KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor Helder9 Texel en Wieringen.
Ho. 2760.
Zaterdag 29 Juli 1899.
z7ste Jaargang.
Bureau: Zuidstraat.
Telefoonn". 32.
Bureau: Spoorstraat.
Telefoonn0. 81.
Abonnement
p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., met Zondagsbl. 80 Ct.
id. franco per post 75 id. f 1.121/,.
id.voor bet Buitenland f 1.25,id. f2.00.
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BEKKHOUT Co., te Helder.
Buueauxi Spoorstraat en Zuidstraat.
Ad.vert©ntlön
van 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer5»
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJPAGSMQRGRNS vóó*- 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
KALENDER DEK WEEK.
JULI, Hooimaand, 81 dagen.
Opkomst der Zon 4 u. 18 m.
Onderg. 7 n. 54 m.
Zondag 30
Maandag 31
AUGUSTUS, Oogstmaand, 31 dagen.
Dinsdag 1
Woensdag 2 Verjaardag van H. M. Ko
ningin-Weduwe.
Donderdag 3
Vrydag 4
Zaterdag 5
Uit het Buitenland.
Een der jongste berichten uit Parijs baart
groot opzien. Daarin wordt vermeld, dat
door den ministerraad strenge maatregelen
zyn genomen tegen een opperofficier, die zich
aan eeno strafwaardige handeling zou hebben
schuldig gemaakt. Bedoelde opperofficier is
de generaal Négrier, die, volgens nader be
richt, ontheven is van zijne tegenwoor
dige functie als lid van den bijzonderen raad
van Oorlog en belast met speciale diensten.
By het houden eener inspectie, moet genoem
de generaal de houding der Regeering, die
hy niet in staat achtte, om het leger te ver
dedigen, gecritisecrd hebbeD. Hy zou zich
uitgelaten hebben in dien zin, dat het leger
maar geduld moet hebben tot Bh het procos-
Dreyfus voor den krijgsraad te Rennes, om
dan zelf te handelen, als de Regeering het
leger niet verdedigt. Do mededeoling hier
van aan den minister van Oorlog leidde tot
het instellen van een nauwgezet onderzoek,
't welk voor den generaal al zeer ongunstig
moet geweest zyn. Door den minister on
dervraagd, moet generaal Négrier bekend
hebben zich aan het bedoelde feit te hebben
sshuldig gemaakt, en de minister van Oorlog
houdt zich daardoor overtuigd, dat er ver-
gryp tegen de krijgstucht heeft plaats gehad.
Welke ernstige gevolgen uit het gebruik
va* min zuiver drinkwater kunnen voort
vloeien biervan geeft het volgend bericht
uit het koninkrijk Saksen wéér een nieuw
bewjjs. Te Löbtau, gelegen nabij de hoofd
stad Dresden, zyn dezer dagen niet minder
dan 120 gevallen van typhus officieel ge
constateerd. De slechte drinkwaterbron, die
de oorzaak is der epidemie, is nu gesloten.
De ziekte is door eeu paar arbeiders naar
Dresden overgebracht, doch het stadsbestuur
daar heeft onmiddellijk de noodige maatrege
len genoraeD, en zoodoende het gevaar voor
verspreiding weggenomen.
Gedurende de eerste dagen dezor week
kwamen uit Zuid-Afrika herhaaldelijk be
richten naar Europa, die spraken van eene
zeer ongunstige verhouding tnsschen Presi
dent Kriiger en den Transvaalschen Volks
raad. Zelfs werd medegedeeld, dat eerst
genoemde zyn ontslag als Staats-PresideDt
had genomen. In de tegenwoordige omstan
digheden zou dat zeker een ware ramp ge
weest zyn voor de reeds in zoovele moeilijk
heden verkeerende Republiek. Latere tijdin
gen verzekeren echter, dat vriendschappelijke
betrekkingen tusschen den President en den
Volksraad weêr zyn hersteld. Werkelijk
hebben er geschillen bestaan, die tot ont
slagneming door President Krüger zouden
hebben geleid, indien niet de Volksraad, met
het oog op het dreigend gevaar, de verze
kering had gegeven, dat de President nog
steeds zyn volle vertrouwen bezit.
Door eene grondige regeling van het toezicht,
de afzondering, de ontsmetting en de lijkschou
wing, is de gezondheidscommissie te Alexan-
drië (Egypte) er in geslaagd, de pest-epidemie
te beperken tot de vuilste wyk der stad. Ook
daar ter plaatse hebbeu echter de krachtige
gezondheids-maatregelen aanleiding gegeven
tot verzet van de zijde der bevolking. Wel-
is waar kwam het niet tot een bepaald oproer,
gelyk op onderscheidene plaatsen in Britsch-
Indië, maar de menschen maakten het den
geneesheeren geweldig lastig. Twee hunner
werden zelfs door een troep dwaashoofden
achtervolgd in eeno apotheek, waar de inboedel
kort en klein werd geslagen, omdat de apothe
ker de doctors door een achterdeur had laten
ontsnappen. De rustverstoorders werden toen
met een waterstraal van do brandspuit uiteen
gedreven.
Maandag 7 Augustus e. k. is de officieel
vastgestelde datum voor den aanvang der be
handeling van het hernieuwde proces-Dreyfus
voor den krijgsraad te Rennes. Op de zittings
dagen zal de krygsraad alléén des morgens
tot dat doel bijeenkomen, niet dos namiddags.
De zittingen zullen in den ochtend te half
zeven beginnen en tot 's middags 12 uur duren.
Tot dezen maatregel is dus verzekert men
besloten uit een gezondheids-oogpunt. Naar
men mededeelt, zyn door het Openbaar Mi
nisterie 60 getuigen gedagvaard.
Een goed woord vindt altyd een goede
plaats zegt eou oud, bekend spreekwoord
ten onzent, en do waarheid er van wordt
voor de zooveelste maal bewezen door het
volgende feit, dat ons uit Noord-Amerika
wordt gemeld. Te Cleveland, in den staat
Ohio, hadden ter gelegenheid van eene werk
staking van het trampersoneel, ernstige onge
regeldheden plaats. Een tramwageu, waarin
zich twintig passagiers bevonden, werd, door
middel van dynamiet, door do stakers ver
nield. Van de reizigers werden veertien ge
wond, waaronder vier levensgevaarlijk. Aan
een niet minder ergerlyk tooneel werd een
einde gemaakt door een Roomsch-Katholiek
priester. Een troep van 2000 woestelingen
had eenige politie-agenten in haar macht
weten te krijgen, en ging dezen te lyf. De
mannen zouden doodgeslagen zyn, wanneer
niet de priester zich te midden dor menigte
had begeven, haar had toegesproken en op
baar woestheid gewezen, waarop zy hare
slachtoffers de vryheid hergaf.
Uit het uitgestrekte Britsch-Indië komen
den laataten tijd weder zeer ongunstige
tydingen. De pest, die aan het afnemen was,
begint weer opnieuw te woeden. Op één dag
werden in ééoo stad 110 nieuwe ziekten
en daaronder 82 sterfgevallen geconstateerd.
In groote getale werd, by 't afzenden van dit
bericht, de stad door de inwoners ontvlucht.
En bovendien wordt dit groote en anders zoo
vruchtbare land met nog een andere ellende
bedreigd. Door al te overvloedige regons is
io onderscheidene landstreken zware schade
toegebracht. In andere provinciën daaren
tegen is men geheel en al van regen versto
ken gebleven, en daurdoor is de toestand er
hoogst bedroevend. Wanneer er niet spoedig
regen komt, is do oogst zoo goed als verloren
en staat er weer een ernstige hongersnood
voor de deur. Bovendien heerscht in som
mige districten gebrek aan drinkwater.
8IËUWSTIJBI&GEM.
HELDER, 28 Juli 1899.
Uitslag der Herstemming
voor 1 lid van den Gemeenteraad, op
Dinsdag 25 Juli 1899, in district III
(Vischmarkt) Aantal kiezers 1100, uit
gebracht 712, van onwaarde 19 stemmen.
Hiervan werden uitgebracht op de hee-
ren I. Korver 305 en D. Viejou 388.
Alzoo gekozen de heer D. VIEJOU.
Herstemming in het IIF* District,
op 25 Juli 1899.
Aantal I l'ilgebraehte I Aan de tlem-
kiezers geldige itemmenmine deelgenomen
1100. I 693. I 63
Bij de eerste stemming op 11 Juli 11.
werd door 55 der kiezers aan de stem
ming deelgenomen.
De Stemming
ter verkiezing van twee leden van den
Raad dezer gemeente, noodig geworden
door het ontstaan van buitengewone vaca
turen in dat College, zal op Dinsdag 1
Augustus a.s. in de districten I en II plaats
hebbeu. De te kiezen Raadsleden zullen
een zittingstjjd hebben van vier jaren,
en das in 1903 moeten aftreden. In een
vorig nummer van ons blad hebben we
de namen der onderscheidene candidaten
reeds vermeld. Thans zij nog herinnerd,
dat door de Stembnreauz zitting wordt
gehouden van 's morgens 8 tot des na
middags 5 uren.
By kon. besl. is toegekend de bronz. eere
penning voor menschlievend hulpbetoon
en een loffelyk getuigschrift aan J Das,
matroos 2de kl., dienende aan boord van
het fregat de vlluyter", wegens het met
levensgevaar redden van een kind uit de
haven alhier.
Woensdag werd door den architect
Th. Moorman aanbesteed (ondershands),
het bouwen van een Woonhuis aan den hoek
Walvisch- en Breestraat. Ingeschreven
werd door de H.H. S. Meijers f1195; K.
Zeeman f 1136 Gebrs. v. Os f 1123 J. F.
Philips f 1110. Aan den laagsteu inschrij
ver werd het werk gegund.
Met de eerbewijzen aan zyn rang
verschuldigd, werd Dinsdag ter begraaf
plaats Oud Eik en Duinen ter aarde be
steld het stoffelijk overschot van den ge-
pensionneerden officier-machinist 1ste kl.
der Kon. Ned. Marine J. G. v. d. Bosch.
Aan het hoofd van den rouwstoet ging
de Kon. Mil. Kapel van het regiment
Grenadiers en Jagers, die onderweg en op
de begraafplaats treurmuziek ten gehoore
bracht. Daarachter volgde, onder bevel
van een kapitein, een vuurdctacliement
van 50 man van genoemd regiment. De
slippen van het lijkkleed, waarop tusschen
kransen gehecht waren de eereteekenen,
sabel enz., werden gedragen door vier
kapiteins van het garnizoen der residen
tie. Achter den lijkwagen volgde onder
bevel van een kapitein een compagnie van
de Grenadiers en Jagers. De geheele
troepenmacht stond onder commando van
den den luit.-kolonel Van der Wall.
In hartelijke, van waardeering getui
gende bewoordingen werden aan het graf
de krygmansdeugden van den ontslapen
zeeofficier, bij de talrijke aanwezigen
onder wie ranggenooten van wijlen den
heer v. d Bosch en eenige actief dienen-'
de marineofficieren, in herinnering ge
bracht en zijn trouwe vriendschap ge
huldigd.
Voor den aanbouw van een pantser
schip, type «Regentes", had Dinsdag de
onderhandsche uanbesteding bij het depar
tement van Marine plaats. Er waren drie
inschrijvingenvan de Ned. Maatsch voor
scheepsbouw te Amsterdam, voorf 2,278,000
van de Kon. Maatsch. de Schelde te
VlissiDgen, voor f 1 933,000 en van de
Maatsch. voor scheepsbouw en werktuigen
te Feyenoord voor f1,894,600. Aan de
laatste is het work gegund.
Verder werd nog onderhands aanbe
steed het bouwen van een stoomvaartuig
voor het loodswezen hier te lande. Van
de vijf tot inschrijving genoodigde inrich
tingen hadden drie prysopgaaf ingezonden,
nl. de fabriek te Feyenoord, v. f 193,000,
de heer P. Smit Jr. te Rotterdam, voor
f 194,900 en de maatsch. de Maas te
Rotterdam, voor f 200,000. De minister
van Marine zal nader over de vergunning
beslissen. De maatsch. de Schelde en de
iuaatsch. voor Scheep*bouw te Amsterdam
hadden niet ingeschreven.
Een kranige oude heer.
De »St.-Ctvermeldt een eervolle on
derscheiding zooals er slechts zelden ver
leend wordt. Bij Koninklijk besluit is, als
blyk van goedkeuring en tevredenheid, de
zilveren eerepenning voor menschlievend
hulpbetoon en een loffelyk getuigschrift
toegekend aan den een-en-tachtigjarigen J.
L. Mooymau te Naaldwijk, wegens het met
levensgevaar redden van een kind uit het
water bij de Oranjesluis aldaar op 24 Juni
1899.
Voor dergelijk menschlievend hulpbetoon
wordt gewoonlijk de bronzen eerepenning
geschonken, maar deze kloeke grijsaard
ontving, met het oog op zijn hoogen leeftijd
waardoor zijn daad des te verdienstelijker
wordt, de zilveren eerepenning.
Men meldt uit Amsterdam
Eene der drie dienstboden der familie
Reichard, wonende aan het einde der
Vondelstraat, is Woensdagmorgen een
deerniswekkend ongeval overkomen. Het
meisje was bezig met het smelten van
was in een open pan. De vlam sloeg in
de pan, waarop het meisje in een oogen-
blik van vlammen werd omgeven. De
beide andere meisjes, die op den zolder
werkten, snelden op haar angstgeschrei
te hulp, maar slaagden er niet in het
vuur te dooven. Inmiddels was een krui
er uit de buurt toegeschoten, die met
water de vlammen bluschte.
Door twee geneesheeren verbonden werd
het meisje bewusteloos en met brandwon
den overdekt, echter nog levend, naar het
Wilhelmina-gasthuis vervoerd en daar op
genomen.
In de keuken was inmiddels een begin
van brand ontstaan, waaraan echter de
brandweer spoedig een eind maakte.
Een middel tegen malaria.
Naar men verneemt heeft de Engelscbe
dokter Gordon Bennett, te Halifax, een
onfeilbaar middel gevonden tegen de vree-
«elijke malaria, terwijl hij meent, dat
hetzelfde middel eveneens met goed gevolg
toegepast zal kunnen worden tegen de gele
koorts. Het geneesmiddel dat gebaseerd
is op de stelling, dat de malaria een
vergiftiging door het klimaat ia, bestaat
in een tegengift, dat op de huid wordt
gebracht en dat door de poriën snel wordt
opgezogen. Te Londen worden reeds proe
ven met het middel genomen.
Dr. Bennett heeft verklaard, dat hij
zich aan de stadie der malaria heeft gewijd,
tengevolge van een uitdrukking van den
Engelschen minister van koloniën Cham-
berlain, die eens beweerde
De dokter, die een middel tegen de
malaria zou vinden, zou voor het Britsche
rijk meer doen, dan de generaal, die een
nieuw gewest voor ons veroverde.
Zondag hadden de meeste onderoffi
cieren en matrozen van de Fransche »Ibis"
verlof gekregen om te Geestemünde aan
den wal te gaan en met hun Duitsche
kameraden te passagieren. In verschillende
danslckalen in Geestemünde en Bremerhaven
zag men weldra de Franschen met Duitsche
meisjes dansen. In Bremerhaven deden de
Franschen met Duitsche meisjes in den
Volksgartcu een dansje op de wjjs van
»Wir halten fest und treu zusammen".
Gemeenteraad van Helder.
Zitting van Woensdag 26 Juli 1899.
Voorzitter do heer Van Steyn, Burgemeester.
Tegenwoordig zyn 16 leden; afwezig is met
kennisgeving van verhindering do lieer Korver;
2 vacatures. De tribune is stampvol.
Nadat de vergadering is geopend en de
notulen der vorige zitting zijn gelezen en
goedgekeurd, geschiedt mededeeling der vol
gende ingekomen stukken:
1. Kennisgevingen van de heeren
C. B. Ilijlkema, Dr. II. Bitter en I. Korver,
dat zy hunne benoemingen tot leden «Ier Com
missie van toezicht op 't lager ondcrwys aan
nemen.
2. Mededeeling van mcj. N. C. M.
Haas te Enkhuizen, dat zy hare benoeming
als onderwijzeres aan school 7b aanneemt.
3. Procesverbaal van de op 28 Juni
1.1. gehouden kasverificatie van den gemeente
ontvanger, waaruit blykt, dat de boeken in
volkomen orde waren en er i 19664.64 in
kas was.
4. Aanvrage om o n t s 1 a g van don
heer F. J. Vermeulen, onderwijzer aan Bchool
8, wegens zijne benoeming aan het institnut
v. d. Linden t« Haarlem. Op eervolle wyze
wordt dit ontslag tegen 1 September a.s. ver
leend.
5. Missive van Ged. Staten mei-
dunde, dat de goedkeuring ontbonden is aan
het raadsbesluit, waarby de onderwyzersjaar-
wedden geregeld zijn. De hr. de Wit kan
zich by dit besluit niet neèrleggen en gelooft,
dat een verkeerd advies aan Ged. Staten is
gegeven. De Voorzitter merkt op, dat de mo
tieven verkregen zyn uit het praeadvies van
B. en W. en uit het adres van het hoofd
van school 8. De heer de Wit acht dit een
onregelmatigheid, omdat genoemd adres nog
in den Raad behandeld moet worden. De hr.
Frowoin drukt zyn bevreemding uit over de
wyze van handelen van Ged. Staten. Ily had
verwacht, dat zy eerst nadere inlichtingen
aan den Raad hadden gevraagd, en hij meent,
dat de Raad in deze principiëclo kwestie niet
mag zwygen en stelt daarom voor dit besluit
te renvoieeren aan de Commissie, die belast
was met de regeling der onderwyzersjaarwed-
den, opdat deze voorstellen kan doen, om in
hooger beroep te gaan of om de regeling to
wijzigen. Dit advies moet evenwel binnen 30
dagen na dagteekening van het besluit van
Ged. Staten uitgebracht en behandeld zyn.
De heer Staalman vreest een voorstel van die
Commissie te krygen hetwelk denzelfden goest
ademt. Hy acht de handelwijze van Ged.
Staten volkomen correct voor deze gemeente,
omdat ravn geen geld mag uitgoven, zonder
de zekerheid te hebben, dat men het heeft.
Nog wyat hij op de tegenkanting die de school-
gcldverhooging, waaruit de meerdere uitgaven
gevonden moeten worden, ondervindt. De
hr. Frowoin bestrydt den hr. Staalman, als zon
den allen over één kam geschoren worden en
hy komt met nadrnk tegen een dwaling op
als zoude een bepaalde catagorie van menschen,
zooals gepropageerd wordt, getroffen worden
door te hoog schoolgeld. Het hangt van B.en W.
af, wie zjj rangschikken willen onder do on- of
minvermogenden. Hy handhaaft daarom zyn
voorstel. De heer Staalman antwoordt nogmaals
en constateert, dat B. en W. nooit aan het geld
kunnen komen, dan hen die f600 inkomen
hebben, het dubbele schoolgeld te laten betalen.
Dit acht hij te bezwarend. Het voorstel
van den heer Frowein, om het beslnit van
Ged. Staten in handen te stellen van de com
missie, wordt in stemming gebracht en aan
genomen met 10 tegen 6 stemmen. Tegen
stemden den heeren Van Neck,Sevenhuysen,
Kramer, Staalman, Van Ede cn Van Twisk.
6. Een adres van den heer H. Van
Dyk, onderwyaor aan school 8, verzoekende
om de 3 vroegere door hem in de gemeente
volbrachte dienstjaren te doen medetellen bij
de periodieke verhooging van salaris. De hr.
Kramer vraagt welk tractement adressant ge
noot, toen hij de gemeente verliet en op wolk
salaris hy nu is aangesteld. De hr. de Wit
informeert om welke redenen hy de gemeente
heeft verlaten. De hr. Frowein Btolt voor li
cn W uit te noodige n met oen voorstel hier
omtrent ter tafel te komen. Dit wordt met
algemecne stemmen aangenomen.
7. Missive's van Ged. Staten
behelzende goedkeuringen van do raadsbesluiten
a. tot aankoop der duinwaterleiding;
b. tot het doen van af- en overschrijvingen
op de begrooting van 1898 en van den post
onvoorziene uitgaven; en
c. tot do overname van de Vosstraat cn
gedeelten der Weezen- en Breewaterstraat.
8. Een schrijven van den heer J
Huisman te Stadskanaal, waarin hij mededeelt
zijne benoeming als hoofd van school 7b aan
te nemen en 1 Scpt. a s. zyne betrekking hoopt
te aanvaarden.
Daarna heeft de aanbieding plaats van de
gemeente-rekening over het dienstjaar 1898.
Deze wijst aan, dat de ontvangston f 260446,08
en do uitgaven f 286362,23 hebben bedragen,
zoodat zij sluit met een batig saldo van
f 24083,85. De rekening van het Burgerlijk
Armbestuur heeft de volgendo eindcijfers ont
vangsten f 15414,23, uitgaven f 13681,36*,
batig saldo f 1782,86* en die van 't Algemeen
Weeshuis: ontvangsten f 11146,58, uitgaven
18758,80, batig saldo f 2393,28.
B(j loting splitst de Raad zich in drie
sectic'a die op nader te bepalen dagen, onder
voorzitterschap van een der loden van hot
Dagelyksch Bestuur, deze rekeningen sullen
onderzoeken. Tot de le sectie behooren de
heeren Frowein, Kramer, Van Ede, Dito en
Van Twisk; tot die dor 2e sectie de heeren
Krynen, Verfaille, Sovenhuysen, Kniper en
Stammes en tot die dor 3e sectie de heeren
Korver, d. Wit, Staalman, Terra en llartsinck.
Alsnn doen B. en W. een crediet-aanvrage
van f 1000 tot inrichting van eenige tjjdelijke
schoollokalen voor de hoogere burgerschool.
Uil de toelichting van den Voorzitter blQkt,
dat het gebouw in do Kolensteeg, wegens het
groot aantal leerlingen on de vermecrdcriug
dor klassen geen voldoende ruimte aanbiedt.
Daarom zal de kamer van het armbestuur en
het lokaal van de industrieschool voor leer
zalen der H. B. S. ingericht worden, terwyl
de industrieschool alsdan in dc Bouwzaal zal
gehuisvest worden. Do gymnastieklessen zullen
in 't gebouw van 't Nut plaats hebben. De
Voorz. merkt hierby op, dat oenigo der te
maken onkosten eigenlijk gerekend moet
worden te boliooren tot de onderhoudswerken.
De beer Staalman verzet zieh tegen deze
uitgaven en wil de leerlingen voor wie geen
plaats is, laten wachten tot er wcrkelyk
ruimte is. Hy zegt, dat men met f 1000 der
gemeente niet mag spelen. Tegen deze
laatste uitdrukking protesteert de heer Over
de Linden, die meent, dat deze gelden nuttig
besleed worden. Na nog eenige inlichtin-
gon wordt het gevraagdo credict mot 12 tegen
4 stemmen verleend. Tegen stomden do hee
ren Stnulraau, Kramer, Van Ede cn llartsinck.
De Voorzitter vraagt aan den Raad machti
ging om aan den luitcnunt-adjndant, die be
last is met de opleiding van jongelieden ota
hen te bekwamen voor het reservekader, ge
durende 3 nren in de weok 2 lokalea van
school 7b ten gebruike af te staan. Na
eonigo toelichting wordt dc«o machtiging met
algemecne stemmen verleend.
Vervolgens komt in behandeling hel adres
van J. Zoetelief, om de verplccgkoilrn van
zyn dochtertje in het gesticht te Ermelo voor
rekening der gemeente to nemen. Uit de in
lichtingen verkregen van den geneesheer-
directeur van genoemd gesticht blijkt, dat de
patiënte oen nauwlettend toezicht vereisebt
en mocieljjk in do samenleving kan tenig-
keeren. De Voorzitter heeft den vader by zich
ontboden en bij hem aangedrongen zolf iets
by to dragon on moeite te doen, dat het kerk
bestuur of particuliere liefdadigheid eenige
ondersteuning verleende. Doch hiervan kon
niets komen. Hy stelt daarom voor afwyzcnd op
't adres te beschikken, vreozende anders een
gevaarlyk antecedent in 't leven te roepen.
Do heer Kramer bestrydt op dezelfde gron
den, als in dc vorige vergadering dit advies.
Do beer Over do Linden gelooft nis men
bet verzoek inwilligde, verscheidene andere
aanvragen zouden inkomen die niet gewei
gerd konden worden en de gemeente alsdan
jaarlijks een belangrijke som aan idioten zou
moeten uitgevon. Do heer Sovenhuysen
meent, dat de vader wel iels kon bydrugen.
De heer Staalman drukt zyn leedwezen uit
over de wyze waarop hier gesproken wordt
over oen ongelukkig kind van een arbeider.
Hut is z. i. do plicht van de overheid zoo-
dunigon te stounen. Ily verwondert zich over
den hoer Over do Linden, maar nog meer
over don lieer Sevenhuysen, die mot en on
der do arbeiders leeft. Hy betoogt verder
dat Zoetelief van zyn karig loon niets mis
sen kan. Na nog eenige discussie besluit
men het adres alsnog aan te houden en later
een beslissing te nomen.
Men gaat over tot de benoeming van een
gemeente-geneesheer. Benoemd wordt met al
gemecne stemmen de eenige sollicitant de
heer C. G. van der Lee, arts alhier.
Aan de orde wordt gesteld de benoeming
van een taxateur voor de Waterleiding. Do
Voorzitter leest een advies voor van B. on
W., waarin beslist ontraden wordt de taxatie
op te dragcii aan don deskundige, die de
Commissie ter zyde heelt gestaan, omdat deze
niet geacht kan worden genoegzaam theore
tisch cn algemeen ontwikkeld te zyn, om op
FEUILLETON.
M>.
De sleutel paste in het slot, dit draaide;
vrouw Franzka kon nu zonder moeito de
bovenste lade open trekken, zij keek er in,
doch sprong dadelijk mot een gil achteruit.
•Groote goedheid!* riep zy, de hunden
iaeenslaande, .wat is dat! Een hemd, een
zomerpantalon, een vest, een zijden zakdoek,
alles met bloed bevlekt!
En daar wie had gedacht, dat dc rechter
zooveel geld heeft verborgen in een oude
kast!"
Een rilling ging mij door de ledon. Daar
lag het geld dat de moordenaar van zijn
slachtoffer had gestolen. Ik sprong op van do
sefa; zonder te denken om myn gekwetsten
vost, stormde ik door de kamer, niet dunkende
om myn pijn.
Ja, daar lag het gestolen geldVerschei
dene pakketten bankbiljettenjvan honderd en
galden en daarnevens een pakket
papieren va* waardede bovenste stukken
dier pakketten vertoonde donker bruine vlek
ken, do bloedsporen van de gewonde hand
des moordenaars, die niet bemerkte, dat hy
ze met bloed bevlekte. In do oude kast
vroren de bewyzen van de schuld des moor
denaars verborgen, do met bloed bevlekte
kleederen, die by by do daad had gedragen,
ook do zakdoek, dien ik hem had terugge
geven.
Had ik tot dusverre nog wel eens gotwjj-
iald, thans was alle twjjfel verdwenenAls
een onverbreekbare keten schakelden zich
thans de bewyzen voor de schuld des rechters
aaneen.
Ik zag hem, zijn moorddadig plan over
denkende, langs den rotsweg naur het ver
laten huis gaan. Hy wist, dat hy don onden
man alleen thuis zou treden, dat had hy den
vorigen dag reeds vernomen. Anna had hem
in haar onschuld verteld, dat baar vader
alleen thuis zou zyn. Hare mededeeling, dat
de oude man een belangrijke som gclda met
dc post zou krygen, had het moorddadig plan
by den gowetcnloozen, steeds geldbehoevenden
man doen rypen.
Thans heeft hy het hnis bereikt, niemand
is hem op den zelden gebruikieu weg tegen
gekomen. Ily kijkt behoedzaam rond, geen
mensch is in de buurt, die hom zou kunnen
bespieden. Dat Anna hom gezien heeft, ver
moedt hy niet.
Hij klopt aan, de oude opont hem de deur
en laat hem in zyn kamer. Daar ontstaat
dan eeu stryd om het jeven, een stryd,
waarby de moordenaar zich aan de hand
verwondt, waarin hij overwinnaar blyft.
De daad is gepleegd, met de bloedende
hand heeft do moordenaar het bankpapieren
de stukken van waarde uit de hem bekende
kast gegrepen. Haastig verlaat bij het hnis.
Tot dusverre heeft by misschien niet eens
bemerkt, dat hy gewond is, daar voelt hy
op eens de pyn aan dc hand en do gedachte
komt by hem op, dut die gewonde hand hem
zal knnnen verrado*. Hy bemerkt met schrik
dat ook zyn kleeren, zyn hemd, zyn vest,
zyn broek de sporen van den stryd dragen.
Hy tracht die met zyn zakdoek te verwyde-
ren, doch dat is onmogelijk.
Hoe zal hy die bloedvlekken verklaren,
wanneer hy to Luttach is teruggekeerd en
men die opmerkt? Hy vindt een middel
hij is op do rotsen gevallen en heeft zich
aan du hand verwond. Het is bekend, dat
by dikwjjls voor pleizier door dc rotsen zwalkt,
hoe licht kan hem daar een dergelyk onge
luk zyn overkomen Als hy voor den onden
natuurvorschor een zeldzame plant meebrengt,
die in den regel op moeilijk to bereiken rotsen
groeit, wordt zyne bewering, dat hy is ge
vallen, des te waarschijnlijker. Niet ver van
den weg groeit de Ophrys Bcrteloniebuiten
hem kent niemand de plekna enkele schre
den is zy bereikt. Hy plukt haustig de fraaie
planten, daarbij verliest hij do zakdoek, doch
lijj bemerkt het niut, hy moet zoo spoedig
mogelyk uit de nabijheid van het afgelegen
huis komen.
Het geluk dient hem. Niemand komt hem
tegen, niemand ziet hem, als hy het logement
bereikt en zich naar y.jjn kamer spoedt. Daar
sluit hy zich op. Hy moet zyn kleeren ver
wisselen, doch waar zal by die met blood
bevlekte kleedingstukken stoppen Daar
denkt hy aan die kast, die ongebrnikt in zyn
kamer staat. Een buler, zekerder schuilplaats
is niet te vinden. Hy bergt de kleeren en
het gestolenu in de bovenste lade, sluit die
en steskt den sleutel by zich. Thans is hy
veilig. Op hem, den districts-rechter, den
eersten, den voornaamsten ambtenaar in de
stad, kan geen verdenking vallen. In zyn
kamer kan nooit huiszoeking plaats hebben,
hyzelf zou die moeten gelaston en leidon.
Nergens kondon die met bloed bevlekte klee
dingstukken, diu papieren van waarde en
bankhiljettten veiliger zyn, dan in zyn slaap
kamer, in die oude kast.
Hy ademt verlicht op, daar wordt aan dc
deur geklopt, de oude professor verlangt toe
gang Hij moet dat bezoek goed vinden, dat
hem tevens gelegenheid geeft, zyn sprookje
van den val op da rotsen te vertcllon.
Hy schrikte toen hy hoort dat dc moord
vroeger dan hy gedacht had, ontdekt ismaar
hy bcheerechl zich cn als hy verneemt, dat
Franz Schorn in de nabijheid van het afge
legen huis is gezien, komt by hem het plan
der verdenking op, om zjjno doodsvyand
te doen vallen, en met dnivelsche slimheid
volvoert hy dat plan, het toeval zich daartoe
ten nutte makende, stap coor stap zyn plan
uitvoerende.
Hy gevoelde zich volkomen zekerdaar
komt hy opeens tot de vrecsclyke ontdekking,
dat toch iemand tegen hem zal kunnen go-
tuigon, de oude professor, die zyn bcbloeden
zakdoek in de nabijheid van het verlaten huis
vond.
Hij weet wel is waar den argeloozen ouden
man om den tuin te leiden, hij weet hem zelfs
te overtuigen, dat Franz Schorn de moorde
naar is, doch zoolang die professor leeft,
bestaat er nog altyd gevaar dat hy ontdekt
zal worden. Hij weet den onden man te
nopen tot het bezoeken der geraarljjkste
rotsen, in do hoop dat hij daar in den afgrond
zal storten, maar als dat niet gelukt, besluit
hij door een tweeden moord den eerste to
verbergen. De tocht in de grot, w«ar hy by
tegenwoordig zal zyn, biedt daartoe de ge
schiktste gelegenheid. De professor moet
sterven, doch vódr zyn dood moet hy het
proces verbaal teekenen, dat do aanklacht
tegen Franz Schorn zal bevatten.
Do moordaanslag mislukt, doch liy weeter
toch het voordeel uit te trekken om op Franz
Schorn de Terdcnking te werpen, dat deze het
touw heeft doorgesneden en Franz Schorn wordt
inderdaad gearresteerd. De moordenaar zege
viert Daar wil het toeval, dat de oude kost
tydens zyne afwezigheid geopend wordt, cn
duidulyk liggca daar nu do bowyzen zynor
schuld voor de oogen van den man, dien hy
als do oenigo die tegen hem zou kunnen ge
tuigen, uit den weg heeft willen ruimen.
Ik stond verbaasd voor de geopende kast.
Alles was my thans duidelyk, De bewijzen
voor do schuld van den moordenaar, die den
dokter had willen bezoeken, lagen thans voor
my, hot toeval had ze my in handen gespoeld,
thans was het zaak er party van to trekken.
•Wij mogen deze zaken niet aanraken,*
zeide ik tot vrouw Franzka, die als haar man,
sprakeloos van verbazing do groote sommen
gelds zagzij had nooit zooveel gold gezien,
«de rechter kon ons anders verdenken, dat
wij hem iets van zyn geld ontstolen hadden.
Sluit die kast, vrouw Franzka, wy zullen den
sleutel aan den adjunct ge ven, waarby dc
dokter getuigo moet zyn.
Wy drieën, gy, uw man en ik, bljjven
hier, tot de dokter en de adjunct, dio Mizka
kan roepen, hier zullen zyn, wy kunnen dan
bewyzen, het geld niet te hebben aangeraakt.'
Zooveel geld Hy is my moer dan vijf
honderd gulden schuldig en heeft zooveel geld!'
riep vrouw Franzka, die haar oogen rnaar
niet van de bankbiljetten kon afweuden, doch
op myn aandringen sloot zy do lade en riep
Mizka om haar te gelasten naar den adjunct
en den dokter te loopen en beiden te ver
zoeken zoo spoedig mogelyk by den professor
in dc .Gouden Duif* te komen.
Wy hadden niet lang te wachten de dokter
kwam het eerst, Mizka was hem op straat
tegengekomen. Ik trok hem in een hoek der
kamer en deelde hom fluisterend mede, wut
er in de bovenste lade der kast lag. Hy werd
byna gek van vreugde. »Wy hebben hem
Wy hebben hem!* jubelde hij, van pleizier
springende. Eerst toen hy bemerkte, dat
vrouw Franzka en haar man hem verbaasd
aankeken zy dachten bepaald dat hy guk
was geworden werd hy kalm en liet zich
vertellen, dut ik ook een boodschap naar den
adjunct gestuurd had.
.tiy hebt juist gehandeld,* zeide hy, «hem
moeten wij thans alles vertellen. Thans, na
zoo duidelijke bewyzen voor de schuld des
rechters bestaan, kan on moet hij handelen.
Het is een eerlijk en moedig man. Ik weet,
dat ik my in hem niet vergia. Hy zal do
belofte vervullen, die lijj eens aan kleino
Anna heeft gegeven Daar komt hy reeds,
ik hoor hem komen
Du adjnnct trad binnen. Ily scheen ver
baasd in myn kamer noch den dokter, den
waard en do waardin te vinden. Vrouw
Franzka yldc hem tegemoet. Zy had zoolang
geswegen, thans moest zy haar hart uitstorten.
In de Slavische taal, waarvan ik geen letter
verstond, wendde zij zich tot den adjunct,
die opmerkzaam naar hare woorden luislerdo.
Ik wilde haar niet in de rede vallen, want
uit haar gebaren begreep ik, dat zy van de
vondst in de oude kast vertelde.
Terwyl vrouw Franzka vertelde, betrok het
gelaat van den adjunct. Toen zy uitgepraat
i»d, ,.i d hem den sleutel der kast en zich
toon tot my wendende, zeido by ernstig:
Vrouw Franzka heeft my mededeeling
gedaan vAn den zoldzamen vondst in deze
kast. Alvorens zelf tc zien wacht ik nw
mededeclingcn, professor. Ik zet op den voor
grond, dat gy my hier niet geroepen hebt als
uw bevrienden gaat aan de stamtafel in de
Gouden Duif*, maar als den adjunct, don
eonigen rechterlijken ambtenaar gedurende do
afwezigheid des districts-recbters; ik zal dus
awe mededeeling niet als vriendschappelijk,
doch als officieel moeten beschouwen.
(Wordt vervolgd.)