f
KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor Helder, Texel en WIerIngen -
No. 276 2.
Zaterdag 5 Augustus 1899.
z7»te Jaargang.
Bureau: Zuidstraat.
Telefoonn". 32.
Bureau: Spoorstraat.
Telefoonn0. 89.
Aboimomont
p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., met Zondagsbl. 80 Ct.
id. franco per post 75 id. fl.121/,.
id. Toor bet Buitenland fl.25, id. f2.00.
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder.
Bureauxi Spooratraat en Zuidatraat.
A<lvertentlön
van 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer5
Groote letter» worden naar plaatsruimte berekend.
_AdverteDtiën_inoeten_uiterI\jk^de8^ D1N8DAG8- en VRf.TDAG8MORGF.lNS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
KALENDER DER WEEK.
AUGUSTUS, Oogstmaand, 81 dagen.
Opkomst der Zon 4 u. 29 m.
Onderg. 7 u. 41 m.
Zondag 6 Nieuwe Maan.
Maandag 7
Dinsdag 8
Woensdag 9
Donderdag 10
Vrjjdag 11
Zaterdag 12
lilt het Huitenland.
Het Belgische Ministerie heelt begrepen,
dat thans zijn tjjd gekomen is, om de por
tefeuilles ter beschikking van den Koning te
stellen. Bjj den aanvang der zitting op jl.
Dinsdag deelde minister-president Van den
Peereboom aan de Kamer van afgevaardig
den mede, dat 't besluit, waartoe de kiesrecht
commissie van 15 leden gekomen is, aan hot
ministerie het sein heeft gegeven, om ontslag
te vragen. De voorstellen der regeering
vonden hoegenaamd geen goedkeuring, en dus
was de weg gebaand om af te treden. De
minister gaf nog in overweging, om den
arbeid, andere aangelegenheden betreffende,
voorttezetten, doch na eenige discussie, waarbij
de overtuiging feitelyk werd uitgesproken,
dat men niet kan beraadslagen zonder een
verantwoordelijk ministerie, werd bepaald, dat
de bespreking van het Brusselsche tramplan
wèl zal voortgezet, doch niet gesloten zal
worden vóór de vorming van een nieuw
ministerie.
Een der Parijsche dagbladen de Figaro
deelde dezer dagen de brieven meê, door
Dreyfus in het begin van het vorig jaar ge
zonden aan de presidenten van Kamer en
Senaat van Frankrjjk, en verder eeu paar
brieven aan den toenmaligen president der
Republiek Felix Faure. Deze brieven bevatten
natuurlijk niets nieuws. Hoofdzaak er in is
de herhaalde betuiging van onschuld. De
eerste brieven zullen daarom nogal de aan
dacht trekken, omdat zij door het kabinet-
Meline zijn achtergehouden en nooit aan de
adressen zijn bezorgd. Zy bevatten volstrekt
niets, wat zulk een ingry penden maatregel
ook maar eenigszins kan verontschuldigen.
Na een korte uiteenzetting van zyn treurigen
toestand, roept Dreyfus de hulp van het
Parlement in, om herstel van eer te verkrijgen.
Dat is alles.
De berichten omtrent de gespannen ver
houding tusschen Engeland en de Transvaal
houden de mededeeling in, dat de oorlogskans
gedurende de laatslverloopen dagen vermin
derd is. In Transvaal vooral moet men
veel meer hoop hebben op een vreedzame
oplossing van de geschillen, dan eenige dagen
geleden, 't Is echter omtrent deze aangele
genheid uiterst moeielijk te voorspellen, boe
de afloop zal zyn, want baast iederen dag
komen van weerszijden tijdingen aan, die
vroegere mededeelingcn lijnrecht tegenspreken.
Een der berichtgevers schrijft o. a.,de oor
logegeruchten verminderen wel, doch er zijn
mededeelingen te over, die wijzen op een nog
zeer onzekere toekomst. Engeland bljjft oor
logsmateriaal naar Zuid-Afrika zenden, en dit
is in ieder geval oen onrustbarend toeken.
Hij schryft verder over de gehechtheid in
Transvaal aan bestaande, vry versleten toe
standen en gebruiken het volgende Een
weinig meer liberaliteit zou in de Zuid-
Afrikaansche Republiek geen kwaad doen.
In «en bijeenkomst van Israëlieten, te Johan-
nesburg gehouden, werd nu onlangs een
bericht van den staatssecretaris gelezen, waarin
den President in overweging wordt gegeven,
den Volksraad voor te stellen, de godsdienstige
achterstellingen af te schaffen, en Katholieken
en Joden toe te staan, op gelijken grondslag
als andere gezindten het kiesrecht uit te
oefenen, hun de bevoegdheid te verleenen,
om in den Volksraad kiesdistricten te verte
genwoordigen en officiëele ambten in den
Staat te verleenen. Daartoe werd het inder
daad ook tyd
In een vorig nummer hebben we een en
ander medegedeeld omtrent de werkstaking
van het trampersoneel te Cleveland, in den
Staat Oliio (Vereen. Staten vanN.-Amerika).
Berichten van daar dcelen omtrent die staking
verder nog hot volgende mcê: «De stakers
worden door het publick yverig gesteund.
Wie gebruik maakt van een tram, bestuurd
door afvalligen, wordt door zyne medeburgers
onmogclyk gemaakt. Zoo kwam een zeer
bekend inwoner van Cleveland in een koffie
huis, en bestelde een glas bier. Men wei
gerde, het hem te brengen, omdat hy van
de tram had gebruik gemaakt. De man trad
een tweede koffiehuis binnen, maar kreeg
ook daar het gevraagde niet. Hy liep boos
weg met de bedreiging, dat hy een vat bier
zou bestellen in een der voorsteden. Daar
toe vervoegde hy zich bjj een apotheker,
met verzoek van de telefoon gebruik te mogen
maken. Ook dit werd hem geweigerd. De
man heeft zelfs geen barbier kunnen vinden,
die hem wilde scheren".
Het was jl. Zondag de sterfdag van Bis-
marek. De kinderen van den doode begaven
zich naar het graf van den grooten staats
man, en legde daarop kransen neder. Ook
Keizer Wilhelm zond een krans, nit lauwer
takken en palmen samengesteld, en uit Ber
gen in Noorwegen een telegram, waarin hy
nogmaals de onvergetelyke verdiensten van
den overledene herdacht.
De feesten, dezer dagen te Napels gegeven,
ter eere van den beschermheilige der stad,
hebben een treurig incident opgeleverd. Er
werd, ten aanschouwe van een zeer groote
menigte, een vuurwerk afgestoken. Een der
donderbussen weigerde aftegaan, en toen men
naar de oorzaak ging zien, ontplofte het in
strument. Er werden 7 omstanders gedood
en 28 gewond.
De navolgende cyfers kunnen ons overtuigen,
dat het aantal vogels, die dienst moeten doen,
om de hoofddeksels der dames te versieren,
tegenwoordig reusachtig groot is. De beide
laatste scheepsladingen, die voor een groot
modemagazijn te Londen bestemd waren, be
stonden uit 8000 kisten paradijsvogels, 600
kisten veóren van zeearenden, 200 kisten
pauwenveórsn, 500 kisten kleine vogels van
verschillende soort, 5100 duiven,800 fazanten,
en een half dozyn kisten met allerlei insecten,
die geprepareerd moesten worden, om als sie
raad op dames-hoeden te dienen. Zou het niet
tyd worden, dat aan deze wreede mode
een einde werd gemaakt?
Door een Engelsch dagblad werden dezer
dagen akelige bijzonderheden medegedeeld om
trent den hongersnood, die in eenige districten
van Rusland heerscht. Het «Roode Kruis"
voedt thans in het gewest Samara 125.000
ongelukkigen, en verpleegt er 20.000, die door
scheurbuik aangetast, in 120 hospitalen een
onderdak hebbeu gekregen. Doch deze hulp
ia nog zeer beperkt, want er zijn millioenen
menschen, die daar honger lyden. In do ge
westen Ufa, Cherson, Tivaspol en Cherkow
is de toestand hoogst ellendig. Men vreest, dat
in nog meerdere provinciën de hongersnood
zich zal uitbreiden, want de oogst is er ver
nield, en wat er nog van terecht zou zyn
gekomen, is door de sprinkhanen verwoest.
Omtrent de miltvuur-epidemie in de Zweed-
sche provincie West-Gothland, waarvan vroe
ger reeds door ons gewag werd gemaakt, valt
thans nog het volgende te berichtenNiet
alleen een groot aantal paarden en runderen
zyn als slachtoffers gevallen, doch de ziekte
heeft ook reeds eenige menschonlevens geëischt,
en dagelijks komen nieuwe gevallen voor.
Door den gezondheidsraad te Stockholm zyn
middelen in het werk gesteld, ten einde de
snelle uitbreiding der epidemie met krachtige
band tegen te gaan. De bosschen, waarin de
kudden zich des zomers ophouden, worden
door een aantal beambten en door militairen
doorzocht en de gevonden zieke dieren afge
maakt. In de meeste plaatsen inde geteisterde
streek zijn de veemarkten voorloopig gestaakt,
terwyl het betreden der bosschen streng ver
boden is. Ook de jaarlijksche lcgeroefeningen
zyn, op voorstel van den stelling-commandant,
afgecommandeerd. De schade, door de miltvuur-
epidemie teweeg gebracht, is reeds zeer aan
zienlijk. Gewag makende van epidemiën, valt
uit Noord-Amerika te berichten, dat in den
Staat Virginië aldaar een 30 tal gevallen van
gele koorts zyn voorgekomen, en dat reeds
eenige lyders er uan zyn bezweken. En te
Poona, in Britsch-Indié woedt de pest wéér
op vreeselyke wijze. In twee dagen tijds zyn
daar 317 menschen aan die ellendige ziekte
gestorven, en onder deze ook een aantal Eu
ropeanen. Er is weieens beweerd, dat Euro
peanen niet vatbaar waren voor de pestziekte
het bericht uit Poona weerspreekt die
bewering
NIEUWST IJ DINGEN.
HELDER, 4 Aug. 1899.
XJltSlAK
Raadsverkiezing alhier, op Dinsdag 1 Aug.
DISTRICT I. Aantal kiezers 925
Uitgebracht 559, van onwaarde 7, volstrekte
meerderheid 277.
Uitgebracht op de heeren
W. C. VAN BREDA 193
J. P. RADIUS 193
C. J. J. H. VAN KEMPEN 166
Herstemming tusschen de heeren VAN
BREDA en RADIUS.
DISTRICT II. Aantal kiezers 969.
Uitgebracht 681, van onwaarde 15, volstrekte
meerderheid 334.
Uitgebracht op de heeren
J. KORVER 267
A. P. STAALMAN 271
G. DE VEN 108
Herstemming tusschen de heeren KORVER
en STAALMAN.
Iu DISTRICT 1 was het aantal kiezers
dat aan de stemming deelnam 59.6 in
DISTRICT II 68.7
De tegen ds. A. de Koe te Helder
door officieren der zeemacht ingediende
klacht wegens opzettelijke beleediging van
het marine-personeel is door het klassikaal
bestuur te Alkmaar ongegrond bevonden.
Dezer dagen verscheen bjj den uitge
ver Van Gelder te Amsterdam eene brochure
getiteld »'n Preek, en wat ervan
kwam", door Ds. A. de Koe. Deze
brochure bevat I. De veelbesproken preek.
II. Wat er van kwam. III. Memorie van
verdediging.
De verjaardag van H. M. de Konin
gin-Moeder ging 1.1. Woensdag in onze
gemeente niet ongemerkt voorbij. Van de
openbare gebouwen en uit de woningen
van onderscheidene praticulieren wapperde
de driekleur. De drukte langs den weg
was des namiddag^! en des avonds grooter
dan op gewone dagen, waartoe ook zeker
het fraaie zomerweder het zijne bijdroeg.
Zooals gebruikelijk is by veijaardagen van
leden van 't vorstelijk huis, werd aan boord
der oorlogsvaartuigen door de schepelingen
geparadeerd en om 12 uur de saluut
schoten gelost. Door de troepen van de
landmacht en van de mariniers werd op
den zeedyk, bij het Observatorium, ook
parade gehouden.
Door de Heldersche Harddraverij-Ver-
eeniging was een harddraverij uitgeschre
ven door paarden in Nederland geboren,
gereden onder den man, die gehouden werd
aan de Weststraat. 14 paarden namen aan
den wedstrijd deel, waarvan 9 der eigenaren
in deze gemeente wonen. De i> -langstel
ling in deze harddravi-rij was gr >oter dan
men in een zeeplaats zou verwachten en
de orde en regeling liet niets te wenschen
over. Van des namiddags 2 tot ruim 5
uur duurde de strijd. De prijs van f 60
was toen behaald door den schimmel Jonge
Joel" eigenaar A. de Ridder te IJpolder,
berijder M. Haster, de le premie van f 30
door den bruinen ruin »Tabor", eigenaar
A. Kooi] te Beemster, berijder J. Smit en
de 2e premie van f 10 door den zwarten
ruin >Hans", eigenaar J. Edel te Beem
ster, berjjder J. Smit. Na afloop van den
wedstrijd ging men in optocht met het
muziekkorps voorop naar het lokaal >Ti-
voli", waar door den Voorzitter der Ver-
eeniging, den lieer C. Maalsteed onder
een gepaste toespraak de prijzen werden
uitgereikt. Des avonds werd van wege
de harddraverij-vereeniging in den tuin van
»Tivoli" een militair concert gegeven door
het vrjjwillige muziekkorps van het 4e
regiment der artillerie, onder directie van
den sergeant majoor T. de Groot, welk
korps des namiddags ook de harddraverij
reeds door muziekuitvoeringen had opge
luisterd, Honderden waren in den tuin des
avonds bjjeen, die met aandacht de popu
laire nlnzieknuramere volgden en meer
malen hunne goedkeuring te kennen gaven.
Het feest werd met een vuurwerk, geleverd
en ontstoken door den vuurwerk maker
J. B. Horsten van Amsterdam, besloten
Hoewel het niet veel nummers telde, viel
het toch zeer in den smaak, vooral het
slotnummer >een harddraver met zijn be
rijder".
De stichting der Heldersche Gasfabriek.
Hebben we in een vorig nummer de
stichting der Heldersche W a t e r 1 e i-
d i n g in berinnering gebracht we
meenen wèl te doen met nu ook de stich
ting der Heldersche Gasfabriek te
vermelden. Ook nu ontleenen we onze
mededeelingen uan het indertijd bij den
boekhandelaar Berkhout en Co. in 't licht
verschenen werk van wjjlen den heer
Dekker, getiteld «Ontwikkelings-geschie-
denis en beschrijving der gemeente Helder
We lezen daar op pagg. 122 en 123 het
volgendeBij de trapsgewijze uitbrei
ding der gemeeute was men ook bedacht
geweest, om hare straten des avonds en
des nachts te verlichten; maar in den tijd,
waarvan wij spreken, stak deze straatver
lichting, die uit olielampen*) bestond, zeer
af bij die van andere steden, waar men
het helder brandend Bteenkolengas daartoe
bezigde. Meermalen was eene verbeterde
straatverlichting alhier in overweging ge
nomen. en besproken, toen eindelijk op
den 8 Februari 1856 door Burgemeester
en Wethouders een openbare aanbesteding
werd gehouden van de straatverlichting
te Helder, gedurende 25 achtereenvolgende
jaren, door middel van loopeud gas, bereid
uit steenkolen. De heer Bosch Reitz werd
aannemer, od weldra werden de banden
aan het werk geslagen tot opbouw der
gasfabriek. Andermaal werden de straten
opgebroken, om naast de buizen, waardoor
het duinwater stroomt, andere ijzeren
pijpen te leggen, waardoor weldra het gas
zijn weg zou nemen, om onze straten,
pleinen, oj tilbare en bijzondere gebouwen
van helder licht te voorzien. Reeds in 't
volgend jaar lokte bet bericht, dat op den
avond van 8 December het gas in onze
gemeente voor 't eerst zou ontstoken
worden, een aantal wandelaars uit, om
deze nieuwe verlichting te zien. De ver
wachting der nieuwsgierigen of belang
stellenden werd niet teleurgesteld, want,
behalve in de lantaarns langs den open
baren weg, zag men gas-illuminaties aan
gebracht aan het raadhuis, de gasfabriek,
het woonhuis van den heer Bosch Reitz
aau het HavenpleiD, en nog enkele andere
gebouwen. Vele ingezetenen lieten weldra
in hunne panden eene gasleiding maken,
doch, gelijk het bij alle zaken gaat, wer
den er, naast de voorstanders der nieuwe
verlichting, ook tegenstanders gevonden,
die ze óf uit vooroordeel, óf om den prjjs
naar hunne meening to hoog ver
wierpen. In later tyd, toen men de onder
Gloeirode spijken dn*(Noot van dea wtler).
vinding had opgedaan, dat, hij gepaste
voorzorg, het gevaar bij 't branden van
het gas niet zoo groot is, als men in den
beginne wel vreesde, en toen de prijs er
van, door het vermeerderd gebruik, kon
verlaagd worden, besloten opnieuw vele
ingezetenen, hunne huizen van zulk licht
te voorzien. Daar de heer Bosch Reitz,
ter behartiging van andere zaken, dikwijls
te Amsterdam en elders moest verblyf
houden, werd het beheer van de Water
leiding en der Gasfabriek opgedragen aan
den heer C. J. van Spall, die, als tech
nicus elders, vóór zyr.e komst alhier, 't
laatst te Groningen, was werkzaam geweest".
Omtrent den gepensionneerden offi
cier-machinist J. G. Van den Bosch, van
wiens overlijden en plechtige begrafenis
wij reeds melding maakten, deelt »Het
Vad." nog het volgende mede: De over
ledene trad in Juni 1861 in Zr. Ms. zee
dienst en werd reeds 3 maanden later be
vorderd tot machinist-leerling lste kl. In
het volgende jaar ondernam hij met Zr.
Mr. stoomkorvet >Medusa", onder de or
ders van den kapitein-luitenant ter zee
jhr. F. De Casembroot, zyn eerste reis
naar Oost-Indië en in Juli 1863 en Sept.
1864 werden de krijgsverrichtingen tegen
Simoneseki door hem medegemaakt.
In Januari 1867 repatrieerde Van den
Bosch als machinist 3de kl. en reeds het
volgende jaar werd hy machinist 2de kl.,
in welken graad hy deelnam aan de expe
ditie ter kust van Guinea aan boord van
Zr. Mr. stoomschip >Amstel" in 1869 en
1870, onder het bevel van den luit. ter
zee lste kl. K. C. Bunnik. Hij ontving
daarvoor het eereteeken van buitengewone
krijgsverrichtingen. In 1873 toog hy ten
tweeden male naar Oost-Indië met Zr. Ms.
stoomschip Watergeus", onder denzelf
den commandant, als kapt.-luit ter zee.
Van den Bosch woonde uu de krijgs
verrichtingen tegen Atjeh by, waarvoor
hem in 1875 de Atjeh-gesp en de Atjeh -
medaille werden toegekend. Het jaar te
voren was hij bevorderd tot machinist lste
kl. en by terugkomst in het vaderland
in 1877 werd hy als zoodanig opgenomen
in het vaste korps, om op dat standpunt
nog een derde Indische campagne mede
te maken van 1880 tot 1883.
Hierna volgde het tyd rak, waarin Van
den Bosch vooral met zeldzame onder
scheiding heeft gediend. 1 Januari 1885
benoemd zjjnde tot officier-machinist 2de
kl., volgde de werkkring by het torpedo-
materieel en was hy tot Mei 1886 belast
met het ónderwijs aan de applicatieschool
te Helder. Daarna werd hjj gecommit
teerd naar Finme, Triest en Pola, voor
de beproeving van vischtorpedo's
In September van het, volgende jaar
te Helder teruggekeerd zijnde, werd Van
den Bosch aldaar opnieuw gedetacheerd
bij het torpedo-atelier. Hij maakte zich
nu o. m. bijzonder verdienstelijk door de
uitvinding van een borginrichting tegen
het verkeerd werken met stoommachines,
vooral op de snelwerkende torpedomachines
van het grootste belang.
Na intusschen 1 Maart 1891 benoemd
zyn tot officier-machinist lste kl. werd
Van den Bosch in 1892 voor de beproe
ving van vischtorpedo's gecoinmiteerd naar
Berlijn en Kiel en in Juni van dat jaar
volgde zyn benoeming van chef van het
meergenoemd torpedo-atelier, terwijl hij
in Augustus het ridderkruis der Oranje-
Nassau orde mocht verwerven, nadat hy
reeds bjj herhaling bjjzondcre tevreden-
beidsbetuigingen van den minister van
Marine had ontvangen, gelyk hy die ook
later heeft ingeoogst.
Desniettegenstaande werd door Van den
Bosch in 1895 pensioen aangevraagd. Hy
bleef daarna nog eenige jaren werkzaam
in de firma Klever, maar werd helaas in
dit jaar aau het ziekbed gekluisterd en
overleed den 21 sten Juli tc Amsterdam."
Woensdag werd van de werf »Nico-
laas Witsen", van de firma W. F. Stoel
Zoon te Alkmaar te water gelaten, een
Langedijker kofschip, voor rekening van
den heer J. Dirkraaat te Broek op Langedyk.
Zaak HAAS Van HALL
Woensdag jl deed de Amsterdamsche
Rechtbank uitspraak in deze zooveel ge
rucht makende zaak.
Beklaagde Hans werd veroordeeld tot
drie jaren gevangenisstraf met aftrek der
preveutive hechtenis van zes maanden, be
klaagde Vau Hall tot drie iaren gevan
genisstraf zonder aftrek vau de preventive
hechtenis.
Fonds voor den gewapenden dienst.
De 83ste vergadering van het Fonds ter
aanmoediging en ondersteuning van den
gewapenden dienst in de Nederlanden is
Woensdag te Amsterdam gehouden.
De inkomsten over 1898 bedroegen
f76,113.341/,. Behalve de rente Tan net
kapitaal op het Grootboek, die f 40,329.50
beliepen, en de opbrengst der jaarlijksche
collecte, ad f 20,076.557,, zijn onder het
aangegeven cyfer der inkomsten begrepen
de rente van het geschenk van wjjlen
Z. M. den Koning (nationaal huldeblyk
bij gelegenheid van H. D. 25-jarige regee
ring) ad f 9070.32, alsmede f 1517.58
van het saldo dier renten het subsidie
vau het Rijk ten behoeve van het inva-
liedenhuis te Leiden, groot f 5000een
bedrag van f 100, ingekomen van de com
missie te Bataviaeen bedrag van f L88
van de districts-commissie te Utrecht,
alsmede f 15 als restitutie van ia 1897
te veel in uitgaaf gebrachte gratificatie.
Aan 1485 deelgerechtigden keerde het
Fonds f 50,706.487S uit aan gratificatiën
en f 10,587.91 aau toelagen, voortspruitende
uit de rente van het geschenk van Z. M.
den Koning. Onder die deelgerechtigden
bevonden zich 351 verminkten uit Oost-
Indië, 8 verminkten uit den stryd tegen
België, 807 infinnen, blinden en veteranen
en 319 oud-strijders van België.
Het invaliedenhuis te Leiden verkeert
in goeden staat Daarin werden verzorgd,
tegen afetaud vau hun pensioen en hun
gratificatie, 29 deelgerechtigden, alsmede
9 oud-militairen (niet-deelgerechtigden)
tegen afstand van hun pensioen.
De uitgaven ten behoeve van dit ge
sticht beliepen f 8281.06.
Gedurende het afgeloopen jaar werden
als nieuwe deelgerechtigden in het Fonds
opgenomen 22 verminkten uit Oost-Indië,
60 infirmen en 11 oud-stryders van België.
Het getal sollicitanten bedraagt 692.
De „Adler" ontploffing.
Omtrent de ketelontploffing 'aan boord
van de Oostenryksche torpedoboot Adler
kan nog worden medegedeeld dat het ge-
heele vaartuig ontredderd is. De comman
dant Schwarzl wist het schip met behulp
van riemen en een noodzeil naar de golf
van Torcola te brengen en liet het daar
stranden. In een boot zond hy twee ma
trozen naar het eilandje Lesina, van waar
naar het eskader geseind werd. Dadelijk
na ontvangst van het telegram kwamen
de kruisers »Zanta" en het torpedoschip
»Meteor" hulp brengen. Een geneesheer
uit Lesina had reeds de gewonden ver
bonden. De bevelhebber en drie lichtge
wonden. evenals de niet gekwetsten, werden
naar Palo en twee zwaar gewonde matrozen
naar Spalato gebracht.
FEUILLETON.
36).
De uitwerking dier woorden op den rechter
was vreeselyk. Als door een beroerte ge
troffen, waDkelde hy achteruit. Met starren
blik keek hy nu vrouw Franzka, dan den
adjunct aan hy beet op de lippen, zonder
te voelen, dat liy zich die stuk beet en drup
pels bloed er langs vloeiden. Dat enkele
woord van vrouw Franzka had hem de oogen
geopendzyn geheim was verraden, zyn
schuld ontdekt I
Maar slechts ëën seconde was hy verlamd
van schrik, dadelijk herstelde bij zichhy
gerooide bepaald, dat de eenige kans op
redding lag in het toonen van de grootste
koelbloodigbeid en met bewonderenswaardige
aelfbeheersching zeide hy dreigend
•Ge hebt gewaagd de kast met een sleutel
te openen en gy, mijnheer de adjunct, hebt
dien sleutel in bewaring genomen Ik eisch
dat ge mjj dien dadelyk geeft.'
De adjunct had tot dusverre met over
elkaar geslagen armen, als was hy belange
loos toeschouwer, dit tooneel gade geslagen.
Een verachtelyk lachje speelde om zijn lippen
en hy gaf geen antwoord op de tot hem
gerichte vraag.
•Gy antwoordt niet? Deze weigering ie
reden genoeg voor eene uitdaging*, hernam do
rechter, ,ik zal u ter verantwoording roepen
Vergeet niet, mynhcer, dat inbreuk op myn
eigendom, openen van dit slot, een misdaad
is, waarvoor ik u veiantwoordelyk stelIk
verlaat u thans en zal dadelyk de noodige
stappen doen om mijn recht te erlangen.'
Hy keerde zich naar de deur, docli nog
vóór by óón stap had gedaan, had de adjunct
de hand op zyn schouder gelegd eu beslist
gezegd
•Gy zult deze kamer slechts als gevangene
verlaten, mynheer von Foligno. Gy zijt ge
arresteerd.*
De oogen des rechters schoten vuur. Zyn
rechterhand greep in den borstzak, toen ver
hief hy zich, er schitterde een mes in, doch
vóór hy kon toetasten, had de adjunct zijn pols
omklemd. En toen begon tusschen beide sterke
mannen een vreeselyk rukken, een stryd op
leven en dood.
Vrouw Franzka gilde van schrik, haar man
stond sidderend naast haar, hy waagde het
niet een der strijdenden te hulp te komen,
toen verzamelde ik al myn krachten. Myn
voet deed vreeselyke pjjn, toen ik opsprong,
doch ik lette daar niet op en kwam ter
rechter tyd, jnist toen de rechter zijn hand
had losgerukt en opnieuw een doodelyken
stoot met bet mes dacht te doen. Ik trok
zyn hand terug, de adjunct pakte hem in de
keel en met vereende krachten gelukte het
ons hem te overmachtigen, op den grond te
werpen en de hand, waarin hy nog stecdB
het dolkmes hield, vast te honden.
Het was eene Treeselyke worsteling. Mijne
krachten ruakten uitgeput, want de vertwij
felde moordenaar verweerde zich vreeselyk
daar kwam echter hulp.
De dokter stormde de kamer binneD, gevolgd
door drie gendarmen. Zonder zich een oogen-
blik te bedenken, wierp de kleine zenuw
achtige man zich op den op den grond lig-
genden rechter, zette de knie op diens borst
en hielp my de mot 't dolkmes gewapende
hand neerdrukken. «Gryp en boei dien kerel,'
riep hy de gendarmes toe, «anders richt de
moordenaar mot dat mes nog meer kwaad
aan
De rechter was thans bepaaldelyk over
tuigd, dat verdere tegenstand vruchteloos was,
hy liet het mes los, ik greep het en slingerde
het ver de kamer in. «Laat mij los,' zeide
hy woedend, «ge ziet, dat ik my niet langer
verweer.'
Wij stonden op, eerst de adjunct, toen ik;
ik hinkte onder bittere pyn naar de sofa,
myn hulp was thans overbodig. Ook de
rechter was opgestaan, kuchend stond hy
tusschen den adjunct en den dokter. De hoop
te kunnen ontvluchten had hy opgegeven,
want do gendarmes versperden hem den weg,
toch klampte hy zich nog aan een stroohalm
vast. «Ik roep je tot getuige,* riep by den
hoofd-gendarmc toe, «van de mishandelingen,
die ik van die krankzinnige menschen, die
my overvallen hebben, had te lyden. Ik
gebied jo my bij te staan, ik, do districts-
rechtcr Ik beveel je. die mannen, den ai^unct,
den dokter en den Dnitschen professor daar,
to arresteren, ik neem er de verantwoorde
lijkheid van op mjj.» Op het gelaat des
gendarmes kwam een trek van verlegenheid,
hij koek aarzelend nu den rechter dan den
adjnnct aan.
«Ik weet werkelyk niet wat ik doen moet,*
zeide hy, zich tot den adjunct wendende, «u
beveelt my den districts-rechter to arresteeren,
en hy beveelt my u te arresteeren. Hjj is
toch altjjd de districts-rechter.
Vast besloten trad nu de adjunct op dc
kast toe, haalde don sleutel uit zijn zak,
opende die en trok de bovenste lade uit.
,Ik beveel je, een moordenaar to arrestee
ren,' zeide hjj, «hjj, niet Franz Schorn, heeft
den moord in het verlaten huis gepleegd
Hier zyn de bewjjzen, zyn met bloed bevlekte
kleeren en de gestolen bankbiljetten. Op
n de verantwoording als de moordenaar ont
komt, omdat ge aarzelt aan mjjn bevel te
voldoen.
De gendarme aarzelde niet langer, een blik
in de kast had hem overtuigd.
Een uur later vertrok de moordenaar door
twee gendarmen vergezeld, per rjjtuig naar
Laibach. 15ijua de halve bevolking van
Lnttach verdrong zich schouder aan schouder
voor het rechtsgebouw, om den moordenaar
te zien vertrekken, want mot verwonderlijke
snelheid had zich de tyding verspreid«Niet
Franz Schorn, doch de districts-rechter is de
moordenaar
Toen de gevangene uit bet gerechtsgebouw
geleid werd, verhief zich een woedend gebral
de gendarmen moeeten dreigend hunne wapens
tegen het verontwaardigde volk ophellen, om
den elleadigen, van angst sidderenden, ge
boeiden gevangene voor mishandelingen te
vrijwaren.
Tallooze vloeken en verweuschingen volg
den hem, toen het rytuig door de menigte
reed.
Op dat zelfde oogenblik zat op myn sofa
do lieve, kleine Annuzy dankte my met
een van vreugde stralend gelaat, en toch had
ik niets gedaan om haar dank te verdienen.
XIV.
De dokter, de burgemeester en de kapitein
waren naar Laibach gereden om daar per
soonlijk te werken voor do spoedige vrijlating
van Franz Schorn, aan wiens onschuld thans
niemand meer twjjfelen kon. De dokter had
my bjj zyn vertrek beloofd my dadelyk den
uitslag zijner bemoeiingen te zullen schrijven
en hij hiold woord. Reeds den tweeden dag
kreeg ik van hem een langen brief.
Het had in Laibach ongehoord opzien
verwekt, toen de districts-rechter van Lut-
tach, geboeid als iedere misdadiger, in de
gevangenis was gebracht. De Anti-Slavische
bladen hadden reeds zegevierend verteld, dat
de eenige Duitsche agitator te Luttach niet
meer of minder was dan een lage, nietswaar
dige moordenaar en dief, 't was thans voor
hen een groote slag, dat niet de Duitsche
agitator de moordenaar was, doch een man,
die, ofschoon van Italiaansche afkomst, toch
steeds ijverig voor dc Slavische zaak had
gestreden. De Slavische party -had gaarne
voor de schuld van den gehatcn Duitscber
en de onschuld des rechters opgetreden, doch
de dokter had gezorgd, dat alle bewjjzen
tegen den moordenaar bekend werdenhjj
zelf was volbloed Slaaf, maar een verstandig,
cvrljjk man, bjj wien recht ging boven natio
naliteitsgevoel, en hjj dwong «le bladen zjjner
party door zyn waro mededeelingen voor
Franz Schorn op le treden, en zy doden dit,
zjj het dan ook op koele wjjxe: Een troost
was het dan ook voor hen, evenals voor den
dokter, dat de districts rechter Foligno geen
Slaaf, doch eigenljjk een Italiaan wa*.
Op de beslissing van het landgerecht kon
den de partybelangen natuurlijk geen invloed
hebben. De dokter schreef vol geestdrift
over de ontvangst bjj den rechter van instructie.
Deze had hem eerljjk gezegd, dat hjj reeds
door het verhoor te Luttach eenige verden
king tegen den districts-rechter was gaan koes
teren, eeno verdenking, die thanB door het
juist aangekomen, degeljjk rapport des
adjuncta en de onomstooteljjke bewijzen, zeker
heid was geworden bet was vn-eselijk voor
hem te moeten optreden tegen een ambtgenoot,
waarop ongetwjjfd een doodvonnis zou moeten
volgen, doch hy zou zjjd plicht doen. Ook
do officier van justitie, die tot dusverre vast
van Schorn's schuld overtuigd was geweest,
moest diens onschuld na de onomstooteljjke
bewjjzen tegen den districts-rechter erkennen,
en Schorn's bevrijding nit de gevangenis
wachtte thans nog alleen op enkele formali
teiten. Gelukte hot den rechter hem tot eene
bekentenis te bewegen, dan zou hjj dadelyk
vrjjheid worden gesteld.
De hoop, dat de misdadiger een volledigs
bekentenis zou afleggen werd niet vervuld.
Met de grootste brutaliteit beweerde hjj bjj
zyn verhoor, dat hjj onschuldig en het offer
cencr lage intrigue was. Allo door my, den
Duilschen professor, ingebrachte beschuldi
gingen waren deels leugens, deels vordraaid.
Het was niet waar, dat ik zjjn met bloed
bevlekten zakdoek in de buurt van het afge
legen huis had gevonden, hjj had nooit dien
zakdoek verloren. Het bloed aan den doek,
zoowel als aan zjjn hemd, vest en broek
kwam van de wonde, die hjj bjj het vallen
van de rots op den dag van den moord aan
zjjn hand had gekregen en waarvan hjj dea
professor verteld liad. Hjj beweerde, dat ik
hem had aangetroffen, toen bjj zich verkleedde,
toen ik hem kwam vertellen van het vinden
van den vermoorde. In myn bjjzjjn had hjj
de bloedige kleeren in de bovenste lade der
kast gestopt, ik had dus precies geweten
waar die lagen. Hoe die gestolen papieren
van waarde en bankbiljetten in die kast waren
gekomen, wist hjj niet, doch hjj vermoedde,
dat die tjjdons zjjn afwezigheid daarin door
mjj gelegd waren of op mjjn bevel door do
door mjj omgekochte vrouw Franzka, om dan
de komedie te kunnen spelen van het brengen
der kast in mjjn kamer en het vinden der
bebloede kleeren, opdat de verdenking van
Franz Schorn afgeleid en op hem, don rechter,
gebracht kon worden.
(Slot volgt)