KLEINE COURANT 't Vliegend Blaadje voor HelderTexel en WIerIngen Het Spookhuis. J No. 2855. Woensdag 27 Juni 1900. 28ste Jaargang. Bureau Zuidstraat 72. BureauSpoorstraat. Telefoonn0. 59. Abonnement p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., m. Zondagsbl. 871/. Ct. id. franco per post 75 id. f 1.20. id. voor het Buitenland fl.25,id. f2.00. VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG. Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder. Bureau* i Spoorstraat en Zuidstraat. Advertentlön van 1 tot 5 regels25 Cent. Elke regel meer5 Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. rivertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMOKGEKS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn. Aan onze abonné's buiten de gemeente wordt beleefd verzocht het verschuldigde abonnementsgeld Vliegend Blaadje en Zon dagsblad, 2e kwartaal 1900, te willen over maken per Postwissel of in postzegels wóór 5 Juli, zullende anders daar over met 5 cents verbooging per post worden beschikt. Postwissels voor dat doel behoeven slechts met een zegel van 2'/a Ct. beplakt te worden. DE UITGEVERS. Klit het Buitenland. Over China. De toestand in China is zóó ernstig gowor- dat, dat het niet onmogelijk is, dat men bin nenkort hoort van bloedige conflicten in dat land, 't welk het Hemelsche Rjjk genoemd wordt, doch welks huidige toestand al heel weinig hemelsch d. i. vredig kan heo- ten. Niet onbelangrijk mag het worden geacht, ten aanzien van dit land nog een en ander te vermelden, en aan het in het vorige num mer medegedeelde toetevoegen. De reizi ger, die zich op weg naar de Chineesche hoofdstad begeeft, is gewoonlijk op het laatste deel van zijn tocht door dikke stofwolken om ringd, tot hij plotseling de vestingwerken in het oog krijgt, die uit de XVIde eeuw da teeren, 15 M. hoog en 12 M. dik zijn, en waaraan zich 16 poorten bevinden. Binnen deze geweldige muren ligt Cbina's hoofdstad gesnoerdde stad in haar geheel heeft een omtrek van p. m. 80 K. M. en eene opper vlakte van ongerveer 4/5 van Parjjs. De Chi- neezen noemen Peking de groote residentie van het Noorden, in tegenstelling van Nan king, de Zuider-residentie. De muur van het Keizerlijke gedeelte van Peking is bedekt met gele dakpannen (geel is bjj de Chiaeczen de kleur van de opperste macht) in dat gedeelte der hoofdstad raag nooit een Europeaan doordringen. Men vindt er heer lijke tuinen met prachtige lanen. Van die tuinen is een gedeelte te zien van de fraaie marmeren brug af, die over een breed water, met tallooze planten begroeid, leidt. De hoofd poort van het paleis is iiitslnilend voor den Zoon des Hemels bestemd. Alleen de Keizer mag er doorgaan. Het v« olgcnnemde Zomer paleis, dat eene oppervlakte van 60 H. A., beslaat, ligt niet in Peking, maar op 4 uur paardrijden van de Keizerlijke stad. Men komt er door lanen, die vroeger door gebouwen werden begrensd, welke thans vervallen zijn, evenals de wonderschoone paviljoens, de too- verachtige kiosken en de pagoden met haar ryke kapiteelen, die in het paleis en in hot zeer uitgestrekte park verspreid lagen. In 1860 verbrandden de Engelschen het Zomerpaleis, om wraak te nemen over den dood van 28 Engelschen, die door do Chineo- zen gevangen genomen en op afschuwelijke wijze doodgemarteld waren. De gezantschaps- gebouwen in de Tartarenstad, zjjn vroegere ChineeBohe paleizen, door muren omgeven, met groote en kleine paviljoens en kiosken. Feitelijk zjjn het kleine steden van verschillende nationaliteit. De Tartarenstad is vol mandarjjnen-soldaten, die men met oude geweren naar de exercitie ziet gaan, of de wacht betrekken, waarbjj zjj domino spelen, of in de zon zitten te dntten. De C h i n e e- zenstad is het smerigst en het meest be volkt, hoewel dit gedeelte der hoofdstad wel tweemaal zoo klein is als de Tartaren stad. Daar wordt een levendige handel gedreven. De eenvormige huizen staan er opeengedrongen. Zjj zjjn van hout of steen, m6t gebeeldhouwde of vergulde gevels, waar van vreemdsoortige uithangborden uitsteken, en die gekroond zjjn met stukken van groote wimpels. Bouwvallige huizen worden niet opgelapt. Er naast worden barakken van slecht materiaal gebouwd, en zoo is P e k i n g niet anders dan eene verzameling van halve ruinen. Ofschoon sommigen de meening ver spreiden, dat de stad in haar geheel wel twee millioen inwoners telt, bljjven de zendelingen steeds volhouden, dat het aantal zielen niet meer dan 5 a 600.000 bedraagt. Aan eene correspondentie betreffende do Londensche gold- en mjjnmarkt ontleo- nen wij het volgendeDe belangstelling in de Chineesche gebeurtenissen van do laatste dagon dreigt den Zuid-Afrikaanschen oorlog geheel 6p den achtergrond te dringen. Na 8£ maand de hoofdpagina van de couranten dageljjks in beslag genomen te hebben, is het nieuws uit Zuid-Afrika naar eene minder in het oog loopende plaats verhuisd, en hebben zelfs verschillende militaire redacteuren hunne aardrijksk. werken en kaarten voor den dag ge haald en die van Transvaal en omgoving voor- loopig opgeborgen. En de Beurs, alsaltjjd het spiegelbeeld van de tijdelijke strooming bij het publiek, bekommerde zich dezer dagen al heel weinig om het bericht, dat de spoorweg- tunnel door den Langsnek hersteld is, eu daardoor feitelijk de communicatie tussclien generaal Bulier en Lord Roberts verzekerd maar men liet zich geheel leiden door do berichten nit China. Aanvankelijk zeer flauw op de telegrammen der ochtendbladen, die deden vrcezen, dat liet gemengd Europeesch corps op ernstigen tegen- gestand gestooten had, verbetorde de stem ming later aanmerkelijk op het bericht, dat do mogendheden hunne toestemming gegeven hebben aan Japan, om een leger van 20.000 man naar China te zenden. Do betcekenis, die men hier aan dit bericht hechtte, moet daarin gezocht worden, dat men, door Japan het voornaamste werk te laten doen, meent hot gevaar van een overwegenden invloed van Rusland in China te omzeilen. Het zou echter weieens kunnen gebeuren, dat men, door het een te ontgaan in eene andere moei lijkheid kwam, en er later andere moeilijk heden tusschon Rusland en Japan souden ontstaan. Voor 't oogenblik vindt men het evenwel aangenaam en gemakkelijk, dat Rus land zooveel mogeljjk buiten het spel wordt gelaten. Engeland's eerste Minister Lord Salis bury heeft dezer dagen in eene door hem bijgewoonde vergadering een waarschuwend woord gesproken, dat alleszins behartiging verdient. De Minister vestigde de aandacht er op, dat de christen-zendelingen dikwjjls zeer groote moeilijkheden en rampen veroor zaken. Hij verklaarde wel sympathie voor hun streven te hebben, maar wilde toch de zen delingen aangespoord hebben, om in de uit oefening van hunnen geestelijken arbeid met de uiterste voorzichtigheid te werk te gaan. Zjj dienen er steeds aan te denken dus merkte de Minister op dat zjj, terwjjl zjj zichzelf blootstellen aan het martelaarschap, ook het leven van hen, wien zjj het Evangelie prediken, in gevaar brengen, en eindeljjk ook de aanleiding kunnen worden tot het vergie ten van het bloed hunner eigene landgenooten. Een der Engelsche dagbladen merkt, naar aanleiding van 's Ministers woorden, op, dat de christen-zendelingen voor een groot deel de tegenwoordige troebelen in China hebben veroorzaakt. X1E U W8TIJ G E*. HELDER, 26 Juni 1900. Bjj kon. besluit is Herbenoemd tot kantonrechter-plaatavei vanger alhier de heer C. Stammes. Ziekenfonds Helpt Elkander. Zaterdagavond 11. hield de Vereeniging Helpt Elkander", fonds tot ondersteuning van werklieden bij ziekte en overlijden, in »Tivoli" een vergadering, die volgens de presentielijst door 91 leden en 2 donateurs bezocht was. De Voorzitter, de heer D. Van der Plas, opende met een woord van welkom de bijeenkomst en wees in korte trekken op het goede doel en het nuttig streven, hetwelk de vereeniging in het belang van de werklieden beoogt. Daarna las de Secretaris, de heer L Roggeveen, achtereenvolgens de notulen der vorige vergadering en het jaarverslag, loopende van lö Juni 1899 tot 9 Juni 1900. Aan dit verslag ontleenen we het volgendeHet aantal leden bedroeg bij den aanvang van het vereenigingsjaar 147, dat door toetreding van nieuwe leden met 31 vermeerderde en door sterfte en bedan king met 11 verminderde, zoodat het aantal leden op 9 Juni 1900 167 was. Het getal donateurs vermeerderde met 2, zoodat de vereeniging thans 82 donateurs en 2 dona trices heeft. De kas bevatte in Juni 1899 f784,821, in Dec. 1899 f837,47* en in Juni 1900 f737,S0*, zoodat er een na- deelig saldo is van f47,02. Aan zieken geld werd f 924. uitgekeerd, terwijl één maal eei sterfgeval voorkwam, waarbij de gewone uitkeering plaats had en de leden den overledene grafwaarts brachten. De reservekas, die bij het begin van het jaar f 14,38 groot was, bevatte op 9 Juni 1.1. de som van f 52,83. Bjj de laatstgehou den bestuursverkiezing werd de Vice-Pre- sident, de heer P. Goudswaardt. herkozen en de heeren J. Bakker, J. Buis en P. Botter als commissarissen gekozen. Door het vertrek van den heer Dr. Bitter werd de heer A. W. Drijver uitgenoodigd zich te willen belasten met de keuring van nieuwe leden, waaraan deze in het vervolg zal voldoen. Het verslag eindigde met de beste wenschen voor het fonds en met de hoop nit te spreken, dat nog Tele werk lieden het nut van de vereeniging inzien, zich aansluiten en zoodoende medewerken om elkanders lasten te verlichten. Vervolgens deed de Penningmeester, de heer H. Kerkhof, verslag omtrent de finan ciën. De overgelegde rekening liep over 26 weken, van 16 December 1899 tot 9 Juni 1900 en hieruit bleek, dat de ont vangsten gedurende dit tijdvak hadden bedragen f 546,89* en de uitgaven f 646,57, zoodat er een nadeelig saldo was van 1 99,66*. Aan ziekengelden was f 584 uit betaald. Bjj het begin van het halfjaar was er f837,47* in kas. hetwelk met het nadeelig saldo van f99,66* is verminderd, zoodat op 9 Juni 1.1. de in kas zijnde gelden f737,80 bedroegen, die rentegevend zijn belegd. De reservekas, die in Dec. 1.1. f32,33 groot was, bedroeg op het einde van het halfjaar f 52,83. De rekening was door een commissie, bestaan de nit de heeren A. Schraa en E. de Wjjn, nagezien, die verslag van hare bevindin gen uitbracht en verklaarde alles in de beste orde te hebben bevonden. Een woord van dank aan den Penningmeester gebracht voor het stipte beheer der geldmiddelen werd met luid applaus begroet. Naar aanleiding van een verzoek van den bode C. Dienaar, om zjjn loon te verhoogen, werd door het Bestunr een voorstel ter tafel gebracht om het bode loon met f4.'s jaars te vermeerderen, dat na eenige bespreking met meerderheid van stemmen werd goedgevonden. Daarna werd de vergadering op de ge wone wjjze gesloten. Met ingang van 1 Juli 1900 zijn benoemd tot commies der postergen en telegraphie van de 4e klasse E. M. J. van der Ven, J. S. van Juchem, H. A. J. Boudier, A. W. de Vries, mejuffrouw C. Hiemstra, D. Oostinga, J. W. Groeneyk, J. A. Jonker, IJ. Bakker, M. A. J. J. Blankert, P. J. Kraaijeveld, G. Vrjjburg, J. Ehrhardt, K. Bruining en W. Sclioo, allen thans sur- numurair der postergen en telegraphie. Bij den voorzitter-penninguieester van het Ned. Roode Kruis, den heer K. J. G. baron Van Hardenbroek van Bergambacht, is tot heden aan giften ingekomen een to taal bedrag van f 206,201.43»/s. De N. Z. A. S. M. Vanwege de Nederlandsche Zuid-Afri- kaansche Spoorweg-Maatschappij wordt het volgende bekend gemaakt De N.Z.A.S.M. heeft officieel mededeeling ontvangen betreffende 1400 harer ambtena ren, die met hun gezinnen uit Transvaal zouden worden gezet. Het éérste telegram, van den Nederland- schen consul te Johannesburg aan den consul generaal te Kaapstad, vermeldt dat op last van de militaire autoriteiten 1400 ambtenaren der N.Z.A.S.M. met hunne ge zinnen naar Oost-Londen zullen worden overgebracht, van waar zij passage zullen krijgen naar Europa. Het tweede telegram, van den Neder- landsch® consul te Looren^o Marqnes, luidt veltaald >Volgens vertrouwbare in lichtingen is bjj proclamatie bekend ge maakt, dat Z.A.S.M. ambtenaren die wei geren te werken voor Britsche militaire transporten, naar Europa znllen worden gezonden via Oost-Londen". Wanneer bij de genoemde maatschappjj omtrent deze zaak iets nader hekend zal zijn, zal zjj daarmede het publiek of de directe belanghebbenden ten spoedigste in kennis stelleu. Vragen om inlichtingen bjj de maatschappij is daarom overbodig. Valsche Facturen. De arrondissements-rechtbank te Am sterdam, deed Zaterdag uitspraak in de zaak van Prederik Ferdinand Johannes Laubuhr en Emil Maria Zacharias Laubuhr, beiden handel drijvende onder de ffrma Bruning en Mühren, beklaagd, dat zjj in gemeen overleg en misbruik makende van het gezag door heruitoefening over bij hen in dienst zijnde personen, aan dezen hebben gelast door hen, beklaagden, verstrekte blanco factuur-formulieren valscheljjk over eenkomstig door hen verstrekte opgaven in te vullen, ten gevolge van welke last geving die bedienden valschelijk hebben opgemaakt vier facturen, oiet het oogmerk die als echt en onvervalscht te gebruiken en daardoor, o. a. door overlegging aan de commissie van heoordeeling voor de invoerrechten, te bewijzen de waarde der goederen, die door beklaagden van de fir ma's, welke in de facturen als afzenders werden genoemd, uit hei-buitenland zou den zjjn ontvangen, alles in verband met de over die goederen verschuldigde invoer rechten. De rechtbank, overwegende o. a. dat de bedienden, die de facturen vervaardigden, zijn te beschouwen als willooze werktui- gen verklaarde hen schuldig aan valschheid in geschriften 2 maal gepleegd, en ver oordeelde hen vrijsprekende van het geen hun verder was ten laste gelegd beide beklaagden tot gevangenisstraf voor den tjjd van 6 maanden, verklarende de rechtbank ten slotte, dat geen termen aan wezig waren hun onmiddellijke gevangen neming tc bevelen. Een dolle hond op de «Holland". In de laatste Indische berichten wordt melding gemaakt dat aan boord van de kruiser Holland" een dolle hond 25 der opvarenden heeft gebeten waaronder de Luit. ter zee baron van Geen. Allen zjjn onmiddellijk opgenomen in de inrichting Pasteur. Te hopen is het, dat zich later geen ongunstige verschijnselen mogen voordoen. Tolstoïaansche kolonie 1 In het Gooi, waar dr. Van Eeden reeds een kolonie heeft, is er thans weder één bijgekomen. Zondag opende de gewezen predikant Kjjlstra te Blaricum een stichting van de internationale broederschap. Uit de rede, die de ex-predikant daarbjj hield, bleek, dat de kolonie anarchistisch inge richt is en dat daar alle klassen- en stan- denverschil niet zal bestaan. De kolonisten zullen zich in hoofdzaak op land- en tuin bouw toeleggen. In het geheel heeft de kolonie 10 H.A. grond in eigendom, waarvan 7 H.A. in cul tuur zjjn gebracht. De kolonie is bevolkt met 26 mannen en vrouwen en eenige kinderenop heden zijn er nog eenige personen tjjdeljjk aanwezig. De gemeenschappelijke eetzaal dient tevens tot vergaderlokaal voor 80 personen. De gezinnen hebben ieder een afzonderljjke kamer en de ongehuwden ook ieder één, maar van een kleinere afmeting. Door een pruim tabak verraden I Te Amsterdam stonden weer 4 logés van Lammetje Zondag terecht, beklaagd van in braak. Onder de getuigen behoorden de deskun digen M. L. Q. Van Ledden Hulsebosch en dr. P. Ankersmit. Wat die er bij deden? Wel, door de politie was in het huisje, waar de inbraak met diefstal gepleegd was. een pruim tabak gevonden en op een der verdachten was een zakje echte, onver- valschte Maryland-tabak gevonden. Er kon verband bestaan Het gewenschte verband konden de des kundigen niet vinden, daar de gevonden pruim tabak erg uitgedroogd was. Toch zouden ze graag willen weten of deze pruim van dezelfde tabak afkomstig kon zjjn als die, welke Van Beers had. Men kwam nn voor de moeieljjkheid van het pruimen. Hierin had nöch de heer v. L. H. (die anders wel wat voor de Justitie over heeft nöch de andere deskundige zin. Alsnu werd een knecht gerecruteerd, een matig pruimer, en deze moest van de ge vonden Maryland-tabak 15 minuten ia^g pruimen. Toen de man met het prnimenexper-^ "it klaar was, gingen de heeren v. L. H. en de pruim chemisch onderzoeken. En wat bleek Dat de gevonden pruim v. V delfde ta-s. bak was als die beklaagde zich 1 Op deze wjjze had de he> v. L. H. der justitie wederom een dienst bewezen. Poging tot moord. De barbier G. van E., wonende in den Zuidhoek in Charloia, leeft sedert eenigen tjjd in onmin met zijn vrouw, die tenge volge daarvan met hare beide kinderen haar intrek nam bjj hare moeder, vrouw de W., in de Lombokatraat. Vrijdagmiddag vervoegde de barbier van E. zich ten huize zijner schoonmoeder met verzoek of hjj zjjn kinderen eens mocht zien en spreken Dit werd hem toege staan, en de man ging naar boven waar hjj zijn vrouw en kinderen en ook zijn schoonmoeder aantrof. Hjj nam aan tafel plaats, er werd een en ander gebruikt en gesproken over den inboedel om op een geschikte wjjze dezen tnsschen man en vrouw te deelen. Inmiddels was bet omstreeks 6 uur ge worden, kalm zaten allen om de tafel en de schoonmoeder op een stoel bjj het raam. Toen stond eensklaps de barbier op, haalde een revolver te voorschjjn en loste op zijn schoonmoeder een schot. De kogel trof haar in het hoofd, ging tusschen huid en schedel door en verbrjjzelde daarna de ruit waarvoor de vrouw zat. Dadeljjk na het lossen van het schot verliet de barbier van E. de kamer en holde de trap af om de straat te bereiken. Op zjjn vlucht, in het portaal, nog een paar schoten lossende vermoedelijk om eventueele ver volgers vrees aan te jagen, of misschien ook op zich zelf gericht. Die beide kogels zijn later in dat portaal teruggevonden zonder dat iemand er door gedeerd is. De inspecteur van politie J. J. A. de Koning, die zich in de nabijheid bevond, nam terstond de noodige maatregelen, stuurde den vluchtenden barbier direct 2 bereden agenten achterna en stelde de politie in Charlois roet het voorgevallene in kennis. Dit had tengevolge dat de man nabij den Kateudrechtschen djjk door een politieagent werd gegrepen, na aan de bereden agenten ontkomen te zjjn. Op het politiebureau aan de Nassan- kade, werd hjj in verhoor genomen, en daurna in arrest gesteld. Ook de verwon de vrouw de W. werd gehoordhaar toe stand bleek niet gevaarlijk te zjjn. De man wierp in de vlucht zgn revol ver weg. De Oorlog in Zuid-Afrika. >Rentcr" seint uit Paardekop dat de aftrekkende Boeren een brug en een paar overgangen hebben vernield op eenigen afstand van het Engelsche kampmen hoorde daar het geluid van de ontploffing. Zij wierpen ook negen granaten op de brug bij Zandspruit, maar richtten weinig schade aan. Volgens een bericht uit Hammonia, heeft generaal Rundie den 19den met yeomanry en artillerie een afdeeling Boeren terug geworpen die zgn linkerflank trachtten om te trekken. Een hoeve >die den vjjand herbergde", werd met een kanon beschoten. Eerst nu wordt de officieele ljjst open baar gemaakt van de verliezen, die de Hooglanders-brigade in het laatst van Mei op haren marsen naar Heilbron heeft ge leden Zg verloor aan officieren 2 gewon den en een gevangeneaan manschappen 10 doodeo. en 52 gekwetsten. Een Britsch hospitaal in het kamp bjj Volkrrust, achttien tenten groot, is verbrand. ->i Bu de Boeren het veld in brand gestoken en voordat maat regelen konden worden genomen om het vuur te beperken, had het reeds een ont zaglijken omvang gekregen. Een sterke wind dreef de vlammen in de richting van het Britsche kamp, dat der 11e brigade. Er werd geen gevaar gevreesd, totdat de vlammen tot honderd yards waren gena derd. Toen werden de ziekendragers uitge zonden op de gewone wjjze, door slaan op den bodem, het vuur in zgn voortgang te stuiten. Echter belette een ossenwagen die niet van de plaats was te krjjgen hen dit met succes te doen, zoodat het geheele hospitaal met alles wat daarin was af brandde. De verpleegden waren tijdig in veiligheid gebracht. e De Wet ingesloten? PRETORIA, 18 Juni. Langzaam aan trekken Buller, Brabant. Rundie en Met- huen het net om De Wet dicht. Zoo noo- dig zal ook Hamilton meedoen. Het heet dat Botha bereid is zich over te geven, maar Kruger houdt hem tegen, aangezien hjj er op aandringt dat hem zal toegestaan worden in het land te bljjven. De Wet'a operaties werken er toe mee Botha ongezind te maken om tot onderhandelen over te gaan. De correspondent van de Times" te Louremjo Marqués seint van iemand, pas uit Transvaal aangekomen, die den 20en dezer ongeveer 500 man en 15 officieren, Engelsche krijgsgevangenen van de Rhe- nosterrivier, naar Nooitgedacht had zien PB U-ILLBTOB". 87) Lcnoir riep Traverse ten hoogste ver rast. «Eugène Lenoir zegt gij?' tJa, die naam schjjnt u bekend te zijn?' «Dat is zoo, mylady doch ga voort, als ik u verzoeken mag." .Eugöne Lenoir was een man van uitste kende hoedanigheid. Hjj bezat het edelste hart van de wereld en muntte nit door fijne vormen. In het voorbjjgaan kwam hij vaak in de kamer van den portier om naar 't kleine meisje te vragen, waarin hjj een bjjzonder welgevallen had. De jonge Amerikaan had medeljjden met mjjn trenrig lot en met goed vinden van mjjne pleegouders kreeg hjj cone soort voogdjj over mjj en deed mij op een der beste kostscholen van Parjjs. Daar bezocht hjj- mjj vaak om naar mjjne vorderingen te ▼ragen. Den dag, dat hjj kwam, beschouwde ik .als de gelukkigste dag mjjns levens, want ik .beminde hem geljjk een kind zjjn onderen broeder, geljjk een kiad zjjn vader. Zoo bleef ik meerdere maanden op de kostschool, totdat hjj mjj op zekeren dag zei, dat hjj afscheid nemen moest. Hjj had een brief gekregen, dat zjjn vader ernstig ziek wasde kinder plicht riep hem naar huis. Ik brak in tranen los, mjj van hem te scheiden scheen mjj on mogelijk. Ik viel hem om zjjn hals en zwoer hem mjj niet te verlaten. «Wanneer gjj onver- biddelljjk vertrekken moet,' riep ik, ,neein mjj dan mee, want ik kan zonder u niet leven.' Eugène Lenoir, door deze woorden geroerd, willigde in op ééne voorwaarde, indien ik nameljjk zjjne vrouw wilde worden. Met rrengde gaf ik mijn jawoord en eenige dagen later verlieten we als een jonggetrouwd paar de kast* van Frankrijk. Toen we in Amerika aankwamen, was de vader van mjjn echtgenoot dood. Krachtens hot testament trad Eugèno in het bezit van 't groote vermogen, dat de overledene had nagelaten. Onder de vele goederen van mijn echtgenoot, verkozen wij het zoogenaamde Spookhuis' tot onze woonplaats. Daar leef den we afgezonderd van de wereld, zulk een oneindig geluk had ik mij nooit voorgesteld, mijn echtgenoot was mjjn alles, mjjn leven Hjj beminde mjj met al do teederheid van zjjn edel hart, hjj leefde alleen voor mjj, ik alleen voor hem. Daar vernielde een bliksem straal bjj helderen hemel ons jeugdig geluk. Eugène was op jacht gegaan, twee uur later bracht men mjj zijn ljjk Hjj was door een.? onbekende hand vermoord, op klaarlichten dag in zjjn eigen bosch, honderd schreden van zjjn eigen huis. Verlang niet van mjj, dokter Rocke, dat ik u mjjno wanhoop schilder, daar vind ik geene woorden voor cn als ik er nu nog aan denk, begrjjp ik niet, hoe ik zulk een slag overleefde. Weinige dagen na deze gebeurtenis kwam mjjn zwager, kapitein Lenoir aan. Volgens den laatsten wil van den ouden Lenoir gin-: hot geheele vermogen op hem over, als mjjn echtgenoot kinderloos kwam te ovorljjdcn. Ik was dus aan zjjne genade of ongenade over geleverd, doch hjj toonde zich als een wel- mecnend vriend jegens mjj. Hjj achtte mjj als de weduwe zjjns broeders en gaf mjj geene reden tot klagen, totdat bjjkomende omstandigheden zijn gedrag jegens mjj totaal veranderden. Ik zou moeder worden zoolang mogeljjk bad ik mjj geheim met een gemengd s gevoel van vreugde en smart bewaard. Nu overlaadde mjj kapitein Lenoir met scha^de- Ijjke verwjjtingen. Hjj wilde zijn broer niet als vader van het kind erkennen en dreigde mjj als een eerloos wjjf door de honden uit 't huis te laten jagen. Eene schaamtelooze avonturierster, zooals ik, die den naam Lenoir onteerd had, was niet meer waard, dan met haar telg ten gronde te gaan, zei hij. Nu begon voor mjj een leven zoo treurig, dat men niet schilderen kan.' Die lage, gemeene schurk riep Traverse, de dame in de rede vallend. .Maar waarom verliet gjj niet oogenblikkelijk het huis. Waar om riept gjj niet de hulp der justitie in Omdat kapitein Lenoir dit op sluwe wjjze wist te verhinderen," hernam de ongelnkkige. aHjj hield mjj nu gevangen en liet mjj be waken. Onder voorwendsel mjjne schande ter wille van zjjn overleden broeder geheim te willen houden, sloot hij mij op in een zolderkamertje van het «Spookhuis. Een oude meid, met name Dorkey, moest mjj verzorgen, en dit oud, leeljjk wjjf verbitterde mijn treu rig leven nog meer. Toen eenige maanden later een dochtertje geboren werd, ontrukte men mjj het wicht, waaraan heel mjjne ziel hing. Dit was do wreedste slag, dien ze mjj toebrachten. Acb, waarom doodden ze mjj niet liever, dan mij van mjjn lieveling te scheidenToenmaals meende ik werkelijk krankzinnig te worden Doch de Voorzienig heid schonk mjj kracht, ook deze beproeving te doorstaan. Ik overleefde het, mijnheer bewonder mjjn sterke natuur ik overleefde dit niet een of twee jaar, maar achttien lange jaren, een klein leven 1 In do omgeving had Lenoir het geruoht verspreid, dat ik onmid dellijk na den dood van mjjn echtgenoot krankzinnig was geworden en daarom in een gesticht te Ncw-York gobracht was. Alleen dan wanneer do kapitein niet thuis was, ver oorloofde mjj de verpleegster, die allen gs eenig medelijden met mjj gevoelde, dagelijks ocnige uren in den door hoogo muren omge ven tuin to wandelen onder haar toezicht. Het overige van den dag en wanneer Gabriël Lenoir aanwezig was, kwam ik niet uit mjjne kamer. Doch de mensch gewent zich aan alles en zoo heb ik ook geleerd mjjn lot gelaten t« vertragen als men mjj dwong zulk eeno droe vige rol te spelen. Het kon misschien in de omgeving ruchtbaar geworden zjjn, dat in 't Spookhuis' een dame gevangen werd ge houden wellicht had men mjj eens aan 't raam gezien, ofschoon 't mjj streng verboden was mjj daar te vertoonon, kortom, mjjn beul kwam op de gedachte zjjn hnis den naain te geven, dat het er spookte. Men deed mjj nn slvohts witte kleeren dragen en een langen witten sluier, die tot op den grond kwam. Om mjjne gestalte nog spookachtiger te maken, kwam Lenoir op de gedachte mjj van eene lantaarn mei blauwe glazon te voorzien, die een lichtblauwen schijn verspreidden. Kwam dan in de nabjjheid van 't •Spookhuis' een eeuzame wandelaar of verdwaalde een jager tot bjj ons, dan beval mjj Dorkey gesluierd aan 't venster te gaan staan, tevens stelde ze de lantaarn zoodanig, dat het blauwe licht over mjjne witte gestalte viel. De werking hiervan bleef niet uit. Weldra verzekerde Dorkey, dat elk in den omtrek geloofde, dat het spookte in 't «Spookhuis', hetgeen na tuurlijk tot gevolg had, dat men de omgeving schuwde. Nog zeldzamer gebeurde het na dien tjjd, dat iemand van de gastvr jjheid van den kapi tein gebruik maakte en zoodoende had mjjn zwager zjjn doel bereikt, nameljjk mjjn ge- vangenschap zooveel mogelijk geheim te hou den. En om 't gerucht van de witte vrouw, die in 't huis rondwaarde, nog te verbreiden, dwong mjjn zwager mjj eenmaal, toen hjj een ouden krjjgsmakker tot gast had, des nachts bjj dezen op de kamer te verschijnen. Hjj liet mjj door Dorkey dreigen, dat hjj mjj in den diepsten en sombersten kelder van 't huis zou doen opsluiten, indien ik-den vreemdeling door eenig geluid liet verstaan, dat ik geen spook, maar een wezen van vleesch en bloed was. Ik moest langzaam en zwevend door de kamer gaan en binnenkomen door eeno geheime deur, wier bestaan mjj tot na onbekend was. Door dezelfde deur moest ik ook weer de kamer verlaten, nadat ik ocnige seconden voor het bed van den vreemdeling zou gestaan hebben. Kort voor middernacht kwam Dorkey mjj halen en bracht mjj aan de deur van het vertrek. Deze was door een groot beeld ver borgen, dat mjj zelf voorstelde in 't wit ge waad, dat ik droeg. Het was de copie van een miniatuur-portret van mjj. Tegenover den verborgen ingang was een onzichtbare deur. Deze, zei Dorkey, zon de kolonel op den laatsten klokslag van twaalf nur openen, om 't licht der blanwe lantaarn op mjj te laten vallen. Innerljjk woedend, dat ik mjj tot zulk een spel moest laten gebruiken, deed ik toch, wat men verlangde. Ik had reods bewjjzen genoeg, dat de kapitein zjjne bedreiging zou ten uitvoer brengen, wanneer ik niot gehoorzaamde. Toeu de klok middernacht sloeg opende Dorkey de geheime denr, terzelfdertjjd ging ook de tegen overgestelde deur open, waar kapitein Lenoir stond. Hjj had de blanwo lantaarn op mjj gericht en de schjjn maakte, dat mjjne kleeren als phosphor lichtten. Toen ik 't bed ge naderd was, ontwaakte de officier, misschien door den tocht der beide deuren in één woord, de held, die reeds in twintig veld- sla ten gestreden en den dood getrotseerd had, hjj richtte zich op, gaf een luiden gil van schrik en zonk bewusteloos neer, terwjjl ik weer door den verborgen deur moest ver- dwjjncn. Den volgenden dag vertrok de gast van don kapitein. Du dappero officier zorgda er voor, dat 't geval wjjd en zijd bekend werd. Van nu af schuwde iedereen langs het hnis te gaan. De onde Dorkey stond mjj meer vrjjheid toe, tot een nieuwe gebeurtenis, nu drie jaar geleden, oorzaak was, dat ik hier heen werd gevoerd. Op zekeren dag zei Dorkey mjj, dat ik wederom eenigen tjjd mjjne kamer niet ver laten mocht, daar kolonel Lenoir zjjne pupil, eene jonge miss, in buis gebracht had, dia natuurljjk van mjjne aanwezigheid niets wotea mocht. Nu werd ik weer opgesloten en dubbel streng bewaakt, zoodat ik, ondanks mjjn vorigsten wensch, niet 't minst met de jonge vreemdelinge in aanraking kon komen. Twee of drio weken later zag ik eene jonge dame te paard voor 't huis stilhouden. Ik hield sa voor een inwoonster van 't «Spookhuis', doch vernam van Dorkey spoedig iets anders. Ze was ccne vreemdelinge, die door het hevig onweer verrast was en hier eene schuilplaat* zocht. Gelukkig was de kapitein niet thuis, daarom had zij haar binnengelaten. Toch moest men liaar don lust benemen om nog terug te komen en dus moest ik weer de witta dame spelen. Ik wees het voorstel van Dof- k«y bepaald af, al hare bedreigingen blevea zonder gevolg, tot ik eene gedachte kreeg, die mjj deed toestemmen. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1900 | | pagina 1