KLEINE COURANT UITVERKOI 't Vliegend Blaadje voor Helder9 Texel en Wieringenm wegens VSrandarhter te laten tot bescherming van de wegen Het Spookhuis. No. 2833. Zaterdag 28 April 1900. 28ite Jaargang. Bureau Zuidstraat 72. Bureau: Spoorstraat. Telefoonn". 59. KALENDER DER WEEK. APRIL, Grasmaand, 30 dagen. Opkomst der Zon 4 u. 86 m. Onderg. 7 u. 20 m. Zondag 29 Nieuwe Maan. Maandag 80 MEI, Bloeimaand, 31 dagen. Dinsdag 1 Woensdag 2 Donderdag 3 Vrydag 4 Zaterdag 5 Uit. het Buitenland. De vraag, die in de jongstverloopen dagen met grooten aandrang, zoowel door het pu bliek als door de dagbladpers in Engeland gedaan werd Waarom rukt Lord Roberts met zjjn troepen niet uit Bloemfontein op kreeg dezer dagen een antwoord door de pu bliek gemaakte vingerwijzing, dat de opper bevelhebber vóór het oprukken met zjjn leger eerst de Boeren uit het Zuidoosten van den Vrjjstaat verwijderd wil hebben. Eerst dan is er aan een opmarsch in de richting van Pretoria te denken, aldus is zjjne overtuiging. Het plan van Roberts is, om uit dat deel van den Vrijstaat niemand te laten ontkomen. Hg is van meening, dat er een beslissende over winning noodig is geen klein voordeeltje is genoeg, maar een flinke veldslag, waarvoor hjj een reeks maatregelen heeft genomen. De Boeren in den Vrijstaat moeten worden om singeld en van hun terugtochtsweg afgesneden. Voor dit doel zjjn onderscheidene divisiën, door verschillende generaals gecommandeerd, aangewezen. Zij allen moeten optreden, om een handvol Boeren zoo mogelijk te omsin gelen en te vernietigen. Het is nogal duide lijk, dat in dezen toestand ook de Boeren niet stil zitten, dat zjj hunne maatregelen Demen. Het Boerenleger, met Do Wet aan het hoofd, zal wel alles doen, om het plan van den Brit- schen aanvoerder te doen mislukken. Daarom vermelden de nieuwsbladen aan 't slot van deze mededeelingen der Britsche plannen of deze poging van Lord Ruborts zal slagen, is nog lang niet zeker. Zjjne aanwjjsingen, hoe te doen, zijn heel mooi bedacht, doch de Boeren zgn heel goed verschanst, en latei zich niet licht foppen. Door de ondervinding geleerd, sullen zij wel zoo verstandig zijn, niet in den val te loopen, maar vechtende terugtrekken, om straks op een ander punt opnieuw aanvallend op te treden. Schoon onderscheidene Engelschc blad n er hun werk van maken, om op <lo krijgsdaden der Boeren sterk aftegeven en hun gebrek aaa overleg te verwijten, blijkt het nu toch maar duidelijk, dat zjj Roberts in eene positie heb ben gebracht, die hem onmachtig heeft ge maakt zich te verweren en zjjne behaalde voordeelen te vervolgen. Door dit te bereiken, hebben zjj blijk gegeven, dat hunne tactiek nog zoo heel kwaad niet is. Verschrikkelijk zjjn bij voortduring de be richten omtrent den vreeselijken hongersnood in Brisch-Ir dië. Deze ontzettende ramp, die nu al maanden en maanden aanhoudt, en waartegen do Engelsche Regeering niets ver mag te doen, komt tegeljjk met de tallooze voorzieningen, die voor het leger in Zuid Afrika, dringend noodig zjjn en /.eer groote offers eiachen. Uit het rapport der gezond heids-commissie bljjkt, dat in Britsch-Indië evenveel slachtoffers worden gemaakt door den honger als in Zuid-Afrika door het Mau sergeweer. Drie leden van het Lagerhuis heb ben de oorzaken van dezen hongersnood in Indië nagegaan, en zjj zijn bjj hun terug komst overtuigd, dat de onmacht der Indische Regeering, om de arme lieden, die sterven van honger, te helpen, alleen het gevolg is van de te hooge bezoldigingen, die aan de hoogs Engelsche ambtenaren worden toege kend, en die zulke offers vragen van de In dische schatkist, dat de som voor het lenigen van den heerschenden nood overblijvende, veel te gering is. Nu zjjn er wel inschrijvingen gehouden in Engeland, en is veel geld uit de Koloniën toegezonden aan de Indische Regee ring, doch zelfs de groote bjjdragen kunnen niet wegnemen, wat daar staat in het bjj het Lagerhuis ingediendo rapport, dat de te groote traktementen der Engelsche ambtenaren de Indische schatkist hebben uitgeput, en dat dientengevolge in de grootste en rjjkste ko lonie der wereld, waar de natuur met hare gaven het kwistigst is, de telrjjke bevolking door honger en gebrek gedecimeerd wordt. HELDER, 27 April 1900. Voorjaars-Koemarkt. Helder, 25 April. De aanvoer was min der dan het vorige jaar, te zamen thans 69 stuks hoornvee, als 29 gelde koeien, f 107,50 a f 135,6 vette koeien f170, a f190, 2 melkkoeien f 140, a f165,llkalfkoeien f 120, a f160,18 hokkelingen f42,1 vaars en 1 kalfvaars f 80,6 stieren f 58. 4 schapen f 14 a f 23, 3 lammeren f6, 4 geiten f 2 a f 7,202 bokken, 2 varkens per kilo f 0.401 korf kippen, 2 id. kloek met kuikens f 4.50, 1 korf konjjnen f 0,60, 2 stapels kaas f 0,65 a f 1,10 per stuk, een partjj boter f0.55 a f 0.60 per kop, voorts eene collectie pot-bloemen. De aangevoerde stieren waren ter keuring ingeschreven voor de Holl. Maatschappij van Landbouw afd. Helder, waaraan zjj premiën had verbonden. De lste premie f 15,(aanhoudingspremie), werd toegekend aan den e'ónjarigen stier «Ce- sar*, de vader van dezen stier isgenaamd .Hol lander* en ingeschreven onder No. 8570 van het Ned. Rundvee Stamboek, eigenaar de heer J. de Veer, te Koegrasde 2de premie, óónjarige stier werd niet toegekend. Van de tweejarige stieren, verwierf «Oom Paul» van den heer C. Maters, te Koegras, de tweede premie f5, De jury was samengesteld uit de heeren W. Schermerhom, te Schermer, H. W. Keesom en W. Bakker Dz., te Texel. De heer Muis, Rjjksveearts te Scharen, was op het markt terrein aanwezig. Ondanks het konde voorjaarsweer was het marktorrein, de lste Molenstraat, druk be zocht. De handel scheen nog al goed. Er waren ook kooplieden, die hier en daar op wagenB allerlei zaken te koop aanboden, on der luidruchtig en overrodendo aanbeveling van het artikel, wat aan de markt een bijzon dere levendigheid gaf. De minister van Marine brengt ter kennis van belanghebbenden, dat de com missie, welke in dit jaar is belast met het afnemen van het toelatingsexamen voor het Kon. Instituut voor de Marine te Willemsoord, is samengesteld als volgt lid en voorzitter, de kapitein-luitenant ter zee H. Backer leden de heerenL. van Zanten, leeraar aan de H. B. S. te Tieldr. C. Stolp, leeraar aan de H. B. S. te KampenA. Kijlstra, leeraar aan het Kon. Instituut voor de Marine te Willemsoord dr. A. H. Bor- gesius, leeraar bjj 's Rijks Landbouwschool te Wageningen; J. Broekema, leeraar aan de Rijks H. B. S. te Middelburg A. Groe- nier, leeraar aan de Rjjks H. B. S. te UtrechtE. M. van Soest, leeraar aan de Rjjks H. B. S. te Alkmaar G. C. C. Bethe, leeraar aan de Rjjks H. B. S. te deu Helder H. J. Wansink, leeraar aan de H. B. S. met vjjf-jarigen cursus te 's-Gravenhage J. H. A. van Ravenhorst, leeraar aan den Rijks H. B. S. te 's-Hertogenbosch secre taris, de luit. ter zee der 2de klasse R. W. Hartman. (St.-Ct.) Benoemd in de orde van Oranje- Nassau tot officier, de hoofdingenieur der marine P. I. Turktot ridder, de kapitein der mariniers Jj C. J. B. A. de Joselin de Jongen begiftigd met de zilveren eere medaille der orde van Oranje-Nassau, de commandeur der scheepmakers bij 's Rijks werf te Amsterdam, J. J. de Vos, en met de bronzen eeremedaille dier orde, de scheep maker bij 's Rijks werf te Amsterdam, P. J. van der Neut. De Liberale Kiesvereeniging Hel der", aangesloten bjj de Liberale Unie, te Helder, heeft in hare vergadering van Dinsdagavond den 24en April de navolgende motie aangenomen De algemeene vergadering der Liberale Kiesvereeniging Helder", gelezen de cir culaire der Liberale Unie betreffende het kiesrecht vraagstuk, besluit hare adhaesie te schenken met de in die circulaire ont wikkelde denkbeelden en gaat over tot de orde van den dag. In ons vorig nommer vermeldden wij dat de Afd. »Nerva" alhier, van den Bond van Post-en Telegrambestellers, a.s. Zondag haar jaarfeest in »'t Centrum" zou houden. Dit was niet juist. De Afdeeling heeft een Donateurs-avond georganiseerd, hoofdza kelijk om hare begunstigers eens een ge- noegeljjken en gezelligen avond te verschaf fen, en zij hoopt dat velen van hen daar van gebruik zullen maken. Helders Geheel-Onthouders-Bond hield Woensdagavond 1.1. in .Casino" een openbare vergadering, die matig bezocht was. Als sprekers traden op de heeren Prof. Dr. J, van Rees van Hilversum, Ds. N. J. C. Schermerhorn van N. Niedorp en Ds. A. da Koe alhier. Do heer Van Raes behandelde hot alcohol vraagstuk uit een medisch oogpunt en toonde aan, dat alcohol altijd vergif voor het lichaam is en dat het zelfs bjj het gebrnik van matige hoeveelheden, ongunstig op het zenuwstelsel moet werken. Evenals chloroform en ether werkt het verdoovend en hoewel geheele ver- dooving alleen bij overmatig gebruik plaats heeft, kan men in dit opzicht een reeks van trappen waarnemen. Bjj het gebruik worden eerst aangedaan de tcórste cellen, die een ver traging der verrichtingen bewerken, waardoor de andere zenuwwerkzaamheden, die der ver snelling, minder tegenstand ondervinden. Het hart begint daardoor sneller te kloppen, de ademhaling gaat sneller en de gebruiker wordt levendiger, rumoeriger, zoodat het schjjnt of alcohol opwekt, niets is evenwel minder waar alleen zijn de zenuwwerkzaamhedon der ver traging verdoofd. Spreker bestreed verder de meening, dat arbeiders, die zwaar werk moeten verrichten, door het gebruik van alcohol nieuwe krachten verkrjjgen. Ook hier heeft verdooving plaats, n.1. het gevoel van moeheid. Krach tiger wordt men er in geen geval van, hetwelk ook door proeven met clubjes arbeiders en soldaten op marsch is bewezen. Dat alcohol de koude zou verdrjjven is ook een groote dwaling, het aanleggon van een thermometer bewjjst het t< gendeel. Ook andere redenen, die opgegeven worden voor het gebruik vau alcohol, berusten op zelfmisleiding. Het doet niets dan kwaad, daarom moet met de drank gewoonte gebroken worden, het aantal zenuw- ljjders en krankzinnigen zal er door vermin deren. Geen enkele reden is er om met het gebruik van die stof voort te gaan. De heer Schermerhorn besprak het alcohol vraagstuk nit een zedeljjk oogpunt. Aan het verslag van het gesticht Meerenberg ontleende hjj, dat van 42 pet. der krankzinnigfen hun toestand te wijten was aan het gebruik van alcohol en wees op het verband, dat er be staat tusschen alcohol en misdaad. 70 pet. van de misdadigers zonden niet in de ge vangenissen zjjn, als zij met geen drankge bruiken in kennis waren geweest. Daarom moet er met deze drinkgewoonte niet doorge gaan worden. Niet alleen Ijjdt het lichaam er onder, maar nog erger, de zedelijkheid, 't Is een treurig gezicht, wanneer flinke, jonge, sterke mannen zich aan het misbruik over geven en hun waarde als mensch vergeten. Spreker schrjjR het bljjven drinken van velen toe aan de gewoonte en aan de leegzieligbeid, zoodat men weinig belangstelling kan voeleu voor hetgeen in het mcnschenleven valt op te merken. Hjj dringt daarom aan, ziende de groote ellende door den drank aangericht, niet langer aan de drinkgewoonte mee te doen en te beseffen, dat ook matige drinkers schuldig zjjn aan het groote kwaad door het alcoholgebruik teweeg gebracht. Verder geeft hjj be verzekering, dat het onthouden daar van geen offer is maar een winst, omdat men als zedelijk wezen hooger komt te staan, medewerkt aan de verbetering der Maat schappij en men grooter en reiner levensvreugde deelachtig wordt, dan de kroeg kan geven. Do heer de Koe vult het laatst gesprokene aan. Hjj zegt dat kennis van de ellende de eerste stap is om van dio ellende verlost te wor den. Daarom moeten matige drinkers eerst het groote wee door den drank aangericht zien en vooral govoelen. zij moeten begrjjpen hoeveel schuld zjj aan de ellende hebben en dat zjj de oorzaak zjja dat de z-v&kke den tol betaalt en valt. Zjj moeten de ingenomen heid met zich zelf laten varen. Vervolgens wjjst spreker op de maatschappeljjke verhou dingen. Hier ziet men tal van personen, die zwaar zwoegen en voor al hun werk een sober bestaan hebben, ja gebrek ljjdendaar tegen over staat een kleine klasse van menschen, die zich in weelde baadt en geniet van alles wat kunst en wetenschap aanbiedt. Deze twee klassen van menschengcbrekl jjdenden en genietenden, beide zjjn in de noodzakeljjkheid de smart, door de tegenstelling ontstaan, te verdrjjven, en daarom bedwelmt men zich met alcohol. Doch dit is een verkeerde levens richting. Men moet met ernst do zaak onder .de oogen durven zien, men moet de zedeljjke kracht hebben om ons leven to vernieuwen, men moet de kracht putten nit God, zooals Jezus, de man der smarte, dit doed. Die kracht en niet de bedwelmende dranken, is in staat verlossing te brengen van de zedeljjke ellende. Na 10 minuten pauze was er gelegenheid tot debat, waaraan de heeren J. J. Janzon, M. P. Polak en een ons onbekende deelnam. Het debat bepaalde zich tot eenige vragen en kleine verschilpunten, die door de spre kers beantwoord of weerlegd werden. De „Koningin Regentes". Dinsdagnamiddag ten 3 ure is het op de rjjkswerf te Amsterdam gebouwde panteer- ichip «Koningin-Regentes», in bjjzijn van de beide Koninginnen, al do ministers en vele autoriteiten, met goed gevolg te water ge laten. Voor de Vorstinne* waren «etels geplaatst aan een uitbouwsel van bet paviljoen, een soort balkon. Naast den zetel der Koningin- Moeder stond een fraai model van het pant- serschip, dat een denkbeeld gaf hoe het er straks na de voltooiing sou uitzien en op den rand van het balkon was aangebraeht een zwaar eikenhouten kussen, waarop Hare Majesteit de Koningin-Moeder straks sou doorhakken het koord, waarmede het reus achtig schip nog als laatste steun aan den vasten wal was gebonden. Zoodra de Vorstinnen onder het spelen van het •Wilhelmus' door de kapel der Marine, de werf waren betreden, worden do stutbal ken of schoren vun het schip weggenomen toen rustte het schip nog slechts in twee klinken aan den voorsteven waren die ver dwenen dan zou het vaartuig achteruit hel water kunuen ingljjden. Hare Majesteit de Koningin-Moeder kon nu uit 't paviljoen deze laatste beletselen doen wijken. Voor Haar lag een voor deze ge legenheid vervaardigd zilveren bjjltje gereed. Met dit proefwerk van zilvermidskunst zou de Vorstin de laatste beletselen van het schip verwjjderen. Van het eikeubouten stootkussen op den rand van het balkon aan gebracht af liep een zjjden koord naar den bovenrand van het dek van het schip. Deze draad liep door verschillende stijlen naar een op bet midden van het voorschip staanden koker, waarin een scherp geslepen beitel hing van ongeveer 10 K.G. zwaarte. Aan weerszijden van het voorschip hingen in kokera gewichten van ongeveer 250 K.G. zwaarte, die beide verbonden waren door een touw dat door deu kleinen midden koker ging, waarin de scherpe beitel hing. Wan neer nu in het koninkljjk paviljoen de Vor stin den zjjden draad doorbakte, zon in den kleinen koker de beitel vallen en het touw doorsnjjden dat de zware zjjgcwichten ver bond die zjjgewichten zouden dan neerplof fen en de laatste klinken verwjjderen dan zon het schip afglijden langs de smeerplan- ken, het water in. Het was tien minuten voor drie toen H.H. MM. liet terrein opkwamen. Dadeljjk begon het wegnemen der stutten en terwjjl dit geschiedde onderhielden de Vorstinnen zich met de aanwezigen autori teiten. Zoodra waren do stutteD weg of aan de seinpaal werd een vlag geheschen als be- wjjs dat alles gereed was. Toen sprak Z.E. de Minister van Marine Hare Msj «teit de Koningin toe; bij bracht de Vorstiune dank dat Zjj gevolg had willen geven aan de uitnoodiging om aan deze plaats tegenwoordig te zjjn bjj het afloopen van dit Marineschip naar Hare Koninklijke Moeder gedoopt, de verzekering gevende dat dit door de Marine op hoogen prijs wordt gesteld. Zich toen tot Hare Majesteit de Koningin- Moeder wendende gaf de Minister de ver zekering dat het voor de Nederlandsche Ma rine eon groote oer is dat Haro Majesteit het naar Haar genoemde vaartuig te water zal doen loopen. Hij gaf de verzekering dat de Nederland sche Marino door dit bewijs van Koninkljjke belangstelling nog meer genegen zal zjjn haar plicht te doen tot eer van vaderland en koningshuis. Z. E. verzocht daarna Hare Majesteit met de bjjl het koord door te hakken. De Koning-Moeder sprak, als vorens dit te doen in de richting van het schip dnideljjk deze woorden Ik geef dit schip over in Godehand, moge het veilig op de wateren zjjn, voorspoedig en gelukkig bjj de vervulling van zjjn taak en steeds de Nederlandsche zeemacht tot eer In 1829 zond Rusland 100.000 man op wezen. Turksch gebied, en 20.000 kwamen t* Toen viel de bjjl op het koord.: na ódn Adrianopel aan. In 1878 trokken 400.000 Russen de •onau" over, en niet meer dan 100.000 lieten op Constantinopel aan. In 1870 vielen de Duitschere met 372.000 in F rank r jjk, en 71,000 sloten Parjjs in. Het groote verschil tusschen die cjjfen gelegen in de noodzakeljjkheid om troepen i voor het beleg van sommige plaatsen. Tennelen4*aaaaa4 CO Tim ^ord Roberts heeft 100.000 man samen- «IIIIlVTP f r" 1 1 trokken bjj de Oranjeriviermaar hjj ue meerderen en minderen de Mi- 300 afleggen om te pretoria te komen. De moeiljjkheden van de grondsgesteld heid zgn even groot voor hem als in 1810 roor Massena en in 1812 voor Napoleon. En lord Roberts moet strgden tegen een ▼olk, dat, hoewel niet zeer talrjjk, schran der en goed toegerust is voor den oorlog. Onder die omstandigheden durft Sir Spencer Wilkinson niet voorspellen, met hoeveel soldaten Lord Roberts te Pretoria zon kannen komen. da mai scheidene litaire Willemsorde behaalden. Van de geridderden zgn, voor zoover ons bekend ia, nog in levende staatsraad P. Ten Bosch, de gep. kol. der mariniers Van Braam Houckgeest, de schout bjj nacht Zeegers Veeckens, de gep. schout bjj nacht Quispel, de gep. brievenbesteller Petter, de gep brievenbesteller P. BiBhoff en de heer V. Djjk. Bloedvergiftiging. Te Schiedam is eene moeder van een talrijk gezin aan bloedvergiftiging overle den. Eenige dagen geleden had zjj zich, bjj het schuren van eetrorken, aan een der scherpe tanden geprikt, waardoor zij een wondje aan een barer handen kreeg. Aanvankelijk werd daarop geen acht ge slagen, doch toen de vinger en de arm begonnen te zwellen, werd geneeskundige hulp ingeroepen, die echter niet meer heeft mogen baten. Brandkast openbreken Er ia dezer dagen aan het hoofdbestuur der Postergen en Telegrafie een aardige proef genomen. Drie fabrikanten leverden op proef ieder een zoogenaamd inbraakvrjje brandkast. Respectieveljjk kreeg een der concurren ten verlof een brandkast open te breksn, onder deze voorwaardenle. dat er geen electriciteit gebruikt mocht worden2e dat in de naburige kamer geen verdacht geluid gehoord mocht wordenSe. dat er niet langer dan zes nar op gewerkt mocht worden De uitslag was, dat binnen twee en half uur iedere brandkast met een gewone hoor geforceerd was en zoodanig geopend, dat de inhond er gemakkeljjk uitgenomen kon worden De drie fabrikanten keken natunrlgk op hnn neus. Zjj zjjn nu uitgenoodigd om op dezelfde voorwaarden weder brandkasten, waar- schjjnlgk nu met ander pantser, te doen beproeven. (Hollandia). Moord. Maandagmiddag omstreeks 5 nar is te Gorinchem de paardenslager H. Edelbroek in zgn woning op den Kortendijk vermoord gevonden. Zgn huisvrouw, waarmede de verslagene, naar men verneemt, in geen goede ver standhouding leefde, wordt verdacht hem na een twist een steek in den rug toe gebracht te hebben, waardoor de long geraakt is. Een kaasmes, waarmede de daad vermoedelijk verricht is, is in beslag genomen. De justitie uit Dordrecht heeft heden •en nauwkeurig onderzoek ingesteld en als verdachte gearresteerd en naar Dor drecht overgebracht de echtgenoote van den verslagene. Zjj bljjft evenwel haar onschuld volhouden. Sir Spencer Wilkinson bespreekt in de »Morning Post" de verschillende moei lijkheden, welke Generaal Roberta zal heb* ben te overwinnen, als hjj eens werkeljjk op Pretoria aanrukt. Napoleon, zegt deschrjjver, trok in 1812 de >Newa" over met 442,000 man, en drie maanden later kwam hjj voor Moskau met slechts 95.000. In 1810 trok Massena over de Pyreneeën met 400.000 man, en te Torras Vedras had hjj er nog 45,000. De Oorlog in Zuid-Afrika. Aan >the Times" meldt men uit Lourenzo Marqués, dat te Pretoria, met hulp der vreemde krachten, door het Transvaalsch Departement van Oorlog aangeworven, eene geschutgieterij voor zware stukken is op gericht. Een eerste van die stukken is dezer dagen gereed gekomen en naar den Vrjjstaat ge zonden. Om Kroonstad zgn niet minder dan 69 kanonnen in stelling gebracht, om den op marsch van Lord Roberts leger, wanneer die eindeljjk plaats heeft, te weerstaan. Daaronder zgn zeven Fransche kanonnen (Creusots), die nit Pretoria zgn gezonden. Om de Transvaalsche hoofdstad worden ■teeds uitgebreider verdedigingswerken in gericht. Acht mijlen rondom de stad worden loopgraven gelegd, en elke beheerschende stelling wordt krachtig versterkt. Behalve Pretoria worden ook Klerksdorp •n Potchefstroom in staat van tegenweer gebracht. Daarentegen zouden de forten van Jo- hannesburg ontmanteld zjjn en 25 mjjnen door de staats-iogenieurs met dynamiet zgn geladen. In den Vrijstaat. LONDEN, 25 April Lord Roberts seint heden uit Bloemfontein de divisie Pole-Carew bereikte gisteravond Roodekop zonder verliezen. Haar opmarsch werd ge dekt door cavalerie en rjjdende artillerie, die de Boeren met zware verliezen terug dreef. Bereden troepen trokken heden morgen de Modderrivier bjj Valsbank over, in overeenstemming met mjjn hevelen aan generaal French, om zich op te stellen op de terugtochtslinie der Boeren. Doch dezen, klaarbljjkeljjk verontrust door French verschgneu, ontruimden hun sterke stelling bjj De Wetadorp gedurende den nacht. Hedenmorgen werd deze door generaal Chermside bezet. Hamilton's be reden troepen verdreven de Boeren van alle kopjes in de nabjjheid der waterwer ken, zonder verliezen te ljjden. De bri gade Hooglanders legde gisteren 38 K.M. af, om generaal Hamilton te steunen. Het is niet waarschjjnljjk, dat er om Wepener nog eenige last door de Boeren zal veroorzaakt worden, nu de Wetsdorp bezet is. Wepener ontzet? LONDEN, 25 April. Lord Roberts seint heden uit Bloemfontein, dat de Boe ren zich uit den omtrek van Wepener te rugtrekken. Hedennacht en dezen mor gen vluchten zjj in Noord-Oosteljjke rich ting langs den weg naar Ladybrand. Zjj waren ongeveer 4000 a 5000 in getal. IFIH TJIXjIJHTOIT. 71) Al deze vragen drongen zich bjj den kapi tein onwillekeurig op, doch te laat. Al ge beurde ook 't ergste, kolonel Lenoir kon het niet meer veranderen, want het bruidspaar en hjj hadden het altaar bereikt. Omkeeren was niet meer mogeljjk, er bleef niets anders over, dan alles af te wachten. Dadeljjk begon de plechtigheid. Mr. Good- win hield als inleiding eene treffende rede over het hnweljjk en do daarmee verbonden plichten. Hjj vermoedde niet, dat hjj tever geefs sprak. Dat Capitola het zoover liet komen, deed zjj, om beide ellendelingen zoo lang mogeljjk te verschalken, opdat in het laatste oogenblik de uitwerking des te verpletterender zon wezen, wanneer se door een krachtig ,neen» het plan der aietswaardigen in duigen zon doen vallen. Ondertnsschen naderde het beslissend oogen- blik en begon de geesteljjko aan bruid en bruidegom de gewichtige vragen te stellen. Neemt gjj deze juffrouw miss Clara Day tot uwe vrouw vroeg pastoor Good win den bruidegom. Ja,» antwoordde Graven. ,En gjj, miss,* wendde de geesteljjke zich tot de bruid, ,sjjt gjj besloten den heer Craven Lenoir tot echtgenoot te nemen Kapitein Lenoir en Craven hingen met hun blikken aan Ca pilola's oogen. Het was voor hen een oogenblik van onuiuprekeljjke vrees. Capitola wierp haar sluier terug en riep met luide en heldere stem Neen!... neen!... neen 1 De uitwerking van dit krachtig, driemaal herhaald neen, laat zich beter denken dan beschrjjven. Craven en de kapitein weken als verplet terd terug en staarde Capitola aan, alsof de vermeende bruid zich plotseling in een ge drocht veranderd had. «Wie is deze persoon?* riep de kapitein met een van woede en schaamte trillende stem. Miss Capitola Black,» stelde zich onze vriendin met eene spottende buiging aan Lenoir voor, .miss Black, waarvan u zeker al gehoord hebt, die de eer had nwe plannen te verjjdelen en de arme Clara Day te redden, die gjj een beetje voorbarig als uwe prooi beschouwdet. De aanwezigen hadden in een halven kring om de drie handelende personen plaats ge nomen. Capitola was verzekerd van hare overwinningdeze menschen zouden l"" helpen, dit zag ze in hunne oogen. Pastoor Good win scheen «eer verontwaardigd. Indien gjj niet de bruid zjjt, waarom liet go dan de heilige handeling zoo ver komen Hoe durft ge het wagen in eene kerk, voor 't altaar den spot te drjjven met deze heeren en met mjj Een goedkeurend gemompel overtnigde onze vriendin, dat haar toestand bedenkeljjk werd, wanneer se langer wachtte met de noodige verklaring. «Uw Eerwaarde vergist zich,' zei ze, «in dien ge meent, dat ik opzetteljjk dit tooneel heb veroorzaakt. Ik deed het, om eene onge lukkige jonge dame van de macht van haren voogd, don kapitein Lenoir, te hevrjjden, die niets minder in het schild voerde, dan de arme k 'puloozo weeze tegen haar wil mot zjjn zoon te doen hnwen. Om mjjae vriendin in hare vlucht te helpen, nam ik hare rol over en om mjj nelf te redden, volgde ik de twee heeren, die mjj voor miss Day hielden, tot hier en stel mjj hier onder uwe bescher ming.' .Zjj is krankzinnig,» riep de kapitein, .haar woorden ajjn van geene heteekenis en haar zonderling karakter is genoeg bekend. Ik zal haar gerechtelijk vervolgenHoe durfdot gjj het wagen, mits, u in zaken te mengen, die n niets aangaan?' Welk eene dwaco gedachte, eene pnpil aan 't gezag van haar voogd te willen ont trekken voegde Mr. Good win er bjj. «Hoe durft ge u zoo iets veroorlooven Bedacht ge uiet, welke gevolgen zulk eene vermetele daad voor n kan hebben Ik vrees, dat ge hier voor niet ongestraft zult bljjven.» Eerwaarde heer,» hernam onze vriendin, kiest gij ook partjj tegen mij?... doch ik begrjjp het, gjj vertrouwt dien heer Lenoir ten volle, omdat hjj bekend is als een braaf man. Maar ik seg u hjj is een schjjnheilige. Doch, gjj zult wel zoo edel zjjn, om thans de partjj op te nemen der weerlooze vrouw.» «En al zouden ook allen tegen u zjjn, dan biedt zich hier een arm aan, die n tegen de geheele wereld beschermen zal, miss Capitola riep op dit oogenblik eene stom, die als hemelsche muziek in de ooren van 't jonge meisje klonk. Een jonge, schoone man baande zich een weg door de omstanders en plaatste zich naast de in de klem zittende miss, die met een luiden kreet van vreugde in zjjne armen zonk. Het was Herbert Greyson, die als door den Homel in de ure van 't gevaar gezonden scheen. O, gjj hier, ilerbert!» riep Capitola. «Nu begin ik aan wonderen te geloovenMaar hoe komt gjj om Godswil hier?' Daarover later, Cap,» hernam Herbert. Verklaar mjj eerst wat hier gaande is en waarvoor ik u in rouwgewaad in deze kerk vind.» Ik verlang niets liever, doch men liet mjj niet spreken. Luistert dan allen, hoe de zaak zich heeft toegedragen en oordeelt dan, of ik onrecht had te handelen, zooals ik deed.' Hoort niet naar haar!» riep Craven Lenoir woedend. >Zjj is krankzinnig, zjj liegt... het past hier niet op deze heilige plaats Herbert gebood den jongeren Lenoir mot donderende stem te zwjjgen. Ik geloof gaarne,» zei hjj, «dat gjj niet graag deze bijzonderheden hoort, doch daarom juist willen we de miss hooren spreken.» De kapitein zag in, dat Capitola in den jongen man een ongemakkelijke beschermer gevonden had en 't spel voor hem en Craven verloren was, wanneer door Capitola hun gedrag jegens miss Clara was aan den kaak gesteld. Kom, Craven,» zei hjj tot zjjn zoon, >we hebben hier niets meer te doen; voor de rechtbank zullen we zien, wie geljjk heeft.' .Halt, mjjnhcer!» riep Herbert. .Zoogoed koop komt u niet losMannen,* riep hjj tot de aanwezigen, .zet den ingang af. We willen eerst hooren, wat de dame omtrent die heeren te zeggen heeft.» •Zoo,* wendde zich Herbert nu tot Capi tola, .spreek na miss.» Capitola begon de heele lijdensgeschiedenis van hare vriendin Clara te verhalen. Ze ver telde, hoe kapitein Lenoir, tegen den uitdruk- kelijken 1 au tuten wil van haar vader, haar in 't .Spookhuis» had meegenomen, daar for meel gevangen gehouden en baar om 't rijke erfdeel wilde dwingen de vrouw va-i zjjn soon te worden, ofschoon zjj, met inwilliging haars vaders, reeds verloofd was met een ander den jongen dokter Traverse Rocke. «Traverse... mjjn vriend... mjjn broeder 1 riep Herbert verrast. De verontwaardiging der toehoorders wan ten top gestegen. Eerloosenbooswichten... schurken...» waren de niet zeer vleiende titels, die Lenoir en zjjn zoon moesten hooren. Ze zonden zelfs tot handtastelijkheden zjjn overgegaan, indien Mr. Goodwin hen niet herinnerd had aan de plaats, waar se waren. Vergrjjpt u niet aan hen, lieden 1* riep hjj. .Ze sjjn door onse verachting genoeg bestraft en weldra zal twintig unr in 't rond hun naam met afschuw genoemd worden. Laat hen gaan an hen 't bewustsjjn meene men, dat weldra ieder eerljjk man zal weten, wie ze zjjn.' De boeren lieten de twee gebrandmerkte booswichten vertrekken. Vol wraak en be vend van machtelooze weede over den smaad, waarmee ae beladen waren, verlieten se de kerk. Ook Capitola en Herbert vertrokken. Ik most bekennen, miss,* sei de priester, dat ik heden gezien hebt, dat gjj 't hart op de ware plaats hebt, al weet uw oom soms geen raad met u.» Voor de kapel vond Capitola tot baar groote vorbazing Wool met haar Gyp. De arme drommel sprong van vrengde, dat hjj sjjn jeugdige meesteres weer zag. Het vol gende oogenblik waren Herbert, Capitola tm de neger op weg naar Warfieldhouse. «Nn moet je mjj ook vertellen, Herbert, hoe je zoo onverwachts tot mjjn redding kwaarat opdagen,' zei Capitola, >en door welk toeval je Wool hebt ontmoet.» Niets is oenvoudicer, dan al deze kleine wonderen,» hernam Greyson. .Vooreerst zal je weten, dat ik mjjn examen in West-Point gelukkig achter den rug heb.» •Ja, oom vertelde het mjj. Hjj is trotach op jon en voorspelt reeds, dat je het nog tot generaal zult brengen.' «Het begin is gemaakt,' hervatte de jonge man lachend. Zooals je mjj hier ziet, lieve Cap, ben ik luitenant van het 18de regiment infanterie, dat binnen zee weken naar 't leger van generaal Scott in Mexico zal ver trekken.' Mjjn God!» riep Capitola, moet je naar den oorlog Dan weet ik niet of ik mjj over nwe bevordering kan verheugen. Wat een angst zal ik voor jou moeten doorstaan Hoe, Capitola Jjj en angst ?-. Hoe heb ik dat non Het jonge meisje bloosde en keek Herbert sjjdelings aanhjj echter deed, alsof hjj hare verlegenheid niet bemerkte en ging voort: .Eer ik mjj bjj mjjn regiment voeg, heb ik drie weken verlof gevraagd, die ik bjj n in het .Onweersnest' zal doorbrengen. Is dat goed Capitola?' Hoe kan je zoo iets vragenklonk haar openhartig antwoord. «Ik voor mjjn persoon,» sei Herbert, «kon nanweljjks verwachten je weer te zien. Nanwo- ljjks had ik mjjn verlof in den zak of ik reisde ineens naar Tip-Top. Daar kwam ik ongeveer oen nur geleden aan en vond aan het station tot mjjn groote verrassing Wool, aan handen en voeten gebonden. Ik vroeg naar de oorzaak en vernam, dat men hem voor een krankzinnige gehouden had. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1900 | | pagina 1