KLEINE COURANT 't Vliegend Blaadje voor HelderTexel en Wieringen. Het Spookhuis. Ho. 2850 Zaterdag 9 Juni 1900. 28ste Jaargang. Bureau Zuidstraat 72. BureauSpoorstraat. Telefoonn". 59. KALENDER DER WEEK JUNI, Zomermaand, 80 dagen. Opkomst der Zon 3 u. 40 m. Onderg. 8 u. 14 m. Zondag 10 Maandag 11 Dinsdag 12 Woensdag 13 Volle Maan. Donderdag 14 Vrydag 15 Zaterdag 16 Uit het Buitenland. Er wordt verwacht, dat Lord Roberts eene proclamatie zal uitvaardigen, waarin aan de Afrikaners, onder eenig voorbehoud echter, amnestie wordt toegezegd. Alle burgers, die hunne wapenen overgeven, en den eed afleg gen, dat zij niet meer vechten zullen, behal ve zjj, die een werkzaam aandeel hebben ge nomen aan den oorlog of aan de leiding daarvan, dio meêgedaan hebben aan ,opcom- mandceren» of plundering, of die tegen de gewoonte van oorlogvoeren tusschen beschaaf de volken hebben gehandeld, zullen naar hunne hoeven kunnen terugkeeren, en niet lastig gevallen wordon. Sommige bladen leiden uit deze proclamatie, wier inhoud uit Kaapstad geseind wordt, af, dat de burgers, die gevochten hebben, niet ongestraft zullen bleven. Men merkt hier omtrent op, dat alle beschaafde volken er tegen op moeten komen, dat de Boeren, die met de wapenen in de hand tegenover de Engelschen gestaan hebben, daarvoor gestraft zouden worden. De Boeren dus wordt aangevoerd zijn eerljjke tegenstanders geweest van de Engelschen, geen misdadigers of opstandelingen. Zjj waren strijders voor een door Engeland als oorlog voerende mogendheid beschouwde natie. Men vraagt dus, of Engeland President Krüger zou mogen laten terechtstaan als een hoog verrader, en men vindt dit even gek, als het denkbeeld, dat Duitschland, na Sédan, Kei zer Napoleon III als een misdadiger zou heb ben beschouwd. Met het sluiten van den vrede treedt een voor allen geldende amnes tie in. Ook wie iemand gedood of gewond heeft, meenende daarmede in het belang van de verdediging zijns vaderlands te handelen, moet straffeloos blijven, Engeland voert oor log tegen de Republieken, niet tegen hare bewoners persoonlijk. Tegen deze redenee ring is zeker niets intebrengen, en het is dan ook te verwachten, dat de proclamatie, die Lord Roberts te Johannesburg zou uitvaar digen, wel zal bljjken, een weinig anders te luiden. Zelfs wanneer, zooals sommige En- gelscho bladen Lord Roberfs nu reods ann- raden, deze formeele annixaiiu van Transvaal proclameerde, juist met het doel, om alle deelnemers aan den oorlog tot oproerlingen to maken, zou dit gevolg niet bereikt worden. Men stelle zich voor, dat de Duitschers op een mooien dag gedurende het beleg van "Parjjs hadden gedecreteerd, heel Frankrjjk is geannexeerd, om op die manier ieder, die nog in Frankrijk bleef vechten ieder sol daat natnurljjk ook tot een opstandeling te maken, aan wicn natuurlijk geen kwartier behoefde gegeven te worden Minister ^Ihamborlain heeft op de door hem bijgewoonde vergadering der Birminghamsche Universiteit het voorstel gedaan, om aan Ko ningin Victoria een adres van gelukwensching te zenden met de inneming van Johannesburg en Pretoria. Met algemeene stemmen werd dit voorstel aangenomen. In onderscheidene steden van de Engelsche koloniën heeft het jongste nieuws uit Zuid-Afrika tot het hou den van feestelijke betoogingen aanleiding ge geven. In den zitting van den Franschen Senaat van 1 dezer, is, by de behandeling der am nestie-wet dat is een wet, die aan alle rechtsgedingen, welke in verband met de Dreyfus-zaak nog moeten volgen, een einde zal maken een geweldig tumult voorge vallen. Nadat een der leden als zjjne over tuiging had uitgesproken, dat men zjjne stem niet kan verleenen aan een wetsontwerp, waardoor de meest te eerbiedigen rechten worden geschonden, voornamelyk die van ko lonel Picquart, roerde een der leden de houding aan van generaal Mercier voor den krijgsraad te Rennes. Generaal Mercier, lid van den Senaat en in do vergadering aan wezig, bewaarde aanvankelijk het stilzwijgen, doch eindelijk aan het woord gekomen, her innerde hij aan het triumffeest der Republiek. Dit lokte hovige protesten nit. En toen Mer cier, te midden van het lawaai, het verhaal deed van hetgeen hij in 1894 gedaan had, en daarbjj verzekerde, dat hjj handelde in de overtuiging, een dienst te bewijzen aan het Vaderland toen was aan het tumult geen einde. Een der leden schreeuwde: .Dat was een ambtsmisdrijf, dat was een misdaad Mercier eindigde met de verklaring, dat hjj niet zou aarzelen, nogmaals te doen, wat hjj deed in 1894, toen hij Dreyfus tot een zware en onteerende straf hielp veroordeelen. Het groote nieuws uit Zuid-Afrika is de bezetting van Pretoria door de Engel schen. Voorname burger-ambtenaren zjjn den 5 dezer in den vroegen morgen bjj Lord Roberts gekomen, ten einde de stad overte- geven. De beide Republieken zjjn dus nu in 's vjjands handen, en, behoudens een te wach ten guerille-krjjg in het noorden, is de eigen lijke oorlog om 't bezit van de twee Staten nu feiteljjk geëindigd. .MEIlHiTlJUlXGEli. HELDER, 8 Juni 1900. Bij de Dinsdag jl. door de Marine alhier gehouden aanbesteding, was de minste inschrijver voor perc. 19, Katoen, de heer G. de Barbanson alhier, voor f 1773.30. Voor perc 30, Zeegras, de heer J. Graaff, voor f313.50. Ds. G. A. Kniphuizen, predikant te Schagerbrug in de Zijpe, heeft het beroep naar de Hervormde gemeente te Boskoop aangenomen. Uit Den Haag vernemen wij het over lijden van den gepensionneerden Schout bij nacht J. Spanjaard. In zijn loopbaan bij de Marine was de nu overledene inspecteur van het loodswe zen in de 3e en 6e districten en bekleedde daarna het ambt van inspecteur-generaal, waartoe hij in 1899 werd benoemd. In het begin van dit jaar werd hij van die betrekking op de meest eervolle wijze ontheven. Tijdens de Bonische expeditie onder scheidde de zee-officier Spanjaard zich zoo danig. dat hem voor zjjn optreden een eervolle vermelding te beurt viel. Schout bij nacht Spanjaard bereikte den leeftijd van 65 jaar. Bij den burgemeester van Ede is een telegram ontvangen van den minister van koloniën, ter mededeeling aan de ouders, waarin wordt gemeld dat de le luit. J. Ch. A. Fischer in Atjeh is gesneuveld. Texel, 7 Juni. Ter markt van Dinsdag waren aange voerd 5030 lammeren, die voor f 8,50 a f 12,75 werden verkocht. De markt was minder vlug dan den vorigen marktdag, omdat de prijzen op de laatste Leidsche markt ook wat meer gedrukt waren. Maandag is te Oosterend eene ringrij- derij gehouden met tilbury's, bezeten door dame en heer. Er waren 25 deelnemende rijtuigen. De prijzen, die bestonden uiteen mar meren pendule met coupes, een portemon- neai met zilveren sluiting, een barometer, een zilveren armband, een advocaat-karaf met zilver en een nikkelen theestel wer- gewonnen door de volgende heeren en damesJ. Eelman Gz.G. Dalmeijer H. Kievit Az.S. Thomasse J. Eelman Dz. en A. Brans—Eelman. Ongevallen-wet. Bjj den aanvang der zitting van de Kamer van Woensdag, verklaarde de minister Pierson Na de in liooge mate door haar betreurde beslissing van de Eerste Kamer der Staten- Generaal betreffende het wetsontwerp der Ongevallenwet", heeft de Regeering met ernst overwogen wat haar in 'slands belang te doen stond. Zjj is eenparig tot de over tuiging gekomen dat het haar plicht is alsnog eene poging te doen om onverwijld eene wet telijke voorziening in de geldelijke gevolgen van ongevallen tot stand te brengen. Een ontwerp wordt in gereedheid gebracht, ge bouwd op dezelfde grondslagen als het dooi de Tweede Kamer met groote meerderheid uangenomen, doch zekere bevoegdheden toe kennende aan de werkgevers met betrekking tot de wjjzo waarop zjj aan hunne geldeljjke verplichtingen jegens de Rijksverzekerings bank kunnen voldoen. De Regeering is voor nemens ten dezo met bjjzonderen spoed te handelen. Zij wenscht alles te doen wat in haar vermogen is om de totstandkoming eener wet, waarbjj do belangen van duizenden onzer medeburgers betrokken zijn krachtig te be vorderen. De Generaal Pel. Het »Soer. Hand." deelt mede, dat de resident van Ternate aan de regeering heeft voorgesteld, om de moordenaars van de Pel niet te tuchtigen, en dat over dit voorstel de Raad van Indië beraadslaagt. Het blad bevestigt voorts de mededee ling van het »Bat. Nbld.", dat de com mandant der zeemacht v8n oordeel is, dat nog niet de minste zekerheid verkregen is, dat de officieren vermoord zijn, en hij een nieuwe en nu geen-halfwerk-doende expe ditie dringend noodig acht. Examens voor Machinisten. De Rijkscommissie voor de examens ter verkrijging van een diploma als machinist aan boord van koopvaardijschepen, zal, aanvangende 26 Juni a. s., te 9 u. 30 m voormiddags, zitting houden in het Nuts- gebouw te Amsterdam. Een ontsporing. Woensdagmorgen ontspoorde trein 155 bij 't binnenstoomen van het station Uit geest. Hoewel de machine totaal onder ste boven viel, werden machinist en stoker gelukkig niet gekwetst, en waren onmid dellijk bij de hand om het vuur te dooven. De bagagewagen en een rijtuig eerste klasse werden deerlijk gehavend. Een won der mag het heeten, dat er niemand der inzittenden werd gekwetstdaar de trein vol reizigers zat. De conducteur Vink scheen zich nogal ernstig bezeerd te heb ben, daar door den hevigen schok een zware koffer op hem viel. De aansluiting met Hoorn en Enkhui zen werd echter gemistoverigens onder vond de dienst weinig vertraging, daar nog een spoor was vrijgebleven. Men meldt uit Haarlem De Hollandsche IJzeren Spoor vervoerde Maandag van Amsterdam 22,000 personen, waarvan 4000 doorgingen tot Zaudvoorfc. Dat dorp werd op de twee Pinksterdagen bezocht door plm. 80,000 personen. Op de lijn HaarlemAmsterdam liepen 122 personentreinen, waaronder 28 extra. Men meldt uit Tiel: Zondagmiddag om 5 uur is in het Lien- densche veld een luchtballon met drie rei zigers neergedaald, die Zaterdagavond om 8 uur te Berlgn opgestegen waren en ge dacht hadden te Hamburg neer te komen. De afstand van ruim 200 uren werd dus in 20 uren afgelegd. 's Avonds met den laatsten trein vertrok ken de reizigers naar Rotterdam. Onlangs is gemeld, dat aan het strand te Schiermonnikoog was aangespoeld een flesch, waarin zich een in 't Engelsch geschreven briefje bevond, inhoudende, dat het stoomschip »Cresyl" snel zinkende was enz. en men een stervenden jongen zeer zon verplichten hiervan bericht te zenden aan zijne ouders, Richard Paersall te Cyclone, Texas. Volgens thans van het Amerikaansch consulaat te Amsterdam ontvangen bericht is genoemd stoomschip veilig te Huil ge arriveerd, zoodat wederom een flauwe grap penmaker aan het werk is gew est. Droeve Pinksteren. Maandagavond voor acht uur had nabij Loosduinen een vreeselijk ongeluk plaats. De Westlandsche stoomtram van Naaldwijk naar Den Haag was is volle vaart, toen de boed van een der reizigers wegwoei, die de man nog, doch te laat, wilde grij pen. Daar de ketting gespannen was. moest hjj er onder door gaan, zoodat hij geen goeden sprong kon nemen en onder de wielen geraakte. Het been van den man, een Delftenaar, werd boven den enkel totaal afgereden, doordat 5 wagens over hem heen reden. De tram kreeg een schokfcn op ieders gelaat was ontsteltenis te lezen; gelukkig echter was de tram niet uit de rails gegaan. Dr. Perk, uit Loosduinen, verleende den man, die in een eerste klas coupé was gedragen, de eerste geneeskun dige hulp. Hij werd in 't Ziekenhuis in Den Haag opgenomen. Het is bekend dat de bochten in het Noordhollandsch Kanaal zeer lastig zijn voor groote vaartuigen Vooral bjj West-Graftdijk zijn twee bochten, waar al dikwijls schade aan de dijken is toege bracht. Jl. Maandag liep het Engelsche pleizierjaclit >Lathanar" te West-Graftdijk in den djjk. De kapitein van dit vaar tuig moest, de schade, die door den aldaar, wonenden kanaalbeambte begroot werd op f 125, vergoeden. Van den aan boord zijnden loods wordt veel zeemanschap ver- eischt om hier zonder averij te veroorzaken, voorbij te stoomen. Gevolgen van een klap. Een 20-jarige Scheveningsche visscher heeft Maandagavond van een tot dusver onbekend gebleven man dien hij tegen het ljjf liep, een klap gekregen, waardoor hij met het hoofd tegen den trottoirband viel. In bewusteloozen toestand werd de jonge zeeman opgenomen en nadat dr. De Niet hulp had verleend, per raderbaar naar zjjne woning overgebracht, waar hij is overleden. Eenige ooggetuigen wijzen een 17-jarigen loodgieter als dader aan. Nader verneemt men, dat de loodgieter door de politie is gearresteerd. De aange houdene heeft, toen hij met het ljjk werd geconfronteerd, aan de justitie bekend den zeeman een klap te hebben gegeven, waar door deze gestruikeld en op den grond was gevallen. De verdachte zeide. dat hij niet de bedoeling had den joDgen man te dooden. Dinsdagnacht is een brutale inbraak ge pleegd bij de firma Van Kuijk Abas, ban delende in tapijten, linoleums, enz., Singel 90, Amsterdam. Reeds in don laten avond had men in die buurt eon paar verdachte personen heen en weer zion drentelen, zoodat zjj ook de aan dacht trokken van eon surveillcerendon agent van politie, die hen dun ook gcruimen ljjd in de gaten hield. Later verdwenen zij uit die buurt, doch in den nacht omstreeks twee uur meenden een paar voorbijgangers in huis iels verdachts te bespeuren, zij waarschuwden de politie en een rechercheur kwam zich voor het huis opstellen en maakte alarm, waardoor meer politic kwam opdagen. Het politie- signaal had do inbrekers opmerkzaam ge maakt, zoodat zjj trachtten te ontkomen; een hunner vloog de deur uit en word op straat gepakt. Onderwijl had do politie in het huis een inval gedaan on ontstond met een paar dor inbrekers een worsteling. Er werden op de agenten een drietal schoten gelost, die ge lukkig g-cn doel troffen, twee der inbrekers werden nog gesnapt, drie anderen er waren er zes geweest wisten te ontkomen. Uit het ingestelde onderzoek is gebleken, dat de heeren, bekenden uit het logement van Lammetje, Zondag woest huis hebben gehou den. Met de grootste brutaliteit hadden zij een groote brandkast van de Moseier Safe Co. geforceerd, uitgehakt en geboord, doch waren toen op de binnenbrandkast gestuit en hebben daaruit niets kunnen medenemeu. Alle achrijfbureanx en kasten waren vernield of opengebroken, brieven en portefeuilles door zocht en later achteloos overal neergeworpen, kortom er was een ware wanorde veroorzaakt. Op het groote magazjjn ontzagen de kerels zich niet om don boel to bovuilen. Heel veel hebben zjj Diet kunnen meenemen, alleen een aantal postzegels en zeker bij vergissing een plakzegel, die van een wissel was losgelaten en die dus eon prachtig bewijs tegen hen opleverde. In het politie-bureau aan de Oadebrugsteeg gefouilleerd werd een aanzienlijke hoeveelheid breekwerktuigen op hen bevonden. Een andere brandkast heb ben zij onaangeroerd gelatenzjj werden zeker, voor zjj die konden 'aanspreken, ge stoord in hun „arbeid". Men schrijft aan de »N. Rott. Ct." De heer F. M., vroeger wonende te Joure, thans te Huil, schrijft aan zjjne familie het volgende, dd 22 Mei Vrijdagavond kwam hier het nieuws vau het ontzet van Mafeking en dientengevolge was het hier Zaterdag, Zondag en Maandag feest. Dat de Engelschen blij waren met het nieuws kan ik mij best begrijpen, maar dat zij het ons, Nederlanders, woonachtig te Huil, daarom lastig moesten maken, begrijp ik niet. Ziehier wat gebeurde. Zaterdag kwamen duizenden en nogmaals duizenden voor onze winkels met vlaggen en banieren, schreeuwende en zingende. *t Was een woeste hoop, die zich niet ontzag allerlei vuile streken uit te halen. Mijn oom, om moeilijkheden te voorkomen, had de Engelsche vlag uitgestoken. Bljjkbaar begreep de bende, dat dit niet echt gemeend was, tenminste de vlag werd neergehaald. Vervolgens besmeerden ze de ramen met teer en wierpen den winkel vol met bedor ven eieren en andere viezigheden. Van zaken doen was geen sprake. Bij een ander familielid stonden Zaterdag nacht tusschen 11 en 2 uur ruim zesduizend personen voor den winkel te schreeuwen en te tieren. Twaalf agenten van politie hadden zich voor het huis geposteerd om de orde te handharen, maar het gaf niets. Tegenover de opgewonden menigte waren ze volkomen machteloos. De eeno ruit na de andere werd ingegooid. Geen enkele bleef heel. Het was één groot schandaal. Mijn oom was genoodzaakt met vrouw en kin deren het huis te ontvluchten. Het publiek maakt het ons bjjna onmo gelijk onze zaken uit te oefenen. Als men op straat loopt, roepen de mensehen je allerlei onaangename woorden achterna. Ja zelfs is 'tniet veilig, om 's avonds buitens huis te komen, daar zij zich niet ontzien om tot handtastelijkheden over te gaan. Het doel van mjjn schrijven is. om mijne landgenooten eens te laten zien, hoe wij Nederlanders hier behandeld worden door hen, die. als een Engelschman in Amsterdam of Rotterdam bijv. beleedigd wordt, er de kranten vol van schrijven en ach en wee roepen. De flottielje torpedobooten, die op last van den Duitschen Keizer den Rijn op is geweest, is nu op den terugweg. Zij heeft de Pinksteren te Dusseldorp doorge bracht en is daar ook weer onthaald. De officieren en manschappen zijn op denge- heelen tocht gevierd en op feestmalen ge- noodigd, zoodat zij het harder te verant woorden hebben gehad dan zij het tijdens den zwaarste dienst in vreemde wateren zouden gehad hebben. Men verzekert dat de manschappen alleen vjjftig maal ge- tracteerd zijn op ham en asperges. De Oorlog in Zuid-Afrika. LONDEN, 6 Juni. Lord Roberts seint uit Pretoria, van DinsdagJuist vóór de duisternis inviel, was de vijand terug geslagen uit nagenoeg alle zjjne stel lingen. Hamilton's bereden infanterie achtervolgde de Boeren tot op 2000 yards van Pretoria, door welke plaats zjj zich snel terugtrokken. Een boodschapper met een witte vlag werd toen gezonden om de overgaaf van de stad te eischen. Botha sloeg een wapenstilstand voor, om de voorwaarden vast te stellen. Roberts gaf te verstaan, dat de overgaaf on voorwaardelijk moest zjjn, anders zou hij bij het aanbre ken van den dag naar de stad opmar- cheeren. Botha antwoordde dat besloten was, Pretoria niet te verdedigen, en dat, naar hij vertrouwde, de vrouwen, kinderen en eigendommen beschermd worden zon den. Drie burgerljjke hoofdambtenaren begaven zich 's morgens naar Roberts, en verklaarden dat de stad zich wenschte over te geven. De echtgenooten van Botha en Kroger bevinden beiden zich te Pre toria. Een klein aantal Engelsche gevan genen zjjn vrijgelaten, maar de mecsten bevinden zich nog te Waterval, onder wie meer dan honderd officieren. PRETORIA, 5 Juni. Lord Roberts rap porteert dat het 13de bataljon der yeomary 31 Mei zich heeft moeten overgeven, bjj Lindley, aan eeue zeer veel grootere Boe- renmacht. Methuen maakte een prach- tigen marach om te pogen de yeomanry te ontzetten. Hjj legde daarbij 44 mijlen af in 25 uren, maar hjj kwam te laat. Methuen viel de Boeren, ten getale van 2 a 3000 aan, en dwong hen na een ge vecht van vjjf uren tot den aftocht in volslagen verwarring. »Laflan" meldt, dat 5000 Boeren uit Standerton zijn vertrokken om de Britsche gemeenschapsliniën af te snjjden. In ver band daarmee is van belang het bericht van Central News", dat de Boeren voor de overgave van Johannesburg alle levens middelen en bjjna alles wat waarde heeft, hebben weggevoerd. De familie van den Transvaalschen staats secretaris Reitz moet met de Bundesrath" van Loren^o Marquez naar Europa zjjn vertrokken. Ook voert het schip 36 kisten met goud uit Transvaal mede, bevattende voor een waarde van 150.000 p. st., dat door den heer Reitz met het oog op tno- geljjke gebeurtenissen in veiligheid was gebracht. LONDEN, 5 Juni. Bljjkens een officieel bericht hebben de Eugelsclien Pretoria bezet. De tekst van Lord Roberts telegram luidt Pretoria, 5 Juui, 11.40 vm. Wij zjjn in het bezit vau Pretoria. De officieel® in tocht volgt hedenmiddag om twee uur. LONDEN, 5 Juni. (Part.) De telegram men van Roberts die melden dat Pretoria omsingeld en ingenomen is, worden hier met gejubel begroet. Intusschen maken zjj de laatste telegrammen van Pretoria slechts belangrijk uit een geschiedkundig oogpunt. Deze telegrammen gewaagden van een merkwaardige herleving van den moed van de Boeren en van hun besluit om Pretoria niet zonder slag of stoot over te geven. De Boeren hadden zich te Pretoria in de vorige week wonderbaarlijk gereorganiseerd. Zij waren vergramd op Kruger en den uit voerenden raad, omdat deze noodeloos waren gevlncht, met den beschikbaren goudvoor raad, zoodat de staatsambtenaren niet be taald werden. Intusschen heeft Kruger uit Machadodorp geseind dat de uitgegeven staatsbons vandaag en morgen in klinkend® munt zullen worden betaald. De krijgsraad nam op zich Pretoria te verdedigen, en de leden verklaarden dat dat heel goed mogelijk was en dat het oogenblik zou komen dat de Engelsche regeering de onafhankelijkheid van de republieken zou erkennen. De uit tocht uit Pretoria is bjjna opgehouden. D® la Rey verklaarde dat Pretoria tot het uiterste verdedigd zou worden. Vijfduizend Vrij statera moeten uit Stan derton opgerukt zijn, om de Engelschen den terugtocht af te snjjden. Op zeer scherpe wijze wordt vooral in de Fransche pora, critiek uitgeoefend op den oorlog, die door Engeland is in het leven ge roepen. In do ,Echo de Paris» zegt H. D. Do Boeren hebben op schitterende wijze hun lovenskracht, hun gematigdheid en hun doods verachting, hun deugden als familieleden, hun liefde voor de vrjjheid en voor hnn land en bovendien eon buitengewone beschaving ge toond. Het Angel-Saksische ras is eveneons een edel en sterk ras. Het is van dezelfde familie, van dezelfde levenskracht, en van denzelfden godsdienst. Maar juist hierdoor is deze oor log te afschuwelijker geworden. Het was oen strjjd tegen oen goweldadige massa, die oen voortreffelijk volk verpletterde, een groote hoe veelheid van ruw geweld, die een dor meest treffende bewijzen van de menscheljjke deugd, dio men in de geschiedenis vindt uitroeide. IFJS U"IXJXj2E3T03ST. NEGEN-EN-DERTIGSTE HOOFDSTUK. Drie dagen na de behandeling van den krijgsraad rokte het overwinnend leger onder bevel van generaal Scott tegen de hoofdstad van Mexico op. Herbert Greyson had zich met roem bedekt en met ecre do kolonelsepauletten verdiend. Niet minder dapper had zich ook onze vriend Traverse gedragen. Toen de vaandrig dood aan zjjne zjjde neerviel, had hjj zelf de loeier gegrepen en zich midden in de kogel regen gestort. Hij was 't eerste op de vesting en scheen bevrijd tegen het vijundelijk geschut. Minder gelukkig was de adjudant Graven Lenoir. Naast zjjn vader had eeno kanon kogel hem in tweeën geslagen. Ook officier Zutcn viel met kogels doorboord aan den voet der vesting. Wat den kapitein Lenoir betreft, deze was wel niet gekwetst in Mexico gekomen, doch den volgenden dag kreeg hij bjj een straat gevecht een schot in de zjjde, zoodat hy reeds ces dagen in zjjn kwartier naast do kathedraal en den dood afwachtte. Sedert hij zich reddeloos verloren gevoelde, was er met den kapitein eene merkwaardige verandering gebeurd. Zooals velen, die in de volle kracht van den manDelijken leeftijd niet aan den dood of aan God denken, zoo had ook Lenoir steeds zjjn stoffeljjk welzjjn voor oogen gehad. Geheel anders vinden we hem nu op zjjn sterfbed, worstelend met den dood en tever geefs zoekend zjjn geweten te bedaren. Op den geheimzinnigen drempel gekomen, die ons leven van de eeuwigheid scheidt, kromt hjj zich als een nietige worm onder den last zijnor zonden en luistert hij met angstige span ning naar de troostwoorden, die de priester tot hem richt. Sidderend ziet de snoodaard de ure der vergelding naderen en hjj, die vroeger slechts voor den schjjn zjjne godsdienstpichten ver vulde en onder het masker der vroomheid slechte daden verrichtte dio nooit ernstig aan een God geloofd had en de godsdienstige ge voelens in zjjn hart opzetteljjk verstikt had, dezo man zwichtte nu in stomme vertwijfeling voor het oogenblik, dat hij voor den rechter stoel dos Allerhoogsten zou moeten ver- schjjnen. .O, mjjn God... mjjn God!» roept hij, „hoe kan ik genade bjj u vinden, ik, die mijn geheele leven misdaad op misdaad stamelde, ik, die alljjd gestreefd heb naar 't verzamelen van schatten! Het is te laat! het is te laat I» riep hjj wanhopig. Men ziet liet, Gabriël Lenoir, de trot^che, gewetenlooze kapitein, die mot roovers ver keerde en sluipmoordenaars in zijn dienst had, hjj was, nu de dood zjjne kille hand naar hem uitstak, eene andere geworden en had nauwelijks het opwekkend woord van een geesteljjke noodig om zooveel mogeljjk het onrecht goed te maken, dat hjj gepleegd had. Ik wil mjj vernederen voor God en de menschen,» zei hjj, ,ik wil vergiffenis vragen voor al het kwaad, dat ik andoren berok kende.* Het was tegon den avond van denzelfden dag, als Herbert Greyson met zjjne wapen broeders zich aan tafel wilde zetten, dat hjj eon briefje kreeg, waarin hjj verzocht weril zich opgenblikkelijk met Traverse Rocke naar bet kwartier van kapitein Lenoir te begeven, daar deze op sterven lag en dringend naar beiden verlangde. Herbert verontschuldigde zich bjj zjjne kameraden om aan 't verzoek van den kapitein tc voldoen en spoedde zich naar zijn vriend Traverse, dien hij gelukkig thuis vond. .Vlug, kleed jo gauw aan!" riep hjj bin nenkomende. .Wc moeten beidon naar Lenoir, hjj verlangt hoofdzakelijk naar jou en ik zal meegaan. Je weet, hij ligt op stervende geestelijke schreef het mjj en verzoekt mjj geene minuut te verliezen.» Kapitein Lenoir riep Traverse verbaasd. Hoe? Verlangt hjj naar mij? Wat wil hjj?* fDat zult ge spoedig weten, verbencel geen tjjd mot vragen. Ving, wc mogen eon ster vende zjjn laatste bede niet weigeren." Zeker niet!" riep Traverse, want zjjn edel hart kende geene wraak, al vroeg hem dit zjjn oartsvjjaud. Als Herbert eenige minuten later eerst alleen bjj den kapitein kwam, vond hjj hem zeer zwak. Het scheen, dat hem slechts wei nige oogenblikkon meer bleven om zich met hem to verzoenen, dien hjj zoozeer gekrenkt en zoo vurig gehaat had. .Hoe, majoor Greyson, breng je hem niet moe?» zei hjj. .Heeft de pustoor u mjjn wenscli niet meegedeeld .Toch sir,* hernam Herbert. „Traverse Rocke wacht buiten. Ik wou eerst cien, of gjj willens cjjt bom te ontvangen.» •O, zeker, ben ik dat,» riep Lenoir. .Laat hem binnenkomen. Ik moot afscheid van hem nemen, zoowel als van u, Herbert. O, 't is goed, dat ge beiden gekomen zijt, ik zul nu met een verlicht hart do groote reis beginnen, waarvoor ik reeds marschva&rdig ben." Herbert ging naar do deur en opende ze Traverse trad naar het sterfbed. .Traverse.» zei dc kapitein met zwakke Btem, terwjjl hij don jongen man do hand toestak, .gjj haat geen stervende, nietwaar? O, anders waart ge nu niet hier, om mjjno afscheidswoorden mjjne laatste bede tc hooren," Zwijgend had Traverse zjjne hand in die van den kapitein gelegd, zwjjgond luisterde hjj ook naar de me» ontroering gesproken woorden. „Ik heb n wreed en onmenschclijk behan deld, Traverse,» ging de stervende voort, .veel wrccder dan gjj tot nu toe zelf weet. Gjj zult laterna mjjn dood eerst verne men, hoe laag en wraakzuchtig ik jegens u was en toch reken ik op uw edel hart, dat ge mjj vergiffenis schenkt. Ik was bard en onrechtvaardig jegens u ik kwelde u, waar ik maar kon, ik was vindingrijk in wreedhe den, dio ik aan u beging, ja, ik beoogde uw ongeluk cn schuwde geen middel om daartoe te komen. De goede God num je in zjjne be scherming en ui mijne hoosheid trof geen doel. Maar de barmhartige God deed nog meer. Hjj schonk mjj nog don tjjd om mij met u te verzoenen cu u hier in tegenwoordigheid van nw edelen vriond Greyson cn dezen eer waarden geesteljjke plechtig vergiffenis te vragen en u te sraoeken mjjne nagedachtenis niet te vervloeken, al is ook de ongerechtig heid, die ik ann u beging, veel grooter dan gjj denkt... O, Traverse,4 riep hjj, toen hjj bemerkte, dat do jonge man hem verwonderd aankeek, -vraag mjj niet... verlang niet, dat ik mjj in mijn stervonsnur duideljjker verklaardaar in dat pakje, dat ik u, majoor Greyson, ter hand stel, zjjn mjjne be kentenissen vervat. Open het na mjjn dood, niet eerdor, Herbert, hoor jeIk soacek u, eerst na mjjn dood, dan zult ge nlles tijdig genoeg weten, Traverse. Laat het nu vol doende zjjn te verklaren, dat ik mjjne han- delwjjze verafschuw, dat ik ze oprecht be treur en gaarne ongedaan zou makei), indien 't mij mogelijk was. Knnt ge mij na deze verklaring vergeven, Traverse f Mag ik mjjne oogen sluiten met de zekerheid, dat ge mjj niet vloekt, maar dat ge alles grootmoedig vergeeft, wat ik u berokkende Kunt ge dat, Traverse ,Ja,® zei de jonge man diep bewogen, „ja, ik vergeef u Doze woorden gingen verge zeld van eon lichten druk zjjner hand, die hjj nog altjjd in die van don kapitein had laten rusten. fO, dank, duizendmaal dank!» lispelde de stervende, over wiens gelaat een blijden glim lach kwam. .Nu sterf ik gaarne, want de zwaarsto last is van mjjn hart gewenteld. En nu nog eonige woorden. Traverse. Dat tweede pak, het grootste van beide, is voor jou be stemd opent liet zoodra go thuis komt. Ge behoeft hiermede niet tot na myn dood te wachten, zooals dit niet het pakje van Her bert het geval is. Open het, en indien gjj u verbitterd gevoelt over mjjn schanddaden, denk dan aan dit laatste oogenblik mijns levens, herinner u dan mjjn berouw en mjjne vernedering en dan zal uw edel hart weer kracht vinden, om mjj te vergeven.» .Ik zal hot doen," fluisterdo Traverse, dio werkeljjk allen haat en wrok uit zijn hart voelde verdwijnen, bjj 't zien van ziovcel zelfverloochening. ,E*» r.n nog eenigo woorden aan n, Herbert,* ging kapitein Lenoir voort. .Gjj zijt de neef van een man, die ik zwaar bcleedigde. Hjj was sedert mjjn bitterste vijand on ditlittee- ken op mjjn voorhoofd is nog het spoor der wraak, die hjj Dam. Ik liet hem in den ver koerden waan, waarin hjj sedert dien tjjd leefde, dit ib een mjjncr grootste zonden, want hierdoor vergalde ik het leven van oon wak ker man en van eene persoon, dio ik door mjjn boosaardig zwjjgen aan zjjn ongerechten toorn prjjs gaf. Herhaal hom mjjne woorden, majoor Greyson, zeg hem, dat ik mjj in 't diepst mjjner ziel schaam over mjjne laaghar tige daad, zeg hem, dat ik hem door u ver giffenis vraag, daar ik het hom persoonlijk niet kan doen. In het pakje is alles vervat, wat hierop betrekking heeft. Wanneer ik dood ben, geeft het dan uw oom door deo inhoud dezer papieren wordt nog een ander onrecht goed gemaakt, waarbjj gjj zelf znlt winnen, Horbcrt. Weldra zult go alles weten, nu moet ik u nog danken, dat ge kwaamtcn Traverse meebracht. Vaartwelvaartwel beiden wordt gelukkig, Traverse, met Clara Day, die ik cvcneois om vergiffenis vraag. Vuurt wel uilen en gedenk mjjno arme ziel met eon stil gebed, wanneer ze dit aardsch omhulsel zal verlaten hebben.» Herbert on Traverse scheidden diep geroerd van dezen man, dio zich als een Christen tot den dood voorbereidde. .Dc Heer verheugt zich moer over één zondaar, dio zich bekeert, dan over zovea rechtvaardigen,» duisterde Herbert ,Ook wjj willen vergeten wat hjj vroeger was en hem vergeven.» Op Herbert's kamer, waarheen Travers® kern vergezeld had, opende do laatste hot pakje vun den kapitein. Het bevatte verschillende brieven van Clam en inistress Rocke aan Traverso, die Gabriël Lenoir achtergehouden had, buitendien eene som van 500 dollars, die zjjne moeder hem toezond, nadat ze weer met Clara Willow- ileights betrokken bad. (Wordt vervolgd.) wr

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1900 | | pagina 1