KLEINE COURANT 1 JANUARI 1899. 't Vliegend Blaadje Welkomstgroet voor HelderTexel en Wieringen VALENTINE. No. 2699. Woensdag 28 December 189& 26ste Jaargang. Bureau: Zuidstraat. Telefoonn". 32. BureauSpoorstraat. Telefoonn". 81. ATaonnemeiit p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., met Zondagsbl. 80 Ct. id. franco per post 75 id. f 1.12 l/s. id. voor het Buitenland fl.25,id. f'2.00. VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG. Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder. Bureauxi Spoorstraat en Zuidstraat. Advertentlên van 1 tot 5 regela25 Cent. Elke regel meer5 Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Artvertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VHfJDAGSMORGEyS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn. Het volgende o. van dit blad, zal, met het oog op den Nieuwjaarsdag, op Zaterdag 31 Dec verschijnen. ADVERTENTIË* voor dat No. worden nog aangenomen tot uit erl ij k V r y- dagavond. Aan'onze abonné's buiten de gemeente wordt beleefd ver zocht 't verschuldigde abonne mentsgeld Vliegend Blaadje en Zondags blad, 4ejcwartaal 1898, te willen over maken per Postwissel of in postzegels, vóóp 5 Januari, zullende anders daar over met 5 cents verhooging per post worden beschikt. Postwissels voor dat doel behoeven slechts met een zegel van 2'/j Ct. beplakt te worden. Wc verzoeken onzen lezers die, volgens gewoonte, een aan Familie, Vrienden ol' Begunstigers in ons blad willen plaatsen, beleefde lijk daarvan lijdia opgave te willen doen. DE ÜITGEVE1ÏS. NIEUWSTIJDINGEN. HELDER, 27 December 1898. Door Burgemeester en Wethouders werd Vrydag jl. alhier ten Raadhuize openbaar aanbesteed 1. De levering van benoodigdheden ten dienste der gemeen te-reiniging, gedurende 1899. Ingekomen 2 inschrijvingen, van do heeren F. H. de Goeü,voor haver ad f3.75 per H.L., raais f 5.66, zout f 6, groene zeep f 12 per 100 K.G., petroleum f6, raapolie f24 per 100 liter, kaarsen f16, lucifers f4 por 100 pak, Eng. bezems f4.20, stalbezems f0.96 per dozijn J. van Brederode, voor raapolie f28.24 per 100 liter,kaarsen f 16.40, lucifers f 4.60 per 100 pak, Eng. bezems f 3.80, stal bezems f 1.60 per dozijn. 2. De levering van brandstoffen voor de ge meente-gebouwen gedurende 1899. 4 in schrijvingen, van de beer en Joh. Dekker, voor steenkolen 110 per 100 K.G., coces f 0.50 per H.L., lange turf f0.50 en korte turf f 0.45 per 100 stuksP. Schagen Jr., steenkolen f9.70, coces f 0.49, lange turf f 0.47l/%i korte tnrf f0.44 J. Kruijf)",steenkolen f9.45, coces f0.50, lange turf f'0.48, korte turf f 0.44 cn P.Bandama, steenkolen f9, ooces f 0.55, lange en korte turf f0.45. Door het Bestuur van het Algemeen Weeshuis alhier werd Vrijdag openbaar aan besteed de levering van prima kwaliteit mar garine, benoodigd gedurende 1899. Inge komen 5 inschrijvingen, van do heeren I. de Vries, ad f0.70; J- Weijcns f0.68; D.Hub- beling f0.62 F. H. de Goey f0.60 en Jb. Hofstee f0.60 per K.G. By een krankzinnigen wonderdokter. Uit Tjitjalengka (Java) schrijft, men aan >De Loc." Een Soendanees was er wanhopig over, dat zijn 4jarig zoontje van de harde koorts, die hem reeds geruimen tijd teisterde, niet kon afkomen. Hij besloot daarom naar een doekoen (wonderdokter) te bren gen, die weliswaar vroeger kranzinnig was geweest, maar toch in gunstigen reuk stond, wegens zijn uitstekende medicijnen. Toen de doekoen liet kind zag, werd hij door zijn vroegere kwaal min of meer bevangen. Met bloedroode oogon hoorde hij het eerbiedig sraeekend verzoek van den bedroefden vader om het kind te ge nezen aan en vroeg dezen of hij dan bereid was om alles te doen en toe te laten, wat hij, wonderdokter, hem zou bevelen of met het kind zou doen, hoe vreemd het ook zijn moge, en tevens de onwrik bare overtuiging koesteren, dat alles strekte om den zieke zijn gezondheid te hergeven. Nadat de vader hierop toestemmend had geantwoord, prevelde de doekoen een gebed, greep daaruaMiet kind bij een arm en smakte het met hevige kracht tegen een houten stijl van het huis aan, zoodat het bewusteloos werd. Gevolgd door den verblinden vader droeg hij het vervolgens naar de rivier, en den vader bovelend zijn kind bij het hoofd vast te honden, prevelde hij weder een gebed en een vlijmend scherp mes te voorschijn halend, sneed de doekoen het arme wicht den hals door, waarna hij, rillend van duivelsch genot, overging het lichaam te kerven en in stukken te snijden. De moeder, die vader en*kind met een bezwaard gemoed had zien vertrekken en hoe langer hoe onrustiger werd, kon het thuis niet meer uithouden en zocht hen op. Haar door merg en been dringend gegil, toen ze haar lieveling in een haast niet te beschrijven toestand vond, dood de dor pelingen te voorschijn komen cn den door een woeste razernij bevangen wonderdok ter onschadelijk maken. 23 December 1548, Maximiliaan van Egniond overleden Yoor 1536 streed Maximiliaan in het leger van Karei V in Afrika, bij welken vorst hij zeer in de gunst stond en die hem dan ook verhief tot ridder van het Gulden Vlies. In 1546 streed hij voor Karei V tegen de vorsten van het Schmalkaldisch Verbond en was kapitein-generaal van de Nederlan den en stadhouder van Friesland, Overijsel en Groningen. Hij bezat grooten rijkdom en was gehuwd met Frau9oise De Lannoy. Zijn eenige dochter Anna Van Buren was de eerste gemalin van prins Willem den Zwijger. Goedkaop wildbraad. In een café te Amsterdam kwam Dinsdag een boertje binnen, die in een zak drie mooie hazen had, doode hazen, die 'tniet konden vertellen op welke wijze ze aan hun snellen dood rraren gekomen. Ons boertje verklaarde dat hij deze drie hazen wilde verloten onder de gasten. Hij zou acht loten uitgeven, voor con gulden het stuk. De gasten echter hadden niet veel trek in hazepeper, want maar één der aanwezigen kocht een lot. Het boertje zeide nu, dat hij de loterij toch zou doen doorgaan en zelf de zeven andere loten zou behouden. Hij had dus ze ven kansen tegen één dat hij de drie lang- ooren zou behouden. De kooper van 't lot echter, die zijn gul den bereids geofferd had, wilde deze kans niet aannemen, doch het boertje bleef op zijn stuk staan. Het was immers hetzelfde wie de andere loten had. De loten werden in een bakje gedaan en met de roulette werd uitgemaakt, dat het boertje het eerst mocht trekken. De houder van 't ééne lot was een geluks vogel. Want toen hij eindelijk aan de beurt kwam, bleek dat hij de houder van het prijslot was en voor één gulden in 't bezit was gekomen van drie vette hazen. Het boertje protesteerde eerst, doch daar de zaak volkomen eerlijk in 't werk was gegaan, hielp hem dit weinig. Nu zeide echter de gelukkige trekker, dat hij slechts voor de grap had medege daan, daar zijn godsdiénst hem liet eten van haas verbood. Ons boertje wilde de drie hazen voor een gulden het slukterugkoo- pen, doch er waren onder de gasten onder wijl liefhebbers gekomen van een sumlpurtij en de hazen deden opgold. De gelukkige winner, ging met een paar rijksdaalders, drie gasten gingen met een mooien haas, het boertje met een >kut" in den zak huiswaarts. (Tel.) Het meisje van 21 en een jonkman van omstreeks 24 jaren, heiden te Utrecht woonachtig, hadden elkander op een brui loft leeren kennen en waren van dat oogenblik af verliefd geraakt. De ouders van het meisje hadden echter met deze vryage weinig op, vooral omdat de jonge man nog maar zeör weinig verdiende en het naar de overtuiging te voorzien was, dat daarin niet spoedig eene gunstige verandering zal komen. Natuurlijk was het paartje het met deze zienswijze in het geheel niet eens en zagen zij met hun verliefde blikken de toekomst lang zoo donker niet in. Van de verkeering af breken kon dan ook volgens hen geen sprake zijn, dan liever alles trotseeren, dan aan dien eisch der ouders toe te geven wanneer het er op aan kwam zouden zij hun weg best weten te vinden enz. Dat het hun ernst was, bleek maar al te spoe dig, toen op een gegeven oogenblik beiden waren verdwenen en bij onderzoek aan het licht kwam, dat zij zich over Maas tricht naar Antwerpen hadden begeven en| daar hun tenten hadden opgeslagen. In- tnsschen hadden de ouders van liet meisje de hulp der politie ingeroepen en dit den vluchtelingen doen weten, waarop dezen, blijkbaar beangst geworden, doch misschien ook wel, omdat zij den bodem van hun geldkist wat al te duidelijk zagen, met hangende pootjes naar de ouderlijke woning zijn teruggekeerd. Tegen den verliefden jonker is inmid dels een vervolging wegens schaking in gesteld, zoodat dit zaakje voor hem nog wel eens ernstiger gevolgen zou kunnen hebben, dan hij zal hebben vermoed. Men schrijft uit Friesland aan de rN. R. Ct." Hjj, die geen Friesch kent, gevoelt niet de beteekenis van het woord .strünen"er is geen Hollandsch woord dat de beteekenis er van weergeeft. Wel Ijjkt •snuffelend rond- loopen" er veel op, doch het juiste is het niet. „Strünen" geschiedt vooral des Zondag avonds en het z(jn vooral de boerenzoons teu plattelande, die hierin groot vermaak hebben en niet willen gelooveu, dat die aloude ge woonte strafbaar gesteld is in ons Wetboek vau strafrecht, dat het betreden van een an ders grond zonder diens toestemming verbiedt. Des Zondagavonds ontvangt de boerendoch ter den vryer en weet men, dat Aaltje of Geertje den hijheeft, dan gaat men 's avonds en soms des nachts .strünen" oin de boerderij, om het paartje te bespeiden. Is de vryer een kameraad, dun waagt men het niet zelden onder de ramen door in de boerdery te klimmen, een deur los te breken, om bij het paartje in de kamer te komen. Dan gaat men niet eerder heen, vóórdat de vryster getracteerd heeft, want bij de vrijerij op het Friesche platteland staat de flescli ge woonlijk op tulel. Dat inklimmen heeft zyne gevaarlijke zjjdc. Het is nog ni$t lang geleden, dat een boer een ströner, die onder een raam doorkroop, voor een dief aanzag en zoo met een sabel op het hoofd sloeg, dat de jongeling aan de gevolgen bezweek. Een koddig geval van «strdnen" viel dezer dagen voor, wuarby de •strunore" benauwde oogenblikken beleefden en beider Zondagsch pai voor goed bedorven werd. Een boerenzoon zou des Zondagsavonds gaan vryen by eene boerendochter twee zyner kameraads besloten te gaan .strfmen." Met een mesje wisten zy do denr van den kopstal te ontgrendelen bet ging den langen koestal door en kwam aan het raiddenhnis. Geen van beiden wist nu echter de inrich ting van het woonhuis, op goed geluk deed mfcn in het duister een deur open enmen stond voor hot bed van don boer, die aan inbrekers denkende direct den bedde uit sprong en de jongelingen nazetto. Deze boerenzoons als ze waren wipten tusseben dfe koeien op den stal cn gingen knielend liggen voor de rustige herkauwers. De boer ijlde hen voorbij, sloot de deur nu voorgoed en kwam met dochter en vryer cn last not least een lantaren terug om te kyken, noe de kerels toch wel in buis gekomen waren. Bange oogenblikken voor onze klanten Gewillig lieteu zij zich van onder tot boven ^flikken door de koeien, lydzaam lieten zy F>c, hoe de beesten met bun hals langs bun Zondagsch pak schuurden Wunt de boer was nog woedendIn eens bemerkte de vryer ben, hij glimlacht, doch zwijgt als het graf. De boer beeft evenwel dat glimlachen gezien, hy treedt met den lantaren op de stal len en vindt onze avonturiers, geheel natge- likt en van onder tot boven ondor het koe- haar! Toen was zyn kwade bui over: de „slrünore" waren genoeg gestraft liet twee tal heeft zich na dit geval voorgenomen, noeit weer te strfmen", Oneerlijke Concurrentie. Voor den strafrechter te Potsdam is deze week een aanklacht behandeld door een dagblad te Brandenburg gedaan tegen een andere courant aldaar, die in een reclame beweerd bad de grootste oplaag te hebben. Bij het onderzoek bleek, dat die »grootste oplaag" bierdoor was ver kregen dat een zeer groot getal exempla ren weken lang kosteloos was verspreid, maar dat het getal abonnementen en wer kelijk verkochte couranten verre was be neden dat van den aanklager. De rechter zag in die reclame een oneerlijke concur rentie en verbood de verdere verspreiding dier reclame op straffe van 500 mark voor elke overtreding. De griep woedt zoo erg te New York, dat het gezondheidsdepartenient op groote schaal maatregelen laat nemen tot beperking van de epidemie. De straten worden zorgvuldig schoongemaakt, alle tramwagens ontsmet. Er zijn 35 men- scben van influenza en pneumonie over leden. Ook te Washington breidt de griep zich uit. De minister van marine is er ook door aangetast. Een voortvluchtig; bankier. Onlangs stapte een deftig uitziend heer in een der grootste hotels van Parijs af, nam plaats aan een tafel en bestelde een fijn diner, dat hij, toen het was opgediend, niet den meesten smaak verorberde, doch waarbij hij zich tevens een net opgevoed mensch toonde. Toen hij aan het dessert was, hield een rytuig voor het hotel stil, waaruit een even deftig en ernstig heer kwam stappen, die zich als detective be kend maakte, wien was opgedragen een voortvluchtig bankier, die zich aan bedrie- gelijke bankbreuk had schuldig gemaakt, op te sporen. Volgens den detective was het zeer waarschijnlijk, dat hij zich in het hotel bevond. Nauwelijks was hij dan ook in d« eetzaal gekomen, waar de ander zich nog aan het dessert te goed deed, of hjj fluisterde den eigenaar in het oor »Gij ziet het, dat mijn inlichtingen juist waren. Daar zit hyMaar laten wij in uw eigen belang eenige opschudding voor komen, en zeg hem daarom, dat zyn vriend baron L. buiten staat en hem wenscht te spreken". Natuurlijk werd aau dit verlangen vol daan en wandelde de bankier naar buiten, waar hy door den detective werd ingere kend en in het rytuig gezet. Weldra rolde het rytuig weg met ae beide heeren er in. Nadat een paar dagen waren verloopen, vond de eigenaar het zaak betaling te gaan vragen aan het politie-bureau, waar heen hij dacht de schuldige gebracht was. Doch tot zijne ontzetting wist men daar van het gebeele geval niets af. Hij had namelijk met twee geslepen oplichters te doen gehad Benijdenswaard. Luitenant Hobson hield dezer dogen to Chicago een lezing over het geval met de »Merrica". Na afloop omhelsden hom eeu paar dames, anderen volgden en ten slotte kuste Hobson er 165 af. HET GROOTSTE BOEK. Er is een boek, een lieerlyk boek, Een boek door Hoogcr wezen Geschreven, voor al wie maar kloek Beproefd er in te lozen. Dat groote boek geeft dag en nacht Veel schoonheid ons te aanschouwen Het spreekt ons van des schrijvers macht, Doet ons op Hem vertrouwen. Vol raadselen is 't grooto boek, En vol geheimenissen Maar 't spoort ons staag tot onderzoek, En niemand kun hot missen. By zomerweelde en winterwee, Geeft het ons veel te lezen, En deelt ons telkens wijsheid mee Wyst ons op 't hoogste wezen. Wij lezen telkens 'gaarne weer In 't grootste boek der boeken, En trachten daarbij keer op keer Iets nieuws er in te zoeken. Op berg cn dnin, in veld en dal, Ook aan des Hemels bogen, Brengt elke bladzy overal Iets schoons cn goeds voor oogen. 't Boek der natuur, dat liefde ons schrééf, Het werk van onsen Vader, Leze ieder maar zoolang hy leev', 't Brenge ons den schrijver nader! W. M. Tz. Heldersche Mappen. Voorzichtige bediende. BediendeMynheer, daar is een dame om u te spreken. Patroon Ziet ze er nog al knap uit Bediende: Ja, mynheer, heel knap. Patroon (in de spreekkamer ziende)Nu ik moet zeggen, dat je er een vreemden smaak op na houdt. Ik dacht dat het uw vrouw was. Dat was ze ook AWel, hoe is 't je in Amerika be vallen BMy dunkt, de gebraden eenden vliegen daar nóg een paar meter hooger dan bij ons Zekere heer D. ging onlangs een speciali- teït raadplegen. Deze onderzocht hem nauwkeurig Zonderling, moilcer, zegt de vermaarde medicus, je hebt net Jt zelfde gestel als ik. Daarna schrjjft h\j den patiënt een recept ▼oor en eindigt met een beslist.vooral niet meer rooken, hoor je Terwyl hy dit zegt, steekt hy een versche sigaar op. Das, dat is zeer slecht voor mij, maar goed voor u. O ik ik stoor my nooit aan dok terspraatjes. OPETTIXjXJBTOJSI 13) ZESDE HOOFDSTUK. Valcntine's aanhouding was eerst bevolen, nadat de gerechtelijke schouwing van me vrouw Recliling's lijk had uitgemaakt, dat deze dame aan vergiftiging door atropine was overleden en zulks op grond van het ver moeden, dat dit vergift haar was toegediend tydena haar oponthoud in de woning van den heer Zier te Wilmersdorf. De dienstboden verklaarden, dat mevrouw gezond en wel was uitgegaan en bij haar terugkomst ongesteld was. Wilde men aan nemen, dut zy by het ontbyt het vergift had «gekregen, dan werd dat weerlegd door de omstandigheid, dat het vergif niet zoo lang op zyne uitwerking zou hebben laten wach ten. Tijdens den rit naar Wilmersdorf en terug kon zy geen atropine ingekregen heb ben, of zij moest willens en wetens dit vergif hebben ingenomen en dit was geheel on aannemelijk. De koetsier, die mevrouw Rechlig naar Wilmersdort had gereden, was spoedig ge vonden. Hij vorklaarde, dat hij de dame van de Victoria8tr:iat naar Wilmersdorf had ge reden, daar op haar gewacht had cn toen zonder verder oponthoud naar de Victoria- itraat was teruggekeerd. Do beide dienstmeisjes, die, evenals de dokter, do beschuldiging der stervende tegen Valentine hadden gehoord, verzekerde by hoog en by laag, dat juflrouw Zier niot in staat was tot zulk een afgrijslijke misdaad. De keukenmeid zeide, dat Valentine nooit had kunnen zien, dat zy een lovenden viscli schoon maakte, hoe zou zy dan een inensch het leven benemen Minna zei, dat zij eerder zelf zoo'n misdaad zou begaan dan juffrouw Valentinedat was een engel van gednld en goedheid. Beiden verklaarden, dat mevrouw Rechling stellig ijlde, toen zij die zware be schuldiging nitsprak en in zyn eerste verhoor had de huisknecht hetzelfde verklaard. De dokter daarentegen verklaarde dat de sterrende volkomen bij haar bewustzijn was geweestde dienstboden moesten naar waar heid ook vertellen, welke heftige woorden wisseling tusschen mevrouw Rechling en Va lentine was voorgevallen, tengevolge waarvan de gezelschapsjuffer op staanden voot het huis had moeten verlatennatuurlijk was deze verklaring ook niet geschikt om de beschul digde te ontlasten. Het gevolg was, dat bosloten werd mejuf frouw Valentine Zier in verhoor te nemen. Zy moest naar het gerechtsgebouw gebracht worden on met deze taak word een commis saris van politie belast, van wien men kon verwachten, dat hij zijn last met beleid en bekwaamheid zou uitvoeren. De rechter Huuslcr, die belast was met het voorloopig onderzoek, ging eveneens met veel beleid te werk. Zoodra Valentine aan het ge bouw was gekomen, liet hij haar binnenko men en bood haar een stoel aan. Hij belnigde haar zyn oprecht leedwezen, dut hy haar nog zoo laat en naar hij zoo pas vernomon had op een dag, dat zij zulk een droevig varlies had geleden, moest lastig vallen. Hij hoopte, dal hna gesprok niet te veel tyd in beslag zon nemen. Toen, tot het verhoor overgaande, was hij er op bedacht, dit den vorm to geven van een gesprek, zoodat Valentine had kunnen denken, dat se een gezellig onderhoud had met een beschaafd heer. wanneer ze niet ge zien hud, hoe scherp hy haar gadesloeg en niet had gehoord, hoe de pennen der schrij vers op het papier krasten bij het neerschrij ven van elk woord, dat gewisseld word. Door eenige inleidende vragen kreeg de rechter Hausler eeu goed begrip van de om standigheden, waaronder Valentine was op gegroeid en leidde toen verder het gesprek op haar dienstbetrekking bij mevrouw Rech ling. Het meisje gaf zonder eenige terug houding op alle vragen antwoord het maakte daarby een gunstigen indruk op den rechter, dat zo op zoo'n zachten, toegevenden toon sprak over de vrouw, die hem reeds zeer ongunstig was afgeschilderd. Dit veranderde echter geheel, toen haar plotseling ontslag en de reden daarvan ter sprake kwatu. Zij tferd stil en gaf slechts korte antwoorden, zoodat de rechter ten laatste ronduit vroeg of tus schen haur en den jongen heer Rechling een inniger betrekking bestond. Haar bleek gelaat werd donkerrood, xy sloeg de oogen neer doch toen sloeg zy die met een schaterenden blik weer op. ■Ja.' zei ze, »we hadden elkaar trouw bo- loofd. .Buiten weten van uw vader en van zijn moeder?» Mijn vader leed aan een hartkwaalelke gemoedsaandoening kon hem den dood aan doen en heeft hem ook den dood aange daan,' voegde zij er zacht bij. .Voordat wy zeker waren van mevronw Kechliug's toe stemming durfde ik hem er niets van zeg gen.' «En twyfelde u daar aan Waarom ,Z\j was zeer rijk cn ik ben arm,» ant woordde Valentine oprecht en zonder bitter heid. .Naar mijnheer Recblingjjs xyn eigen mees ter, hij was niot afhankelijk van zyn moe der,. merkte de reehter op. ,Hy hield veel van zyn moeder, ondanks haar....» Zij brak af en vervolgde: .Hij was een goed zoon en zon niet gaarne iets ge daan hebben, wauraan zy haar goedkeuring onthield.» Dus, was mevrouw Rechling een hinder paal voor uwe verbintenis,' zei de rechter schijnbaar zonder eenige bedoeling. .Dat vreesde ik,' bekende zy, de oogen neerslaande. .Hoe hoopte u dan uit dien moeielyken toestand te raken .Dat weet ik zelf niet,» bekende zy. «Ik geef gaarne toe, dat het lafhartig van mc was. Ik had Koenr mynheer Rechling niet moeten terughouden zijn moeder met onze verloving bekend te maken maar ik vreesde zoo zeer voor den stryd, die onvermijdelijk Volgen moestmisschien wachtto ik ook wel op een gunstige wending....' .Een gunstige wending,' herhaalde de rechter, .wat bedoelt n daarmee?» «Dat kau ik niet zeggen Hoe zou iemand dat kennen, die de feiten niet in het aange zicht durft zien?» zuchtte zy.^ .De straf liet ook niet lang op zich wach ten .Werd mevrouw Rechling door andere per sonen op uw verhouding tot haar zoon op merkzaam gemaakt Valentine knikte toestemmend, met moeite onderdrukte zij haar snikken. Alsof elk woord met smart uit haar boezem opsteeg, ant woordde zy .En toen toen volgde een woordenwis seling o, verschoon mij die te beschrijven genoeg ik verliet het huis.» ,En mijnheer Rechling?» .Nog dienzelfden avond zocht h(j my op in de woning van mjjn vader, die gelukkig reeds te bed lag, want die mocht van het gebeurde niets weten. Ik had hem verteld, dat ik eenige dagen thuis kwam doorbrengen, omdat mevronw op reis was. Ik bezwoer mynheer Rechling my niet te komen bezoe ken, totdat ik mijn vader had voorbereid. Wy spraken af, dat wij brieven mot elkaar zouden wisselen, ik heb slechts éénmaal aan hem geschreven, weinige uren voordat voordat de catastrophe kwam Zy verstomde de rechter wachtte eenige oogenblikken vóór hy verder vroeg, want nu kwam hij aan het beslissende punt. .Mevrouw Rechling bracht u een bezoek. Wat verlangde zy van u Valentine zat onbeweeglijkz\j was nu doodsbleek haar boezem zwoegde hoorbaar, de zweetdroppels parelden op haar voor hoofd. .Ik kan het niet zeggen ik kan niet!» bracht zy met moeite uit. .Wilde zjj haar toestemming geven?' Valentine schudde het hoofd. .Wildo zij u bewegen om weor by haar uw betrekking van gezelschapsjuffer te aan vaarden Weer schudde zy het hoofd. .Mejuffrouw,» sprak de rechter op stren- geren toon, «op haar sterf bed heeft mevrouw Rechling van een paarlon halssnoer ge sproken.' (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1898 | | pagina 1