f KLEINE COURANT 't Vliegend Blaadje voor Helder, Texel en WIerIngen - No. 276 2. Zaterdag 5 Augustus 1899. z7»te Jaargang. Bureau: Zuidstraat. Telefoonn". 32. Bureau: Spoorstraat. Telefoonn0. 89. Aboimomont p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., met Zondagsbl. 80 Ct. id. franco per post 75 id. fl.121/,. id. Toor bet Buitenland fl.25, id. f2.00. VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG. Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder. Bureauxi Spooratraat en Zuidatraat. A<lvertentlön van 1 tot 5 regels25 Cent. Elke regel meer5 Groote letter» worden naar plaatsruimte berekend. _AdverteDtiën_inoeten_uiterI\jk^de8^ D1N8DAG8- en VRf.TDAG8MORGF.lNS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn. KALENDER DER WEEK. AUGUSTUS, Oogstmaand, 81 dagen. Opkomst der Zon 4 u. 29 m. Onderg. 7 u. 41 m. Zondag 6 Nieuwe Maan. Maandag 7 Dinsdag 8 Woensdag 9 Donderdag 10 Vrjjdag 11 Zaterdag 12 lilt het Huitenland. Het Belgische Ministerie heelt begrepen, dat thans zijn tjjd gekomen is, om de por tefeuilles ter beschikking van den Koning te stellen. Bjj den aanvang der zitting op jl. Dinsdag deelde minister-president Van den Peereboom aan de Kamer van afgevaardig den mede, dat 't besluit, waartoe de kiesrecht commissie van 15 leden gekomen is, aan hot ministerie het sein heeft gegeven, om ontslag te vragen. De voorstellen der regeering vonden hoegenaamd geen goedkeuring, en dus was de weg gebaand om af te treden. De minister gaf nog in overweging, om den arbeid, andere aangelegenheden betreffende, voorttezetten, doch na eenige discussie, waarbij de overtuiging feitelyk werd uitgesproken, dat men niet kan beraadslagen zonder een verantwoordelijk ministerie, werd bepaald, dat de bespreking van het Brusselsche tramplan wèl zal voortgezet, doch niet gesloten zal worden vóór de vorming van een nieuw ministerie. Een der Parijsche dagbladen de Figaro deelde dezer dagen de brieven meê, door Dreyfus in het begin van het vorig jaar ge zonden aan de presidenten van Kamer en Senaat van Frankrjjk, en verder eeu paar brieven aan den toenmaligen president der Republiek Felix Faure. Deze brieven bevatten natuurlijk niets nieuws. Hoofdzaak er in is de herhaalde betuiging van onschuld. De eerste brieven zullen daarom nogal de aan dacht trekken, omdat zij door het kabinet- Meline zijn achtergehouden en nooit aan de adressen zijn bezorgd. Zy bevatten volstrekt niets, wat zulk een ingry penden maatregel ook maar eenigszins kan verontschuldigen. Na een korte uiteenzetting van zyn treurigen toestand, roept Dreyfus de hulp van het Parlement in, om herstel van eer te verkrijgen. Dat is alles. De berichten omtrent de gespannen ver houding tusschen Engeland en de Transvaal houden de mededeeling in, dat de oorlogskans gedurende de laatslverloopen dagen vermin derd is. In Transvaal vooral moet men veel meer hoop hebben op een vreedzame oplossing van de geschillen, dan eenige dagen geleden, 't Is echter omtrent deze aangele genheid uiterst moeielijk te voorspellen, boe de afloop zal zyn, want baast iederen dag komen van weerszijden tijdingen aan, die vroegere mededeelingcn lijnrecht tegenspreken. Een der berichtgevers schrijft o. a.,de oor logegeruchten verminderen wel, doch er zijn mededeelingen te over, die wijzen op een nog zeer onzekere toekomst. Engeland bljjft oor logsmateriaal naar Zuid-Afrika zenden, en dit is in ieder geval oen onrustbarend toeken. Hij schryft verder over de gehechtheid in Transvaal aan bestaande, vry versleten toe standen en gebruiken het volgende Een weinig meer liberaliteit zou in de Zuid- Afrikaansche Republiek geen kwaad doen. In «en bijeenkomst van Israëlieten, te Johan- nesburg gehouden, werd nu onlangs een bericht van den staatssecretaris gelezen, waarin den President in overweging wordt gegeven, den Volksraad voor te stellen, de godsdienstige achterstellingen af te schaffen, en Katholieken en Joden toe te staan, op gelijken grondslag als andere gezindten het kiesrecht uit te oefenen, hun de bevoegdheid te verleenen, om in den Volksraad kiesdistricten te verte genwoordigen en officiëele ambten in den Staat te verleenen. Daartoe werd het inder daad ook tyd In een vorig nummer hebben we een en ander medegedeeld omtrent de werkstaking van het trampersoneel te Cleveland, in den Staat Oliio (Vereen. Staten vanN.-Amerika). Berichten van daar dcelen omtrent die staking verder nog hot volgende mcê: «De stakers worden door het publick yverig gesteund. Wie gebruik maakt van een tram, bestuurd door afvalligen, wordt door zyne medeburgers onmogclyk gemaakt. Zoo kwam een zeer bekend inwoner van Cleveland in een koffie huis, en bestelde een glas bier. Men wei gerde, het hem te brengen, omdat hy van de tram had gebruik gemaakt. De man trad een tweede koffiehuis binnen, maar kreeg ook daar het gevraagde niet. Hy liep boos weg met de bedreiging, dat hy een vat bier zou bestellen in een der voorsteden. Daar toe vervoegde hy zich bjj een apotheker, met verzoek van de telefoon gebruik te mogen maken. Ook dit werd hem geweigerd. De man heeft zelfs geen barbier kunnen vinden, die hem wilde scheren". Het was jl. Zondag de sterfdag van Bis- marek. De kinderen van den doode begaven zich naar het graf van den grooten staats man, en legde daarop kransen neder. Ook Keizer Wilhelm zond een krans, nit lauwer takken en palmen samengesteld, en uit Ber gen in Noorwegen een telegram, waarin hy nogmaals de onvergetelyke verdiensten van den overledene herdacht. De feesten, dezer dagen te Napels gegeven, ter eere van den beschermheilige der stad, hebben een treurig incident opgeleverd. Er werd, ten aanschouwe van een zeer groote menigte, een vuurwerk afgestoken. Een der donderbussen weigerde aftegaan, en toen men naar de oorzaak ging zien, ontplofte het in strument. Er werden 7 omstanders gedood en 28 gewond. De navolgende cyfers kunnen ons overtuigen, dat het aantal vogels, die dienst moeten doen, om de hoofddeksels der dames te versieren, tegenwoordig reusachtig groot is. De beide laatste scheepsladingen, die voor een groot modemagazijn te Londen bestemd waren, be stonden uit 8000 kisten paradijsvogels, 600 kisten veóren van zeearenden, 200 kisten pauwenveórsn, 500 kisten kleine vogels van verschillende soort, 5100 duiven,800 fazanten, en een half dozyn kisten met allerlei insecten, die geprepareerd moesten worden, om als sie raad op dames-hoeden te dienen. Zou het niet tyd worden, dat aan deze wreede mode een einde werd gemaakt? Door een Engelsch dagblad werden dezer dagen akelige bijzonderheden medegedeeld om trent den hongersnood, die in eenige districten van Rusland heerscht. Het «Roode Kruis" voedt thans in het gewest Samara 125.000 ongelukkigen, en verpleegt er 20.000, die door scheurbuik aangetast, in 120 hospitalen een onderdak hebbeu gekregen. Doch deze hulp ia nog zeer beperkt, want er zijn millioenen menschen, die daar honger lyden. In do ge westen Ufa, Cherson, Tivaspol en Cherkow is de toestand hoogst ellendig. Men vreest, dat in nog meerdere provinciën de hongersnood zich zal uitbreiden, want de oogst is er ver nield, en wat er nog van terecht zou zyn gekomen, is door de sprinkhanen verwoest. Omtrent de miltvuur-epidemie in de Zweed- sche provincie West-Gothland, waarvan vroe ger reeds door ons gewag werd gemaakt, valt thans nog het volgende te berichtenNiet alleen een groot aantal paarden en runderen zyn als slachtoffers gevallen, doch de ziekte heeft ook reeds eenige menschonlevens geëischt, en dagelijks komen nieuwe gevallen voor. Door den gezondheidsraad te Stockholm zyn middelen in het werk gesteld, ten einde de snelle uitbreiding der epidemie met krachtige band tegen te gaan. De bosschen, waarin de kudden zich des zomers ophouden, worden door een aantal beambten en door militairen doorzocht en de gevonden zieke dieren afge maakt. In de meeste plaatsen inde geteisterde streek zijn de veemarkten voorloopig gestaakt, terwyl het betreden der bosschen streng ver boden is. Ook de jaarlijksche lcgeroefeningen zyn, op voorstel van den stelling-commandant, afgecommandeerd. De schade, door de miltvuur- epidemie teweeg gebracht, is reeds zeer aan zienlijk. Gewag makende van epidemiën, valt uit Noord-Amerika te berichten, dat in den Staat Virginië aldaar een 30 tal gevallen van gele koorts zyn voorgekomen, en dat reeds eenige lyders er uan zyn bezweken. En te Poona, in Britsch-Indié woedt de pest wéér op vreeselyke wijze. In twee dagen tijds zyn daar 317 menschen aan die ellendige ziekte gestorven, en onder deze ook een aantal Eu ropeanen. Er is weieens beweerd, dat Euro peanen niet vatbaar waren voor de pestziekte het bericht uit Poona weerspreekt die bewering NIEUWST IJ DINGEN. HELDER, 4 Aug. 1899. XJltSlAK Raadsverkiezing alhier, op Dinsdag 1 Aug. DISTRICT I. Aantal kiezers 925 Uitgebracht 559, van onwaarde 7, volstrekte meerderheid 277. Uitgebracht op de heeren W. C. VAN BREDA 193 J. P. RADIUS 193 C. J. J. H. VAN KEMPEN 166 Herstemming tusschen de heeren VAN BREDA en RADIUS. DISTRICT II. Aantal kiezers 969. Uitgebracht 681, van onwaarde 15, volstrekte meerderheid 334. Uitgebracht op de heeren J. KORVER 267 A. P. STAALMAN 271 G. DE VEN 108 Herstemming tusschen de heeren KORVER en STAALMAN. Iu DISTRICT 1 was het aantal kiezers dat aan de stemming deelnam 59.6 in DISTRICT II 68.7 De tegen ds. A. de Koe te Helder door officieren der zeemacht ingediende klacht wegens opzettelijke beleediging van het marine-personeel is door het klassikaal bestuur te Alkmaar ongegrond bevonden. Dezer dagen verscheen bjj den uitge ver Van Gelder te Amsterdam eene brochure getiteld »'n Preek, en wat ervan kwam", door Ds. A. de Koe. Deze brochure bevat I. De veelbesproken preek. II. Wat er van kwam. III. Memorie van verdediging. De verjaardag van H. M. de Konin gin-Moeder ging 1.1. Woensdag in onze gemeente niet ongemerkt voorbij. Van de openbare gebouwen en uit de woningen van onderscheidene praticulieren wapperde de driekleur. De drukte langs den weg was des namiddag^! en des avonds grooter dan op gewone dagen, waartoe ook zeker het fraaie zomerweder het zijne bijdroeg. Zooals gebruikelijk is by veijaardagen van leden van 't vorstelijk huis, werd aan boord der oorlogsvaartuigen door de schepelingen geparadeerd en om 12 uur de saluut schoten gelost. Door de troepen van de landmacht en van de mariniers werd op den zeedyk, bij het Observatorium, ook parade gehouden. Door de Heldersche Harddraverij-Ver- eeniging was een harddraverij uitgeschre ven door paarden in Nederland geboren, gereden onder den man, die gehouden werd aan de Weststraat. 14 paarden namen aan den wedstrijd deel, waarvan 9 der eigenaren in deze gemeente wonen. De i> -langstel ling in deze harddravi-rij was gr >oter dan men in een zeeplaats zou verwachten en de orde en regeling liet niets te wenschen over. Van des namiddags 2 tot ruim 5 uur duurde de strijd. De prijs van f 60 was toen behaald door den schimmel Jonge Joel" eigenaar A. de Ridder te IJpolder, berijder M. Haster, de le premie van f 30 door den bruinen ruin »Tabor", eigenaar A. Kooi] te Beemster, berijder J. Smit en de 2e premie van f 10 door den zwarten ruin >Hans", eigenaar J. Edel te Beem ster, berjjder J. Smit. Na afloop van den wedstrijd ging men in optocht met het muziekkorps voorop naar het lokaal >Ti- voli", waar door den Voorzitter der Ver- eeniging, den lieer C. Maalsteed onder een gepaste toespraak de prijzen werden uitgereikt. Des avonds werd van wege de harddraverij-vereeniging in den tuin van »Tivoli" een militair concert gegeven door het vrjjwillige muziekkorps van het 4e regiment der artillerie, onder directie van den sergeant majoor T. de Groot, welk korps des namiddags ook de harddraverij reeds door muziekuitvoeringen had opge luisterd, Honderden waren in den tuin des avonds bjjeen, die met aandacht de popu laire nlnzieknuramere volgden en meer malen hunne goedkeuring te kennen gaven. Het feest werd met een vuurwerk, geleverd en ontstoken door den vuurwerk maker J. B. Horsten van Amsterdam, besloten Hoewel het niet veel nummers telde, viel het toch zeer in den smaak, vooral het slotnummer >een harddraver met zijn be rijder". De stichting der Heldersche Gasfabriek. Hebben we in een vorig nummer de stichting der Heldersche W a t e r 1 e i- d i n g in berinnering gebracht we meenen wèl te doen met nu ook de stich ting der Heldersche Gasfabriek te vermelden. Ook nu ontleenen we onze mededeelingen uan het indertijd bij den boekhandelaar Berkhout en Co. in 't licht verschenen werk van wjjlen den heer Dekker, getiteld «Ontwikkelings-geschie- denis en beschrijving der gemeente Helder We lezen daar op pagg. 122 en 123 het volgendeBij de trapsgewijze uitbrei ding der gemeeute was men ook bedacht geweest, om hare straten des avonds en des nachts te verlichten; maar in den tijd, waarvan wij spreken, stak deze straatver lichting, die uit olielampen*) bestond, zeer af bij die van andere steden, waar men het helder brandend Bteenkolengas daartoe bezigde. Meermalen was eene verbeterde straatverlichting alhier in overweging ge nomen. en besproken, toen eindelijk op den 8 Februari 1856 door Burgemeester en Wethouders een openbare aanbesteding werd gehouden van de straatverlichting te Helder, gedurende 25 achtereenvolgende jaren, door middel van loopeud gas, bereid uit steenkolen. De heer Bosch Reitz werd aannemer, od weldra werden de banden aan het werk geslagen tot opbouw der gasfabriek. Andermaal werden de straten opgebroken, om naast de buizen, waardoor het duinwater stroomt, andere ijzeren pijpen te leggen, waardoor weldra het gas zijn weg zou nemen, om onze straten, pleinen, oj tilbare en bijzondere gebouwen van helder licht te voorzien. Reeds in 't volgend jaar lokte bet bericht, dat op den avond van 8 December het gas in onze gemeente voor 't eerst zou ontstoken worden, een aantal wandelaars uit, om deze nieuwe verlichting te zien. De ver wachting der nieuwsgierigen of belang stellenden werd niet teleurgesteld, want, behalve in de lantaarns langs den open baren weg, zag men gas-illuminaties aan gebracht aan het raadhuis, de gasfabriek, het woonhuis van den heer Bosch Reitz aau het HavenpleiD, en nog enkele andere gebouwen. Vele ingezetenen lieten weldra in hunne panden eene gasleiding maken, doch, gelijk het bij alle zaken gaat, wer den er, naast de voorstanders der nieuwe verlichting, ook tegenstanders gevonden, die ze óf uit vooroordeel, óf om den prjjs naar hunne meening to hoog ver wierpen. In later tyd, toen men de onder Gloeirode spijken dn*(Noot van dea wtler). vinding had opgedaan, dat, hij gepaste voorzorg, het gevaar bij 't branden van het gas niet zoo groot is, als men in den beginne wel vreesde, en toen de prijs er van, door het vermeerderd gebruik, kon verlaagd worden, besloten opnieuw vele ingezetenen, hunne huizen van zulk licht te voorzien. Daar de heer Bosch Reitz, ter behartiging van andere zaken, dikwijls te Amsterdam en elders moest verblyf houden, werd het beheer van de Water leiding en der Gasfabriek opgedragen aan den heer C. J. van Spall, die, als tech nicus elders, vóór zyr.e komst alhier, 't laatst te Groningen, was werkzaam geweest". Omtrent den gepensionneerden offi cier-machinist J. G. Van den Bosch, van wiens overlijden en plechtige begrafenis wij reeds melding maakten, deelt »Het Vad." nog het volgende mede: De over ledene trad in Juni 1861 in Zr. Ms. zee dienst en werd reeds 3 maanden later be vorderd tot machinist-leerling lste kl. In het volgende jaar ondernam hij met Zr. Mr. stoomkorvet >Medusa", onder de or ders van den kapitein-luitenant ter zee jhr. F. De Casembroot, zyn eerste reis naar Oost-Indië en in Juli 1863 en Sept. 1864 werden de krijgsverrichtingen tegen Simoneseki door hem medegemaakt. In Januari 1867 repatrieerde Van den Bosch als machinist 3de kl. en reeds het volgende jaar werd hy machinist 2de kl., in welken graad hy deelnam aan de expe ditie ter kust van Guinea aan boord van Zr. Mr. stoomschip >Amstel" in 1869 en 1870, onder het bevel van den luit. ter zee lste kl. K. C. Bunnik. Hij ontving daarvoor het eereteeken van buitengewone krijgsverrichtingen. In 1873 toog hy ten tweeden male naar Oost-Indië met Zr. Ms. stoomschip Watergeus", onder denzelf den commandant, als kapt.-luit ter zee. Van den Bosch woonde uu de krijgs verrichtingen tegen Atjeh by, waarvoor hem in 1875 de Atjeh-gesp en de Atjeh - medaille werden toegekend. Het jaar te voren was hij bevorderd tot machinist lste kl. en by terugkomst in het vaderland in 1877 werd hy als zoodanig opgenomen in het vaste korps, om op dat standpunt nog een derde Indische campagne mede te maken van 1880 tot 1883. Hierna volgde het tyd rak, waarin Van den Bosch vooral met zeldzame onder scheiding heeft gediend. 1 Januari 1885 benoemd zjjnde tot officier-machinist 2de kl., volgde de werkkring by het torpedo- materieel en was hy tot Mei 1886 belast met het ónderwijs aan de applicatieschool te Helder. Daarna werd hjj gecommit teerd naar Finme, Triest en Pola, voor de beproeving van vischtorpedo's In September van het, volgende jaar te Helder teruggekeerd zijnde, werd Van den Bosch aldaar opnieuw gedetacheerd bij het torpedo-atelier. Hij maakte zich nu o. m. bijzonder verdienstelijk door de uitvinding van een borginrichting tegen het verkeerd werken met stoommachines, vooral op de snelwerkende torpedomachines van het grootste belang. Na intusschen 1 Maart 1891 benoemd zyn tot officier-machinist lste kl. werd Van den Bosch in 1892 voor de beproe ving van vischtorpedo's gecoinmiteerd naar Berlijn en Kiel en in Juni van dat jaar volgde zyn benoeming van chef van het meergenoemd torpedo-atelier, terwijl hij in Augustus het ridderkruis der Oranje- Nassau orde mocht verwerven, nadat hy reeds bjj herhaling bjjzondcre tevreden- beidsbetuigingen van den minister van Marine had ontvangen, gelyk hy die ook later heeft ingeoogst. Desniettegenstaande werd door Van den Bosch in 1895 pensioen aangevraagd. Hy bleef daarna nog eenige jaren werkzaam in de firma Klever, maar werd helaas in dit jaar aau het ziekbed gekluisterd en overleed den 21 sten Juli tc Amsterdam." Woensdag werd van de werf »Nico- laas Witsen", van de firma W. F. Stoel Zoon te Alkmaar te water gelaten, een Langedijker kofschip, voor rekening van den heer J. Dirkraaat te Broek op Langedyk. Zaak HAAS Van HALL Woensdag jl deed de Amsterdamsche Rechtbank uitspraak in deze zooveel ge rucht makende zaak. Beklaagde Hans werd veroordeeld tot drie jaren gevangenisstraf met aftrek der preveutive hechtenis van zes maanden, be klaagde Vau Hall tot drie iaren gevan genisstraf zonder aftrek vau de preventive hechtenis. Fonds voor den gewapenden dienst. De 83ste vergadering van het Fonds ter aanmoediging en ondersteuning van den gewapenden dienst in de Nederlanden is Woensdag te Amsterdam gehouden. De inkomsten over 1898 bedroegen f76,113.341/,. Behalve de rente Tan net kapitaal op het Grootboek, die f 40,329.50 beliepen, en de opbrengst der jaarlijksche collecte, ad f 20,076.557,, zijn onder het aangegeven cyfer der inkomsten begrepen de rente van het geschenk van wjjlen Z. M. den Koning (nationaal huldeblyk bij gelegenheid van H. D. 25-jarige regee ring) ad f 9070.32, alsmede f 1517.58 van het saldo dier renten het subsidie vau het Rijk ten behoeve van het inva- liedenhuis te Leiden, groot f 5000een bedrag van f 100, ingekomen van de com missie te Bataviaeen bedrag van f L88 van de districts-commissie te Utrecht, alsmede f 15 als restitutie van ia 1897 te veel in uitgaaf gebrachte gratificatie. Aan 1485 deelgerechtigden keerde het Fonds f 50,706.487S uit aan gratificatiën en f 10,587.91 aau toelagen, voortspruitende uit de rente van het geschenk van Z. M. den Koning. Onder die deelgerechtigden bevonden zich 351 verminkten uit Oost- Indië, 8 verminkten uit den stryd tegen België, 807 infinnen, blinden en veteranen en 319 oud-strijders van België. Het invaliedenhuis te Leiden verkeert in goeden staat Daarin werden verzorgd, tegen afetaud vau hun pensioen en hun gratificatie, 29 deelgerechtigden, alsmede 9 oud-militairen (niet-deelgerechtigden) tegen afstand van hun pensioen. De uitgaven ten behoeve van dit ge sticht beliepen f 8281.06. Gedurende het afgeloopen jaar werden als nieuwe deelgerechtigden in het Fonds opgenomen 22 verminkten uit Oost-Indië, 60 infirmen en 11 oud-stryders van België. Het getal sollicitanten bedraagt 692. De „Adler" ontploffing. Omtrent de ketelontploffing 'aan boord van de Oostenryksche torpedoboot Adler kan nog worden medegedeeld dat het ge- heele vaartuig ontredderd is. De comman dant Schwarzl wist het schip met behulp van riemen en een noodzeil naar de golf van Torcola te brengen en liet het daar stranden. In een boot zond hy twee ma trozen naar het eilandje Lesina, van waar naar het eskader geseind werd. Dadelijk na ontvangst van het telegram kwamen de kruisers »Zanta" en het torpedoschip »Meteor" hulp brengen. Een geneesheer uit Lesina had reeds de gewonden ver bonden. De bevelhebber en drie lichtge wonden. evenals de niet gekwetsten, werden naar Palo en twee zwaar gewonde matrozen naar Spalato gebracht. FEUILLETON. 36). De uitwerking dier woorden op den rechter was vreeselyk. Als door een beroerte ge troffen, waDkelde hy achteruit. Met starren blik keek hy nu vrouw Franzka, dan den adjunct aan hy beet op de lippen, zonder te voelen, dat liy zich die stuk beet en drup pels bloed er langs vloeiden. Dat enkele woord van vrouw Franzka had hem de oogen geopendzyn geheim was verraden, zyn schuld ontdekt I Maar slechts ëën seconde was hy verlamd van schrik, dadelijk herstelde bij zichhy gerooide bepaald, dat de eenige kans op redding lag in het toonen van de grootste koelbloodigbeid en met bewonderenswaardige aelfbeheersching zeide hy dreigend •Ge hebt gewaagd de kast met een sleutel te openen en gy, mijnheer de adjunct, hebt dien sleutel in bewaring genomen Ik eisch dat ge mjj dien dadelyk geeft.' De adjunct had tot dusverre met over elkaar geslagen armen, als was hy belange loos toeschouwer, dit tooneel gade geslagen. Een verachtelyk lachje speelde om zijn lippen en hy gaf geen antwoord op de tot hem gerichte vraag. •Gy antwoordt niet? Deze weigering ie reden genoeg voor eene uitdaging*, hernam do rechter, ,ik zal u ter verantwoording roepen Vergeet niet, mynhcer, dat inbreuk op myn eigendom, openen van dit slot, een misdaad is, waarvoor ik u veiantwoordelyk stelIk verlaat u thans en zal dadelyk de noodige stappen doen om mijn recht te erlangen.' Hy keerde zich naar de deur, docli nog vóór by óón stap had gedaan, had de adjunct de hand op zyn schouder gelegd eu beslist gezegd •Gy zult deze kamer slechts als gevangene verlaten, mynheer von Foligno. Gy zijt ge arresteerd.* De oogen des rechters schoten vuur. Zyn rechterhand greep in den borstzak, toen ver hief hy zich, er schitterde een mes in, doch vóór hy kon toetasten, had de adjunct zijn pols omklemd. En toen begon tusschen beide sterke mannen een vreeselyk rukken, een stryd op leven en dood. Vrouw Franzka gilde van schrik, haar man stond sidderend naast haar, hy waagde het niet een der strijdenden te hulp te komen, toen verzamelde ik al myn krachten. Myn voet deed vreeselyke pjjn, toen ik opsprong, doch ik lette daar niet op en kwam ter rechter tyd, jnist toen de rechter zijn hand had losgerukt en opnieuw een doodelyken stoot met bet mes dacht te doen. Ik trok zyn hand terug, de adjunct pakte hem in de keel en met vereende krachten gelukte het ons hem te overmachtigen, op den grond te werpen en de hand, waarin hy nog stecdB het dolkmes hield, vast te honden. Het was eene Treeselyke worsteling. Mijne krachten ruakten uitgeput, want de vertwij felde moordenaar verweerde zich vreeselyk daar kwam echter hulp. De dokter stormde de kamer binneD, gevolgd door drie gendarmen. Zonder zich een oogen- blik te bedenken, wierp de kleine zenuw achtige man zich op den op den grond lig- genden rechter, zette de knie op diens borst en hielp my de mot 't dolkmes gewapende hand neerdrukken. «Gryp en boei dien kerel,' riep hy de gendarmes toe, «anders richt de moordenaar mot dat mes nog meer kwaad aan De rechter was thans bepaaldelyk over tuigd, dat verdere tegenstand vruchteloos was, hy liet het mes los, ik greep het en slingerde het ver de kamer in. «Laat mij los,' zeide hy woedend, «ge ziet, dat ik my niet langer verweer.' Wij stonden op, eerst de adjunct, toen ik; ik hinkte onder bittere pyn naar de sofa, myn hulp was thans overbodig. Ook de rechter was opgestaan, kuchend stond hy tusschen den adjunct en den dokter. De hoop te kunnen ontvluchten had hy opgegeven, want do gendarmes versperden hem den weg, toch klampte hy zich nog aan een stroohalm vast. «Ik roep je tot getuige,* riep by den hoofd-gendarmc toe, «van de mishandelingen, die ik van die krankzinnige menschen, die my overvallen hebben, had te lyden. Ik gebied jo my bij te staan, ik, do districts- rechtcr Ik beveel je. die mannen, den ai^unct, den dokter en den Dnitschen professor daar, to arresteren, ik neem er de verantwoorde lijkheid van op mjj.» Op het gelaat des gendarmes kwam een trek van verlegenheid, hij koek aarzelend nu den rechter dan den adjnnct aan. «Ik weet werkelyk niet wat ik doen moet,* zeide hy, zich tot den adjunct wendende, «u beveelt my den districts-rechter to arresteeren, en hy beveelt my u te arresteeren. Hjj is toch altjjd de districts-rechter. Vast besloten trad nu de adjunct op dc kast toe, haalde don sleutel uit zijn zak, opende die en trok de bovenste lade uit. ,Ik beveel je, een moordenaar to arrestee ren,' zeide hjj, «hjj, niet Franz Schorn, heeft den moord in het verlaten huis gepleegd Hier zyn de bewjjzen, zyn met bloed bevlekte kleeren en de gestolen bankbiljetten. Op n de verantwoording als de moordenaar ont komt, omdat ge aarzelt aan mjjn bevel te voldoen. De gendarme aarzelde niet langer, een blik in de kast had hem overtuigd. Een uur later vertrok de moordenaar door twee gendarmen vergezeld, per rjjtuig naar Laibach. 15ijua de halve bevolking van Lnttach verdrong zich schouder aan schouder voor het rechtsgebouw, om den moordenaar te zien vertrekken, want mot verwonderlijke snelheid had zich de tyding verspreid«Niet Franz Schorn, doch de districts-rechter is de moordenaar Toen de gevangene uit bet gerechtsgebouw geleid werd, verhief zich een woedend gebral de gendarmen moeeten dreigend hunne wapens tegen het verontwaardigde volk ophellen, om den elleadigen, van angst sidderenden, ge boeiden gevangene voor mishandelingen te vrijwaren. Tallooze vloeken en verweuschingen volg den hem, toen het rytuig door de menigte reed. Op dat zelfde oogenblik zat op myn sofa do lieve, kleine Annuzy dankte my met een van vreugde stralend gelaat, en toch had ik niets gedaan om haar dank te verdienen. XIV. De dokter, de burgemeester en de kapitein waren naar Laibach gereden om daar per soonlijk te werken voor do spoedige vrijlating van Franz Schorn, aan wiens onschuld thans niemand meer twjjfelen kon. De dokter had my bjj zyn vertrek beloofd my dadelyk den uitslag zijner bemoeiingen te zullen schrijven en hij hiold woord. Reeds den tweeden dag kreeg ik van hem een langen brief. Het had in Laibach ongehoord opzien verwekt, toen de districts-rechter van Lut- tach, geboeid als iedere misdadiger, in de gevangenis was gebracht. De Anti-Slavische bladen hadden reeds zegevierend verteld, dat de eenige Duitsche agitator te Luttach niet meer of minder was dan een lage, nietswaar dige moordenaar en dief, 't was thans voor hen een groote slag, dat niet de Duitsche agitator de moordenaar was, doch een man, die, ofschoon van Italiaansche afkomst, toch steeds ijverig voor dc Slavische zaak had gestreden. De Slavische party -had gaarne voor de schuld van den gehatcn Duitscber en de onschuld des rechters opgetreden, doch de dokter had gezorgd, dat alle bewjjzen tegen den moordenaar bekend werdenhjj zelf was volbloed Slaaf, maar een verstandig, cvrljjk man, bjj wien recht ging boven natio naliteitsgevoel, en hjj dwong «le bladen zjjner party door zyn waro mededeelingen voor Franz Schorn op le treden, en zy doden dit, zjj het dan ook op koele wjjxe: Een troost was het dan ook voor hen, evenals voor den dokter, dat de districts rechter Foligno geen Slaaf, doch eigenljjk een Italiaan wa*. Op de beslissing van het landgerecht kon den de partybelangen natuurlijk geen invloed hebben. De dokter schreef vol geestdrift over de ontvangst bjj den rechter van instructie. Deze had hem eerljjk gezegd, dat hjj reeds door het verhoor te Luttach eenige verden king tegen den districts-rechter was gaan koes teren, eeno verdenking, die thanB door het juist aangekomen, degeljjk rapport des adjuncta en de onomstooteljjke bewijzen, zeker heid was geworden bet was vn-eselijk voor hem te moeten optreden tegen een ambtgenoot, waarop ongetwjjfd een doodvonnis zou moeten volgen, doch hy zou zjjd plicht doen. Ook do officier van justitie, die tot dusverre vast van Schorn's schuld overtuigd was geweest, moest diens onschuld na de onomstooteljjke bewjjzen tegen den districts-rechter erkennen, en Schorn's bevrijding nit de gevangenis wachtte thans nog alleen op enkele formali teiten. Gelukte hot den rechter hem tot eene bekentenis te bewegen, dan zou hjj dadelyk vrjjheid worden gesteld. De hoop, dat de misdadiger een volledigs bekentenis zou afleggen werd niet vervuld. Met de grootste brutaliteit beweerde hjj bjj zyn verhoor, dat hjj onschuldig en het offer cencr lage intrigue was. Allo door my, den Duilschen professor, ingebrachte beschuldi gingen waren deels leugens, deels vordraaid. Het was niet waar, dat ik zjjn met bloed bevlekten zakdoek in de buurt van het afge legen huis had gevonden, hjj had nooit dien zakdoek verloren. Het bloed aan den doek, zoowel als aan zjjn hemd, vest en broek kwam van de wonde, die hjj bjj het vallen van de rots op den dag van den moord aan zjjn hand had gekregen en waarvan hjj dea professor verteld liad. Hjj beweerde, dat ik hem had aangetroffen, toen bjj zich verkleedde, toen ik hem kwam vertellen van het vinden van den vermoorde. In myn bjjzjjn had hjj de bloedige kleeren in de bovenste lade der kast gestopt, ik had dus precies geweten waar die lagen. Hoe die gestolen papieren van waarde en bankbiljetten in die kast waren gekomen, wist hjj niet, doch hjj vermoedde, dat die tjjdons zjjn afwezigheid daarin door mjj gelegd waren of op mjjn bevel door do door mjj omgekochte vrouw Franzka, om dan de komedie te kunnen spelen van het brengen der kast in mjjn kamer en het vinden der bebloede kleeren, opdat de verdenking van Franz Schorn afgeleid en op hem, don rechter, gebracht kon worden. (Slot volgt)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1899 | | pagina 1