KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor HelderTexel en Wieringen.
Ho. 2704.
Zaterdag 14 Januari 1899.
27ste Jaargang.
Bureau: Zuidstraat.
Telefoonn". 32.
BureauSpoorstraat.
Telefoonn0. 81.
Abonnoment
p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., met Zondagsbl. 80 Ct.
id. franco per post 75 id. fl.121/*.
id. voor het Buitenland f 1.25, id. f2.00.
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BEEKHOUT Co., te Helder.
Bureauxi Spoorstraat en Zuidatraat.
Advertentlön
van 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer5
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENIS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn
KALENDER DER WEEK.
JANUARI, Louwmaand, 31 dagen.
Opkomst der Zon 8 u. 6 m.
Onderg. n 4 u. 13 m.
Zondag 15
Maandag 13
Dinsdag 17
Woensdag 18 Eerste Kwartier.
Donderdag 19
Vrydag 20
Zaterdag 21
llit het Buitenland.
Nog bij voortduring hecrscht in Frankrijk
oen heftige strijd, naar aanleiding van de
bekende Dreyfus-zaak. De partijer. staan
scherp tegenover elkander. De eene partij
juicht met hart en ziel de herziening van het
in 1894 gewezen vonnis toe, en wendt alle
moeite aan, om de invrijheidstelling van den
banneling van het Duivelseiland te bevorderen
en te bespoedigen de tegenpartij houdt
vaat aan de schuld van den veroordeelde, en
acht de herziening van bet vonnis een daad,
waardoor de eer en de waardigheid van het
nationale leger wordt bedreigd en aangetast.
Heftig is de strjjd tussohen de beide partyen
en ten blijke van die heftigheid werd dezer
dagen door den heer Quesouy de Beaurepaire
plotseling ontslag genomen uit zjjne betrek
king vai President 'der Civiele Kamer in
het Hof van Cassatie. Deze magistraat maakte
zeer ernstig bezwaar, lid te bljjven van een
Gerechtshof, waarin hy. schoon ook in eene
andere afdeeling, zitting had, dat, naar zijne
overtuiging in de behandeling der bewuste
Dreyfus-zaak, en meer bepaald tegenover den
getuige Picquart, niet de noodige onpartij
digheid betrachtte. Daarvan wilde hy de
verantwoordelijkheid niet mede dragen. De
Minister van JuBtitie heeft geen bezwaar
gezien het gevraagde ontslag te verleenen,
doch alsnog geen aanleiding gevonden, op de
aangevoerde beschuldiging van partijdigheid
te antwoorden. De Minister stelt zicli voor,
dit te doen, ter gelegenheid van eene inter
pellatie in de Kamer van Afgevaardigden,
welke zich wel niet lang zal laten wachten.
Do Fransche dagbladen, die min of meer
met den generaleo staf in betrekking staan,
ajjn ten hoogste ingenomen met de opzien
barende ontslag-aanvrage van don heer Qnes-
may de Beaurepaire. Zij zien in het besluit
van den President der Civiele Kamer niets
meer of minder, dan een proteet van een der
meest bekende rechtspersonen tegen de Cri-
mincelc Kamer van het Hof van Cassatie,
by het aanvullend onderzoek in de by de
Dreyfus-zaak gevolgde handclswyze De vele
vrienden van den afgetreden President hou
den zich overtuigd van 's mans goed recht,
en van de juistheid zyner beweringen.
IntusBchen is bij de Regeering te Parijs
een talegram uit Fransch-Guyana (Cayenne)
aangekomen, behelzende de vorklaringen van
Dreyfus in zijn verhoor. Dreyfus verklaarde,
dat hy nooit een bekentenis heeft gedaan, in
tegendeel heeft liij niet opgehouden, zijn on
schuld te betuigen. Vóór hy gedegradeerd
werd, had bjj nog het voornemen te kennen
gegeven, om in het openbaar te verklaren,
dut hy niet schuldig was, on dat zyn on
schuld over twee of drie jaren wel erkend
zou worden. Dreyfus ontkent evenzeer, dat
hy eene bekentenis zou hebben afgelegd aan
den directeur van het depót, waar hij nh
zyne veroordeeling werd opgesloten. Op eene
vraag, die hem daar werd gedaan, of hy niet
enkele stukken had gegeven, om er andere,
gewichtiger stnkken voor in de plaats te krij
gen, had hg verzekerd, dal hy geei
enktl stuk heeft afgegeven. Hg
getuigde nog, dat hg aan geen soldaat der
Republikeinsche garde en aan geen gendarme
heeft bekeHd. Aan het slot van het verhoor
verzekerde de veroordeelde opnieuw, dat hg
altijd overtuigd geweest is, dat zyn onschuld
erkend zou worden binnen 2 of 3 jaar.
Do geruchten, die algemeen verspreid wa
ren omtrent eene verpachting, of in bruik
leen-geving van Delagea-baai, zgn dezer dagen
van wega de Portngeesche regeering beslist
tegengesproken. In den Senaat verklaarde de
Regeering op eena deswege gedane vraag,
van een der leden, dat alle in bnitcnlandsche
bladen verspreide berichten over don afstand
van genoemde baai ton ecuonmual onwaa
Emile Zola schijnt besloten te zgn, gevolg
te geven aan den wensch zyner vrienden ia
Frankryk, ora zijn verblijf in het buitenland
onbepaald te verlcagcn. Persoonlijk schijnt
hy de overtnigieg te koesteren, dat hy nu
wel naar Frankrijk zou kannen terugkeeren.
Hy meent, dat men zyne zaak wel met rust
zou laten, totdat het onderzoek van het Hof
van Cassatie in zake het Dreyfns-vonnis zou
zijn ten eiade gebracht. Ten slotte heeft hij
zich echter neêrgelegd bij 't geen zyne vrien
den 't meeBt geraden achtten, schoon hij voor
zich opmerkt: .Ik bevind my nu al lang
genoeg in veiligheid't is of ik tot niets
meer deug,*
Ten blyke, dat hot Prins George, de Re-
gcerings-Commistaris van Kreta, volkomen
ernst is met zijn streven, om, naar de bepa
lingen van de overeenkomst der Europeesche
mogendheden, ten spoedigste te voorzien in
de dringende behoefte aan wetten, wordt
thans gemeld, dat door Z. II. een commissie
voor do wetgeving des lands is samengesteld.
Deze commissie bestaat uit 16 leden 12
Christenen en 4 Mohammedanen. Zy heeft
van den Prins in opdracht, onderscheidene
wetsontwerpen voortebereiden, welke wets
ontwerpen dun aan de eerlang byeenteroepen
Nationalo Vergadering ter beoordeeling en
(er beslissing rallen worden opgelegd.
NIEUWSTIJDINGEN.
HELDER, 13 Januari 1899.
Maandag 16 Jan. a.s. wordt in »Ti-
voli" een vergadering gehouden van ge-
noodigden, tot bespreking van de oprich
ting van een Maatschappij tot exploitatie
van 2 stoomtrawlers alhier, onder leiding
van den heer G. Hofer.
Aan mej. E. Akkerman geb. Visser,
tderwijzeres aan eene openbare lagere
school te 's Gravenhage, is een pensioen
verleend, ad f113 's jaars.
Woensdagnamiddag is in de gron
den, waar de gebroeders Blokker zich
bezighielden met garnalen visschcn, hun
vlet door oen stortzee onderstboven ge
worpen. Hun toestand was hachelijk, doch
schipper Koningstein, die in de nabijheid was
had het geluk hen te redden en behouden
thuis te brengen.
De Rijkspostspaarbank.
Men schrijft aan de »Nieuwe Rottd. Ct."
uit Amsterdam
Een der groote zalen van het Paleis voor
Volksvljjt is sedert eenige dagen een tooneel
van vlijtigen arbeid. Van 's ochtends half
negen tot 'a avonds half elf wordt er door
bij de honderd man, meest onderofficieren
van infanterie, artillerie, marine en mari
niers, gecijferd.
Het omvangrijk werk is de bijscbrjjving
der rentebedragen op de rekeningen-courant
der inleggers van de Rijkspostspaarbank.
Deze rekeningen-courant hebben den vorm
van losse kartons, en zyn feitelijk duplicaten
der spaarbankboekjes in omloop, met dit
verschil, dat men op de kartons een afzon
derlijke kolom vindt, waarin een rente
getal" verschijnt, verband houdende met de
gedurende het jaar plaats gevonden operatiën,
en waaruit het bedrag der gekweekte rente
door eene kleine rekensom is op te maken.
Het bedrag der rente wordt aan het saldo
tegoed van den inlegger toegevoegd en dus
terstond gekapitaliseerd, wat weer de opne
ming vau een nieuw i-rentegetal" by aan
vang van het nieuwe jaar vereischt.
In het Paleis voor Volksvlijt gaan bij de
zeven-honderd-duizend van die kartons onder
de pennen der sergeants door. De vlugsten
onder hen behandelen 1200 kartons per dag.
Zij ontvangen een vaste toelage, en buiten
dien eene bepaalde som voor het aantal
door hen bewerkte kartons. Om te voorko
men, dat deze premie tot te snel en daardoor
tot slordig werken zou leiden, is op het maken
van fouten boete gesteld. Op 31 December
1898 bedroeg het saldo-tegoed der 700,000
inleggers, zonder de rente, ongeveer 70
millioen gulden. Het gemiddeld te goed
per hoofd was dus niet hooger dan honderd
gulden, waaruit valt te concludeeren, dat
de Rijkspostspaarbank beantwoordt aan het
doel, dat de wetgever heeft willen bereiken
dat zij waarlijk is eene spaargelegenheid
voor den »kleinen man". Wel wordt zjj
door enkelen nog gezocht als een deposito-
bank zoo heeft zij onder hare inleggers
ook vereenigiugen, die hare kasgelden niet
zeiven willen beheeren. Maar de ervaring
heeft geleerd, dat het saldo-tegoed der in
leggers slechts voor een zeer gering deel
als gedeponeerd geld en niet als spaarpen
ningen is te beschouwen.
Het aantal inleggers der bank is in het
jaar 1898 met 65,000 vermeerderd, het
saldo-tegoed met 6x/i millioen gulden. Deze
cijfers, vergeleken met die van buitenland-
sche rijksspaarbanken, daarbij in aanmerking
genomen het aantal inwoners en de spaar-
gelegenheden, hier en ginds, zijn voor Ne
derland zéér gunstig.
De rente onzer postspaarbank is bjj de
wet op een maximum van 2.64 pet. ge
bracht. Zy wordt van de kartons overge
nomen iu de boekjes, welke daartoe door
de inleggers moeten wo den ingezonden.
Uit het verschil van het totaal der by
te schrjjven rente, met de door de bank
zelve gekweekte rente moeten de onkosten
der instelling betreden, de voorschotten
door het rijk verstrekt, terugbetaald en
gelden opgelegd worden tot vorming van
een reversefonds. Dit reservefonds iuoefc
vooral dienen om den staat te dekken
voor verliezen, welke zouden kunaen voort
vloeien uit den volledigen staatwaarborg,
den inleggers by de wet verzekerd.
Met het oog op het belang van den
staat bjj den aanwas van het reservefonds
lijkt het vreemd, dat de regeering de bank
met bjjzondere financieele lasten heeft be
zwaard. Zoo moet zij bijvoorbeeld jaarlijks
10 cents per inlegger storten als vergoe
ding van vrydom van port voor de stuk
ken, welke de directeur met zyne inleggers
wisselt. Die vergoeding beloopt dus nu
ongeveer tachtig duizend gulden per jaar.
Vermeld zij nog, dat de directeur van
ons nationaal spaar-instituut de gewoonte
heeft aangenomen, een in de Fransche
taal gesteld extract zijner jaarverslagen in
het buitenladd te verspreiden, met het ge
volg, dat de instelling in den vreemde her
haaldelijk zeer gunstig is besproken.
Aan boord van de Texelsche blazer
T X 112, schipper H. Eelrnun, is terwjjl
hij Dinsdagmorgen in de Noordzee vis-
schende waa. een droevig ongeluk plaats
gehad. Bjj het uitzetten van den kor ge
raakte hjj buiten boord, om jarameljjk te
verdrinken. Pogingen ter redding moebten
niet slagen. Hjj laat een weduwe en twee
kinderen na.
Verdelging van ratten In stallen
Als geschikt raiddel wordt daartoe aan
bevolen alle gaten met hontteer te bestrij
ken. De ratten stikken dan uit gebrek
aan lucht of komen te voorschijn en ster
ven, daar zij geheel met teer zyn besmeerd.
Men laat de ratten loopen waar zy willen,
omdat, als zij in een ander gat geraken,
hunne mederatten ook met teer besmetten
of ze vedryven. En daar de teer niet
snel opdroogt, zijn de daarmee besmeerde
gaten voor langen tijd niet bewoonbaar.
De heer E. Brandsma, de bekende
Theehandelaar, schonk zijn afnemers een
wandkalenderze geeft een bloeienden thee
boom te zien, te midden van een rijken
plantengroei aan den oever van het water.
De almanak is zorgvuldig bewerkt en
haar plaats waardig.
Een honderdjarige.
Bij de viering van haar 100-jarig bestaan,
Zaterdag jl., heeft de »Alkmaarsche Cou
rant" een gedenkschrift doen verschijnen.
Daaruit blykt dat deu 6 December 1796
bij Adrianus Sterck, op de Oudegracht, die
een drukkerijtje bezat en ook loterijbriefjes
verkocht, verschenen is het eerste nummer
der >Noord-Hollandsche Courant", een half
vel schrijfpapier in 4 bladzijden groot,
waaruit geboren is de tegenwoordige »Alk-
maarsche Courant", die driemaal 's weeks
verschijnt en een eervolle plaats inneemt
in de groote rij van bladen, die in Noord-
Holland boven het IJ verschjjnen.
Nona.
Ook in Den Haag heeft zich een geval
van Nona of slaapziekte voorgedaan. Op
Nieuwjaarsmorgen kreeg een bewoonster
van de Rembrandstraat, na de gewone
nachtrust genoten te hebben, een onweer
staanbare behoefte om nog wat te gaan
liggen. Er werd niets bizonders in gezien,
haar man zou dan al vast vooruit gaan
naar de ouders om te feliciteeren met het
nieuwe jaar. Maar de vrouw bleef slapen
en de geneesheer constateerde een geval
van Nona. Tot Woensdag duurde de
slaap en ging toen zacht en ongemerkt in
den doodslaap over.
Als een staaltje van den omvang van
het verzekeringswezen deelt de directie der
»Equitable" te Amsterdam ons mede, dat
door de hoofddirectie te Newyork op 3
Januari voor meer dan vijf millioen dollar
aan nieuwe verzekeringen is ontvangen.
Het contingent aan suppletie-troepen,
dat in 1899 naar Indië moet worden uit
gezonden, bedraagt 2100 man.
Hieronder moeten zyn 80 sergeanten van
de infanterie, 30 militaire schrijvers, 70
cavaleristen, 200 artilleristen en 20 genie
soldaten.
Voor West-Indië bedraagt het 140 man,
waarvan 100 bestemd voor Suriname en
40 voor Cura9ao.
Zeehonden
Ook op de Zeeuwsche stroomen wordt
geklaagd over het nadeel, dat de zeehonden
aan de visscherij, vooral de bot-visscherij,
toebrengen, wat niet te verwonderen valt,
wanneer men op de groote zandplaten de
zeehonden by heele troepen bjj elkander
ziet, die een enorm aantal vissollen veror
beren en wel de grootste exemplaren.
Jacht wordt op deze dieren haast niet
meer gemaakt.
Vermist wordt te 's Gravenhage
een jeugdige dienstbode, de verloofde van
een van de brandwachts, die bjj den brand
in de Brood- en Meelfabriek het leven
verloren. In een brief moet zij haar voor
nemen te kennen hebben gegeven zich
van het leven te berooven. De politie
heeft verscheidene grachten afgedregd.
Ultimo December 1898 bedroeg de
bevolking van Amsterdam 243.678 mannen
en 269.080 vrouwen, te zamen 512.758
zielen, tegen 503.045 op ultimo December
1897.
Waarschijnlijk Vrjjdaguiorgen wordt
het stoomschip Koningin Wilhelmina", van
de My. >Nederland" uit Indië aan de Han
delskade verwacht, met zich brengende een
detachement koloniale troepen.
Onder deze bevindt zich de fuselier Jelte
Kuipers geboren te Barradeel, in Friesland,
die door zyn kranig gedrag, zyn onverschrok
kenheid tegenover den vijand, het ridderkruis
der Militaire Willemsorde mocht verwerven.
Hjj werd daartoe den 24en Mei 1897 be
noemd. Het detachement wordt als gewoon
lijk te IJmuiden door den kapt. comm. van
alm., den heer Wijnmalen, ontvangen en
naar Amsterdam geleid, waar de kranige
Fries wel met muziek in het vaderland zal
verwelkomd worden.
Hy keert echter terug wegens zware
ziekte, van welke wjj hem een spoedig her
stel toewenschen.
Uit Amsterdam meldt men
De brandweer moest Woensdagmorgen
vroeg uitrukken voor oen uitslaanden brand
in de Czaar-Peterstraat, ontstaan in een
schoenwinkel, door het springen v
petroleumkachel. De vrouw des huizes riep
haren man, die zwaar ziek te bed lag, toe,
dat hij zich zou redden en vloog zelve door
den winkel, die al overal brand had gevat,
de straat op. De zieke man kon zoo spoe
dig niet voorttoen hjj het bed verlaten
had, was de weg door den winkel hem af
gesneden. Daar was gelukkig een raam in
zijn slaapkamer, dat uitgang had op een
zijstraat. Door dat raam werd de zieke
gered. Kinderen waren er niet. De winkel
en de achterkamer zyn uitgebrand. Een
trommel met geld van den winkelier werd
in de achterkamer wel geblakerd, maar met
onbeschadigden inbond teruggevonden.
Door den heer D. C. Punt, 30 De
cember jl. te Willemstad overleden, is
vermaaktaan de Herv. Gem. een hofstede
onder Fynuart, groot ruim 44 hectaren,
met arbeiderswoningen, ook tuin en boom
gaard te Willemstad, alsmede nog 27a
lectaren land, waarvan de huur is bestemd
tot tractoraontsverhooging der predikanten
aan de diaconie-armen der Herv. Gem. 10
hectaren land en 3 huizen te Willemstad
aan het Zendeling-genootschap en de
Maatschappij van Welstand ieder f 1000
aan het Bijbelgenootschap en de Maat
schappij de Bijbelverspreiding iu Noord
brabant en Limburg ieder f 500, alles vrjj
van successierechten.
Geen liefhebbers meer.
Dezer dagen maakte te Livorno (Italië)
een deurwaarder den inventaris op bij een
bankier, die failliet was gegaan. Hjj ge-
Toelde zich ongesteld, ging naar huis en
nauwelijks had hij zien te bed begeven,
of hjj kreeg een beroerte en stierf.
Een anderen deurwaarder werd opge
dragen den inventaris op te maken. Hij
werkte den ganschen dag en ging te 5
uur naar huis om te eten. Na het eten
van een bord soep, werd hij ongesteld en
een uur later stierf ook hij aan een
beroerte.
En nu is er te Livorno geen enkele
deurwaarder te vinden, die den noodlot-
tigsn inventaris wil opmaken.
Levend begraven.
't Is een griezelig verhaal, dat van John
Clark, een oud-gediende uit het invalide
gesticht te Dodge City (Kansas), die twee
dagen levend begraven is geweest. Clark
had typheuac koortsen gehad en zjjn dok
ter verklaarde, dat hy dood was. Clark
werd met militaire eer grafwaarts gedra
gen eu begraven. Maar eenige kameraden
hadden daar geen vrede meêClark was
altijd een slachtoffer geweest van flauwten
en zijn laatste ziekte kon dit ziekelijk ver
schijnsel wel ernstiger hebben gemaakt. Zjj
hielden zoolang vol tot men bevel tot op
graving gaf en al dadelijk bleek daarbjj,
dat Clark van houding veranderd was.
Men paste alle denkbare middelen op hem
toe en mocht het voorrecht smaken den
oud-gediende, die reeds zeventig was, zoo
ver op te knappen dat er alle kans is, dat
hy nog jaren in zyn invalidegesticht kan
blijven.
't Gebeurde in Amerika, waaruit volgt
dat Clark, dadelijk toen hy weer op de
been was, geïnterviewd werd. Zijn gewaar
wordingen zjjn te merkwaardig om ze niet
woordelijk mee te deelen. »Ik heb geen
oogenblik geheel mijn bewustzijn verloren
en ik gaf rnjj zelf zeer goed rekenschap,
dat ik levend begraven was. 't Was een
verschrikkelijke gedachte, en toch kon ik
niet schreeuwen, geen beweging maken
ik was geheel machteloos.
Toen ik dacht te zullen sterven, kreeg
ik een welbehagelijk gevoel. Ik voelde
geen pijn, niets dat mij hinderde en ik
verbeeldde mjj een andere wereld binnen
te gaan. Toen ik weer tot mijzelf kwam,
merkte ik, dat ik nog in een doodkist lag
en ik begreep dadelijk, dat ik niet gestor
ven was, want ik had honger. Ik wist
heel goed, dat indien ik in den heinel was,
ik geen honger gehad zou hebben en dat
wanneer het de hel geweest was, ik geen
koude voeten gehad had."
Het eerste gedeelte van den in ons
blad reeds vermelden wedatrjjd tusschen
locomotieven der Burlington en North-
westsrn spoorwegen heeft plaats gehad.
Deze werd door ae Nortwestern-locomotief
gewonnen. Deze vertrok om 10 uur
van Chicogo en arriveerde te Omaha te
7 u. 50 ,s morgens, 20 min. voor de
Burlington aankwam, die om 9 u. 39 ver
trokken was en te 7 u 47 arriveerde.
Dat alle krachten werden ingespannen
bljjkt wel uit het feit, dat de overwonnen
ne gedurende 24 K.M. met een snelheid
van 176 K.M. per uur reed; een record
voor locomotieven.
De correspondent van de >N. R. Ct."
te Weenen, achrjjft over den anarchist
Luocheni, die de Oostenrjjksche Keizerin
vermoordde
Het officiëuse Correspondenzburean be
richt dat de bekentenissen over medeplich
tigen, welke Luccheni in de gevangenis
gedaan heeft, zoo vaag zjjn, dat ze
voorloopig nog niet veel waarde hebben.
De anarchist had nameljjk gezegd, dat hij
nog twee makkers had gehad, de een met
een revolver, de ander met een bom, die
de Keizerin op haar wandeltochten be
loerden, zoodat ze toch haar noodlot niet
zou ontgaan zijn, al had Luccheni haar
ook minder zeker getroffen.
Het >Neue Wiener Tagblatt" zegt ech
ter op grond van haar berichten dat de
bekentenissen toch ernstiger op te vatten
zyn, omdat Luccheni verklaard beeft, in
Lausanne door een paar Italiaansche anar
chisten tot zyn misdaad te zjjn aangezet.
Ook jegens pastoor Blanchard heeft hjj
zich in dien geest uitgelaten. Overigens
moet de quaestie of de moord alleen uit
Luccheni's brein opgekomen is, dan wel
dat er een complot bestaan beeft, door de
instructie reeds opgehelderd zijn. Men
heeft de daarop betrekking hebbende ver
klaring alleen geheim gehouden, omdat
zjj allerlei bizonderheden over de organi
satie der anarchisten behelsde, welke men
te gevaarlijk achtte, om te publiceeren.
De medeplichtigen, wier namen Luccheni
weigerde te noemen, waren volgens de van
te voren gemaakte afspraken dadeljjk
gevlucht.
Overigens moet de moordenaar zjjn bru
taliteit reeds verloren hebben en door de
opsluiting in het halfdonkere hok zeer
gedwee geworden zjjn
Sedert 1 Januari krijgen de soldaten
in Oostenrjjk-Hongarije 's avonds om zes uur
wat warms, hetzij soep of koffie of een
toetje. Het Btaat de manschappen echter
vry om van dat zesuurtje weg te blyven.
En werkelijk, tot verbazing van velen, is
in Weenen de opkomst goring. Msnschrjjft
dat toe aan de voedzame mildheid van de
Weensche keukenprinsessen jegens de sol
daten.
Onlangs liep een schip te Dungeness
op het strand, en blet-f daar eenigen tijd
in vrij ruw weer. Vijf aleepbooten waren
uoodig om het af te brengen. Twaalf ma
trozen weigerden nu echter, met het schip
de reis naar San Francisco te vervolgen,
aangezien zjj geloofden, dat het onzeewaar
dig was geworden. Twee deskundigen aan
den wal waren echter van meening, dat het
schip de reis best kon aanvaarden. Drie
van de matrozen lieten zich belezen, maar
de negen anderen blevon er bjj, en zij werden
tot zes weken dwangarbeid veroordeeld. De
Daily Chronicle, die meent dat een matroos
ook wel over de zeewaardigheid van een
schip kan oordeelen, vindt die straf tiranniek
en verwacht kwjjtsclielding.
Een lepra-lyderes op een bal.
Door een aanzienljjke familie te St. Pe
tersburg werd dezer dagen den verjaardag
van de dochter des huizes feestelyk her
dacht. 's Avonds werd een bal georgani
seerd, waarop de vriendinnen van de jonge
dame waren genoodigd, onder wie zich de
jonge barones Masich bevond. Toen het
dansen zou beginuen, naderde een jonge
dokter de barones en verzocht haar om
de volgende wals. Zjj nam dc uitnoodiging
aan, doch was niet weinig verbaasd, toen
haar danser de opmerking maakte, dat hij
eigenljjk niet danste, doch slechts de ge
legenheid gezocht had, om eenige ver
trouwelijke vragen tot haar te richten.
Hebt u nog meer zulke vlekkeu aan
uw lichaam, als ik daar aan uw hals be
merk? vroeg hjj ernstig.
Het meisje werd niet weinig verlegen,
maar de dokter bleef hardnekkig op een
antwoord aandringen. Ten slotte beant
woordde zjj zjjn vraag bevestigend.
Dan raad ik u ten sterkste aan, on-
middelyk naar huis te rjjden, zeide hjj.
Do jonge barones snelde, gevolgd door
den dokter, naar haar vader en deelde
hem weenend den raad van den dokter
mede. Baron Masich werd woedend en
verzocht van ongevraagde adviezen ver
schoond te blijven, doch steeds dringender
werd het verzoek van den dokter, zoodat
vader en dochter eindelijk snel afscheid
namen en naar huis reden.
Den volgenden morgen vreeg vervoegde
de dokter zich met drie collega's ten huize
van Masich, die niet weinig verrast was,
hen te zien
Wilt gjj zoo goed zjjn, uw dochter
te laten roepen, opdat ik de vlek aan
haar hals nog eens kan zien Om my
niet te vergissen in mjjn oordeel, ben ik
zoo vry geweest, nog drie mjjner collega's
mede te brengen.
De oude baron geraakte buiten zich
zelve van schrik.
Maar wat wilt gjj dan toch van mjjn
dochter vroeg hjj angstig.
Uw dochter "heeft de lepra,
was het korte antwoord.
Men kan zich den schrik van den ouden
man voorstellen. Het meisje werd daarna
door de aadere dokters onderzocht, die
het er over eens waren, dat de jonge ba
rones werkeljjk lepra had. De familie had
den zomer nabjj Riga aan zee doorge
bracht en daar had het meisje bepaald de
kiemen der vreeselijke ziekte in zich opge
nomen, De doktoren twjjfelen aan net
het herstel der zieke.
Marine en Leger.
Hr. Ms. .Zeeland" is alhier in. het droge-
dok opgenomen en zal 1 Februari een reis
naar West-Indië maken.
Hr. Ms. pantsordekschip .Holland", pas
seerde Dinsdagmorgen Dungencs.
Bljjkens by het Dep. van Marine ontvan
gen bericht is Hr. Ms. pantserdeksch p .Hol
land", onder bevel van den kapt. ter zee
J. J. de Bruyne, 11 dezer te Plymouth
aangekomen.