KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor HelderTexel en WIerIngen
Het Spookhuis.
Ho. 2849.
Woensdag 6 Juni 1900.
28ste Jaargang.
Bureau
Zuidstraat 72.
BureauSpoorstraat
Telefoonn". 59.
AToonnement
p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., m. Zondagsbl. 87'/. Ot.
ïd. franco per poet 75 id. f 1.20.
id- voor het Buitenland f 1.25,id.f2.00.
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder.
Bureau»! Spoorstraat en Zuidstraat.
Aavertontlön
van 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer5
Groote lettere worden naar plaatsruimte berekend.
dvertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VR1JDAG8MOKGEN8 vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn
Uit het Buitenland.
Over enkele etmalen zal het acht maanden
geleden zjjn, dat de voroverings-krijg, door
Engeland tegen de Zuid-Afrikaansclie Repu
bliek, onder den schijn van de verdediging
der rechten en vrijheden van zwakken en
politiek onterfden ondernomen, een aanvang
nam, niet door eene formeele oorlogsver
klaring of iets dergeljjks, doch eenvoudig door
dien de Britsche Regeering, in den persoon
van haren diplomatieken agent te Pretoria
den heer Greene aan den namiddag van
11 October nog niet had geantwoord op het
door de Boeren-republiek gestelde ultimatum,
dat op den 9den voornoemden vertegenwoor
diger was ter hand gesteld. Bevredigende
uitlegging had moeten volgen binnen twee
etmalen. Acht maanden liggen er dus weldra
achter ons, acht maanden van Moedigen,
menschonteerende strijd acht maanden, die
ruimschoots voldoende zjjn geweest, om de
voorstanders van den wereldvrede te over
tuigen van de geringe kans op de verwezc-
lijking van hunne schoone idealen voor het
oogenblik, althans acht maanden van enorme
offers aan menschenlevens, en acht maanden
van enorme geldverspilling en ettelijke
weken, etteljjke dagen misschien nog slechts
schieten over, om van een beslissing, waarbjj,
naar den loop der dingen, het geweld, de
overmacht, het onrecht de definitieve zegen
zullen behalen over de liefde der Boeren voor
hunne rechten, hunne vryheden en hunne
onafhankelijkheid
Aan eene correspondentie, betreffende de
Londensche geldmarkt ontleenen we de vol
gende belangrijke opmerkingen. Zoolang de
oorlog in Zuid-Afrika duurt, heeft elk vol
ledig of gedeeltelijk succès der Britsche wa
penen tot zekere hoogte bepaald een effect,
maar waar men meent, dat men thans het
einde begint te naderen, is voor het publiek
de tjjd gekomen, om te denken aan het op
maken der rekening, en ziet men in, dat,
zelfs bij een volledig succès der Engelschen,
een zeer geruimen tyd noodig zal zjjn, om de
myn-industrie in Zuid-Afrika weder in den
toestand te brengen, waarin zjj vóór den oor
log was. En dan houdt men nog niet eens
rekening met de mogelijkheid, dal de tegen
stand der Transvalers voor Johannesburg en
Pretoria ernstiger kan zyn dan men thans
meent te mogen verwacht' n, en mei de zeker
heid, dat zelfs nd de ondi rwerping derZuid-
Afrikaansche Republiek eene periode van
kostbare gewapende bezetting zal moeten vol
gen. Het komt mjj daarom voor, dat het einde
van den oorlog slechts het begin zal zyn van
een tydperk, waarin van alle zjjden een be
roep op de geldmarkt zal moeten worden ge
daan, niet voor productieve doeleinden, maar
in de eerste en voornaamste plaats, om de
verwoesting van don oorlog ten deele te her
stellen. En dan is het nog niet zeker, in
welke positie de Britsche Regeering zich zal
bevinden. De aanwezigheid van een bende
avonturiers te midden van eene geseten be
volking van landbouwers en veefokkers is
altjjd geweest en zal altjjd blyven een bron
van moeilykheden voor het richtige beheer
van het land. De belangen van de beide
deelen der bevolking zyn zóó aan elkander
tegenovergesteld, dat het niet wel mogelijk
is, de wetten zóó te maken, dat niet het eene
of het andere deel zich verontachtzaama acht.
Indien dan het recht moet vertreden wor
den door de overmacht, zullen de eer en de
roem niet zyn aan de zyde van de overwin
nende party in dezen krjjg, doch zullen de
overwonnenen de geschiedenis verrjjkt hebben
met zeldzame blijken van vaderlandsliefde,
van onbaatzuchtigheid, van vryheidszin en
van heldenmoed ziedaar een troost voor
allen, die gedurende de laatstverloopene
maanden met de Boeren hebben meegeleefd,
die getuigen zyn geweest van hun moed en
overlegvoor allen ook, die overtuigd zyn
van het onrechtvaardige en baatzuchtige van
Engeland. Dat moet dan wel de eenige troost
zyn, ook voor de Boeren zelveD, die pal
hebben gestaan voor hunne rechten en vry
heden, die een tyd van voorspoed en geluk
hebben gekend in dezen kryg tydens zjj
de bewondering wekten van leeken cn des
kundigen in heel de beschaafde wereld en
die nu alleen moeten wjjken voor de over
weldigende strijdmacht, welko het Vereenigd
Koninkrijk naar Afrika's zuidpunt heeft heen
gezonden, en onder de opperste leiding heeft
gesteld van den bekwamen en bedacht-
zamen Lord Roberts, die elders zjjne sporen
heelt verdiend, en die na zyne aankomst in
Zuid-Afrika toch nog vier volle maanden heeft
moeten kampen, vóór hjj de stryders der
beide Republieken heeft kunnen terugwerpen
achter de Vaal-rivier. Terwijl wjj met
deze beschouwingen en opmerkingen hier
meenen te kunnen volstaan, verwyzen we
voor de kennisneming der joDgste berichten
van het oorlogs-tooneel naar een ander ge
deelte van dit nummer.
KIËUUiTIJDllGËA.
HELDER, 5 Juni 1900.
De afdeeling Helder van de vereeni-
ging »Valksweerbaarheid" zal Woensdag
a. s. in de bovenzaal van 't Café Central"
een 2de algemeene vergadering houden.
Aan de orde komt alsdan de vaststelling
van het reglement en de bespreking van
het werkprogram. De toegang is ook voor
niet-leden opengesteld. Allen, die prijs
stellen op een onafhankelijk volksbestaan
en overtuigd zyn, dat dit alleen mogelijk
is bij een krachtig en weerbaar volk, wek
ken wij op de vergadering te gaan bij
wonen.
Door het Provinciaal Bestuur is te
Haarlem aanbesteed
De voltooiing van de steenglooiing op
het buitenbeloop der Heldersche zeewering
voor Huisduinen Raming f 105,000. Minste
inschrjjver G. D. van Doorn, Amsterdam
f 112,500.
Het verbeteren van de steenglooiïng van
de Heldersche zeewering (buitenbeloop) be
westen, en het voorzien van den teen be
oosten het Noordduinshoofd. Kaming
f 38,800. Laagste W. de Jong, te Helder,
voor f 43,000.
3. Het egaliseeren van den buitenduin-
regel, gemeente Callantsoog, benoorden de
z.g. groote keeten. Geen raming. Het bil-
lykst aanbod was dat van J Oldenburg te
Bergenhet beschikbaar stellen van een
arbeider gedurende 7670 uren voor f 2000.
De Eerste Kamer
der Staten-Generaal heeft in hare zitting
van jl. Vrijdag de Ongevallewet met
29 tegen 20 stemmen verworpen.
Wijziging-Drankwet.
Hebben wij in ons vorig nummer een en
ander medegedeeld uit de Memorie van Toe
lichting, die het ontwerp tot wyziging der
Drankwet bij zyne indiening bjj de Tweede
Kamer vergezelde, thans geven we eenige der
in het ontwerp voorgestelde wyzigingen.
Artikel 1 brengt de kleinste hoeveelheid,
die zonder vergunning mag worden verkocht,
van 2 tot 5 liters. Voor de slijterijen, welke
hierdoor eene vergunning zouden behoeven,
die niet altyd beschikbaar zou zyn, wordt
een overgangstijd ingevoerd. Buitengewone
vergunningen, telkens voor éen jaar, kunnen
aan slijterijen worden verleend.
Artikel 2 bepaalt, dat vergunningen boven
het maximum door Gedep. Staten mogen
worden verleend, indien byzondere omstandig
heden dit wenschclyk maken.
Een nieuwe alinea van art. 2 bepaalt, dat
sluitingen van koffiehuizen en tapperijen kun
nen worden bevolen, b.v. by gelegenheid van
lotingen voor de nationale militie.
Art. 5 regelt de behandeling der aanvra
gen om vergunning.
Er komen in het ontwerp voor nieuwe be
palingen betreffende aftrek of vermindering
van het vergunningsrecht, wegens het niet-
tappen gedurende zekeren tyd, b.v. 's avonds
nk en 's morgens vóór zeker nur, en het tyd
perk van Zaterdagavond tot Maandagmiddag
12 uur.
Volgons het wetsontwerp, kan intrekking
der vergunning, behalve door B. en W., ook
door Gedep. Staten, als deze haar hebben
verleend, plaats hebben. Art. 13 bepaalt,
dat, onder het woord .vergunning", 't welk
buiten aan de lokaliteit moet staan, wordt toe
gevoegd .Avond', of «Zondag", of Avond
en Zondag", voor die, waarvoor, wegens tappen
op deze tyden, hooger vergunningsrecht is
bepaald. De boete, wegens overtreding van
dit artikel, wordt verhoogd, tot een bedrag
van f 100. Art. 14 bevat deze nieuwe bepaling
,De wet staat geene rechtsvordering toe ter
zake van een schuld, uit verkoop van sterken
drank in 't klein voortgesprotenDit is dus
gelykstelling van drankschuld met die uit spel
en weddenschap. De uitzondering voor mi
litairen, in de tegenwoordige wet toegelaten,
dat in legerplaatsen en militaire lokaliteiten
de verkoop aan niet-militairen wordt tooge-
laten, wordt ingetrokken. Strafbaar wordt
gesteld het uitbetalen van arbeidsloonen in
tapperyen en daarmede binnen 's huis gemeen
schap hebbende lokalen. Het maximum der
boete wordt van f 1U0 tot f 150 verhoogd.
Tegen overtreding der beperkende bepalingen,
die by de loting voor de nationale militie en
andere dergelyke omstandigheden worden uit
gevaardigd, wordt eene hechtenis bedreigd van
hoogstens 3 weken cn boete tot f150, en ver
hooging dier straffen met een derde, by her
haling binnen een jaar. Overgangs
bepalingen. Degenen, die reeds in
1881 vergunning hadden, mogen die levenslang
behouden, mits aan deneisch der wet overigens
voldoende. Aan degenen, die haar niet zoo lang
bezaten, wil de wet tegemoet komon, door hen
een voorrang toetekennen op de vergunningen,
die met 1 Mei 1901 vervallen, onder het maxi
mum, voor de gemeente bepaald. Zy moeten
er echter een offer voor over hebben, cn daartoe
vóór 1 Maart 1901 aan B. en W. een ver
gunning voor dezelfde lokaliteit verzoeken,
onder aanbieding van een in het verzoekschrift
te vermelden bedrag in geld, dat ten minste
1% bedraagt der geschatte huurwaarde (als
grondslag voor het vergunningsrecht), en niet
lager dan f10. Wie het meest heeft inge
schreven, komt het eerst in aanmerking.
Van de vervallen vergunningen wordt een lyst
opgemaakt en gepubliceerd. Degelden, die
van de gestorte bydragen mochten overblijven,
en niet voor schadeloosstelling benoodigd zijn,
worden bestemd tot bestryding van het drank
misbruik, of lot genezing van drankzuchtigen.
Het Comité van Advies omtrent emi
gratie naar de Zuid-Afrikaansche Republieken
verzoekt ons medn te deelen, dat sedert dc
jongste opgave door den penningmeester, Jhr.
Mr. F. Beelaerts van Blokland (Koninginne
gracht 62, Den Haag), de volgende bydragen
werden ontvangen f 60 door tusschenkomst
van Jhr. v. A. v. W-, f 50 van J. D., f 20
van Jhr. B. v. B., f-1000 door tusschenkomst
van Dr. L., f 60 van C. K. v. S., f 2 door
tusschenkomst van J. K., f 200 van Dr. J.
W. M. en f 260 van den correspondent te
Enschede (derde zending).
Hartelijk dank aan de govers. Wil het
Comité in alle opzichten aan zijn doel beant
woorden dan zijn nog steeds belangryke be
dragen noodig.
Ter vergadering van de commissie
voor een huldeblijk, aan mevrouw de we
duwe Joubert aan te bieden, bleek inge
komen te zijn f8000, waarvan by The-
rese Schwarze, die belangeloos het portret
van den generaal schildert, ruim f 4000.
Besloten werd f6000 als eerste remise
voor de gevangen Boeren te zenden aan
den consul-generaal De Waal en dat de
commissie aan mevrouw de wed. Joubert
het schildery zal aanbieden.
Ansjovis.
Te Lemmer levert de ansjovisvangst tot
dusver gunstige uitkomsten op. Er zyn
visschers, die in één nacht 10 a 20 duizend
ischjes vangenja zelfs maakten enkelen
jn schot van 30.000. Dit is te voordeeli-
ger omdat de prijs voor de loopende week
verhoogd is tot f 9 de duizend. Eiken
Zaterdag wordt die prjjs opnieuw vastge
steld, en wel door een der opkoopers te
Monnikendam. De aldaar aangenomen
noteering geldt voor al de visschersplaat-
sen aan de Zuiderzee.
De ansjovisvangst is voor velen aan de
Lemmer een rjjke bron van inkomsten Er
zyn daar visschers, die 200.000 vischjes
hebben gevangen in minder dan eene
maand, en de leveranciers van netten, als
mede een aantal mannen, vrouwen en kin
deren voor het koppen van de visch,
hebben handen vol werk.
De pseudo-schoonvader.
De Amsterdamsche rechtbank heeft gis
teren den kastelein, die het huwelyk van
een vriend met een jong meisje mogelijk
maakte door zich ten stadhuize te houden,
als was hij de vader van de bruid, tot
gevangenisstraf voor den tyd van 9 maan
den veroordeeld.
De moord te Oud-Gastel I
Het staat thans vast, dat de moord door
een vrouw, Kee van den Broek, gepleegd
is. Haar man bleek geheel onschuldig te
zyn, en werd dan ook op vrye voeten ge
steld.
üit het verhoor bleek duidelijk, dat hij
niets wist van hetgeen zijn vrouw in den
bewusten nacht heeft uitgevoerd. Vol
gens zyn zeggen is hjj iemand, die
zeer vast slaapt, zoodat het meerma
len gebeurde, dat zijn vrouw 's nachts
het bed verliet en weder by hem kwam,
zonder dat hij wist, dat ze weg geweest
was. Om dit te bewijzen, wisten beiden
afzonderlijk verschillende gevallen op te
geven, die volkomen overeenstemden.
Zoo ook in den bewusten nacht had hij
niet geweten, dat zyn vrouw zich verwij
derd had vooraleer ze terugkwam en toen
beweerde zy slechts even naar buiten te
zyn geweest. Tot het oogenblik, dat hij
gearresteerd werd, had hy geen flauw ver
moeden van wat zijn vrouw had uitgericht.
In geldzaken schijnt hij ook geheel door
zyn vrouw misleid te zijn. Er was nog wel
eens oneenigheid, omdat er geen geld was,
wanneer er schulden betaald moesten wor
den. Zjj beweerde, dat zij geld had uitge
leend en dat dit niet werd teruggeven.
Op den morgen, toen de misdaad gepleegd
is, was zij om 4 uur wakker en wekte
toen haar man en vertelde, dat de persoon
aan wien zij geld geleend had, een ge
deelte, n.1. f 4(J had gebracht, waarop hij
gezegd had »Zoo vroeg al >Ja" ant
woordde zy >Men was bang voor u en
men dacht, we zullen maar gaan, terwijl
hjj nog slaapt." Na ontbeten te hebben,
is Van den Broek naar zyn werk gegaan
Ook het verleden van den ma» is, zoo
als wij reeds zeiden, zeer gunstig, en zijn
werkgevers waren steeds over hem tevre
den.
De Wereldtentoonstelling te Parijs.
De eerste Wereldtentoonstelling in Frank-
rjjk's hoofdstad had plaats in den jare
1855 het aantal bezoekers was toen 5
millioen. Daarop volgden Wereldtentoon
stellingen in die stad in de jaren 1867,
1878 en 1889, respectivelyk met 9, lü'/i
en 28 millioen bezoekers. Hiernaar gere
kend, raamt men het aantal bezoekers der
Wereldtentoonstelling van 1900 op niet
minder dan 50 millioen. Er zyn voorhands
65 millioen toegangs-bewijzen gedrukt.
Hondeninstinct.
Nog kort geleden woedden in verschil
lende deelen van Bohemen nog heftige
sneeuwstormen, by een waarvan zich het
volgend staaltje van een St Bernardshond
voordeed
Een dokter in de nabijheid van Praag
had ongeveer zeven maanden geleden te
Frankfort een St. Bernardshond gekocht.
Het dier gedroeg zich gedurende al dien
tijd als een gewone huishond, en toonde
zich zeer gehecht en gehoorzaam aan zyn
meester. Maar op een nacht gedurende
een heftigen sneeuwstorm, werd het dier
buitengewoon onrustig en bleef hy steeds
voor de deur staan, alsof hjj op de eerste
de beste gelegenheid wachtte om naar
buiten te rennen. De dokter in de mee
ning, dat hy zijn gewone avondwandeling
maken wilde, liet hem ten slotte uit, maar
nauwelijks was de hond op straat, of hy
rende als een pyl uit den boog weg, en
was noch door roepen noch door fluiten
terug te brengen. Zyn meester, die niets
van het dier begreep, ging hem achterna,
doch moest na een uur door de sneeuw
geloopen te hebben onverrichterzake te-
rugkeereu, toen plotseling de St. Bernards
hond tegen hem opsprong om in het vol
gend oogenblik weer luid blaffende terug
te loopen. Toen het trouwe dier deze
manoeuvre eenige malen herhaald had, be
greep de dokter, dat hy toch eens moest
gaan zien, waarheen zijn hond hem wilde
nemen. Een eind verder bleef hy staan
op een plaats, waar de sneeuw heftig om
gewoeld was. Toen de dokter naderby
gekomen was, ontdekte hij onder de sneeuw
een in bewusteleozen toestand verkeeren
den man. Het was een reizend muzikant,
die door den sneeuwstorm overvallen, van
den weg afgedwaald en ten slotte inge
sneeuwd was. De dokter haastte zich hulp
te roepen en na een half uur was de man
tot het bewustzjjn teruggebracht.
Een sprekend staaltje zeker van het in
stinct van den hond. Het dier, dat eerst
negen maanden oud was, had, zonder dat
hem dit van te voren was geleerd, een
meuBch van een wissen dood gered.
De Oorlog in Zuid-Afrika.
>Central News" meldt uit New York
Het republikeinsche drieman
schap, dat naar Boston gaat, heeft zyn
laatsten avond te New York doorgebracht.
De heer Wessels zeide vanmorgen aan een
verslaggever dat de terugtocht voor Lord
Roberts allang beraamd was. De groote
zaak was, dat de Engelschen tot i» het
hart van Transvaal gelokt zouden worden.
Lord Roberts werd feitelyk naar zyn on
dergang gelokt. De heer Wessels voegde
er bjj dat een zeer gunstige plek bjj Pre
toria uitgekozen was voor een laatste goed
beraamden tegenstand.
Een medewerker van de >Petit Parisien"
zegt, te Brussel een onderhoud met dr.
Leyds gehad te hebben. Leyds was onder
den indruk van de ongunstige berichten,
maar hg geloofde niet dat de Engelschen
hun overwinning zouden kunnen voltooien,
en hield zich ook overtuigd dat Amerika
zjjn stem dog zou verheffen voordat het
te laat was. Ook al is Pretoria bezet dan
is de taak van onze vjjanden nog niet af-
geloopen, en ik geloot dat de oorlog nog
wel twee maanden duren zal, zeide dr.
Leyds.
De gevluchte Uitlanders uit Johannes-
burg, zjjn uitermate verlangend om naar
Johannesburg terug te kee ren. Verzoek
schriften om een pas naar den Rand komen
bjj duizenden in. De Kamer van Mijn
wezen heeft voor 2500 mijnwerkers ver
gunning gevraagd om onmiddelljjk naar de
mijnen te mogen gaan en de militaire
overheid heeft aan 500 bedienden van voor
name handelshuizen een pas verleend. Deze
zijn gereed om op het eerste bevel te ver
trekken.
FHUILLHTOM".
81)
ACHT-EN-DERTIGSTE HOOFDSTUK.
We zouden het geduld onzer lezers te lang
op proef stellen, indien wo hen de lieele ver
handeling van den krjjgsraad, die over 't lot
van Traverse Rocke te beslissen had, lieten
bjj wonen. De jonge soldaat maakte dadeljjk
een gnnstigen indruk op de rechters door
zjjne goede manieren, welke men niet van
een gewoon militair, maar van een beschaafd
jongeling verwachtte.
Travoree boog beleefd, toen hjj voor de
tafel der rechters geroepen werd, antwoordde
bescheiden en verdedigde zich op eene wjjze,
die voor den kapitein en den officier niet het
minst kwetsend was. De beleedigendc taal van
don kapitein Lenoir maakte meermalen een
slechten indruk.
Generaal X., die als president fungeerde,
was soms genoodzaakt den kolonel te herin
neren, dat hjj bij de zaak moest blijven. Zaten
was voorzichtiger in zjjne uitdrukkingen, want
hjj was slechts het werktuig van den kapitein
en geeD persoonljjke vjjand van Traverse.
Nadat het getuigenverhoor afgeloopen was,
werd Traverse weer naar de tent terugge
bracht en gingen de rechters tot beraadslaging
over.
Generaal X. vatto nog eens de hoele aan
klacht in korte woorden samen.
«Er bestaat hier geen twjjfel meer aan de
schuld des beklaagden,* zoo besloot hjj zjjne
rede. .Daar de soldaat Rocke een ontwikkeld
man is, kunnen wjj hem dubbel plichtig noe
men en daarom verzoek ik u, mjjne heeren,
het oordeel naar overtuiging uit te spreken.'
Volgens de wet had de jongste in den
krjjgsraad het eerst het recht vau stemmen
en deze was luitenant Palmer.
«Mjjne heeren," zei hjj, «door den president
uitgenoodigd volgens mjjne overtuiging te
stemmen, meen ik te mogen opmerken, dut
bjj dit geval verzachtende omstandigheden die
nen in aanmorking genomon te worden, eer
wjj het beslissend oordeel vellen.'
Deze moedige woorden hadden alleen deze
fout, dat zij door den jongsten onder de aan
wezigen uitgesproken werden. Een paar pedante
officieren on in welk leger zijn die niet
vonden, dat luitenant Palmer die woorden
aan hen bad moeten overlaten, terwjjl gene
raal X. zich niet weinig gekrenkt gevoelde,
van door zoo een jongen snuiter als de luite
nant tegengesproken te worden.
Luitenant Palmer,hernam hjj, .indien
gjj eenmaal grjjze haren hebt, zooals ik, dan
moogt gjj u veroorloven zulke aanmerkingen
in den krjjgsraad te maken. Nu verzoek ik
u de beslissing aan my over te lateD. Het
geldt hier maar eeno vraag van gewicht
Ia Traverse Rocke slapend op zjjn post ge
vonden Ja of neen Al het overige is
onnoodig. Verzachtende omstandigheden kent
de wet in dit geval niet. Ik herhaal daarom
eenvoudig mijne vraag is hij schuldig ja
of neen
,Ja,* hernam Palmer met een zwaar hart.
Evenals Palmer stemden ook de anderen
eenvoudig voor de terechtstelling, totdat de
beurt aan majoor Greyson kwam.
Door den gCDeraal uitgenoodigd zijn stem
uit te brengen, zei hjj langzaam en duideljjk
.Op rojine eer en geweten, ik acht den
soldaat Traverse Rocke niet schuldig.'
Alle officieren sprongen als één man van
hunne stoelen op on wisselden verbaasde
blikken. De meeste ontsteltenis toonde gene
raal X.
.Hoe,' riep hij, .is dit de stem van een
staf-officier, voor wien tucht en discipline
heilig moeten wezen Gjj spot met de wet
en den militairen geest. Zoolang als er een
krjjgsraad bestond, is dit niet gebeurd, want
do beklaagde heeft zjjne schuld zelf bekend!"
«En toch bljjf ik er bjj,* riep Herbert met
krachtige stem, .Traverso Rocke is onschul
dig, ik zweer het nog eens bjj mijne eer en
geweten.'
Allen zagen den jongen majoor, dio deze
stoutmoedige taal sprak, vurbaasd aan.
Dezo begon zijn vriend met een welspre
kendheid te verdedigen, waaruit de innigste
overtuiging van diens onschuld sprak en waar
door hjj alle aanwezigen meesleepte. Op do
tegenwerping van den generaal, dat Rocke
bezwaren bad kunnen indienen, antwoordde
hjj, dat dit zjjn toestand nog zou verergerd
hebben.
«Zjjne bezwaren,' zei Herbert, .zouden
vooreerst officier Zuten, zjjn chef getroffen
hebbenzou hem deze nog niet meer gehaat
hebben Tot persoonljjkcn baat had officier
Zuten geene reden, hjj handelde slechts op
hooger bevel. Waar zou Rocke recht gevon
den hebben en bescherming tegen do wille
keur van dengene, die den ongelukkigcn
soldaat in 't verderf wilde storten
Hoe?" riep generaal X., gjj beweert toch
niet, dat een mau als kapitein Lenoir zich
zou vernederen, om jegens een armzaligen
soldaat als Rocke een bjjzonderen haat te
toonen? Dat is niet denkbaar 1"
.Niet alleen denkbaar,' hervatte Herbert,
maar een treurig feit. Kapitein Lenoir en
do soldaat Traverse Rocke zjjn persoonlijke
vjjanden."
O, ol* riepen meerdere officie-en, die dit
voor onmogelijk bielden.
.Ja, mjjne heeren,* ging Herbert voort,
(ze zijn vjjanden, omdut Traverse Rocke de
verlooide is van een jong meisje, dat do kapi
tein liever de echtgcnootu van zjjn zoon zag
worden. Men was van plan, die jonge miss
een rjjke erfgename, waarover kapitein
Lenoir voogd is, sedert den dood haars vaders
met geweld te doen trouwon. Doch 't
meisje had eon alkeer van den zoon van den
kapitein en Traverse Rocke kwam in eon
woordenstrjjd met Lqnoir, waardoor de haat
van deze ten top steeg.'
Herbert gaf nog de noodige verklaringen,
daar men niet begrjjpen kon, hoe een gewoon
soldaat do verloofde van cone rjjke erfgename
worden kon. Hjj vertelde, dat Traverse eerst
tengevolge van een valschen brief, waarin de
hand zjjner bruid nagebootst was, het ramp
zalig besluit genomen had, om soldaat te
wordenvroeger was hjj geneesheer in Saint-
Louis. Daarna vertelde hjj, hoe hjj vjjf dagen
achter elkaar tot strengen dienst gedwongen
werd, zonder hem eenigo rust te guonen.
.Indien zulk een misbruik van macht jegens
een armen soldaat voorkomt,* riep hjj, .moet
de betrokken officier uiets van den toestand
ia zjjne afdeeling weten of hij heeft er kennis
van, in 't laatste geval geschiedt het met
zjjne inwilliging Hier is aan te nemen, dat
de officier Zuten zich ais werktuig van kapi
tein Lenoir liet gebruiken om den soldaat
Rocke uit den weg te ruimen. Ja, mjjne
heeren, tv» slaan hier voor een laag complot,
dat een kapitein en een officier vormden tegen
't leven van een braaf, ccrljjk soldaat. Go-
lukkigerwjjze kan ik de bewerkers ontmasko-
ron. Ik beweer, mjjne liooren, dat Traverse
Rocke niet op zjjn post sliep, maar in eon
toestand van bewusteloosheid lag, die zich
zich gemakkelyk laat verklaren, wanneer men
bedenkt, dat men hem vjjf dagen cn vjjf
nachten onafgebroken dienst liet doen. Een
reus zou dan wel moeten bczwjjkenJa,
mjjne heeren,* eindigde Herbert, wien eene
traan in de oogeu schitterde, .waaneer gjj
dit alles bedenkt, zult gjj den ongelukkige
geen smarteljjkon dood doen sterven, doch
allen zult gjj eenparig mot mjj roepen Op
mjjne eer en geweten, Traverse Rocke is on
schuldig... hjj moot vrjjgesprokcn worden.*
Deze met vuur uitgesproken woorden misten
hunne uitwerking niet.
Terwjjl do officieren luid on onverholen
hunne afkeuring over de handelwjjze van
kapitein Lenoir en Zuten te kennen gaven,
verlangden zjj eenparig eene nieuwe stemming
en verklaarden de eerste ongeldig.
Tevergeefs merkte generaal X. op, dat dit
nog nooit gebeurd was en dat het strjjdig was
met de wet. Iedereen nam plechtig zjjn woord
terug en 't resultaat der nieuwe stemming
was, dat Traverse vrygesproken werd.
Men liet den jongen vrjjwilliger weer roe
pen om hem de beslissing der krjjgsraad mee
te deelen.
Als majoor Greyson en Traverso alleen
waren, viel de jonge man zijnen redder om
den hals en riep met eene van aandoening
trillende stem
«O, mjjn vriend, ik vind geen woorden om
u te danken, zooals ge het verdient.*
.Niet noodig," hernam Herbert glimlachende,
Had ik 't je niet vooruit gezegd Dit is
onze eerste overwinning. Met Gods hulp
zullen wo meer overwinnen
(Wordt vervolgd.)