KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor HelderTexel en Wieringenm
Het Spookhuis.
Ho. 2766.
■snc-.-.jsj
Zaterdag 19 Augustus 1899.
37ste Jaargang.
Bureau: Zuidstraat.
Telefoonn". 32.
Bureau: Spoorstraat.
Telefoonn0. 59.
KALENDER DEB WEEK.
AUGUSTUS, Oogstmaand, 81 dagen.
Opkomst der Zon 4 u. 52 m.
Onderg. 7 u. 18 m.
Zondag 20
Maandag 21 Volle Maan.
Dinsdag 22
Woensdag 23
Donderdag 24
Vr\jdag 25
Zaterdag 26
tilt het Buitenland.
De tjjdingen nit Rennes, omtrent den
toestand van advocaat Labori, luiden niet
ongunstig. Men hoopt dat geene teedere
deelen door den moorddadigen kogel geraakt
zullen zyn, en dat zich gcene verdere
verschijnselen zullen voordoen. De moorde
naar loopt, nu wij dit schrijven, nog altijd
strafleloos rond. Een berichtgever meldt, dat,
als alles goed gaat, de patiënt over acht dagen
hersteld zal zijn. 't Is echter een vermoeden,
een hoop, die wordt uitgesproken.Omtrent
het proces blijft nog altjjd hetgeen in 't laatst
der vorige week, door den oud-minister van
Gorlog, generaal Mercier als getuigen werd
verklaard, de algemeene aandacht tot zich
trekken. Van hem, van wien men meende
zooveel opheldering, en zooveel bewijzen voor
de schuld van den beklaagde te zullen ver
wachten, heeft men geen enkel afdoend bewijs
vernomen hjj erkende geen enkel bewjjs te
hebben, dat de stukken, in liet borderel ge
noemd, werkelijk aanwezig zyn. Tegenover
den ex-president der RepubliekCasimir
Pericr hield hij vol, dat die stukken wöl
belangryk waren. De heer Perier zeide hom
echter, dat hy indertyd anders gesproken
had. Na Mercier kwamen de vier audere
ministers van Oorlog, die nh hem de porte
feuille in handen gehad hebben, als getuigen
hunne verklaringen geven. Een berichtgever
meldt daarvan B i 11 o t, zittend en goed
moedig Cavaignac, een uur lang staan
de met luide stem en mathematischZur-
linden, niet weinig verward en C h a-
n o i n e, geheel onbeduidend. En dan nog
de voormalige minister van Buitenlandsche
Zaken H a n o t a u x, die in Decembor 1894,
door een desbetreffend stuk in het Rijks
archief te plaatsen, blyk gaf, dat hy de zaak
van Dreyfus niet genoegzaam gemotiveerd
achtte, om de diplomatieke bezwaren te looche
nen, die aan zulk een proces zouden verbon
den zyn. Zoo brak de eene minister zelfs
den ander af, maar helaas, de advokaat
Labori was niet aanwezig, om dit te doen
voelen en er den krijgsraad van to door
dringen.
Van algemeene bekendheid is het, dat er se
dert deFransch-Duitschen oorlog een verschrik
kelijke verkoeling heeft bestaan tusschen
Frankrijk en Duitschland. Deze verkoeling
wordt levendig gehouden by de Franschen,
door de herinnering aan hl de oorlogsrampen,
die zy moesten ondervinden, vooral aan de
talrjjke vernederingen, die zij hebben geleden,
toen de zegevierende vijand zich op Franschen
bodem bevond, waar de toenmalige Koning
van Pruissen zich den Keizerskroon op t
hoofd zette, en niet het minst aan de inljj ving
by Duitschland van de vroegere Fransche
Departementen Elzas en Lotharingen. Thans
eerst, na bijna dertig jaren, komen er blijken
van eenige toenadering, en sommigen gelooven
aan de mogelijkheid, dat men Keizer Wilhelm
in 't volgend jaar te Parys zal zien, der
waarts opgegaan om de Parijsche Wereld
tentoonstelling een bezoek te brengen, 't Is
nog geen beklonken zaak, doch eenige jaren
geleden zou er nog heel geen spraak van
kunnen geweest zijn. .Wat willen b.v.
Duitschland en Frankrijk dus vraagt een
berichtgever, die op verschillende zonderlinge
toestanden en gebeurtenissen in het staatkun
dige heen wjjst. .Is er toenadering? Kan
het wezen, dat de Duitsche Keizer, die altjjd
den hengel uitlegt, waar hy vischrijk water
meent te zien, door zulk een toenadering niet
alleen een vijand in een vriend wil verande
ren niet slechts twee groote Staten, thans
clkahrs dwarskijkers, de handen vrij wil geven,
maar vooral een tegenwicht wil vormen, voor
de ten vorige jaren gesloten Duitsch-Engelsche
overeenkomst, die aan Engeland maar hl te
veel vryheid schjjnt te laten in Zuid-Afrika?
Wie zal het zeggen?» In verband met de
bekende begeerte van Duitschland en Frank
rijk beiden naar koloniaal bezit, meent men,
dat Engeland werkelijk bedreigd wordt door
Voorgevel van de Rijks Hoogere Burgerschool alhier.
Weldra zal een der fraaiste plekjes in
onze gemeente, namelijk het plantsoen op
het Molenplein, verdwijnen. Indertyd is
door den gemeenteraad besloten aldaar een
Rijks Hoogere Burgerschool te stichten
en heden heeft de openbare aanbe
steding plaats. Te oordeelen naar de
teekening belooft het een flink gebouw
te worden, dat de omtrek niet ontsieren
zal. De voor- en achtergevel hebben ieder
een lengte van 32,62 M. en de zijgevels
ieder vau 22,16 M. Het voorfront wordt
eenigszins gebroken, doordat het midden
gedeelte, waar de hoofdingang is, 3,96 M.
vooruitspringt. Dit gedeelte heeft een lengte
van 19,16 M. Naast den oostelijken zij
gevel, in de Waagsteeg, komt de conciërge
woning, waarvan de voorgevel een lengte
afmeting heeft van 87s M. Om het ge
heel wordt, ter plaatse waar thans de
omheining staat, een ijzeren hek geplaatst,
dat een omtrek heeft van 175 M. De
bestaande teekenschool wordt een weinig
veranderd, doch niet met het nieuwe ge
bouw verbonden, en alsdan bestemd voor
Europeesche coalitie een alleszins
mogelyk Duitsch-Fransch Verbond, welk Ver
bond, met Oostenryk en Italië tot steun, zich
dan ten slotte ook tegen de Vereenigde Staten
van Noord-Amerika zou richten. En dan
houde men hierbij in 't oog, dat 't scheppen
eener meer vriendschappelijke verhouding
tusschen de beide Staten in groote mate hunne
belangen bevorderen zou. Eene steeds ge
vreesde uitbarsting der volks-ontevredenheid
zou worden vertraagd, zoo niet belet en het
onderling wantrouwen, 't welk nu bestaat en
dat veel goeds in den weg staat, zou dan
zeer zeker geheel verdwynen. Beide Staten
dragen nu, een menschenleeftijd lang, ontzet
tend zware lasten, zonder nut. Elk moet
zich tevreden stellen met wat het heeft.
Beider eerzucht wordt beperkt tot het ver
krijgen van overzeesch bezit, en geen van
beiden durft, zoolang zij vyanden zyn, een
overzeesche oorlog beginnen.»
In het naburige België, waar kortelings een
nieuw ministerie, onder de leiding van den
heer de Smet de Nayer, is opgetreden, is daar
mede het staatkundig oproer nog in geenendeele
van de lucht. Het nieuwe kabinet heeft zich
by zyn optreden tot taak gesteld, om de op
gewondenheid onder het volk, ontstaan door
het door de vorige bewindslieden aangeboden
kiesrecht-ontwerp, te doen eindigen door de
invoering van do evenredige verte
genwoordiging. Het feit alleen, dat de
oplossing der jongste ministerieële crisis op
zoo groote en onverwachte moeilijkheden ge-
stooten heeft, bewyst den ernst van den poli-
tieken toestand in België. In den regel geschiedt
du verandering van kabinet daar te lande
binnen 24 uren, en de namen der nieuwe mi-
het teekenonderwys van de leerlingen der
hoogere burgeischool. Opmerking ver
dient, dat bij den bouw van deze school
zich voor onze gemeente de bijzonderheid
zal voordoen, dat er geheid moet worden.
Niet minder dan 794 palen zullen in den
grond geslagen worden, waarop het ont
worpen gebouw rust.
Het inwendige beantwoordt natuurlijk
ook geheel aan de eischen, die men aan
een dusdanig gebouw stelt. Een ruime
vestibule, van 4 M. breedte verleent entree
tot de gangen, die toegang geven tot de
directeurskamer, de leeraarskamer, de wacht
kamer van den conciërge, de leerzaal voor
de scheikunde, het laboratorium, de weeg
kamer, het kabinet voor de natuurkunde,
de werkkamer voor de leeraren in de
natuurwetenschappen, de kamer voor den
amanuensis, de leerzaal voor de natuur
kunde, enz. Aan den achterkant in het
midden is een flink gymnastieklokaal met
een lengte van 14,46 M. en een breedte
van 8,70 M. Een ruime hoofdtrap leidt
tot de bovenverdieping. Met 't oog op
brandgevaar is deze trap van hardsteen
ontworpen, terwyl de bevloering van de
vestibule, alle gangen, beneden en op de
verdieping, trapportalen, enz. zal bestaan
uit hardgebakken tegels, rustende op ge
metselde gewelven. Op de verdieping vindt
men behalve een kabinet en een leerzaal
voor plant- en dierkunde, 7 ruime leer
zalen, waarvan de afmetingen zyn 7 M.
lengte en nagenoeg dezelfde breedte. Over
bodig is het bijna te vermelden, dat de
lokalen zoodanig zijn ingericht dat het de
24 leerlingen (die hoogstens in één lokaal
geplaatst worden) niet aan licht en lucht
ontbreekt.
Wij eindigen deze korte beschryving
van de te stichten school met den wensch,
dat men nimmer de gelden beklaagt, die
voor den bouw uitgegeven worden, maar
dat men daarentegen nog vele jaren hier
na met trots wijst op een gebouw, waar
de jeugdige Helderschen kennis kunnen
opdoen, die hun later in de maatschappij
van onschatbaar nut is.
nieters worden gewoonlijk op hetzelfde oogen-
blik publiek gemaakt, wanneer men de aftre
ding hunner voorgangers verneemt. Maar de
abnormale toestand, waarin België verkeert,
is hieruit gebleken, dat eene oppositie van 40
leden, nogal uit verschillende fracties bestaan
de, machtig genoeg is geweest, om eene regee
ring te doen vallen, die steunde op eene
meerderheid, uit 112 afgevaardigden bestaande.
Het is daarom volstrekt geen wonder, dat de
nieuwe president-minister by de vervulling van
zyn taak al dadelyk op groote moeilijkheden
stiet, omdat by niet alleen op de eischen der
meerderheid, maar in nóg grootere mate op
de wenschen der minderheid had te letten.
De regeeringsbladen in den lande laten zich
by de beoordeeling van den toestand er over
uit, dat het nieuwe kabinet, het levere een
kiesreebtwet zoo het wil 1 evenwel te zor
gen heeft, dat de tegenwoordige meerderheid
behouden blyft. De minister van Justitie, een
zeer degelyk kenner van recht en wet, is een
besliste voorstander van evenredige ver
tegenwoordiging, en deze oud-professor
in de rechtswetenschap;>»n aan de hoogescbool
te Leuven, bekend als ecu uitstekend redenaar
en als een staatsman, I» g-mfd m< zeer hel
deren blik, acht men w,l behoorlijk instaat,
om een wetsontwerp samen te stellen en te
verdedigen, dat oneindig beter dan dat van
de voorgangers geschikt is, om tegemoet te
komen aan de verlangens van 't publick, dat
eene zóó geweldige kiesrecht-agitatie in de
hoofdstad, en op haar voorbeeld, in heel
het land teweeg bracht, dat daarvoor de
zeer koppige regeering moest buigen
NIEUWST IJ DINGEN.
HELDER, 18 Aug. 1899.
By Kon. besluit van 11 dezer ia,
met ingang van 1 September a. sbe
noemd tot leeraar aan het Kon. Instituut
voor de Marine alhier, de heer T. Ie
Clercq, thans tjjdeljjk in die betrekking
werkzaam.
Bij de Herstemming
in het I*le District dezer gemeente, op 14
dezer geiiouden, werd door 57.4 der
kiezers aan de stemming deelgenomen. Bij
de eerste stemming, op I Augustus 1.1.,
was de deelneming 59.6
Lijst van onbekenden.
Helder le brlft Au?»tut.
Brieven. H. Rien«er». C. Schooien. Mej V
F. Meger. i. Triebring, Wed. Koning, ellen te An.Ur-
d»m. Mol Franken, Feyenoord, C. Kriel, Heerlcm. Mej.
de W'it, Helder, A Rienrdi
Briel kaarten. Mej. M. ter Hor.t, D. de Vriee. C. J.
Walunao, ellen te Ameterdnm,
Drukwerken. Mej. C. B. Titnman, Aml'erdnm.
Afkom.tig nit N. O. Indië Sorrabnjn Mej. M. Th.
Booi.ter, P. Agent 1'ndang C. B. r. Kuoij, Djojoktrt»
D. Slikker, ellen t* Helder.
Geweigerd. Wed. de kort. Helder.
De Prins Willem V.
Volgens een telegram van Lloyd's uit
Demerara, heeft de Prins Willem Vc
alleen in Suriname aan den grond gezeten,
maar is, na een deel van haar lading
gelost te hebben, weer vlot geraakt. Haar
vertrek werd daardoor een dag uitgesteld
Andermaal, thans op de Haarlemsche
kermis, is in de (nieuwe) biographtent van
Pey brand ontstaan, veroorzaakt door een
bezoeker, die, tegen het verbod rookendc,
een brandende sigaar onbedachtzaam tegen
de wandbekleeding had gehouden Onmid
dellijk werd de vlam met een straal water
van de leiding gedoofd, waarna de voor
stelling werd voortgezet.
Het ia en blyft treurig met de haring
vangst. Volgens den visscher zit het in
het mooie weer. Een motregentje en wat
wind, geven haring in het net.
Zoo ziet men weer: >de een zyn dood,
is de ander zijn brood.
Bij de verkiezing van een lid van
de Provinciale Staten, werd te Alkmaar
een hevige stryd gestreden de krachten
der tegenstanders stonden byna gelijk. De
candidaat der vereenigde clericale partyen
werd gekozen met een meerderheid van
slechts 11 stemmen. Van de 4558 kiezers
vervulden 3589 hun kiezersplicht.
Aangename kermis 1
Een meisje van Houtigehage heeft een
jongeling van Ureterp, die vroeg om met
haar nit te gaan, zoodanig met een mes
in den rug gestoken, dat men voor zyn
behoud vreest. Proces-verbaal is opgemaakt.
Eene vrouw te Harlingen, die gaarne
met de buren een praatje maakte, had
haar jongste kind geheel ongekleed in de
wieg laten liggen, onder toezicht van een
meisje, dat zelf nog toezicht noodig had.
De moeder gaat de buurt in en geeft de
kleine een ballon met een kaarsje te spelen.
Het grootere meisje steekt het kaarsje aan
en gaat ook de straat op. Intusschen
ontstaat er brand in de wieg en het kind
heft een erbarmelijk geschreeuw aan, wat
gelukkig door een buurvrouw wordt ge
hoord, die de vlammen dooftmaar de
kleine heeft evenwel reeds belaugryke
brandwonden bekomen.
Wij lezen in den Volksbond*,orgaan
der Vereeniging tegen Drankmisbruik
Wie veel vruchten eet, heeft weinig
behoefte aan alcoholische dranken. De
liefhebber van drank heeft geen lust in
frnit, omgekeerd de liefhebber van vruch
ten geen trek tot drinken.
Dit zyn waarheden, die vermoedelijk
door velen onzer in eigen kring zyn waar
genomen, voor welke trouwens physiolo-
giach eene verklaring is te geven. Niet
hierom is 't thans echter te doen; wel
om, nu 't vruchtenseizoen is aangebroken,
dit helaas al te vaak ongebruikt gelaten
hulpmiddel in onzen stryd in herinnering
te brengen.
Wat wy dan zouden wenschen?
Dat men in de volkskoffiehuizen, in onze
verschillende aldeelingen bestaande, dezen
zomer met ernst eens een proef nam, om
naast de gewone cousumptie-artikelen,tegen
zoo laag mogelyk tarief goede vruchten
verkrijgbaar te stellen.
Een proefneming kan niet anders dan,
zy het ook langs indirecten weg, aan ons
streven ten goede komen.
Gestolen Effecten.
De termyn van preventieve hechtenis van
den te Rotterdam aangehouden kassiersbe-
diende, die verdacht wordt getracht te hebben
in Frankryk gestolen effecten te Den Haag
te verkoopen, is verlengd. De aangehoudene,
die naar de strafgevangenis te Scheveningen
ia overgebracht en die vroeger alles loochen
de, heeft thans bekend te nebben geweten,
dat de effecten, die hij ter verkoop in zjjn
bezit had, van diefstal afkomstig waren,
't Was hem gelukt een klein gedeelte der
effecten te gelde te maken. De verkoop hjj
een bankier alhier van een pakket gestolen
effecten ter waarde van 70 duizend francs
werd nog bijtijds door de politie verijdeld.
De aangehoudene beweert, dat hjj de
effecten heeft ontvangen van een persoon,
die thans voortvluchtig is en die de gelds
waardige papieren zynerzyds had gekregen
van een ander.
Het is aan een verslaggever van de
Paryscbo «Figaro» gelnkt toegang te krijgen
tot het huis, in derne Chabrol, van
Jules Guérin, den Voorzitter der •Liguo anti-
Somitique" te Parys, tegen wien door do
overheid een hevel tot inhechtenisneming is
uitgevaardigd (zie boven), maar die daartegen
in verzet komt, en die zich nu in dit in ecno
vesting herschapen lmis tegen een aanval der
politie heeft verschanst. Eenige vrienden
znllen hem daarby helpen.
Wy komen, zegt de verslaggever, eerst in
een groote vestibule, waar zich een tweetal
personen bevindt, de voorposten. Rechts een
trap, die toegang geeft tot een tweede ver
trek. Een tweede trap leidt naar de groote
vergaderzaal en de wapenzaal. Daar is het
gros van het garnizoen onder dak gebracht,
een twintigtal mannen, allen gewapend met
Winchester-geweren en revolvers.
In de rekken lansen en bylen.
De vestiaire en de bibliotheek zyn even
eens veranderd in een legerplaats. Daar be
vinden zich driehonderd patronen per persoon.
Overdag waakt echter bij de geblindeerde
vensters een schildwacht, het geweer by den
voet. Des nachts wordt de wacht versterkt.
Het garnizoen is verdeeld in vier brigades
van tien man, die elk gedurende zes uur de
wacht betrekken. De commandant der ver
sterking, de heer Jules Guérin, rust slechts
zes uur per dag.
«Dat vermoeit mjj in het geheel niet»,
zei hy, glimlachend. .Ik was geboren voor
avonturen.... En wat myn tegenstand betreft,
die zal lang, verschrikkelijk, wanhopig zyn.
Onze maren zyn zestig centimeters dik, en
alle openingen zyn van pantsers voorzien.
Wy hebben voor langen tjjd munitie, en in
den kelder staan vaatjes kruit.
«Als de politie komt, zal ik haar wel lee-
ren te naderen. Als de militairen komen,
zal ik de officieren toespreken; en ik hoop,
dat zy zullen begrijpen hoe groot een schande
het is, wanneer zy vechten voor de vyanden
van het leger en willen sterven.... Men heeft
gesproken van brandweermannen, dio ons on
der water zouden zetten. Ouzo geblindeerde
venstors kunnen gerust gesproeid worden.
«Als wy vochten moeten, d&n zullen wy
vechten, en als wy zien, dat het huis geno
men is, vlug een signaal aan den kameraad,
die in den kelder do wacht houdt.... het vuur
in de kruitvaatjes.... en wy vliegen do lucht
in.
,IIet is onmogeljjk ons te doen verhonge
ren. Wy hebben voor eenige maanden levens
middelen, alles wat men maar wonsclion kan.
.Men wil de gas- en waterleiding afsnij
den Dat doet er niet toe. Wy hebben een
groot waterreeervoir, dat boordevol is, twec-
dnizend flcsschen mineraalwater in den kel
der, zonder nog--den wjjn, het hier en do
likeuren te rekenen. Lich£ hebben wy ook
genoog, want wy hebben verscheen vaten
petroleum, die misschien ook nog dienst kun
nen doen by de ontplo fing.»
Voor het lmis loopen gardiens de la paix,
die de voorbijgangers tot doorloopen aanzet-
zen want hoe meer het bericht omtrent het
verschansen van den heer Guérin wordt ver
spreid, des te gronter is de toeloop van nieuws
gierigen. De politie heeft zich dan ook ge
noodzaakt gezien de beide uiteinden van dc
straat af te zetten, hoewel de wandelaars zoo
weinig mogelyk worden lastig gevallen.
Tot nu toe heeft men het nog niet gewaagd
in het hol van den leeuw door te dringen.
Dus geschiedt op klaarlichten dag midden
in Parys in hel gezegende jaar 1899.
De Engelschen worden wel gewaar,
dat hun vloot aan het manoeuvreeren is.
Zaterdag is weer een kolenboot aan den
mond der Tyne in botsing gekomen met
een torpedoboot. Nu echter won de handel
het van den oorlog. De torpedoboot werd
ingeloopen en kreeg een gat onder de wa
terige Dank zg de waterdichte schotten
en de matten, die buiten tegen het gat
aangebracht werden, zonk de boot niet en
kon naar de werf te Elswick opstoomen.
Marine en Leger.
Naar wy vernemen zal de werving voor
het korps mariniers eerlang tydelyk worden
gesloten.
De 1ste Luitenant L. Hanau van de paut-
serlort-oompagnie alhier, is vart af 15 Aug.
voor onbepaalden tyd gedetacheerd te Muiden,
oin dienst te doen op het pantserfort Pampus.
3PEIU-ILLETOM".
3)
«Wat, drinkt u geen punch?» riep majoor
Warfield, die zulke eenvoudig niet kon be
grijpen. .Kom, kom, een glas pnnch moctu
drinken, dat verwarmt de maag en gij zult,
waarachtig het wel kannen gebruiken... Na
tuurlijk blyft u van nacht hier.»
«Neen, ik kan niet sir. Ik dank u vrien
delijk, want ik moet over een paar minuten
weder weg.»
•Wel zeker, waarom niet! Wat valt u in!
Het is bij middernacht en het sneeuwt van
waar ben je me
.Het spyt mij zeer, sir, dat ik van uwe
gastvrijheid geen gebruik kan maken, maar
ik ben integendeel gedwongen, u mee te
nemen.»
My.... mij.... mede te nemen?» riep War
field. «Neen, maar waarachtig, eerwaarde,
daar debiteert u een kostelijke grap. Ha, ba,
ha, ha!»
.Sir, er is geen sprake van een grap. Wool
tal u ongetwyfeld wel gezegd hebben, dat
een uiterst gewichtige zaak mij tot u brengt.»
Jawel. Maar wat is dat. sir?'
.In de hut van de oude Hat, by de hek-
Bengroeve, ligt een vrouw op sterven, die u
voor haren dood wcnscht te spreken.'
Wel ja, dacht ik het niet, riep de oude
heer wrevelig. .Er zyn nog geen vjjf minuten
verloopen, sedert ik my geluk wenschte, geen
dokter of geestelijke te zijn, daar het anders
ook my kon gebeuren, midden in den nacht
or uit te moeten... En nu verlangt een Bter-
vende naar my?... Waarachtig, ik zou wel
eens willen weten, waarin i k haar helpen
kan, daar ik noch lichamelijke, noch geeste
lijke hulp kan brengen.
«Zjjt gy niet kortelyks tot vrederechter
benoemd, sir?» hernam de pastoor.
«ZekerlijkU wilt daarmede toch niet
zeggen, eerwaarde, dat ik daarom midden in
den nacht en by zulk een weer er uit moet,
om eene oude vrouw te zien sterren Neen,
neen, vraag iets verstandigere van mij, sir,
en ik zal er my gewillig in schikken. Wool,
haal myn beurs uit myn jaszak en geef haar
aan zyn eerwaardewek vervolgens miss
Codiment en zeg haar, dat zy een mand moet
nemen en daarin alles pakken, wat eene arme
vrouw, die op sterven ligt, noodig kan hebben
en dan draag jij die mand naar de hut van
de onde Hat, aan de heksengroeve... U «iet,
eerwaarde, ik ben tot alles bereid, maar ver
lang van my niet, dat ik er zelf heenga.»
•En toch, sir, moet ik er op aandringen,
daar deze vrouw u belangrijke mededeelingen
heeft te doen.»
Gewichtige mededeelingen?»
Zy heeft u dingen te zeggen, waarvan
zy getuigde, dat «y voor u van het grootste
belang zyn.»
«Voor my?... Dingen van het hoogste
belang Wie is die vrouw Kent gy
haren naam
,Ja, sir. Zy heet Granny Crewell, die,
zooals ge u zult herinneren, dertien of veer
tien jaar geleden zoo plotseling uit deze
streken is verdwenen.'
.Granny Crewell?» herhaalde de majoor,
ja, ja, wel zeker, ik herinner het my. Men
kon baar verdwijning niet verklaren en ver
moedde, dat er eene of andere misdaad aan
haar gepleegd was.»
Dat is het ook, sir. Zy werd destijds met
geweld geschaakt.
.Geschaakt riep Warfield ten zeerste
verrast. «Geschaakt en dat eene vrouw, die
destyds al dicht by do zestig was
,Ja, sir. Geschaakt, om als onvrijwillig
werktuig te dienen voor een misdaad, die ik
u onthullen zal.'
«Maar myn hemel, pastoor, waarom heeft
u ray dat niet terstond gezegd?» riep nu de
majoor, terwyl hy uit zyn bed sprong en zich
onmiddellijk begon aan to kleeden. .Er is
hier dus sprake van een misdaad O, dan...
dan is het natuurlijk mijn plicht, my tot die
ongelukkige te begeven! Wool!' vervolgde
de majoor, ga naar beneden en wek John.
Zeg hem, dat hij den muilezel van pastoor
in de stal brenge en van voedsel voorzie.
Dan moet h|j de twee groote hengsten inspan
nen... hij moet den gesloten landauer nemen,
hoor je en de lantaarns aansteken, want het
is een slechte weg en pikdonker. Maak toch
de deur dicht! Neem my niet kwaljjk, eer
waarde, maar dat ongelnkskind heeft de
onzalige gewoonte, altjjd tusschen deur en
drempel te blyven staan, als men hem iets
opdraagt.»
De goede pastoor knikte glimlachend met
het hoofd, lljj kende de opvliegendheid van
den majoor, die by alle geneigdheid om eens
klaps in toorn to ontsteken, toch een voor
treffelijk hart bezat.
De oude heer voleindde middelerwijl zyn
toilet, waarbjj hy dikwjjls den naam Granny
Crewell bij zichzelven mompelde.
,Het is desniettemin een beroerde geschie
denis,' bromde hy, terwyl hjj zjjn pelsmantel
aantrok, .ja, zelfs een zeer beroerde geschie
denis, als men zoo midden in den nacht en
dan nog wel hjj zulk hondenweer er op nit
moet... In elk geval,» vervolgde hjj, zich tot
<!en geestelijke keurend, ,zal hot niet kwaad
zjjn, als u eerwaarde het gebed der Kerk
bidt, waarin God gesmeekt wordt, ons, arme
menschenkinderen, van pest, hongersnood,
oorlog, moord en plotselingen dood te bewaren;
want als wy zoo gelukkig zyn, dien hernchten
Mac-Don&ld en zjjne bende to ontkomen, dan
zweven wy in geen geringer gevaar, om in
dezen Egyptische duisternis onderstboven ge
gooid te worden en met paard en wagen in
een afgrond te storten.»
Wool kwam thans terng en verwittigde zjjn
moester, dat hot rjjtuig voor was.
.Laten wy dan in 's hemels naam maar
gaanzuchtte de majoor, die zich zoo in
zjjn mantel wikkelde, dat men hem eerder
voor een wandelende mummie, dan voor een
levend wezen had kannen houden.
Daarbuiten was de duisternis zoo dik, dat
men haar, om zoo te zeggen, met de handen
voelen kon. Zonder de twee lantaarns, die
als vunrkogels in den nacht flonkerden, zoude
noch de majoor, noch de gccsteljjkc het
rijtuig gezien hebben, dat voor het bordes op
hen wachtte.
TWEEDE HOOFDSTUK.
Er heerschte een geweldige opschudding
onder het dienstpersoneel in het .Onweers
nest», van af de zoozeer gevreesde miss Codi
ment tot aan den laatston keukenjongen, toen
des anderen daags miyoor Warfield van zyn
nachtelyken tocht huiswaarts keerde en zyn
oude Wool voor alles het bevel gaf, al het
noodige in gereedheid te brengen tot eene
reis naar het noorden.
•Wal haalt mynheer in zjjn hoofd?» riep
jutfronw Codiment, .om in dit jaargetijde
naar het Noorden te reizen Sinds jaren
herinner ik mjj niet meer, dat majoor War
field het .Onweersnest verlaten heeft,» voegde
zy er hoofdschuddend by, terwyl zjj inmiddels
uiet verzuimde, uit de kasten de warmste
hemden en andore zaken by elkaar te zoeken,
welke zjj den mtyoor uit voorzorg wildu
Dat mag Onze Lieve Heer weten,» ant
woordde Wool, die met spons en borstel zich
alle denkbare, maar vergeeische moeite gaf,
om de jassen en broeken van zjjnen meester
don glans van nieuwheid te verloenen. «Het
moet wel iets buitengewoons zjjn, dat myn
heer kan bewegen zulk een reis te onderne
men. Ik zou wel eens willen weten, wat er
vannacht in de heksenkenken van de onde
Hat gebeurd is, want blykbaar,» voegde hjj
er zeer scherpzinnig by, «staat deze reis vun
onsen meester met zyn nachtelijk bezoek in
verband.'
Heb je dan niets uit den majoor kannen
krijgen, Wool?» vroeg miss Codiment. .Je
bent toch zjjn vertrouweling; voor jou heeft
hjj geen geheimen.»
Hm... inderdaad, miss Codiment, mynheer
is anders nogal mededeelzaam jegens mjj, hy
stelt mjj van alles op de hoogtewat ook
anderen mogen weten. Wool, ezelskop, roept
hjj, als hij goed gehumeurd is, ik zal je wat
toevertrouwen. Ja, sir, antwoord ik dan cn
kom dicht by hem staan, om zjjn vertrouwe
lijke mededeeling te vernemen. Luister dan,
fluistert de majoor mij in 't oor, dat ik spits,
om maar geen woordje te verliezen... Wy
gaan vandaag op de jacht, schreewt hy dan
zoo luid, dat het in het hcele kasteel weer
klinkt, zoodat ik niet eerst noodig heb, het
bevel te geven de paarden te zadelen, daar
men zonder dit het reeds in den stal beneden
kon hooren. Ziet u, beste juffrouw, zoo ver
heb ik het in zjjn vertrouwen gebracht en
als u denkt, dat hjj mjj ook maar een letter
greep gezegd heeft van hetgeen de oude
Granny Crewell op haar sterfbed hem open
baarde, of waarom hjj naar het Noorden reist,
dan vergist u zich schromelijk.»
Heb je dan John niet uitgehoord vorschtc
miss Codiment verder, die nn eenmaal als
dochter van Eva een groote mate nieuwsgie
righeid geërfd hud, «die moet toch wel iels
kunnen klappen?»
«Neen, miss Codiment,* hernam Wool, .hij
weet niuts. Hjj heeft onzen heer met den
pastoor lot aan de heksengroeve gereden. Ecu
paar honderd passen van de hut der oude
Hut, moesten zjj het rjjtuig verlaten, daar
hier de weg te smal wordt om er met een
wagon door te komen. Toen beval de majoor
hem, met een der rytuiglantaarna by te
lichten. Slechts mot moeite waren zy legen
wind en storm in door de sneeuw vooruit
gebaggerd tot aan de hut van de oude Hst.
Daar deed de onde tooverkol hen de deur
open en nu traden alle drie, de majoor, do
pastoor en hjj, binnen. In een hoek lag op
een stroozak eene onde vrouw, eene mulattin;
het was Granny Crewell, dezelfde, die, zoouls
gy weet, voor dertien jaren op znlk een on
verklaarbare wyze verdwenen is.»
Misstres Codiment knikte.
,Die vrouw lag op sterven,» vervolgde
Wool, .maar legde groote blydsehap aan den
dag, toen de majoor binnentrad. ,God zjj ge
dankt!' riep sjj. .Myn gebed is verhoord.
God zegene n, majoor Warfield, voor nwo
komst
(Wordt vervolgd.)