KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor Helder9 Texel en Wieringenm
Ho. 2747.
Woensdag 14 Juni 1899.
27»te Jaargang.
Bureau: Zuidstraat.
Telefoonn". 32,
Bureau: Spoorstraat.
Telefoonn0. 81.
Aljonnement
p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., met Zondagsbl. 80 Ct.
id. franco per post 75 id. fl.121/,.
id. voor bet Buitenland f 1.25, id. f2.00.
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJT AGM1DDAG.
Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder.
Burcauxi Spoorstraat en Zuidatraat.
Ad.vertontlön
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des
DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur
aan de Bureaux bezorgd zijn.
Uit het Buitenland.
De samenkomBt, die iu do vorige week te
Bloemfontein in Zuid-Afrika heeft plaatsge-'
had tusschon don Vertegenwoordiger der
Engelsche regeering en President Krüger van
de Transvaalache Republiek, met het doel,
om overeenstemming te verkrjjgen, inzonder
heid ter zake van het kiesrecht der in Trans
vaal wonende Uitlanders, heeft vooralsnog
geen bevredigend resultaat opgeleverd. De
vertegenwoordiger van Engeland handhaafde
zijne eiscben, en tot toegeven was President
Krüger niet bereid, ofschoon hjj blyk van toe
nadering wenschte te geven. De Engelsche
regeering wil, dat het kiesrecht in Transvaal
zal worden verleend aan alle genaturaliseerde
vreemdelingen, die gedurende 5 jaar op het
grondgebied der Republiek zyn gevestigd ge
weest, met terugwerkende kracht, en dat een
behoorlyk aantal zetels in do vertegenwoor
diging zal worden opengesteld voor de nieuwe
bevolking. Volgens de voorstellen, die Presi
dent Kriiger deed, zal er geen wyziging hoe
genaamd plaats hebben vóór over 2 jaren,
behalve voor de kleine minderheid der Uit
landers, die reeds 11 jaren in Transvaal ge
woond hebben. Alle voorstellen van Trans-
vaalsche zyde werden afhankelijk gesteld van
de goedkeuring door Engeland van het denk
beeld, om de verschillen te onderwerpen aan
de scheidsrechterlijke uitspraak eener vreemde
mogendheid. Aan President Krüger werd ech
ter beslist medegedeeld, dat door Engeland
nimmer toestemming zal worden gegeven, om
de tnsschenkomst eener vreemde mogendheid
interoepen. -De eisch voor schadeloosstelling
in zake den overval van Jameson, in Januari
1896, werd door Engeland als buitensporig
hoog beschouwd. De Engelsche regeering zal
dit wordt aan het slot der mededeeliug
verzekerd weldra antwoord geven op het
adres der Uitlanders in Transvaal, dat door
hen aan Koningin Victoria was toegezonden.
De Eerste Volksraad te Pretoria dus
luidt een nader bericht uit Transvaal
heeft jl. Zaterdag met eenparige stemmen
eene motie aangenomen, waarby volledige in
stemming wordt betuigd aan de voorstellen
van President Krüger. Daarentegen is te
Johannesburg eene meeling van Uitlanders
gehouden, waarin die voorstellen als volkomen
ontoereikend werden gebrandmerkt. De
omstandigheid, dat in de laatstverloopen jaren
zoovelen uit verschillende landen van Europa
ook uit Nederland naar Zuid-Afrika
zyn heengotogen, om daar hun fortuin te be
proeven, geeft aanleiding, dat, onder de bui-
tenlandsche berichten, aan hetgeen omtrent do
aangelegenheden in de Transvaalsche Republiek
wordt medegedeeld, in belangryke mate aan
dacht wordt geschonken.
In het laatst der vorige week werd kolo
nel Picquart, die gedurende elf maanden in
de gevangenis heeft moeten doorbrengen,
omdat hy op de valschheid van geschriften
in het proces-Dreyfus van 1894 had gewezen,
eindelyk bevrijd. De man heeft kennelijk
zeer door die langdurige opsluiting geleden.
Een berichtgever, die tot zyne persoonlyke
vrienden behoort, meldt, dat de ontslagene
niet zoo kaarsrecht meer is als voor een jaar,
en ook niet zoo opgewekt, zoo levendig als
toen. Het trappen-klimmen valt hem erg
zwaarzyne beenen hebben dat in de ge
vangenis geheel verleerd. Picquart zelfheeft
echter goeden moed, en vleit zich, dat alles
wel terecht zal komen, nu hy weêr het genot
der vrybeid smaakt. De tyd was hem niet
zoo heel lang gevallen. Over zijne eigene
invrijheidstelling was hy evenmin verbaasd
geweest als over de arrestatie van Du Paty
de Clam. Al wat de voorstanders van de
herziening als noodig of onvermijdelijk had
den voorspeld, was dus merkte Picquart
op gebeurd. Toen men hem uit de ge
vangenis kwam halen, had hij dan ook ge
zegd: >0, men komt my halen, om plaats
te maken. Du Paty zal myne plaats wel
gaan innemen
In Duitschland doet men er druk aan, om
gevallen, die maar eenigszins gelyken op
majesteitsschennis, gerechtelijk te
vervolgen. Het volgende levert daarvan een
staaltje, Een koopman, een man al op leef-
tjjd, ontmoette in een cafó eenige musici, en
in opgewekte stemming bood hy hun oen
glas champagne aan. Onder het spreken
vertelde hy iets, 't welk zijnen hoorderr aan
leiding gaf te vragen, of' hij doelde op
Keizer Wilhelm. Toen de man bevestigend
antwoordde, liet men hem onmiddellijk inre
kenen, en hoewel bewezen werd, dat hy een
goed burger, een vaderlandslievend man was,
die nooit een patriotische bijeenkomst over
sloeg, zoodat hy blykbaar een minder toe
rekonbaar oogenblik had gehad, werd hjj
toch met twee maanden hechtenis gestraft.
't Ziet er duister uit met den toestand op
de Philippynsche eilanden. De Amerikanen
weten langer niet, hoe te handelen, om de za
ken ook maar eenigermato vooruit te brengen.
Besluiteloosheid heerscht er bij de Regeering
te Washington, en 't is zeer denkbaar, dat men
daar op het Witte Huis tot elkander zegt:
■Och, hadden we onze handen toch maar nim
mer in dit wespennest gestoken De beslui
ten, die daar worden genomen, nu eens van
zooveel mogelyk toegevenden aard, dan weêr
geheel anders, toonen glashelder aan, dat de
President der Groote Republiek met zyne
ministers niet recht weet, welken weg uit hy
zal sturen, 't Is te verwachten, dat, wanneer
de inboorlingen op de Philippijnen recht te
weten komen, hoe de Amerikaansche Regeering
verlegen zit, zij krachtdadiger nog dau tot
heden zullen stryden voor hunne zelfstandig
heid. Als men bij dit alles nog bedenkt, dat
de troepen der .bevrijders" ontzettend veel
van het hun onbekend klimaat te lijden hebben
en de manschappen zeer sterk naar huis ver
langen, dan is het te begrijpen, dat de Regee
ring der Yereenigde Staten den wensch koestert,
om zich met fatsoen uit deze moeilijkheid te
redden.
Van zeer groot belang voor de scheepvaart
is ongetwyfeld het plan, dat dezer dagen, ter
booordeeliDg van de uitvoerbaarheid, aan de
commissie voor Marine-aangelegenheden in
Frankryk is toegezonden. Dit plan betreft niets
minder dan het graven van een scheepvaart
kanaal door Frankryk heen van de Atlantische
naar de Middellandsche Zee.
VIEÏÏW8TIJBIHGSH.
HELDER, 12 Juni 1899.
Vacaturen Ryk» II. B. S. te Helder.
De minister van binnenlandsche zaken
brengt ter kennis van belanghebbenden,
dat met 1 September e.k. te vervullen zyn
de navolgende betrekkingen aan de Rjjks
hoogere burgerschool met 5-jarigen cursus
te Helder, te weten
een leeraar in de scheikunde, voorloopig
op eene jaarwedde van f 1400
een leeraar in de wiskunde, op eene
jaarwedde van f 1800
een leeraar in de staatswetenschappen,
vootloopig op eene jaarwedde van f 400.
Zij, die voor deze betrekkingen in aan
merking wenschen te komen, gelieven zich
vóór 25 Juni e.k. aan te melden bij den
inspecteur voor het middelb. onderwijs,
dr. J. Campert te Amsterdam.
Door rijksingenieurs en particuliere
aannemers zijn, naar het >Vad." meldt,
opmetingen en boringen gedaan op den
havendijk en 't Ankerpark te Nieuwediep,
ten einde teekeningen en begrooting te
kunnen maken voor een mogelijken aan
bouw van kazernes, kommandantshuis, ad-
ministratiebureaux, gymnastiek- en wasch-
lokalen enz. ter vervanging van wacht- en
logementschepen voor de marine aldaar.
Het geheele werk zou ongeveer anderhalf
millioen kosten.
A T J E H.
Blijkens van den Gouv.-Gen. van Ned.-
Indië ontvangen telegraphische berichten
zijn sedert de jongste mededeeling
bij de krijgsverrichtingen in Atjeh gesneu
veld de sergeant Th. J Hendriks, No.
34845 en de fuselier J. D. PoezenB, No.
28795 aan bekomen wonden overleden
de le-luit. der inf. van het Ned.-Ind. leger
B. C. M. Smelt en de fuselier F. Streff,
No. 30377 en gevaarlijk gewond de kor
poraal H. M. Broek, No. 28960 en de
hoornblazer M. van Buereu No.
Mosselen.
Van het eiland Texel schrijft men:
Ofschoon, tengevolge van het wegvoeren
van de jonge mosselen, de uitbreiding der
mosselbanken of het vormen van nieuwe
sinds jaren eterk verminderde, big ft men
voortgaan het zaad ia te zamelen en weg
te voeren.
Vooral de Zeeuwen doen dit en planten
het mosselzaad daarna weer in de wateren
van hunne provincie. Sinds eenige dagen
zyn weer schuitjes uit Bruinisse bezig langs
de Texelsche kust mosselzaad in te zame
len en weg te voeren.
Volgens mededeeling door den vader
van den te 's Gravenhage (Kalkoenstraat
20) sedert 25 April 11. vermisten knaap,
Albert Petrus Johannes van Wezel, wordt
door eene dame, met 't lot der ouders bewo
gen, f5000 uitgeloofd aan dengene die
de verblijfplaats van den knaap aanwijst.
Men meldt aan de >Haagsohe Ct."
uit Andelst, dat de Raad der gemeente
Valburg besloten heeft, te gaan procedeeren
tegen de wethouders en de erven van wet
houders in de zaak van den burgemeester
Van D. dier gemeente, die zich van het
leven heeft beroofd. Later bleek, dat er
schuldvorderingen ten laste der gemeente
bestonden, tot een bedrag van meer dan
f 100.000, terwijl de werkelyke schuld der
femeente slechts ongeveer f 16,000 be-
roeg. Het schynt, dat de burgemeester
leeningen sloot ten laste van de gemeente,
soms van 10 of 20.000 galden, en daar
toe valsche obligatiën maakte. Ook zou
hij een der wethouders overreed hebben,
zyne handteekening te plaatsen op een
blanco papier, waarna van dat stuk mis
bruik werd gemaakt. De Maatschappij
voor Gemeente-crediet" zou o. a. voor
f 17,000 zgn opgelicht.
Bjj de firma L. Smit Co., te Kin
derdijk, is dezer dagen, bij het te water
laten van de zeeboot «Maassluis", het
kolossale vaartuig overzij gevallen. Geluk
kig echter heeft niemand der omstanders
eenig letsel gekregen alleen had een paar
bankwerkers in de machinekamer eene
lichte hoofdwonde.
Te Schoonhoven heeft de gasfabriek
over 1898 een zuivere winst gemaakt van
f 4582.75V,.
De bemanning van het opleidingsschip
>Urania," hetwelk tegenwoordig wederom
in de Zuiderzee vertoeft, heeft Woensdag
een bezoek gebracht aan Urk. De jongere
schepelingen begaven zich naar den «Berg",
eene grasvlakte op het eiland, alwaar zij.
onder toezicht van hunne meerderen, met
het voetbalspel ook de Urker jeugd, welke
dit spel niet kende, veel genoegen ver
schaften.
Een bloedig drama heeft zich Vrijdag
te Meers, geui. Stein (L.) afgespeeld. Zekere
Gelissen heeft aldaar op de dochter der wed.
Vaessen twee revolverschoten, en daarna
ook op de ter hulp gesnelde moeder een
schot gelost. De eerste verkeert in levens
gevaar. De dader is voortvluchtig. Versmade
liefde zon de aanleiding zyn tot dit drama.
De justitie uit Maastricht heeft zich Za
terdag ter plaatse begeven.
Men schrijft uit Ede
Omtrent de vermoedelijke misdaad te
Harscamp meldt men ons nader, dat de
verdachte, bakker van beroep, J. Zegers
heet. Vóór 8 dagen is zyn vrouw onder
behandeling gekomen van dr. Kimmijser,
te Lunteren, die verschijnselen van ver
giftiging constateerde. Als oorzaak van
het inisdryf wordt algemeen genoemd de
betrekking, waarin Z. stond met zijn dienst
bode, die door de vrouw 4 a 5 weken ge
leden buiten de deur is gezet.
Z. bevindt zich nog op vrjje voeten hij
geeft op, dat zyne echtgenoote reeds een
paar maanden ziek is, en hy ontkent tot
de vroegere dienstbode in betrekking te
hebben gestaan. Een huiszoeking door de
politie leverde geen enkel resultaat.
Amerikaanscb.
Onmiddellijk nadat bekend was dat Drey-
fus het Duivelseiland zou verlaten, liet de
Amerikaan Blessure, de man die vroeger
aan de Fransche regeering een bod deed
voor de vrije beschikking over het eiland,
zoodra Dreyfus afwezig was, van zich
hooren. In een telegram van vierhonderd
woorden wenschte hy Frankryk geluk met
den voorloopigen uitslag en herhaalde zyn
aanbod van vroeger, er bijvoegende dat
hy nu in staat was, door de groote aan
vraag van toeristen zyn bod te rerhoogen.
Blessure wil tienduizend dollars betalen
mits men hem ten minste 8 maanden in
het ongestoorde bezit van het eiland zou
laten.
Behalve de vroeger genoemde moderne
inrichtingen, als hotels, observatoria enz.
wenscht de heer Blessure er in Augustus
een internationale tentoonstelling van zee-
visschen te organiseeren. De oppassers en
wachters van Dreyfus zouden blyven om
op bepaalde tijden lezingen te houden over
het leven en de bewegingen van den
balling.
De heer Blessure heeft aan mevr. Drey
fus een hooge som voor een of ander lief
dadig doel geboden, mits hem met uit
sluiting van ieder ander, gedurende acht
maanden de gedenkschriften van haar echt
genoot ter hand worden gesteld, ten einde
die op het eiland zelf door de bewakers
van den balling et doen voorlezen. Het
zeer uitvoerig uitgewerkt plan was ver
gezeld van een goed geteekende kaart in
kleuren waarop alle inrichtingen voorko
men en deze ondernemende Amerikaan
voorziet zulk een toevloed van toeristen,
naar dit vroeger vergeten plekje, dat hij
zelfs de bordjes «rechtshouden" en «door-
loopen" op de drukke punten niet ver
geten heeft.
Eeu ramp nabf) Elondyke.
Een tweehonderdtal lieden, op weg naar
Klondyke, zyn te Edmonton om het leven
gekomen, tengevolge van een hevige scheur
buikepidemie, welke in die streken heerscht.
Men verwacht, dat de ziekte nog meerdere
slachtoffers zal vragen.
Kcrkhofscbandaal.
Te Aberdeen is een onderzoek ingesteld
naar aanleiding van schandelijke verhalen,
die in de stad liepen over ljjkroof. De op
gravingen brachten aan het licht, dat men
op de gruwelijkste wyze met vele lyken had
omgesprongen men vond er op hoopen in
één kuil, zonder kisten, de beenderen van
verschillende geraamten dooreengeworpen.
Men vermoedt dat lykroof aanleiding hiertoe
is geweest.
Keizer Wilhelmkanaal.
Het Keizer-Wilhelmkanaal, door Hol-
stein, is het dienstjaar dat met 31 Maart
jl. is geëindigd, door 25,816 schepen,
metende 3,117.840 registeretonnen, beva
ren, of 2,708 schepen en 648.045 tonnen
meer dan in het vorige jaarbovendien
door 402 schepen der Duitsche ryksvloot
die geen rechten betalen Onder alle ge
noemde schepen waren 13,758 die door
het geheele kanaal voeren en wel 2809
meer dau in 1897—8. Het aantal stoom
schepen was 2304 (577 meer). Wat de
vlag betreft waren 22,540 Duitsche, 966
Deensche, 735 Zweedache, 687 Nederland-
sche, 497 Britsche, 248 Noordsche, 157
Russische, 27 Belgische, en 4 Fransche
(in 1897 11).
By een hevigen brand te Stettin ie
een gezin van zeven personen in de vlam
men omgekomen, of liever in den rook
gestikt.
Te New York is het gloeiend heet.
Woensdag zyn er zestien menschen aan
zonnesteek gestorven.
In de rue Balagny te Parys heeft
Woensdag een ernstige ontploffing plaats
gehad in een huis van vjjf verdiepingen,
door vele gezinnen bewoond. Benedon is
een kruidenierswinkel, gehouden door het
echtpaar Bé. De zuster van den kruidenier
was in den kelder afgedaald en had daar
een lucifer ontstoken, waarop een verschrik
kelijke slag volgde en het gansche magazyn
uit elkaar vloog. Het bovengedeelte van het
hnis stortte gelukkig niet dadelyk insom
mige der bewoners werden nog gewaar
schuwd door steenen, waarmee men hun
ruiten inwierp en werden met ladders gered.
Er zyn vier dooden, onder wie juffrouw
Bé en drie voorbijgangers, door stukken
8teen en jjzer getroffen. Verder twaalf ge
wonden, waarvan sommige zeer ernstig.
Men vermoedt dat zich gassen in den
kelder opgehoopt hadden, maar welke weet
men nietde lichtgasmeter bleef ongedeerd.
Omtrent de eigenlyke oorzaak is men nog
evenzeer in onzekerheid als omtrent die van
de ontploffing in het restaurant Champeaux.
Poëzie en Proza.
2 pauagitrs op de etoomtram van Haarlem
naar Leiden.
A. Hoe prachtig is 't hier in den Haar
lemmerhout,
B. Maar toch buiten op wel wat te
koud.
A. Zoo'n ritje per stoomtram is zeer
amusant,
B. Aan die vervelende bel krijgt ieder
het land,
A. De geur der bloemen waait ons al
reeds tegen,
B. Wat is hier verbazend veel stof op
de wegen,
A. Om meer te genieten ga 'keveneens
8 taan,
B. Straks rol je er af als we hoeken
omgaan,
A. Ovriend, zie die rijkdom van bloe
men om ons heen,
B. Dat schokken gaat je door merg en
door been.
A. Wat verrukkelijk wonen in die schoone
natuur,
B. Om de haverklap leest men, „dit huis
is te huur",
A. Achter de groenende boomen houden
de kerkjes zich schuil.
B. Het roet der machine maakt mjjn lin
nengoed vuiL
A. Ze zingen en vlechten kransen, die
kinderen,
B. Ze schreeuwen met ruikers om de
menschen te hinderen.
A. Arme stedeling die al dat genot moet
missen.
B. Ik heb er genoeg van en stap uit te
Liase.
A. Gjj hebt geen gevoel voor de poëzie
des levens,
B. Neen, meer voor een glas bier en wat
stilte tevens.
BAREND DE SCHUTTER.
FEUILLETON
21).
Franz was door die vriendelijke ontvangst
zoo getroffen, dat hy veel aardiger en opge
ruimder was dan anders. Hy vertelde op aan
dringen des burgemeesters van de nieuwe
machines, die hy te Görz had gekocht en
van het nnt, dat hy zich daarvan niet voor
zich, maar voor het geheele Luttacher dal
voorstelde, als het gebruik er van algemeen
word.
Over deze woorden ontstond verschil van
mcening tusschen de beide landheeren, die
zich tegen bet invoeren van nieuwigheden
verklaarden, doch zoo gematigd optraden, dat
Frauz zich daarover niet beleedigd kon ge
voelen.
Ook de kapitein, die, als goed conservatiel,
van alle nieuwigheden en vooral het meer
en meer zich ontwikkelend machinewezen,
alkeerig was, plaatste zich aan de zijde der
landheeren.
Je meent hot goed Franz.' sprak hy, .als
je de welvaart in ons dal wilt bevorderen,
doch met dergelyko vervloekte nieuwigheden
grjjp je de koe bij den staartDoor de
menschen het werk tc ontnemen en dit door
machines te laten doen, vermeerder je toch
waarachtig de welvaart niet!'
,De machines ontnemen den menschen het
werk niet, integendeel, verschaffen hun ge
legenheid, hun arbeidskracht beter en voor-
deeliger aan te wenden, dan tot dusverre
mogelyk was. De betere bewerking en de
hoogere opbrengst der velden en wynbergen
ver8chaflen nieuwen arbeid, die beter betaald
kan worden dan tot dusverre.
,Dat zyn droomen, waaraan ik niet ge
loof,* zeide de kapitein, .de machine-fabri
kanten en de kooplieden, die het tuig gaarne
verkoopen, hebben die sprookjes uitgevonden.
Waar de machine in plaats van den mensch
werkt, wordt do mensch langzamerhand de
slaaf der machine. In alle groote fabriek
steden is de arbeidersbevolking, op weinige
uitzonderingen na, een ongelukkig, honger
lijdend volk. Bljjf my van het ljjf met der-
gelyke nieuwighedenLaten wy gelukkig
wezen, dat wy hier nog vry zyn van dat
machine ontnig!'
Heerscht niet trots, of nog veel meer juist
daardoor, onder onze werklieden de bitterste
armoede, de grootste nood?"
Daar zyn de laatste slechte jaren de schold
van. Als de boer niet oogst, als het koren
mislnkt en de wjjn niets geeft, kan de ar
beider niets verdienen. Dat zal je met je
machines niet verbeteren, maar nog erger
maken. Dan heeft de professor een beter idóe
dan jjj om onze arme streek er boven op te
helpen."
Verbaasd keek ik den kapitein aanik
herinnerde my niet met hem ooit over den
nood der arbeiders in het Luttacher dal te
hebben gesproken of een middel te hebben
genoemd om daarin te voorzien. Hy knikte
mij lachend toe on vervolgde
Ja, ja, professor, u weet het al niet meer
dat u den eersten morgen, van den dag dat
u tot ons kwaamt, met my een gesprek hebt
gevoerd, dat my sedert steeds in het hoofd
heeft gemaald. De vreemdelingen moeten wij
naar ons dal lokken Wy liggen tusschen de
twee grootste spoorweglijnen UndiniGörz
en WeenenTriëst, naar beido banen ia het
slechts een paar uren gaans. Hoe gemakke
lijk konden de vreemdelingen tol ons komen
Waar de touristen komen, laten zjj geld
Ieder verdient aan hen, de kastelein, de koop
man, de werkman, de paardenbezitter, die
hen rjjdt, de waschvrouw, zelfs de gewone
arbeider, die hen door de bergen geleidt of
hun bagage draagt!'
#lk geloof, dat je droomt, oude,' viel de
burgemeester lachend in, .wat moeten hier
touristen Den Nanos kunnen zjj gemakke
lijk beklimmen van Prawald uit en verder
heeft ons dal niets bijzonders. Het is al een
wonder, dat hier een natuurvorsclier onze
professor verdwaald is. Reizigers voor hun
genoegen hebben hier niets
■Daarom moeten wij trachten hun iets te
verschaffen De professor heeft er my op ge
wezen, dat wy hier eigenljjk onverantwoor
delijk van den eenen dag op den anderen
leven, zonder te weten of wy hier niet een
even krachtig aantrekkingspnnt voor vreemde
lingen hebben als de Adelberges grot. Weet
een onzer, hoe diep onze holen zyn, of zjj
niet misschien grooter en mooier zyn dan de
beroemde en druk bezochte Adelbcrger grot
De eenige, die er zich wat dieper in gewaagd
heeft, is, als ik my niet vergis, Franz, en
toch is hy, geloof ik, ook niet ver gekomen.
Is 't niet zoo, Franz, heb ik geen gelijk?'
.Ver ben ik zeker niet gekomennog
't verst in do holen by het boschje aan de
Rusina. Het is vorinoeiend werk. Ik heb den
lust verloren verder door te dringen, 't heeft
trouwens geen nut.
«Dat meent de professor niet. Hebt n nog
last, professor, om te trachten de holen te
bezoeken Ik heb u al lang dit voorstel wil
len doen, doch die afschuwelijke moordge
schiedenis heeft ons allen zoo bezig gehou
den, dot men aan niets anders kon denken.'
Het voorstel van den kapitein lokte my zeer
aan. Ik had juist dien ochtend gedurende een
excursie door het boschje aan de Rusina met
groote belangstelling in de donkere, zich daar
tusschen twee reusachtige steenblokken ver-
toonende hol gekeken. Ik had veel last ge
had er in te gaan, doch myn veratand had
er zich tegen verzet. Verhit door een tocht
in de zonnehitte, mocht ik my niet aan het
gevaar bootstellen, dat het gaan in de grot
ontwijfelbaar met zich zou brengen. Ik rede
neerde verder, dat het dom zou zyn, zonder
lioht, een dergelyke tocht te ondernemen.
Kreeg ik maar het minste ongeluk, dan was
ik ongetwyfeld verloren. Niemand zou my
in de grot hebben gezocht, ik had er moeten
verhongeren, &1b het my niet zou gelukken
een uitweg te vinden.
Daardoor weerstond ik de verleiding, die
het hol op my uitoefende, doch ik nam my
voor, den kapitein aan de ray vroeger gedane
belofte te herinneren. Des tc welkomcr was
het my, dat hij zelf op die belofte terug
kwam. Ik dankte hem daarvoor en verklaarde,
dat ik gaarne zoo spoedig mogelyk aan
tocht in het bol
„Bravo, dan zullen wy morgen vroeg aan
het werk gaan en eerst de grot in het boschje
bij de Rusina bezoeken. Je bent toch van de
party Franz?»
Zeer gaarne, alleen vrees ik, dat wy niet
vor zullen komen. Een afgrond verhindert
reeds na enkele minuten een vorder door
dringen.'
Hoe diep is die afgrond
Dat weet ik niet. Ik heb er een branden
den lucifer in gegooid, doch hy doofde spoe
dig niteen daarin geworpen steen viel spoe
dig op dc rotsen of hy is blyven liggen,
kan ik niet beoordeelen. Ik heb geen moeite
gedaan verder te onderzoeken.
Dan zullen wy dit morgen doon. Wy ne
men een paar flinke, sterke kerels moe, die
fakkels, een paar lanUars, een goedo hoe
veelheid sterke touwen on misschien ook twee
ladders zullen dragen. Ook raagnesiumdraad
neem ik mee, wy kannen by dat licht in de
diepte zien.'
Franz vond het goed wy bespraken allee
voor dea belangrijken tocht en zouden elkaar
den volgenden ochtend om zeven unr aan-
tretfen.
.Mag ik ook aan den tocht deelnemen
vroeg na die afspraak de rechter.
Franz Schorn keek den vrager aan met
duisteren blik een ruwe weigering lag hem
op de tong, doch hy beet zich op de lippen,
en, op my wjjzende, liet hy het aan mij over
te antwoorden. Ik kan niet zeggen dat my
dit aangenaam was. Het verbaasdo mij, dat
de rechter vry willig wilde deelnemen aan een
tocht, waarby Franz Schorn feitelyk de aan
voerder zou zyn; ik vreesde, dat het tusschon
beide vjjonden allicht tot een onaangenamen
twist zon leiden 't liefst had ik weigerend
geantwoord, doch de beleefdheid verbood mij
dit te doen. De rechter was jegens mij steeds
zoo voorkomend, aardig en beleefd geweest,
dat ik hem onmogelyk kon weigeren ons te
vergezellen.
Hy bemerkte dat ik met mjjn antwoord
aarzelde, en, wel vermoedende wat daarvan
de raden was, keek hjj Franz Schorn lachend
aan en zeide
Ik stel veel belang in onze Krainergrot-
ton en heb er reeds een groot aantal bezocht.
Ook in de grot van het boschje aan de Ru
sina heb ik een blik geworpen.
(Wordt vervolgd.)