KLEINE COURANT 't Vliegend Blaadje voor Helder, Texel en Wieringen. Iets over brieftaarten met port belast. Progranuna van let 21e Wiiler-Cowt, Ho. 2683. Woensdag 2 Hovemter 1898. 26ste Jaargang. Bureau: Zuidstraat. Telefoonn". 32. Bureau: Spoorstraat. Telefoonn0. 81. Atoonnement p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., met Zondagsbl. 80 Ct. id. franco per post 75 id. fl.121/*. id. voor het Buitenland fl.25,id. f2.00. VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG. Uitgevers: BEBKHOUT Co., te Helder. Bureauxi Spoorstraat en Zuidatraat. Advertentlön van 1 tot 5 regels25 Cent. Elke regel meer5 Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGRNS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn. Uit het Buitenland. Gedurende de laatste dagen der vorige week wydde zich bet Hof van Cassatie te Parys aan de behandeling van het verzoek, om tot eene herziening van het proces-Dreyfus over- tegaan. De opdracht, vanwege de Regeering aan het Hof gedaan, betrof de gewichtige vraag, of er termen aanwezig zijn, om de verlangde herziening te doen plaats hebben. Het gaat den omvang van ons overzicht der buitenlandschc gebeurtenissen verre te buiten, om van de breedvoerige behandeling dezer omvangrijke rechtszaak een eenigszins volledig overzicht te geven. Gelukkig kon de bewusto behandeling op kalme, bedaarde, rus tige wyze geschieden; de aandacht der rech ters werd dus niet afgeleid. Door de Regee ring waren de noodige maatregelen voorbereid en verordend, om de goede orde in en om het rechtsgebouw te verzekeren. De gemoede ren in de Fransche hoofdstad zijn door de Dreyfus-zaak zoozeer tot opgewondenheid opgezweept, dat de voorzorgen, om ordever storing desnoods te beletten, als geen jjdel werk mochten worden beschouwd. Zeer vele belangrijke bijzonderheden omtrent het in 1894 gevoerde proces zyn bij deze gele genheid aan het licht gebracht, en moeilijk valt het, met het oog op de thans geopen baarde feiten, langer te geloovcn aan de werkelijke schuld van den ongelukkigen ban neling op het Duivelseiland. Naar men verze kert, is den gevangene het voorloopig bericht gezonden, dat, op verzoek van zijne echtge- noote, een reehterljjk onderzoek van zijne zaak is aan de orde gesteld. Is dit werkelijk geschied de moed en de hoop zullen daar door by den banneling zeker zijn verlevendigd op den dag zijner bevrijding. Of die dag echter spoedig zal aanbreken de naaste toekomst zal het uitwijzen. Voorloopig is door het Hof nog niet besloten tot schorsing der straf, en do gevangene blijft dus tot na der beslissing in zyne afzondering. Al kunnen wc hier ook al geen overzicht geven van het behandelde in de zittingen van het Hof, gedurende de laatste drie dagen der vorige week gehouden, toch is het mo gelijk, een en ander medetedeelen ten aanzien van het aan hot einde genomen besluit. Het arrest toont, dat het hoogste rechtscollege in frankrijk een strikt onpartijdig standpunt heeft ingenomen, door eerst te willenoordeelen na eene volkomen onderzoek. Allereerst wordt in dat arrest de verklaring nitgesproken, dat de Minister van Justitie, wat den vorm aan gaat, ontvankelijk is in zijne vordering, dat het vonnis van 1894, waarby de krijgsraad te Parys den kapitein Dreyfus wegens land verraad heeft veroordeeld, zal worden her zien. Het Hof hoeft dus voldoende gron den aanwezig geacht voor de meening des Ministers, om de herziening aanhangig te maken, op grond, dat na de veroordeeling een of meer feiten aan den dag zyn gekomen of stukken zijn te voorschijn gebracht, die tijdens het proces van 1894 onbekend waren, en van dien aard zijn, dat de onschuld van den veroordeelde er uit kan volgen. Het Hof heeft geoordeeld, dat nog niet het noo dige licht over deze zaak is opgegaan en daarom, alvorens over de vraag te beslissen of vernietiging van het vonnis moet plaats hebben, een nieuw onderzoek bevolen, in te stellen door rechterlijke ambtenaren, die het hof zelf zal aanwyzen. Ongetwyfeld heeft op de genomen beslissing invloed gehad de omstandigheid, dat de verzameling g e h e i- m e stukken die aanleiding hebben gegeven om Dreyfus voor schuldig te houden, nog altijd achter slot zyn aan het Departement van Oorlog, terwijl de mogelijkheid dus bestaat, dat zij voor do schuld van Dreyfus bewyzen bevatten, die voor den krygsraad van 1894 beslissend waren. Wanneer nu die stukken door den rechter van onderzoek worden op gevraagd, dan komt men te staan voor de belangryke vraag, of de Minister van Oorlog ze zal afgeven en of dus inderdaad in Frank rijk het burgerlyk gezag staat boven hot militaire gezag, 't Is mogelijk, dat het Hof de bedoeling heeft, aan den dag te brengen, wie in deze treurige zaak de waren schuldi gen zyn, omdat eerst dan met volkomen zekerheid zou kunnen blyken, dat Dreyfus onschuldig is. We zeiden boven, dat het Hof het alsnog niet geraden heeft geacht, de straf van den veroordeelde te schorsen. Het is echter niet onwaarschijnlijk, dat in den loop van het on derzoek zal blijken, dat do tegenwoordigheid van den veroordeelde en zyn persoonlijk ver hoor noodig is. 't Slot van het bewuste arrest van het Hof luidt als volgt .Overwegende, dat de overgelegde stukken het Hof niet in staat stellen om de zaak grondig te beoordee- lcn, en dat er aanleiding bestaat, om een aan vullend onderzoek intestellen, verklaart het llof het verzoek om herziening ontvankelijk, beveelt het, dat een aanvullend onderzoek zal pluats hebben, en beslist het, dat er nog geen aanleiding bestaat, om de voorloopige schorsing van de opgelegde straf te gelasten." Het uit spreken van dit vonnis werd begroet met den uitroep Leve het lichtBij de voorstanders der herziening bestaat algemeen de meening, dat de Dreyfus-zaak al het voordeel heeft ver kregen, dat kou worden gewenscht. Zelfs de weigering der onmiddellijke schorsing acht men in 't belaag van de finale overwinning. De tegenstanders der Dreyfus-zaak zitten evenwel ook niet stil. De antisimitische groep in do Kamer van Afgevaardigden heeft Za terdag jl. een manifest uitgevaardigd, waarin gezegd wordt, ,dat het dringend noodzakelyk is, do repnblikeinschc regeering te bevrijden van de joodscbe invloeden en Frankrijk te ont heffen van het juk der Joden, die het land onteeren en plunderen." En van eene zeer vyandige stemming tegenover hëtllof van Cas satie getuigt o. a. een schrijven in een der bladen door Henri Rochefort, die zelfs de me nigte poogt optezwecpen tegen de leden van dat rechtscollege en die aanbeveelt om Drey fus te vermoorden voor het geval, hij naar Frankryk mocht worden teruggevoerd. In- tusschen wordt te Parys nog druk gesproken over het dnbbelzinnig gedrag van den afge treden Minister van Oorlog, generaal Chanoi- ne, door wiens houding in het beslissend oogenblik, toen in de Kamer van afgevaar digden een aaneengesloten optreden van het Kabinet zoo dringend noodig was, de neder laag werd geleden. Het is haast niet te be grijpen hoe men ook over de quaestieuse zaak moge denken dat een Minister, een hoofdofficier, zich aan zulk eene handeling, geheel in stryd met zijn gedrag en met zijne houding tot dat oogenblik toe, durfde schuldig maken 1 NIEUWST IJ DINGEN. HELDER, 1 November 1898. Dr. Kayper. Naar wij vernemen, zyn de Princetonlec- tures van dr. Kuyper thans ten einde ge bracht, en heeft hij op de dies natalis van de Universiteit aldaar den Doctorsgraad, met de kap, ontvangen, als doctor in de rechten. Thans begeeft hij zich naar het Wes.ten, en zal spreken eerst in Grand- Rapids, dan te Holland (Mich.), voorts te Pella in lowa en te Oranje-City. Daarna zal hjj te Chicago, aan de Theologische school aldaar, drie lectures houden, en voor de Nederlandsche kolonisten spreken te Pull man-city. Van daar gaat hij naar Cleveland in Ohio, om een Engelsche toespraak te houden voor een vergadering van alle Pres- byteriaansche en Gereformeerde Kerken. Van Cleveland gaat hg naar Rochester, om te spreken voor de College-Women-CIub. Van daar naar Hartford, om lectures te houden in de Theologische school. Dan spreekt hg te Patterson (N.-Y) voor de Christ. werklieden-vereeniging. Daarna te New-Brunswick in de Studentenvereniging der Theologische school. Voorts te Pkila- delphia in de Presbyterian Historical So ciety. Dan een afecheidsadres te Princeton. En ten slotte te New-York in een verga dering der Dutch-Reformed Churches. Zyn adres is voor al dien tijd Mrs. J. Ivennedy Tod Co., 45, Wallstrest New-York. (Stand.) Een bijna tweejarig meisje van den smidsknecht J. van Zanten, te Kampen, was door de moeder in een stoel, kort bij de kachel, te slapen gelegd in een achter vertrek, waar de moeder een paar matten te drogen had gehangen. Een oogenblik later komt de moeder weer in 't vertrek, de matten waren smeulende, het vertrek was vol rook en damp, en het kind ten gevolge daarvan gestikt. Jacob Boxem,wien Dinsdag nabij het station te Alkmaar de beide beenen door een trein werden afgereden, is in het zie kenhuis aldaar overleden. Hij laat een vrouw met 5 kinderen na. De vroegere beurtschipper en winkelier W. D. van Wolvega, die vóór 36 jaar met achterlating van eenige schulden naar Ame rika vertrok, kwam op Maandag te Joure met een welgevulde beurs zyne schulden afbetafen. De rekeningen van geleverde goederen, door hem zorgvuldig bewaard, haalde hij tot niet geringe verbazing van de leveranciers voor den dag en betaalde. Over eenige weken denkt hij naar de zgnen in Zuid-Dakota terug te keeren, alwaar hg het landbouwbedrijf uitoefent. Omtrent den beruchten Hendrik de Jong kan worden medegedeeld, dat hij in den aanvang van Augustus dezes jaars een brief uit Philadelphia heeft gericht tot zgn advocaat te Arnhem, die hem by zijn laatste vervolging wegens oplichting heeft verde digd. Hierin meldt hg dat hij zich in de nieuwe wereld heeft gevestigd en verzoekt de groeten aan de rechters en den officier van justitie te Arnhem. (N. R. C Men meldt uit Den Haag Naar aanleiding van de door een zee officier, bestemd om te worden gede tacheerd by de Normaal Schietschool, ge dane aangifte van de vermissing van f 15,000, verneemt men dat door de be voegde autoriteit een onderzoek is ingesteld en bedoelde officier voorloopig zyne be stemming niet zal Tolgen. In de Zaterdagavond gehouden ver gadering van de Vereeniging voor dezee vaart, gevestigd te Rotterdam, kwam in behandeling het voorstel van het bestuur, om pogingen in het werk te stellen tot het oprichten van een zeeliedenfonds, vooral nu de ongevallen-wet de eigenlijke zeevaart en de zeevisscherij geheel buiten sluit. Eeu uitkeering bij ziekte van deu zee varende wordt niet bedoeld, omdat hier tegen reeds is voorzien bg de monsterrol en de wet. Beoogd wordt een uitkeering aan betrekkingen of aan te wyzen per sonen bij den dood van den zeevarende, onder dien verstande, dat door zeevarende verstaan wordt van den hoogste tot den laagste, die is aaogemonsterd, of zoo geen aanmonstering voorafgaat tot de scheeps- manschap van het zeilvaartuig behoort. Voorts, dat de dood is ingetreden in den tgd, waarvoor door of namens hem de premie tevoren is betaald geworden tot een bedrag als voor de zeevarenden op dat vaartuig zal zijn vastgesteld. De dood moet veroorzaakt zgn door een algemeene scheepsramp of door scheeps- of zeeram pen, bijzonderen schepelingen overkomen, zoowel toevalllig als in dienst, doch niet door diens eigen dronkenschap of door oorlogsgeweld. Het aantal zeevarenden, naar men zegt 40.000, is zoo groot, dat bij goeden wil de oprichting van een fonds niet alleen mogelijk, maar ook zijn bloei verzekerd is. Buiten de uitkeering, boTen aangeduid, wenscht het bestuur voorloopig niet te gaan. Het bedrag der uitkeering, evenals dat der premieën, zal door het bestuur van het fonds worden bepaald in verband met deszelfs d raap vermogen. Langdurig werd over dit belangrijke voorstal- beraadslaagd. Op den vooorgrond werd geplaatst do vorming varf een grond- kapitaal, wil het fonds tot stand komen. Ten slotte werd de volgende motie met algemeene steramen aangenomen De vergadering der Vereeniging voor de zeevaart, gehoord de voorstellen van het bestuur tot vorming van een zeelie denfonds, de overtuiging uitsprekende, dat zoodanig fonds, indien het zal bestaan van, groot nutvoor de zeevaart en de zee varenden kan zijn, noodigt het bestuur uit, stappen in-die richting te doen. De vergadering werd hierna gesloten. Diepzee-fipedflie. Heden zal van de Rykswerf te Am sterdam het nieuwgebouwde flotielje-vaar- tuig >Siboga" worden in dienst gesteld, met bestemming naar Oost Indië, om daar in gebruik gesteld te worden, ten dienste van de Diepzee-expeditie, in de zeeën van onzen Indischen Archipel. Met het bevel van den bodem wordt be last de luit. ter zee le klasse G. F. Tyde- man. Mede, zijn aan boord geplaatst: de luits ter zee 2e kl. H. J. Bohlingh, tevens eerste officier, jhr. O. T. L. Holmberg de Beckfelt en E. C. Hoorens van flegningen, de officier van gezondh. 2e kl. dr. F. W. Wissel (arts) en de offic. van adm. 2e kl. A. G. ter Gock. Bij aankomst te Batavia wordt do »Si- boga" buiten dienst gesteld en komt het schip ter beschikking van prof. Weber. Behalve dea commandant G. F. Tydeman, blyven aan boord de luits.-ter-zee Boldingh en Hoorens van Heijningende derde officieren, de officieren van gezondheid en van administratie gaan op andere schepen over. De geneeskundige dienst aan boord zal worden verricht door dr. Schmidt, adsis- tent der expeditie. De nieuwe bemanning zal bestaan uit Javaansche matrozen, die te Batavia worden aangeworven. Prof. Weber wordt eerst in het begin van 1900 uit de tropen in Nederland te rugverwacht. Zekere H. Hvroeger kantoorbe diende te Amsterdam, tegen wien door de rechtbank aldaar bevel tot gevangenneming was verleend wegens verduistering van ruim ƒ3000, ten nadeele van de Ned. Lloyd, in de maand April gepleegd, en die naar de Zuid-Afriknansche Republiek was gevlucht, is door de regeering dier Repu bliek aan de Nederlandsche regeering uit geleverd en kwam Vrijdagavond met het Duitsche atoomschip >Bunderath", van de Oost-Afrikaansche lijn, op de reede te Vlissingen aan. Door een commissaris der rijkspolitie en twee rijksveldwachters werd hij per sleepboot afgehaald en nog dien zelfden avond te Middelburg in bewuring gebracht. YorstH(|k huwelijk. Stuttgart 29 Oct. Hedenmiddag werd in het Koninklijk slot na de voltrekking van de burgerlijke trouw 't huwelijk van den erfprins Friedrich von Wied met prinses Pauüne van Wurtemberg kerkeljjk iuge- zegend. De plechtigheid werd bijgewoond door den Koning en de Koningin van Wurtemberg, de prinsen en de prinsessen van het Koninklijk Huis, Koningin Wil- helmina en de Koningin-Moeder, de her togin van Albany, prins Karei van Bent- heim en andere vorstelijke personen. De 100.000 franki-prijs der Parjj- sche Wereldtentoonstelling-uitloting is ge wonnen door een schoorsteenveger té Caen getrouwd maar zonder kinderen. De hertog van Norfolk is, behalve een groot eigenaar van land in Londen en Sheffield, ook eigenaar van de markten te Sheffield. Deze geven hem een winst van ruim 430.000 's jaars. Na herhaalde vruchtelooze pogingen van het Sheffleld- geineentebestuur, hetwelk van meening is dat de markten aan de gemeente moeten worden getrokken, heeft de hertog thans in een koop toegestemd. Hjj krijgt voor zijn rechten f 6.360.000. Storm op den Atlantische» Oceaan. De gezagvoerder van het te Antwerpen binnengekomen stoomschip »Equatoria" rapporteert dat er een geweldige storm op den Atlantischen Oceaan heeft gewoed, die hem van Kaap Rance tot het Nauw van Galais vergezeld heeft. Den 11 Oc- tober heeft men noodseinen bemerkt van een groot stoomschip. Men was evenwel onmachtig hulp te verleenen. Drie dagen daarna zag men op een afstand van eenige honderden meters een ander stoomschip te gronde gaan. Hooge zeeën hebben de »Equatoria" belangrijke averjj bezorgd. Door eenige molen olie op de golven te werpen, heeft men menig gevaar afgeweerd. Nooit, verklaart de kapitein, heeft hg een dergelijke reis gehad. De bemanning heeft herhaalde malen gevreesd dat het schip naar den kelder zou gaan. Men heeft de nationaliteit van het gezonken stoomschip niet herkeod. Te Quedlinburg (Maagddenbnrg) is het gezin van een tuinman, man, vrouw en een zoon van 15 jaar, gestikt door het inademen van koolstofmonoxyde. Het schjjnt dat de tuinman geprikkeld was over een ongesteldheid van zyn vrouw, en de stoomverwarming die hij bedienen moest met opzet niet in orde had gehouden dientengevolge hoopte het vergiftige gas zich in de tuinmanswoning op. IngezondLen. Gebeurde het vroeger zelden, dat ceno briefkaart met port belast werd, sinds het by Kon. Beslnit van 11 Februari 1892 (Staats- bl. 42) geoorloofd is, briefkaartformnlieren te bezigen, die niet van Rykswege zyu uitgege ven, is het geen zeldzaamheid meer, en sinds de briefkaarten met stadsgezichten (zoogenaam de Ansichtskarteo") in den handel zijn ge bracht en vooral door verzamelaars gretig wór den verzonden, gebeurt het zelfs zeer d i k- w y 1 8, dat de geadresseerden van dergelyke brielkaartcn port moeten betalen. Het is my echter gebleken, dat verschillende postambte naren in ons land eene verschillende meening hebben over het al- of niet- belasten met port van briefkaarten, die niet van Rykswege zyn uitgegeven. In de eene plaats wordt eene briefkaart portvry uitgereikt, terwijl eene der gelyke kaart in eene andere plaats met port belast wordtzelfs is mij door dén mijner kennissen verteld, dat hy 7'/j port moest be talen voor eene briefkaart, omdat behalve het woord .Briefkaart" ook nog „Carte postale" op de adreszyde was gedruktmaar dat hem dit port door een ander postambtenaar was teruggegeven, omdat deze beweerde, dat de briefkaart ten onrechte met port belast was. Om een einde te maken aan myne on zekerheid in dezen, heb ik my tot dén der ambtenaren van het Postkantoor Helder ver voegd, die my welwillend volledig heeft inge licht. Om de teleurstellingen, die tegenwoordig menigeen door het beporten worden gebaard, zooveel mogelyk te vermindoren, wil ik gaarne de my verstrekte inlichtingen ter algemeene kennis brengen. Bij g6 art. 11 van het Kon. Besluit van 14 December 1895 (Staatsbl. 222), vroeger by J 6 art. 10 van het Kon. Besluit van 11 Februari 1892 (Staatsbl, 42), is be paald, dat het geoorloofd is, briefkanrtformu- lieren te bezigen, die niet van Rykswege zijn uitgegeven, mits zij met deze over eenstemmen, wat betreft de ge drukte opschriften, dc afmetin gen en de stevigheid van het ps- pier. Zy moeten dus even groot en even stevig zyn als de van Rijkswege uitgegeven briefkaarten en bovendien hetzelfde gedruk te (niet geschreven) opschrift dragen. In de meeste gevallen, zullen zij door de postambtena ren mot port belast worden, voldoen zjj niet aan deze laatste voorwaarde. Het gedrukte opschrift der briefkaarten moet zyn .Brief kaart" zonder eenige andere by vooging (zoo als gedrukt is op onze binnenlandscbe brief kaarten) ofwel geheel vollodig «Brief kaart (Carte Postale), Algemeene Postvereeniging (Union postale univeraelle). Zy de voor het adres bestemd (Cótd rëaervd it 1'adresse"), welk laatste opschrift gedrukt is op de van Rykswege uitgegeven briefkaarten voor het internationaal verkeer besterad. Ik herhaal het eerste opschrift het woord Briefkaart moet geheel alleen of het tweede opschrift moet in zyn geheel gedrukt vermeld zijn. Eene vertaling van het woord Briefkaart" als .Postkarte" of .Carto Postale" of wel deze vertaling nevens het woord Briefkaart is dus niet geoorloofd, althans om se tegen een port van 2l/8 cent te verzenden gofran- keord als brief, dus met 5 cents, wordon xjj portvry aan de geadresseerden uitgereikt. In de veronderstelling, dat de overige voor schriften betreffende briefkaarten door de post ambtenaren eenstemmig worden gehandhaafd, zal Ik de inlichtingen, die my verstrekt zyn, hiermede eindigen. Heldsr, October 1898. X. (Andere bladen worden verzocht dit over te nemenk Tijdstippen van verzending der Brievenmalen. Naar Oost-lndlë: Datumderter Tijdat 4 last. poit-beiorg. busl.shPoatk. 11 «n 25 Nov 7—'sa». 4 CB 18 7.'sar. 8.» 22 7.—'aav. 15 co 29 8.'t oam. 4 co 18 7.—'aav. 11 ca 25 9.— 'a«nar. eiken Vrijdag. 9.—'amor. 14 Nov. 9.—'amor. VerzeodiDgtwtg it tii Aiaiterdam p. seapoct ri» Rotterdam p. Holl, mail ri» Genua. p Holl. mail via Mnrsoille. p. Fransche mail ri» Mamille p. Engel»ehe mail via Brindiii Atjeh en de Oostkust Snmstrs p. Duitsche mail vU Napela. Naar Guyana (Suriname): cepost via Amatcrdnm 114 en 80 Nov.l 7.- p. mail over Engeland 14 en 28 7.- p. mail via St. Xaiairs 7 7.- Naar Cura<;ao, Bonaire en Aruba: p. xeepoat via Amiterdaa 114 en 80 Nov.l 7.- Naar St. Martin, St. Eustatlus en 8aba p. mail over Engeland |14<n 28 Nov.j 7.'aav Brieven, enz. voor Hr. Ms. .Nautilus" te Sant a-C rui doTeneriffe8 Nov. 7 uur 'aav., 11 Nov. 3 uur 'aav., 13 Nov 7 uur 'aav. cn 14 Nov. 3 uur 'aav.; te Ca- d i x na 14 Nov. dagelyks 7 nur 'a av. te geven op Dinsdag 1 November 1898. 's avonds 8 uur. 1. .Perpetuum mobile", Militair-Marach, Franz. van Blon. 2. Ouverture„Les Dia- mants de la Couronue", D. F. E. Anber. 8. Entre act atis der Oper.Koning Manfred", Carl. Reinecke. 4. Grand Fantaisie de 1'opdra: .Faust", Charles Gounod. PAUZE. 5 Ouverture: .Zampa, ou la Fiancdo de marbro", F. Hcrold. 6. a. .Gavotte Mignonno", Bolero", d. .Cachacha", e. „Zapatéado". 8. .Strand-Idyllen", Walzer, Oscar Fdtras. Feuilleton. ONDER GEHEIMZINNIGE BESCHERMING. Vrjj bewerkt door AMO. 26) .En nu ben je hier gekomeu, dat is even goed,* vervolgde de graaf. Ik heb vernomen, dat zekere jonge man spoerloos van het kas teel Fiselle is verdwenen. Heb je daar ook soms iets van gehoord, Chauroa?' .Ja,1 antwoorddo Chauron, plotseling in verwarring gebracht. Doch by horsteldo zich onmiddellijk en vervolgdo op lossen toon .Wel zeker, daar weet ik van, heer graaf. Ik heb uw bevelen nauwkeurig opgevolgd en den jonkman in handen van Lanet overge leverd. Ik zag hem aan boord brengen en de brik onder zeil gaan. Alzoo heb ik myn werk verricht en ben nu hier gekomen om u aan uwe verplichting te herinaeren.' .Je bent wel haastig.' .Dat komt, doordat ik groot gebrek aan geld lieb.« .Nu, ik zal je betalen, want ik denk, dat Lanet den jonkman niet zal laten ontsnappen.' ,Ge kunt er zeker van zyn, dat hy uu reeds lang uit de voeten is.' .Je bedoelt toch niet, dat ze hem gedood zullen hebben vroeg de graaf met geveins den angst. .Wel neen, het lag immers niet in uw be doeling, dat liy gedood moest worden zei Chauron met een spotlach. >Ik hoop, dat men my goed begrepen beeft,' antwoordde de graaf, tervryi hy ver legen de oogen neersloeg voor de orabe- schaamde blikken van den schurk. ,Doch nu over geldzaken gesproken. Weet ge, hoeveel go nog moet ontvangen?' .Tweehonderd frank." .Neen, slechts honderd!* Honderd voor my en vyftig voor ieder van myn twee helpers, dat maakt sameD tweehonderd, Ik zal zorgen, dat ze hun geld dadelyk krygen z(j wachten my in de her berg van Louis Trochet, dat is onze af spraak." ,Nu, goed,' zei de graaf en haalde een beurs uit zyn zak. Er was echter niet ge noeg in; hy verzocht Chauron, een oogen blik te wachten, en verliet de kamer om geld te halen. .Verduiveld, ik zal bly zijn, als ik het geld heb,' mompelde dc schurk. .Wat zal die goede, lieve graaf vloekon en razen, als hy verneemt, dat de jonkman gezond en wel op het kasteel Fiselle is teruggekeerd. Ik zou wel eens willen weten, hoe dio snaak aan de handen van Lanet is kunnen ont snappen.' Chauron had namelijk een nor geleden Eduard Duraat gezien, toen deze naar het kasteel Fiselle op weg was. Hjj mocht dus geen tyd verliezen en had zich gehaast, de belooning voor zyn boevenstreek te gaan ont vangen, voordat de graaf de terugkomst van den jonkman vernam. Hoe Eduard nog had kunnen ontsnappen, begreep hy niet; maar hy zou zich het hoofd daarmee niet ver moeien, het geld was voor hem de hoofd zaak. Na eenige oogenblikken keerde de graaf terug en betaalde Chauron, die nu epoedig vertrok. De graaf zag liem met genoegen heengaan, want de tegenwoordigheid van den man, dien hy voor een schurkenstreek had omgekocht, was hem nu vorre van aange naam. Toen Chauron vertrokken was, ging de graaf weer aan de tufcl zitten. Hy bleef echter niet lang ongestoord, want reeds een paar minuten luter kwam een bediende mel den, dat er drie heeren in de voorkamer waren, die hem verlangden to spreken. De graaf ging naar beneden en een rilling ging hem door de leden, toen hy de heeren zag. Een der bezoekers was Henri Gardel. De graaf bood den heeren een stoel aan en vroeg waaraan by de eer van dit bezoek te dan ken had. Niemand maakte van den Aange boden zetel gebruik en Henri Gardel ant woordde, dat men eene huiszoeking kwam doen naar familiepapieren, dio hier verborgen moesten zyn. De beide andere heeren maakten zich bekend als ambtenaren van dc justitie. De graaf verbleekte, doch hield zich goed. Gardel trad nu toe op dee graven schrijf tafel, opende die met een meegebraebten sleutel en begon zijn onderzoek tusschon twee groote laden waren eenige kleine vakken en den daarvan begon hy ledig te maken. Vervolgens trok hy ook een der groote laden geheel uit en nu zag hy een rjj geheime laadjes, waar van een oningewijde het bestaan niet had kunnen vermoeden. In angstige verwachting had de graaf de verrichtingen van Henri Gardel gevolgd, en toen hij zag, dat deze de geheime laadjes ontdekt had, sprong hij haastig vooruit. .Terug, terug!' riep hy, de hand op Henri Gardels schouder leggende. .Wel, duivels ge zult hier niet .Heer graaf,' vermaande een der ambte naren ernstig, .wy vervullen onzen plicht. Wees daarom verstandig en beproef niet, ons hierin te verhinderen.' De graaf trok zgn hand terug on Henri Gardel ging voort de geheime laadjes te on derzooken, Toen hy ze ulle had geledigd, gaf hy de papieren aan de ambtenaren over en zeido: .Ziedaar, mynbeeren, de stukken, die wy behoeven. Dit zyn de papieren, die de oude markies by zyn dood heeft nagelaten. Ik weet niet, wat ze alle behelzen zeker zullen er wel by wezen, die thans voor nio- mand meer van belang zyn. Het beste is, dunkt me, dat ge ze medeneemt, dat kunt ge ze op uw gemak inzien." .Zyn hier misschien nog meer stukken, die op de zaak betrekking hebben?" .Neen meer zyn er niet.' «Maar maar wat moet dit alles beduiden riep de graaf angstig. .Waarom wilt ge die papieren medenemen Met welk dool wilt ge dat doen? Zeg mij tenminste, om welke »Wy kunnen u niets zeggen, heer graaf, want wy weten niets. Met nw vragen moet ge u tot hoogere overheden wenden.» .Maar ge zult me eerst zeggen W y wenschen u goeden morgen, heer graaf! De drie heeren keerden hem den mg toe en gingen heen. Op het slotplein gekomen, be stegen zy hunne puarden en reden haastig weg. Zoodra de graaf alleen was, gevoelde hy eerst recht, hoe ontsteld hy was. Tot kalmte gekomen, ging hy naar de kast en snuffelde in alle laden, maar rond niet wat hy zocht. Een duister vermoeden, waarom men de pa pieren had medegenomen, kwam bij hein op; maar eensklaps verhelderde zijn gelaat en grynalachend mompelde hy .Laat hen maar begaan. Eduard Dumat is dood en zyn lyk tullen ze niet vinden. XIX. «Nadat dc markies onzen jongen held ver laten had, bleef deze geruimen tyd verbaasd staan. Het hoofd duizelde hem. Was het rkelykheid of droomde hy?' jJa, de bemoedigende woorden van den markies klonken hem nog in de ooren, er was geen twyfel mogelijk. Ily begon nu eerst te beseffen en snelde heen om Marie op te zoeken. Hy ging naar de kamer, waar Marie gewoonlyk zat, klopte aan en trad binnen. .Wat, xyt gy daar, Eduurd?' riep Marie verwonderd. Ja, myn lievelingantwoorddo hy en drukte een kus op haar rozenmondje. Komt ge afscheid nemen vroeg zij weer. Neen hartedief, ik kom jo zeggen, dat ik je liefheb als bot licht van myn oogen.. Ach, Eduard, ik heb jo niet minder lief maar ik kan je toch niet toebehooren, want myn vader mag ik niet verlaten.' O, lieveling, dat behoeft ook niet. Je va der zendt me by je: hij zei, dat ik je moest gaan troosten. Wy znllen niet meer geschei den worden." Marie staarde hem aan, alsof zy droomde. Ach. je zult myu vader niet goed begre pen hebben.' «Wel zeker, hartedief, ik heb hem zeer goed begrepen I' bevestigde Eduard en drukte haar opnieuw aan zyn hart. Daar ging de kamerdeur open en trad de markies binnen. Vergenoegd zag hij naar de jongelui en vroeg toen schertsend «Ben je nu gelukkig, myn kind .O, vader, is het toch waar?' vroeg Ma rie, terwyl zy in tranen losbarstte. De mar kies roeide ook zyn oogen vochtig worden en trad eenige oogenblikken aan het venster om zyn ontroering meester te worden. Ein- delijk zeide hy •Ja, myn kind, liet is waar! Ik wil je niet ongelukkig maken. Hebt elkander lief maar vergeet je ouden vader niet geheel.' .O, vader, God zal u zegonen voor dit besluit,' juichte Mario in de vreugde over haar geluk. «Het zal u nooit herouwen, dat ge ons gelukkig hebt gemaakt. Ik dank u en zal u altijd blijven danken, vader.' De markies drukte haar aan zyn hart; dat hy zeer aangedaan was, behoeft niet ge zegd te worden. Toon hy Mario losliet, lag Eduard geknield voor hem. ,Wel, Edniud,» zeide h(j, «jn behoeft voor mjj niet te knielen. Sta op en geeft elkaar de hand. Dc sta je mijn grootstcn schat af maak mijn kind gelukkig. God geve jelui zyn zegen.' By deze laatste woorden legde hy hnn handen in elkander en verliet daarop de kamer. Dat het minnende paar in zalige verruk king was, is licht te begrypen. Minuten ver vlogen en uren vervlogen, zonder dat zy er acht op sloegen doch allengs werden hnn hart en gemoed kalmer gestemd. Een paar dagen waren verloopen, sedert de zaken voor het minnende paar zulk een gun stige wending genomen hadden, toen op ze keren morgen een ruiter het slotplein opreed. Ednard kwam juist uit den tnin hy had het hoefgetrappel gehoord, maar een zyvleogel van het kasteel onttrok den ruiter aan zya oog. Een onverklaarbnar iets spoorde hem aan, te gaan zien, wie de ruiter was. H\J sloeg den hoek om en stond tegenover graaf de Maurès. Deze staardo hem aan alsof hy een spook zag, en kon aanvankelyk geen woord uitbrengen. (Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1898 | | pagina 1