KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor Helder, Texel en Wieringen.
YALENTINE.
Ho. 2687.
Woensdag 16 Hovember 1893.
26ste Jaargang.
Bureau: Zuidstraat.
Telefoonn". 32.
Bureau: Spoorstraat.
Telefoonn". 81.
Abonnement
p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., met Zondagsbl. 80 CL
id. franco per post 75 id. fl.121/,.
id. voor het Buitenland f 1.25, id. f2.00.
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BEBKHOUT Co., te Helder.
Bureauxi Spoorstraat en Zuidxtraa*.
Advertentlên
van 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer5
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Artvertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRMDAGSMOIIGKNS vóór 10 uur »nn do Bnrenux hpzorgd zijn.
Uit het Buitenland.
In de Franscho dagbladen kwam in 't laatst
der vorige week een roerend verhaal voor,
omtrent „den banneling van het Duivels
eiland" Alfred Dreyfus. Dit verhaal vangt
aldus aan«24 September heeft kapitein
Dreyfus aan den gouverneur van Guyana een
hartverscheurende!) brief geschreven. Hij
brengt in herinnering, dat hij maanden ach
tereen aan den President der Republiek en
aan generaal Boisdeffre schrijft om hen te
smeeken, de herziening van zjjn proces aan
hangig te maken. Hij blijft zonder antwoord,
zonder eenig bericht. Niels, niets. Hij is,
levend,afgesneden van de levende wereld.
Deze man, wiens ongelooflijk weerstandsver
mogen de algemeene bewondering opwekt,
kan niet meer. Hjj zal, eon laatste maal,
sclirjjvep aan don Presidenten aan den gene
raal, om hun de wraak zijner nagedachtenis,
der eer "van zijn vrouw en kinderen natelaten.
De ongelukkige, alsof hjj reeds gestorven
ware, spreekt niet meer van zichzelf. Hij
zal zelfs niet meer schrijven aan zyn familie.
Het is het einde". Deze brief is dezer dagen
door een umbtcnaar van het Departement van
Koloniën aan mevrouw Dreyfus voorgelezen.
Pogingen zyn sedert aangewend, om de Ile-
geering te bewegen, den banneling van de
beslissing van het Hof van Cassatie op de
hoogte té brengen 't heeft niet mogen ge
lukken, hierop een toestemmend antwoord
tc verkrijgen. Deschrjjver van het bewuste
artikel besluit met de hoop uittedrukken,
dat, als Dreyfus weldra komt te sterven,
wanhopig, onwetend van het arrest, waarvan
de wetenschap hem zou hebben gered, niet
de geheele menschheid aan den heer Charles
Dupuy$ eerste Minister van Frankrjjk, een
vreeselyko rekenschap heeft te vragen.
Afrika, dat in vroegere eeuwen weinig
van zich deed spreken, treedt in do tweede
helft dezer eeuw hoe langs hoe meer op den
voorgrond. Het z.g. zwarte werelddeel wekt in
onzo dagen hoe langs hoe meer belangstelling.
In Zuid-Afrika zyn de vroegere vestigingen
van Europeanen van lieverlede aangegroeid
tot zeer belangrijke brandpunten van nijver
heid en handelsverkeer, en in 't N. O. is sedert
het tot stand komen van het Suez-kanaal mede
een g|heel nieuwe toestand ontstaan, die her
haaldelijk door gewichtige gebeurtenissen de
aandacht van Europa tot zich trekt. In de
jongste dagen dreigden de belangen van En
geland en Frankrijk aldaar in botsing te ge
raken,- en cr bestond werkelijk ernstige vrees
voor een oorlog tusschen beide mogendheden.
Gelukkig zyn de geschillen ten laatste bijge
legd éu zal liet zwaard in de sehede blijven.
Lord Salisbury, de eerste Minister van Enge
land, hield dezer dagen te Londen eene staat
kundige rede, waarin hfj vooral ook ter sprake
bracht de jongato verwikkelingen, in verband
met de voortdurende bezetting van Egypte
door de Engelschen. De Minister zeide o.a.
.Ik Loop ernstig, dat zich geene omstandig
heden zullen voordoen, die ons, Engelschen,
zouden noodzaken, in eenig opzicht onze po
sitie in Egypte te wijzigen, want ik ben over
tuigd, datde wereld niet in vrede zon voortleven,
als zulk een noodzakelijkheid ons word opge
drongen'. Aan den algemeenen staatkun
digen toestand wjjdde de Minister de volgende
Opmerking: ,Wat ons bedrukt, is, dat aan
alle "zijden oorlogsgevaar bestaat. Gjj ziet
volkeren en vooral naties, wier regeeringen
zóó slecht zyn, dat zjj noch de kracht heb
ben tot zelfverdediging, noch de liefde van
haar onderdanen bezitten. Gij ziet dit aan
alle zyden en gy ziet ook, dat er in deze ge
vallen alty'd buren zyn, die de eene of andere
beweegreden hebben, om elkander de erfenis
te betwisten van de natie, die haar oude po
sitie verliest. En dat is een oorzaak voor
oorlog. Nög erger is de beweging, die zich
door de jongste gebeurtenissen aan ons heeft
opgedrongen, dat deze oorlogen ons onaange
meld en met verrassende snelheid overvallen.
De oorlogswolk rjjst aan den horizont mot eene
snelheid', die met elke berekening spot, en
het~,£an gebeuren, dat ge een of twee maanden
na de eerste waarschuwing, die ge ontvangt,
u zelf gewikkeld ziet in een oorlog, waarmode
*j Hier bedoelde de Minister kennelijk Chi
na- en Turk jje.
uw geheele beslaan is gemoeid". Aan 't
slot zijnor belangwekkende rede zei do Minister
het volgende ,Ik ben overtuigd, dat eene zeer
groote en invloedryke meerderheid in dit land
een afschuw van den oorlog heeft. Maar die
meerderheid is ook besloten, haar plicht tc
doen zij is vast besloten, du eer te handhaven
die aan haro hoede is toevertrouwd zjj is vast
besloten, het Rijk onverzwakt achtcrtelatcn
aan haar nakomelingen. Door d:\t te doen,
maakt /.ij zich niet schuldig aftn zucht naar
strjjd, en zy is niet ontrouw nan haar luid
uitgesproken vredelievende beginselen. Inte
gendeel zij handhaaft en bevordert, op do
eenig mogelijke wy/.c, dien vrede, die de roem
en de steun is van het Rijk
Het iedereen naar den zin te maken 't
is een heel lastige, vaak onmogeljjko zaak.
Te Ofen in Hongarije staat een monument,
gewijd aan de nageduchtenis der verdedigers
der stad tegen de in het woelige jaar 1848
opgestane Hongaren. Dit monument was steeds
en is nóg een doorn in het oog van het volk,
dat nog altjjd huldigt het moedig, vastberaden
optreden der mannen van de omwenteling, nu
50 jaar geleden. Toen nu dezer dagen de
Keizer van Oostenrijk bepaalde, dat het be
wuste monument opgeruimd cn vervangen
worden zou door een standbeeld van de bij de
Hongaren zoozeer gcliefdo Keizerin Elisabeth,
die onlangs werd vermoord, maakte dit Kei
zerlijk besluit eon hoogst gunstigen indruk
op het Ilongaarsche volk, dat er ten volle
meê sympathiseerde Niet alzoo de militairen,
die hoogst ontevreden zouden zyn, wanneer
de stad van 't huldeblijk aan het dappere
leger werd beroofd. Do Keizer heeft er nu
iets op beducht, om, zoo mogcljjk, allen te
bevredigen. Het standbeeld voor de Keizerin
zal op de bedoelde plek worden g e plaatst, en
daartoe zal het monument ver plaatst wor
den. En, om nu de militairen eens goed in
hun Imtncur te brengen, heeft de Keizer bo
vendien bepaald, dut de stoftcljjke overblyf-
selen der dappere soldaten van 1848 naar de
plek zullen worden overgebracht, waar het be
wuste monument voortaan aan hunuc daden
zal herinneren.
De terugreis van den Keizer en de Keizerin
van Duitschhind is o. a. gekenmerkt geweest
door eene plechtigheid, die nogal indruk heeft
gemaakt, cn die getuigt van de goede ver
standhouding, die er tusschen den Keizer en
den Sultan bestaat. Op den weg van Damas-
cus naar llaalbek werd, in laatstgenoemde
plaats door Z. M. liet monument onthuld, dat
de Sultan ter ecre van dit bezoek heeft laten
oprichten. Het gedenkteoken bestaat in een
wit marmeren plaat, die, in de Dnitscbe en in
de Turkschc taal, bet volgende opschrift
draagt: .Sultan Abdoel Hamid II, Keizer
der Oltomanen, aan zyn doorluchtigen vriend
Wilhelm II, Duitscb Keizer en Koning van
Pruisen en aan Keizerin Augnsta Victoria,
als eon herinnering aan zijne wederkcorige en
onveranderljjko vriendschap en aan hot bezoek
van HH. KK. M.M. aan Baaihek, November
1898. Boven deze opschriften zijn de Daitsche
adelaar en het naamcijfer van den Sultan ge
beiteld. Het geheel is gekrooad door een uit
gehouwen oljjftak. Het opschrift is door smaak
volle mozaïken omgeven. Aan boord van
de .Ilohenzollern" zullen de hooge reizigers
Malta en eenige Spaansclie havens bezoeken.
NIEUWST IJ DING SN.
HELDER, 15 November 1898.
Hrldersche Visschers Vereenlglnir.
Zaterdagavond 1.1. werd in .Casino' een
vergadering gehouden van bovengenoemde
vereeniging. Nadat de Voorzitter, de heer C.
S. de Wit, de bjjoenkomat met een welkom
had geopend, volgde de lezing cn goedkeuring
der netulen. Daarna nam de Voorzitter het
woord en wijdde eenige wuardeorende woor
den aan de nagedachtenis van den overleden
secretaris H. de Graaft', die van de oprichting
af steeds een ijverig lid was geweest en de
belangen van het fonds met toewijding had
behartigd. Vervolgons werd medegedeeld, dat
het bestnnrslid C. v. d. Leek de betrokking
van Secretaris heeft overgenomen, bij wien
alsnu ziekenattesten verkrijgbaar zijn en door
wien in bet vervolg ziekengelden uitgekeerd
worden. Hierbij werd er op gesvezen, dut een
attest van een der doktoren vereischt wordt,
om bij ziekte de wekelijksche uitkeering van
f 5.te kunnen erlangen. Ook bij de toe
treding van nieuwe leden, zal de bepaling in
't reglement voorkomende een geneeskundige
verklaring over te leggen, in 't vervolg gehand
haafd worden. Nog werd medegedeeld, dat
sinds de laatste vergadering de navolgende
giften zyn ontvangen: Burgerkring .Har
monie* f 6.60van de Werklieden-Vereeni
ging ,D. O. on S. t. W.« f 23,59, gecollec
teerd op de feestavonden dier vereeniging
door tusschcnkomst van den heer Groen uit
f.Tmuiden f 7,50 en van do muziek vereeni
ging .Cresendo' f 13.58, zynde het gedeelte
lijke saldo van een gegeven concert dier ver
eeniging in Aug. 1.1. Ter konnisse der leden
werd ook nog gebracht, dat tegen 1 Januari
a. 8. aan ieder lid tegen betaling van 5 oent
een contributieboekje uitgereikt zal worden,
dat wekelyks door dén bode wordt afgetee-
kend. Vervolgens brengt de President oen
voorstel van 't Bestuur ter tafel, om in den
vervolge, wanneer de kas zulks toelaat, aan
de eventueele achtergelaten weduwen en wee
zen der leden wekelijks uit te keeren
het le jaar f 2.50 v/d. svedu. on f 0.50 v/c. kind
2e f2.— f 0.40
3e f 1.50 f0.30
4e fl.— f 0.20
5e fO.50 f f0.10
zoodat over de 5 jaren de geheele uitkeering
zal bedragen voor een weduwe met 1 kind
f 468.voor oen weduwe met 2 kindereu
f 546.—, voor een weduwe met 8 kinderen
f 624.voor een weduwe met 4 kinderen
f 702.—, en zoo vervolgens.
Door een der leden wordt de opmerking
gemaakt, dat da uitkeering, vooral in de laatste
jaren, wel wat gering is. De Voorzitter
wjjs: er op, dat de kus geen hooger bedrag
toelaat, want tegenwoordig wordt reeds we
kelyks f 15 aan weduwen en weezen uitgekeerd
en bovendien do ziekengelden, terwijl de con-
tributiën nog geen f20 bedrugen. Ook moet
men in aanmerking nemen, dut de weduwen
door het Bestuur steeds geholpen worden, om
eon of ander zankje to beginnen. Na deze
toelichting wordt het voorstel met algemeene
stemmen aangenomen.
Ten gevolge van het verzoek van een naar
IJmuiden s'ertrokken vissnhcr, om lid van liet
visscherslond8 to mogen bleven, doet de Voor
zitter het voorstel dit vorzoek toe te staan,
onder voorwaarde evenwél, dat aan hem bij
ziekte geen, bij overlijden aan zijn vrouw en
kinderen wel de gewone uitkeering zal ge
schieden. Na eenigo bespreking verklaren
zich 15 stemmen er voor en 15 er tegen,
zoodat de stemmen staken. In een volgende
vergadering zal daarom dit voorstel opnieuw
aan de orde gesteld worden. Naar aan
leiding dezer stemming maakt een der aan
wezigen de opmerking, dat zoo weinig leden
aanwezig zijn, om over zoodanig voorstel een
beslissing to nemen. Hij acht het wensclielijk,
dat een kleine boete van de afwezigen werd
gevorderd. Dientengevolge vrordt een voorstel
oin f 0,25 boeto te beften van hen, die zonder
geldige redenon de vergadering niet bezoeken,
met algemeene stemmen aangenomen. Een
ander voorstel om aan hen, die ter vergadering
komen 10 ct. voor vertering toe te staan,
wordt eveneens bij acclamatie aangenomen.
Do heer de Wit houdt daarna een lozing,
waarvan de titel is: .Izaük op den iDara".
Na afloop daarvan wordt alsnu aan do orde
gesteld de verkiezing van een bestuurslid. Als
zoodanig wordt met meerderheid van stemmen
gekozen A. Kuiper. Als leden der commissie,
bolast met hot nazien der rekening en ver
antwoording, die in de volgende vergadering
verslag van hun bevinding moeten uitbrengen,
benoemt men C. Bijl, C. Kok, K. Sluijter,
D. Koojj en P. v. d. Heijde Gx. Hierna
hebben nog eenige besprekingen plaats over
zaken van hnislioudcljjkcn aard, waarna de
vergadering wordt gesloten.
L'it de Twerde Kame*.
Uit bet breedvoerig verslag nopens het
onderzoek in de afdeclingcn der Kamer van
do begrooting voor het Departement van
'Binnenlandsche Zaken, stippen wjj bot vol
gende aan. Wat het kiesrecht betreft,
wenschte incn, dat de uitoefening er van zoo-
veeel mogelijk word vergemakkelijkt. Mon
meende echter, dat juist het tegendeel ge
schiedt. Gevraagd werd, of de Minister niet
eene mechanische wijzo van stommen zou
willen bevorderen. Herziening der wet
tot regeling van liet Armbestuur
werd wonscheljjk geacht, en op wettelijke
regeling der 11 a n k o u van L e e n i n g
werd aangedrongen, evenals op do instelling
van een ltjjks-toezicht op Levensver
zekering- M a a t s c h a p p ij e u en Be
grafenis-fondsen. Noodzakelijk
werd geacht de wetgeving betredende krank
zinnigen te herzien, terwijl met behing-
«telling werd tegemoet gezien (Ie herziening
der drankwet. Maatregelen tegen ver
ontreiniging van openbare wa
teren werden noodig geacht. Gevraagd
werd naar herziening der Schutter ij-w e t
althans op die punten, welke daaraan drin
gend behoefte hebben. De wonscli werd
uitgedrukt, dat voor jongelieden, wier ouders
op het platteland wonen, het bezoek van de
onderwijs-inrichtingcn in do steden werd
mogelyk gemaakt door het verleenen van
Rijks-beurzen. Een herziening der wet
op 'i Middelbaar Onder w ij s werd
noodig geacht. De hoop werd uitgespro
ken, dat de Minister de herziening der wet
op het Lager Onder wys tjjdig zal voor
bereiden, om die, na afdoening van het wets
ontwerp op den leerplicht, zoodra mogelijk
aanhangig te kunnen maken. Opnieuw
werd aangedrongen op vurbotering der onder-
wijzers-tractementen, en gevraagd werd, hoe
het staat met 't weduwen- en weezonponsiocn
van openbare ondorwjjzers.
Over de Indische begroo
ting 1899.
De Minister van Koloniën heelt geant
woord op het afdeelings-verslag, betreffende
het onderzoek dezer begrooting door de
Tweede Kamer der Staten-Generaal. We
ontleenen aan dat regeerings-antwoord het
volgende. Met levendige voldoening had de
Minister vernomen, dat meu vrij algemeen
van oordcel was, dat de strijd in Atjeh,
met handhaving van het thans gevolgde
stelsel, behoort tc worden voortgezet, tot
dat pacificatie zal zijn verkregen. De Mi
nister beschrijft en verdedigt de te volgen
gedragslijn en de troepen-bewegingeu,
daarbij betoogende, dat men voor ver
zwakking en uitputting der troepen niet
behoeft bevreesd te zijn.
De postspaarbankdienst in
Indië levert zeer bevredigende uitkomstou
op. Het aantal inlanders is ruim 27 pCt.
van het totaal der iulcggers. Met veel
genoegen merkte de Minister op, dat ook
in Indië uieer en meer het gevoel ontwaakt,
dat overmatig gebruik van sterken dran k
krachtig geweerd behoort te worden. Z.
Exc. gewaagt cr van, dat kolonel van
Heutsz bij de jongste krijgsoperatiën in
Pedir het gebruik van jenever in de can-
tine en in den omtrek van het bivoualc
heeft kunnen verbieden. Het overleg
met de Indische regeeriug omtrent de
kazerneering van schepelingen
aan den vasten wal in Indië heeft nog
tot geen resultaat geleid. Het denkbeeld
is evenwel niet opgegeven. De voor
gestelde aanbouw van twee torpedo
booten wordt noodzakelijk geacht, om ze
met de „Cerberus" te bestemmen voor de
verdediging op de reede van Soerabaya.
Deze booten zullen wellicht nog vermeer
derd worden met eenige kleinere torpedo
booten, welke scheepsraachin verband
met do aanteleggen kustbatferyen, voldoende
wordt geacht om bij een aanval op de
reede van Soerabaya het behoud dier ha
ven te verzekeren. Het voornemen bestaat,
om aan de schepen der Gouverneraents-
Miu'ine stations te geven.
Nationaal Vlssehérjj-Coinrrcs.
Aan hetgeen wc in ons vorig nummer om
trent dit in de vorige week te Utrecht ge
houden Congres mededeelden, hebben we nog
tootevocgon, dat in cone n 1 g c in o o n c ver
gadering de wenschelijkhcid werd uitgespro
ken van het instellen vun politic-toezicht op
de Zuiderzee, vooral ook met het oog op dc
ansjovisvangst. Door een der leden werd
medegedeeld, dat tc dier zake reeds con ver
zoekschrift bij den Minister van Waterstaat,
1 buidel en Njjverheid is ingezonden. De
algemeeno vergadering vereenigde zich by
acelamatio met de in de Sectie voor de zout-
watorvisscliery aangenomen conclusie omtront
certificaten van bekwaamheid, te vorderen
vhii schippers, stuurlieden cn machinisten van
visaclicrs vaartuigen. Ook word, na eene
breedvoerige discussie, instemming betuigd
met liet in dc genoemde Sectie aangenomen
voorstel tot stichting eoncr Vereeniging, die
een vermeerderd gebruik vun zeeviach zal
bevorderen, eu waarvoor eene Commissie van
drie leden is gevormd, aan welke 't ontwerp
der Statuten is opgedragen. Ten aanzien vun
den vrijen afslag van de zcevisch te IJmuidcn,
werd gecne beslissing genomen. Dc voornaamste
voor- cn tegenstuuders zullen hunne over
wogingen daaromtrent schriftelijk mededeelen,
cn in het verslug der vergaderingen van het
Congres doen opnemen. Met de gebruikelijko
plichtplegingen werd de byeenkomst voor
gesloten verklaard.
Hulde aan do politic!
De verdeeling der geldsom, door de bur
gerij van Amsterdam bijeengebracht voor
het politiecorps, wegeus het optreden ge
durende de Inhuldigingsdagen (f17.200)
heeft ten gevolge, dat aan ieder agent der
laagste klasse nog f 10.75 kan worden uit
gekeerd. De verdeeling geschiedt dus naar
rang. Ook is het billijk geacht, den inspec
teur van de rijksvcldwacht en 00 rjjksveld-
wuchtors, 3 inspecteurs en II rechercheurs
uit andere gemeenten, ook uit Rotterdam,
in de bedeeling te betrekken, daar ook
door hen in de feestweek te Amsterdam
dienst is gedaan.
In het geheel loop! de verdeeling over
een aantal van HbG ambtenaren en be
ambten. Er is nog een overschot, waaraan
nog bestemming gegeven moet worden.
Nog schjjnt men de daders niet op
het spoor tc zijn van den brulalen diefstal,
die Zondagavond te Molenaarsgraaf heelt
plaats gehad. Toen de landbouwer F. Van
Gils en zijne dienstbode tegen 0 uur naar
de kerk waren gegaan, bleef r.jjue 25-jarige
vrouw alleen thuis. Een half uurtje later
traden twee geruaskerdejpersonen de woning
binnen, wierpen onmiddellijk de doodelijk
verschrikte vrouw een doek over 't hoofd,
en bonden haar vast, nadat uien haar eerst
nog een doek in den mond had gestopt.
Daarop werd zij op den grond gelegd en
bond men haar de armen en beenen. Met
de waarschuwing dat men haar onmiddel
lijk zou dooden, als zij 't wagen dorst al
arm te maken, lieten de aanranders haar
liggen en maakten de >mooie" kast open,
waarin de »pronk" werd bewaard. Hierin
vonden ze naar 't schijnt niets van hunne
gading, waarop de beurt kwam aan 't ka
binet, waarin zjj al dadeljjk f300 aan
bankpapier vonden. Die vondst viel hun
zeker niet tegen, althans de vrouw hoor
de den een tot den ander zeggenZiezoo,
daar zullen we eens wat op nemen." Zjj
haalden een flesch cognac en een doos met
St Nicolaas uit de kast en deden zich
heel op hun gemak daaraan te goed. Wat
zo verder gedaan hebben, weet de vrouw
niet. Ze heeft de klok nog zeven hooren
slaan en toon waren de dieven nog pre
sent, doch daarna is ze bewusteloes ge
raakt. Toen de echtgenoot ruim S uur in
zijne woning terugkeerde, vond hy zijne
vrouw nog zooals dc roovers haar hadden
verlaten, alleen had ze met moeite den
doek uit den mond kunnen halen, maar
roepen durfde ze niet, uit vrees dat ze
weer terug zouden komen. E«n later door
dc politie ingesteld onderzoek leidde tot
niets. Niemand dan de ontstelde vrouw
hoeft iets van het komen of gaan der on
verlaten bespeurd.
Om een erfenis miclitig; te worden!
Tot voor weinige dagen bestond er in
een der volkrijkste straten van Amsterr
dam een kruidenierswinkeltje, waar men
werd bediend door een jonge dame, die
door haar lieve manieren de harten van
koopers en koopsters stal. Wel is waar,
haar stem was wat te laag en bij tijd en
wijle vertoonden zich de stoppeltjes van
een licht baardje, maar men kon zeggen,
dat deze liet gelaat niet ontsierden. De
Jonkvrouw had een vriendin, en nog wel
een aan wie zij zelfs haar kleinste harts-
geheimpjes vertelde. Dat deze genegenheid
wederkeerig was, bleek zonneklaar, toen
onlangs de jonge eigenares van den winkel
op het ziekbed werd geworpen; niet alleen
dut de vriendin de zaakjes in den winkel
opknapte met al den jjver die in haar was,
maar na de genezing scheen het, alsof de
vriendschapsbanden nog hechter waren
gelegd dan ooit te voren, want vaak aan
schouwden de nieuwsgierige buren betui
gingen van liefde en vriendschap, die aan
het hartstochtelijke grensden.
Een paar dagen geleden echter bleef
het winkeltje gesloten, en de eigenares
was met haar vriendin verdwenen. Natuur
lijk groote verbaziug bjj de buren, die
vergeefs poogden bet raadsel op te los
sen. Wil men het fijne van de zaak
weten
Ongeveer 24 jaar geleden begaf zich
een jong paartje in den echt, waarvan de
jonge vrouw een suikertante had, die de
vrije beschikking had over eenige dui
zenden gulden. Dit kapitaal was, naar
tantes belofte, voor de eerstgeborene uit
dit huwelijk, mits 't een meisje was. En
't jonge pruir wist bij ondervinding wat
tante eenmaal beslist had bleef beslist.
Een jaartje later werd de cerstelinge
geboren, en 't was een meisje zooals men -
tante vertelde, die volstrekt niet aan d-
waarheid daarvan twyfelde.
Het kind werd groot gebracht als een
meisje, later in een lange jurk gestopt en
na den dood der ouders begon het 't
winkelzaakje waarvan wij hierboven spra
ken. De oude tante was echter nog in
leven, maar ook bij haar deden de ge
breken van den ouderdom zich gelden;
half doof en blind zag en hoorde zy niet
meer als voor een vyf-en-twiutig jaar, en
daarom bleef veel wat anders haar aan
dacht zon hebben getrokken, bij haar be
zoeken aan het nichtje en de vriendin door
haar ouopgeuierkt.
Maar ook tante ging tenslotte den weg
dien wij allen eens zullen gaan, een paar
weken geleden daalde zij ten grave, de
erfenis nalatende aan het kind naar haar
harte.
Men begrijpt de toedracht:
Wat tante bjjna een kwarteeuw lang
voor een meisje had gehouden was een
jongen, dien men van zijn geboorte af
voor een lid der schoone sekse had doen
doorgaan, om zoodoende de erfenis mach
tig te worden.
Uit Buenos-Ayres wordt gemeld, dat
de bouw van de groote oorlogshaven te
Puerto Belgrano, nabij Bahia Blanca, voor
f 1O.000.000 is opgedragen aan de Neder-
landsche firma Dirk Dates Van Hattem,
vertegenwoordigd door den f hoer A. V.
Hartog, in vereeniging met de „Uberse
Bank'te Buenos-Ayres.
Nu het rnndvleesch in Duitschland
zoo duur is, eet men er nog meer ganzen
dan anders, deze dieren worden uit Rus
land ingevoerd. Van dezen herfst al onge
veer 2 raiüioen.
PEUIXjXjBTOH
EERSTE HOOFDSTUK.
iiO, welk een onbeschaamdheid I] Niet al
leen dat zij met haar kunsten mijn zoon heeft
weten te verblinden maar zjj is ook nog
een ellendige dieveggeHet is erger dan ik
van haar dacht!*
Ofschoon niemand bjj haar was, sprak me
vrouw Rechling deze woorden vrjj uit. Me
vrouw Rechling was een krachtige, groote
vrouw met goed onderhouden trekken, ofhehoon
zjj zeker weinig minder dan vijftig zomers
telde. Haar breed gelaat, dat een beperkt
verstand en dwazen hoogmoed verried, was
döor verwondering en toorn nog reoder dan
gewoonljjk. Zjj stond in een fraai gemeubeld
vertrek voor eea mat snjjwerk versierde kast.
Reeds voor de derde maal doorzocht zjj alle
laden.
Weg Het parelsnoer en het étni allebei
verdwenen Niemand anders kan het weg
genomen hebben dan Valentinc; zij had er
altijd zooveel zin in. Zjj alleen heeft mijn
sleutels gehadniemand anders kreeg die
ooit in handen ik heb te veel vertrouwen
in haar gesteld. Zij zal gedacht hebben, dat
ik bet niet dadeljjk zou bemerken, omdat ik
het ding eigen lijk ia het geheel niet draag.
Nu zal mjjn arme, domme jongen toch inzien,
dat zjjn moeder gelijk heeft. Jammer, dat hij
niet hier is, don wist hy meteen, was er ge
beurd is. Doch het is misschien betor zoo!
Ik rjjd dadelijk er heen, en als zjj het ge-
stolene niet goedschiks wil teruggeven, zend
ik onmiddelljjk bericht aan de politie.'
Zij liep naar dc deur en drukte op een
knop van de elcctrisclic schel. Een oogen-
blik daarna verscheen liet kamermeisje.
,Zeg Hendrik, dat hij dadeljjk een rijtuig
haalt, maar eerste klasse, en kom dan om
mjj te helpen kleedcn. Nu, wat sta je rojj
aan te gapen klonk het ongeduldig, daar
het dienstmeisje draalde cu haar verbaasd
aankeek.
.Wil mevrovw nog zóó kort voor het ont
bijt uitrijden?* vroeg het meisje.
»Wat gaat jou dat aan Doe wat je be
last wordt. Mag ik niet ontbijten, als het mjj
gelieft antwoordde mevrouw Rechling op
bevelenden toon en wees duarbjj naar de
deur.
Het meisje ging heen. Zorgvuldig sloot
toen mevrouw Rechlir.g de kast, waarin zjj
haar sieraden en haar gereed geld bewaarde
en ging naar haar slaapkamer, teneinde zich
te kleeden om uit te gaan. Zij was nameljjk
nog in haar morgenjapon, ofschoon haar geel
blond haar, gedeelteljjk gegroeid en gcdeelteljjk
gekocht, door een bekwamen haar kunstenaar
alreeds naar de nieuwste mode gefriseord was.
Hot meisje was intusschen teruggekomen.
Mevrouw stak haar de groote plompe voeten
toe om haar laarzen to laten vastknoopen.
Vervolgens maakte zjj met do hulp van het
dienstmeisje verder haar kleeding in orde.
Het ontbrak hierbij niet aan verwijten over
langznamheid en onhaadigheidmaar eindc-
Ijjk had mevrouw haar zijden japon en flu-
weelen mantel aun, ze had er hoed op, de
sluier bedekte haar gelaatdaar ging zij do
trap af. Geen wonder, dat Minna in de keu
ken ging om aan de keukenmeid haar nood
te klagen.
,Wel, wel, wat is mevrouw vandaag weer
uit haar humeur, LouiseIk kon haar niets
naar den zin doen Zij brandde van on
geduld
Eerst bestelt zjj coteletten voor het ont-
bjjt, en nu zo in de pan liggen, gaat zo uit
ryden.* mopperde de keukenmeid en gaf de
bedoelde pan een krachtigen ruk. .Heeft zjj
niet gezegd, hoe lang ze weg bljjft?»
.Neen, maar ze had grooten haast: ik zou
wel eens willon weten waar ze heen gaat,*
Misschien gaat ze een nieuwe gezelschaps-
juyer zoeken zoo'n voorname dame kan niet
zonder zoo iemand zjjn', zei de keukenmeid
lachend.
.Laat ze dan meteen maar uitzien naar
een andor kamermeisje," zoi Minna; .ik heb
genoeg van dat baantje.*
Je denkt zeker, dat zij ook niet weer een
gczclschapjufler vindt, die geljjk kamermeisje
is, zooals juffrouw Valentinc,* lachte Louise.
.Zooals juffrouw Valcntine krijgt zo er
nooit weer een,' verzekerde Minna met
warmte. .Altijd zacht en vriendeljjk, nooit te
lui om de handen uit te steken en zoo goed
cn beleefd jegens ons.*
«Ja, en wjj wisten toch wel, dat zij niet
van onze soort was, al diende zij even goed
als wjj. Zjj bezat de echte voornaamheid,
niet die nagemaakte, zooals andere mensclien,*
antwoordde do keukenmeid en met do be
weging van haar band gaf zjj duidoljjk te
kennen, wie die .andure mensclien" waren.
«Valentinc is do dochter van een officier."
,Nu onze jonge mjjnhccr is ook luitenant
van de reserve,- merkte Minna op
,Ah, zoo! viel Louise in, de armen in do
zjjden zettende, zonder ucht to geven op de
coteletten, die gevaar liepen to verbranden,
illaddeo ze niet prachtig bjj mekaar gepast
Mevrouw had den lieven God moeten dan
ken, dat zo zoo'n beste, mooie scboondochtor
van goede afkomst kon krijgen cu niet zoo
veel geweld moeten maken, dat hot arme
kind hals over kop haar boeltje bjjeenpakte
en heenging.*
«Zjj wil een schoondochter, die geld heeft,*
hernurn Minna; maar nu werd de keuken
meid vuurrood van kwaadheid en riep:
.Geld! Geld! Waarom moet zij nog meer
geld hebbenZjj heeft al geld genoeg, en
aan dc pannenbakkerjj halen de arbeiders
alle dagen nog meer geld uit de narde. Jjj
bent duar nog niet geweest, MinnaMaar
als het zomer is, dan zal je het eens zien
Door een schouderophalen gaf Minna haar
twijfel te kennen, of zjj dan nog wel bij me
vrouw Rechling in dienst zou wezen. .Steeds
meer en meer opgewonden vervolgde Louise
.Heeft mevrouw dan geld gehad, toen zij
met haar man trouwde Heeft zjj ala kind
durven droomen, dat zjj zijden kloeren, edel
gesteenten, een woning in de Victoriuslraat
te Berljjn en een villa buiten zou hebben en
dat zij .mevrouw* zou genoemd worden!"
„Maar Ixniiso, spreek toch niet zoo luid,*
waarschuwde Minna. .Als mon je hoorde....*
«Dut kun me niet schelenals mevrouw
wil, mag zo mjj dc huur opzeggen," ant
woordde do keukenmeid. .Het is toch waar;
je moot maar eens hooren wat oude raou-
schen buiten vertollon. Waar nu het mooie
park is, daar konden een paar schapen nau
welijks genoeg te eten vinden, on waar nn
het mooie, nieuwe woonhuis staat, dat ge
woonljjk .liet slot* wordt genoemd, daar ston
den een paar kleine boerenwoningen.*
.Hoe is dat alles zoo veranderd vroeg
Minna mot bljjkbare verwondering-
.Ja, hoe?' lachte do keukenmeid. .Een
arme schoolmeester ontdekte, dat onder het
schrale land, waarop weinig groeien wilde,
een dikko laag kleiaarde verborgen was, die
geschikt was, om cr dakpannen van te bakken.
In Berlijn had men dio juist veel noodig,
waut duur werden toen verscheideno nieuwe
straten aangelegd en veel nieuwe huizen ge
bouwd.*
.En zjjn alle menschen in Zecktadaarrjjk
van geworden vroeg Minna.
Louise lachte weer; ze was blijkbaar in
haar schik, dut ze nu kon uitkramen over
alles, wat zo wist van do familie, waur Minna
slechts sedert korten tijd in dienst was. .Niet
allen: menigeen, diedeeerste moeieljjko jaren
niet kon doorkomeu, is daar ten gronde ge
gaan. Verscheidene pannenbakkerjjen zjjn nu
reeds in de tweede of derde hand. Maar ook
menig boertje is rjjk geworden, on de rjjkste
van allen, was de oude lieer Reehling.'
.Was hij maar een kleine boer?'
,Ja, en de vrouw was de dochter van een
schrijnwerkerdat kun je nog wel aan haar
bemerken.
„Maar Louise, je zult jc dienst hier nog
kwjjt raken met zulke praat. Je neemt liet
nooit heel nauw, maar zooals je vandaag
spreekt, heb ik jo nog nooit booreu uit
varen.*
.Zoo kwaadaardig als vandaag, ben ik ook
nog nooit goweest,- antwoordde de keuken
meid, «cn jij en Hendrik bent ook niet op jc
gemak. Juffrouw Valentine het huis uit te-
jagen, dat is to erg!'
,Nu, wees maar stil, Louise, Ik geloof dat
ze er op uitgegaan is om haar terug te ha
len,- klonk een mannenstem achter de meisjes
en in de openstaande keukendeur verscheen
Hendrik, de huisknecht, die onbemerkt nuder
getreden was.
.Waar is zc heen?* vroegen de meisjes
tegelyk.
«Zooals ik zei: naar Wilmeradorf."
.Naar luitenant Zier?*
•Ja, ik heb mevrouw duidelijk het adres
hooren opgeven. Hoeveel haast ze ook had,
kon zij toch niet nalaten met den koessierte
onderhandelen on af to spreken, dut hjj moest
wachten om haar weer naar huis te ryden
maar don mocht hij den tjjd van wachten
niet in rekening brengen.*
■Zjj kan het zonder juffrouw Valentine
niet uithouden," zei Minna i .denkt je, dat
zo mee zal komen
Ik geloof liet niet,* antwoordde Louise.
,No als mevrouw haar toestemming geeft,*
meende Hendrik.
Thans barstte Louise in luid gelach uit.
.Aan zulke dingen bohoef je niet tc donkeD,
ik ken mevrouw beter, zoo gcmakkeljjk geeft
zjj niet toe.*
»En ik ken onzen jongen heer, ik was zijn
oppasser, toen hjj nog bij de kurassiers te
Brandenburg diende,* riep Hendrik rdio laat
ook niet los.*
.Dat moet hfj ook niet. dat zal hjj niet,*
bevestigde de keukenmeid .maar bij zijn
moeder krjjgt hij het er niet zoo gcmakke
ljjk door.*
Oho, hjj is zjjn eigen moester, hjj heeft
oen (linke fabriek en is lnitonant van de re
serve. Il(j heeft van niemand bevelen tc ont
vangen dan van onzen keizer.*
.Nu, dio zal het hom niet verbieden,' ant
woordde Loniac. .Jjj hebt zeker geen ouders
meer, Hendrik?#
.Neen, ik was nog een kleine jongen, toen
dio gestorven zijn," zei Hendrik en keek daar bjj
do keukenmeid verwonderd aan.
(Wordt vervolgd.)