KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor HelderTexel en Wieringen.
Het Spookhuis.
Ho. 279
Zaterdag 18 Hovember 1899.
z7»t» Jaargang.
Bureau: Zuidstraat.
Telefoonn". 32,
BureauSpoorstraat.
Telefoonn0. 59.
KALKNDEH DES WEES
NOVEMBER, Slachtmaand, 80 dagen.
Opkomst der Zon 7 u. 81 m.
Onderg. 4 u. 0 m.
Zondag 19
Maandag 20
Dinsdag 21
Woensdag 22
Donderdag 23
Vrijdag 24
Zaterdag 25 Laatste Kwartier.
Uit het HtiiteEiland.
Uit het dezer dagen verschenen rapport
nopens de Londensche geldmarkt stippen wij
deze belangrijke opmerkingen aan,,'t Is de
vraag, of do gunstige verwachtingen omtrent
do naar Zuid-Afrika afgezonden iroejsenmacht,
die van lieverlede tc Kaapstad en te Durbun
ontscheept wordt, iaderdaad verwezenlijkt
zullen worden. Men vraagt zich ernstig af
zon die troepenmacht wel voldoende zijn, om
met kans op succös, aanvallenderwyze opte-
treden? En mocht het eens blaken, dat gene
raal Bulier met do troepen, die hij tegen het
einde dezer maand ter beschikking zul heb
ben, nog geen voldoende macht heeft, wat
dan Het voortdurend mobiliseeren van troe
pen in Engeland, doet zien, dat het departe
ment van Oorlog nog in 't geheel niet zeker
is. De teleurstelling zal dan ook, en niet
het minst bij de geldmannen, wel niet uit
bleven. Bovendien zal eene kalmere beoordee
ling van het publiek spoedig doen inzien,
dat de groote voordeden, die thans in Enge
land worden voorgespiegeld als het resultaat
van het brengen der Zuid Afrikaanscbe Repu
blieken onder Engclsch beheer, nog geruimon
tjjd op zich zullen laten wachten, indien ze
al ooit verwczenlükt wordenVerder
vernemen we van dien kant nog het volgende
.Bjj de kennisneming ou beoordeeling van den
toestand, die door den oorlog in Zuid-Afrika
is ontbrand, is het niet van belang ontbloot,
dat mon aandacht wijdt aan de opgaven om
trent het verloop der geldmarkt, die gcreodo-
ljjk stof tot opmerkingen en beschouwingen
biedt. De stemming ter Beurze is thans ge
heel anders, dan zij zonder den oorlog zjjn
zon. De hooge disconto-rente houdt het doen
van nitgebreide zaken tegen, en deze hooge
rentestand werd door den oorlog bebeerscht.
De rentestand hangt af van den goudvoor
raad. Tranvaal voert thans geen goud meer
uit, terwjjl het, het meest goud produceerende
van alle goud-voortbrengende landen is. Te
genover den vrocgeren uitvoer van Transvaal
staat nu, dat groote sommen uit Engeland
naar Zuid-Afrika moeten worden gezonden om
de troepen en de benoodigdheden te kunnen
betalen. Dat goud moot natuurlijk ergcnB van
daan komen, en wanneer do Bank van En
geland haar reserve niet te voel aan wil tas
ton, moet zjj zien, dit goud van andere lan
den te verkrijgen. In 't begin was de Bank
van Frankryk niet ongeneigd, iets van haar
voorraad af te geven, doch thans niet meer.
Kans, dat uit Rusland goud naar Engeland
zou gaan, bestaat er ook al niet. De En-
gelsch-Zuid-Afrikaansche oorlog baart dus ook
op dit gebied zorg en onrust. Doch, goud is
maar goud Erger oneindig veel erger is hot
dat met dezen onzaligen krijg zoovele kost
bare menschcnlevens vernietigd, en daardoor
zoovele gezinnen van hunne verzorgers be
roofd worden 1"
Bjj de belangstelling, die tegenwoordig be
toond wordt in alles, wat met den Engelsch-
Zuid-Afrikaanschen oorlog in betrekking staat,
wendt zich ieders aandacht gedurig ook naar
Engeland heen, om te letten op de houding,
dio door de bevolking van het Vereenigd-
- Koninkrijk in deze wordt aangenomen. Inte
ressant is het zeker optemerken, dat er in
vorschillende kringen daar te lande heel wat
broeit, over de wjjzc, waarop het Britsche
leger in Zuid-Afrika is t« werk gegaan bij
zjjn strijd tegen de .ongeoefende* Boeren,
over de vele tekortkomingen, die er vallen
te constateeren. Men is dus wordt uil
Londen geschreven zoekende naar de re
denen, die er toe geleid hebben, dat de En-
gelschen zoo bitter weing succes ondervinden,
en, zonder te willen aannemen, dat de Boeren
zeer groot» bekwaamheden in het oorlog
voeren aan den dag leggen de Engelschen
zyn daartoe alsnog ongezind zoekt mon
de reden bjj de onvoldoende zorg der mili
taire overheden. Er zyn dit wordt ern-
stig gevreesd groote militaire schandalen
te wachten. De admiraliteit zal heel wat
te verantwoordden hebben over de wijze,
waarop de troepen naar Zuid-Afrika worden
of zijn getransporteerd, en de vocdings-com-
missie zal er niet zoo gemakkelijk afkomen, nu
is gebleken, dat de voedingsmiddelen, voor
het leger bestemd, op het oogenblik, dat ze
verscheept zouden worden, bedorven waren.
Men stelt don Regeering den eisch, dat door
haar do zaak goed behartigd worden, en
maakt er haar een verwyt van, dat, nu de
troepen hals over kop naar het oorlogster
rein moesten vertrekken, terwijl ze er, waren
de noodige maatregelen tijdig getrolien, al
lang hadden kunnen zyn. Dan wordt verder
der admiraliteit verweten, dat sommige trans
portschepen in treurigen staat verkeeren. De
Regeering heeft veel geld uitgegoven, om de
beste schepen te kunnen huren en uitsteken
de voedingsmiddelen te kunnen aankoopen,
waarom dus wordt met reden gevraagd
is daaraan niet voldaan Door sommige on
dergeschikte marine-officieren en de eigenaars
van schepen zijn, naar men meent, hande
lingen gepleegd, dio aanleiding geven tot
meer dan bloote vermoedens, dat er schepen,
die om hunne onzcewaardighoid nooit gehuurd
hadden moeten worden, om der wille van
persoonljjke voordoelen toch gehuurd zijn. Er
is te dezer zaken een onderzoek ingesteld.
Voorwaar, een fraaie geschiedenis voor
Engeland I
NIEUWST IJ DINGEN,
HELDER, 17 Nov. 1899.
Het op 'b Rijkswerf te Amsterdam
gebouwde pantserdekschp »Utrecht" is
Woensdag ter reede van Texel met zeer
gunstig gevolg onder stoom beproefd. Er
werd een vaartsnelheid verkregen van 21
mijl per uur.
Visscherij te Helder.
Tot ons leedwezen moesten wy in don laat-
sten tijd bemerken, dat de plaats onzer inwoning,
zoo gunstig gelegen voor de visschery en den
vischhandel, in dit opzicht achteruitgaat. Het
aantal visclischuiten, dat haar vangst alhier
ter markt brengt, wordt voortdurend minder,
onderscheidene handelaren vertrekken achter
eenvolgens naar elders »n daardoor verminderen
natuurljjk de bronnen van inkomsten voor onze
gemeente. Aangenaam is het daarom te kannen
vermelden, dat energieke mannen pogingen in
't werk stellen en de banden nit de mouw
steken, om genoemde takken van bestaan voor
onze plaats zooveel mogelijk te behouden. De
lieoren gebr. Hofer, vischhandelaren alhier,
hebben zich in dit opzicht verdienstelijk ge
maakt. Zjj hebben een drietal Engolscbe visch-
kotters aangekocht en uitgerust met liet doel
die voor hunno rekening ter visschery to doen
varen en hun vangst uitsluitend aan den af
slag to Helder te verkoopen. Het zjjn eerste
klasse schepen, voorzien van stoomvormogen,
dat dienen moet voor het inhalen van de kor
en tot het vergemakkelijken van sommige be
zigheden aan boord, terwijl verder, volgens het
oordeel van deskundigen, de vaartuigen aan
alle redelijke eischen voldoen, zelfs een kist
met verbandmiddelen ontbreekt niet. Ieder schip
is bemand met 5 koppen, cn zooals wij ver
namen zyn voor de visscbers ten opzichte
hunner verdiensten, zeer gunstige bepalingen
vastgesteld, terwjjl bjj den heer G. Hofer het
plan bestaat hen tegen invaliditeit en onge
lukken te verzekeren. De namen der kotters
zjjn: .Jeannettc" (H.D. 46), Maria" (H.D.
47) en .Helena" (H.D. 49). In het begin
dezer week gingen zij voor de oorsto maal
uit onzo haven zeewaarts.
Wij wenschen den heeren Hofer veel succes
met hunne onderneming en hopon, dat zij
aan hun voornemen om spoedig een vierde
schip in de vaart te brengen, kunnen voldoen
en dat zij tevens door de voordeelen aange
spoord worden, hun vaartuigen ook voor de
haringvangst in to richten. Verder uiten wjj
den wensch, dat ook anderen hun voorbeeld
volgen en dat de Ileldersche Stoomtrawler
maatschappij cenigen voortgang maakt met
het in de vaart brengen van één of meer
trawlers. Wanneer allen samenwerken, dan
is het waarschijnlijk mogelijk, dat de visch
handel alhier wederom tot bloei kome
In een ons welwillend ter inzage
verleenden brief uit Transvaal, van een
ambtenaar der Z.-A. Spoorwegmaatschappij,
wordt o. a. geschreven, dat het personeel
van dien spoorweg alleen wordt gecom
mandeerd" voor spoorwegdienst en niet
mede behoeft te vechten.
Zoodra alle vreemdelingen, die het land
moesten verlaten, weg zouden zijn, zou
het spoorwegverkeer voor passagiers, enz.
worden gestaakt en zouden alle spoorwegen
uitsluitend in dienst van den Staat komen.
Transvaal en Oranje-Vrijstaat.
De heeren Lion Cachet, mr. Nanninga
Uitterdijk en Noordf.zy hebben een aantal
landgenooten uitgenoodigd om zitting te
nemen iu oen comité, dat zal traebteu bij
vertegenwoordiging of regeering des lands
of' bij beide er op aan te dringen, al het
mogelijke te beproeven, ten einde langs
diplomatieken weg aan bet bloedvergieten
in Zuid-Afrika een eind te maken, met
behoud van de vrijheid en onafhankelijk
heid der Z.-A. Republieken.
Zij, die de uitnoodiging tot zittiug nemen
in het comité aannemen, zijn opgeroepen
tot eene bijeenkomst op aanstaanden Zater
dag in het Gebouw van Kunsten en We
tenschappen te Utrecht te honden, om te
beraadslagen wat verder te doen zal staan.
De Spoorwegramp.
Men meldt uit Rotterdam
De Staatsspoortrein 7.55, van het Maas
station te Rotterdam, Woensdagmorgen
vertrokken, stopte honderd meter na het
passeeren van Kapelle aan den IJael, wegens
onveilig sein.
Niettegenstaande knalsignalen gegeven
werden, werd zulks niet opgemerkt door
trein 7.32 van Rotterdam via de Ceintuur
baan naar Amsterdam, vertrokken uit Vlis-
singën. Van den mailtrein kwam de loco
motief dan ook in volle vaart in den
achtersten waggon van eerstgenoemden
trein, bestaande uit eerste en tweede klasse
compartimenten.
Deze waggon is geheel en bet daarop
volgende derde-klas rijtuig zoo goed als
geheel verbrijzeld.
Ontzettend waren de gevolgen. Een zestal
passagiers werden onmiddellijk gedood, en
voor zoover bekend, 30 gewond, onder
wie zoo zwaar, dat zjj tijdens het vervoer
stierven.
Door telephonisehe waarschuwing be
gaven de doktoren van het Ziekenhuis te
Rotterdam, met den heelmeester Van
Stockum aan het hoofd, zich onmiddellijk
met de noodige brancards naar het Maas
station, zoodat, toen de ongelukkigen daar
tegen hallelf werden aangebracht, in dat
opzicht alles in de beste orde was.
De gekwetsten werden in brancards en
per politiewagen onmiddellijk naar het
Ziekenhuis getransporteerd.
Sommigen mochten niet eens rjjden, doch
moesten op de schouders gedragen worden.
Tot dusver is vastgesteld, dat bij het
spoorwegongeluk zijn overledenG. van
Lerven te Rotterdam, B. Boogaerdt te
Krimpen a/d. Lek, A. F. Lelyveldt te
Rotterdam, W. Janzen, handelsreiziger te
Rotterdam, twee dochtertjes van den heer
Van Ham te Rotterdam, mej. Mees, aldaar
en mej. Ellens Oving te Groningen.
Gekwetst zijn P. J. van Beek te Rot
terdam en diens vrouw Wijnand Moonen
aldaar; R. Ominering, reeder te Vlaardingen;
Van Hatn te Rotterdam en dien» vrouw
mej. J. M. Vurtheim to Schiedam; Arend-
seu de VVolff, inspecteur van deu arbeid
te Rotterdam P. W. Heynis te Nieuw-
Lekkerland L. Hoen, A. Zwanenburg.
L. J Sauvsur, G- A. de Jong, Martinot,
allen te Rotterdam, totaal tot dusver vast
gesteld 7 dooden en 14 gekwetsten. Het
aantal gekwetsten is echter gn oter, gezien
het aantal gebezigde brancards
De heer Van Ham is gisterenavond reed»
overleden.
De kwetsuren zyn alle aan het onderlijf.
In hoofdzaak zijn de beenen verbrijzeld.
De toestand der gekwetsten is ernstig,
vooral door samengestelde beenbreuken eu
schedelbreuken. Voor enkelen bestaat zeer
groot gevaar voor hun leven.
Wonder boven wonder, niemand van het
treinpersoneel is gedeerd alleen de hoofd
conducteur en een conducteur kregen
schrammen aan de handen.
Tegen den middag kwamen nu ook be
kenden en familieleden vragen om inlich
tingen over reizigers uit beide treinen
smarteljjk was de herkenning, tragisch
waren de verhalen van zooveel goeds en
zooveel liefs, dat de ramp heeft vernietigd,
treilend ook de gevallen, waarin het toeval
de nienschen juist in d ezen trein had ge
bracht, omdat een vorige weg was, omdut
het verblijf in Rotterdam een paar dagen
verkort of verlengd was.
Eu de werklieden, zwijgend in de stem
ming. zetten stil hun sterke spieren onder
de jjzeren gevaarten, om den weg weer vry
te maken.
Uit de medudeelingen van ooggetuigen
bleek van het spoorwegongeluk zelf het
volgende. Liet gold twee treinen van de
Staatsspooruo. 00, die te 7 uur 55 het
Muasstation hier had verlaten, en no. 80
bis, die niet lang daarna was vertrokken
van bet station Delftsche Poort.
Trein 60 wachtte, een minuut loopens
van het station Capelle. omdat de voor
gaande trein Nieuwerkerk nog niet gepas
seerd was. Toen kwam trein 80 bis. Hoe
hy kwam, vertelde ons zijn machinist, die
bleek en bevend nog uren daarna plicht
matig bezig was met zijn locomotief.
Hij verhaaldeIk beet De Klerk, woon
to Roseudaal en ben op dezen trein niet
gewend. Ik rijd hem alleen, als zooals
nu trein 80 vertraging heeft. Daarom
was my een pilot toegevoegd, de op dezen
trein bekende machinist Oorschot. Driesscn
was de stoker, Mooi de hoofdconducteur.
Het vorige sein, bij CappelleBlaan, stond
op veilig, maar op den weg lagen, om
den zwaren mist, nog de knalsignalen.
Doch twee mannen, die bjj deze signalen
stonden, beduidden ons nog met de armen,
dat wij op dia knalsignalen niet moesten
letten, en door moesten gaan.
Zoo kwamen wy aan het station Capelle
wederom knalsignalen en bovendien stond
het sein, toen wij het op een zes meter
afstand konden zien, eveneens op onveilig.
Ik remde dus, maar de trein gleed nog
voort over de zeeperige railsplots een
vreeselijke schok, wy schoten met de ma
chine de hoogte in, en zagen den kap van
het achterste rijtuig van trein 60 glijden
over onze locomotief Wy hadden niets van
dien stilstaanden trein gezien, zagen nu
nog niets, in den mist, door veel stoom
verdikt.
Wij waren alle drie ongedeerd; zooals
myn plicht was, haalde ik direct het vuur
uit. om den ketel te sparen.
Het personeel van trein 60 is dus ook
door het onveilig «ein heengeschoten. Het
onheil gebeurde te ongeveer 8 uur spoortyd.
De ruïne maakte een sterken indruk van
ontzetting over zoo'n kracht. De locomo
tief van trein 60 opgewipt, zonder pjjp,
een bufiér waar een brok was afgeslagen.
Over de machine gestoken de kap van den
laatsten wagen van trein 60 bis, den sluit-
wageu, bestaande nit coupé's le en 2e
klasse. De locomotief was door dit rjjtuig
heengedrongen, het fijnstampend als in een
molen: 't vergruisde hout, glas, platge
drukte, verborgen stukken ijzer, de ver
scheurde kussens, dotten paardehaar, de
stokkeu der netten, dat al lag verspreid
er naast. En de assen met de wielen van
dit rijtuig zaten gedrongen onder de loco
motief, tegen de assen daarvan aan, en
tus8chen die wielen, en tusscben die buf
fers zat gewrongen onbeschadigd, bet gas-
reservoir van het sluitrijtuig. Doch ver
der was de locomotief voortgeboord, in
drukkend ook het schot van het tweede
rjjtuig, waarvan 't witte hout, hier en
daar versplinterd, den indruk gaf of dat
rjjtuig met planken was gevuld.
In den yzigen mist, lagen ruim twintig
gewonden, luide kermend, gillend, angstig
roepend om hulp Dadelijk had het perso
neel op den grindweg tusschen de rails
eerste klasse-kuasens gelegd, en over de
ongelukkigen heen werden dekens gespreid.
Nergens was hulp in de buurt't dorp
ligt wel op 20 minuten gaans afstand.
Het bloed gutste uit de wonden, de ar
men en beenen lagen verwrongen, de hoi st-
kasseu ingedrukten geelwit die gezichten
sommige oogen reeds geloken.
Er lag een heel gezin mevrouw Van
Haui gewond, haar echtgenoot niet beide
bceuen afgekoeld, één der kindereu met
een ongevaarlijke wond op het voorhoofd.
En de smarteljjk lijdende moeder gilde
angstig om haar dochtertje, wier lijk vlak
achter haar lag.
Er was een jonge dame, die zich moei
zaam oprichtte, eou der heeren smeekend
oui hulp met de armen om den hals viel,
kermend och stierf ik maar, die pjjn is
niet te dulden.
Een tweede Spoorweg
ongeluk.
Van den trein, die Woensdagavond van
Amsterdam naar Vlissingen vertrok, zjjn al
weder by Capelle aan den IJsel, de loco
motief en een bagagewagen ontspoord De
weg is totaal versperd. Persoonlyke on
gelukken zyn er gelukkig uiet te betreu
ren. De treinenloop was geheel verstoord.
Rijksmiddelen.
Deopbrengst der Rjjkamiddelen (belastingen
en voornaamste heffingen) is in üctober weder
gunstig geweest. Er werd 5l.'s ton meer ont
vangen dan in Üctober 1898 cn als men dun
nagaat, dat op dt> directe belastingen in do
vorige maand f 240,000 minder is aangezui verd
dan in baar naamgenoot van 't vorige jaar
wat later toch terecht komt dan bljjkt de
vooruitgang nog belangrjjker te zjjn. Grootou-
dccls was dit te danken aan de successierechten,
die hel dubbele opbrachten. De accjjnzen gaven
echter bjjna 3 ton minder, bepoaldeljjk do sui
keraccijns, die echter in de vorige maanden
de» tc meer had opgeleverd.
Overziet men de tien afgoloopen maanden,
dan is de raming reeds met l1/*, do opbrengst
van 1898 met ruim 5'/s milliocn overschreden.
Hiervan hebben de indirecte belastingen liet
voornaamste deel gehad ruim 88 ton, waar
van bijna 25 uit het successierecht, ruim ó'/t
uit de registratie-, Is/« ton uit zegel-en bjjna
1 ton uit hypotheekrechten.
Dan volgen do accijnzen met 5'/a ton meer,
ofschoon liet gedistilleerd byna 2 ton achter
uitging. Dit werd ruim goedgemaakt door 5
ton meer uit suikor (na aftrek van verleende
premiën,', l1/* ton uit het geslacht, f45,000
uit wjjn, 1' 40,000 uit bicreu en uzjjnen en
f83,000 uit zout.
In de derde plaats komen de directe belas
tingen met een plus van 5 ton, waarvan 3 uit
de bedrijfsbelasting, bjjna 2 uit de personeels,
terwijl de verschillen bjj grond- en vermogens
belasting met f20,000 meer of minder tegen
elkander opwegen.
Zeer bevredigend was ook de opbrengst der
invoerrechten met f 122,000 meer, van de poste
rijen met f386,000, de telegraphio f281,000,
de loodsgelden met f 70,000 meer.
Ook de overige kleinere middelen toonen
vooruitgang, zoodat de stand zeer gunstig is
te noemen.
Laat men de directe belastingen ter zjjde,
die nog 17 ton bjj de raming achter zjjn, maar
dit tokort zullen inhalen, dan is de raming
voor tien maanden reeds met bjjna 8 milliocn
overtroffen.
De ramp op Ceram.
Een officieel bericht over de aardbeving
op Ceram, opgenomen in de >Java Ct.'
luidt als volgt
In den nacht van 29 op 30 Sept.jl.om
1 uur 45 minuteu zijn door een hevige»
aardbeving, gevolgd door vloedgolven, de
Zuidku»t van Ceram en in mindere mate
de eilanden Amboina en Banda, de Oeli-
assers geteisterd.
Vele negorjjen aan de Zuidkust van Ce
ram zyn verwoestin den Elpapoetikbaai
allen op twee na.
De gevangenis te Amahei werd geheel,
de versterking aldaar gedeeltelijk verwoest,
terwijl de hulppredikerswoning en kerken
gespaard bleven evenals de bezetting van
Amahei en de posthouders aldaar en te
Kairatoe.
Daar de gouvernementsstoomor» Arend"
niet alles ai kon, werden tot het overvoeren
van levensmiddelen en geneeskundige hulp
en tot liet afhalen van gewonden ingehuurd
de stoomschepen Gouverneur-Generaal
'sJacob" en »Japara" der Koninklijke Pa-
ketvaart Maatschappij, terwijl ook aan den
resident van Ternnte on Onderhoorigheden
adsi.stent.ie gevraagd werd.
Levensmiddelen en bouwmaterialen zijn
te Amboina verkrijgbaurin do oerste be
hoefte aan levensmiddelen werd dan ook
dadelijk overal voorzien, maar overigens
wordt nog veel gebrek geleden.
De »'s Jacob" bracht te Amboina 27 ge
kwetsten aan, terwjjl de Japara", waarmede
de resident en de eerstaanwezend officier
van gezondheid zich naar de geteisterde
streken begaven, van Amahei en Saparoca
49 gewonden afhaalde.
Van Banda, waar liet los- eu laadhoofd
voor het fort Nassau vernield werden, zjjn
overigens geruststellende berichten ont
vangen.
Volgens voorloopige opgave bedraagt liet
aantal bij de ramp omgekomenen 4000 en
dat der gewonden 500. De overgebleven be
volking der geteisterde streken is naar het
binnenland gevlucht en durft niet naar hare
woonplaatsen terugoveral waar de aard
en zeebeving zich deed gevoelen, heerscht
veel agitatie.
Ds Oorlog in Zuid-Afrika.
Het gevecht bij Glencoe.
FRANKFORT a/M., 14 Nov. De
>Frankfurt,er Generalanzeiger" ontvangt uit
het hoofdkwartier van generaal Joubert een
particulier schrijven, gedagteekend 21 Oct.,
over den strjjd bjj Glencoe. Volgens dezen
brief werden 20 October bjj Glencoe aan
de zijde der Boeren onder bevel Tan Lucas
Meyer 10 man gedood en 27 gewond. De
Engelschen verloren 39 dooden eu 171
gewonden, terwjjl bovendien 100 huzaren
werden gevangen genomen. Het gevecht
duurde acht uur. De Boereu namen niet
1000 man en een batterjj, de Engelschen
met 4000 man en twee batterijen aan het
gevecht deel. Toen de tweede Boeren-
afdeeliug onder Erasuius aanrukte, trokken
de Engelschen op Dundee terug.
TULI, 3 Nov. Kapitein Glynn rappor
teert, dat er een ongewone bedrijvigheid
heerscht in het Boerenkampendetelephoon-
ljjn gisteren is doorgesneden. Een verkeu-
ningspatrouille hoorde een hevig vuren in
de verte en keurde terug naar kolonel
Spreckley's kamp, hetwelk des middags
door den vjjand, die met een groote macht
oprukte, met granaten werd beschoten,
waardoor alle paarden en muilezels op hol
gingen maar niemand gewond werd. De
vijandelijke macht werd op 400 man ge
schat.
Een andere troep werd door Boeren om
singeld en keerde, na een hardnekkig ge
vecht, naar Tuli terug; één officier en
vjjf soldaten werden vermist.
Het departement van oorlog is er achter
gekomen, dat de Boeren over de Lirapopo
munitie en wapens ontvingendeze werden
uit Hamburg verzonden en op zee overgela
den in kleine kustvaartuigen. De Engelscbe
oorlogsschepen hebben bevel gekregen hier
tegen te waken.
De correspondent van de Central
News" geeft in een brief van 23 October
van het spoorwegstation aan Oraujevier
gedagteekend een indruk van Kaapstad.
Niets toont daar het drukke troepenver
voer aan. De soldaten gaan zoo uit het schip
in den trein en verdwijnen men weetniet
waarheen. Groote geheimzinnigheid wordt
daarby in acht genomen, om de beweging
der troepen voor de Boeren verborgen te
houden. I n de telegrammen der correxpon-
y :E UILLETON.
27)
Maar met eiken dag scheon do arme, zieke
vrouw zwakker, hare ingevallen wangen
schenen bleeker te worden, soms verviel zjj
in een dof gepeins, waaruit zjj in den regol
slechts ontwaakte, om in een luid geween
uit te barsten. Haar zoon beschouwdo zjjne
moeder zwjjgend en durfde geene vraag aan
baar te richten, waarvan lijj instinctmatig
gevoelde, dat zjj onbeantwoord zou bljjven.
Hij vergenoegde zich baar zonder ophouden
steeds opnieuw de verzekering te geven van
zjjne toew|jding en onveranderlijke liefde,
waardoor het hem ten minste gelukte, een mat,
droefgeestig lachje op de ernstige lippen der
arme vrouw te lokken.
Zjjn vrees voor de gezondheid zjjncr lieve
moeder was groot en bereikte haar toppunt,
toen mistress Pocke op zekeren avond, torwjjl
zjj juist met eenig huishoudeljjk werk bezig
was, plotseling op een stoel flauw viel. Ilalf
waanzinnig van angst en zorg, deed Traverse
alles om zjjn geliefde moeder weder tot be-
wnstzjjn te brengen cn dit gelukte hem ook,
waarop hjj haar wist over te halen, zich tc
bed te begeven, 's Anderen daags echter
verliet hjj, ofschoon de arme vrouw zich niet
zwakker noch erger gevoelde, vroegtjjdig de
woning en sloeg, in plaats van naar do stad
te gaan, den weg op naar WiUow-HilL Na
een uur loopens kwam hjj voor een fraai
landhuis, dat gelegen was to midden van een
goed onderhouden tuin op een met boomen
beplanten heuvel. Deze woning, bekend onder
den naam van Willow-Heights, behoorde aan
dokter William Day. een arts, beroemd zoo
wel om zjjne geleerdheid als om zjjn wijden
zjjd bekende menschenliefde.
Nadat Traverse gescheld had aan het jjze
ren poorthek, dat toegang gaf tot den tuin,
werd hem door een net uitziende» negerjongen
opengedaan, die hem onmiddellijk naar de
bibliotheek geleidde, waar de goede dokter to
midden van zjjn boeken zat. Hot was een
flink gebouwd man van even in do vjjftig.
Zjjn verstandige, mooie kop was bedekt met
fraai haar, blond van kleur, evenals de baard.
Groots, diepblauwe oogen, waarin een zachte
en tevens peinzende uitdrukking lag en een
vriendeljjke «rek om den mond, gaven reods
bjj den eersten aanblik te kennen, dat men
in dokter Day een beminnenswaardig monsch
voor zich had, die aller harten won cn om
zich heen een atmosfeer van liefderjjke wel
willendheid en kalm geluk verspreidde. Hjj
was weduwnaar en bezat slechta één dochter,
een lief kind van veertien jaar. Daar zjj
zich op 't oogenblik op een pensionaat be
vond, had Traverse haar nog nooit gezien.
Hjj kende alleen den dokter, voor wien hjj
in zijn hart een onbegrensde eerbied en be
wondering koesterde.
De dokter zat voor zijn lessenaar, waarop
een dikke foliant lag, tegenover de vensters,
welke zoo waren aangebracht, dat een lief
kozende straal der weldadige vooijaarszon het
vertrek overgoot Een mollig tapjjt maakte
de schrede van den jongen Rocke onhoorbaar
en zoo naderde bjj, zonder door zijn weldoe
ner eerder to worden opgemerkt, dan toen
zijn schaduw op het boek viel. waarin de
geleerde verdiept was. Dokter Day keek op
en zag zijn leerling.
Ha, ben jjj het, Traverse,* 2eide hjj; .je
bent alljjd welkom, jonge vriend Ik ver
wachtte je eerst van avond op het gewone
uurmaar wjjl je er nn al bent, des te beter;
je waart zeker weer recht vljjtig, hö
Maar, mjjn hemel, wat scheelt cr aan. Tra
verse?* viel de geleerde zich zeiven in de
rede, toen hij het betrokken gelaat van den
jongen man gadesloeg.
.Mjjne moeder, sir, mijne moederwas
alles wat Traverse vermocht te uiten.
«Je moeder, mjjn vriend Wol, wat is het
met haar? Is zij misschien ziek?*
,0, sir, ik gloof, dat zjj dood gaat!* riep
Traverso met verstokte stem en oogen vol
tranen.
Sterven? Kom, kom, vriendje; van zulk
een ongeluk bljjft gjj, hoop ik, voorloopig
verschoond,* troostte de dokter met vriende
ljjke deelneming. Vertel mjj eens, wat scheelt
uw goede moeder?'
Ach, geheel haar leven is slechts een on
afgebroken voortzetting van verdriet, zorg en
ontbering, sir,* antwoordde Traverse. .O,
dokter, stel my toch gerost, kan minsterren
aan een gebroken hart?*
«Aan een gebroken hart Bah, m'n jongen,
zulk een ziekte bestaat er nieter is mij
althans in mjjn dertigjarige practjjk gean
dergcl|jk geval voorgekomen, Zelfs dio ge
schiedenis van don sjouwerman, wiens hart
gebroken zou zjjn, doordien hjj oen te zwaar
vat wilde optillen, is een sprookje gebleken.
Nog eens, zulk eene ziekte bestaat er niet.
Uw moeder inoet dus, uls zij werkelijk ziek
is, wat anders mankeeren.*
.Ik zeg u immers, sir, dat zjj al haar leven
niets anders gekend heeft dan verdriet, waar
onder zjj thans bezwijkt,* riep Traverse.
Gisterenavond viel zij, zonder cenigo aan-
loidende oorzaak, naast mjj in flauwte.'
,Zoo, zoo, dat ia wat anders,' antwoordde
dokter Day, «dat sehjjnt inderdaad bedenke
lijk. Nu, Traverse, ofschoon ik eigenlijk mjjne
practjjk heb neergelegd, wil ik toch je moe
der bezoeken. Wjj zullen onverwijld ons op
weg begeven, mijn vriend. Wees zoo goed
en doe mjjn rjjtuig voorkomenik zal mjj
onmiddelljjk aankleeden."
Traverse voldeed aan dit verzoek en na
verloop van esnige minuten zat hjj naast den
dokter iu diens sjees, wolke hen spoedig naar
de woning van mistress Rocke bracht. In
even moer dan een kwartier hudden zjj haar
bereikt. Om zijne moeder het bezoek van
don dokter aan te kondigen, trad Traverse
het eerst binnen. Mariha zat op dat oogen
blik gebogen over haar werk. Zjj keek op,
toen zij iemand hoorde binnen komen cn was
verbaasd, haar zoon te zien, die op een onge
woon utir, en bovendien niet alleen, maar in
gezelschap van een vreemdeling Daar huis
kwam.
Moeder,* sprak Traverse, ,ik breng hier
mjja beschermer en weldoener, dokter Day,
mede, die u een bezoek komt brengeo.*
Mistress Rocke boog en verzocht den arts
binnen te komen.
Het is de eerste maal, dat ik het genoe
gen heb u te zien,* zeide de dokter, terwjjl
hjj de moeder van zjjn jeugdigen vriend de
hand toestak, .maar wjj hebben elkaar reeds
sedert lang ontmoet in een gemeenschappelijk
gevoel van liclde en belangstelling voor dezen
jongen man hier, zoodat ik het eindelijk tjjd
meende te zjjn, eens persoonlek kennis mot
u te maken.*
•Traverse vertelt mjj icderen dag, hoezeer
gjj ons, door de goedheid welke gjj hem be
toont, tot dank verplicht," antwoordde mis
tress Rocke op hare vriendeljjke, zachto
manier, .het is daarom ounoodig u te ver
zekeren, hoe gelukkig ik mjj acht, u i
bij mjj te mogen ontvangen.11
Met dit beleefd complimentje gaf mistress
Rocke den dokter do hand, waarbjj zjj hem
nitnoodigde plaats te nemen. Het gesprek
kwam spoedig in vollen gang, doch er wns
al maar door sprake van Traverse. Er werd
geen woord gerept van de ziekte en het Ijjden
der arme vrouw. Traverse, die dicht bjj hem
Zat, beschouwde mot bange oplettendheid elke
uitdrukking in hot gelaat van deu dokter, dio
met alle levendigheid, waarmede hjj sprak,
geen onderzoek deed naur do verschijnselen
der ziekte, waaraan mistress Rocke, naar haar
ingevallen, vermagerd voorkomen te oordoelen,
inderdaad scheon te sukkelen.
Uw zoon, mistress Rocke,* zeide de dokter,
geeft recht tot de schoonste verwachting.
Hjj is reeds zéé ver, dat het tjjd zou zjjo,
hem onverwjjld aan de bjjzondere studiën tc
laten beginnen van het vak, dat hjj gekozen
heeft.'
«U zsgt mij daar dingen, die mjj, als moe
der jjdel zouden kunnen maken,* antwoordde
mistress Rocke, terwjjl zjj een blik vol liefde
en troU op baron zoon wierp.
•Tuterletuut, mistress Rocke, wat ik daar
zeg, is slechts een ware en welverdiende hulde
aan het talent van uwen zoon,* riep dokter
Day met warmte. .Maar hjj moet kiezen, wat
hjj worden wil. Je bent nu achttien jaar,
Traverse, niet waar?* vroeg hjj zich tot den
jongen wendende. .Welnu, als je kiezen mocht,
aan welke wetonBohap zou je dan do voor
keur gevenaan de medicijnen of aan de
theologie
De jongeling glimlachte, zonder te antwoor
den. Hjj scheen zich te bezinnen.
.Misschien,' ging de dokter voort, .hebjjj
cr nog niet over nagedacht? Nu, overleg
het eens met je zelf. Overweeg nauwkeurig
het voor en tegen, om oen vast besluit, oen
bepaalde, onveranderlijke beslissing te kunnen
nemen. In zulke ernstige gevallon moet men
zich niet overhaasten.*
«O, sir,' antwoordde Traverse, «ik heb
reeds lang daarover nagedacht en alles rjjpe-
ljjk overwogen. Mjjn besluit staat vast, als
ik liet maar kon uitvoeren.'
Weina, spreek op, vriend, welken staat
heb je gekozen
Ilct vak dor medicijnen, sir antwoordde
Traverse met schitterende oogen. «De weten
schap, waaraan gjj u hebt gcwjjd, is het,
waaraan ik voor alle andere de voorkeur
geef.'
«Ha, daaraan herken ik weder mjjn braven,
jongen vriend riep do dokter ten zeersto
verheugd, want wanneer de goede dokter
voor iets een voorliefde koesterde, dan was
het voor het beroep eens arts. .Daaraan her
ken ik hem,* herhaalde hjj, terwjjl hjj de
hand van den jongeling greep on hartelijk
schudde. «Dat is eene kouze, zijner waardig
Welke kunst staat or hooger dan do genees
kunde Do rechtsgeleerdheid verdeelt de
liedeneen advocaat leeft slochui van haat,
njjd en eigenbaat, kortom van alle fouten en
gebreken zijner evonmenschen. Wat do geeste
lijke stand aanbelangt, hjj is schoon, verhe
ven, maar niet iedereen hoeft de roeping, die
voor een zoo heilige zending vereischt wordt.
Er blijft dus over de geneeskunde, waarin
een verstandig ontwikkeld man tot helper
dor lijdende menschhcid wordt.»
(Wordt vervolgd.)