KLEINE COURANT 't Vliegend Blaadje Welkomstgroet voor Helder, Texel en Wieringenm No. 2696. Zaterdag 17 December 1896, 26ste Jaargang. Bureau: Zuidstraat. Telefoonn". 32. BureauSpoorstraat. Telefoonn0. 81. Alsonnement p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., met Zondagsbl. 80 Ct. id. franGO per post 75 id. f 1.12 ,/a. id. voor het Buitenland f 1.25, id. f2.00. VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG. Uitgevers: BEBKHOUT Co., te Helder. Bureau»! Spoor»iraat en Zuidatraat. AUvortontten van 1 tot 5 regels 25 Ci Elke regel meer 5 Groote letters worden naar plaateruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDA^^MORGEN^^vóór^lO^uur^aftT^ji^^ureaux^bezorgd^^iK KALENDER DER WEEK. DECEMBER, Wintermaand, 31 dagen. Opkomst der Zon 8 u. 9 m. Onderg. t 3 u, 44 m. Zondag 18 Maandag 19 Dinsdag 20 Eerste Kwartier. Woensdag 21 Donderdag 22 Vrijdag 23 Zaterdag 24 Aan onze abonné's buiten de gemeente wordt beleefd ver zocht 't verschuldigde abonne mentsgeld Vlic-reml Blaadje en Zondag.»- blad, 4e kwartaal 1898, te willen over maken per Postwissel of in postzegels, vóór 5 Januari, zullende anders daar over met 5 cents verhooging per post worden beschikt. Postwissels voor dat doel behoeven slechts met een zegel van 2'/3 Ct. beplakt te worden. Wc Verzoeken onzen lezers die, volgens jtcw'oonlcJ een aan ■'aiiiilie, Vrienden <>l' Begunstigers in ons blad willen plaatsen, beleef'tfc- Ufk daarvan tijdig opgave te willen doen. DE UITGEVERS. Uit liet Buitenland. Eene interpellatie, dezer dagen in de Fran- aehe Kamer v. Afgevaardigden gehouden, deèd voor de zooveelste maal weder uitkomen, dat (te tijd nog niet is aangebroken, om de Drey- fus-zaak daar met de noodige kalmte te be spreken. De interpellant, de heer Grousset, sprak een uur lang, maar bet grootste deel zijner rede ging verloren in bet woest gehuil der tegenpariü, waarmeê ten slotte zelfs meer gematigden instemden. De interpellant sprak naar aanleiding der gevangenneming van kapitein Droyfus over het and-nationaal drij ven van ambtenaren aan het Departement van Oorlog, en deed uitkomen, hoe die handelin gen van ondergeschikten ten slotte tengevolge hebben gehad, de veroordeeling van den tegen woordige banneling van het Duivelseiland, over wiens schuld men maar weinig zeker en op wiens vrijlating, wegens gebrek aan be wys, alle uitzicht was. Nu begon hot lieve lovenDe afgevaardigden van do oene partij schreeuwden den anders denkenden hatelijk heden en scheldwoorden naar het hoofd, ter wyl door een paar .rooden* een gratis-boks- vooratelling werd geven. De President der "Kamer kon in den eersten tijd de orde niet herstellen en luidde tevergeefs zijn bel. Toen de interpellant zijne rede eindelijk voortzette, werd het gesprokene herhaaldelijk onderbro ken door uitroepen, protesten, kreten van >stemmen", enz. Meerdere leden namen wel dra aan het vuistgevecht deel. Eindelijk wist de president-minister, de heer Dupuy, zich te midden van het tumult verstaanbaar te maken, om te wjjzen op het gevaar, waarin de interpellant zich wikkelde. De Minister doelde op gevolgen, die uit het gesprokene naar buiten konden voortvloeien. Aan de schromelijke verwarring in de ver gaderzaal kwam eerst een einde, toen, met groote meerderheid van stemmen, eene motie om tot de orde v&n den dag zonder meer overtegaan, werd aangenomen, 't Gebeurdb toont, gelyk wij in don aanvang opmerkten, voldoende aan, dat het in Frankrijk nog niét zoover is gekomen, dat men met kalmte en waardigheid de bewuste Dreyfus-zaak behan delen en het vóór en tegen der herzienin; van het vonnis van 1894 bespreken kan. Herziening van eeu vonnis men weet in Frankryk er van meê te praten. Wat al drukte en beweging werd daar door de be doelde zaak teweeg gebracht! In Nederland wordt de zaak der gebroeders Hogerhuis sinds maanden in woord en schrift behandeld, er wordt van onderscheidene zijden om herzie ning gevraagd. Berichten uit Duitecblaód deelen meê, dat ook daar een dergelijke zaak aan de orde is. Deze zaak gaf dezer dagen aanleiding, dat te Berlijn eene vergadering gehouden werd, die door niet minder dan 3000 personen werd bijgewoond, 't Gold daar de herziening van oen vonnis, dat in 1883 is uitgesproken. Jaren geleden al, is, ook door de uitgave eener brochure, er voor ge werkt, en nu onlangs is men in de dagblad pers begonnen, do publieke opinie daarvoor in beweging te brengen. De geschiedenis is deze, Op 25 Octobcr 1888 kwam Albert Ziethen, barbier en herbergier te Elberfeld, 'e avonds na elven thuis uit Keulen, en vond zjjne vrouw liggen met opengespleten schedel, liet voorhoofd tot den neus geheel verbrijzeld. Zy leefde nog enkele dagen in het Ziekenhuis, werd door den rechter van instructie den 28 Ootober den eed afgenomen en stierf den 30 October. Ziethcn, dc echt genoot der vrouw, werd als do schuldige aangewezen. Hoe kwam dat? zal men vragen. De man bad de E'.berfelder bevolking tegen zich. De inenscben geloofden muurvast aan zijn schuld. Hjj was een man, heftig en wat bar, en die niet gelukkig leefde met zijn vrouw, welke verre van tevreden was om haar huwelijksgeluk. Ziethen deed vrij wel alles wat. liy wilde en had daarbij aan haar een flinke hnishoudstor, die alles goed in orde hield, en zijne kinderen verstandig opvoedde. Het was algemeen bekend in El berfeld, dat liij zijne vrouw dikwijls sloeg, en dat hy op de meest liefdelooze wijze over haar sprak. Hierdoor werd hij verdacht, den moord begaan te hebben, hoewel er, prac- tisch gesproken, geen enkele aanleiding voor bestond. Waardoor werd nu echter zijn schuld bewezen Dc stervende vrouw Ziethcn heeft bij haar verhoor, op dc vraag: Wie heeft u geslagen? geantwoord: (Mijn man, Ziethen.* Als men nu echter bedenkt, dat zy, behalve dezen, nog verschillende andere, gelieol buiten de quaestie staande personon opgenoemd hoeft, dan kan men toch ook vrij wel aannemen, dat een vrouw, in dien toe stand, die zulk een quantiteit aan materie, bloed en hersenen, verloren bad, niet anders dan dc meest verwarde antwoorden kon geven. Maar dat baar in dien toestand oen eed werd afgenomen, en baar woorden voor de waarheid gehouden werden, dit grenst aan het ongeloofelijke. Verder vond de Commissaris van Politie den volgenden dag na der. moord bloedsporen op de manchetten van Ziethcn. Over deze bloedvlekken is indertijd heel wat gesproken en de mecning is geuit, dat ze by het eerste onderzoek der zaak niet aanwezig waren. Een advokaat verkondigde o. a. zijne overtuiging in deze woorden ,De bloedsporen zijn er met rooden inkt op aangebracht". Ziethen werd tot de doodstraf veroordeeld, welke 3traf door den Keizer van üuitschland werd veranderd in levenslange tuchthuisstraf. Dut is nu 15 jaar geleden. Er is naderhand zeer nauwkeurig uitgerekend, dat Ziethen hoogstens drie minuten tyd zou gehad hebben om het volgende te verrichtenlamp aansteken, jas uittrekken, twist met zyne vrouw krijgen, moord begaan, tweemaal naar de pomp in den tuin loopen, zijne hauden afdrogen, splinters hout afsnijden van den hamer, waarmede zijne vrouw word geslagen, en toen nog meid en knecht roepen, die boven sliepen. Niet alleen acht men dit eene onmogelijkheid, maar even onmogelijk was het dat vrouw Ziethen in dien korten tijd zooveel aan bloed als auderszics verloren kon hekben, den vorm 'der wonde in aanmerking genomen. Over Ziethen werd evenwel het schuldig uit gesproken. Wie was nu dc werkelijk schul dige Dc knecht, een lïjarigjongmensch, heeft de aandacht op zich doen vestigen. Hij heeft zolfs eene bekentenis afgelegd, eerataan den Commissaris van Politie te Berlyn, later ook aan Ziethen in de gevangenis. Men heeft echter den jongeling niet willen geloo- ven, en sedert 1887 is hy verdwenen. In '87, '93 en '97 heeft men getracht herziening van het vonnis tc verkrijgen steeds werd 't verzoek afgewezen. Thans vraagt men op nieuw en met zeer grooten aandrang daar naar. De rede, in de bovengenoemde meeting te Berlijn gehouden, werd in ademlooze stilte aangehoord en aan het slot levendig toege juicht. Deze motie werd er aangenomen De vergadering spreekt haar overtuiging uit, dat het dc plicht der Pruisische Justitie is, tot de herziening van het proces-Ziethen over- tegaan. Zjp draagt het Comitó op: 1. deze verklaring aan de Justitie kenbaar te maken, en 2. alle stappen te doen, die dienen kun nen, om de belangstelling in deze zaak in alle plaatsen van Duitschland gaande tc houden". Gemeenteraad van Helder. Zitting van Dinsdag 13 Dce. 1S9S. Voorzitter de - heer Van Steijn, Burge meester. Tegenwoordig bij den aanvang 15 leden afwezig de lieeren Bitter, Kuiper, Stammes en Staalman, de beide eersten met kennisge ving van verhindering. De Voorzitter opent de vorgadering. De notulen der vorige zitting worden, wegens de uitgebreidheid, niet gelezen, maar ter inzage van de leden gelegd en zullen in de volgende vergadering worden vastgesteld. Er geschiedt mededeeling van do volgende ingekomen stukken: a. Missiven van Gedeputeerde Staten, be helzende 1. goedkeuring van de verordening regelende het lager onderwys, vastgesteld by raads besluit van 25 October 1. 1. 2. goedkeuring der rekening over het dienstjaar 1897 3. beslissingen omtrent ecnige reclames tegen den aanslag in den hoofdelijken om slag. 4. goedkeuring van het raadsbesluit tot aankoop van hot schoolgebouw ih de Kolen- steeg. b. Dankbetuigingen van de dames A. W. Lasscho en A. Wyn, onderwijzeressen aan School 8, voor dc haar toegekende toelagen voor het geven van onderwys in de hand werken. o. Een verzoek van den hoor J. A. Kna- ven, hoofdkommies der plaatselijke belastingen, om wegens hoogen leeftijd, met 81 Dec. a. s. uit zün betrekking te worden ontslagen, on der toekenning van pensioen. B. en W. stellen voor dit ontslag eervol tc verleenen, onder dankbetuiging voor de langdurige diens ten er gemeente bewezen, en het pensioen, overeenkomstig de verordening, te bepalen op f 500 '8 jaars. Het voorstel wordt met op één na algomeene stemmen aangenomen. Do heer Korver stemde togen. d. Een adres van de heeren F. J. Ver meulen en J. G. Reitsma, onderwyzors aan school 8, verzoekende hun salaris op het maximum bedrag vau f 900 en f 700 te brengen, op grond zy respectievelijk 19 en 7 jaar dienst hebben gedaan aan de gesubs. jongens school voor uitgebreid lager onderwijs in deze gemeente. Do Voorzitter doot na cenige dis cussie hel voorstel het verzoek toe te staan en de verhoogde jaarwedden met 1 Januari a. s. te doen ingaan, hetwelk met 12 tegen 2 stemmen wordt aangenomen. Tegen stemden do heeren Korver en Van Neck, terwyl de heer Over de Linden zich buiten stemming hield. e. Een brief van hot Bestuur der Indus trieschool alhier, waarin dank wordt betuigd voor de verhoogde subsidie en protest wordt aangeteokend tegen cenige beweringen van den lieer Dr. Frowein, in de vorige zitting gedaan. f. Een schrijven van de Directie der Duin waterleiding-maatschappij, vergezeld van oen concept-concessie. Dit wordt in handen ge steld der commissie in zake de waterleiding. Een adres van do wed. L. J. Van Viêrsen—iHollermann, verzoekende wederom in het genot van een jaarlijksché gratificatie to worden gesteld. Met uitzondering van den heer Korver wordt haar met algemeene stemmen eon gratificatie van f 50 verleend. h. Een schrijven van B. W., waarin aan den Raad gevraagd wordt of aan den heer Vastcnou, nu diens school gesloten en het gebouw aan de gemeente is overgegaan, de subsidie nog tot ultimo Dec. moet worden uitgekeerd. (Dc heer Stammes komt ter ver gadering). Na eenige bespreking wordt met 9 tegen 6 'stemmen bevestigend geantwoord. Tegen 8tomden de heeren Terra, Korver, Hartsinck, Van Ede, Krijnen en Kramer, terwijl do heer Van Neck zich buiten stemming hield. Alsnu is aan de orde de stemming over liet j voorstel van den heer Frowein om op de be grooting van 1899 een post pro-memorie uit tc trekken voor School-bibliotheken, waarover in de vorige vergadering de stemmen staakten. De Voorzitter deelt mede, dat adviezen zijn ingewonnen van de Vereeniging Hoofden van Scholen en van de Commissie van toe zicht op het lager onderwijs. Beide adviezen luidden ten voordeele der Schoolbibliotheken. Het voorstel wordt door de heeren Korver en Dito bestreden en door den beer Frowein verdedigd, waarna het met 10 tegen 6 stem men wordt verworpen. Daarna wordt met algemeene stemmen het suppletoir kohier van den hoofdelijken omslag ten bedrage van f 1028,57 vastgesteld, eh insgelijk het supple toir kohier der hondenbelasting tot een be drag van f 62,50. Ten gevolge van eenige door Ged. Staten geopperde bezwaren, stellen B en W voor 1. de vakken wiskunde en algemeene ge schiedenis van het leerplan van school 8 af te voeren, en 2 voor het ontvangen van on derwys uau de herhaHngsckool een leergeld vast te stellen van 60 ct. per kwartaal, voor minvermogenden voor de helft, terwijl onver- mogenden zullen worden vrijgesteld. Zonder discussie worden met algomeene stemmen deze regelingen goedgekeurd. Naar aanleiding van vroeger gemaakte op merkingén om de verordening op de markt- geldén to herzien, opdat de opbrengsten voor de staanplaatsen van tenten, kramen, enz. gedurende de kermis grooter worden, doen B,, W. een voorstel om de plaatsen voor stoómdraaimolens, hippodróraes, schouwburgen enz. te verpachten, maar van kleine tenten de gewone marktgelden te heffen, en de veror dening in dien geest mot een art. aan te vul len. Met algemeene stemmen wordt bet voorgestelde aangenomen. Eveneens wordt een voorloopige vaststel ling van een wijziging op den ligger der we gen, door B. W. opgemaakt, met algemeene stemmen goedgekeurd. Aan de orde wordt gesteld de behandeling van het adres van den heer P. Dekema Jbz., om tot makelaar te worden beuoemd. B. W. adviseeren tot niet-iuwilliging van bet vorzoek, omdat zij de benoeming van makelaar voor deze gemeente in geen enkef opzicht nuttig of noodig achten. Na eenige discussiën wordt een voorstel van den heer Korver, om aan adx-essant te kennen te geven, dat hy aan den Raad moet overleggen een door 2 geschikte personen oudertcekende verklaring, omtrent soliditeit en bekwaamheid, in stemming gebracht. Het voorstel wordt met 9 tegen 7 stemmen aangenomen. Alsnu gaat men over tot het doen v&n ver schillende benoemingen. Tot onderwijzeres aan School 8 wordt gekozen mej. A. S. Bethe te Zierikzee met 11; tot onderwyzer aan Sehool 8 de heer J. van Willigen to Tbolen met 11tot leeraar in de moderne talen aan de Zeevaartschool de heer D. A. G. Vastenon met 12 stommen. (Do heeren Stammes en Croockewit verlaten de vergadering). Herbenoemd worden tot leden van de Com missie van Toezicht op liet middelbaar onder wijs de heeren Dr. r. P. C. Hoek met 11, A. C. Room met 11 en Dr. P. C. F. Frowein met 9 stemmen. Herbenoemd worden tot leden van het Burgerlijk Armbestuur de heeren Jb. Metze- laar met 13, D. Hoegenboscb niet 12 en J. Graatf met 11 stemmeD. Tot regentes van hot Algemeen Weeshuis wordt herbenoemd mevr. JelgeramaLast drager met 11 en tot regent de heer C. J. Verhey met 10 stemmen. Tot Commissieleden voor de gemeente reiniging worden herkozen de heeren W. J. van Neck, Th. Terra en J. Sevenhnysen, respectievelijk met 9, 11 en 11 stemmen. Na verschillende stemmingen worden ge kozen tot leden van de Commissie, die belast is met do herziening der onderwyzorstrakte- menten, in verband met een herziening van 't schoolgeld de heeren Korver, Dito, Terra, Frowoin en Croockewit. De heer Verfaille, die ook benoemd was, bedankte. Hiermede is de agenda afgehandeld en gaat de Voorzitter over tot dc rondvraag.' De heer Korver verkrygt het eerst het woord. Deze wijst op don onbegaanbaren weg naar de school aan den Parallelweg. Vooral moeielijk to begaan voor de meisjes, die des avonds onderwys in de handwerken krijgen, te meer, omdat ook de verlichting aldaar slecht is. Hy zag gaarne, dat het handwerkonderwjjs Woensdag- en Zaterdag- namiddags gegeven werd. Ook dringt by aan op verbetering der voetpaden. De Voorz. zal overwegen, wat in dien geest kan gedaan worden, De hoer Frowoin vraagt of de gewijzigde verordening op bet onderwijs gedrukt wordt, opdat ieder lid een exemplaar kan bekomen. Dc Voorzitter zal, waniieor de kosten niet te hoog zyu, hiervoor zorg dragen. De heer Sevenbuijsen wenscht conige in lichtingen omtrent de plannen voor den bouw dqr hoogere burgerschool. De Voorz. zegt, dat deze in den Haag ter goedkeuring zyn. Ten slotte brengt de Voorz. in het midden dó belangrijke hulp, die door de brandspuiten der marine en door die van de landmacht is verleend bij den grooten brand in de vorige maand. Hij zag gaarne, dat aan de eerat- aangekomen spirit van de marine en aan die van' de landmacht ioder een gratificatie werd vérloend. Na eonige bespreking bepaalt men, dat aan elk f 25..— zal worden gegeven. Hierna niets meer aan dó orde zijnde, wordt de vergadering gesloten. (Aan or.ze abonné's binnen de gemeente is reeds Woensdag een uitvoeriger verslag verzonden.) De zaak-Hogerhuizen. Veel,' zeer veel is er al gesproken en ge schreven over de misdaad, op St. Nioolaas- avond Yan '1895 te Britsum in Friesland ge pleegd. Het proces, tegen de vermoedelijke daders,de gebroeders Hogerhuis, werd gevoerd voor de arrond, rechtbank te Leeuwarden, in eene openbare zitting op 3 Juni 1896. 't Is wellicht niet onbelangrijk aan 't verslag dier terechtzitting, voorkomende in de .Heercn- veensche' Courant" van 6 Juni d. a. v. to ontleeuen het Requisitoir van don Officier van Justitie Mr. graaf Schiinmelpenninok. Wy allen zoo vangt de Officier van Justitie zyn requisitoir aan zyn onder den indruk van dc ernstige en waardige woorden, door den President gespvoken, bij wijze van inlejdiug toen de eerste hoofdgetuige in deze zaak zou 'worden gehoord. De President deed uitkomen, dat deze zaak, zoowel uit haren aard als wat de gevolgen betreft voor de drie mannen, dio bier heden voor de vierschaar terecht staan, van het hoogste gewicht moet worden gerekend. Onder dien indruk zijn Wy gubleven, eu ben ik ook gebleven, mijnheer de PresidentHet feit in de eerste plaats is van ontzaglijk groot gewicht. Het is een feit op het platteland gepleegd, waardoor de rechts orde op zeer gevoelige wijze is geschokt ge worden. Ik twijfel dan ook niet, dat, wanneer de Rechtbank deze drie mannen' zal schuldig bevinden, dan over hen een vonnis zal wor den geveld, zóó streng, dat het over hen voor gcruimen tijd den maatschappelijken dood zal uitspreken. Aan deze beklaagden is ten laste gelegd, aan den eersten en tweeden poging tot dood slag, en als liét ware op den achtergrond van dat zware misdrijf staat eene poging tot een van de zwaarste vergrijpen tegen den eigen dom, eene poging tot diefstal by nacht, in een bewoond nuis, door meer dan een persoon, door middel van braak, inklimming en ge weldpleging om den diefstal voortebereiden of gemakkelyk te maken. Het is dc zwaarste phase van diefstal in ons strafwetboek bekend. Wij hebben de feiten vooroogen. Wij hebben voor oogen, hoe in den St. Nicolaasnacht drie personen zijn uitgegaan naar eene afgelegene landbouwerswoning, gewapend en gereed om die woning te plunderen, geld en goed te ver meesteren en de bewoners de3 noods om het loven te brengen. Ze zyn daar ingebroken, ze zyn in de kamer, waar de bewoners rustig sliepon, binnengedrongen, en daar heeft als- toen een tooneel van geweld plaats gehad, zooals in de dagvaarding is omschreven. Ge weldpleging, duidelijk ten doel hebbende, om diefstal te plegen. Immers, een vun de eerste woordon van den hoofdman was: „Het is ons voor don bloinje gold to doen Nu heb ik gemeend, drieërlei soort van besvijs- middelen voor de Rechtbank tc moeten voor brengen. In de eerste plaats het direct bewys, gelevcnd door de getuigenissen der hoeren des kundigen en van Haitsma, Sieds en Iemkje. In de tweede plaats de middelen, die moe ten dienen, om de waarheid dier getuigenis sen te bevestigen, en in de derde plaats het indirect bewijs, do aauwyzingen, die aantonen, dat deze menschen de daders kunnen zyn. Spreker gaat nu het verloop van het gebeurde na eh komt tot de conclusie, dat de man in het wit niemand anders kan zijn geweest dan Wiebren Hogerhuis. Hij is berkend door Haits ma, Iemkje en Sieds alle drie. Een raadsel is bet, dat deze man tegenover zoovele per tinente verklaringen durft vol te houdeu, dat hy onschuldig is. Wat Marten betreft, bij is herkend door Sieds, en later in het maanlicht op den weg door Haitsma. Nu zouden wy mot deze eenvoudige bewijsvoering gereed kunnen zyu, Voor de overtuiging heb ik echter nog de verschillende andere getuigen doen hooren. De omstandigheid heeft zich voorge daan, dat alle drie hoofdgetuigen uouvankelijk ontkend hebben, iets te weten omtrent de daders. Nu is het doel van de instructie ge weest, om te doen uitkomen, wat de reden geweest, waarom doze drie getuigen zich eerst onwetend hebben gehouden, terwyl ze later van die houding zijn teruggekomen. Daarvoor hadden zij drie verschillende redenen, redenon dio alle psychologisch zoo ontzettend eenvou dig zyn. In de eorste plaats, zei Haitsma, kon ik mij niet vooratellon, dat menschen, die ik bun heele leven lang weldaden bad bewezen, die ik steeds vriendschap had betoond, my zooiefcs zouden aandoen. Maar in de tweede plaats was hij, evenals de beide andere hoofd getuigen, bang voor deze beklaagden ,en hun- 'nen aanhang", zooals het in de instructie staat uitgedrukt. En dat voor dio vrees reden be stond, blijkt uit de drieste houding, welke de beklaagden voor de Rechtbank aannemen. Zy hebben getracht ook van buiten af zooveel mogelyk invloed te oefenen op getuigen, die in dc instructie tegen hen hadden verklaard. Zy hebben steeds gehamerd op hetzelfde aan beeld die menschen hebben eeuo valsche ver klaring afgelegd, hebben zich aan meinocd schuldig gemaakt en ik ben er van overtuigd, dat dat alleen was, om dien menschen vrees aan te jagen. Zóó sterk was Wiebren overtuigd van den invloed, dien hy te Beotgum (de woonplaats der gebroeders) kon uitoefenon, dat hij de driestheid had, om snoevend eens te zeggen: ,'t komt nooit uit!" Alles wyst er op, nu wij nagaan de verklaringen van de getuigen, die dienen moeten, om de verkla ringen der drie hoofdgetuigen te bevestigen, dat zy van den aanvang af geweten hebben, wie de schuldigen waren en dat zy louter uit vrees er van teruggehouden werden de waarheid te zeggen. Zij hoopten, dat do justi tie met haar alziend oog op andere wyze, door middel van liet lantarentje, de daders wel zou uitvinden. Toen dat niet zoo gemak kelyk ging, toen dat niet plaats bad. toen zijn ze indachtig geworden aan liun burger plicht, en hebben naar waarheid hunne ver klaringen afgelegd. Ik wijs er op, dat Iemkje hare vroegere genegenheid voor Wiebren ten offer bracht, om naar waarheid bare getni- genis afteleggen. My dunkt, waar zulk een offer wordt gebracht, daar moeten wij alle geloof hechten aan de verklaring, door haar afgelegd. Spreker wyst verder op de financiëele moei lijkheid, waarin beklaagden verkeerden en op de meeniug van Wiebren, dat Sieds dien nacht niet thuis zon zyn. Wiebren ontkent dit laatste, maar spreker ziet in die ontkontenis juist een bewys van schuld. Waarom ontkent hy.een feit, dat op zichzelf toch zoo hoogst onschuldig is Spreker wyst nog op do niet- gave venstorroede, op liet lantarentje en op hot feit, dat Wiebren 's anderen morgens da- deljjk de. glasscherven opveegde. Beklaag den pogen nu hun alibi te bewijzen. Spreker toont echter aan, dat zij daarin niet geslaagd zyn. Spreker concludeert ten slotte, dat Wie bren en Marton zullen worden schuldig ver klaard aan poging tot doodslag en poging tot diefstal onder zeer rerzwaronde omstandighe den, en dat het feit, door Keimpe gepleegd, die niet alleon op wacht heeft gestaan, maar ook gepoogd heeft, door de deur naar binnen te dringen, niet gekwalificeerd moet worden als medeplichtigheid, maar als mededaderschap aan de poging tot diefstal. Ik weqsoh nu nogzoo eindigt spreker n woord te spreken over de straf, dio aan deze beklaagden moet worden opgelegd. Het feit, dat zy hebben gepleegd, doet ons terug denken aan dc dagen der revolutie, aan eon tijd, toen er bijzondere wetten noodig waren ter bescherming van de bevolking ten platten lande. Dergelyke feiten verstoren, zooals ik reeds gezegd heb, in hooge maté de rechtsorde en maken de menschen beangst, zoodat Haitsma zyn buis zelfs heeft verlaten, waarin hij zijn gansche leven bad doorgebracht. Dat zyu feiten en omstandigheden, die in onze maatschappij niet kunnen worden gedoogd, en waar men schen zich schuldig maken aan feiten, ouder dergelyke omstandigheden gepleegd, daar komt het my voor, dat geen enkel motief kan wor den aangevoerd, waar volgens op verzachting kan worden gepleit. Wanneer het maximum van straf moot worden toegepast, dan is het, dnnkt mij, in dit geval. Ik hoop en vertrouw, dut de Rechtbank met my meê zul gaan, maar, hoe het ook zy, de Rechtbank kent haar plicht en zal dien vervullen. Spreker eindigt met de vcroordecling te vrageu van Wiebren en Marten ieder tot 15 en van Keimpe tot 8 jaren gevangenisstraf. De uitspraak der Rechtbank geschiedde op 17 Juni d. a. v. De beklaagden worden ver oordeeld respectivelyktot eene gevangenisstraf van 12, 11 en 6 jaren, welk vonnis later door het Hof te Leeuwarden, na vernieuwd onder zoek, ia bevestigd. Als verdedigers van de beschuldigden traden voor de Rechtbank achtereenvolgens op: voor Wiebren mr. J. A. Stoop, voor Marten mr. W. M. Visscher en voor Keimpe mr. J. van Leeuwen. Uit de gehouden pleitredenen stippen we hier het volgende aanMr. Stoop voerde o.a. aan, dat het licht, 't welk hot lan tarentje in deze zaak zou moeten geven, verre van helder is. Hy concludeert, dat, moge het wettig bewijs al geleverd zyn, het overtuigend bewijs ten eenenmale ontbreekt, waar zoo ge makkelijk eene vergissing in de personen kan hebben plaats gehad. Het is zelfs niet eens bewezen, dat de witte arm, die van buiten af aan Sieds het schot in hot been heeft toege bracht, behoorde aan den man in het wit. Dat kan evengoed een ander geweest zijn. Poging tot doodslag mag den lston beklaagde dus niet ten laste gelegd worden hoogstens poging tot diefstal, waarop als maximum 8 jaar gevan genisstraf staat. Pleiter eindigde aldus: Waar ik gewezen heb op de weinige betrouwbaar heid der 3 hoofdgetuigen, waar de andere ge tuigen kunnen gesuggereerd zyn, waar de i- deutiteit van Wiebren als den man met den witten arm, die geschoten heeft, niet vast staat, daar meen ik, met vol vertrouwen, te mogen concludeeren tot vrijspraak voor mijn cliënt". Mr. Visscher besloot zyn pleidooi voor Marten aldusIk acht noch de poging tot diefstal, noch de poging tot doodslag be wezen en concludeer derhalvo tot vrijspraak, in elk geval, by veroordeeling, slechts tot schuldigverklaring aan medeplichtigheid. Dat hy niet vermomd was, wijst er genoegzaam op, dat li'y, evenals de 3de beklaagde, oor spronkelijk slechts op wacht heeft gestaan, en alleen naar binnen is gedrongen, toen hy be greep, dat de eerste inbreker het te warm bè- gon te krygen." Mr. van Leeuwen, die voor Keimpe in het kryt trad, beriep zich op zijne confrères, die hom do taak gemakkelijk hadden gemaakt. Want kunnen zjj betoogen, dat hunuecliënten onschuldig zyn aan do hoofd feiten, dan is Kei ra po natuurlijk onschuldig aan medeplichtigheid. Pleiter concludeerde tot vryspraak, subsidiair tot ontslag van rechts vervolging. De mededeeling van bovenstaande bijzonder heden omtrent het aanvankelijk gevoerde proces zal, naar we vertrouwen, bydragen tot het verspreiden van meerder licht in deze belang rijke zaak en zeker ook wel doen inzien, dat herziening van het vonnis hoogst wén- schelyk is. NIEUWST IJ DINGEN. HELDER, 1G December 1898. Dinsdag 1.1. trad in Tivoli op het ope- retton gezelschap, onder leiding van den rau- ziek-dirocteur Gothov Grtinekc, bostaande uit 16 Wcener Dames. Monsienr et Madame Denis", eeu zangspel met muziek van Ottenbach, was liet entrée- nommer, waarin 4 dames optraden. De opwek kende muziek, solo's en koren, werden levendig toegejuicht, «lm lteiche des Jocus", komt do Koning, fraulein Anna Volmar in schitterend costume het zangspel beginnen. Hot geheele gezelschap werkt mede, zang, dans en ver scheidenheden in variëorende, mooie costumes. Het is een spel uit liet rijk der sprookjes, in verrassende nuanees. Het publiek toonde zich opgetogen. Tot slot ging de comische operett© van Suppó, (Acht huwbare dochters en geen man". Dit thema is niet nieuw en ook zullen er steeds andere moeders opdoemen, die in 't zelfde (geluk" deelen. De uitvoering van dit zangspel is er echter niet minder om. De kranige vrouw Schönhahn met hare lievelingen was vol yver en hoop aan elk harer de juiste bestemming te geven wat natuurlijk niet gelukte. Het publiek scheen zeer dankbaar, althans een daverend applaus gaf daarvan een sprekend bewys. De imprea- sario W. Boesnach maakt op zyn tournóe mot dit damesgezelschap eone goeden indruk. Naar wij verpemen is de zeildag van Hr. Ms. pantaerschepen „Friesland", „Holland" en „Piet Hein" thans bepaald op 2 Januari a. s. Üit de Tweede Karacr. Bij de behandeling der begrooting voor het departement van Binnenlandsche Zaken kwam dezer dagen o. a. aan de orde het voorstel der Regeeririg. om eene subsidie, ad f 3000, toetekennen aan de huishoud- en kookschool te Alkmaar. Aan deze school bestaat voor meisjes de gelegenheid, zich te bekwamen voor kinderjuffrouw, keuken meid, kamenier, linneumeid, hoofd van een hotel, kookster, onderwijzeres in nuttige en fraaie handwerken, in het koken, ia het teekenen, linnennaaister, cosfcuum- haaister, geëmployeerde in meubelfabrieken, voor bet maken van portières, gordijnen, draperiën, geëmployeerde in porcelein- en tegelfabrieken, voor het schilderen en ont werpen van teekeniugen en andere derge lyke vrouwelijke bedrijven en beroepen. Er bestaat ook een leerstoel voor het kappen eu de verzorging van het haar, waarvoor een geoefende kapper is aangesteld. Over het voorstel, om aan deze school de aangewezen subsidie van Regeeringawege te verleenen, ontspon zich eene tamelijk breedvoerige discussie, waarbij door den beer Savornin Lobman werd voorgesteld, geene ondersteuning te verleenen. Met 62 tegen 29 stemmen werd liet voorstel- Lohman verworpen. Tijdons de discus sie werd medegedeeld, dat de bekende heer Jansen, van Amsterdam, een belangrijke ondersteuning aan deze school heeft toege zegd Deze ondersteuning bestaat in eene gift van f20.000. Beroepen bij de Ned. Herv. Ge meente te de Cocksdorp op Texel Ds. S. Dijkstra te Hilversum. By. die gemeente is tot ouderling her benoemd de heer G. Alderlieste en tot diaken de heer P. Stoepker. Een treurig familie-dramuia is Dins dagnacht te Doorn afgespeeld. De echtelieden P., ongeveer een maand in de gemeente woonachtig, leefden in niet al te beste eensgezindheid en aan het echtelijk geluk van dit ouderpaar zjj hebben een 2tal jonge kinderen —scheen helaas nogal iets te ontbreken. Toen de vrouw Zondagmorgen 4 «re door het geschrei van eèn der kinderen wakker was geworden en dat kind tot rust had gebracht, nam zij een broodmes uit de kast en gaf daarmede haar echt genoot, die slapende was een diepe snedo in den hals onder de kin. Gelukkig was het bloedverlies niet zoo groot, of de man was nog in staat zelf naar dr. A. B. te gaan, om daar de wonde te doen behandelen. Een wollen das, die de inan om den bals had, toen de misdaad werd begaan, heeft hem waarschijnlijk het leven gered. De das was bijna gehetd doorgesneden. De daderes is onmiddellijk in hechtenis genomen eu na een strengverhoor ter ge meente huize, in den namiddag gevanke lijk overgebracht naar Utrecht, ter be schikking van den Officier van Justitie. De toestand van den man is voor 't oogenblik niet levensgevaarlijk. Steui-machiue In den »Stand." lezen wij, dat dr. Kuyper, die Woensdag j.1, op liet >Witte Huis" door Mac. Kinfey werd ontvangen, te Rochester de daar uitgevonden en onlangs voor het eerst toegepaste stern-machine in oogenschouw genomen heeft. De noodige afbeeldingen zijn door hem verzameld, om ook in ons land op deze zeldzaam schrander uitgedachte, en schier met vol maaktheid werkende machine de aandacht te vestigen. De vervaardiger verklaarde zich bereid, tegen vergoeding der trans portkosten, en onder geheimhouding, een exemplaar naar Nederland, ter boziclitiging van de Regeering en ook der Staten- Generaal over te zenden. Dr. Kuyper hoopt 10 dezer op de >Rotterdam" naar Nederland scheep te gaan.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1898 | | pagina 1