KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor HelderTexel en Wieringen.
Het Spookhuis.
Ho. 2850
Zaterdag 9 Juni 1900.
28ste Jaargang.
Bureau
Zuidstraat 72.
BureauSpoorstraat.
Telefoonn". 59.
KALENDER DER WEEK
JUNI, Zomermaand, 80 dagen.
Opkomst der Zon 3 u. 40 m.
Onderg. 8 u. 14 m.
Zondag 10
Maandag 11
Dinsdag 12
Woensdag 13 Volle Maan.
Donderdag 14
Vrydag 15
Zaterdag 16
Uit het Buitenland.
Er wordt verwacht, dat Lord Roberts eene
proclamatie zal uitvaardigen, waarin aan de
Afrikaners, onder eenig voorbehoud echter,
amnestie wordt toegezegd. Alle burgers, die
hunne wapenen overgeven, en den eed afleg
gen, dat zij niet meer vechten zullen, behal
ve zjj, die een werkzaam aandeel hebben ge
nomen aan den oorlog of aan de leiding
daarvan, dio meêgedaan hebben aan ,opcom-
mandceren» of plundering, of die tegen de
gewoonte van oorlogvoeren tusschen beschaaf
de volken hebben gehandeld, zullen naar
hunne hoeven kunnen terugkeeren, en niet
lastig gevallen wordon. Sommige bladen
leiden uit deze proclamatie, wier inhoud uit
Kaapstad geseind wordt, af, dat de burgers,
die gevochten hebben, niet ongestraft zullen
bleven. Men merkt hier omtrent op, dat alle
beschaafde volken er tegen op moeten komen,
dat de Boeren, die met de wapenen in de
hand tegenover de Engelschen gestaan hebben,
daarvoor gestraft zouden worden. De Boeren
dus wordt aangevoerd zijn eerljjke
tegenstanders geweest van de Engelschen, geen
misdadigers of opstandelingen. Zjj waren
strijders voor een door Engeland als oorlog
voerende mogendheid beschouwde natie. Men
vraagt dus, of Engeland President Krüger
zou mogen laten terechtstaan als een hoog
verrader, en men vindt dit even gek, als het
denkbeeld, dat Duitschland, na Sédan, Kei
zer Napoleon III als een misdadiger zou heb
ben beschouwd. Met het sluiten van den
vrede treedt een voor allen geldende amnes
tie in. Ook wie iemand gedood of gewond
heeft, meenende daarmede in het belang van
de verdediging zijns vaderlands te handelen,
moet straffeloos blijven, Engeland voert oor
log tegen de Republieken, niet tegen hare
bewoners persoonlijk. Tegen deze redenee
ring is zeker niets intebrengen, en het is dan
ook te verwachten, dat de proclamatie, die
Lord Roberts te Johannesburg zou uitvaar
digen, wel zal bljjken, een weinig anders te
luiden. Zelfs wanneer, zooals sommige En-
gelscho bladen Lord Roberfs nu reods ann-
raden, deze formeele annixaiiu van Transvaal
proclameerde, juist met het doel, om alle
deelnemers aan den oorlog tot oproerlingen
to maken, zou dit gevolg niet bereikt worden.
Men stelle zich voor, dat de Duitschers op
een mooien dag gedurende het beleg van
"Parjjs hadden gedecreteerd, heel Frankrjjk
is geannexeerd, om op die manier ieder, die
nog in Frankrijk bleef vechten ieder sol
daat natnurljjk ook tot een opstandeling
te maken, aan wicn natuurlijk geen kwartier
behoefde gegeven te worden
Minister ^Ihamborlain heeft op de door hem
bijgewoonde vergadering der Birminghamsche
Universiteit het voorstel gedaan, om aan Ko
ningin Victoria een adres van gelukwensching
te zenden met de inneming van Johannesburg
en Pretoria. Met algemeene stemmen werd
dit voorstel aangenomen. In onderscheidene
steden van de Engelsche koloniën heeft het
jongste nieuws uit Zuid-Afrika tot het hou
den van feestelijke betoogingen aanleiding ge
geven.
In den zitting van den Franschen Senaat
van 1 dezer, is, by de behandeling der am
nestie-wet dat is een wet, die aan alle
rechtsgedingen, welke in verband met de
Dreyfus-zaak nog moeten volgen, een einde
zal maken een geweldig tumult voorge
vallen. Nadat een der leden als zjjne over
tuiging had uitgesproken, dat men zjjne stem
niet kan verleenen aan een wetsontwerp,
waardoor de meest te eerbiedigen rechten
worden geschonden, voornamelyk die van ko
lonel Picquart, roerde een der leden de
houding aan van generaal Mercier voor den
krijgsraad te Rennes. Generaal Mercier, lid
van den Senaat en in do vergadering aan
wezig, bewaarde aanvankelijk het stilzwijgen,
doch eindelijk aan het woord gekomen, her
innerde hij aan het triumffeest der Republiek.
Dit lokte hovige protesten nit. En toen Mer
cier, te midden van het lawaai, het verhaal
deed van hetgeen hij in 1894 gedaan had,
en daarbjj verzekerde, dat hjj handelde in de
overtuiging, een dienst te bewijzen aan het
Vaderland toen was aan het tumult geen
einde. Een der leden schreeuwde: .Dat was
een ambtsmisdrijf, dat was een misdaad
Mercier eindigde met de verklaring, dat hjj
niet zou aarzelen, nogmaals te doen, wat hjj
deed in 1894, toen hij Dreyfus tot een zware
en onteerende straf hielp veroordeelen.
Het groote nieuws uit Zuid-Afrika is de
bezetting van Pretoria door de Engel
schen. Voorname burger-ambtenaren zjjn den
5 dezer in den vroegen morgen bjj Lord
Roberts gekomen, ten einde de stad overte-
geven. De beide Republieken zjjn dus nu in
's vjjands handen, en, behoudens een te wach
ten guerille-krjjg in het noorden, is de eigen
lijke oorlog om 't bezit van de twee Staten
nu feiteljjk geëindigd.
.MEIlHiTlJUlXGEli.
HELDER, 8 Juni 1900.
Bij de Dinsdag jl. door de Marine
alhier gehouden aanbesteding, was de minste
inschrijver voor perc. 19, Katoen, de heer
G. de Barbanson alhier, voor f 1773.30.
Voor perc 30, Zeegras, de heer J. Graaff,
voor f313.50.
Ds. G. A. Kniphuizen, predikant te
Schagerbrug in de Zijpe, heeft het beroep
naar de Hervormde gemeente te Boskoop
aangenomen.
Uit Den Haag vernemen wij het over
lijden van den gepensionneerden Schout bij
nacht J. Spanjaard.
In zijn loopbaan bij de Marine was de
nu overledene inspecteur van het loodswe
zen in de 3e en 6e districten en bekleedde
daarna het ambt van inspecteur-generaal,
waartoe hij in 1899 werd benoemd.
In het begin van dit jaar werd hij van
die betrekking op de meest eervolle wijze
ontheven.
Tijdens de Bonische expeditie onder
scheidde de zee-officier Spanjaard zich zoo
danig. dat hem voor zjjn optreden een eervolle
vermelding te beurt viel.
Schout bij nacht Spanjaard bereikte den
leeftijd van 65 jaar.
Bij den burgemeester van Ede is een
telegram ontvangen van den minister van
koloniën, ter mededeeling aan de ouders,
waarin wordt gemeld dat de le luit. J. Ch.
A. Fischer in Atjeh is gesneuveld.
Texel, 7 Juni.
Ter markt van Dinsdag waren aange
voerd 5030 lammeren, die voor f 8,50 a
f 12,75 werden verkocht. De markt was
minder vlug dan den vorigen marktdag,
omdat de prijzen op de laatste Leidsche
markt ook wat meer gedrukt waren.
Maandag is te Oosterend eene ringrij-
derij gehouden met tilbury's, bezeten door
dame en heer. Er waren 25 deelnemende
rijtuigen.
De prijzen, die bestonden uiteen mar
meren pendule met coupes, een portemon-
neai met zilveren sluiting, een barometer,
een zilveren armband, een advocaat-karaf
met zilver en een nikkelen theestel wer-
gewonnen door de volgende heeren en
damesJ. Eelman Gz.G. Dalmeijer H.
Kievit Az.S. Thomasse J. Eelman Dz.
en A. Brans—Eelman.
Ongevallen-wet.
Bjj den aanvang der zitting van de Kamer
van Woensdag, verklaarde de minister Pierson
Na de in liooge mate door haar betreurde
beslissing van de Eerste Kamer der Staten-
Generaal betreffende het wetsontwerp der
Ongevallenwet", heeft de Regeering met
ernst overwogen wat haar in 'slands belang
te doen stond. Zjj is eenparig tot de over
tuiging gekomen dat het haar plicht is alsnog
eene poging te doen om onverwijld eene wet
telijke voorziening in de geldelijke gevolgen
van ongevallen tot stand te brengen. Een
ontwerp wordt in gereedheid gebracht, ge
bouwd op dezelfde grondslagen als het dooi
de Tweede Kamer met groote meerderheid
uangenomen, doch zekere bevoegdheden toe
kennende aan de werkgevers met betrekking
tot de wjjzo waarop zjj aan hunne geldeljjke
verplichtingen jegens de Rijksverzekerings
bank kunnen voldoen. De Regeering is voor
nemens ten dezo met bjjzonderen spoed te
handelen. Zij wenscht alles te doen wat in
haar vermogen is om de totstandkoming eener
wet, waarbjj do belangen van duizenden onzer
medeburgers betrokken zijn krachtig te be
vorderen.
De Generaal Pel.
Het »Soer. Hand." deelt mede, dat de
resident van Ternate aan de regeering
heeft voorgesteld, om de moordenaars van
de Pel niet te tuchtigen, en dat over dit
voorstel de Raad van Indië beraadslaagt.
Het blad bevestigt voorts de mededee
ling van het »Bat. Nbld.", dat de com
mandant der zeemacht v8n oordeel is, dat
nog niet de minste zekerheid verkregen is,
dat de officieren vermoord zijn, en hij een
nieuwe en nu geen-halfwerk-doende expe
ditie dringend noodig acht.
Examens voor Machinisten.
De Rijkscommissie voor de examens ter
verkrijging van een diploma als machinist
aan boord van koopvaardijschepen, zal,
aanvangende 26 Juni a. s., te 9 u. 30 m
voormiddags, zitting houden in het Nuts-
gebouw te Amsterdam.
Een ontsporing.
Woensdagmorgen ontspoorde trein 155
bij 't binnenstoomen van het station Uit
geest. Hoewel de machine totaal onder
ste boven viel, werden machinist en stoker
gelukkig niet gekwetst, en waren onmid
dellijk bij de hand om het vuur te dooven.
De bagagewagen en een rijtuig eerste
klasse werden deerlijk gehavend. Een won
der mag het heeten, dat er niemand der
inzittenden werd gekwetstdaar de trein
vol reizigers zat. De conducteur Vink
scheen zich nogal ernstig bezeerd te heb
ben, daar door den hevigen schok een
zware koffer op hem viel.
De aansluiting met Hoorn en Enkhui
zen werd echter gemistoverigens onder
vond de dienst weinig vertraging, daar
nog een spoor was vrijgebleven.
Men meldt uit Haarlem
De Hollandsche IJzeren Spoor vervoerde
Maandag van Amsterdam 22,000 personen,
waarvan 4000 doorgingen tot Zaudvoorfc.
Dat dorp werd op de twee Pinksterdagen
bezocht door plm. 80,000 personen.
Op de lijn HaarlemAmsterdam liepen
122 personentreinen, waaronder 28 extra.
Men meldt uit Tiel:
Zondagmiddag om 5 uur is in het Lien-
densche veld een luchtballon met drie rei
zigers neergedaald, die Zaterdagavond om
8 uur te Berlgn opgestegen waren en ge
dacht hadden te Hamburg neer te komen.
De afstand van ruim 200 uren werd dus
in 20 uren afgelegd.
's Avonds met den laatsten trein vertrok
ken de reizigers naar Rotterdam.
Onlangs is gemeld, dat aan het
strand te Schiermonnikoog was aangespoeld
een flesch, waarin zich een in 't Engelsch
geschreven briefje bevond, inhoudende, dat
het stoomschip »Cresyl" snel zinkende was
enz. en men een stervenden jongen zeer
zon verplichten hiervan bericht te zenden
aan zijne ouders, Richard Paersall te
Cyclone, Texas.
Volgens thans van het Amerikaansch
consulaat te Amsterdam ontvangen bericht
is genoemd stoomschip veilig te Huil ge
arriveerd, zoodat wederom een flauwe grap
penmaker aan het werk is gew est.
Droeve Pinksteren.
Maandagavond voor acht uur had nabij
Loosduinen een vreeselijk ongeluk plaats.
De Westlandsche stoomtram van Naaldwijk
naar Den Haag was is volle vaart, toen
de boed van een der reizigers wegwoei,
die de man nog, doch te laat, wilde grij
pen. Daar de ketting gespannen was.
moest hjj er onder door gaan, zoodat hij
geen goeden sprong kon nemen en onder
de wielen geraakte. Het been van den man,
een Delftenaar, werd boven den enkel totaal
afgereden, doordat 5 wagens over hem
heen reden. De tram kreeg een schokfcn
op ieders gelaat was ontsteltenis te lezen;
gelukkig echter was de tram niet uit de
rails gegaan. Dr. Perk, uit Loosduinen,
verleende den man, die in een eerste klas
coupé was gedragen, de eerste geneeskun
dige hulp. Hij werd in 't Ziekenhuis in
Den Haag opgenomen.
Het is bekend dat de bochten in
het Noordhollandsch Kanaal zeer lastig
zijn voor groote vaartuigen Vooral bjj
West-Graftdijk zijn twee bochten, waar
al dikwijls schade aan de dijken is toege
bracht. Jl. Maandag liep het Engelsche
pleizierjaclit >Lathanar" te West-Graftdijk
in den djjk. De kapitein van dit vaar
tuig moest, de schade, die door den aldaar,
wonenden kanaalbeambte begroot werd op
f 125, vergoeden. Van den aan boord
zijnden loods wordt veel zeemanschap ver-
eischt om hier zonder averij te veroorzaken,
voorbij te stoomen.
Gevolgen van een klap.
Een 20-jarige Scheveningsche visscher
heeft Maandagavond van een tot dusver
onbekend gebleven man dien hij tegen
het ljjf liep, een klap gekregen, waardoor
hij met het hoofd tegen den trottoirband
viel. In bewusteloozen toestand werd de
jonge zeeman opgenomen en nadat dr. De
Niet hulp had verleend, per raderbaar naar
zjjne woning overgebracht, waar hij is
overleden. Eenige ooggetuigen wijzen een
17-jarigen loodgieter als dader aan.
Nader verneemt men, dat de loodgieter
door de politie is gearresteerd. De aange
houdene heeft, toen hij met het ljjk werd
geconfronteerd, aan de justitie bekend den
zeeman een klap te hebben gegeven, waar
door deze gestruikeld en op den grond was
gevallen. De verdachte zeide. dat hij niet
de bedoeling had den joDgen man te dooden.
Dinsdagnacht is een brutale inbraak ge
pleegd bij de firma Van Kuijk Abas, ban
delende in tapijten, linoleums, enz., Singel 90,
Amsterdam.
Reeds in don laten avond had men in die
buurt eon paar verdachte personen heen en
weer zion drentelen, zoodat zjj ook de aan
dacht trokken van eon surveillcerendon agent
van politie, die hen dun ook gcruimen ljjd
in de gaten hield. Later verdwenen zij uit
die buurt, doch in den nacht omstreeks twee
uur meenden een paar voorbijgangers in huis
iels verdachts te bespeuren, zij waarschuwden
de politie en een rechercheur kwam zich voor
het huis opstellen en maakte alarm, waardoor
meer politic kwam opdagen. Het politie-
signaal had do inbrekers opmerkzaam ge
maakt, zoodat zjj trachtten te ontkomen; een
hunner vloog de deur uit en word op straat
gepakt. Onderwijl had do politie in het huis
een inval gedaan on ontstond met een paar
dor inbrekers een worsteling. Er werden op
de agenten een drietal schoten gelost, die ge
lukkig g-cn doel troffen, twee der inbrekers
werden nog gesnapt, drie anderen er waren
er zes geweest wisten te ontkomen.
Uit het ingestelde onderzoek is gebleken,
dat de heeren, bekenden uit het logement van
Lammetje, Zondag woest huis hebben gehou
den. Met de grootste brutaliteit hadden zij
een groote brandkast van de Moseier Safe
Co. geforceerd, uitgehakt en geboord, doch
waren toen op de binnenbrandkast gestuit en
hebben daaruit niets kunnen medenemeu. Alle
achrijfbureanx en kasten waren vernield of
opengebroken, brieven en portefeuilles door
zocht en later achteloos overal neergeworpen,
kortom er was een ware wanorde veroorzaakt.
Op het groote magazjjn ontzagen de kerels
zich niet om don boel to bovuilen. Heel veel
hebben zjj Diet kunnen meenemen, alleen een
aantal postzegels en zeker bij vergissing
een plakzegel, die van een wissel was
losgelaten en die dus eon prachtig bewijs
tegen hen opleverde. In het politie-bureau
aan de Oadebrugsteeg gefouilleerd werd een
aanzienlijke hoeveelheid breekwerktuigen op
hen bevonden. Een andere brandkast heb
ben zij onaangeroerd gelatenzjj werden
zeker, voor zjj die konden 'aanspreken, ge
stoord in hun „arbeid".
Men schrijft aan de »N. Rott. Ct."
De heer F. M., vroeger wonende te Joure,
thans te Huil, schrijft aan zjjne familie het
volgende, dd 22 Mei
Vrijdagavond kwam hier het nieuws vau
het ontzet van Mafeking en dientengevolge
was het hier Zaterdag, Zondag en Maandag
feest. Dat de Engelschen blij waren met
het nieuws kan ik mij best begrijpen, maar
dat zij het ons, Nederlanders, woonachtig
te Huil, daarom lastig moesten maken,
begrijp ik niet. Ziehier wat gebeurde.
Zaterdag kwamen duizenden en nogmaals
duizenden voor onze winkels met vlaggen
en banieren, schreeuwende en zingende.
*t Was een woeste hoop, die zich niet ontzag
allerlei vuile streken uit te halen. Mijn
oom, om moeilijkheden te voorkomen, had
de Engelsche vlag uitgestoken. Bljjkbaar
begreep de bende, dat dit niet echt gemeend
was, tenminste de vlag werd neergehaald.
Vervolgens besmeerden ze de ramen met
teer en wierpen den winkel vol met bedor
ven eieren en andere viezigheden. Van
zaken doen was geen sprake.
Bij een ander familielid stonden Zaterdag
nacht tusschen 11 en 2 uur ruim zesduizend
personen voor den winkel te schreeuwen
en te tieren. Twaalf agenten van politie
hadden zich voor het huis geposteerd om
de orde te handharen, maar het gaf niets.
Tegenover de opgewonden menigte waren
ze volkomen machteloos. De eeno ruit na
de andere werd ingegooid. Geen enkele bleef
heel. Het was één groot schandaal. Mijn
oom was genoodzaakt met vrouw en kin
deren het huis te ontvluchten.
Het publiek maakt het ons bjjna onmo
gelijk onze zaken uit te oefenen. Als men
op straat loopt, roepen de mensehen je
allerlei onaangename woorden achterna. Ja
zelfs is 'tniet veilig, om 's avonds buitens
huis te komen, daar zij zich niet ontzien
om tot handtastelijkheden over te gaan.
Het doel van mjjn schrijven is. om mijne
landgenooten eens te laten zien, hoe wij
Nederlanders hier behandeld worden door
hen, die. als een Engelschman in Amsterdam
of Rotterdam bijv. beleedigd wordt, er de
kranten vol van schrijven en ach en wee
roepen.
De flottielje torpedobooten, die op
last van den Duitschen Keizer den Rijn
op is geweest, is nu op den terugweg. Zij
heeft de Pinksteren te Dusseldorp doorge
bracht en is daar ook weer onthaald. De
officieren en manschappen zijn op denge-
heelen tocht gevierd en op feestmalen ge-
noodigd, zoodat zij het harder te verant
woorden hebben gehad dan zij het tijdens
den zwaarste dienst in vreemde wateren
zouden gehad hebben. Men verzekert dat
de manschappen alleen vjjftig maal ge-
tracteerd zijn op ham en asperges.
De Oorlog in Zuid-Afrika.
LONDEN, 6 Juni. Lord Roberts seint
uit Pretoria, van DinsdagJuist vóór de
duisternis inviel, was de vijand terug
geslagen uit nagenoeg alle zjjne stel
lingen. Hamilton's bereden infanterie
achtervolgde de Boeren tot op 2000 yards
van Pretoria, door welke plaats zjj zich snel
terugtrokken. Een boodschapper met een
witte vlag werd toen gezonden om de
overgaaf van de stad te eischen. Botha
sloeg een wapenstilstand voor, om de
voorwaarden vast te stellen. Roberts gaf
te verstaan, dat de overgaaf on voorwaardelijk
moest zjjn, anders zou hij bij het aanbre
ken van den dag naar de stad opmar-
cheeren. Botha antwoordde dat besloten
was, Pretoria niet te verdedigen, en dat,
naar hij vertrouwde, de vrouwen, kinderen
en eigendommen beschermd worden zon
den. Drie burgerljjke hoofdambtenaren
begaven zich 's morgens naar Roberts, en
verklaarden dat de stad zich wenschte
over te geven. De echtgenooten van Botha
en Kroger bevinden beiden zich te Pre
toria. Een klein aantal Engelsche gevan
genen zjjn vrijgelaten, maar de mecsten
bevinden zich nog te Waterval, onder wie
meer dan honderd officieren.
PRETORIA, 5 Juni. Lord Roberts rap
porteert dat het 13de bataljon der yeomary
31 Mei zich heeft moeten overgeven, bjj
Lindley, aan eeue zeer veel grootere Boe-
renmacht. Methuen maakte een prach-
tigen marach om te pogen de yeomanry
te ontzetten. Hjj legde daarbij 44 mijlen
af in 25 uren, maar hjj kwam te laat.
Methuen viel de Boeren, ten getale van
2 a 3000 aan, en dwong hen na een ge
vecht van vjjf uren tot den aftocht in
volslagen verwarring.
»Laflan" meldt, dat 5000 Boeren uit
Standerton zijn vertrokken om de Britsche
gemeenschapsliniën af te snjjden. In ver
band daarmee is van belang het bericht
van Central News", dat de Boeren voor
de overgave van Johannesburg alle levens
middelen en bjjna alles wat waarde heeft,
hebben weggevoerd.
De familie van den Transvaalschen staats
secretaris Reitz moet met de Bundesrath"
van Loren^o Marquez naar Europa zjjn
vertrokken. Ook voert het schip 36 kisten
met goud uit Transvaal mede, bevattende
voor een waarde van 150.000 p. st., dat
door den heer Reitz met het oog op tno-
geljjke gebeurtenissen in veiligheid was
gebracht.
LONDEN, 5 Juni. Bljjkens een officieel
bericht hebben de Eugelsclien Pretoria
bezet.
De tekst van Lord Roberts telegram
luidt
Pretoria, 5 Juui, 11.40 vm. Wij zjjn
in het bezit vau Pretoria. De officieel® in
tocht volgt hedenmiddag om twee uur.
LONDEN, 5 Juni. (Part.) De telegram
men van Roberts die melden dat Pretoria
omsingeld en ingenomen is, worden hier
met gejubel begroet. Intusschen maken zjj
de laatste telegrammen van Pretoria slechts
belangrijk uit een geschiedkundig oogpunt.
Deze telegrammen gewaagden van een
merkwaardige herleving van den moed van
de Boeren en van hun besluit om Pretoria
niet zonder slag of stoot over te geven.
De Boeren hadden zich te Pretoria in de
vorige week wonderbaarlijk gereorganiseerd.
Zij waren vergramd op Kruger en den uit
voerenden raad, omdat deze noodeloos waren
gevlncht, met den beschikbaren goudvoor
raad, zoodat de staatsambtenaren niet be
taald werden. Intusschen heeft Kruger uit
Machadodorp geseind dat de uitgegeven
staatsbons vandaag en morgen in klinkend®
munt zullen worden betaald. De krijgsraad
nam op zich Pretoria te verdedigen, en de
leden verklaarden dat dat heel goed mogelijk
was en dat het oogenblik zou komen dat
de Engelsche regeering de onafhankelijkheid
van de republieken zou erkennen. De uit
tocht uit Pretoria is bjjna opgehouden. D®
la Rey verklaarde dat Pretoria tot het
uiterste verdedigd zou worden.
Vijfduizend Vrij statera moeten uit Stan
derton opgerukt zijn, om de Engelschen
den terugtocht af te snjjden.
Op zeer scherpe wijze wordt vooral in de
Fransche pora, critiek uitgeoefend op den
oorlog, die door Engeland is in het leven ge
roepen. In do ,Echo de Paris» zegt H. D.
Do Boeren hebben op schitterende wijze hun
lovenskracht, hun gematigdheid en hun doods
verachting, hun deugden als familieleden, hun
liefde voor de vrjjheid en voor hnn land en
bovendien eon buitengewone beschaving ge
toond.
Het Angel-Saksische ras is eveneons een
edel en sterk ras. Het is van dezelfde familie,
van dezelfde levenskracht, en van denzelfden
godsdienst. Maar juist hierdoor is deze oor
log te afschuwelijker geworden. Het was oen
strjjd tegen oen goweldadige massa, die oen
voortreffelijk volk verpletterde, een groote hoe
veelheid van ruw geweld, die een dor meest
treffende bewijzen van de menscheljjke deugd,
dio men in de geschiedenis vindt uitroeide.
IFJS U"IXJXj2E3T03ST.
NEGEN-EN-DERTIGSTE HOOFDSTUK.
Drie dagen na de behandeling van den
krijgsraad rokte het overwinnend leger onder
bevel van generaal Scott tegen de hoofdstad
van Mexico op.
Herbert Greyson had zich met roem bedekt
en met ecre do kolonelsepauletten verdiend.
Niet minder dapper had zich ook onze
vriend Traverse gedragen. Toen de vaandrig
dood aan zjjne zjjde neerviel, had hjj zelf de
loeier gegrepen en zich midden in de kogel
regen gestort. Hij was 't eerste op de vesting
en scheen bevrijd tegen het vijundelijk geschut.
Minder gelukkig was de adjudant Graven
Lenoir. Naast zjjn vader had eeno kanon
kogel hem in tweeën geslagen. Ook officier
Zutcn viel met kogels doorboord aan den voet
der vesting.
Wat den kapitein Lenoir betreft, deze was
wel niet gekwetst in Mexico gekomen, doch
den volgenden dag kreeg hij bjj een straat
gevecht een schot in de zjjde, zoodat hy reeds
ces dagen in zjjn kwartier naast do kathedraal
en den dood afwachtte.
Sedert hij zich reddeloos verloren gevoelde,
was er met den kapitein eene merkwaardige
verandering gebeurd. Zooals velen, die in de
volle kracht van den manDelijken leeftijd niet
aan den dood of aan God denken, zoo had
ook Lenoir steeds zjjn stoffeljjk welzjjn voor
oogen gehad.
Geheel anders vinden we hem nu op zjjn
sterfbed, worstelend met den dood en tever
geefs zoekend zjjn geweten te bedaren. Op
den geheimzinnigen drempel gekomen, die
ons leven van de eeuwigheid scheidt, kromt
hjj zich als een nietige worm onder den last
zijnor zonden en luistert hij met angstige span
ning naar de troostwoorden, die de priester
tot hem richt.
Sidderend ziet de snoodaard de ure der
vergelding naderen en hjj, die vroeger slechts
voor den schjjn zjjne godsdienstpichten ver
vulde en onder het masker der vroomheid
slechte daden verrichtte dio nooit ernstig aan
een God geloofd had en de godsdienstige ge
voelens in zjjn hart opzetteljjk verstikt had,
dezo man zwichtte nu in stomme vertwijfeling
voor het oogenblik, dat hij voor den rechter
stoel dos Allerhoogsten zou moeten ver-
schjjnen.
.O, mjjn God... mjjn God!» roept hij,
„hoe kan ik genade bjj u vinden, ik, die mijn
geheele leven misdaad op misdaad stamelde,
ik, die alljjd gestreefd heb naar 't verzamelen
van schatten! Het is te laat! het is te laat I»
riep hjj wanhopig.
Men ziet liet, Gabriël Lenoir, de trot^che,
gewetenlooze kapitein, die mot roovers ver
keerde en sluipmoordenaars in zijn dienst had,
hjj was, nu de dood zjjne kille hand naar
hem uitstak, eene andere geworden en had
nauwelijks het opwekkend woord van een
geesteljjke noodig om zooveel mogeljjk het
onrecht goed te maken, dat hjj gepleegd had.
Ik wil mjj vernederen voor God en de
menschen,» zei hjj, ,ik wil vergiffenis vragen
voor al het kwaad, dat ik andoren berok
kende.*
Het was tegon den avond van denzelfden
dag, als Herbert Greyson met zjjne wapen
broeders zich aan tafel wilde zetten, dat hjj
eon briefje kreeg, waarin hjj verzocht weril
zich opgenblikkelijk met Traverse Rocke naar
bet kwartier van kapitein Lenoir te begeven,
daar deze op sterven lag en dringend naar
beiden verlangde. Herbert verontschuldigde
zich bjj zjjne kameraden om aan 't verzoek
van den kapitein tc voldoen en spoedde zich
naar zijn vriend Traverse, dien hij gelukkig
thuis vond.
.Vlug, kleed jo gauw aan!" riep hjj bin
nenkomende. .Wc moeten beidon naar Lenoir,
hjj verlangt hoofdzakelijk naar jou en ik zal
meegaan. Je weet, hij ligt op stervende
geestelijke schreef het mjj en verzoekt mjj
geene minuut te verliezen.»
Kapitein Lenoir riep Traverse verbaasd.
Hoe? Verlangt hjj naar mij? Wat wil hjj?*
fDat zult ge spoedig weten, verbencel geen
tjjd mot vragen. Ving, wc mogen eon ster
vende zjjn laatste bede niet weigeren."
Zeker niet!" riep Traverse, want zjjn edel
hart kende geene wraak, al vroeg hem dit
zjjn oartsvjjaud.
Als Herbert eenige minuten later eerst
alleen bjj den kapitein kwam, vond hjj hem
zeer zwak. Het scheen, dat hem slechts wei
nige oogenblikkon meer bleven om zich met
hem to verzoenen, dien hjj zoozeer gekrenkt
en zoo vurig gehaat had.
.Hoe, majoor Greyson, breng je hem niet
moe?» zei hjj. .Heeft de pustoor u mjjn
wenscli niet meegedeeld
.Toch sir,* hernam Herbert. „Traverse
Rocke wacht buiten. Ik wou eerst cien, of
gjj willens cjjt bom te ontvangen.»
•O, zeker, ben ik dat,» riep Lenoir. .Laat
hem binnenkomen. Ik moot afscheid van hem
nemen, zoowel als van u, Herbert. O, 't is
goed, dat ge beiden gekomen zijt, ik zul nu
met een verlicht hart do groote reis beginnen,
waarvoor ik reeds marschva&rdig ben."
Herbert ging naar do deur en opende ze
Traverse trad naar het sterfbed.
.Traverse.» zei dc kapitein met zwakke
Btem, terwjjl hij don jongen man do hand
toestak, .gjj haat geen stervende, nietwaar?
O, anders waart ge nu niet hier, om mjjno
afscheidswoorden mjjne laatste bede tc
hooren,"
Zwijgend had Traverse zjjne hand in die
van den kapitein gelegd, zwjjgond luisterde
hjj ook naar de me» ontroering gesproken
woorden.
„Ik heb n wreed en onmenschclijk behan
deld, Traverse,» ging de stervende voort,
.veel wrccder dan gjj tot nu toe zelf weet.
Gjj zult laterna mjjn dood eerst verne
men, hoe laag en wraakzuchtig ik jegens u
was en toch reken ik op uw edel hart, dat
ge mjj vergiffenis schenkt. Ik was bard en
onrechtvaardig jegens u ik kwelde u, waar
ik maar kon, ik was vindingrijk in wreedhe
den, dio ik aan u beging, ja, ik beoogde uw
ongeluk cn schuwde geen middel om daartoe
te komen. De goede God num je in zjjne be
scherming en ui mijne hoosheid trof geen doel.
Maar de barmhartige God deed nog meer.
Hjj schonk mjj nog don tjjd om mij met u
te verzoenen cu u hier in tegenwoordigheid
van nw edelen vriond Greyson cn dezen eer
waarden geesteljjke plechtig vergiffenis te
vragen en u te sraoeken mjjne nagedachtenis
niet te vervloeken, al is ook de ongerechtig
heid, die ik ann u beging, veel grooter dan
gjj denkt... O, Traverse,4 riep hjj, toen hjj
bemerkte, dat do jonge man hem verwonderd
aankeek, -vraag mjj niet... verlang niet,
dat ik mjj in mijn stervonsnur duideljjker
verklaardaar in dat pakje, dat ik u,
majoor Greyson, ter hand stel, zjjn mjjne be
kentenissen vervat. Open het na mjjn dood,
niet eerdor, Herbert, hoor jeIk soacek u,
eerst na mjjn dood, dan zult ge nlles tijdig
genoeg weten, Traverse. Laat het nu vol
doende zjjn te verklaren, dat ik mjjne han-
delwjjze verafschuw, dat ik ze oprecht be
treur en gaarne ongedaan zou makei), indien
't mij mogelijk was. Knnt ge mij na deze
verklaring vergeven, Traverse f Mag ik mjjne
oogen sluiten met de zekerheid, dat ge mjj
niet vloekt, maar dat ge alles grootmoedig
vergeeft, wat ik u berokkende Kunt ge dat,
Traverse
,Ja,® zei de jonge man diep bewogen, „ja,
ik vergeef u Doze woorden gingen verge
zeld van eon lichten druk zjjner hand, die
hjj nog altjjd in die van don kapitein had
laten rusten.
fO, dank, duizendmaal dank!» lispelde de
stervende, over wiens gelaat een blijden glim
lach kwam. .Nu sterf ik gaarne, want de
zwaarsto last is van mjjn hart gewenteld. En
nu nog eonige woorden. Traverse. Dat tweede
pak, het grootste van beide, is voor jou be
stemd opent liet zoodra go thuis komt. Ge
behoeft hiermede niet tot na myn dood te
wachten, zooals dit niet het pakje van Her
bert het geval is. Open het, en indien gjj
u verbitterd gevoelt over mjjn schanddaden,
denk dan aan dit laatste oogenblik mijns
levens, herinner u dan mjjn berouw en mjjne
vernedering en dan zal uw edel hart weer
kracht vinden, om mjj te vergeven.»
.Ik zal hot doen," fluisterdo Traverse, dio
werkeljjk allen haat en wrok uit zijn hart
voelde verdwijnen, bjj 't zien van ziovcel
zelfverloochening.
,E*» r.n nog eenigo woorden aan n, Herbert,*
ging kapitein Lenoir voort. .Gjj zijt de neef
van een man, die ik zwaar bcleedigde. Hjj
was sedert mjjn bitterste vijand on ditlittee-
ken op mjjn voorhoofd is nog het spoor der
wraak, die hjj Dam. Ik liet hem in den ver
koerden waan, waarin hjj sedert dien tjjd
leefde, dit ib een mjjncr grootste zonden, want
hierdoor vergalde ik het leven van oon wak
ker man en van eene persoon, dio ik door
mjjn boosaardig zwjjgen aan zjjn ongerechten
toorn prjjs gaf. Herhaal hom mjjne woorden,
majoor Greyson, zeg hem, dat ik mjj in 't
diepst mjjner ziel schaam over mjjne laaghar
tige daad, zeg hem, dat ik hem door u ver
giffenis vraag, daar ik het hom persoonlijk
niet kan doen. In het pakje is alles vervat,
wat hierop betrekking heeft. Wanneer ik
dood ben, geeft het dan uw oom door deo
inhoud dezer papieren wordt nog een ander
onrecht goed gemaakt, waarbjj gjj zelf znlt
winnen, Horbcrt. Weldra zult go alles weten,
nu moet ik u nog danken, dat ge kwaamtcn
Traverse meebracht. Vaartwelvaartwel
beiden wordt gelukkig, Traverse, met Clara
Day, die ik cvcneois om vergiffenis vraag.
Vuurt wel uilen en gedenk mjjno arme ziel
met eon stil gebed, wanneer ze dit aardsch
omhulsel zal verlaten hebben.»
Herbert on Traverse scheidden diep geroerd
van dezen man, dio zich als een Christen tot
den dood voorbereidde.
.Dc Heer verheugt zich moer over één
zondaar, dio zich bekeert, dan over zovea
rechtvaardigen,» duisterde Herbert ,Ook wjj
willen vergeten wat hjj vroeger was en hem
vergeven.»
Op Herbert's kamer, waarheen Travers®
kern vergezeld had, opende do laatste hot
pakje vun den kapitein.
Het bevatte verschillende brieven van Clam
en inistress Rocke aan Traverso, die Gabriël
Lenoir achtergehouden had, buitendien eene
som van 500 dollars, die zjjne moeder hem
toezond, nadat ze weer met Clara Willow-
ileights betrokken bad.
(Wordt vervolgd.)
wr