KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor HelderTexel en Wieringen.
Het Spookhuis.
No. 2854.
Zaterdag 23 Juni 1900.
28ste Jaargang.
Bureau
Zuidstraat 72.
Bureau: Spoorstraat.
Telefoonn". 59.
Atoonnomont
p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., m. Zondagabl. 87'/, Ct.
id. franco per post 75 id. fl.20.
id. voor het Buitenland fl.25, id. f2.00.
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder.
Bureauxi Spoorstraat en Zuidstraat.
Advertentlën
van 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer5
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMOKGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
KALENDER DER WEEK.
JUNI, Zomermaand, 80 dagen.
Opkomst der Zon 3 u. 39 m.
Onderg. 8 u. 24 m.
24
Zondag
Maandag 25
Dinsdag 26
Woensdag 27
Donderdag 28
Vrydag 29
Zaterdag 30
Nieuwe Maan.
Aan onze abonné's buiten
de gemeente wordt beleefd
verzocht het verschuldigde
abonnementsgeld Vliegend Blaadje en Zon
dagsblad, 2e kwartaal 1900, te willen over-
1 maken per Postwissel of in postzegels
vóór 5 Julii zullende anders daar
over met 5 cents verbooging per post
worden beschikt.
Postwissels voor dat doel behoeven
slechts met een zegel van 2 x/3 Ct. beplakt
te worden.
DE UITGEVERS.
Uit het Buitenland.
PEKING.
Nn or dagelqks zulke onrustbarende be
richten uit Peking de hoofdstad van China
komen, ïb het niet van belang ontbloot,
van deze stad, die pl. m. 500.000 inwoners
telt, iets naders te vernemen. De stad bestaat
n t twee deelen hot noordelijkste deel is de
1 artarenstad, het zuidelijkste de stad
der Chineezen. De beide deelen zijn zeer
regelmating van vorm. De Tartarenstad
is nagenoeg een zniver vierkant, door een
muur omgeven. De Chineezenstad
vormt oen ook weêr tamelijk zuiveren recht
hoek, die met een der lange zijden tegen het
noorderljjk deel der stad aansluit. Ook deze
stad wordt door een muur omgeven, welke
zeven poorten heeft. De aanleg der straten is
in beide deelen der stad zeer regelmatig
vooral in het noordelijk gedeelte is het krui
sen der straten onder rechte boeken regel.
Binnen de stad vindt men zoowel nitgestrekto
waterpartijen als parken. In de Tart ar en-
stad ligt een vierkant de Roode of Ver
boden stad de residentie des Keizers
ook weör met muren en grr-hten omgeven.
De huizen hebben meestal maar ée'ne ver
dieping, doch de audientie-zalen des Keizers
staan hier en daar op hooge onderstukken.
Een eigenaardigheid der straten is nog, dat
zjj op de kruispunten vaak trinmfpoorten ver-
toonen, bouten bogen, soms maar ééD, soms
ook vier op een kruispunt. In de Chinee
zenstad ligt de ontzaglijk uitgestrekte
Tempel des Hemels, en de ook zeer groote
Tempel van den Landbouwvoorts liggen
daar de Chineesche schouwburgen, en zijn er
vele winkels, benevens een Tempel, die dienst
doet voor de zeer druk bezochte weekmarkt.
In de Tartarenstad liggen in het
Zuiden de gezantschappen, voorts twee groote
kathedralen, een paar groote Russische kerk
gebouwen, protestantsche bedehuizen, zendings
gestichten, hospitalen, enz. en eene menigte
Chineesche tempels, pagoden en andere ge
bouwen. Ook zijn er drie of vier Mohamme-
daansche Moskeen. De meeste gebouwen dor
Europeanen liggen in het Oosten en Zuiden
der Tartarenstad, en wanneer wjj dus
vernemen, dat er gebouwen zijn verwoest
in het Oosten van de stad, dan is het stellig
te vreezen, dat het juist de grootste kerken
en hospitalen zullen zjjn. De vreemde
lingen, die er in Peking wonen, zyn,
meent men, niet meer dan 200 in getal.
Zy behooren tot de Enropeesche gezantschap
pen of tot de Zendelinggenootschappen.
'.China telt 400 millioen inwoners. Vol
gens don .Almanak de Gotha,* verblijven
in dat land 87 Nederlanders.
In het BriUche Lagerhuis deelde dezer
dagen de onder-minister voor Boitenlandsche
Zaken het een en ander omtrent den toestand
in China mede. Hjj merkte echter op, dat
de tel^graphische gemeenschap gestoord is,
doch dat in elk geval de geruchten niet be
vestigd zyn omtrent een aanval op de Euro-
peescho gezantschappen te Peking. Wel
komen or berichten in van ernstige gevechten
en van het aan wal gaan van detachementen
van alle aanwezige Europeescho oorlogssche
pen. Tegen a. s. Donderdag worden aan de
Chineesche kust versterkingen van troepen
verwacht. Van Manilla en Hongkong znllen
Britsclio oorlogsschepen derwaarts gaan.
Do Minister v. Buitenl. Zaken in Frank
rijk heeft den Chineeschen gezant te Parjjs
bij zich ontboden, en hem verzocht, onmiddel
lijk aan den onderkoning te Yunnan te seinen,
dat deze met zyn leven moet instaan voor de
aldaar gevangene Fransche onderdanen, en
dat Frankrijk hem altjjd wel zal weten te
bereiken. Overigens zijn de berichten uit
China verward en tegenstrijdig. Dit schynt
evenwel zeker, dat door de Chineesche op
standelingen de onde R.-K. kathedraal en de
Zendingshuizen der Engelschen en Amerika
nen vernield en honderden inlandsche Chris
tenen, alsmede de bedienden van de Euro
peanen vermoord zyn. Men vreest voor nog
meer moorden en brandstichtingen. Geruchten
van moorden, op Europeanen gepleegd, zyn
nog niet bevestigd. Volgens een der berich
ten zijn 500 bekeerden der R.-K. missie ver
moord. De Chineezen worden bjj plakkaten
opgeruid, om de Europeanen te dooden, en
hnnne hnizen in brand te steken. De toe
stand is in hooge mate hacheljjk. En om te
beseffen, hoe opruiend de taal is, die door
de opstandelingen wordt gebezigd, wordt mede
gedeeld, dat de Chineezen in die plakkaten
worden aangespoord, om te vechten tegen de
•vreemde duivels*.
.Goden beschermt de Boksers
.Den vaderlandslievende^ harmonischen
[Bond r
Deze opruiende regelen waren in April 11.
reeds aangeplakt in eene der provinciën van
China. Een der Engelsche bladen geeft eene
vertaling van 't gcheele gedicht, 't welk tot
opschrift heeft: «De vreemde duivels". Die
.duivels" dat zyn wy, Europeanen
worden, dus wordt in 't gedicht gezegd, niet
door de raenschen voortgebracht. Zie ze slechts
goed aan De oogen dier •duivels zijn blauw
achtig. Geen regen valt erde aarde wordt
droog zoo heet het verder. Dit is, omdat
de kerken den hemel dichthouden. Aan 't
einde wordt gezegdtDoch weg met den
spoortrein, trekt de telegraafpalen uit den
grond, vernielt terstond daarna do stoomboo-
ten. Het groote Frankryk zal koud en neer
slachtig worden, Engelschen en Russen zullen
zeker verspreid, en alle //duivels" moeten ge
dood worden. En moge het bevallige Rijk
van de groote Ching-dynastie altijd voorspoe
dig zyn 1" 't Ligt voor de hand, dat de
inhond van zulk een gedicht, als aanplakbil
jet dienende, een grooten invloed heeft gehad
op de onontwikkelde volksmassa. Men mag
gerust aannemen, dat de vervaardiger van dit
gedicht veel beter weet, doch dat hij slechts
den snooden toeleg had, op de groote menigte
indruk te maken. Voegt men daarbjj de op
hitsende taal in de theewinkels, dan is het te
begrijpen, dat de opgewondenheid in die twee
maanden zeer groot is geworden onder de
Chineesche bevolking. Volgens verschil
lende berichten, zal Amerika van de Philip-
pijnen terstond 5000 troepen zenden naar de
kust van China, en heeft Japan er reeds
2000 heengezonden.
NIEUWSTIJDINGEN.
HELDER, 22 Juni 1900.
Bedankt
voor het beroep naar Koedijk door den
heer R. E. Wieringa, predikant te
Maartensbrug in de Zijpe.
Een j u b 11
Onze voormalige plaatsgenoot, de heer
J. H. J. Schmidt, magazijnmeester der
Marine te Hellevoetsluis, herdacht jl. Maan
dag den dag, waarop hij 50 jaren geleden
in betrekking kwam bjj de Marine. Op
dezen zeldzamen feestdag vielen hem zeer
vele bljjken van belangstelling en waar
deering ten deel.
- Met ingang van 1 Juli bij het de
partement van marine eervol ontslag ver
leend, op zjjn daartoe gedaan verzoek, ter
zake van meer dan 65-jarigen leeftijd, aan
den referendaris E. V. F. Ahn, onder
dankbetuiging voor de goede en langdurige
diensten den lande bewezenbevorderd tot
referendaris, de hoofdcommies W. N. M.
Huardtot hoofdcommies, de commies K.
H. A. Wolffenspergerbenoemd tot ad
junct- commies, de lste klerk E. A. Becht.
Met ingang van 1 Juli 1900, bij het
departement van marinebevorderd tot
eerste-klerk, de tweede-klerk R. H. Ver
beek benoemd tot tweede-klerk, de heer
J. H. Bimberge.
- Door de arr. rechtbank te Alkmaar
is D. L. D. te Helder tot 14 dagen ge
vangenisstraf veroordeeld wegens brand
stichting.
Ter tegemoetkoming in de kosten
barer buishouding zijn, behalve de gewone
bijdragen in zake het Lager Onderwijs
subsidieëu uit 's Rijks schatkist verleend
o. a. aan de gemeenten Petten en Egmond
aan Zee respectievelijk ad f 1700 en 15000.
Wetsontwerp-Leerplicht.
Aan bet voorloopig verslag betreffende het
onderzoek van het Leerplicht-ontwerp
in de afdeelingcn der Eerste Kamer
ontleenen wij het volgendeOnderscheidene
leden waren van oordeel, dat de Regeering
dit wetsontwerp na de gehouden eindstemming
in de Tweede Kamer had behooren
intetrekken. Het was toch een bekend
feit, dat, ware niet op den dag der eindstem
ming één lid door een ongeval belet geworden
in de vergadering tegenwoordig te zyn, het
ontwerp de meerderheid van stemmen niet zon
hebben bekomen. De aanneming zou dus
slechts te danken, of, volgens eenige leden, te
wyten zyn geweest aan een toeval. Bovendien
hadden twee Ministers door hun stem tot dien
uitslag medegewerkt. Een wetsontwerp, zoo
van nabij in betrekking staande, mocht, meen
den deze leden, op zoodanige wjjze niet worden
doorgedreven en kon nooit een nationale wet
worden. Om die redenen behoorde de Eerste
Kamer de wetsvoordracht, als zy niet mocht
worden ingetrokken, te verwerpen. Door andere
leden, waaronder enkele, die overigens de bo
venstaande opvatting deelden, werd niet afge
keurd, dat twee Ministers-Kamerleden hadden
meêgestemd. De hier weörgegeven meening
bleef niet onbestreden. In de eerste plaats werd
opgemerkt, dat in ieder geval vormelijk het
ontwerp in de Tweede Kamer is aangenomeD.
Ook doet do vraag, hoe groot de meerderheid
maet zjjri, niets af. Tegen het beweren, dat
de aanneming slechts aan het toeval zon ver
schuldigd zyn, werd opgekomen met de op
merking, dat niet alleen de eindstemming be
hoort in 't oog te worden gevat, maar ook de
stemmingen over verschillende amendementen,
die op de eindstemming van invloed waren.
Voorts werd er op gewezen, dat, indien men
op grond van eene geringe meerderheid in de
Tweede Kamer, de verwerping eener
wetsvoordracht van de Eerste Kamer
verlangde, omgekeerd de consequentie zou
medebrengen, dat een wetsontwerp, 'twelk
in de Tweede Kamer eene aanzienlijke
meerderheid had gevonden, altjjd door do
Eerste Kamer zou moeten worden aan
genomen. De leden, die de zaak aldus be
schouwden, verwierpen beide meeningen, en
oordeelden, dat elk wetsontwerp naar zyn
eigen verdiensten moest worden beoordeeld.
Nederlanders in Transvaal.
In het tjjdsdhrift Vragen des tijds"
van 1896 komt, onder den titel: «De
Chartered Britiscb South-Africa Company
en de Zuid-Afrikaansche Republiek", een
artikel voor van de hand des hee
dr. H. P. N. Muller, waaraan wij het
volgende ontleenenIndien ooit een
volk belangen te verdedigen heeft in den
vreemde, dan hebben wij het Nederlanders,
in Transvaal. Moreele en materieële
Waar sir J. de Wet het aantal der daar
wonende Nederlanders op 1420 schat in
1891, noemt hij een cijfer, dat in elk
geval nb veel te klein is, want alleen de
Zuid-Afrikaansche Spoorwegmaatschappij
heeft er meer in haar dienst. In 1895
alleen zond zij niet minder dan 335 Ne
derlanders voor haar dienst uit, daarge
laten al degenen, die op eigen gelegen
heid naar Transvaal gingen, en daar door
Maatschappij zijn aangesteld. Er is
tegenwoordig onder de met het hooid
werkende klasse in Nederland haast nie-
ïd, die geen bloedverwant of goede
kennis in Transvaal heeft. In deze Maat
schappij en andere ondernemingen in Zuid-
Afrika hebben duizenden Nederlanders
kapitaal gestoken. Geen wonder dus, dat
de gebeurtenissen in Zuid-Afrika door het
Nederlandscbe volk met onverdeelde be
langstelling worden gadegeslagen.
Een kritiek oogenblik.
De »D. Ct." vermeldt het volgende ge
val, dat Zaterdagavond voorviel in een
wildebeestenspel op de Dortsche kermis.
De oudste dierentemster werkte met een
viertal leeuwen. Twee ervan zijn van een
zeer gevaarlijk karakter, telkens tot aan
vallen gereed. Maar ze weet ze toch altijd
te beheerschen met haar machtigen wil.
Reeds had ze de beesten om zich heen
laten loopen en ze ook door brandende hoe
pels laten springen, toen een nimmer
volgde, waarbij fuseeën te pas kwamen.
Zoo'n fusee werd voor het hok aangesto
ken en den vrouw door de tralies van het
hok overhandigd. Ongelukkigerwijs raakten
daarbij de kleeren van de dierentemster in
vlam, zij laat de fnsee vallen, tracht on
middellijk het vuur te blusschen, en valt,
misschien door de pijn.
Een kritiek oogenblik. De heerschap
pij over de dieren is zjj kwijt. Een der
leeuwen, woedend, onmiddellijk ten aanval
gereed, wil de dierentemster bespringen
Maar de knechts vóór het hok en de
dierentemmer trachten het heest met ijze
ren haken af te houden. Het gevaar voor
het leven der vrouw is echter groot,
klimt iedere seconde
Gelukkig staat de dierentemster oogen-
blikkelyk weer op, maar doordat zich een
paar leeuwen vóór den uitgang van het
hok bevinden, kan zy dit niet verlaten.
De dierentemmer begeeft zich nu dade
lijk, gewapend, in het hok, verdrijft de
dieien, en de dierentemster kan het hok
verlaten.
De kleeren hangen baar langs het ljjf,
en de borst heeft zij een weinig gebrand.
Overigens geen letsel.
Dit alles is natuurlijk in eenige weinige
seconden afgespeeld, en het meerendeel
van het publiek begreep nog niet goed
wat er gebeurd wa3. Eerst toen de knechts
de brullende leeuwen met hun ijzeren
haken gingen tuchtigen, en een paar der
beesten erg wilde sprongen door de hok
ken maakten, werd het onrustig. Een pa
niek werd gelukkig voorkomen.
De vrouw trad in een volgende voor
stelling weer op.
Defensie.
De minister van marine en oorlog hebben
aan de Tweede Kamer, uitsluitend ter ken
nisneming voor de leden, doen toekomen
het in een vroeger kabinetsschrjjven be
doelde «Algemeen plan van de defensie aan
de zeezijde".
De «Noord-Brabant" te Kiel.
KIEL, 20 Juni. De Keizer ontving
in den voormiddag den commandant van
den Hollandschen kruiser «Noord-Brabant",
den kapitein ter zee A. W. F. C. van
Woerden, in audiëntie.
De Oorlog in Zuid-Afrika.
De >Time8-correspondent te Lorentjo Mar-
quez beweert dat lord Roberts rechter Van
Leeuwen naar president Kruger heeft ge
zonden om hem te zeggen dat hij in het
land zou mogen blijven, als hij zich nu
onderwierp. Ongelukkig kwam de rechter
net aan, toen de president sliep en werd
hy ontvangen door staatssecretaris Reitz,
die hem afscheepte met de mededeeling dat
de president niets van zijn voorstellen wilde
weten.
Tot zoover is het bericht begrijpelijk,
maar nu volgt de laster waarin mjjnheer
Moneypenny zoo sterk is, veel sterker dan
in het opsporen van juiste berichten. De
president zou wel toegeven, beweert hy,
maar de heer Reitz zal hem wel niet de
boodschap overbrengen die rechter Van
Leeuwen heeft meegebracht. Waarom de
man met zulk een belangrjjke boodschap
niet kon wachten tot de president ontwaakt
was, heeft de correspondent maar niet
nagegaan.
De Britsche gevangenen te Nooitgedacht
zyn slecht gekleed in gescheurde zomer
pakjes. Hun eenig voedsel bestaat in mielies.
De Britsche consul te Loren§o Marquez
neemt maatregelen om hen van warme
kleederen en schoeisel te voorzien.
In den Vrijstaat.
HAMMONIA, 18 Juni. Een groote
Boerenmacht is bijeen tegenover Rundle's
troepen met de bedoeling naar het Zuiden
door te breken. Zy staat onder bevel van
De Villiere en Hermanus Steyn, een broe
der van den president, die op het oogen
blik ook te Bethlehem is, nu de hoofd
stad van den Vrijstaat. Het hoofdlager
werd verlegd vyf mylen dichter naar
Ficksburg. De Boeren beschoten het kamp
te Ficksburg heden met kanonnen, de
Yeomanry was op den linkervleugel en in
het front den heelen dag met tusschen-
poozen in het vuur. Een macht Trans
valere die voor Boller terugtrekt, ver-
eenigt zich met de Vrystaters.
Het Engelsche departement van oorlog
heeft een lijst openbaar gemaakt van de
Engelsche officieren die te Waterval ge
vangen hebben gezeten en nu weer in
vrijheid zyn. Het is droevig om die namen
te lezen, de dagen te binnen roepende toen
de Boeren keer op keer de Engelschen
versloegen en ze bij hoopen gevangen maak
ten. Daar is luit.-kol Möller van het 18e
huzaren, gevangen gemaakt bij Dundee op
den 20n Octoberluit.-kol. Bullok van
het 2e Devonshires, de man die zich by
Colenso niet wilde overgeven en door een
Boer tegen den grond werd geslagen, toen
hij nog met schieten doorging, nadat zyn
troep teekenen van overgave had gegeven
luit.-kol. Hunt vau de veldarttillerie, die,
meenen wy, de twee batteryen welke toen
iu handen der Boeren zyn gevallen, vlak
voor den mond der Mausers bracht; en
zoo voorts. Er zyn er onder de nu vrij
gelateu officieren ook een groot aantal
van de Zuid-Afrikaansche vrijwilligerskorp
sen die hebben de Boeren dus niet allen
meegenomener zijn ook drie oorlogs
correspondenten bij, Lord Rosslyn, Lord
Manners en Donohue.
In dit verband leze men het volgende
telegram van Lord Roberts, den 18en uit
Pretoria verzonden over Zeerust«Alles
rustig in deze stad en te Johannesburg.
Gisteren is het dageljjksche bericht niet
I afgezonden, omdat er stoornis op de lijn
was. (Die stoornis scheen op de ljjn ui
het zniden den 18en nog niet hersteld,
want dit telegram ging over Zeerust.) Meer
dan tweeduizend geweren met toebohooren
zijn er te Pretoria sedert onze bezetting
ingeleverd; zij worden gebruikt voor de
bevryde krijgsgevangenen. Er zijn 148
officieren en 3039 manschappen bevrjjd.
Van de officieren liggen er 12 in het gast
huis, van de manschappen 248. Ongeveer
900 krijgsgevangenen zyn er den 4en weg
gevoerd. Onze verliezen op dien dag be
droegen in het geheel 2 man gesneuveld
en 48 gewond.
LONDEN, 20 Juni. Lord Roberts
seint uit Pretoria van hedenHuuter's
colonne bezette den 18en Krugeredorp
zonder tegenstand.
Lord Methuen, die een groot convooi
naar Heilbron escorteerde, verstrooide een
Boerencommando onder Christiaan De Wet
dat hem poogde te beletten, Heilbron bin
nen te trekken.
Hutton's bereden infanterie nam twee
kanonnen van commandant Duplessis.
De spoorweg- en telegraafverbinding met
Kaapstad is geheel hersteld.
In Johannesburg zyn de winkels geopend,
De markt wordt eiken dag drukker.
De opstand in China.
Aan de berichten over het nemen der
forten van Takoe bykt, dat de aanval der
forten op de oorlogsschepen vrjj onver
wacht kwam, naar men zegt ten gevolge
van een rechtstreeksch bevel uit Pekiog
van de Keizerin-Weduwe. De eskaders wa
ren, hoewel verrast spoedig tot verweer ge
reed en verbaasden de Chineezen ten
hoogste (zegt de «Daily Mail") door ver
schrikkelijk en geweldig vuur. De Chi
neezen meenden alreeds dat hun schieten
en de gelegde torpedo's de schepen der
mogendheden hadden vernield.
Zoo spoedig raogelyk werden twee dui
zend man troepen, Britsche, Amerikaan-
sche, Italiaansche, Dnitsche, Japansche,
Russische, Fransche en Oostenrijksche
aan land gezet die na eenigen strijd zich
toegang wisten te verschaffen en de Chi
neezen stelling namen. Zjj houden die nu
bezet.
Er moeten in den strjjd ruim vierhon
derd Chineezen zyn gesneuveld. Bovendien
zyn de Chineesche torpedobooten voor Ta-
koe buitgemaakt.
De gemengde strijdmacht der aanvallers
verloor bij het Britsche detachementéén
doode, vier gewonden, bij het Duitsche drie
dooden, zeven gewonden, bjj het Russisch®
zestien dooden en 45 gewonden en bjj het
Fransche één doode en één gewonde. De
Russische kanonneerboot «Mandjnr" werd
getroffen door een Chineesche granaat die
in het arsenaal van het schip sprong en de
boot deed uiteenslaan. Daarby kwamen
zeven matrozen om het leven en werden ve
len gekwetst.
De oorlogsschepen der mogendheden die
voor Takoe liggen of binnenkort worden
verwacht zijn zestig in getal. Daarvan heeft
Engeland er twee slagschepen, negen krui
sers, een adviesjacht en twee barkassen
Rusland twee slagschepen, drie kruisers,
zes kanonneerbooten en eenige torpedo
booten de Vereenigde Staten een slagschip,
een kruiser, en vier kanonneerbooten
Duitschland vier kruisers en een kanon
neerboot. Het Japansche eskader ia vyf
schepen sterk, terwijl nog twee worden
verwacht, het Fransche eskader evenzoo
vyf schepen, het Italiaansche eskader drie
en Oostenrijk heeft er slechte een torpedo
kruiser.
JFJB UXXjXJHTOTST.
86)
Traverse dacht by zich zelf, of de beerde
St. Mery niet eer het verstand verloren had,
want zooiets te beweren van de ongelukkige
dame kwam hom onbegrjjpeljjk voor. De
vreemde of miss Montclar, zooals de directeur
haar noemde, scheen ongevoelig geworden
voor haar rampzalig lot, hetgeen onze vriend
nog al een groot verschil toescheen met stomp
zinnigheid.
Traverse besloot met byzondere opmerk
zaamheid den geestestoestand van de zooge
naamde ongeneesbare te volgen, die reeds,
alvorens hij hare lijdensgeschiedenis kende,
zjjne deelneming ten zeerste had opgewekt.
Wat de heer de St. Mery hom van de edel
moedigheid van den vadorlyken vriend van
miss Montclar verteld had, bevredigde den
jongen arts maar half. Hy begon te twijfelen
of de heele geschiedenis niet eene gefingeerde
was, om daarachter eene misdaad te verbor
gen. Hy onthield zich daarom van een be
paald oordeel over deze zaak, daar hy eerst
de jonge dame nauwkeurig wilde gadeslaan
en zich persoonlijk wilde overtuigen of ze
niet het slachtoffer was van eene schandelijke
kuipery, zooals men die in krankzinnigenge
stichten niet zelden vindt. Het was hem op
vallend, dat de heer de St. Mery zoo beslist
aan hare genezing twjjtelde. Vergiste zich
de directeur of handelde hy volgens eene
geheime opdracht van den .edelen en recht
schapen* officier, die er wellicht een bijzonder
belang by had, miss Montclar hier gevangen
te houden.
Traverso besloot dit te onderzoeken en do
waarheid met alle hem ten dienste staande
middelen uit te vorschen. Volgens de opdracht
van den heer de St. Mery moest hy dagelijks
al de krankzinnigen bezoekenhy kwam das
ook met miss Montclar in aanraking en
trachtte haar vertrouwen door eene goede
behandeling te winnen. Het duurde dan ook
niet lang of de dame merkte duidelyk het
onderscheid tnssclien de oprechte hartelijkheid
van den jongen dokter en de gemaakte hoffe
lijkheid van don directeur, waarin zelfs een
zweem van spot was.
Op zekeren dag betuigde miss Montclar
onzen jongen vriend daarvoor haren dank.
Gy vergist u nooit,' zei ze. .Gjj noemt
mjj altyd mevrouw of mylady, geeft mij den
titel, dien my toekomt en spreekt niet zoo
spottend als do anderen. Hoe komt het, dat
gy hierin eene uitzondering maakt?*
Wyl ik overtuigd ben, dat gy op dien
titel geen aanspraak zoudt maken, indien hy
u niet toekwam,* hervatte Traverse met eene
buiging.
Maar mijne ongelukkige buurvrouw hier
naast beweert koningin te zyn en wenscht
majesteit genoemd te worden. Weet ze dan
ook, welke titel haar toekomt?*
gO, mevrouw, hoe kunt ge u door zulk
eene vergelijking beleedigeu riep de jonge
dokter.
Wol, bewonen wy niet beiden dezelfde
verdieping, waar zich de ongeneesbaren be
vinden hernam de jonge dame.
Helaas, ja, maar tengevolge van een on
begrypelyk misverstand van den heer de St.
Mery, die blykboar uwen toestand valsch
beoordeelt. Ik vind, mevrouw, dat gij zeer
goed bjj uw verstand zjjt, terwyl de onge-
lukkigen, bjj welke men u hior gevangen
houdt, zeker hun verstand voor altjjd verloren
hebben, is het uwe ongedeerd gebleven, on
danks toestanden en gebeurtenissen, die
iemand anders wel krankzinnig zouden ge
maakt hebben.*
Een uitdrukking van dankbare vreugde sprak
nit de schoone oogen der arme vrouw.
•O!* riep ze, »do kracht van God heeft
mjj gedurende de lange rjj van jaren, dat
men mjj mjj tot vertwjjfeling zocht te brengen,
voor waanzin behoed Doch,* voegde zij er
bjj, «hoe komt gjj tot do overtuiging, dat ik
niet krankzinnig bon? Weet ge dan, of ik nu
niet soms een helder oogenblik heb, dat wat
langer duurt dan gewoonljjk
Vergeef mij, mylady, wanneer ik u beken,
dat ik u sedert dat ik hier ben, nauwkeurig
gadesloeg. Ik werd zoo te zeggen een spion,
die u niet uit 't oog verloor, ik lette op elk
woord, elke beweging, elke verandering van
gelaatin één woord, ik achtte het mjjn
plicht als dokter uw toestand nauwkeurig te
bestudeeren.
«Verre vandaar, dat ik u zou moeten ver
geven," zei de dame, •moet ik u veeleer
danken, dokter Rocke, want ik houd u voor
een rechtschapen man, die het goed met mjj
meent. Toch ben ik verwonderd, dat gjj niet,
zooals de anderen, do meening deelt van den
heer de St. Mery, die mjj ongeneeslijk acht.'
Mylady, ik sprak zjjne meening van het
eerste oogenblik af tegen en nu vraag ik mjj,
hoe het mogoljjk is, dat de St. Mery zich zoo
in u vergissen kan."
O, dit is gemakkelijk te verklaren,* her
nam de dame, «de St. Mery is geen boosaar
dig mensch, maar hjj is een kwakzalver, die
niet veel meer verstaat dan zjjn eigen voor
deel. Men bracht mjj bjj hem, betaalde voor
my vyf jaar vooruit, cn vertelde hem van mjj
eene geschiedenis, die bjj in zjjn eigen belang
geloofde. Daar hij van mooning is, dat men
hier goed verzorgd is, dat men niets beters
cn aangenamere kan verlangen, dan rustig en
zorgeloos in dit huis, midden eener prachtige
streek te wonen, neemt hjj het zoo nauw niet
met het onderzoek naar den geestestoestand
zijner kostgangers, ja, hjj acht het een zeker
bewjjs van krankzinnigheid, wanneer men dit
paradijs*, dit «Eden' wil verlaten. Over
tuigd, dat men hem over mjj de waarheid
vertelde, houdt hjj rajjne bewering voor de
uitspraak eener krankzinnige. Men verzekerde
hem, dat alles wat ik omtrent mjjn zwager
vertelde, slechts een idee fixe was, dat ik
krankzinnig was geworden, omdat men mij
niet met een zekeren officier liet trouwen. De
heer de St. Mery vond het gemakkeijjker en
voordeeliger deze leugens te gelooven, in
plaats van zich bewjjzen voor mijne bewering
te verschaffen, en zoo bleef ik bier. Doch
waarom zjjt gjj niet zoo lichtgeloovig als de
andere assistent-artsen, die het nooit waagden
hom tegen te spreken?*
Wjjl ik onafhankeljjk van hem ben,' her
nam Traverse, »en ik mag onverholen mijne
meening uitspreken. Wat de anderen niet
durfden zeggen, uit vrees van wellicht hunne
broodwinning te verliezen, dnrf ik oponljjk
tegenover de heele wereld staande houden.
Neem het mjj niet kwaljjk, mylady, wanneer
ik beken, dat uwe droefheid en uwe overge
ving van 't eerste oogenblik af mjjne sym
pathie opwekten. Ik beoordeelde n, zooals gjj
ii aan mjj vertoondet en Goddank, spoedig
zag ik, dat ik mjj niet vergiste en ik werd
overtuigd, dat gjj zoo gezond van geest en
lichaam zjjt, ais men het maar wenschon
kan.'
Ja, gjj hebt mjj juist beoordeeld,' riep de
dame, .ja, ik bezit mjjn volle verstand Al
liet ik mjj in den beginne tot wanhoop en
toorn verleiden, dien de hoor de St. Mery als
razernjj verklaardenooit was mjjn geest be
neveld.'
,Op mjjn eerewoord, mylady, gjj behoeft
mjj dat niet te verklaren ik ben van uwo
helderheid van geest volkomen overtuigd.'
,En toch,* zuchtte de dame, .zal my dit
in 't huis van den heer de St. Mery weinig
baten. Niemand zal naar uwe verklaring
luisteren, niemand zich door u tot andere
inzichten laten brengen. Wat mjjn geslepen
zwager over mjj vertelde en door don lieer
de St. Mery geloofd werd, gelilt hior als de
onomstooteljjke waarheid. Spreek ik, men
houdt het voor de taal cenor krankzinnige.
Laat ik mjj tot toorn verleiden, dan heet het,
dat ik aanvallen van razernjj krijg. Om de
onjuistheid der laatste bewering te bewjjzen,
besloot ik mij te bedwingen en dit gelukte
mjj- Reeds vóór uwe aankomst onderdrukte
ik elke uitbarsting van toorn, doch gjj ziet,
dokter, wat het mjj baatte. Volgons hunne
theorie zeggen zo nu, dat mjjn ziekte het
hoogste punt bereikt heeft en dat ik stomp
zinnig zal worden, tengevolge waarvan men
mjj hier deze kamer aanwees onder de onge
neesbaren.*
«Vertrouw op mjj, mylady,* sprak Traverse
tot de ongelukkige. ,Ik zweer, dat ik alles
wat in mjjne macht is, in 't werk zal stellen,
om u te redden. Ja, ik zal slechts rusten,
wanneer ik n teruggeschonken heb aan uwe
familie, aan uwo vrienden.*
«Aan mjjne familie? Aan mjjne vrienden
herhaalde de jonge damo. >0, mjjnheer, geloof
mjj, ik zou hier geen treurige dagen beloven,
indien ik familie of vrienden had. Neen, dokter,
ik bezit niemand op do wereld als eene
dochter en deae kent mjj niet, want zjj werd
I onmiddelljjk na hare geboorte uit mjjne armen
gerukt. Gjj ziet, dokter Rocke, dat ik alleen
en hulpeloos op de wereld sta, wanneer gjj
u mijner niet aantrekt.'
En dat zal ik, mylady; ja,de Voorzienig
heid heelt mjj niet zonder reden tot u ge
voerd. Ik zul van den heer de St. Mery
beslist uwe invryheidsstelling vorderen. Wil
hjj daaraan geen gevolg geven, dan zal ik
mij tot de jostitie wenden en luidde en opon
ljjk verklaren, dat gjj uw volle vorstand hebt
en men zal, men moet u vrjjlatcn. Ik hub
eeno goede moedor en eene lieve bruid, waar
gjj liefdevol zult opgenomen worden. Tot haar
zal ik u brengen en dan zult gjj onze vreed
zame woning in de bergen van Virginiü met
ons deelen."
«In de bergen van Virginië herhaald®
de dame met bljjde verrassing. «Ach, Vir
ginië is ook mjjn vaderland, zjj 't dan ook
mjjn tweede. Doch luister. Ik zal u mjjne
geschiedenis vertellen.'
«Mylady." hervatte Traverse, «gjj zult in
mjj een oplettenden toehoorder vinden.*
«Mijn vader,* begon de dame, •behoorde
tot den Franschen adel en stierf, toon ik nog
geen dertien jaar oud was ia- nooddruftig®
omstandigheden, want de revolutie had ona
vermogen verzwolgen. In hetzelfde jaar had
ik ook nog het ongeluk mjjne moeder to ver
liezen cn zoo stond ik als wees in de wjjd®
wereld. Een vroegere bediende van ons, die
ondertnsschen portier in een hotel geworden
was, trok zich mjjner aan. Ik woonde bjj
den portier en ging door als zjjn kind. Onder
de vele vreeradelingon, dio in 't hotel gehuis
vest waren,' bevond zich ook een jong, rjjk
Virginiör, die voor zjjn genoegen in Parjjs
was. Hjj heette Eugèno Lenoir
(Wordt vervolgd.)