijkheid dus bestaat,
dat zij voor do schuld van Dreyfus bewyzen
bevatten, die voor den krygsraad van 1894
beslissend waren. Wanneer nu die stukken
door den rechter van onderzoek worden op
gevraagd, dan komt men te staan voor de
belangryke vraag, of de Minister van Oorlog
ze zal afgeven en of dus inderdaad in Frank
rijk het burgerlyk gezag staat boven hot
militaire gezag, 't Is mogelijk, dat het Hof
de bedoeling heeft, aan den dag te brengen,
wie in deze treurige zaak de waren schuldi
gen zyn, omdat eerst dan met volkomen
zekerheid zou kunnen blyken, dat Dreyfus
onschuldig is.
We zeiden boven, dat het Hof het alsnog
niet geraden heeft geacht, de straf van den
veroordeelde te schorsen. Het is echter niet
onwaarschijnlijk, dat in den loop van het on
derzoek zal blijken, dat do tegenwoordigheid
van den veroordeelde en zyn persoonlijk ver
hoor noodig is. 't Slot van het bewuste arrest
van het Hof luidt als volgt .Overwegende,
dat de overgelegde stukken het Hof niet in
staat stellen om de zaak grondig te beoordee-
lcn, en dat er aanleiding bestaat, om een aan
vullend onderzoek intestellen, verklaart het
llof het verzoek om herziening ontvankelijk,
beveelt het, dat een aanvullend onderzoek zal
pluats hebben, en beslist het, dat er nog geen
aanleiding bestaat, om de voorloopige schorsing
van de opgelegde straf te gelasten." Het uit
spreken van dit vonnis werd begroet met den
uitroep Leve het lichtBij de voorstanders
der herziening bestaat algemeen de meening,
dat de Dreyfus-zaak al het voordeel heeft ver
kregen, dat kou worden gewenscht. Zelfs de
weigering der onmiddellijke schorsing acht
men in 't belaag van de finale overwinning.
De tegenstanders der Dreyfus-zaak zitten
evenwel ook niet stil. De antisimitische groep
in do Kamer van Afgevaardigden heeft Za
terdag jl. een manifest uitgevaardigd, waarin
gezegd wordt, ,dat het dringend noodzakelyk
is, do repnblikeinschc regeering te bevrijden
van de joodscbe invloeden en Frankrijk te ont
heffen van het juk der Joden, die het land
onteeren en plunderen." En van eene zeer
vyandige stemming tegenover hëtllof van Cas
satie getuigt o. a. een schrijven in een der
bladen door Henri Rochefort, die zelfs de me
nigte poogt optezwecpen tegen de leden van
dat rechtscollege en die aanbeveelt om Drey
fus te vermoorden voor het geval, hij naar
Frankryk mocht worden teruggevoerd. In-
tusschen wordt te Parys nog druk gesproken
over het dnbbelzinnig gedrag van den afge
treden Minister van Oorlog, generaal Chanoi-
ne, door wiens houding in het beslissend
oogenblik, toen in de Kamer van afgevaar
digden een aaneengesloten optreden van het
Kabinet zoo dringend noodig was, de neder
laag werd geleden. Het is haast niet te be
grijpen hoe men ook over de quaestieuse
zaak moge denken dat een Minister, een
hoofdofficier, zich aan zulk eene handeling,
geheel in stryd met zijn gedrag en met zijne
houding tot dat oogenblik toe, durfde schuldig
maken 1
NIEUWST IJ DINGEN.
HELDER, 1 November 1898.
Dr. Kayper.
Naar wij vernemen, zyn de Princetonlec-
tures van dr. Kuyper thans ten einde ge
bracht, en heeft hij op de dies natalis van
de Universiteit aldaar den Doctorsgraad,
met de kap, ontvangen, als doctor in de
rechten. Thans begeeft hij zich naar het
Wes.ten, en zal spreken eerst in Grand-
Rapids, dan te Holland (Mich.), voorts te
Pella in lowa en te Oranje-City. Daarna
zal hjj te Chicago, aan de Theologische
school aldaar, drie lectures houden, en voor
de Nederlandsche kolonisten spreken te Pull
man-city. Van daar gaat hij naar Cleveland
in Ohio, om een Engelsche toespraak te
houden voor een vergadering van alle Pres-
byteriaansche en Gereformeerde Kerken.
Van Cleveland gaat hg naar Rochester, om
te spreken voor de College-Women-CIub.
Van daar naar Hartford, om lectures te
houden in de Theologische school. Dan
spreekt hg te Patterson (N.-Y) voor de
Christ. werklieden-vereeniging. Daarna te
New-Brunswick in de Studentenvereniging
der Theologische school. Voorts te Pkila-
delphia in de Presbyterian Historical So
ciety. Dan een afecheidsadres te Princeton.
En ten slotte te New-York in een verga
dering der Dutch-Reformed Churches. Zyn
adres is voor al dien tijd Mrs. J. Ivennedy
Tod Co., 45, Wallstrest New-York.
(Stand.)
Een bijna tweejarig meisje van den
smidsknecht J. van Zanten, te Kampen,
was door de moeder in een stoel, kort bij
de kachel, te slapen gelegd in een achter
vertrek, waar de moeder een paar matten
te drogen had gehangen. Een oogenblik
later komt de moeder weer in 't vertrek,
de matten waren smeulende, het vertrek
was vol rook en damp, en het kind ten
gevolge daarvan gestikt.
Jacob Boxem,wien Dinsdag nabij het
station te Alkmaar de beide beenen door
een trein werden afgereden, is in het zie
kenhuis aldaar overleden. Hij laat een vrouw
met 5 kinderen na.
De vroegere beurtschipper en winkelier
W. D. van Wolvega, die vóór 36 jaar met
achterlating van eenige schulden naar Ame
rika vertrok, kwam op Maandag te Joure
met een welgevulde beurs zyne schulden
afbetafen. De rekeningen van geleverde
goederen, door hem zorgvuldig bewaard,
haalde hij tot niet geringe verbazing van
de leveranciers voor den dag en betaalde.
Over eenige weken denkt hij naar de zgnen
in Zuid-Dakota terug te keeren, alwaar hg
het landbouwbedrijf uitoefent.
Omtrent den beruchten Hendrik de
Jong kan worden medegedeeld, dat hij in
den aanvang van Augustus dezes jaars een
brief uit Philadelphia heeft gericht tot zgn
advocaat te Arnhem, die hem by zijn laatste
vervolging wegens oplichting heeft verde
digd. Hierin meldt hg dat hij zich in de
nieuwe wereld heeft gevestigd en verzoekt
de groeten aan de rechters en den officier
van justitie te Arnhem. (N. R. C
Men meldt uit Den Haag
Naar aanleiding van de door een zee
officier, bestemd om te worden gede
tacheerd by de Normaal Schietschool, ge
dane aangifte van de vermissing van
f 15,000, verneemt men dat door de be
voegde autoriteit een onderzoek is ingesteld
en bedoelde officier voorloopig zyne be
stemming niet zal Tolgen.
In de Zaterdagavond gehouden ver
gadering van de Vereeniging voor dezee
vaart, gevestigd te Rotterdam, kwam in
behandeling het voorstel van het bestuur,
om pogingen in het werk te stellen tot
het oprichten van een zeeliedenfonds,
vooral nu de ongevallen-wet de eigenlijke
zeevaart en de zeevisscherij geheel buiten
sluit.
Eeu uitkeering bij ziekte van deu zee
varende wordt niet bedoeld, omdat hier
tegen reeds is voorzien bg de monsterrol
en de wet. Beoogd wordt een uitkeering
aan betrekkingen of aan te wyzen per
sonen bij den dood van den zeevarende,
onder dien verstande, dat door zeevarende
verstaan wordt van den hoogste tot den
laagste, die is aaogemonsterd, of zoo geen
aanmonstering voorafgaat tot de scheeps-
manschap van het zeilvaartuig behoort.
Voorts, dat de dood is ingetreden in den
tgd, waarvoor door of namens hem de
premie tevoren is betaald geworden tot
een bedrag als voor de zeevarenden op
dat vaartuig zal zijn vastgesteld. De dood
moet veroorzaakt zgn door een algemeene
scheepsramp of door scheeps- of zeeram
pen, bijzonderen schepelingen overkomen,
zoowel toevalllig als in dienst, doch niet
door diens eigen dronkenschap of door
oorlogsgeweld.
Het aantal zeevarenden, naar men zegt
40.000, is zoo groot, dat bij goeden wil
de oprichting van een fonds niet alleen
mogelijk, maar ook zijn bloei verzekerd is.
Buiten de uitkeering, boTen aangeduid,
wenscht het bestuur voorloopig niet te
gaan. Het bedrag der uitkeering, evenals
dat der premieën, zal door het bestuur
van het fonds worden bepaald in verband
met deszelfs d raap vermogen.
Langdurig werd over dit belangrijke
voorstal- beraadslaagd. Op den vooorgrond
werd geplaatst do vorming varf een grond-
kapitaal, wil het fonds tot stand komen.
Ten slotte werd de volgende motie met
algemeene steramen aangenomen
De vergadering der Vereeniging voor
de zeevaart, gehoord de voorstellen van
het bestuur tot vorming van een zeelie
denfonds, de overtuiging uitsprekende, dat
zoodanig fonds, indien het zal bestaan van,
groot nutvoor de zeevaart en de zee
varenden kan zijn, noodigt het bestuur uit,
stappen in-die richting te doen.
De vergadering werd hierna gesloten.
Diepzee-fipedflie.
Heden zal van de Rykswerf te Am
sterdam het nieuwgebouwde flotielje-vaar-
tuig >Siboga" worden in dienst gesteld,
met bestemming naar Oost Indië, om daar
in gebruik gesteld te worden, ten dienste
van de Diepzee-expeditie, in de zeeën van
onzen Indischen Archipel.
Met het bevel van den bodem wordt be
last de luit. ter zee le klasse G. F. Tyde-
man. Mede, zijn aan boord geplaatst: de
luits ter zee 2e kl. H. J. Bohlingh, tevens
eerste officier, jhr. O. T. L. Holmberg de
Beckfelt en E. C. Hoorens van flegningen,
de officier van gezondh. 2e kl. dr. F. W.
Wissel (arts) en de offic. van adm. 2e kl.
A. G. ter Gock.
Bij aankomst te Batavia wordt do »Si-
boga" buiten dienst gesteld en komt het
schip ter beschikking van prof. Weber.
Behalve dea commandant G. F. Tydeman,
blyven aan boord de luits.-ter-zee Boldingh
en Hoorens van Heijningende derde
officieren, de officieren van gezondheid en
van administratie gaan op andere schepen
over. De geneeskundige dienst aan boord
zal worden verricht door dr. Schmidt, adsis-
tent der expeditie. De nieuwe bemanning
zal bestaan uit Javaansche matrozen, die
te Batavia worden aangeworven.
Prof. Weber wordt eerst in het begin
van 1900 uit de tropen in Nederland te
rugverwacht.
Zekere H. Hvroeger kantoorbe
diende te Amsterdam, tegen wien door de
rechtbank aldaar bevel tot gevangenneming
was verleend wegens verduistering van
ruim ƒ3000, ten nadeele van de Ned.
Lloyd, in de maand April gepleegd, en die
naar de Zuid-Afriknansche Republiek was
gevlucht, is door de regeering dier Repu
bliek aan de Nederlandsche regeering uit
geleverd en kwam Vrijdagavond met het
Duitsche atoomschip >Bunderath", van de
Oost-Afrikaansche lijn, op de reede te
Vlissingen aan. Door een commissaris der
rijkspolitie en twee rijksveldwachters werd
hij per sleepboot afgehaald en nog dien
zelfden avond te Middelburg in bewuring
gebracht.
YorstH(|k huwelijk.
Stuttgart 29 Oct. Hedenmiddag werd in
het Koninklijk slot na de voltrekking van
de burgerlijke trouw 't huwelijk van den
erfprins Friedrich von Wied met prinses
Pauüne van Wurtemberg kerkeljjk iuge-
zegend. De plechtigheid werd bijgewoond
door den Koning en de Koningin van
Wurtemberg, de prinsen en de prinsessen
van het Koninklijk Huis, Koningin Wil-
helmina en de Koningin-Moeder, de her
togin van Albany, prins Karei van Bent-
heim en andere vorstelijke personen.
De 100.000 franki-prijs der Parjj-
sche Wereldtentoonstelling-uitloting is ge
wonnen door een schoorsteenveger té Caen
getrouwd maar zonder kinderen.
De hertog van Norfolk is, behalve
een groot eigenaar van land in Londen
en Sheffield, ook eigenaar van de markten
te Sheffield. Deze geven hem een winst
van ruim 430.000 's jaars. Na herhaalde
vruchtelooze pogingen van het Sheffleld-
geineentebestuur, hetwelk van meening is
dat de markten aan de gemeente moeten
worden getrokken, heeft de hertog thans
in een koop toegestemd. Hjj krijgt voor
zijn rechten f 6.360.000.
Storm op den Atlantische» Oceaan.
De gezagvoerder van het te Antwerpen
binnengekomen stoomschip »Equatoria"
rapporteert dat er een geweldige storm
op den Atlantischen Oceaan heeft gewoed,
die hem van Kaap Rance tot het Nauw
van Galais vergezeld heeft. Den 11 Oc-
tober heeft men noodseinen bemerkt van
een groot stoomschip. Men was evenwel
onmachtig hulp te verleenen. Drie dagen
daarna zag men op een afstand van eenige
honderden meters een ander stoomschip
te gronde gaan. Hooge zeeën hebben de
»Equatoria" belangrijke averjj bezorgd.
Door eenige molen olie op de golven te
werpen, heeft men menig gevaar afgeweerd.
Nooit, verklaart de kapitein, heeft hg een
dergelijke reis gehad. De bemanning heeft
herhaalde malen gevreesd dat het schip
naar den kelder zou gaan. Men heeft de
nationaliteit van het gezonken stoomschip
niet herkeod.
Te Quedlinburg (Maagddenbnrg) is
het gezin van een tuinman, man, vrouw
en een zoon van 15 jaar, gestikt door het
inademen van koolstofmonoxyde. Het
schjjnt dat de tuinman geprikkeld was
over een ongesteldheid van zyn vrouw, en
de stoomverwarming die hij bedienen moest
met opzet niet in orde had gehouden
dientengevolge hoopte het vergiftige gas
zich in de tuinmanswoning op.
IngezondLen.
Gebeurde het vroeger zelden, dat ceno
briefkaart met port belast werd, sinds het by
Kon. Beslnit van 11 Februari 1892 (Staats-
bl. 42) geoorloofd is, briefkaartformnlieren te
bezigen, die niet van Rykswege zyu uitgege
ven, is het geen zeldzaamheid meer, en sinds
de briefkaarten met stadsgezichten (zoogenaam
de Ansichtskarteo") in den handel zijn ge
bracht en vooral door verzamelaars gretig wór
den verzonden, gebeurt het zelfs zeer d i k-
w y 1 8, dat de geadresseerden van dergelyke
brielkaartcn port moeten betalen. Het is my
echter gebleken, dat verschillende postambte
naren in ons land eene verschillende meening
hebben over het al- of niet- belasten met port
van briefkaarten, die niet van Rykswege zyn
uitgegeven. In de eene plaats wordt eene
briefkaart portvry uitgereikt, terwijl eene der
gelyke kaart in eene andere plaats met port
belast wordtzelfs is mij door dén mijner
kennissen verteld, dat hy 7'/j port moest be
talen voor eene briefkaart, omdat behalve het
woord .Briefkaart" ook nog „Carte postale"
op de adreszyde was gedruktmaar dat hem
dit port door een ander postambtenaar was
teruggegeven, omdat deze beweerde, dat de
briefkaart ten onrechte met port belast
was. Om een einde te maken aan myne on
zekerheid in dezen, heb ik my tot dén der
ambtenaren van het Postkantoor Helder ver
voegd, die my welwillend volledig heeft inge
licht. Om de teleurstellingen, die tegenwoordig
menigeen door het beporten worden gebaard,
zooveel mogelyk te vermindoren, wil ik gaarne
de my verstrekte inlichtingen ter algemeene
kennis brengen. Bij g6 art. 11 van het Kon.
Besluit van 14 December 1895 (Staatsbl. 222),
vroeger by J 6 art. 10 van het Kon. Besluit
van 11 Februari 1892 (Staatsbl, 42), is be
paald, dat het geoorloofd is, briefkanrtformu-
lieren te bezigen, die niet van Rykswege zijn
uitgegeven, mits zij met deze over
eenstemmen, wat betreft de ge
drukte opschriften, dc afmetin
gen en de stevigheid van het ps-
pier. Zy moeten dus even groot en even
stevig zyn als de van Rijkswege uitgegeven
briefkaarten en bovendien hetzelfde gedruk
te (niet geschreven) opschrift dragen. In de
meeste gevallen, zullen zij door de postambtena
ren mot port belast worden, voldoen zjj niet
aan deze laatste voorwaarde. Het gedrukte
opschrift der briefkaarten moet zyn .Brief
kaart" zonder eenige andere by vooging (zoo
als gedrukt is op onze binnenlandscbe brief
kaarten) ofwel geheel vollodig «Brief
kaart (Carte Postale), Algemeene
Postvereeniging (Union postale
univeraelle). Zy de voor het adres
bestemd (Cótd rëaervd it 1'adresse"),
welk laatste opschrift gedrukt is op de van
Rykswege uitgegeven briefkaarten voor het
internationaal verkeer besterad. Ik herhaal het
eerste opschrift het woord Briefkaart
moet geheel alleen of het tweede opschrift
moet in zyn geheel gedrukt vermeld
zijn. Eene vertaling van het woord Briefkaart"
als .Postkarte" of .Carto Postale" of wel
deze vertaling nevens het woord Briefkaart
is dus niet geoorloofd, althans om se tegen
een port van 2l/8 cent te verzenden gofran-
keord als brief, dus met 5 cents, wordon xjj
portvry aan de geadresseerden uitgereikt.
In de veronderstelling, dat de overige voor
schriften betreffende briefkaarten door de post
ambtenaren eenstemmig worden gehandhaafd,
zal Ik de inlichtingen, die my verstrekt zyn,
hiermede eindigen.
Heldsr, October 1898.
X.
(Andere bladen worden verzocht dit over
te nemenk
Tijdstippen van verzending der
Brievenmalen.
Naar Oost-lndlë:
Datumderter
Tijdat 4 last.
poit-beiorg.
busl.shPoatk.
11 «n 25 Nov
7—'sa».
4 CB 18
7.'sar.
8.» 22
7.—'aav.
15 co 29
8.'t oam.
4 co 18
7.—'aav.
11 ca 25
9.— 'a«nar.
eiken Vrijdag.
9.—'amor.
14 Nov.
9.—'amor.
VerzeodiDgtwtg
it tii Aiaiterdam
p. seapoct ri» Rotterdam
p. Holl, mail ri» Genua.
p Holl. mail via Mnrsoille.
p. Fransche mail ri» Mamille
p. Engel»ehe mail via Brindiii
Atjeh en de Oostkust
Snmstrs
p. Duitsche mail vU Napela.
Naar Guyana (Suriname):
cepost via Amatcrdnm 114 en 80 Nov.l 7.-
p. mail over Engeland 14 en 28 7.-
p. mail via St. Xaiairs 7 7.-
Naar Cura<;ao, Bonaire en Aruba:
p. xeepoat via Amiterdaa 114 en 80 Nov.l 7.-
Naar St. Martin, St. Eustatlus en 8aba
p. mail over Engeland |14<n 28 Nov.j 7.'aav
Brieven, enz. voor Hr. Ms. .Nautilus"
te Sant a-C rui doTeneriffe8 Nov.
7 uur 'aav., 11 Nov. 3 uur 'aav., 13 Nov 7
uur 'aav. cn 14 Nov. 3 uur 'aav.; te Ca-
d i x na 14 Nov. dagelyks 7 nur 'a av.
te geven op Dinsdag 1 November 1898.
's avonds 8 uur.
1. .Perpetuum mobile", Militair-Marach,
Franz. van Blon. 2. Ouverture„Les Dia-
mants de la Couronue", D. F. E. Anber. 8.
Entre act atis der Oper.Koning Manfred",
Carl. Reinecke. 4. Grand Fantaisie de 1'opdra:
.Faust", Charles Gounod. PAUZE.
5 Ouverture: .Zampa, ou la Fiancdo de
marbro", F. Hcrold. 6. a. .Gavotte Mignonno",
Bolero", d. .Cachacha", e.
„Zapatéado". 8. .Strand-Idyllen", Walzer,
Oscar Fdtras.
Feuilleton.
ONDER GEHEIMZINNIGE
BESCHERMING.
Vrjj bewerkt door AMO.
26)
.En nu ben je hier gekomeu, dat is even
goed,* vervolgde de graaf. Ik heb vernomen,
dat zekere jonge man spoerloos van het kas
teel Fiselle is verdwenen. Heb je daar ook
soms iets van gehoord, Chauroa?'
.Ja,1 antwoorddo Chauron, plotseling in
verwarring gebracht. Doch by horsteldo zich
onmiddellijk en vervolgdo op lossen toon
.Wel zeker, daar weet ik van, heer graaf.
Ik heb uw bevelen nauwkeurig opgevolgd en
den jonkman in handen van Lanet overge
leverd. Ik zag hem aan boord brengen en de
brik onder zeil gaan. Alzoo heb ik myn
werk verricht en ben nu hier gekomen om u
aan uwe verplichting te herinaeren.'
.Je bent wel haastig.'
.Dat komt, doordat ik groot gebrek aan
geld lieb.«
.Nu, ik zal je betalen, want ik denk, dat
Lanet den jonkman niet zal laten ontsnappen.'
,Ge kunt er zeker van zyn, dat hy uu
reeds lang uit de voeten is.'
.Je bedoelt toch niet, dat ze hem gedood
zullen hebben vroeg de graaf met geveins
den angst.
.Wel neen, het lag immers niet in uw be
doeling, dat liy gedood moest worden zei
Chauron met een spotlach.
>Ik hoop, dat men my goed begrepen
beeft,' antwoordde de graaf, tervryi hy ver
legen de oogen neersloeg voor de orabe-
schaamde blikken van den schurk. ,Doch nu
over geldzaken gesproken. Weet ge, hoeveel
go nog moet ontvangen?'
.Tweehonderd frank."
.Neen, slechts honderd!*
Honderd voor my en vyftig voor ieder
van myn twee helpers, dat maakt sameD
tweehonderd, Ik zal zorgen, dat ze hun geld
dadelyk krygen z(j wachten my in de her
berg van Louis Trochet, dat is onze af
spraak."
,Nu, goed,' zei de graaf en haalde een
beurs uit zyn zak. Er was echter niet ge
noeg in; hy verzocht Chauron, een oogen
blik te wachten, en verliet de kamer om geld
te halen.
.Verduiveld, ik zal bly zijn, als ik het
geld heb,' mompelde dc schurk. .Wat zal
die goede, lieve graaf vloekon en razen, als
hy verneemt, dat de jonkman gezond en wel
op het kasteel Fiselle is teruggekeerd. Ik
zou wel eens willen weten, hoe dio snaak
aan de handen van Lanet is kunnen ont
snappen.'
Chauron had namelijk een nor geleden
Eduard Duraat gezien, toen deze naar het
kasteel Fiselle op weg was. Hjj mocht dus
geen tyd verliezen en had zich gehaast, de
belooning voor zyn boevenstreek te gaan ont
vangen, voordat de graaf de terugkomst van
den jonkman vernam. Hoe Eduard nog had
kunnen ontsnappen, begreep hy niet; maar
hy zou zich het hoofd daarmee niet ver
moeien, het geld was voor hem de hoofd
zaak.
Na eenige oogenblikken keerde de graaf
terug en betaalde Chauron, die nu epoedig
vertrok. De graaf zag liem met genoegen
heengaan, want de tegenwoordigheid van den
man, dien hy voor een schurkenstreek had
omgekocht, was hem nu vorre van aange
naam.
Toen Chauron vertrokken was, ging de
graaf weer aan de tufcl zitten. Hy bleef
echter niet lang ongestoord, want reeds een
paar minuten luter kwam een bediende mel
den, dat er drie heeren in de voorkamer
waren, die hem verlangden to spreken. De
graaf ging naar beneden en een rilling ging
hem door de leden, toen hy de heeren zag.
Een der bezoekers was Henri Gardel. De
graaf bood den heeren een stoel aan en vroeg
waaraan by de eer van dit bezoek te dan
ken had. Niemand maakte van den Aange
boden zetel gebruik en Henri Gardel ant
woordde, dat men eene huiszoeking kwam
doen naar familiepapieren, dio hier verborgen
moesten zyn. De beide andere heeren maakten
zich bekend als ambtenaren van dc justitie.
De graaf verbleekte, doch hield zich goed.
Gardel trad nu toe op dee graven schrijf
tafel, opende die met een meegebraebten sleutel
en begon zijn onderzoek tusschon twee groote
laden waren eenige kleine vakken en den
daarvan begon hy ledig te maken. Vervolgens
trok hy ook een der groote laden geheel uit
en nu zag hy een rjj geheime laadjes, waar
van een oningewijde het bestaan niet had
kunnen vermoeden.
In angstige verwachting had de graaf de
verrichtingen van Henri Gardel gevolgd, en
toen hij zag, dat deze de geheime laadjes
ontdekt had, sprong hij haastig vooruit.
.Terug, terug!' riep hy, de hand op Henri
Gardels schouder leggende. .Wel, duivels
ge zult hier niet
.Heer graaf,' vermaande een der ambte
naren ernstig, .wy vervullen onzen plicht.
Wees daarom verstandig en beproef niet, ons
hierin te verhinderen.'
De graaf trok zgn hand terug on Henri
Gardel ging voort de geheime laadjes te on
derzooken, Toen hy ze ulle had geledigd, gaf
hy de papieren aan de ambtenaren over en
zeido: .Ziedaar, mynbeeren, de stukken, die
wy behoeven. Dit zyn de papieren, die de
oude markies by zyn dood heeft nagelaten.
Ik weet niet, wat ze alle behelzen zeker
zullen er wel by wezen, die thans voor nio-
mand meer van belang zyn. Het beste is,
dunkt me, dat ge ze medeneemt, dat kunt ge
ze op uw gemak inzien."
.Zyn hier misschien nog meer stukken,
die op de zaak betrekking hebben?"
.Neen meer zyn er niet.'
«Maar maar wat moet dit alles
beduiden riep de graaf angstig. .Waarom
wilt ge die papieren medenemen Met welk
dool wilt ge dat doen? Zeg mij tenminste,
om welke
»Wy kunnen u niets zeggen, heer graaf,
want wy weten niets. Met nw vragen moet
ge u tot hoogere overheden wenden.»
.Maar ge zult me eerst zeggen
W y wenschen u goeden morgen, heer graaf!
De drie heeren keerden hem den mg toe
en gingen heen. Op het slotplein gekomen, be
stegen zy hunne puarden en reden haastig weg.
Zoodra de graaf alleen was, gevoelde hy
eerst recht, hoe ontsteld hy was. Tot kalmte
gekomen, ging hy naar de kast en snuffelde
in alle laden, maar rond niet wat hy zocht.
Een duister vermoeden, waarom men de pa
pieren had medegenomen, kwam bij hein op;
maar eensklaps verhelderde zijn gelaat en
grynalachend mompelde hy .Laat hen maar
begaan. Eduard Dumat is dood en zyn lyk
tullen ze niet vinden.
XIX.
«Nadat dc markies onzen jongen held ver
laten had, bleef deze geruimen tyd verbaasd
staan. Het hoofd duizelde hem. Was het
rkelykheid of droomde hy?'
jJa, de bemoedigende woorden van den
markies klonken hem nog in de ooren, er
was geen twyfel mogelijk. Ily begon nu eerst
te beseffen en snelde heen om Marie op te
zoeken. Hy ging naar de kamer, waar Marie
gewoonlyk zat, klopte aan en trad binnen.
.Wat, xyt gy daar, Eduurd?' riep Marie
verwonderd.
Ja, myn lievelingantwoorddo hy en
drukte een kus op haar rozenmondje.
Komt ge afscheid nemen vroeg zij weer.
Neen hartedief, ik kom jo zeggen, dat ik
je liefheb als bot licht van myn oogen..
Ach, Eduard, ik heb jo niet minder lief
maar ik kan je toch niet toebehooren, want
myn vader mag ik niet verlaten.'
O, lieveling, dat behoeft ook niet. Je va
der zendt me by je: hij zei, dat ik je moest
gaan troosten. Wy znllen niet meer geschei
den worden."
Marie staarde hem aan, alsof zy droomde.
Ach. je zult myu vader niet goed begre
pen hebben.'
«Wel zeker, hartedief, ik heb hem zeer
goed begrepen I' bevestigde Eduard en drukte
haar opnieuw aan zyn hart.
Daar ging de kamerdeur open en trad de
markies binnen. Vergenoegd zag hij naar de
jongelui en vroeg toen schertsend
«Ben je nu gelukkig, myn kind
.O, vader, is het toch waar?' vroeg Ma
rie, terwyl zy in tranen losbarstte. De mar
kies roeide ook zyn oogen vochtig worden
en trad eenige oogenblikken aan het venster
om zyn ontroering meester te worden. Ein-
delijk zeide hy
•Ja, myn kind, liet is waar! Ik wil je niet
ongelukkig maken. Hebt elkander lief maar
vergeet je ouden vader niet geheel.'
.O, vader, God zal u zegonen voor dit
besluit,' juichte Mario in de vreugde over
haar geluk. «Het zal u nooit herouwen, dat
ge ons gelukkig hebt gemaakt. Ik dank u en
zal u altijd blijven danken, vader.'
De markies drukte haar aan zyn hart;
dat hy zeer aangedaan was, behoeft niet ge
zegd te worden. Toon hy Mario losliet, lag
Eduard geknield voor hem.
,Wel, Edniud,» zeide h(j, «jn behoeft voor
mjj niet te knielen. Sta op en geeft elkaar
de hand. Dc sta je mijn grootstcn schat af
maak mijn kind gelukkig. God geve jelui
zyn zegen.' By deze laatste woorden legde
hy hnn handen in elkander en verliet daarop
de kamer.
Dat het minnende paar in zalige verruk
king was, is licht te begrypen. Minuten ver
vlogen en uren vervlogen, zonder dat zy er
acht op sloegen doch allengs werden hnn
hart en gemoed kalmer gestemd.
Een paar dagen waren verloopen, sedert de
zaken voor het minnende paar zulk een gun
stige wending genomen hadden, toen op ze
keren morgen een ruiter het slotplein opreed.
Ednard kwam juist uit den tnin hy had het
hoefgetrappel gehoord, maar een zyvleogel
van het kasteel onttrok den ruiter aan zya
oog. Een onverklaarbnar iets spoorde hem
aan, te gaan zien, wie de ruiter was. H\J
sloeg den hoek om en stond tegenover
graaf de Maurès. Deze staardo hem aan alsof
hy een spook zag, en kon aanvankelyk geen
woord uitbrengen.
(Wordt vervolgd.