KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor HelderTexel en Wieringen.
Het Spookhuis.
Ho. 2842
Zaterdag 12 Mei 1900,
28«te Jaargang.
Bureau
Zuidstraat 72.
Bureau: Spoorstraat.
Telefoonn*. 59.
Ationnomont
p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., m. Zondagsbl. 877«Ct.
id. franco per post 75 id. fl.20.
id. Toor het Buitenland fl.25,id. f2.00.
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BEBKH0UT Co., te Helder.
Bureauxi Spooratraat en Zuidatraat.
Acivertontlön
van 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer5»
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
4dvertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VKIJDAGSMORGRNS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
KALENDER DER WEEK.
MEI, Bloeimaand, 31 dagen.
Opkomst der Zon 4 u. 10 m.
Onderg. 7 u. 43 m.
Zondag 13
Maandag 14 Volle Maan.
Dinsdag 15
Woensdag 16
Donderdag 17
Vrijdag 18
Zaterdag 19
Uit liet Buitenland.
Het tweede, en zeker belangrijkste deel van
den Zuid-Afrikaanschen oorlog is thans feite
lijk aangevangen. Talrijke Engolscho leger
scharen zyn nu noordwaarts, den weg naar
Transvaal ingeslagen, met Pretoria tot eind
doel. Wat zal het resultaat zyn Op de
Londensche geldmarkt was dezer dagen de stem
ming daarover reeds dadelyk zeer merkbaar.
Men nam er nota van, dat Lord Roberts ein
delijk in staat is, met zyn marsch in de rich
ting van Pretoria te beginnen, en dat de
opperbevelhebber aanvankelijk in zooverre
succés heelt gehad, dat de Boeren verschil
lende vroeger door hen ingenomen stellingen
ontruimd hebben. Wel is waar, luidden de
officiëele oorlogsberichten in den beginne nog
veel meer gereserveerd dan die van de oor-
logs-correapondenten, doch deze laatste waren
voor de geldmarkt voldoende, om de koersen
der Zuid-Afrikaansche mynwaarden eeniger-
mate omhoog te zetten. Met overgroot® be
langstelling zal van nu af voorzeker het ver
der beloop van den stryd allerwege door het
publiek worden gevolgd, en de in 't vervolg
uittegeven bulletins, waarnaar wy verwyzen,
krygen wêer eeno veel grootere waarde, dan
in den laataten tyd. Laten we hopen en wen-
schen, dat onze stamverwanten daarginds
de Boeren door hun onovertroffen moed,
beleid en lielde en gehechtheid voor den
^dierbaren, vaderlandschen grond, ondanks den
machtigen en talryken vijand, zullen mogen
slagen in hunne krachtige verdediging van
hetgeen hun dierbaar is't Zal hun aan dap
perheid en wys overleg hiervan zyn we
•overtuigd voorzeker niet ontbreken. Hunne
groote bekendheid van het (erreiu, hunne
vertrouwdheid met het klimaat mogen hun thans
vooral ten goede komen, en een groote mate
van krijgsgeluk zy verder hun deel!
Op het oogenblik, waarop wy dit overzicht
samenstellen, is ons de aankomst en ontvangst
-der Zuid-Afrikaansche deputatie in Noord-
Amerika nog niet bekend. Te oordeelen ech
ter naar de wèlbekende stemming van de
bevolking der Groote Republiek, zal het er
niet aan sterk sprekende blijken van belang
stelling en sympathie ontbreken, hoezeer ook
de regeering eeno zeer gereserveerde houding
aanneemt. Reeds werd ons het bericht over
gebracht, dat de Raad van Schepenen te New-
York besloten heelt, dat een commissie, be
staande uit 15 schepenen en 15 gemeenteraads
leden de Boeren-deputatie zal ontvangen en
welkom heeten. En er werd in den Raad reeds
eene motie aangenomen, waarin gezegd wordt,
dat de gemeenteraad de Afrikaansche gezanten
welkom heet, en hun de verzekering geelt van
de levendige sympathie der bevolkiDg van
Nêw-York in den edelen stryd, dien de beide
Repnblieken hebben te voeren tegen het over
machtige Engeland. Met op één nr 'gemecne
stemmen werd deze motie, zoo onbewimpeld
van inhoud, aangenomen.
't Is bekend, dat in de wyduitgestrekte Kaap
kolonie tal van afstammelingen der Hollanders
wonen. Dit bleek o.a. ook uit het groot aantal
van de bewoners, die zich by de verbonden
Republiekeiuen Transvalers en Vrystaters
hebben aangesloten. Maar dat toch ook
het aantal Engelschen en Engelsch gezindeu
aldaar niet onbelangryk is, kan wel blyken
uit het bericht, dezer dag< uit Kaapstad naar
Europa overgebracht, dat men zich daar voor
stelt, handteekeningen, en wel niet minder
4an 100.000 te verzamelen, op de lysten, die
er circulaeren met een petitie, waarin der
Britsche Regeering gevraagd wordt, de beide
Bóeren-Republieken maar eenvoudig te an-
nexeeren
Al openbaart zich de genoegdoening in
Engeland op 't oogenblik niet in een mal
vreugdebetoon, zooals indertyd by het ontzet
van Kimberley, by de capitulatie van Cronjé
en by de opheffing der belegering van Lady-
smith toch is de tevredenheid en de ge
noegdoening by de Engelschen algemeeD, nu
het leger van Lord Roberts eindelyk deu
weg naar Transvaal en Pretoria heeft inge
slagen. Wel behoeft men te Londen niet
gansch en al blind te zyn voor de gevaren,
welke een opmarscl), als thans door den En
gelschen opperbevelhebber is ondernomen,
zal opleveren, doch wanneer uit Kaapstad
wordt bericht, dat men aldaar gelooft en
vertrouwt, dat Lord Roberts op den weg naar
Pretoria geen ornstigen tegenstand meer zal
ondervinden, omdat de Boeren zich niet dan
in bet alleruiterste geval wagen aan een front-
aanval op een numerieke overmacht, dan
heeft men wat minder reden te spreken van
inbeelding en van grootheidswaanzin dan
vóór eenige weken en maanden, toen voor
spellingen ton aanzien van de vermeestering
van het Transvaalsche grondgebied onder de
Eogelschen schering en inBlag waren, terwyl
eiken dag hun opnieuw bewyzen aanbracht
van de kloekheid, den ondernemingsgeest, den
durf en het vaste vertronwen van de Boeren
in het goed recht van hun kamp voor vry-
heid en on&fhankelykheid. Als Engeland nu
maar geduldig bereid is en in staat blykt tot
steeds grootere financiëele offers en tot het
verschaffen van steeds frissche strijdkrachten,
niet alleen om nieuwe veroveringen te doen,
maar ook, om het veroverde te behouden
KlËIIW§TlJUL16Ëi\.
HELDER, 11 Mei 1900.
VOLKSWEERBAARHEID.
De openbare vergadering door het voor-
loopig Comité van Volksweerbaarheid alhier
Woensdagavond 1.1. in .Tivoli" uitgeschreven,
was goed bezocht. De heer C. J. J. H. van
Kempen, die de leiding der verg. op zich
genomen had, heette alle belangstellenden
welkom, bracht verder in herinnering hoe in
het gansche land afdceliogen van Volksweer
baarheid opgericht worden, teneinde in tijden
van gevaar onze vryheid en onafhankelijk
heid te kunnen verdedigen, wees op het voor-
beold van onze stamverwanten in Z. Afrika,
wat een weerbaar volk kan doen om zich
tegen een overmaebtigen vyand te verzetten
en gaf te kennen, dat het doel dezer verga
dering was een afdeeling van Volksweerbaar
heid op te richten, waartoe zich reeds ruim
60 personen verbonden hadden.
Alsnu werd het woord gegeven aan den
heer T. Oly van Zaandijk, lid van 't hoofd
bestuur, die in een onderhoudende van vader
landsliefde tintelende rede de opwekking be
vatte zich bij Volksweerbaarheid aan te slui
ten. Spreker wees er op hoe een volk
door eendracht groot en vry kan zyn, maar
om dit te blyven tevens geoefend moet zyn
in de behandeling der wapenen. En dit laat
ste is met ons volk in geenon deele het ge
val, want mocht er heden gevaar van buiten
komen Ons land was reddeloos verloren de
moed van ons klein leger zou weinig baten.
Naar aanleiding van den oorlog in Zuid-
Afrika had spreker dan ook in de nieuwsbladen
een ernstig woord aan het Ncd. Volk gericht
en op de weerloosheid van Nederland gewezen,
waarvan het gevolg was, dat den 13 Jan. LI.
te Utrecht de Vereeniging definitief tot stand
kwam. De hoofdzaak van Volksweerbaarheid
moet zyn het oprichten van schietbanen, waar
men zich vlijtig onder leiding van bekwame
instructeurs moet oefenen. De gymnastiek-
vereecigingen kunnen daarby uitstekend van
dienst zyn, doch men moet er geen gezellige
clubjes van maken, waar plezier maken op den
voorgrond staat. Het moet bij ons worden,
evenals in Zwitserland, Denemarken en Zweden,
dat ieder jongeling van 18 tot 20 jaar een
goed schutter is. Wordt de scbiotkunst alge
meen beoefend dan zal ons volk veel weer
baarder zyn dan tegenwoordig. De regeering
steunt in dit opzicht de vereeniging in ruime
mate, want in elke garnizoensplaats geeft zy
aan jonge menscben van 16 tot 24 jaren, die
eenig militair onderricht hebben genoten, ge
legenheid zich in 't schieten te oefenen.
Het doel van Volksweerbaarheid is zich toe
te leggen op lichaamsoefening en op de be
handeling van de wapenen, terwyl zij daardoor
tracht voor to bereiden het verkrygen van
een wettelyk, goed en degelyk leger, hetwelk
later door de regeering georganiseerd kan
worden.
Het doel der vereeniging is niet, zooals
door sommigen beweerd wordt, in strijd met
handel, nyverheid en landbouw, integendeel,
zy wil die beschermen en wenscht huis en
haard te bewaren en als het moet te verde
digen. Voorloopig slagen de pogingen der
vereeniging zeer goed, want het aantal afdee-
lingen bedraagt thans reeds 64. Men wyst wel
op de laksheid van ons volk en sommigen
vreezen wel, dat de beweging zal verloopen,
maar spreker heeft goeden moed, roept den
steun van allen in, die het streven waar-
deeren en weten wat vryheid beteekent. Die
zullen het ideaal van een onafhankelyk volks
bestaan handhaven en een volk met zulk een
ideaal gaat niet verloren. Zy stryden evenals
de Transvalers voor vryheid en recht en
kunnen geen moester dienen, dien zy haten.
Maar dan moet het volk weerbaar zijn, want
een weerloos volk heeft allerlei rampen to
duchten. Het vaderland heeft recht op alle
krachten en allen zyn verplicht mede te wer
ken tot verdediging van 't grondgebied.
Ware het niet beter te trachten don oorlog
afgeschaft te krygen Spreker deed het
gaarne, maar vreest, dat er nog eeuwen zullen
verlooopen, eer het vredesideaal in vervulling
komt. Het blyft nog altyd waarWie den
vrede wil, wapene zich. Ook van arbitrage
verwacht spr. weinig heil en wyst daartoe op
Finland. Ook het kleine Nederland kan in ge
vaar komen en door anderen worden bemoeilijkt,
want hoe spoedig na de vredes-conferentie trad
het brutaal geweld van Albion niet tegen
twee kleine Republieken op. Uit lnst tot vech
ten behoeft men zich Diet te wapenen, maar
enkel om in tyd van nood te verdedigen, wat
ons lief en dierbaar is. Wy moeten trachten
een leger te krygen, dat geheel ingericht is
naar den aard van het land en de behoeften
van den tyd. Wy baten geen vreemde natio
naliteit, maar alleen dat wat laag laf en
gemeen is en onze zelfstandigheid en vrijheid
in gevaar kan brengen. Daarom moet elk
Nederlander, van wat richtiog of stand ook,
zich weerbaar trachten te maken, opdat hy,
in tijd van gevaar, onder onze schoono drie
kleur, het dierbaarste wat hij bezit kan ver
dedigen. (Luid applaus.)
Na deze rede werd ieder in de gelegenheid
gesteld zich als lid tegen een contributie van
f0.25 of hooger te laten inschryven.
Daarna had een debat plaats. De heer A.
G. A. Verstegen vreest, dat, wanneer men
algemeen geoefend is, by een eventueelen
oorlog het bloedbad veel grooter is, dat
de oorlogsuitgaven steeds hooger zullen wor
den en dat de druk op de arbeiders zwaarder
zal zyn. Dat de sociaal-democraten zich niet
bij Volksweerbaarheid aansluiten, ligt in de
omstandigheid, dat hun vaderlandsliefde ver
minderd. Velen trekken naar andere Btreken
om in hun behoeften te voorzien. De heer
Stynman wil aan de instructeurs geen cent
nitkeeren, integenstelling met den inleider,
die ze goed wil bezoldigen. De heer P.
F. Neve begrypt zeer goed, dat de sociaal
democraat zich niet by Volksweerbaarheid
aansluit, want er zyn duizenden arboiders,
die zelfs geen bloempot hebbed te verdedigen.
Zij hebben niets dan ellende. Werkeloosheid
komt veel voor en wyst op de diamantbe-
werkens en op de typografen in Amsterdam.
De heer Oly beantwoordde de verschil
lende sprekers en gaf te kennen, dat Volks
weerbaarheid geheel in democratische richting
werkt, want we zyn verantwoo--dclyk voor
elkander en ieder moet waken voor de be
langen van zyn land. Ook staat weerplicht
op het programma van de sociaal-democraten.
Hy heeft medelyden met de armen, maar
heeft die ook in andere landen en in nog
veel grootere mate aangetroffen en meent
dat verbazend overdreven wordt. Na ra-
en dupliek der verschillende sprekers, deelt
de voorzitter mede, dat het aantal leden tot
een honderdtal is geklommen, dat over 14
dagen een vergadering zal worden uitgeschre
ven waar alsdan een definitief bestuur zal
worden gekozen en sluit onder dankzegging
aan den spreker de vergadering.
A T J E H.
De correspondent van de »N. Rott. Ct.",
aiende Woensdag uit Batavia
Een ernstig gevecht heeft plaats gehad
te Koetagletjoet in Merdoe met een bende
van Toekoe Peukan en Panglima Polem.
Aan onze zjjde werden er 2 gedood, de
onderofficier Mathysen en 24 Javaansche
soldaten licht gewond.
De vijand liet 57 dooden en wapenen
achter.
MARINE.
De minister van Marine heeft, naar aan
leiding van de vragen door den heer Fran
sen van de Putte by de behandeling v&n de
Marine-begrooting voor 1900 in de Eerste
Kamer, om nadere inlichtingen te ontvangen
omtrent de mate, waarin de pantserdeksche-
pon en het pantserschip «Piet Hein* beant
woord hebben aan de verwachtingen, aan de
Eerste Kamer een nota van inlichtingen doen
toekomen.
De minister deelt hierin o. a. mede, dat de
pantserdekschepen als zeeschepen uitstekend
voldaan hebben zij zyn zeer zeewaardig en
manoeuvreeren goed.
In dienst en stoomende met eigen perso
neel heeft het kolenverbruik bedragenby
18 mijlsvaart 1890 KG. per geographische
mijl; bij 17.1 mijl 1700 KG.; by 14.2 myl
1255 KG. en by 91/,, a 10 myl, de voordee-
ligste vaart voor het kolenverbruik, 670 KG.
Berekend op een kolenberging in de ruimen
van 850 ton, zouden met de aangegeven
snelheden resp. worden afgelegd 450, 500,
675 en 1260 geographische mylen.
De weg, welke in verband met den aan
boord te bergen steenkolen voorraad kan
worden afgelegd is minder dan indertyd werd
verwacht, omdat de waterpijpketels dezer
schepen meer brandstof vorderen, dan aan
vankelijk werd aangenomen.
Bovendien geven de condensors op deze
schepen nog voortdurend veel last door het
lek worden der pijpjes, waardoor ook het
kolenverbruik stygt.
Het eigenlyke volkslogies heeft op geen
dezer bodems tot eenige klacht aanleiding ge
geven.
Voor de rFrieelaod' gronden de klaohten
wat de warmte aangaat, uitsluitend op de
3 voorste officiers-hutten aan stuurboord, de
voor-longroom en het machinisteuverblyf,
zoomede de stokerswaschplaats.
Aan deze bezwaren is tegenmoet gekomen,
evenals aan klachten van gelyken aard aan
boord van de /rZeeland* en de .Holland.*
Intusschen wordt het nog noodig geacht
de luchtverversching in de machinekamer te
verbeteren aan boord van de Holland*, waar
toe echter eerst na terugkeer van den bodem
in Nederland zal worden overgegaan.
Ten opzichte van de vraag, wat er waar
is van de klacht dat alle provisie tengevolge
van de hitte aan boord dier schepen bederft,
kannen de meest geruststellende mededoelin-
gen gedaan worden.
Nog wordt medegedeeld dat de Piet Hein*
op hot traject Aden naar Colombo, tusschen
24 Februari en 5 Maart 1899 gestoomd heeft
met gemiddeld 9.4 mylsvaart; het brandstof
verbruik bedroeg op dezon overtocht voor de
voortstuwing 225 ton en bovendien voor de
kleinere werktuigen, die voor den scheeps
dienst inbegrepen, 50.5 ton, totaal 275.5 ton.
terwyl de totale kolenberging van het schip
ODgeveer 300 is. Desgovorderd kan echter
meer brandstof aan boord worden genomen.
Omtrent de ,Piet Hein* hebben inrichting
van logies, ventilatie enz. tydens verblyf in
Indië en victualiebergplaatsen geen aanlei
ding tot opmerkingen gegeven.
Examen leerling-machinist.
De minister van Marine brengt ter kennis
van belanghebbenden, dat de commissie, welke
dit jaar belast is met het examineerau van
de adspiranten voor eene plaatsing by de
opleiding van leerlingen-machinist te Helle-
voetslnis, is samengesteld als volgtvoorzit
ter de kapitein-luitenant ter zee G. J. Sluy-
terman, chef van den staf der zeemacht te
Hellevoetsluis
leden de officier-machinist der 2de klasse
B. de Groot, geplaatst by de opleiding van
leerlingen-machinist te HellovoeUluis
de heer J. M. Keen, hoofd eener openbare
burgerschool te 's Gravenhage
de heer Y. Ykema, hoofd eener openbare
gemeenteschool te 'a Gravenhage
de heer P. Poot, hoofd eener openbare
school te 's Gravenhage
de heer P. H. F. Bakker, hoofd eener
openbare gemeenteschool te 's Gravenhage
plaatsvervangend lid de heer C. A. Hofman,
hoofd eener openbare gemeenteschool te 's-
Gravenhage
secretaris do luit. ter zee 2de kl. D. E.
van Dyk, dienende aan boord van Hr. Ms.
wachtschip te Amsterdam. >St.-Ct.«
Door nu wylen mej. E. M. de Kruyff,
te Utrecht overleden, is, vry van rechten
en kosten, f 3000 vermaakt aan de Prina
Hendrikstichting voor de behoeftige, oude
zeelieden, te Egtnond aan Zee.
Te Oud-Vosmeer is de bekende Zeeuw-
sche reuzin overleden, die ruim 2 meter
lang was en een gewicht had van onge
veer 140 kilo. Zy werd slechts 15 jaar oud.
De goede tyden, dat er op verborgen
plaatsen schatten gevonden werden, schy-
nen toch niet heelemaal voorby te zyn.
De timmerman L. J. Veen, Von Zesen
straat 50, te Amsterdam, was bezig met
eenige werkzaamheden by de verbouwing
van perceel Hoogte Kadyk 8, aldaar. Wie
beschrijft des sloopers verwondering, toen
hy achter een plank boven de bedstede,
in den muur verborgen, een holte ontdekte,
waaruit twee zakjes met geldstukken te
voorschijn kwamen.
Het bleken zilveren Nederlandsche mun
ten te zyn uit de 17de eeuw, tezamen
ongeveer 9 K.G. wegende. De vinder stelde
de vondst onmiddellijk aan den eigenaar
van het huis ter hand, die twee der munten
aan den eerlyken vinder gaf Voor deze
laatste ia echter de vondst nog grooter
buitenkansjeart. 642 van het Burgerlyk
Wetboek toch bepaalt, dat de vinder de
eene helft, de eigenaar de andere helft van
den gevonden schat krygt.
De aanslag op den prins van Wales.
In den aanslagzaak op den prins van
Wales heeft de Kamer van inbeschuldiging
stelling den dader Sipido wegens poging
tot moord, Meert, Meire en 8euchot als
medebeschuldigden, voor de jury verwezen.
Spoorwegongeluk in Frankrijk.
Er is Zaterdagavond een spoorwegongeluk
gebeurd tusschen Sèvres en Chaville, waar
groote werken uitgevoerd worden voor het
verdubbelen derlyn. De sneltrein van Parys
naar Brest, die te 9 uur 35 uit het station
Montparnasse was vertrokken, ontspoorde,
ten gevolge eener verzakking van den bo
dem veroorzaakt door den regen.
De posttrein haalde den sneltrein in en
kwam er mee in botsing. Verscheidene
rytuigen van den sneltrein werden verbry-
zeld. De conducteurs vau deu posttrein en
twee reizigers zyn ernstig gekwetst. 36
andere reizigers bekwamen lichte wonden.
De weg was den heelen nacht versperd-
De gekwetsten zyn naar Vers ai lies
gebracht.
Volgens »Petit Journal" zouden er ver
scheidene dooden zijn, waaronder een rei
ziger wiens identiteit nog niet is vastgesteld
twee personen zouden gestorven zyn in het
gasthuis.
De Veeuvius
is iu de laatste dagen aan het werken.
De krater werpt groote massa's lava uit,
terwyl groote steenklompen met veel geweld
omhoog geslingerd worden. Het bovenste
spoorweg-station en de rails der lyn hebben
door een en ander te lyden gehad.
Lentegroot.
Lenteleven
Kwam weer zweven
Door de dreven
Van ons land.
Lente spaarde
Wond noch gaarde
Maar streelt de aarde
Met haar hand.
Lang reed6 plooide
Ze, en voltooide
Waar zy strooide
't Bloomcntal.
Wat, met luste,
Ze even kuste,
Brak de roBte
Overal.
Door de boomen
Wordt vernomen
«Ze is gekomen.
Schoon en zoet.'
Allerwegen
Klinkt baar tegen f
«Bron van zegen,
Wees gegroet!»
De aarde, ontkluisterd,
Heeft geluisterd
Naar 't gefluisterd
Levenswoord.
Duizendtallen
Zangen schallen
Weer voor allen
Door dit oord.
Lente, o, lente,
Geef met rente
Uit uw tente
Wat voldoet.
Lang verwachtte,
Waar 'k naar smachtte,
Lieflijk zachte,
Wees gegroet!
W. M. Ta.
De Oorlog in Zuid-Afrika.
Lord Roberts seinde Maandag nik
Smaldeel
»De spoorweg tusschen Brandfort en
hier is sterk beschadigd, en de brug orer
de Vetrivier even hopeloos. Dit vertraagt
den aanvoer van onze voorraden. Op afstan
den van enkele honderden metara waren
ontplofbare ladingen onder de spoorstaven
gelegd. Deze hadden verlies van men-
schenlevens kannen veroorzaken, maar
werden gelukkig ontdekt door een man
van de West-Australische bereden infan
terie.
Winburg is bezet door de Hooglanders
brigade."
Volgens den correspondent van Reuter
heeft Roberts alle hoeven in den omtrek
zorgvuldig laten onderzoeken en zyn daarby
veel Mausers en krijgsvoorraad voor den
gekomen.
Van de brug over de Vetrivier zyn van
de vier spanningen drie vernield. Zondag
middag hebben de Engelschen nieowe
knallen gehoord, waaruit zy opmaakten,
dat de Boeren noordelijk bezig waren met
het vernielen van andere overgangen en
bruggen.
In een logement naast de Begbie-gietery
zaten, volgens den corespondent van >Cen-
tral News" te Johannesburg, op het oogen
blik van de ontploffing 25 menschen rondom
een tafel en 12 om een andere. Alle 37
zyn omgekomen en van het gebouw bleef
niets over.
De Amerikaan ache kleurling Thomas
Richards, die in verband met de ontploffing
in hechtenis is genomen, moet men hebben
hooren zeggen, dat hem 5000 pond was
Siboden, om de gietery in de lacht te
ten vliegen. Richards weigert den naam
van den man te noemen, die hem heeft
willen omkoopen.
3PJB1 TTHJLHTOU".
:M>
Capitola had hare gebeele aandacht aan de
rede van advocaat Springsfield geschonken,
die zy letterlijk wilde weerleggen. Deze pleitte
zoo welsprekend mogelyk voor zyn cliënt en
K>ogde de rechters te overtuigen, dat Clara
ay niet de minste reden bad zich over do
handelwyze van Lenoir en zyn zoon te be
klagen, daar de eerste slechts het beste met
haar voor had en de laatste haar oprecht
beminde.
Als by het getuigenverhoor de beurt aan
Cap kwam Bprak zij met een vunr en eene
overredingskracht, waarover iedereen verbaasd
stond. De advocaat van den kapitein viel haar
soms in de rede, als zy naar zyno meening te
ver ging, doch hierin vondzy een prikkel ie meer
opa zonder mededoogen de beide Lenoirs aan
de openbare verachting prys te geven.
Capitola sprak zoo krachtig voor de zaak
harer vriendin, dat den advocaat van Clara
maar weinig meer te zeggen overbleef. Bij
zonder opzien verwekte hare bewering omtrent
het spook, dat zy zelf verzekerde gezien te
hebben.
.-«Het is aan geen twjjfel onderhevig,' riep
ay, .of dit verhaal wordt opzettelijk opgedischt,
om de menschen van 't (Spookhuis* verwij
derd te houden, opdat de eigenaar niet ge
stoord worde in zyne boosaardige plannen.
Waarschijnlijk laat zich een persoon als werk-
tuig. gebruiken, doch 't is ook mogelyk, dat
daar eeno ongelukkige gevangene leeft, wat
ook 't Jpt myner arme vriendin Clara ge
weest ware, indien ik haar met Gods hnlp
niet bevryd had.*
»Ik moet,* voegde dokter Williams er by,
nadat hy verzocht had over dit punt zyne
gedachte te mogen zeggen, «de verklaringen
van miss Black nog hiermee aanvullen, dat
in den laatsten tyd dezelfde geruchten orer
spoken omtrent de wooing van miss Day te
Willow-Heights in omloop zyn, die kapitein
Lenoir onder toezicht van een vertrouwd
agent stelde. Dezelfde witte gedaante, die miss
Black beschreef, werd ook in dit hnis aan do
ramen gezien, zoodat 't dringend wenschelyk
ware, dat van wege de justitie een onderzoek
naar deze geheimzinnige zaak ingesteld werd.*
.Alles schynt hier samen te spannen,' riep
de advocaat van den kapitein, «om myn cliënt
in een slecht daglicht te stellen, doch zijn
goede naam en rechtgeaard karakter zyn to
goed bekend, dan dat zulke verdachtmakingen
hem ernstig zouden kannen schaden.'
Een twyfelachtig schouderophalen van dok
ter Williams bewees duidelyk, wat hy over
den goeden naam dacht, terwyl miss Day
onverholen verklaarde, dat zy den kapitein
voor den grootsten huichelaar van de wereld
hield.
De behandeling werd gesloten, aan do be
slissing der rechtbank viel byna niet te twy-
felen, het was zoo goed als zeker, dat ze ten
gunste van Clara zou uitvallen. En zoo was 't.
Het meisje word gemachtigd weer naar Willow-
Heights te mogen terugkeeren, terwyl haar
voogd alleen 't beheer der goederen werd
toegekend.
Nog denzelfden dag trok Clara met mistress
Rocko weer in 't huis haara vaders.
De ontvangst, die Herbert van wege majoor
Warfield ten deel viel, behoeven we niet te
schilderen, daar onzen lezers het opvliegend
karakter van den ouden driftkop genoeg be
kend is.
Herbert liet zyn oom uitwoeden en ook
Capitola achtte het raadzamer zynen toorn
door opmerkingen, die ze anders wel eens
maakte, niet te verhoogen. Eerst als de oude
heer rustiger werd, waagde Herbert de rede
nen op te noemen, die hij voor zyne handel
wijze gehad bad.
,Gij zult niet miskennen, beste oom," zei
hy, «dat ik het goed meende. Ware de kapitein
aanwezig geweest, ik zou hem tot de ver
klaring gedwongen hebben, dat zyne handel-
wyzo een uitvloeisel was van zyn diepen haat
en wrok jegens u, waardoor duidelyk de
onschuld uwer echtgenoot® bewezen was.
Eene verzoening tusschen u en mistress Rocke
zou stellig gevolgd zyn eene verzoening,
beste oom," voegde Herbert er by, waarnaar
u zoo ik uw hart niet valsch beoordeel
reeds lang verlangt.*
Herbert had goed gezien. Zelfs op dit
oogenblik woelde een bittere smart in de borst
vau den majoor, die hy tevergeefs poogde te
onderdrukken of door uitbarsting van toorn
te verbergen. Hy wou niet laten merken, dat
't weerzien zyner echtgenoot® hem diep ge
troffen en in zyn hart gevoelens had gewekt,
die hij lang verBtikt meende en waartegen
zyne koppigheid zich vergeefs verzette.
Bah,* riep hy op zyn gewonen ruwen
toon, doch zyne stem beefde eenigszins, .wat
weet jy van de gevoelens van myn hart.
Bekommer je over je eigen hart en niet
om 't myne, want 't is eene ondankbare
zaak den vredestichter te willen spelen, als
men van de onverzoenbaarheid der partyen
overtuigd is.»
(Doch ik ben van 't tegendeel overtuigd,*
hervatte Herbert warm. Ik weet, dat mistress
Rocke u nog altyd bemint. Zoo vaak ze my
over u Bprak, bewees dit ieder woord. Geen
verwyt over den geheelen smaad, geen klacht
over de ellende, die zy twintig lange jaren
verduurd heeft, kwam over hare lippen. ,Myn
echtgenoot moest zoo over my denken, de
schijn was tegen my,* daarmede verontschul
digde zy de hardheid, die zy ondervond van
uwen kant.*
.O, zy wist altyd de zachte, dc toegevende
te spelen,* hernam de majoor. >Dit alles is
list en bedrog, alles berekende huichelary en
juist daarom haat ik haar
«Een gedwongen baat, beste oom,* viel
hem Herbert in de rede, «en die verdwynen
zal, zoodra men u de bewyzen van de on
schuld uwer vrouw levert.*
Wie dit kon,* riep majoor Warfield, die
zyn ware gevoelens niet langer kon onder
drukken, (dien zou ik tot myn laatsten adem
tocht zegenen.'
«Ik, beste oom. ik ral dit!' riep Herbert
met vnnr, terwyl hy de handen van den
grysaard vatte. (Dit zal myn schoonste
levenstaak zyn en ik zal niet rusten, voordat
ze vervuld is.*
VIJF-EN-DERTIGSTE HOOFDSTUK.
Advocaat Springsfield had de waarheid ge
zegd, toen hij verklaarde, dat kapitein Lenoir
en zyn zoon onverwachts naar Mexico waren
geroepen, ook waren beiden niet verlangend
langer op 't tooneel hunner nederlaag te
blyven.
Dat 't proces voor hem een ongunstigen
loop zou nemen, had de kapitein vooruitge
zien eo hij verkoos niet getuige te zyn van
zyn vonnis. Hy zag in, dat er aan de zaak
niets meer tc veranderen viel, wat hem met
woede vervulde en zyn haat jegens Capitola
nog vergrootte.
Voor zyn vertrek had kapitein Lenoir nog
eene samenkomst met den roorer Mac Donald
om hem nog eens aan te sporen tot 't vol
brengen van 't geen hij beloofd had. Mac
DonaJd zeide, dat hy na 't vertrek van den
kapitein dadelyk de hand aan 't werk zou slaan.
In een vorig hoofdstuk verhaalden wy, dat
de rooverhoofdman na de bevrijding der drie
bandieten gedwongen was eenigen tyd werke
loos te blyven, om zich niet aan nienwe ver
volgingen bloot te stellen. Zooals onze lozers
weten, had hy zich in een hol aan de hek-
eengrot teruggetrokken, waar hy wachtte,
tot dat men hem eenigszins zou Torgeten
hebben. Hierin lag ook de oorzaak waarom
by Capitola niet gevangen nam op een wan
delrit, wat hem zeker niet moeielyk zou ge-
gevallen zyn.
Ook herinneren zich onze lezers nog, dat
Mac Donald zynen lioden verteld had, hoe
vutig hy Capitola beminde en dat hy, wat 't
ook kostte, het jonge meisje wilde bezitten.
Ditmaal zou hy persoonlyk eene poging tot
ontvoering doen, daar de eerste mislukt was.
Door middel van Bill, die zich als koop
man verkleed onder de negers der plantage
begaf, wist Mac Donald nauwkeurig, wat op
't slot gebeurde. Zoo vernam by, dat Capitola
nog altyd dezelfde kamer bewoonde en dat
alle negers met 't aanstaande Kerstfeest een
dag vryaf zouden hebben.
Dien dag zou 't slot waarschynlyk ledig
zyn en scheen den bandiet eeno uitmuntende
gelegenheid toe om zyn boosaardig plan ten
uitvoer te brengen.
Op den avond van den bewusten dag na
derde Mac Donald het kasteel en wist er
ongemerkt in te sluipen.
Ondanks de duisternis in do gangen en op
de trappen wist hy vlug Capitela's kamer te
bereiken, terwyl deze met haar oom en mistress
Codiment thee zat te driaken ea een briof
las van Herbert, die intusschentyd naar het
leger vertrokken was.
Eon heldor vuur in den haard verliohtte 't
vertrek, waardoor de bandiet een plaatsje
kon zoeken om zich te verbergen. Tot zyn
groote verrassing bemerkte hy op de werk
tafel van het meisjo een schotel met verschil
lend gebak, dat Pitapat er gezet had, wegens
't Kerstfeest. Ook had de kleiae negerin er
eene flesch cognac bygevoegd. Mocht soms
hare meesteres voor 't naar bed gasrn trek
krygen in een grogje. Mac Donald beschouwde
die lekkeruyen met groot welgevallen, hy
begon te watertanden. De eognac wilde hy
toch ecos proeven, hy zette de flesch aan zyn
mond en nam een flinke teng.
,Hm,* bromde hy, zyn lippen met de tong
likkend, >ik moet zeggen, dat de nuyoor een
kenner is van fijne dranken. Ik zon ook wel
zulk een kelder willen bezitten, doeh wie
weet,* voegde hy sr met eea schalkschen
glimlach by, (indien ik miaa Capitela Black,
die, naar men verzekert, de eenige erfgename
van haar oom is, trouw, kan ik nog meester
worden, niet alleen van den kelder, maar vaa
't hcele kasteel.
Nadat hy nog eens gedronken had, zag
de rooverhoofdman naar een schuilhoek om
en koos daartoe een vensternis uit, waarin
hy gemak kelyk achter de gordynen koa
staan, zonder dadelyk door Capitola bemerkt
te wordea en waaruit hy de geheele kamer
kou overzien.
(Wordt vervolgd.)